Ui. Ha.th. Nieuws- en Advertentieblad
voor Noord-Holland.
No. 97.
Zaterdag 4 December 1909.
3*" Jaargang
FEUILLETON.
Zoekt, en gij zult vinden.
Winkeljuffrouwen
Buitenland.
Verschijnt Woensdag en Zaterdag.
Dit nummer bestaat uit 6 bladz
ONS
BLAD.
ABONNEMENTSPRUS
60 cents per drie maanden franco aan huis. Te betalen in
het begin van ieder kwartaal.
Afzonderlijke nummera3 cent.
Uitgave van de Naaml. Vennootschap „Ons Blad".
BUBE&UBreedetraat 45, tegenover de B. K. Eerk, te Alkmaar.
Telefoon No. 433.
ADVERTENTIÊN t
Van 15 regels30 cent.
Elke regel meer 6,
Reclames per regel15 a
Kleine advertenties van 1—30 woorden, bij vooruitbet. 25
Er wordt wel eens over geklaagd dat het
dienend damespersoneel in huishouding en
winkels tegenwoordig- heel wat noten op zijn
zang heeft en dat de oude beproefde dienst
vaardigheid meestal verre te zoeken is. In
een paar .ajrtilcelen is in dit blad al het een en
ander gezegd over de dienstboden. Laat ons
thans eens zien, wat de correspondent van
een groot dagblad over de winkeldames te
vertellen heeft.
Hij heeft opgemerkt dat er een geest
van ontevredenheid tot uiting komt onder
de winkeljuffrouwen. Nu is dat op zich zelf
wel iniet zoo'n bijzonderheid, want men hoort
wel meer van uitingen van ontevredenheid.
Maar uit kringen van winkeldames treedt
het gewoonlijk niet zoo luide naar buiten,
wat er binnen gist en woelt
De pronkzucht, welke bij de dienstbo
den gewoonlijk gesignaleerd wordt, is ook
onder de winkeljuffrouwen niet geheel onbe
kend. Deze gaan meestal smaakvol gekleed
en dragen gewoonlijk kleederen van duur
dere stof. Ze zien niet zoo nauw op een
dubbeltje per el. Vooral is dat tegenwoor
dig het geval, nu idie dames meer verdienen,
dan vroeger en wat het loon betreft, boven
hare huishoudelijke zusters staan.
Dat ze daarbij gekleed gaan naar de laat
ste mode behoeft eigenlijk niet gezegd.
Nauwsluitende japonnetjes, welke de be
weging misschien eenigszins gracieuzer maar
niet gemakkelijker maken; bleeke gelaats
kleur met zoo'n klein tikje nagebootst na
tuurlijk rood in de wangen en vooral dimne
opengewerkte om het eens met een
vreemd woord te zeggen peekabee blou
ses, dat allies maakt de winkeldame eigen
lijk tot wat ze zijn moet.
Voeg daarbij een lief stemmeke, niet te
bits, maar vooral niet schuchter en boven
alles een weinigje gemaakt en ziedaar nu
zooals de correspondent de winkeldames
voorstelt.
Maar er is iets vreeselijks gebeurd. An
dere dames zijn ontstemd geworden over
den opschik, ide pronkzucht, de dure kleedij
van de winkeljuffrouwen en zijn daarover
gaan klagen bij de patroons. Deze op hun
beurt onderhouden er hun personeel over
en'daar heb je ide poppen aan 't dansen.
Opeens zijn de elegante japonnetjes, de
opengewerkte blouses en de- bleek getin
te gezichtjes gepromoveerd tot voorwerpen
van een strijd op leven én dood.
Verschillende idirecties van modemagazij
nen hebben verbodsbepalingen uitgevaar
digd, waarbij den winkeldames verboden
wordt zulke opzichtige kleeding te dragen.
Ze mogen zich tevens niet meer poederen,
moeten het rood, als 't er van nature niet
EVANGELISCHE VERHALEN.
