TWEEDE BLAD. Zaterdag 21 Mei 1910. No. 40 Ons Geïllustreerd Zondagsblad KALENDER voor de dagen der week. Met haar geloof! j Nu had hare hoop verkregen al wat zij hoopte, nu had de kracht harer ziel (de kracht van haar liChaam verdiend, j Dit zoo laat Gregorius dan volgen in plechtige woorden dit zijn groote dingen, dochl naar waarheid verhaald'. En u allen raad ik aan, dit wonder te gelooven, gij kranken en gezonden, opdat gij de gezondheid moogt behouden of her I winnen. Neen, Ihet was van haar geen ijdele I vinding. Dit moge hieruit blijken, dat tijdens j haar leven het gebeurde in Waar hart besloten bleef, nu eerst na haar dood door mij geopenbaard. En ook zou ik hebben ge- zwegen, wieet Wet wel, indien ik niet gevreesd had, zoo groot wonder verborgen te hou den voor hen Idie thans leven, en voor hen die na ons zullen leven. „Op 'n rijke maaid af." GEMENGD NIEUWS. ONS BLAD. Inhoud. I. Platen: De troonswisseling in Engeland, (7)Mr. R. Graaf Melvil van Lyn den tl Pastoor J. J. Vernieuw® (rustend); Zilveren jubilé broeder Alexius; De studen ten-roeiW'edstrijd aan de Zwiet; Oud-minïs ter Nel is sen; Het R. K. Vereenigiug'sgebouW te Franeker; Mr. C. Fock fO n s p r in s e s j e in haar pomey-wagentje; De toekomst der vliegmachine; Hollanders in Centraal Afrika; Kaatswedstrijd te Sneek. 11. .Tekst. Een onvrijwillige boodschap per. Het geheim van Roemer (vervolg); een rit op leven en dood; een eerlijk man (geillustreerd)voor onze Jongens en Meis jes. H 22 Me'. Zondag. H. Drievu'diaheid. Evan gelie: Oaat en leert alle volkeren. Matth. XXVIII: 18-20. 23 Mei. Maandag. H. Marcue, Evangelist. 24 Mei. Dinsdag. O. L. Vrouw Hulp der Obrittenen. 25 Mei Woensdag. H. Gregoriue VIII, Pan» en Belfjder. 26 Mei. Donderdag. H. Sacramentsdag. Te vieren als Zondag. Evangelie: Mijn vleesch is waarlik spijs. Joan. VI55 59. 27 Mei. Vrijdag. H. Beda, Leeraar. 28 Mei. Zaterdag. H. Wilhelmu». i 22 MEI Eerste Zondag na Pinksteren Vierde Zondag der Maand. Les uit den eersten brief van den H. apostel Joannes; IV, 8-21. Veel geliefden! God is liefde. Hierin is Gods liefde tot ons geopenbaard, dat God zijnen ééngeborenen Zoon jin de wereld heeft gezonden, opdat wij door Hem zou den leven. Hierin bestaat deze liefde: niet dat wij God beminden, maar dat Hij het eerst ons liefgdiad en zijnen Zoon gezonden heeft tot verzoening voor onze zonden. Zeer geliefden! als God ons zóó Weeft liefgehad, moeten ook wij elkander liefhebben. Niie mand heeft ooit God gezien. Als wij elkan der liefhebben, blijft God in ons, en is zijne liefde in ons volmaakt. Hieraan we ten wij dat wij in Hem blijven en Hij in oris, dat Hij ons van zijnen Geest gegeven heeft. En wij hebben het aanschouwd en geven er getuigenis van, dat de Vader zij nen Zoon gezonden (heeft tot Zaligmaker der wereld. Al wie belijdt idtit Jesus de Zoon Gods is, in hem blijft God en hij in God, En wij hebben de liefde, welke God voor ons heeft, erkend len geloofd. God is liefde: en die jiji de liefde blijft, blijft in God en God|i n hlem. Hierin is Gods liefde bij ons volkomen, zoodat wij vertrouwen mogen heb ben op den Idag des oordeels; dat gelijk Hij is, zoo ook Wij in deze Wereld zijn. Vrees is er- in de liefde niet, de volmaakte liefde sluit de vrees' bui tien; de vrees immers heeft iets pijnlijks; en hij die vreest, is niet volmaakt in de liefde. Wij dus, laten wij God liefhebben, omdat God