TWEEDE BLAD.
Zaterdag 21 Mei 1910.
No. 40
Ons Geïllustreerd Zondagsblad
KALENDER
voor de dagen der week.
Met haar geloof!
j Nu had hare hoop verkregen al wat zij
hoopte, nu had de kracht harer ziel (de
kracht van haar liChaam verdiend,
j Dit zoo laat Gregorius dan volgen
in plechtige woorden dit zijn groote
dingen, dochl naar waarheid verhaald'.
En u allen raad ik aan, dit wonder te
gelooven, gij kranken en gezonden, opdat
gij de gezondheid moogt behouden of her
I winnen. Neen, Ihet was van haar geen ijdele
I vinding. Dit moge hieruit blijken, dat tijdens
j haar leven het gebeurde in Waar hart besloten
bleef, nu eerst na haar dood door mij
geopenbaard. En ook zou ik hebben ge-
zwegen, wieet Wet wel, indien ik niet gevreesd
had, zoo groot wonder verborgen te hou
den voor hen Idie thans leven, en voor
hen die na ons zullen leven.
„Op 'n rijke maaid af."
GEMENGD NIEUWS.
ONS BLAD.
Inhoud. I. Platen: De troonswisseling in
Engeland, (7)Mr. R. Graaf Melvil van Lyn
den tl Pastoor J. J. Vernieuw® (rustend);
Zilveren jubilé broeder Alexius; De studen
ten-roeiW'edstrijd aan de Zwiet; Oud-minïs
ter Nel is sen; Het R. K. Vereenigiug'sgebouW
te Franeker; Mr. C. Fock fO n s p r in s e s
j e in haar pomey-wagentje; De toekomst
der vliegmachine; Hollanders in Centraal
Afrika; Kaatswedstrijd te Sneek.
11. .Tekst. Een onvrijwillige boodschap
per. Het geheim van Roemer (vervolg);
een rit op leven en dood; een eerlijk man
(geillustreerd)voor onze Jongens en Meis
jes.
H
22 Me'. Zondag. H. Drievu'diaheid. Evan
gelie: Oaat en leert alle volkeren. Matth.
XXVIII: 18-20.
23 Mei. Maandag. H. Marcue, Evangelist.
24 Mei. Dinsdag. O. L. Vrouw Hulp der
Obrittenen.
25 Mei Woensdag. H. Gregoriue VIII, Pan»
en Belfjder.
26 Mei. Donderdag. H. Sacramentsdag. Te
vieren als Zondag. Evangelie: Mijn vleesch
is waarlik spijs. Joan. VI55 59.
27 Mei. Vrijdag. H. Beda, Leeraar.
28 Mei. Zaterdag. H. Wilhelmu».
i
22 MEI
Eerste Zondag na Pinksteren
Vierde Zondag der Maand.
Les uit den eersten brief van den
H. apostel Joannes; IV, 8-21.
Veel geliefden! God is liefde. Hierin is
Gods liefde tot ons geopenbaard, dat God
zijnen ééngeborenen Zoon jin de wereld
heeft gezonden, opdat wij door Hem zou
den leven. Hierin bestaat deze liefde: niet
dat wij God beminden, maar dat Hij het
eerst ons liefgdiad en zijnen Zoon gezonden
heeft tot verzoening voor onze zonden. Zeer
geliefden! als God ons zóó Weeft liefgehad,
moeten ook wij elkander liefhebben. Niie
mand heeft ooit God gezien. Als wij elkan
der liefhebben, blijft God in ons, en is
zijne liefde in ons volmaakt. Hieraan we
ten wij dat wij in Hem blijven en Hij
in oris, dat Hij ons van zijnen Geest gegeven
heeft. En wij hebben het aanschouwd en
geven er getuigenis van, dat de Vader zij
nen Zoon gezonden (heeft tot Zaligmaker der
wereld. Al wie belijdt idtit Jesus de Zoon
Gods is, in hem blijft God en hij in God,
En wij hebben de liefde, welke God voor
ons heeft, erkend len geloofd. God is liefde:
en die jiji de liefde blijft, blijft in God
en God|i n hlem. Hierin is Gods liefde bij ons
volkomen, zoodat wij vertrouwen mogen heb
ben op den Idag des oordeels; dat gelijk Hij
is, zoo ook Wij in deze Wereld zijn. Vrees is
er- in de liefde niet, de volmaakte liefde
sluit de vrees' bui tien; de vrees immers
heeft iets pijnlijks; en hij die vreest, is niet
volmaakt in de liefde. Wij dus, laten wij
God liefhebben, omdat God ons eerst heeft
liefgehad. Zoo iemand zegt: ik bemin God
en zijnen broeder haat, is hij een leu
genaar. Want die zijn broeder, welken hij
ziet, niet liefheeft, hoe kan hij God, dien
hij niet ziet, liefhebben? Ook dit gebod
hebben wij van God, dat wie God lief
heeft, ook zijnen broeder moet liefhebben.