21) Naar 't Franscb.
Lazarus zeide mij vol ontzag: „Meester,
dat is tot u gericht. Jezus ziet u aan".
En dat was zoo. Ik dacht, dat de jonge
leeraar mijn onbewuste sympathie raadde
en 'iik! beantwoordde zijn blik met een
glimlach..
Op dit oogenblik trad Nicodemus ont
steld binnen.
Gij weet van 't wonder? riep Gama
liel uit..
Het wonder? Wie weet het niet.
Heel Jeruzalem is op weg naar Bethanië.
De stad verkeert in een buitengewone
beroering. Er is slechts één uitroep van
geestdrift: „De Messias. De Messias. Wij
hebben den Messias gevonden." Al de
verwachtingen, al de droomen van het
volk zijn ten toppunt gestegen. Dat won
der verontrust mij dan ook minder danj
de gevolgen.
Wat bedoelt gij? mompelde Suzanna.
Driemaal ben. ik u vandaag komen
zoeken meester, ging Nicodemus voort zon
der de vraag te hooren. En steeds waart
gij afwezig. De Sanhedrin is in groote
haast bijeen geroepen. Gij waart er niet;
maar gij kent d» listigheid der priesters.
opzit, van de wangen laten terwijl het haar
niet meer mag worden opgewerkt. Het kau
wen van 'gomballetjes is mede verboden.
Op 'dit vermaak schijnen de dames erg ver
zot te zijn, want ze zijn vast besloten om
dat niet te laten.
Maar met dat al, zijn de dames erg on
tevreden over de tirannieke .maatregelen der
directies en niet van plan zoo maar in eens
toe te geven. Zij denken zelfs over een
staking.
Z.e mogen echter wel bedenken dat er
winkeljuffrouwen genoeg te krijgen zijn.
Als zij er uit loopen dan staan er minstens
evenveel gereed om de plaatsen in te ne
men.
Want in Amerika gaan de meisjes ook
veel liever als winkeljuffrouw uit, dan dat
ze zich, als dienstmeisje aanmelden, ofschoon
dienstmeisjes er meer verdienen.
In Amerika!... Ja juist in Amerika! De
aandachtige lezeres zal toch niet gemeend
hebben dat we spraken over de Hollandsche
winkeljuffrouwen? Lieve hemel, neen!
't Zijn de Amerikaansche winkeldames,
waarover de correspondent van de „Daily
Telegraph" schreef.
En dat is maar gelukkig ook, want had
hij zóó over onze echt Hollandsche juf
frouwen gesproken, dan zouden we genood
zaakt zijn geweest hem terecht te wijzen
en op zijn nummer te zetten.
Immers, de Hollandsche winkeldames zijn
een toonbeeld van spaarzaamheid en een
voudigheid Zij dragen geen te dure klee
ding, geen nauwsluitende japonnetjes en
peekabee blouses, ze werken het haar niet
op en gebruiken geen „poudre de riz" en
andere poeders en vooral geen gomballet
jes! Foei, 'tis te zot om los te loopen!
Neen, ineen, 't verschil is groot tusschen
de Hollandsche en Amerikaansche winkel
dames.
Maar de een zou het van de ander kun
nen afzien en daarom is een waarschuwend
woord niet misplaatst.
NEDERLAND en AMERIKA.
Een vreemde combinatie ia! de lezer bet
vinden, wanneer hij de namen Nederland en
Amerika hierboven geplaatit ziet.
Toch ia het niet vreemd, maar zeer na-
tuurljjk dat een Nederlandach edelman, die,
bljjkbaar niet van ouden adel, belangstelling
toont voor de dingen in zijn vaderland en
daarvoor sympathie zoekt te winnen bfj
mannen van naam en invloed in de nienwe
wereld.
Graaf P. A. de Vries dan toont veel be
langstelling in de drooglegging der Zuiderzee
te gevoelen. Hij ie er op uitgegaan om den
heer Rochtfeller, den petrolenmkonlng, er
over te spreken.