ons eerst heeft liefgehad. Zoo iemand zegt: ik bemin God en zijnen broeder haat, is hij een leu genaar. Want die zijn broeder, welken hij ziet, niet liefheeft, hoe kan hij God, dien hij niet ziet, liefhebben? Ook dit gebod hebben wij van God, dat wie God lief heeft, ook zijnen broeder moet liefhebben. Evangelie volgens den H. Lucas; VI, 36-42. Te dien tijde sprak Jesus tot zijne leerlin gen: zijt barmhartig gelijk ook uw Vader barmhartig is. Ooordeelt niet, en gij zult niet geoordeeld worden; veroordeelt niet, en gij zult niet veroordeeld wordejn. Vergeeft, en u zal vergeven worden. Geeft, en u zal gegeven worden; «ene goede en volgedruk te en geschudde ien overloopeinde maat zal men in uwen schoot uitstorten. Want met dezelfde maat, waarmede gij gemeten hebt, zal u teruggemeten worden. En Hij zeide hun. ook eeme gelijkenis: kan wel een blinde «enen blinde leiden? vallen zij niet beiden in kien kuil De leerling is niet boven zijn meester, maar volmaakt zali eder zijn, indien hij gelijk zijn meester is. En wat ziet gij den splinter in Wet oog uws broeders, en geeft geen acht op den balk, die in uw oog is? Of hoe kunt S'J tot uwen broeder zeggen: broeder! laat ik den splinter uit uw oog trekken! gij, die zelf den balk in uw eigen oog niet ziet? Schijnheilige! ruk eerst den balk uit uw eigen oog, e!n dan zult gij zien om den splinter uit het oog uws broeders te trek ken. H. SACBAMENT8-DA&. Les uit den eersten brief van den H. apostel Paulus aan de Korinthlërs; XI, 23-29. Broeders 1 Ik toch Web van den Heer onvangen, wat ik u ook heb overgeleverd, dat de Heer Jesus, in den macht, waarin Hij verraden werd, brood nam en Wet dan kend brak en zeide: neemt en eet! dit is mijn Lichaam, dat voor u zal worden over overgeleverd. Doet dit tot mijne gedachtenis Insgelijks den kelk, nadat Hij het avond maal gehouden had, zeggende: deze kelk is Ihet Nieuwe Testament in mijn Bloed. Doet dit, zoo dikwijls gij' dien drinken zult, tot mijne gedachtenis. Want zoo dikwijls gij dit brood eten en den kelk zult drinken, zult gij den dood des Heeren verkondigen, totdat Hij komt. Der halve, al wie onwaardig |dit brood eeit of den kelk des Heeren drinkt, zal schuldig zijn aan het Lichaam len Bloed des Heeren. Dat echter de mensch zich beproeve, en zóó van dit brood «te en van den kelk drinke. Want wie onwaardig eet en drinkt, eet en drinkt zich ©en oordeel, omdat Hij het Lichaam des Heeren niet onderscheidt. Evangelie volgens den H. Joannes VI, 56-59. Te dien tijde sprak Jesus tot de scharen der Joden: mijn Vleesch is Waarlijk spijs, en mijn Bloed is waarlijk drank. Die mijn Vleesch eet en mijn Bloed drinkt, blijft in Mij en lk in hem. Gelijk de levende Va der Mij gezonden heeft, en fk leef om den Vader, zoo zal ook hij, die Mij eet, om Mij leven;. Dit is Ihlet brood, dat uit den Kemel is nedergedaald. Niet gelijk uws va ders Wet manna gegeten Webben en gestorven zijn: die dit brood eet, zal leven in eeuwig Weid. ......Een passage uit den grooten Grego rius van Nasianse, bijgenaamd de Godgeieer de In die lijkrede op Gorgonia, zijn heilige zuster, vertelt hij van haar een zelfde voor beeld van roerend vertrouwen. Eens, zoo zegt hij, was zij bezocht, door zware ziekte, en toen geen artsenij haar wilde baten, toen heeft zij tegen hare smarten een middel verkoren, haar groote ziel waardig Verlaten door alle geneesheeren, is zij gegaan tot