No. 10
R.
We
FEUILLETON
•sTooveresvanAs
LANDBOUW EN VEETEELT.
DRANKBESTRIJDING.
ZÖEITLICHT.
ESPERANTO.
KINDERRUBRIEK.
't 8Pyt me, dat ik jelui nienwsglerlghe!
nog tiist kan bevredigen, want je begrfju
dat ik heel wat dmkte beb om alles na j
vaan t loopt over 6 keer), punten te gevei
ens. ens., dus nog even geduld. Volgenjj
week Zaterdag zullen we de namen van c
ve'nkkige kinderen mededeelen, dns nog etj
week geduld.
ot. per 3 maanden fra
Te betalen in het
esch1edkundig verhaal
midden der derde e
ONVOLDOENDE HUIDVERPLEOINQ.
Bjj onzindelijke veehouders kan men het
vee dikwijls vinden in een staat van verre
gaande vervuiling.
Het geheele lichaam is bedekt met stof,
schilfers en losse haren. Hier en daar han
gen in de haren kladden ingedroogde of
vochtige mest, (de staart en vooral de
staaxtpJuim zitten vol mest, de uiers
zijn vuil, met ingedroogde mestkorsten en
schilfers bedekt.
Aan poetsen wordt niet geidacht, hoog
stens wordt eens per week met een be
zem over den rug gestreken om het grotste
vuil te verdrijven.
Doordat de veehouders, het vuil zijn der
dieren op stal als iets heel gewoons be
schouwen, en niet weten dat daardoor groot
padeel ontstaat wordt helaas aan het rei
nigen eenvoudig niet gedacht.
Er is nog zeer veel bij te voegen over
het verder behandelen der koeien, het mel
ken, het behandelen en bewaren der melk,
doch dit zal bij plaatsruimte later ge
schieden.
VERBETERINGEN DIE AANOEBRACHT
MOETEN WORDEN.
De veehouder kan in eigen stal de
noodige verbeteringen aanbrengen, Wilde
ik alle opsommen, dan zouden hier Uit
voerige voorschriften gegeven moeten wor
den betreffende bouw en inrichting van
het vee. Ik wensch mij echter te bepaien
tot de verbeteringen, welke in bestaande
slechte stallen het meest noodig zijgi, en
wel speciaal tot die, welke aangeoracht kun
nen worden, zonder groote kosten en dus
binnen ieders bereik vallen, zoowel binnen
dat van den grooten als van den kleinen
veehouder.
VERLICHTING.
Bij het reinigen worde ook vooral aan
de ramen gedacht, opdat deze zooveel mo
gelijk licht doorlaten. Zijn Ide ramjeq te
klein, dan is veigrooting noodig.
BEVLOER1NQ.
Is de vloer niet waterdicht of is geen
vloer aanwezig en zijn dus organische stof
fen in den grond gezakt, dan mloet de
aarde een paar spit uitgegraven en goed
rein zand ingebracht worden. Daaarna wor
de een waterdichte vloer ingemetseld.
Elke potstal worde in een groepstal ver
anderd en zoo mogelijk zorge men, dat
achter de groep een melk- of wiestgang
komt.
Uit den groepstal worde geregeld de
mest verwijderd, tevens zorge men voor
goede strooiing; in een potstal is geregeld
strooien natuurlijk zeer noodig.
(Vervolg)
Maai' wanneer men de gren
zen wat enger trekt, wanneer men
wat ervaring heeft opgedaan, wanneer men
een groot deel van zijn leven gewerkt heeft
om de lairbeiders door vakorganisatie te
brengen tot een betere maatschappelijke po
sitie, wanneer men door het kathoiieKe ver-
eenigingsleven in 't algemeen het zedelijk
peil der arbeiders heeft trachten te verhoo
gen, wanneer men gepoogd heeft hen te
verheffen en te veredelen, meer te ontwik
kelen ten te beschaven, wanneer men bij dat
werken honderden keeren het hoofd heeft
gestooten op lakschheid en onverschilligheid,
die voortkomt uit een z.g. matig gebruik
van drank, dan denkt men over die din
gen wel een weinig anders. Dan noemt men
misbruik, waar een ander, die niet zoo diep
op die dingen ingaat, die de noodzakelijk
heid een-er krachtige vakbeweging niet zoo
voelt, die al tevreden is wanneer eenige
keeren per jaar met kunst en vliegwerk,
met muziek, zang en sprekers het bonids-
gebouw half gevuld is met leden, vrouwen
en kinderen, dan noemt men misbruik, wan
neer die a»iriere nog steeds blijft praten
over matig gebruik. Misbruik maakt een,
werkman van drank, wanneer hij zijn vrouw
wijsmaakt, dat hij naar de vergadering gaat
en zijn tijd doorbrengt in de kroeg.