Dat heeft hjj gedaan gekretten. De eerste
Het was hun niet onbekend dat Lazarus
uw leerling was en zij dachten dat gij,
wijl Jezus hem 'heeft opgewekt, meer diens
zaak zoudt toegedaan zijn. En zij hebben
nog meer jredaan. Allen waren bijeenge
roepen, de Sadduceeërs in leen zeer groot
aantal, 't Was een oorverdoovend tumult
en gedruisch. Die priesterlijke aristocratie
was verwoed. Zij zeiden: Allen loopen
hem na.. Als wij hem laten begaan, breekt
er een oproer uit. De Romeinen "zullen de
stad weer tot rust 'komen brengen en ons
allen ruineeren. Zij waren verfoeilijk om
aan te zien. Die familie van Annas glim
lachte valsoh. Zijl herhaalden half luid,
dat de duivel, als hij zulks wil, even
schitterende teekenen doet; dat de Gallile-
er zelf van den duivel bezeten is gij
weet dat-de lasteringen hem weinig kosten
en dat men hem door middel vari een
belooning, moest gevangen nemen en
dooden. Toen Samuel ben Phabi een prijs
hoorde stellen op het hoofd van een
ntensch, maakte hij met veel zorg een vouw
in zijn purperen kleed. Zijn vlekkelooze
elegantie liet zich niet afleiden door die
ellenden. Issachar lachte: hij zeide dat het
lot van Staten len menschen niet moest ge
regeld worden dan met den drinkbeker in
de hand. Hij heeft hen allen genoodigd op
een schitterend feest. Zij waren hatelijk en
kwaadaardig, 't Zijn lage, wreede zielen.
En dan: zij hebben de zweepslagen te
wreken, waarmede hun handlangers uit den
tempel werden gejaagd en hun handel
poging, een geweldige werd verijdeld. Een
latere trof doel. Hij trof den heer R. op
het golfveld. Deze bleef onder het gesprek
echter doorspelen. Het schijot dus dat de
•Neder), edelman» niet veel indruk op den
Amerik. koning» beeft knnnen maken. H(]
zal bet nog eens moeten overdoen.
Vooruitgang en beschaving.
Dit zijn twee andere namen welker com
binatie meer voorkomt en wellicht nooit
zoo vaak te zamen gebruikt worden ala
tegenwoordig. Daarvoor is dan ook alle reden.
Wanneer men onderstaande drie berichten
leest, dan zal men toch wel er van over
tuigd zjjn, dat vooruitgang en beschaving
thans hand aan hand gaan
Het Frausche legerbtstuur heeft drie
vliegtuigen aangekocht.
Volgens een telegram uit Weenen heeft
een schnldeischer van prinses Louise van
Belg'6, die nn te Boedapest is, haar failliet
verklaring aangevraagd.
Volgens een telegram uit Madrid zjjn
er te Saragossa by een klooster diie bom
men gevonden en daarbjj een papier, waarop
geschreven stondwraak voor Ferrer 1
Niet waar 111 In
PERZIE
dringen beiden ook al meer en meer door.
Vandaar vloden we het volgende vermeld:
Te Sjiras, dat gerekend wordt te behooren
tot de Brittchen invloedssfeer, schijnen de
zaken niet naar wensch te gaan. Nu weer
zijn in Teheran berichten ontvangen omtrent
ernstige troebelen in Sjiras.
De gouverneur in laatstgenoemde plaats
is in zjjn versterkt paleis belegerd en heeft
zelfs het veld moeten mimen. De opwinding
in de stad was het gevolg van een als
onrechtvaardig veroordeelde terechtstelling.
De gouvernenr beschikt over slechts 100 man
kozakken, en Teheran ligt te ver om van
daar tydige hnlp te kunnen verwachten.