den geneesheer van allen. In een stormachtigen nacht, toen de ziekte wat dragelijker was, ging zij Ween en wierp zich neer voor Ihet altaar, met haar geloof." „Met haar geloof." Hoe schoon is dat Is het niet, of Wet geloof haar vergezelde| en voor Waar worden moest de machtige ad vocaat, de pleitbezorger waaraan de .ver borgen Christus geen weerstand zou kun nen bieden. Zij wierp zich neer voor het altaar, „met haar geloof". Of is het als een geschenk dat wij het ons moeten denken? Het offer van haar geest, datzij aan Jesus voeten legt, gelijk ook wij dit altoos, altoos doen bij iedere aanbidding: erkennend in deemoed, wat de zinnen niet zien? Toen riep zij met luide stem Derigene, die op Wet altaar vereerd wordt, en zij riep Hem met alle nam en, en herinnerde Hem aan alle de wondere daden, die hij ooit had verricht, in zijn Macht; dan eindelijk laat zij zich vervoeren tot leen al te stoute daad, maar toch heilig en roemwaardig. Ziet, zij volgt ina de geiloovige vrouw; die den bloedvloed stuitte door het raken van den rand van Christus' kleed. Wat deed ze? 'Zij legde haar hoofd onder roepen en smeeken, dicht tegen het altaar, en het bevochtigend met overvloed van tra nen, als eens die andere de voeten van Jesus, dreigt zij Hem, niet af te laten, alvorens Hij haar genezen heeft. Dan omhelst 'zij met gansch haar lichaam die heilige offerbank, haar uitverkoren medi cijn; en mocht het wjezen, dat haar handen iets vonden van Idie; heilige speciën van Christus' kostbaar lichaam en Christus' Bloed' zoo 'heeft zij het vermengd met hare tranen. E]n; o (wonder, Idaar voelt zij opeens hoe zij gered is; verlicht en vrij naar lichaam en naar I ziel en naar geest. Hier eindigt dit treffend geteekende stuk Men moet het lezen in Gregorius' heer lijk Grieksdh om het geheel te doorvoelen, maar er worden dingen gezegd, die ons in de ziel grijpen. Dat roepen „bij alle namen", dat beroep, op de wonderen, die Jesus heeft gewrocht, gedurende zijn sterfelijk leven, doet het u niet denken aan hetgeen heden te Lourdes nog geschiedt? Daar komen de zieken in scharen hunne ellende vertoornen aan den Eudharistisqhen God, die langs hun rijen Wordt gedragen, op dat machtige groote plein. Hun geloof grijpt zijn, kleed, en de stem hu,nner zielen gaat op in tie stem van Ben priester, die smeekenü roept: Jesus, Zoon van God, Jesus, Zoon van Maria, Jesus, Zoon van David, Jesus, onze Koning! Maak dat ik zie, maak |dat ik hoore, maak dat ik ga! Het is uitdagend, het is haast tergend vani star en blind vertrouwen: doch geen zang zoo schoon, geen tafereel van bidden de volkeren; geen deinend ontplooien van lichtende stoet, treft in, Lourdes zoo innig en diep, als dit'gebed. Wat is hiet anders als !ltet gebed van Gor gonia: „Heer, ik laat niet af als Gij mij niet geneest." (Uit het Heilig Sacrament verheerlijkt door de kunst, door Dr. L. J. Sicking). Ik wil hem maar Simon Doornekamp noe men, den boerenjongen, die daar op „de groote waaid" aan het stekeleuprikken is. Ja, nu tein minste is hij aan den gang. Zoo evèm lag hij lang uit in het gras, turend naar de torens van „stad" (Alkmaar) Veel stekels heeft hij nog niet, „omver ,ekegeld" en todhl is hij al een geruimen poos in het veld. Kijk, nu gaat hij in eens met grooten ijver aan den arbeid. Maar hij houdt niet vol. Daar leunt hij alweer op zijn stekelen prikker; hij mompelt wat. en loopt dan naar