Misbruik van drank is het, wanneer men
zich niet ontziet dagelijks eenige borreiS,
te drinken, terwijl de kinderen behoefte heti-
ben aan versterkend voedsel of behoordjae
kleeding.
Misbruik ds het te noemen, wanneer men
beweert geen schoolgeld te kunnen betalen
omdat 't loon te laag is, terwijl men zelf
in het middaguur nog gauw in de kroeg
wipt en eenige bittertjes naar binnen slaat.
Misbruik maakt men van drank, wanneer
men bij matig gebruik, dat is bij eenige
borrels, zijn. humeur verliest, vrouw en kin
deren afsnauwt, en met norsch en stuursch
gezicht thuis zit, het toch al zoo zwaar leven
van een arbeidervrouw totaal vergallend, zoo
dat zij bijna met afkeer den man ziet thuis
komen, dien zij en de kinderen met liefde
moesten verwelkomen.
Misbruik maakt een vader van den drank,
wanneer Ide kinderen door zijn norsch en
stuursch gezicht worden afgeschrikt, en
meer vrees dan liefde voor hem gevoelen.
Op deze wijzie zou men nog een heete
poos kunnen voortgaan. Wij zullen de zaak
ook nog van een anderen kant bekijken. Be
paald van het standpunt van het belang
dat de vakbeweging heeft bij leen liefst
heejemaal niet drinkend volk. Dat groote
belang blijkt duidelijk, wanneer wij een
pogenb.Iik stilstaan bij de taak, die de moder
ne vakvereeniging heeft te vervullen. Uit den
aard der zaak, kunnen wij hier slechts
zeer beknopt zijn, én alles slechts korte-
lijk aangeven. Maar uit dit korte over
zicht blijkt reeds duidelijk, dat de vak
mannen geheel hun verstand daarbij noo
dig zullen hebben, hunne volle medewer
king zullen moeten verleenen en groote of
fers zich zullen moeten getroosten. Offers
van tijd en geld, van inspanning en studie.
Ziehier.
Als de taak der vakvereeniging wordt
beschouwd; -eene gunstige regeling derloons
en arbeidsvoorwaarden te verkrijgen, ofte
behouden. Daartoe zullen wij haar actie uit
strekken tot:
1. arbeidsloon;
2. arbeidsduur, overuren, nacht- en Zon
dags arbeid;
3. leerlingstelsel;
4. vrouwen- en kinderarbeid;
5. hygiënische en zedelijke toestanden op
werkplaatsen
6. fabrieksraden, collectief arbeidscon
tract, scheidsgerecht;
7. weerstandskassen en verzekering tegen
werkloosheid;
8. vakonderwijs en vakbladen.
9. wettelijke bepalingen ten gunste dier
vakgenooten, als herziening der wet op
de Kamers van Arbeid, verplicht scheids
gerecht, verscherpte controle op de nale
ving der arbeidswetten, en dergelijke.
Dit program kan niet worden ten uitvoer
gelegd door personen, die aan de kroeg
de voorkeur geven boven het vereenigings
lokaal of de studie. Kan niet worden uit
gevoerd door menschen, die hun geld lie
ver brengen naar den kastelein dan dat
ze contributie betalen. En wijl het nu waar
is, de ondervinding leert het, dat zelfs een
paar borrels, gebruikt na afloop van het
werk, de lust tot ernstige studie benemen,
de lust om naar de vergadering te gaan
dooden, de mensoehn looni en vervelend
maken is daarmede ook het bewijs gele
verd: dat de vakbeweging geen grootere
vijanden heeft, dan de z.g. matige drinkers.
Een flinke vakbeweging kan alleen wor
den opgebouwd door personen, die slechts
bij uiztondering eens een potje bier drin
ken en hun vrijen <tjjd geven geheel en
al aan de beweging.