Tronwens, er is geen geld in de Perzische
echatkist I
Wel bevinden zich te Sjiraa 50 man
Britsche marinetroepen maar de positie van
deze iieden is uit den aard der zaak moeiljjk,
Actieve inmenging zullen zj] zooveel mogelijk
dienen te vermijden.
En ook in de Europeesche legers wordt
men meer en meer beschaafd. In Dnitsch-
land en Oostenrijk werden gevallen van
vergiftiging geconstateerd in het leger en
nu wordt ook een dusdanig geval nlt
FRANKRIJK
gemeld. Verschillende soldaten van het gar
nizoen te Verdun waren plotseling ernstig,
twee zelfs levensgevaarlijk, ziek geworJen,
en ca onderzoek bleek, dat de soep met
cyaankalium was vergiftigd.
Een brigadier Taraco genaamd, heeft be
kend dat by de misdadiger was.
Intusscheu zint men in Nederland en in
meer beschaafde landen op middelen om den
bedreigd werd. Voor onze broeders, de
Pharizeeërs, minder verachtelijk maar
standvastiger in hun onverzoenl ijken af.
keer, herhaalden zij de verwenschingen
van Jezus met groote minachting. En Jo-
chanan zeide, dat al die vervloekingen te.
rugvielen op het hoofd van den Naza-
reeër, vereenigd in deze eene: „Wee hem,
die tegen ons opstaat." Denkt gij, meester,
dat hij gevangen zal genomen worden
en voor de rechters geleid? En met wel
ke verfijnde vernederingen en kwellin
gen zullen zij hem doen sterven.
Hebt gij niets tot zijne verdediging
gezegd? vroeg Suzanna met aandrang.
Eenigen hebben met mij geprotes
teerd. Wees gezegend, meester: 't Waren
de leerlingen van Hiltel of de uwe. Niet
dat men u voor een partijganger van
Jezus houdt, maar wegens uw geest van
verdraagzaamheid en uw schrik voor de
vervolging. O, wij wareni nauwelijks met
drieën of vieren, maar boden 't hoofd
aan het tumult. Plotseling stond Caiphas
op en riep uit: „Ziet gij dan niets. Het
is beter dat één man sterve, dan datheell
de natie omkome."
Nicodemus ging voort:
Men begroette die woorden met toe.
juichingen; de zwakken werden er door
overtuigd. Het spook van Rome, de oorlog,
de ondergang, dat alles weegt, wel op
tegen den dood van één man. En toch
weten zij, dat Jezus geen oproermaker is;
dat hij gevlucht is toen men hem tot
modernen kindermoord tegen te gaan.
Zoo langzamerhand zal men toch wel
leeren inzien, dat het mitdooven van de
lichten aan den hemel», zooala Viviani het
noemt, niet de gewenschte .resultaten oplevert.
ENGELAND.
De nitilag van de stemming over de motie
van Lord Lansdowue heeft, geiyk te ver
wachten was, heel wat beweging in de
Eagelscbe pers gebracht.
De liberale bladen spreken er over, als
van een self moord van het Hoogerhuis».
>The Star» zegt o. a. >Het Hoogerbuis
heeft de begrooting verworpeü, het Engalsche
volk zal in Jannari het Hoogerhuie met een
veel grootere meerderheid veiwerpec».
De conservatieve b aden verdedigen het
grondwettige van wat het Hoogerhals hei ft
gedaan, maar leggen den nadruk op het
belang van het beslnit der lords voor het
ryk, want, ecbryven die bladen, zij geven
het volk gelegenheid zich voor tariefhervor
ming te verklaren, en die ie noodig voor
het bestaan van het ryk en de toekomst van
Groot Brittannië als groote mogendheid.
De kabinetsraad ie Woensdag bijeei'geko
men, naar men meent om de sluiting van
het Parlement nog van deze week voor te
bereiden.
