>ud- 8a
yjN
5,
ZIJN
R. Kath. Nieuws- en Advertentieblad
voor Noord-Holland.
MAAR]
Soud en Zilver,
FEUILLETON.
Zaterdag 19 Februari 1910.
4de Jaargang
MAAR. I
Sociale Actii
ïIHG-MAATSGHAPPIJ
S",
ST GULDEK,
[Jit nummer bestaat uit 8 bladz
Eerste steenlegging van de
fet,-Paneratiuskerk te. Castricum,
op Donderdag 17 Febr. 1910.
PRUILEN
pgN
iTooveresvan Astaroht
MIDDEN.
Verschijnt Woensdag en Zaterdag.
id*
raat U.
•redenheid over de
■ate Rationale
^maatschappij
IUIJ8EN,
Bloemendaal.
WENHUIJZEN,
ifddorp Haarl.meer.
EUWENHUIJZEN,
idem, idem.
tVANK DE
>URT, Bioemendaal.
RIJNSTRAAT 11.
Donderdag was het feest in de Ka-
holieke gemeente Oastricum. Yelen
idden de vlag al vroeg doen wapperen
den sterken Zuid Westenwind en op
et terrein, waar de nieuwe kerk in
anbouw is, was eene buitengewone
edrijvigheid. Vlaggen en wimpels waren
angebracht en in een hoekje zagen wij
ïlfs groen en versiering. Wat voor
reugde heerschte er dan toch wel in
Ie harten der Castricummers Vanwaar
lie feestuitingen Lezers, het antwoord
aven de velen, die opwaarts gingen
gr tempel, om Gods zegen af te smee-
ten over den bouw van eene Hem
ardige woning.
Om 9 uur werd in de oude kerk,
arvan de toren alleen is afgebroken,
jene Solemneele H. Mis opgedragen door
en HoogEerw. Heer A. Waare, Deken
an Beverwijk, geassisteerd door den
erEerw. ZeerGel. Heer G. Kuijs, Pro-
sor aan het Seminarie Hageveld,
stricummer van geboorte, als diaken,
or den WelEerw. Heer W. P. J. Janus,
Kapelaan te Sassenheim, als subdiaken
en den WelEerw. Heer A. P. C. Konijn,
Kapelaan der paroehie, als ceremoniarus.
Het Priesterkoor was gevuld met een
tiental geestelijken, waaronder ook de
ZeerEerw. Pastoor der parochie, Th. J.
C. Engering, verder uit den omtrek en
het bisdom.
Onder leiding van den eenvoudigen,
bekwamen directeur, den heer Stuif
bergen, voerde het Zangkoor de Mis
van Koene op verdienstelijke wijze uit.
Na de H. Mis sprak de HoogEerw.
Deken een kort woord tot de parochi
anen van den H. Pancratius, waarin
hij hen opwekte den Pastoor te steunen
in zijn begonnen werk, het bouwen van
een nieuwen tempel Gods, Hem ter
eere. Veel steun had de herder der
parochie reeds mogen ontvangen, maar
nog veel moeite, nog vele zorgen wachten
hem. Z.H.Eerw. wekte de geloovigen
op te zorgen, dat ook de tempel des
harten een heilige rustplaats mocht
blijven, God ter eere.
Na de H. Mis begaf de H.E. Deken
zich, voorafgegaan door de koorknapen,
van wie een hunner het kruis droeg,
naar de plaats, waar het altaar zal
worden opgericht, welke plek thans
door een eenvoudig houten kruis in den
grond was aangeduid. Deze plek werd
door den Deken gewijd.
Onder het zingen van liturgische
gebeden begaf de stoet zich een paar
I
ES,
Februari a t
van 's-Hage, Lid
d.
ng.''
p.
KUSTERS, Alkroïï
Deze foto geeft een kijkje op de ceremoniën, die bij de eers'e steenlegging
plaats vinden. Zij is bijzonder scherp en geeft den Eerw. Kapelaan Konijn zeer
duidelijk aan. Ook de aannemer, de heer Groenendaal, is goed te zien achter het
kruis. Hechts van deze staat op de foto de WelEerw. Kapelaan Vollering, van
Dimmen, zijn gezicht is iets achter het dennengroen verborgen.
- mi V
sSCHIEDKUNDIQ VERHAAL UIT HET j
MIDDEN DER DERDE EEUW.