Evangelie volgens den H. Lucas;
VI, 36-42.
Te dien tijde sprak Jesus tot zijne leerlin
gen: zijt barmhartig gelijk ook uw Vader
barmhartig is. Ooordeelt niet, en gij zult niet
geoordeeld worden; veroordeelt niet, en gij
zult niet veroordeeld wordejn. Vergeeft, en
u zal vergeven worden. Geeft, en u zal
gegeven worden; «ene goede en volgedruk
te en geschudde ien overloopeinde maat zal
men in uwen schoot uitstorten. Want met
dezelfde maat, waarmede gij gemeten hebt,
zal u teruggemeten worden.
En Hij zeide hun. ook eeme gelijkenis:
kan wel een blinde «enen blinde leiden?
vallen zij niet beiden in kien kuil De leerling
is niet boven zijn meester, maar volmaakt
zali eder zijn, indien hij gelijk zijn meester
is. En wat ziet gij den splinter in Wet
oog uws broeders, en geeft geen acht op
den balk, die in uw oog is? Of hoe kunt
S'J tot uwen broeder zeggen: broeder! laat
ik den splinter uit uw oog trekken! gij, die
zelf den balk in uw eigen oog niet ziet?
Schijnheilige! ruk eerst den balk uit uw
eigen oog, e!n dan zult gij zien om den
splinter uit het oog uws broeders te trek
ken.
H. SACBAMENT8-DA&.
Les uit den eersten brief van den
H. apostel Paulus aan de Korinthlërs;
XI, 23-29.
Broeders 1 Ik toch Web van den Heer
onvangen, wat ik u ook heb overgeleverd,
dat de Heer Jesus, in den macht, waarin
Hij verraden werd, brood nam en Wet dan
kend brak en zeide: neemt en eet! dit is
mijn Lichaam, dat voor u zal worden over
overgeleverd. Doet dit tot mijne gedachtenis
Insgelijks den kelk, nadat Hij het avond
maal gehouden had, zeggende: deze kelk
is Ihet Nieuwe Testament in mijn Bloed.
Doet dit, zoo dikwijls gij' dien drinken zult,
tot mijne gedachtenis.
Want zoo dikwijls gij dit brood eten en
den kelk zult drinken, zult gij den dood des
Heeren verkondigen, totdat Hij komt. Der
halve, al wie onwaardig |dit brood eeit of den
kelk des Heeren drinkt, zal schuldig zijn
aan het Lichaam len Bloed des Heeren. Dat
echter de mensch zich beproeve, en zóó
van dit brood «te en van den kelk drinke.
Want wie onwaardig eet en drinkt, eet
en drinkt zich ©en oordeel, omdat Hij het
Lichaam des Heeren niet onderscheidt.
Evangelie volgens den H. Joannes
VI, 56-59.
Te dien tijde sprak Jesus tot de scharen
der Joden: mijn Vleesch is Waarlijk spijs,
en mijn Bloed is waarlijk drank. Die mijn
Vleesch eet en mijn Bloed drinkt, blijft in
Mij en lk in hem. Gelijk de levende Va
der Mij gezonden heeft, en fk leef om
den Vader, zoo zal ook hij, die Mij eet, om
Mij leven;. Dit is Ihlet brood, dat uit den
Kemel is nedergedaald. Niet gelijk uws va
ders Wet manna gegeten Webben en gestorven
zijn: die dit brood eet, zal leven in eeuwig
Weid.
......Een passage uit den grooten Grego
rius van Nasianse, bijgenaamd de Godgeieer
de In die lijkrede op Gorgonia, zijn heilige
zuster, vertelt hij van haar een zelfde voor
beeld van roerend vertrouwen.