Toen Arquith 's middags het Lagerhuis
binnenkwam, werd by met een geestdriftige
betooging door de liberalen begroet, die van
hun zetels opstonden en hem hartelijk toe
jnicbten. En opnieuw barstten de toeju chin
gen los, toen Arquith opstond het duurde
eenige minuten voor hy kon spreken. Toen
de toejuichingen verstomd waren zeide
Asqaith Ik verneem, dat van de begrooting
van inkomsten, die door dit Huis werd
aangenomen, in den Bfgeloopen nacht door
het Hoogerhnis de tweede lesiog is geweigerd.
Om die reden geef ik U kennis, dat bij de
eerste gelegenheid de beste, nameiyk morgen,
ik de volgende motie zal indienenDe
handeling van het Hoogerhnis, betreffende
de weigering, om de fioancieele voorziening
door dit Hnis voor den dienst van het jaar
getroffen, tot wet te verheffen, is een inbreuk
op de grondwet en een aanmatiging van de
rechten van het Lagerhuis (lulde toejuichingen
van de ministeneelen).
Het Hnis werd onmiddeliyk daarop ver
daagd,
Tot de tegenstanders van Lansdowne's
motie behoorde ook de aartsbisschop van York.
Hy achtte het besluit, waartoe zy bet
Hoogerbuia uitnoodigde, ongrondwettig, zich
herinnerende het bekende woord van Lord
Chatham, dat in de wetgeving de drie staten
van het koninkryk geiyk betrokken rijn
de Kroon, het Lagerhuis en het Hoogerhnis
maar dat de medewerking van de Kroon tn
het Hoogerbuis voor een belasting slechts
noodig is om haar met den voim van een
wet te kleedendat alleen het Lagerhuis
geld beschikbaar stelten dat die onder
koning wilde verheffen; dat hij voortdu.
rend herhaalt: „Mijn koninkrijk is niet van
deze wereld."
Hebt gij hem al die dingen gezegd?
vroeg Gamaliel ernstig.
Zij wilden er niet naar hooren, ant
woordde Nicodemus in verlegenheid. Dat
alles is slechts een voorwendsel; zijn lot
is bepaald; 't 'is slechts een quaestie van
tijd.
Wij zullen hem aan hun handen
ontrukken, zeide de groote leeraar. Ik
heb gezworen hem te zullen waarschu-
wen, hem te zullen redden. Er valt
slechts één: ding te doen; hem buiten
het bereik van hun haat te houden. Phi-
lippus van Tetrarca is een verstandig en
menschlievend vorst. Jezus zal er vredig
in Iturië leven. Ik weet, dat hij zich reeds
eens heeft teruggetrokkeneenige jaren
slechts eenige maanden misschien zullen die
ontroering doen bedaren en alles doen ver
geten. Het leven drijft ons en de men-
scben veranderen. Jezus is zeer jong; hij
heeft den tijd om te wachten. We zullen
hem waarschuwen.
Maar weet gij wel, dat Jezus van
Nazareth bewaakt wordt, zooals hij nog
nooit is gedaan, onderbrak Nicodemus
hem opgewonden. De priesters hebben
overal spionnen. Als men een van ons
met hem in vertrouwelijk gesprek vond,
zouden wij ons vooreerst compromitteeren
en zullen wij zeker argwaan wekken.
Wij zouden hem door Lazarus kun-
scheiding tusschen wetgeving en belasting
wezenlijk noodzakelijk is voor de vryheid.
Den werkenden stand kennende dorst de
aartsbisschop zeggen, dat de grondwetteiyke
kwestie, door Laoadowne,s motie aan de orde
gebracht, den werkman aan het hart gaat.
Vele arbeiders hadden hem gezegd, liever
een slechte begrooting te hebben, dan dat
dit grondbegiosel van de grondwet de
fimancieele macht van het Lagerhui*
geschonden wordt.
BELGIE.