13) door E. 8. VAN LUIK
„Het zal wellicht mijne schande open
;n", zeide zij zacht, „maar het kan mij
ft schelen; beter is het schande te ver
gen, dan het leven te verliezen:" en
jt ide ooge» op het licht gevestigd, spoed
ide keizerin zich voort. Hoe meer zij
licht naderde, des te grooter werd het
'ijl Ihare vrees verminderde. Laetitia had
ia haar doel bereikt, toen een man snel als
wind uit een donkeren hoèk te voor-
BB'ij'i kwam, haar bij den arm greep en
- „Waar gaat gij heen?"
pe keizerin deed leen zijsprong bij de
n onverwachten aanval en gaf een lui-
i gil; maar denkende, dat zij> met een
[raarder te Idoen had van de vereeniging]
Romeinsche matronen, herstelde zij zich
elijk en iatntwoordde
- „Ik ga naar de vereeniging."
- „Naar de vereeniging, zegt ge? Dat
'ijnt mij een beetje buitengewoon, dat
orid; maar toch, het is mogelijk, en als
I verzocht zijt, Ier bij tegenwoordig te
pen, geef mij (dan, edele dame, het wacht
P°rd, als het u belieft."
„Victricx" antwoordde Laetitia zonder
aarzeling.
„Mievrouw, dat is het wachtwoord niet,
en indien ik fefan het bevel, dat mij ge
geven is, gehoorzaam, dan moest ik uwe
nieuwsgierigheid bestraffen met ©en dolk
stoot in uwe borst."
„Mijne nieuwsgierigheid, zegt "gijl...
Ik bezweer Umaar waar ben ik dan?....
Ik bid u, spaar mijn leven."
„Het is mij streng verboden op uwe
vragen te antwoorden, mevrouw; al wat
ik doen 'kan, is, u het leven te schenken^
op voorwaarde evenwel, dat gij zweert het
geheimfi e bewaren van hetgeen gij ge
zien hebt."
„In dat geval, zeg mij dan, bid ik
u, Inaar zijn..."
„Waar ide Christenen zijn? O, zoo!
moet ge daar Wezen, welnu, ga dan naar
de Via Apia in de begraafplaats der Ca
tacomben van Calixtus, daar zult gij hen
vereenigd vinden."
„Ik! ©ene Christin! Wat denkt gij
wel van mij?" (riep de echtgenoot© des
keizers, vol verontwaardiging het hoofd op
heffende.
„Zooveel te erger voor tl, als gij
geen Christin zijt, mevrouw; ien als gij het
wiel zijt, wees tdan piet zoo ellendig en
zwak, om uw geloof te verloochenen."
„Maar gij zelf zijt een Christen!" zei
Laetitia, terwijl zij een stap achterwaarts
deed.
„Ja, mevrouw, 'en dat is zeer ge
in liet midden dezer foto bevindt zicli de IJ.Eerw. Deken'Waare, daarnaast aan zijne rechterhand de
WelEerw. Heer Janus, links de ZeerEerW. ZeerGel. Heer Kufjs, vlak voor dezen staat de architect
Jan Stnjjt. De ZeerEerw. Pastoor vinden we rechts naast den WelEerw. Heer Janus. De Wethouder,
de 'Weljid. Heer Goes, is de derde peraoon naast den'Pastoor, duidelijk zichtbaar. Juist is een der
Eerw. geestelijken bezig met liet teeke'nen van de Oorkonde. Het diclitstnaliij, röór den architect Stujjt,
zien we den Eerw. Kapelaan Konyu. De persoon met pelskraag is de ZeerEerw. Pastoor Colla van
Akersloot.
meter naar rechts, naar de plaats waar
de eerste steenlegging zou geschieden.
De hoeksteen, van graniet vervaardigd,
vertoonende van voren het opschrift
A. Waare Decanusen terzijdeP. L. P.
en XVII Febr. MOMX, werd na gewijd
te zijn door den Deken gemetseld.
Daarna werden de fundeeringen inge
zegend. In bijzijn van de Eerw. gees
telijken, Burgemeester en Wethouders
der gemeente Castricum, het Kerkbe
stuur en eene groote schare geloovigen
werd nu de volgende Oorkonde, welke
op perkament gecalligrapheerd was, door
den Deken voorgelezen
„In den Naam des Vaders en des
Zoons en des H. Geestes. Amen.