Deze meening wordt gedeeld door verre
weg de meeste leiders van vak vereen igin
gen in het binnen- en in het buitenland. In
e laatse jarenid theeft de vakbeweging er
zich op toegelegd, het drankmisbruik zoo
veel mogelijk tegen te gaan. Ten eerstel
door 5n de vakbladen af en toe een artikel
op te nemen voor drankbestrijding; teni
tweede door op vergaderingen niet te doen
schenken; ten derde door er op aan te
dringen, dat op karwei en in de fabriek
goed drinkwater aanwezig moet zijn, of zelfs
zooals in Duitschland op verschillende groo
te ondernemingen geschiedt, de Directie over
te halen melk of thee ter beschikking te
stellen van de Werklieden. Alle onderne
mingen, idie zulks gedaan hebben, spreken
met lof over de gunstige resultaten. En
geen wonder: de arbeiders blijven fris-
scher, ze werken beter, het aantal ongeluk
ken daalt belangrijk, enz. Eenige jaren
geleden is door Pres. Roosevelt op een.
vergadering van katholieke drankbestrijders
in Amerika een merkwaardige rede gehou
den. We laten een gedeelte hier volgen,
omdat dit ook op ons land toepasselijk
geacht kan worden. De President liet zich
uit als volgt: „Het blijkt soms, dat hoe
hooger loon de werkman ontvangt, des te
meer hij noodig heeft, des te meer hij naar
de herberg draagt; en hoe korter uren
hij werkzaam is, des te langer hij van
huis blijft."
„Maar dat moet niet het gevolg zijn van
de verbetering van Uw toestand. Neen hoe
beter uwe maatschappelijke toestand wordt,
des te meer moet gij U bewust worden van
Uw plicht als mensch, des te nobeler moet
Uw samenleving worden, des te hooger moet
Uw Christendom rijzen, des te vuriger moet
Uw liefde worden voor den arbeid. Zon
der li-at is men bij het verbeteren van Uwen
toestand niet consequent".
„Drankmisbruik en uithuizigheid doen
godsdienst en goede zeden verslappen, den
arbeid verflauwen. Een matig en sober le
ven daarentegen zal deze schoone deug
den aanwakkeren. Daarom zie ik er ten volle
de noodzakelijkheid van in, dat in de ver-
eenigingen, die de verbetering van den ar
beid voorstaan, drankbestrijders moeten ge
vonden worden, Ik beveel, aldus Pres. Roo
sevelt, daarom ook van harte de Katho
lieke vereenigingen van drankbestrijders aan.
Deze vereeniging heeft in Amerika reeds
haar krachtigen steun geboden aan het
Staatsbestuur. Op mannelijke wijze wordt
door haar gestreeld naar meerdere ver-
christelijking van ons volk." -
„Een gewichtige rol speelde zij bij de
stakingen in de kolendistricten van 1900—
1902. Toen hield zij de mannen matig en
behoedde hen zoodoende voor 't gevaar
door 't doen van onberaden stappen te ge
raken tot den burgerkrijg. De hand Gods
rust somtijds zwaar op den rechtvaardige
zoo goed als op den onrechtvaardige, en
in het leven van den arbeid, en in deai
strijd om het bestaan is het veelmaals on
mogelijk op eigen krachten te blijven staan,
zonder de kracht van Boven.
Maar dit "is zeker: dat de kansen tot
een gelukkig en tevreden leven aanmerkelijk
worden vergroot, Wanneer men matig, ijve
rig en voorzichtig is, en wanneer men het
goede voorbeeld geeft in het huisgezin. Ik
geloof sterk in de vakorganisatie, ik ge
loof sterk in den plicht, die een goed pa
troon bezielen moet te werken voor zijn
onderdanen, ik geloof sterk in de vakken^
nis en de werkkracht van den arbeideq,
maar ïk geloof ook sterk ia het huisgezin,
waarin de familievader zelf Het goede voor
beeld geeft van deugd en matigheid.
Het zijn heel behartigenswaardige wen
ken die Pres. Roosevelt hier gaf. Ein
digen wij met de woorden van Mgr. H.
van de Wetering; dat ieder in zijn eigen
kring (dus ook in de vakbeweging) zich
zooveel mogelijk beijveue om het drank
misbruik tegen te gaan
LEIDEN. A J ENGELS.