den kant van Iden akker, waar hij gaat zitten met tie (voeten in tie tiroge greppel. Nu is het waar, dat volgens een boerengiezegtie een stókelenprikker „zeuve tokkies" (slaapjes) op (een Idag mag nemenmaar ge gelooft niet, dat zoo'n jonge kerel „om idie haverklap" moet rusten. Is hij misschien ziek? Wel neenKijk maar eens naar zijne oogen vol le venslust, naar zijne wangen, blozende van gezondheid. Is hij lui wellicht? In het geheel niet. Zijn vader heeft met „Vrouwedag" (2 Februari den vasten werkman ,,'èdaan 'ege ve", omdat Simon meende dat hij en de knecht het best ,,of, konne". 't Is heel wat anders op het oogenblik: Simon kan zijn plezier niet op. Hij' heeft een brief ontvangen van Mien„dat ze 't mit 'm doet". Mien woont, „om de noord" wel ,,'n volle twee uur bove stad". ,,'n Gnappe maid is 't en moppe ben 'r Jonge, d'r vader moet 'r zoo goed bij zitte, 'k weet niet, hoeveul morrege land of ie wel heb en voor Mien staat 'n boerenplaas klaar aan de are kant Hoorn erges. En ze doet 't mit me; 'k mag de koffie komme ophalen. Zundagevend en over veertien dagen gaat ze mit me te kerremis. Wat heb 'k me draai! En 'k hou 't an tot Alkmaarsche kerremis; te minste 't zei an mijn niet legge". Zoo houdt Simon leen gesprek met zich zei ve en voor de zoovieelste maal moet hij Mien's brief nog 'eens uit zijn „vessieszak' kie"v andaan halen om zich laan tien inhoud te vergasten. Hij ikan hem wel bijna uit het hoofd opzeggen. Hartiop leest hij Beste vrind. Bij deeze laat ik je weete as dat ik nog vrisck en gezont hen en hoop van bij jouw 't zelfde. Asdat ik je brief ontvang© heb en vader en moeder vinde het Goed dat ik kermis met je hou kom dan maar veertien dagen voor kermis koffie ophale. Van Jaap je weet wel heeft ik ok een brief gekreege maar dje heeft ik blauw gegeven natuurlijk ken je denke. In stad loopt ie ook altijt op me maar ik mot niks van hem hebbe. Ik houw nou op want rriorge komt zus en er man uit de beemster met drie doenige drukke) jonges. Je beste vriendin die zig noemt Mien1 „Ze heb toch vast sjenieigheid in me. Die Jaap! Zo'n goochemerd! Die wou 't ok nog weer 's prebeiere! Maar denk je, dat ze 'm Ihlewwe wul? Vast nooit ok niet! Nej, Japie, den moet je met mooie spulle voor de dag kenne komme om Mien te krijge." En Simon, die bij al zijn goede karak tertrekken echter niet vrij is van: „ik ben 'n rijke boerejonge, ik ben meer den 'n aar", denkt met welgevallen aan alles wat hij vóór heeft op Jaap. „Onze bles is 'n prachtig peerdje om 'r op uit vrije te gaan. Den moest Jaap op heullies kreupele knol nee Mien kom h»q! 't Zou heie 'r zin wezel Hij |moetwel mit spoor gaan as ie deze koffie mag ophale en wat is dat nou voor 'n boerejonge'. Mit spoor uit vrije. Zoo goat 'n burgerjonge nee ze'n maaid toe. Jonge, en tien m'n mooie ra feldoek en ons hoofdstel mit al z'n of werk versiersel) en me teugels, die 31/2 guide 'ekost KeWwe! D'r ken Jaap nee fluite; d'r komt ie nooit an. Wat zei Mien opkijke; as 'k 'n Zundag zoo de worft erf) oprij; ze heb me zoo nooit '©zien.' Strakkies zal 'k 't kopere bit nog in zuur wiaa, 1) legge en da maaid zegge, dat ze 't Zaterdag zoo glad skuurt as ze ken. Hew we zei 'k 'r, Mien, al zei 'k moete vrije tetuge de ouwe klippe op. En mirakel echt, dat vader en moeder 'r erg mee in 'r zin benne; den mag je 'r 's 'n keer meer uit. Casiweel, dat vader wel 's mit 'r moeder kermis' ehouwe heb. Vader ken ze goed. „Goeie mensdhe", zei ie van ocherid, „en zien tiat je 'r krijg. Slem, jonge d'r is dut. (En vader had' een zeer be kende beweging gemaakt met duim en vin ger), ,En dubbeltje ken toch raar rolle; den komt T ©en Zundagevend een jonge van 'n ouwe vrijer van 'r moeder." 