Op heden den feestdag van den
H. Silvius, 17 Februari van het jaar
Onzes Heeren Negentienhonderd en Tien
in het 12e jaar der regeering van Hare
Majesteit Wilhelmina, Koningin der
Nederlanden, toen Zijne Heiligheid Paus
Pius X de Kerk Gods bestuurde en
Zijne Doorluchtige Hoogwaardigheid
Augustinus Josephus den zetel van
Haarlem bekleedde, is van deze Sint
Pancratiuskerk de eerste steen gelegd
door den HoogEerwaarden Heer A. Waare,
Deken en Pastoor van Beverwijk, in
tegenwoordigheid van den ZeerEerw.
Heer Pastoor Th. J. C. Engering, van
lukkig voor u'want, als gij met ©en heiden
te doen had, dan zoudt gij nu reeds uw©
dwaling zeer duur betaald hebben."
„Zou dan geen Christen zijne han
den durven slaan aan eene vrouw, die zon
der verdediging, en verdwaald is?„
„Er zijn bier, in Üeze onderaardsche ver
biijfplaats ge-ene Christenen, mevrouw, be
halve ik zelf, ga dus terug, vanwaar ge
gekomen zijt."
„Ik gevoel geen moed genoeg, 0111
geheel alleen al deze duistere gangen te
doorloopen; bovendien is mijn hoofd in
verwarring van den angst, dien ik reeds
heb uitgestaan; ik zou nooit den Weg kun
nen vinden."
„Ter liefde Gods zal ik u dein Wieg
aantoonen, maar haast u." Dit zeggende,
ging de Christenwachter vooruit, ©n de kei
zerin volgde. Nauwelijks hadden zij vijftig
stappen gedaan en waren juist bij dein om
draai gekomen, waar Be keizerin op het
lijk gevallen was, toen ©en man van ©ene
groote gestalte met een degen in de eene
en ©ene lantaarn in die andere hand, hun
den weg versperde', zeggende:
„Wje is daar?"
„O mijn God-!" zeide de Christen
wachter zachtjes, „wij zijn verloren."
De nieuw aangekomene, die geen ant
woord ontving, lichtte zijn lantaarn in de
hoogte om Laetitia te zien.
„Eene vrouw hier!" zeide hij. Daar
op kilraaide hij het licht naar den anderen,
kant ien ©en blauw gestreept breed lint
het R. K. Par. Kerkbestuur, de Archi
tecten Jos. Cuypers en Jan Stuijt, den
Opzichter, den Aannemer en vele be
langstellenden, ten blijke waarvan deze
oorkonde is onderteekend.
Castricum a. d 17 Febr.
A° D1 MCMX."
en vervolgens, geteekend door Z.H.Ew.,
den Pastoor, den Kapelaan, Burgemeester
en Wethouders, het Kerkbestuur, ar
chitect, aannemer en de geestelijkheid,
in een looden bus gestoken, welke werd
dichtgesoldeerd en ingemetseld. Thans
stelde de ZeerEerw. Pastoor de gele
genheid open, om door een steentje te
leggen te toonen, dat er velen waren,
die aan den opbouw der nieuwe kerk
daadwerkelijk hun steun wilden ver-
leeüen. Eene groote schare gaf aan de
vriendelijke uitnoodiging gehoor en
Z.Eerw. heeft succes gehader werd
intusschen flink geofferd, zelfs Alkmaar
droeg een steentje bij. We dachten
bijna dat de kerk's avonds opgebouwd
zou ziju, zooveel handen waren er om
steenen te metselen en wij vreesden
voor ontstaan van werkloosheid der
metselaars.
De plechtigheid was hiermede ten
einde. We waren intusschen in de ge
legenheid de teekening en het plan der
nieuwe kerk te zien en kunnen wer-
bemerkende, over den sdhouder hangend
als het overal bekend teeken van de partij-
genooten van keizer Alexander Severus, zet
te hij zijn lantaarn op dein grand; deed'
©en stap achterwaarts en riep, terwijl hij
zijn i'degen vooruitstak:
„Verdedig u! verrader! verdedig u,
ellendeling!"