„Goeden morgen!
Het leven is vol illusies en Wij allen
tenminste als wij een memorie hebben
herinneren ons nog de illusies onzer kin
derjaren, toen voor ons ook gold:
„Hoe zalig, wien de jongenskiel
Nog om de schouders glijdt;
Dan is het leven in de ziel
En alles even Wijd!!
En als wij thans na gaan wat van al die
blijde illusies, door onze jonge verbeel
ding te voorschijn geroepen is overgeble
ven, dan ervaren wij, dat zij alle als een
fata morgana, eCn luchtspiegeling, zijn op
gehouden en... verdwenen, dat zij als kaar
tenhuizen zijn ineengevalten en- wij bij
de puinhoopen onzer illusies kunnen
het refrein herhalen:
„Huisje van papier,
Tierelierelier!"
Zijn die kinderjaren voorbij, dan bouwt
men zich opnieuw ludhtkasteelen, totdat
ook daar de bittere ervaring wordt geboren,
dat men zwevende, in de wereld der illu
sies, de werkelijkheid heeft vergeten en men
idaaraan eerst wordt herinnerd, als al die
droombeelden zich als nevelen hebben op
gelost en de harde, koude werkelijkheid!
u toeroept het woord van Salomon:
„Vanitas, vanitatum"
(IJdelheid der ijdelheden.)
Iets dergelijksdh moeten thans ook de
openbare schoolmannen gevoelen. Jarenlang
toch hebben zij zich uitgesloofd en ge
ijverd, zich allerlei beminnelijke illusies ge
schapen van „een christendom boven ge-
loofsverdeelheid" en in hunne verbeelding]
zagen zij reeds die openbare school op
rijzen als „het symbool onzer volkseen
heid," als een ideale School, waar plaats,
was voor allen zonder onderscheid, als de
eenige opleidingsplaats voor alle „christe
lijke en maatschappelijke deugden", kortom
als het ideaal der idealen.
En nu., och arme, dat zoogenaamde een
heidssymbool, door de Docters aanbevolen
als een geneesmiddel voor alle maatschap
pelijke kwalen waarbij de pinkpillen als
geneesmiddel in het niet verzinken is thans
geworden tot een twistappel, die de hoof
den op hol en! üle geesten in beroering-
verwarring brengt. De hooggeroemde neu
traliteit is geworden een paskwil en da|
roode bond van Nederlamdsche Onderwij
zers is geworden de groote electro-motor,
die de openbare school steeds meer ontker
stent en voondrijft op den weg die leidt
tot bespotting van alle gezag en vloeben
met elk begrip van neutraliteit,
Daar heeft onze GROOTE (vette letter,
zetter!) liberale pers jarenlang betoogd en
bezworen, dat de openbare school d e volks
school was bij uitnemendheid, daar werd
de verdraagzaamheid gekweekt, doch... O
noodlot.... daar komt ,in spijt van al dat
zoet gekweel des vogelaars, de beer v. Os-
sendorp, voorzitter van den Bond van Ned.
Onderwijzers, plotseling een knuppel in het
hoenderhok werpen en orakelt niets, meer
of minder dan dat de openbare school geen
propaganda mag maken voor monarchale
of godsdienstige beginselen. Dan mag ook
aan het kind geen Vaderlandsliefde.... wen
den geleerd, ja daarover mag niet wor
den gesproken en zoo moet. het kind ont-
wetend gehouden blijven van alles wat het
in godsdienstig maatschappelijk opzicht
later zal noodig hebben en leert het reeds
vroegtijdig verachten.... wat het moest keren
liefhebben. Dat is dan... opleiding tot „chris
telijke en maatschappelijke deugden (Wie
lacht daar?) Waartoe dit alles leidt, hebben
we o,a. kunnen zien bij de Juliana-feesten,
toen de opvoeders der jeugd weigerden den
leerlingen Vaderlandsche liederen te laten zin
gen want daardoor... wordt de neutraliteit
geschonden en de openbare school moet
desnoods ook plaats bieden... aan anarchis
ten.-
En ziet, onzen liberalen redacties, die ont
waren in welke richting, de roode bond
ons volksonderwijs drijft, slaat de schrik
in de stramme knieen en zij roepen wee
en ach en ach en wee, nu zij hunne illu
sies in rook zien verdwijnen, doch verge-
ten, dat ook zij het waren die de neutra
liteit. predikten en dus zij mede de oor
zaak zijn van het fiasco der neutraliteit der
openbare school.