1) wei, bijproduct kaasbereiding- (Wordt vqryplgd j D e k om eet van H a 11 y. De Maasb schrijft: Bij gelegenheid der verschijning van de komeet van Halley hebben wij een speci alen astronoom geëngageerd, die reeds 's nachts om half 'een zijne toestellen op het platte dak van ons gebouw; in gereedheid had gebracht. Door eene telefonische verbinding konden wij onmiddellijk met hem in contact komen, en wij laten hier nu de achtereenvolgende waarnemingen volgen. 12 u'. 30 min. De lucht is bewolkt. Mijn kijkglas geeft nog niets te zien. 12 u. 53 min. Mijn toestel registreert een zeer lichten aardschok. De komeet schijnt dus op komst. De klok van tien „St. Laurenstoren" slaat één doffen slag in tien stillen nacht. Rrrrrrt..,. Observator: Eén fuur, breng mij een para pluie, want het begint te regenen. 1 u. 15 min.: Ik hoor een dof gerommel in de verte. Wellicht is het onw'eer, doch het is ook niet onmogelijk, dat het een gevolg is van de wrijving van den komeet staart met de aarde. 1 u. 17 min.lk had abuis. Het was hét ge luid van den laatsten boemeltrein, die het beursstation komt binnenrollen. 1 u. 20 min.: Mijn parapluie druipt: De kijker beslaat telkens. Stuur een zetter met eenige poetsdoeken en een gummijas. Het is koud hierboven. 1 U 30 min. De huidige weersgesteld' heid belet ons Waarschijnlijk dé komeet deze nacht in den 'kijker te 'krijgen. Breng me over een half uur m'n slaapmuts. 1 u. 37 min. Ik vermeen aan dén Ooste lijken hémel ©enigen schijn van noorderlicht te bespeuren Redacteur. Het is waarlijk een brandje in de Oeverstraat want juist is de reddings brigade daaiheen gereden. Moet ik de slaap muts maar niet dadelijk laten bezorgen? Observator gromt wat door de telefoon, dat voor ons leeken in de sterrenkunde on verstaanbaar is. 1 u. 45 mint Ik zie niets. Redacteur: Bewaar uw verdere waarne mingen tot morgen: wij moeten binnen eeni ge oogenblikken afdrukken. Een natuurverschijnsel ver klaard Onderstaand gesprek is historisch en had plaats Maandagmiddag op een tram van SCheveningen naar den Haag: Iemand, naar zijn Meeding te oordeelen een buitenman vraagt aan een conducteur van lijn 10: „Hoe komt |hiet todh, dat er op zee zoo'n damp is en op 't land niet?" „Wel, zegt de conducteur, heb je wel eens gehoord van tie komeet van Halley?" „Jao zeker." „En van haar staart?" „O, jao, daor staan Idle kranten vol van." „Nou," zegt de conducteur, „de komeet staat nu met haar staart in de zee; en nu kookt het water daar zóó hard, dat je hier den damp er van hebt." „Jonge, jonge, jonge," zegt onze buiten man, „wat zal 't daor dan spannen." De Komeet moge dan volgens de be jverlngen der geleerden niet de schuld zijn, zeker is, dat we een raren tijd beleven, wat het weer betreft. Te Petersburg is Wet buitengewoon heet. De thermometer wees Donderdag j.l. 24 gr. in de schaduw! en 43 gr. in de zon. Vele menschen schrijven deze buitengewo ,ne hitte toe aan dein invloed van de komeet van Halley |en wachten in bange vrees af, wat voor rampen dat hemellichaam hun verder nog zal brengen. In Ihetl Noorden is het dus buitengewoon