De Christen moést zijn wapen nog trek
ken en zijn lanta'arn op den grond zet
ten, en wist niets beter te doen dan de(
stooten zoo goed mogelijk af te weren;
gedurende ©enige oogenblikken hoorde Lpeti
tia een aanhoudend gekletter van twee wa
pens. De kracht ien de behendigheid van
den eersten aanvaller was te grooten be
haalde eene gemakkelijke overwinning op
zijn zwakken tegenstander, die, na onge
looflijke pogingen te hebben aangewend,
bezweek, en achterover Viel met den uitroep
„Mijn God, ik beveel mijne ziel in uw©
handen
Daarna naderde de overwinnaar Laetitia.
„Nu zijt gij aan de beurt, nieuws
gierige vrouw", zeide hij1.
„Maar hoe!" riep ide keizerin, zoudt
gij den moed hebben of liever de lafheid,
eene vrouw te v-ermoorden?"
„Het is mijin schuld niet, dat gij
geen man zijt, mevrouw fcn bovendien, gij
zijt slim genoeg geweest om ojize wach
ters te misleiden; gij hebt ook stoutmoedig
heid genoeg, getoond, om hier onze ver
gadering te bespionneerengij moet dus
.wiel ide armen hebben van ©en man, om
kelijk ons verslag niet eindigen zonder
onzen lezers te verklaren, dat de houw
in goede handen is, de reputatie van
de bekende (bijna beroemde) architecten
Jos. Cuypers en Jan Stuijt zijn daarvoor
een voldoende waarborg. Ook den aan
nemer Groenendaal is het werk goed
toevertrouwd, getuige de St. Jesephkerk
aan den Singel te Alkmaar, die ook
door hem is gebouwd.
Ten slotte zij nog medegedeeld, dat
de offervaardigheid van „vele" parochi
anen van St. Pancratius bewonderens
waardig is. Men vertelde ons, dat de
Z.Eerw. Pastoor reeds ten geschenke
heeft ontvangen voor de nieuwe kerk
een preekstoel, communiebank en toid-
stoelenmogen wij weldra kunnen
schrijven„de offervaardigheid van alle
parochianen van St. Pancratius is be
wonderenswaardig". Gelijk de Joden
goud en edelgesteenten offerden voor
de Ark des Verbonds, zoo dienen wij,
Katholieken, ook geld over te hebben
voor een tempel, waardiger dan die
Ark, waarvan het Oude Testament ons
verhaalt, een tempel, waarin Jezus zelf
verblijft onder de gedaante van Brood.
Ieder drage naar zijn vermogen bij, het
penningske der weduwe is even ver
dienstelijk als het bankbiljet van den
rijke.
dat gij er het hoofd van hebt. Neem dep
degen van den verrader, die aan uwe voe
ten ligt, en verdedig u."
„Ik zweer u, dat ik niemands gain
gen heb nagegaan of afgeluisterd, en niet
alleen heb uwle gangen ©n vergaderingen!
niet nagegaan, maar wist o-o-k volstrekt:
niet, dat er 'hier gehouden werden."
„Maar als dat waar is, wat komt gij
dan zoo laat 'hier zoeken, zoo diep ondier;
dein grond?"
„Heer", antwoordde Laetitia, wier
moed op dit oogenblik door een straal
van hoop werd verlevendigd, „de zon was
aan het ondergaan ov-eir Rome ©n hare om
streken, toen uwe dienares met ©enige an
dere gezellinnen hier binnenkwam, om scha
duw te zoeken, tegen de hevige warmte."
„En waar zijn uwe gezellinnen geble
ven?"
„Helaas! mijn meester, nieuwsgierig
heid en dartelheid hebben mij de voor
zichtigheid uit het oog doen verliezenidooq
die lange duistere gangen ben ik, met d©
handen langs iden muur te houdein, voortge-
Ioopein; toen ik terug wilde gaan ©n mijne
gezellinnen riep, waren zij verdwenen.
(Wordt vervolgd).
p r ij s, getuige onze
ONS
BLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
60 ct. per 3 maanden franco huis90 et. met Zondagsblad.
Te betalen in het begin van ieder kwartaal.
Afzonderlijke nummers van de courant3 cent.
jfan het Zondagsblad5 cent
Uitgave wan de Naaml. Vennootschap „Ons Blad".
BUBBAUBreedetraat 46, tegenover de B. E. Zerk, te Alkmaar.
Telefoon No. 433.
ADVERTENTIËNt
Van 1—5 zegels30 eest.
Elke regel meer6
Reclames per regel15
Kleine advertenties van 130 woorden, bij vooruitbet. 25