Eens, zoo zegt hij, was zij bezocht, door
zware ziekte, en toen geen artsenij haar wilde
baten, toen heeft zij tegen hare smarten een
middel verkoren, haar groote ziel waardig
Verlaten door alle geneesheeren, is zij
gegaan tot den geneesheer van allen. In
een stormachtigen nacht, toen de ziekte wat
dragelijker was, ging zij Ween en wierp zich
neer voor Ihet altaar, met haar geloof."
„Met haar geloof." Hoe schoon is dat
Is het niet, of Wet geloof haar vergezelde|
en voor Waar worden moest de machtige ad
vocaat, de pleitbezorger waaraan de .ver
borgen Christus geen weerstand zou kun
nen bieden.
Zij wierp zich neer voor het altaar, „met
haar geloof". Of is het als een geschenk dat
wij het ons moeten denken? Het offer van
haar geest, datzij aan Jesus voeten legt,
gelijk ook wij dit altoos, altoos doen bij
iedere aanbidding: erkennend in deemoed,
wat de zinnen niet zien?
Toen riep zij met luide stem Derigene,
die op Wet altaar vereerd wordt, en zij riep
Hem met alle nam en, en herinnerde Hem aan
alle de wondere daden, die hij ooit had
verricht, in zijn Macht; dan eindelijk laat
zij zich vervoeren tot leen al te stoute daad,
maar toch heilig en roemwaardig.
Ziet, zij volgt ina de geiloovige vrouw; die
den bloedvloed stuitte door het raken van
den rand van Christus' kleed.
Wat deed ze? 'Zij legde haar hoofd onder
roepen en smeeken, dicht tegen het altaar,
en het bevochtigend met overvloed van tra
nen, als eens die andere de voeten van
Jesus, dreigt zij Hem, niet af te laten,
alvorens Hij haar genezen heeft.
Dan omhelst 'zij met gansch haar lichaam
die heilige offerbank, haar uitverkoren medi
cijn; en mocht het wjezen, dat haar handen
iets vonden van Idie; heilige speciën van
Christus' kostbaar lichaam en Christus' Bloed'
zoo 'heeft zij het vermengd met hare tranen.
E]n; o (wonder, Idaar voelt zij opeens hoe zij
gered is; verlicht en vrij naar lichaam en naar
I ziel en naar geest.
Hier eindigt dit treffend geteekende stuk
Men moet het lezen in Gregorius' heer
lijk Grieksdh om het geheel te doorvoelen,
maar er worden dingen gezegd, die ons in
de ziel grijpen.
Dat roepen „bij alle namen", dat beroep,
op de wonderen, die Jesus heeft gewrocht,
gedurende zijn sterfelijk leven, doet het u
niet denken aan hetgeen heden te Lourdes
nog geschiedt?
Daar komen de zieken in scharen hunne
ellende vertoornen aan den Eudharistisqhen
God, die langs hun rijen Wordt gedragen, op
dat machtige groote plein. Hun geloof grijpt
zijn, kleed, en de stem hu,nner zielen gaat
op in tie stem van Ben priester, die smeekenü
roept:
Jesus, Zoon van God, Jesus, Zoon van
Maria, Jesus, Zoon van David, Jesus, onze
Koning!
Maak dat ik zie, maak |dat ik hoore, maak
dat ik ga!
Het is uitdagend, het is haast tergend
vani star en blind vertrouwen: doch geen
zang zoo schoon, geen tafereel van bidden
de volkeren; geen deinend ontplooien van
lichtende stoet, treft in, Lourdes zoo innig
en diep, als dit'gebed.
Wat is hiet anders als !ltet gebed van Gor
gonia:
„Heer, ik laat niet af als Gij mij niet
geneest."
(Uit het Heilig Sacrament verheerlijkt door
de kunst, door Dr. L. J. Sicking).
Ik wil hem maar Simon Doornekamp noe
men, den boerenjongen, die daar op „de
groote waaid" aan het stekeleuprikken is.