Zoo verdwijnt ook hier weer een dier
illusies, die men zich in de schoonste kleit
ren had voorgespiegeld en staart men ver
bijsterd op het graf waarin die illusies hun
einde vonden en waarop men zou kunnen
plaatsen het grafschrift van „Den school
meester:
„Dat heertjen dat hier leit,
„Dat is zijn leven kwijt"!
Alle gejammer over de boosheid van een
groot gedeelte der openbare- onderwijzers
kan Idit nuchtere feit niet ongedaan maben.
Wat zal thans de toekomst baren?
Zal men zich nieuwe illusies scheppen
of wijzer worden.
Wij hopen het beste, maar... vreezen
het ergste, de patiënt is hardkersch.
„Goeden alvond."
I VERITAS.
IV.
Alle zelbtandlge naamwoorden eindigen
in E-peranto op obloem, florotafel,
tablo sigaar, clgaro geld, mono sorg, sorgo.
Alle byvoegeljjke naamwoorden eindigen
in Esperanto op alief, kar*groot, granda
hoog, altarjjk, rioa brain, brnnascherp,
akra.
Alle bjjwoorden eindigen in Esperanto op
e; hoog, alle; vlag, repide; schoon, bele;
duidelijk, klare.
De onbepaalde wjjs (infinitief) der werk
woorden eindigt in Esperanto steeds op t;
hebben, havi; leien, legi; schrijven, skribi;
eten, mangislapen, dormistaan, stari.
Dese herkennlngsaitgangen wjjsen om
dikwijls den weg en helpen eerttbeginnenden
vaak de beteekenls van ingewikkelde vol
sinnen verstaan, ook wanneer sjj die nog
niet woordelijk kunnen vertalen.
Van vele stammen worden das, op eene
hoogst eenvoudige wij se, woorden gemaakt
door achtervoeging van o, a, e of i.
Van den stam far worden gemaakt de
woorden faro, daad, en fari, doen. Van den
■tam tag, worden gevormd de woorden tago,
dagtaga, daagech en tage, daags. Van den
■tam skrib worden gevormd skribo, schrift;
skriba, schriftelijkskribi, op schriftelijke
wyzeskribi, schrijven. Van san maakt men
sano, gezondheid; sana, gezond; sane, op
eene gezonde wijze. Telegrafo, telegraaf
telt gr afa, telegrafisch; telcgrafe door middel
van de telegraaf; telegrafl, telegrafeeren.
Behalve op de genoemde wijze worden
tal van woorden gevormd door vóór of
achter den stam één of meer der 33 be
■taande vóór- of achtervoegsels, die eene
vaste beteekenls hebben te plaatsen.
Bet voorvoegsel mal vormt het tegengestelde,
granda, groot; malgranda, klein,
bona, goedmalbona, slecht,
esperi, hopenmaleaperi, wanhopen.
Het voorvoegsel bo duidt eene verwant
schap aan, door het haweiyk ontstaan,
patro, vader; bopatro, schoonvader,
fito, xoon; bufiio, schoonzoon.
Het voorvoegsel ft geeft eene minachtende
beteekenls te kennen.
paroll, sprekenfiparoii, kletsen,
virino, vrouw; firiiino, wyf.
Het achtervoegsel in vormt het vronwefijk
geslacht.
frato, broederfratino, zuster,
onklo, oom onkllno, tante,
koko, hoenkokino, hen.
Het achtervoegsel it duidt een werktuig aas.
kudri, naaien; kudrlio, naald,
hski, hakken; hakilo, byi.
tranCi, snijden; tianOUo, mes.
Het achtervoegsel ulo duidt een persoon
aan die eene eigenschap of eene neiging
vertoont.
juna, jong; jimulo, jongeling,
avara, gierig; avarulo, gierigaard,
sankta, heilig; aanktulo, heilige.