In een zeer roemoerige vergadering
heeft de Kamer gisteren, in tweede lezing
de legerwet aangenomen. Men weet, dat
bij deze wet de plaatsvervanging wordt af
geschaft; uit elk gezin zal één zoon den
dienstplicht vervullen. De oude legerwet be
vatte een artikel, waarbij vrijstelling ver
leend kon worden aan den eenigen zoon
van een gezin, dat niet in welstand ver
keert. De regeering heeft uit de nieuwe wet
dit artikel weg willen laten, daar zij de mo
gelijkheid voorzag anders alle eenige zonen
uit arme gezinnen te moeten vrijstellen. In
de vergadering van gisteren is uitgemaakt
dat alleen de eenige zonen, die onmisbaar
zijn voor de gezinnen, waartoe zij -behoo
ren, van den militairen dienst worden vrij
gesteld. De drie ministers, die bij de eerste
lezing der wet tegen de afschaffing van
de plaatsvervanging hadden gestemd, ver
klaarden thans er vóór te zullen stem
men. Davignon zeide, dat hij, als minister
van buitenlandsche zaken de wet volstrekt
noodzakelijk achtte;
DU1TSCHLAND-
Het Duitsche Centrum is een poli»
tieke partij. Door de besturen der Oen-
trumsfracties in den Duitschen Rijksdag,
het Pruisische Huis van Afgevaardigden,
alsmede door het Landscomité der Prui
sische Centrumspartij is in een op 28 No
vember i.l. te Berlijn gehouden gemeenschap
pelijke vergadering een uitvoerige verkla
ring opgesteld betreffende het karakter der
Centrumspartij, een quaestie die, naar
men zich herinnert nog kort geleden zoo
veel stof heeft opgeworpen. Wij ontleenen
daaraan het volgende: „De Centrumspartij
is principieel een staatkundige niet-confes
sioneele partij; zij staat op den bodem der
grondwet van het Duitsche Rijk, die van
de afgevaardigden eischt zich zeiven te be-,
schouwen als vertegenwoordigers van het ge-
heele Duitsche volk.
Daarom streeft de Centrumspartij naar
de bescherming en de volkomen gelijke be
handeling van alle staatsburgers, wier be
langen zij tracht te behartigen steeds in
verband met de welvaart van het algemeen
en den bloei van alle klassen der maat
schappij.... Afgezien van het program biedt
het feit dat bijna al haar kiezers en haar
afgevaardigden tot de Katholieke Kerk be
hooren, voldoenden waarborg ervoor dat de
nen doen waarschuwen. Maar ik heb een
ander denkbeeld. Suzanna moest naar
Maria en Martha gaan, zij moest naar
den Meester vragen en hem zeggen, wat
zij gehoord heeft, 't Is niet de gewoonte
zoo te handelen, maar 't is een buiten,
gewoon geval.,.. Alleen zij die ons be
minnen hebben een voorgevoel van de
rampen, die ons wachten." voegde Gama.
iiel er droefgeestig aan toe. „Zij zien met
het hart....
Ik zal gaan zeker, al moest ik mijn
leven voor hem verliezen, riep Suzanna
uit. Waarom hebben wij, vrouwen, geen
toegang tot de vergaderingen? Ik geloof,
dat wij anders zouden strijden voor een
heilige zaak. Ik beschuldig u niet, gij die
er geweest zijt. Maar toch, waarom hebt
gij hen niet beschaamd....
Een tegen allen?.... hernam Ni-
demus verlegen.
Maar 't is de waarheid tegen de
dwaling. Wat geeft het, of men één tegen
duizend is. Als Jezus sterft, denkt gij dat
zijn bloed dan alleen komt over zijn vij
anden Het zal ook komen over de vrien
den, die hem verlieten.
Dat is zoo, zeide Gamaliel. Maar men
bederft echter wel eens de beste dingen
door ze onvoorzichtig te verdedigen. Gij
kent de menschen niet. Nicodemus vermag
niets tegen den haat en de vrees als die
vereenigd gaan.
{Wordt vervolgd.)