Ja, nu tein minste is hij aan den gang. Zoo
evèm lag hij lang uit in het gras, turend naar
de torens van „stad" (Alkmaar) Veel stekels
heeft hij nog niet, „omver ,ekegeld" en
todhl is hij al een geruimen poos in het
veld. Kijk, nu gaat hij in eens met grooten
ijver aan den arbeid. Maar hij houdt niet
vol. Daar leunt hij alweer op zijn stekelen
prikker; hij mompelt wat. en loopt dan naar
den kant van Iden akker, waar hij gaat zitten
met tie (voeten in tie tiroge greppel. Nu is het
waar, dat volgens een boerengiezegtie een
stókelenprikker „zeuve tokkies" (slaapjes)
op (een Idag mag nemenmaar ge gelooft niet,
dat zoo'n jonge kerel „om idie haverklap"
moet rusten. Is hij misschien ziek? Wel
neenKijk maar eens naar zijne oogen vol le
venslust, naar zijne wangen, blozende van
gezondheid. Is hij lui wellicht? In het geheel
niet. Zijn vader heeft met „Vrouwedag" (2
Februari den vasten werkman ,,'èdaan 'ege
ve", omdat Simon meende dat hij en de
knecht het best ,,of, konne".
't Is heel wat anders op het oogenblik:
Simon kan zijn plezier niet op. Hij' heeft
een brief ontvangen van Mien„dat
ze 't mit 'm doet". Mien woont, „om de
noord" wel ,,'n volle twee uur bove stad".
,,'n Gnappe maid is 't en moppe ben 'r
Jonge, d'r vader moet 'r zoo goed bij
zitte, 'k weet niet, hoeveul morrege land
of ie wel heb en voor Mien staat 'n
boerenplaas klaar aan de are kant Hoorn
erges. En ze doet 't mit me; 'k mag de
koffie komme ophalen. Zundagevend en over
veertien dagen gaat ze mit me te kerremis.
Wat heb 'k me draai! En 'k hou 't an tot
Alkmaarsche kerremis; te minste 't zei an
mijn niet legge".
Zoo houdt Simon leen gesprek met zich zei
ve en voor de zoovieelste maal moet hij
Mien's brief nog 'eens uit zijn „vessieszak'
kie"v andaan halen om zich laan tien inhoud
te vergasten. Hij ikan hem wel bijna uit het
hoofd opzeggen. Hartiop leest hij
Beste vrind.
Bij deeze laat ik je weete as dat ik nog
vrisck en gezont hen en hoop van bij jouw
't zelfde. Asdat ik je brief ontvang© heb en
vader en moeder vinde het Goed dat ik
kermis met je hou kom dan maar veertien
dagen voor kermis koffie ophale. Van Jaap
je weet wel heeft ik ok een brief gekreege
maar dje heeft ik blauw gegeven natuurlijk
ken je denke. In stad loopt ie ook altijt
op me maar ik mot niks van hem hebbe. Ik
houw nou op want rriorge komt zus en er
man uit de beemster met drie doenige
drukke) jonges.
Je beste vriendin die zig
noemt Mien1
„Ze heb toch vast sjenieigheid in me.
Die Jaap! Zo'n goochemerd! Die wou 't
ok nog weer 's prebeiere! Maar denk je,
dat ze 'm Ihlewwe wul? Vast nooit ok niet!
Nej, Japie, den moet je met mooie spulle
voor de dag kenne komme om Mien te
krijge."
En Simon, die bij al zijn goede karak
tertrekken echter niet vrij is van: „ik ben
'n rijke boerejonge, ik ben meer den 'n
aar", denkt met welgevallen aan alles wat
hij vóór heeft op Jaap.
„Onze bles is 'n prachtig peerdje om
'r op uit vrije te gaan. Den moest Jaap
op heullies kreupele knol nee Mien kom
h»q! 't Zou heie 'r zin wezel Hij |moetwel mit
spoor gaan as ie deze koffie mag ophale
en wat is dat nou voor 'n boerejonge'. Mit
spoor uit vrije. Zoo goat 'n burgerjonge nee
ze'n maaid toe. Jonge, en tien m'n mooie ra
feldoek en ons hoofdstel mit al z'n of
werk versiersel) en me teugels, die
31/2 guide 'ekost KeWwe! D'r ken Jaap nee
fluite; d'r komt ie nooit an. Wat zei Mien
opkijke; as 'k 'n Zundag zoo de worft
erf) oprij; ze heb me zoo nooit '©zien.'