Wanneer men meer dan een der hier
gebesigde voor- en achtervoegsels b«nut, san
men het woord fibofilino vormen. Filo,zoon;
filino, dochterb fiitno, schoondochter fib
fi ino, 'n sleet te schoondochter.
Op eene dergeiyk» wijze wordt gevormd
malgrandulino. Granda, groot; malgranda,
kiem; malgrandulo, 'n klein manneiyk per
soon; malgrandulino, 'n kleine vrouwelijke
peraoon.
Esperanto is ook eenvoudig door de wfise
waarop bet meervoud gevormd wordt In
bet Nederlandsch geschiedt dit op verecbtl
lende wfiten; by lepel, lepels, door achter
voeging van eeue by pot, potten, door
achtervoeging van ten, by kind, kinderen,
door achtervoeging van eren, by zwaluw,
zwaluwen, door achtervoeging van en, by
kroes, kroezen, door verandering van de s
in t en achtervoeging van en.
In Esperanto wordt het meervoud gevormd
door de letter j achter het aelfstandig naam
woord en achter de daarby behoorende by
voegeiyke naamwoorden te plaatsen,
patro, vader; patroj, vaders,
infano, kindinfanoj, kinderen,
bonaj patroj. goede vaders,
carmaj Infanoj, bevallige kinderen.
Binnen zekere grenzen ia de volgorde der
woorden in den volzin vrygelaten, waardoor
allerlei volkeren bnnne eigen woordgroepee-
ring knnnen behouden. De byvoegefijke
naamwoorden kunnen geplaatst worden zoo
wel vóór alz achter het zelfstandig naam
woord waarby ay behooren; de bywoorden
knnnen geplaatst worden vóór of achter het
werkwoord dat zy nader bepalen. Men be
hoeft in den volzin het onderwerp niet
voorop te plaatsen, docb kan den zin ook
met bet voorwerp beginnen. Verwarring ia
bieibij niet te dochten daar Dr. Zamenhof
een byzonder kenteeken voor het ïydend
voorwerp (4e naamval) heeft ingesteld. Dat
voorwerp moet gevolgd worden door de lettar n.
Mi renkontis Petron apnd la pregejo.
Apnd la pregejo mi renkontis Petron.
Petron ml renkontis apnd la preg-jo.
Ik heb Piet naby de kerk ontmoet.
In dezen volzin is Piet het ïydend voor
werp en moet dns eindigen op n.
Mogs dese korte uiteenzetting van Espe
ranto en van de boofdiynen der spraakkunst
velen opwekken tot nadere kennismaking
met die taal en tot aanslmtiDg by den Ned.
Roomach Kath. Esperantisten-Bond.
- J. P. L. NIESTEN.
In het Esperanto komen letters voor met kapjes
(n het Fr nsch accent circO'-fleX), deze lette-s h bben
wij vet laten zetten. Waar dus een vette lettei voor
komt, staat deze in de plaats van een letter met
kapje.
Lieve lezertjes en lezeresjes,
De vierde kaart, die bier volgt, kunt
weer uitknippen en opplakken, er komen
nog een paar en dan... ja dan vertel
het kunetje.
O.
Ik heb eenige aardige briefjes oatvanp
van jongen* en meisjes, >geiyke monnikej
geiyke kappen», dus ik deel 2 briefjes i
één van een jongen en één van een meltj
Alkmaar, 24 Januari '10.
Geachte Heer Redacteur I
Hoera 1 Voor de laatste maal ontving I
een prijsraadsel. O, wat klopte myn hart|
ik dit wel kon. Eerst moest ik wel
soeken, maar ten alotte vond ik bet.
komt uit: Leest n One Blad en adverb
n er in«.
Ik kan er op antwoorden, ja, want i
*yn op One Blad geabonneerd, en andi
zon ik niet mee kannen doen aan bet pi)
raadsel. Het kunstje, dat in de conrant sti
la beel lenk, eerst dacht ik bet ondei^
is natuuriyk kleiner, maar dat had ik
De uitetekende stokjes van het bovenste,!