heet, maar in het zuiden, speciaal in Italië schijnt de winter te tweeden male in dit jaar zijn intrede te hebben gedaan. De tempera tuur is overal buitengewoon laag en óp verschillend© plaatsen heeft het gesneeuwd De stampa heeft bericht ontvangen van een Kevigen springvloed te Scohlitto op Si cilië. Eerst ging de zee twintig meter achter uit, toen verhief het Water zich als een muur deze viel neder op het strand en voerde een aantal schuiten mede,, die daar lagen. Er moet een groot aantal vissdhers omge komen zijn. Ook uit Frankrijk komen beriditen over storm, koude en sterken regenval. Uit Cher bourg wordt gemeld, dat de kust geteisterd wordt door ©en orkaan, waarbij dichte hagel en sneeuwbuien de scheepvaart ernstig be temmeren. Midden- en Zuid-Frankrijk worden niet gespaard. Al moge de wind hier minder zijn, de koude, regen en sneeuw woeden hier als in het hartje van den Winter. Van alle zijden komen berichten over vernielden oogst. Op sommige plaatsen belemmert zelfs de sneeuwval het rijtuigverkeer. De Staartster. De sterrekundigen heb ben uitgerekend dat de Komeet van Halley in Mei te zien zal zijn op de volgende uren: 21 Mei als avondster van 8.15 tot 10.29 uur 22 23 24 25 26 27 28 29 30 8.16 8.18 8.19 8.21 8.22 8.23 8.25 8.26 11.01 11.21 11.36 11.41 11.47 11.51 11.51 11.52 8,27 11,52 Zooals onze lezers weiten, zal de Komeet eerst als avondster voor het bloote oog goed zichtbaar worden, men plaatse zich dan op een vlak terrein, vrij van alle kunst licht en paar het Weste® gekeerd. Vooruitgang. In het afgeloopehjaar zijn te Sneek slechts een 18-tal personen be keurd wegens dronkenschap op straat. Voor nog slechts 4 jaren bedroeg dit aantal.... 400 per jaar. W©es voorzichtig. Ondanks de waar sdhuwingsborden reed Maandag een wielrij der van het „Kopje" teÏBloemendaal. De man kon zijn vaart niet stuiten; werd van zijn wiel afgeslingerd én brak een been; de splin ters staken door hét vleesch. De on voor zicjhtige is naar Ihet Gasthuis te Haarlem ver voerd. D e 10 0,000! Door het personeel van Kattenburg Dam hoek Nieuwendijk, te A'dam de f 100.000 van de Staatsloterij gewon nen op een heel lot. Er zijn een 40-tal deel hebbers in dit gelukje Fooien. Volgens de voorschriften d«r H. IJ. S. M. mogen de kondukteurs geen fooien vragen, dus staat (ten 't aannemen van ongevraagde fooien vrij. Echter is er een nadere aanschrijving der direktie, dat geen fooien mogen aangenomen worden. Aan die aanschrijving wordt echter niet de hand gehouden/ (tndaja)r deze maatregel alleen bij aanschrijving en niet bij regie ment bevolen is, kan geen straf volgen op de overtreding der aanschrijving. Nu zijn echter twee kondukteurs beboet wegens het aannemen van fooien. De kondukteurs meen den opg rond van het bovenstaande onrecht matig gestraft te zijn. Daarom vroegen zij een scheidsgerecht aan ien dit heeft nu in zijn beslissing de gestraften in het gelijk gesteld. Gevolgen dier Soc. Actie. Een correspondent van de „KolnischeZei tung schrijft uit Sleeswijk Holstein, dat de armenhuizen daar op het platteland, hoe lariger Koe meer verdwijnen. Dit bewijst, dat het den kleinen boerenstand hoe langer hoe beter gaat 'en ook dat de verzekering tegen ongeschiktheid en den ouden dag zegenrijk werkt. De gemeente Brede in den kreits Tondern heeft haar armenhuis, dat 30 jaar geleden nog 50 armen herbergde, verkocht De armenhuizen van Wennemoos, Atzerbal