Strakkies zal 'k 't kopere bit nog in zuur
wiaa, 1) legge en da maaid zegge, dat ze
't Zaterdag zoo glad skuurt as ze ken. Hew
we zei 'k 'r, Mien, al zei 'k moete vrije
tetuge de ouwe klippe op.
En mirakel echt, dat vader en moeder
'r erg mee in 'r zin benne; den mag je 'r 's
'n keer meer uit. Casiweel, dat vader wel 's
mit 'r moeder kermis' ehouwe heb. Vader
ken ze goed. „Goeie mensdhe", zei ie van
ocherid, „en zien tiat je 'r krijg. Slem, jonge
d'r is dut. (En vader had' een zeer be
kende beweging gemaakt met duim en vin
ger), ,En dubbeltje ken toch raar rolle; den
komt T ©en Zundagevend een jonge van
'n ouwe vrijer van 'r moeder."
1) wei, bijproduct kaasbereiding-
(Wordt vqryplgd j
D e k om eet van H a 11 y. De Maasb
schrijft: Bij gelegenheid der verschijning van
de komeet van Halley hebben wij een speci
alen astronoom geëngageerd, die reeds 's
nachts om half 'een zijne toestellen op het
platte dak van ons gebouw; in gereedheid
had gebracht.
Door eene telefonische verbinding konden
wij onmiddellijk met hem in contact komen,
en wij laten hier nu de achtereenvolgende
waarnemingen volgen.
12 u'. 30 min. De lucht is bewolkt. Mijn
kijkglas geeft nog niets te zien.
12 u. 53 min. Mijn toestel registreert een
zeer lichten aardschok. De komeet schijnt
dus op komst.
De klok van tien „St. Laurenstoren" slaat
één doffen slag in tien stillen nacht. Rrrrrrt..,.
Observator: Eén fuur, breng mij een para
pluie, want het begint te regenen.
1 u. 15 min.: Ik hoor een dof gerommel
in de verte. Wellicht is het onw'eer, doch
het is ook niet onmogelijk, dat het een
gevolg is van de wrijving van den komeet
staart met de aarde.
1 u. 17 min.lk had abuis. Het was hét ge
luid van den laatsten boemeltrein, die het
beursstation komt binnenrollen.
1 u. 20 min.: Mijn parapluie druipt: De
kijker beslaat telkens. Stuur een zetter met
eenige poetsdoeken en een gummijas. Het
is koud hierboven.
1 U 30 min. De huidige weersgesteld'
heid belet ons Waarschijnlijk dé komeet deze
nacht in den 'kijker te 'krijgen. Breng me over
een half uur m'n slaapmuts.
1 u. 37 min. Ik vermeen aan dén Ooste
lijken hémel ©enigen schijn van noorderlicht
te bespeuren
Redacteur. Het is waarlijk een brandje in
de Oeverstraat want juist is de reddings
brigade daaiheen gereden. Moet ik de slaap
muts maar niet dadelijk laten bezorgen?
Observator gromt wat door de telefoon,
dat voor ons leeken in de sterrenkunde on
verstaanbaar is.
1 u. 45 mint Ik zie niets.
Redacteur: Bewaar uw verdere waarne
mingen tot morgen: wij moeten binnen eeni
ge oogenblikken afdrukken.
Een natuurverschijnsel ver
klaard Onderstaand gesprek is historisch
en had plaats Maandagmiddag op een tram
van SCheveningen naar den Haag:
Iemand, naar zijn Meeding te oordeelen
een buitenman vraagt aan een conducteur
van lijn 10:
„Hoe komt |hiet todh, dat er op zee zoo'n
damp is en op 't land niet?"
„Wel, zegt de conducteur, heb je wel
eens gehoord van tie komeet van Halley?"
„Jao zeker."
„En van haar staart?"
„O, jao, daor staan Idle kranten vol van."
„Nou," zegt de conducteur, „de komeet
staat nu met haar staart in de zee; en nu
kookt het water daar zóó hard, dat je hier
den damp er van hebt."
„Jonge, jonge, jonge," zegt onze buiten
man, „wat zal 't daor dan spannen."
De Komeet moge dan volgens de be
jverlngen der geleerden niet de schuld zijn,
zeker is, dat we een raren tijd beleven,
wat het weer betreft.
Te Petersburg is Wet buitengewoon heet.