de Ingetrokken stokjes van het ondenT
geven het een aanscuyn, alsof de een knJ
is dan de ander. Ik heb het ganw ot(
geteekend en Maandags mee naar scht|
genomen. Ik vroeg aan den j tngen, die nu
my zet, weike de langste was. Hy bet i
derate, maar ik antwoordde dat by 't lij
bad. Hy wilde het maar niet galaoven, mil
op 't laatst zeide ikneem dan jé lat
meet het over. Hy deed het en kwam I
de conclusie dat ik gelijk had. Oh, oh, i
moest ik lachen I Maar Ik had vergeten 1
Redacteur iets te vragen, daarom aal ik 1
"U maar doen. Mynheer, wil n zoo
*UU, weer een* een prysraadsel en een t
der'Ubnek in de conrant te plaatsen?
och, wat zal ik tot Zaterdag in spasn
stjii, of ik wat winnen zal. Het ia maar|
nopen van wel,
Ritaevouri. ANTOON A, I
Beste Antoon, je kan aardig schaven!
statten, maar, o wee, ala je meester si
wat je in «obool bebt uitgehaald, dan
je wel eens.Opgepast voor een tl
gende keer I Re<tac h\
Mjjnheer de Redacteur.
Hier is het laatste prysraadsel, die
met moeilyk, My i.beer, ik dacht de laat
sal U ons wel eens op de proef stellj
Maar die negen woordeD, dat wilde wel volgj
Nu, Ona Blad dat lesen wy. Ad veriest
daar moet je »Kaay< voor weien, hoor, t
voor U heb ik myn best gedaan, ik I
aan Vader gevraagd of hy bet Zondagsbj
wilde lesen. En ja, Mynheer, klaar gekom
Vadert adres dat weel U wel. Dat ik I
nieuwsgierig ben, dat knot V wel den-
Maar zoo zal ik myn briefje maar simlj
Adieu, Mynheer.
WILHELMINA BBj
Vryburg, Uitgeest.
Lieve Mina, je bent een aardige pioj
gandiste voor de conrant, hoor, dank je t
Redactüi
Da andere kinderen moeten niet
worden, dat ik van hen geen briefje
anecdote heb geplaatst. Ala ge een
briefje en eene aardige anecdote
krygt ge ook ean benrt en komt uw
ook in de conrant.
ANECDOTES.
>0, myn jongen,* iel de meeater, >lklj
zien, dat jy voor iets groots bestemd bet
s't Ia best mogeiyk, meester,' antwoorij
de kleine leerling, »wsnt meestal is er I
groots voor my bestemd.*
•Voor jon?'
»Ja, vaders broek, die ik altyd msj
dragen I*
(Iogesonden door Jannetje Stikvood]
Een Professor is verdiept in berekeniu
over het verschynen van een komeet.
Daar komt de meid binnen en
•Professor, Mevrouw vraagt, wanneer ik|
soep kan opdienen
Professor>Dsn 2? December 1916, t
gena te 7 nar 3s/i seconde precies.'
(Iogesonden door W. D., Oadkarspel]
Grietje met een pot vol stroop voor t
staande: >Tante, «teek bier nw nens eenij
Tante: >Ik soa je hartelijk danken,!
lief, hoe kom je daar toch aan
Grietje: «Wel, ma zei gisteren nog,
n overal nw nens in steekt.'
(Iogesonden door Antonia Ss
Na, lieve kinderen, de volgende weel j
ge het ieieo, hoor! Heg!
8
9
10
11
12
18
14
15
24
25
26
27
28
29
80
311
40
41
42
43
44
45
46
471
66
67
58
69
60
61
62
631
72
73
74
76
76
77
78
79
88
89
90
91
92
93
94
951
ABONN]
door E. S. VAN LUIK,
„Ik bevond mij bij den trill
f'tx hem dat bevel kwam brenj
platen bevinden zidh in de t
pustius, ze zijn bezig met te
ele van den keizer -en ten n<
pistenen te werken. Vijf en twi
wit bevinden zich reeds in d
tsche gevangenis,"
„God moge ons bijstaan!"
wijl hij een oogslag wierp op
F1 tins, die pas zijn vijftiende jJ
Plotseling dreunden harde s._
atdeur, die het geheele huis
Cn alien bevreesd maakten
verschrikt op,
Weest moedig, broeders!"
»Wij kunnen alles in Hent,
Sterkt: alle wapenen der were!
11 baar van ons hofofd doen
de toelating van Hem, die
ontina, die aan de beurt wa
Pr 'e openen, stond met gievoi