lig, Ketting, Notmark, Horup, en Borle staan leeg. In het stadje Segeberg heeft men het afgebrande armenhuis niet weer opgebouwd. In enkele plaatsen wil men de armenhuizen door vriendelijke tehuizen vervangen. De huu rders van Pius X. Er is een wijk in Rome, waar de naam van den Paus op 't oogenblik een bijzonder sympathieke populariteit geniet. Het is een wijk in het centrum, waar zich een uitgestrekt gebouw bevindt, vroeger bezet door de Banca Roma ;na, en dat sedert eenige maanden het eigen dom van het Vaticaan is gewonden. Het gebouw is bestemd om de zetel te worden van Ihet Vicariaat van het diocees Rome. Met dit doel waren de talrijke huur ders van het perceel uitgenoodigd gewor den op den bepaalden tijd te verhuizen. Maar Wat gebeurt erMen staat aan den voor avond van de opening der Wereldtentoonstel ling bij het 50-jarig bestaan van het ééne Italië, en bij gebeurtenissen van dit soort stijgen de huurprijzen der huizen zeer aan zienlijk. De huurders Van het door het Vaticaan aan gekochte gebouw waren onderling overeen gekomen een verzoek tot den Paus te richten om tenminste nog een jaar in hunne hui zen te mogen wonen. Vier en twintig uren later ontvingen zij het antwoord van Pius X met inwilliging van hun verzoek niet alleen maarr de !H. Vader gaf hun twiee jaar uitstel in plaats van een, en voegde er bij, dat voor de meest bezwaarde gezinnen nog huur verlaging werd toegestaan. Men kan begrijpen, jdat d ©menschen, dier wijk in hun schik zijn. E en P arij s ch recept t egenh e t op houd en van groote hoeden in schouwburgen: „Verlof aan dames b o ven de vijftig om tie hoeden op te houden." Al de hoeden verdwenen. De aangehouden postbeambte Nopens den postbeambte P., die terzake van diefstal van effecten en postzegels dezer da gen is gearresteerd ien op het oogenblik zicli in het Huis van Bewaring bevindt, vernemen wij, dat uit het onderzoek is gebleken, dat deze de ontvreemde postzegels bij een be kende postzegelfirma te Amsterdam verkocht Waarschijnlijk om niet al te zeer de aan dadht te trekken, kwam hij in den betrokken winkel nooit in zijn uniform. Trouwens de winkeljuffrouw had niet het minste vermoe den, dat de postzegels, welke door den man tè koop werden aangeboden, van diefstal afkomstig waren; ook kreeg zij geen ongun stigen indruk van P, Inmiddels heeft Zoindag de confrontatie tus schen P. en de winkeljuffrouw plaats gehad waarin zij in hem den man erkende, die bij haar firma dikwerf postzegels had verkocht Hij bekende eveneens de ontvreemde post zegels bij de bewuste firma te hebben ver kocht. Door het uitgebreide onderzoek zal het nog wel ©enigen tijd duren voor deze zaak bij de Rechtbank in openbare behandeling komt. De H ollandsch'e schoonmaak In de „Manchester Guardian" staat een lang ar tikel van R. S. over Mevrouw van Trom'p be zem, d.w.z. over de groote schoonmaak in ons land. De schrijver of schrijfster is er paf van, zooals er hier wordt geschrobd geboend, gedweild, geplast, gespoten, ge poetst, geschuurd, gewreven, geraagd, ge borsteld, gewit, geverfd de huizen, de boer derijen, de stallen, de schuren van binnen en van buiten, van kelder tot nok, wel twee maanden lang. De bezem is het ware em bleem van Nederland, zegt de schrijver; de oude Tromp voerde hem in den mast, en mevrouw Tromp, de Nederlandscbe

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1910 | | pagina 5