De thermometer wees Donderdag j.l. 24
gr. in de schaduw! en 43 gr. in de zon.
Vele menschen schrijven deze buitengewo
,ne hitte toe aan dein invloed van de komeet
van Halley |en wachten in bange vrees af, wat
voor rampen dat hemellichaam hun verder
nog zal brengen.
In Ihetl Noorden is het dus buitengewoon
heet, maar in het zuiden, speciaal in Italië
schijnt de winter te tweeden male in dit jaar
zijn intrede te hebben gedaan. De tempera
tuur is overal buitengewoon laag en óp
verschillend© plaatsen heeft het gesneeuwd
De stampa heeft bericht ontvangen van
een Kevigen springvloed te Scohlitto op Si
cilië. Eerst ging de zee twintig meter achter
uit, toen verhief het Water zich als een muur
deze viel neder op het strand en voerde
een aantal schuiten mede,, die daar lagen.
Er moet een groot aantal vissdhers omge
komen zijn.
Ook uit Frankrijk komen beriditen over
storm, koude en sterken regenval. Uit Cher
bourg wordt gemeld, dat de kust geteisterd
wordt door ©en orkaan, waarbij dichte hagel
en sneeuwbuien de scheepvaart ernstig be
temmeren.
Midden- en Zuid-Frankrijk worden niet
gespaard. Al moge de wind hier minder
zijn, de koude, regen en sneeuw woeden
hier als in het hartje van den Winter. Van alle
zijden komen berichten over vernielden
oogst. Op sommige plaatsen belemmert zelfs
de sneeuwval het rijtuigverkeer.
De Staartster. De sterrekundigen heb
ben uitgerekend dat de Komeet van Halley
in Mei te zien zal zijn op de volgende
uren:
21 Mei als avondster van 8.15 tot 10.29 uur
22
23
24
25
26
27
28
29
30
8.16
8.18
8.19
8.21
8.22
8.23
8.25
8.26
11.01
11.21
11.36
11.41
11.47
11.51
11.51
11.52
8,27 11,52
Zooals onze lezers weiten, zal de Komeet
eerst als avondster voor het bloote oog
goed zichtbaar worden, men plaatse zich
dan op een vlak terrein, vrij van alle kunst
licht en paar het Weste® gekeerd.
Vooruitgang. In het afgeloopehjaar
zijn te Sneek slechts een 18-tal personen be
keurd wegens dronkenschap op straat. Voor
nog slechts 4 jaren bedroeg dit aantal....
400 per jaar.
W©es voorzichtig. Ondanks de waar
sdhuwingsborden reed Maandag een wielrij
der van het „Kopje" teÏBloemendaal. De man
kon zijn vaart niet stuiten; werd van zijn
wiel afgeslingerd én brak een been; de splin
ters staken door hét vleesch. De on voor
zicjhtige is naar Ihet Gasthuis te Haarlem ver
voerd.
D e 10 0,000! Door het personeel van
Kattenburg Dam hoek Nieuwendijk, te A'dam
de f 100.000 van de Staatsloterij gewon
nen op een heel lot. Er zijn een 40-tal deel
hebbers in dit gelukje
Fooien. Volgens de voorschriften d«r
H. IJ. S. M. mogen de kondukteurs geen
fooien vragen, dus staat (ten 't aannemen van
ongevraagde fooien vrij. Echter is er een
nadere aanschrijving der direktie, dat geen
fooien mogen aangenomen worden.
Aan die aanschrijving wordt echter niet
de hand gehouden/ (tndaja)r deze maatregel
alleen bij aanschrijving en niet bij regie
ment bevolen is, kan geen straf volgen op
de overtreding der aanschrijving. Nu zijn
echter twee kondukteurs beboet wegens het
aannemen van fooien. De kondukteurs meen
den opg rond van het bovenstaande onrecht
matig gestraft te zijn. Daarom vroegen zij
een scheidsgerecht aan ien dit heeft nu in zijn
beslissing de gestraften in het gelijk gesteld.
Gevolgen dier Soc. Actie. Een
correspondent van de „KolnischeZei
tung schrijft uit Sleeswijk Holstein, dat de
armenhuizen daar op het platteland, hoe
lariger Koe meer verdwijnen. Dit bewijst, dat
het den kleinen boerenstand hoe langer hoe
beter gaat 'en ook dat de verzekering tegen
ongeschiktheid en den ouden dag zegenrijk
werkt. De gemeente Brede in den kreits
Tondern heeft haar armenhuis, dat 30 jaar
geleden nog 50 armen herbergde, verkocht
De armenhuizen van Wennemoos, Atzerbal
lig, Ketting, Notmark, Horup, en Borle staan
leeg. In het stadje Segeberg heeft men het
afgebrande armenhuis niet weer opgebouwd.
In enkele plaatsen wil men de armenhuizen
door vriendelijke tehuizen vervangen.
De huu rders van Pius X. Er is een
wijk in Rome, waar de naam van den Paus
op 't oogenblik een bijzonder sympathieke
populariteit geniet. Het is een wijk in het
centrum, waar zich een uitgestrekt gebouw
bevindt, vroeger bezet door de Banca Roma
;na, en dat sedert eenige maanden het eigen
dom van het Vaticaan is gewonden.
Het gebouw is bestemd om de zetel te
worden van Ihet Vicariaat van het diocees
Rome. Met dit doel waren de talrijke huur
ders van het perceel uitgenoodigd gewor
den op den bepaalden tijd te verhuizen.
Maar Wat gebeurt erMen staat aan den voor
avond van de opening der Wereldtentoonstel
ling bij het 50-jarig bestaan van het ééne
Italië, en bij gebeurtenissen van dit soort
stijgen de huurprijzen der huizen zeer aan
zienlijk.
De huurders Van het door het Vaticaan aan
gekochte gebouw waren onderling overeen
gekomen een verzoek tot den Paus te richten
om tenminste nog een jaar in hunne hui
zen te mogen wonen. Vier en twintig uren
later ontvingen zij het antwoord van Pius X
met inwilliging van hun verzoek niet alleen
maarr de !H. Vader gaf hun twiee jaar uitstel
in plaats van een, en voegde er bij, dat
voor de meest bezwaarde gezinnen nog huur
verlaging werd toegestaan.
Men kan begrijpen, jdat d ©menschen, dier
wijk in hun schik zijn.
E en P arij s ch recept t egenh e t op
houd en van groote hoeden in
schouwburgen: „Verlof aan dames b o
ven de vijftig om tie hoeden op te houden."
Al de hoeden verdwenen.
De aangehouden postbeambte
Nopens den postbeambte P., die terzake van
diefstal van effecten en postzegels dezer da
gen is gearresteerd ien op het oogenblik zicli
in het Huis van Bewaring bevindt, vernemen
wij, dat uit het onderzoek is gebleken, dat
deze de ontvreemde postzegels bij een be
kende postzegelfirma te Amsterdam verkocht
Waarschijnlijk om niet al te zeer de aan
dadht te trekken, kwam hij in den betrokken
winkel nooit in zijn uniform. Trouwens de
winkeljuffrouw had niet het minste vermoe
den, dat de postzegels, welke door den man
tè koop werden aangeboden, van diefstal
afkomstig waren; ook kreeg zij geen ongun
stigen indruk van P,
Inmiddels heeft Zoindag de confrontatie tus
schen P. en de winkeljuffrouw plaats gehad
waarin zij in hem den man erkende, die bij
haar firma dikwerf postzegels had verkocht
Hij bekende eveneens de ontvreemde post
zegels bij de bewuste firma te hebben ver
kocht.
Door het uitgebreide onderzoek zal het
nog wel ©enigen tijd duren voor deze zaak
bij de Rechtbank in openbare behandeling
komt.
De H ollandsch'e schoonmaak In
de „Manchester Guardian" staat een lang ar
tikel van R. S. over Mevrouw van Trom'p be
zem, d.w.z. over de groote schoonmaak in
ons land. De schrijver of schrijfster
is er paf van, zooals er hier wordt geschrobd
geboend, gedweild, geplast, gespoten, ge
poetst, geschuurd, gewreven, geraagd, ge
borsteld, gewit, geverfd de huizen, de boer
derijen, de stallen, de schuren van binnen en
van buiten, van kelder tot nok, wel twee
maanden lang. De bezem is het ware em
bleem van Nederland, zegt de schrijver;
de oude Tromp voerde hem in den mast,
en mevrouw Tromp, de Nederlandscbe