ing.
naar.
VeezaTf
LN,
bijvoegsel
tat.
inner
Ons Blad
■ocent.
voordeel
FEUILLETON
60 cts per pot.
k Payglop.
klasse Klecder-
let volste ver
te bezoeken,
vordt gegaran-
jdstoffen.
je.
:jen.
jAROCHE.
3e.
gen.
'ogen enz.
>on No.
k onderwijs op:
oline, Fluit,
it, enz.
Dir. Sted. Orkest
POORSTRAAT 58.
ke veozalf is oomis-
sn stal of daar, waar
i. Zij geneest zeere
zweren of wondeD,
wat meer voorkomt,
veestapel en bij die
eeds bij honderden
abestellingen volgen
ig der edelste stoffen
beroemde zalf. Aflik-
9 zalf is geheel onge-
aar bij de Heeren
:r, AllernaarGroote
Jb. Feller, Hoorn;
n; Simon Kok, Spier-
roogwoud; J. Legen,
rdt, Winkel; T. Blom-
Spoorbuurt, Noord-
hou'en, Warmenhui-
r, Heer Hugowaard;
•nJ. E. Vos, Wie-
Mantel, Hensbroele;
\in; Wed. P. Neuvel,
J. Lakeman, Epen-
rweg, BeemHerM.
Wed. J. Prins
'ed. J. Buijs, Abbe-
ioster DzTwisk;
en; N. Kraakman,
Dirkshorn; D. Been-
na Chatillon, Opmeer;
arlswoud —Midwom;
eld Zijdewindgem.
tegen goede provisie
f ruiter zonen,
51/53. Amsterdam.
verplicht deze zall
Zij is het beste wat
Meubelen, alles
wordt U gele-
d tegen scherp
reerende prijzen,
rdt gemaakt en
laar alle maten,
len, zonder prijs-
is het je beste
o.
van
-yen Woensdag 13 Juli-
No. 55
Openbare vergadering van den Raad
der gemeente Alkmaar, op Woensdag
13 Juli 1910, des nam. 1 uur.
Afwezig de heeren*. Boelmans ter Spill
Dorbeck, Luiting, v. Buisen, v. d. Feen
de Lille. De heeTen Boelmans ter Spill,
„itins en v. Buisen met kennisgeving.
De "notulen der vorige vergadering wor
den onveranderd vastgesteld.
Ingekomen stukken:
a. een schrijven dd. 30 Juni 11. no.
ran de Kamer van Koophandel, ten geleide
van een exemplaar van haar verslag over
1909;
Voor kennisgeving aangenomen.
b. een schrijven dd. 25 Juni 11. van Dr.
D M. Kooij, houdende verzoek om ontslag
als lid der Commissie van toezicht op het
Lager Onderwijs.
Onder dankbetuiging eervol verleend,
c een schrijven dd. 29 Juni 11. no. S
van de Gedeputeerde Staten, 'ten geleide van
het goedgekeurde primitief kohier van den
hoofdelijken omslag, dienst 1910 en van het
kohier der belasting op de gebouwde eigen
dommen, dienst 1910.
Voor kennisgeving aangenomen,
d ,een adres Hd. 22 Juni 11. van A. de Vries
cs houdende het verzoek om een dood
loopend straatje ten noordoosten van de
Lindengracht in eigendom van hen over
^Tnden v. B. en W. gesteld om be
richt en raad.
e een schrijven dd. "6 Juli 11. van den
heer W. J. Crefeld, houdende dankbetuiging
voor zijne benoeming tot stadsklokkenist.
Voor kennisgeving aangenomen,
f. vier brieven van de Gedeputeerde Sta
ten ten geleide van goedgekeurde raadsbe
sluiten betreffende financieele regelingen be
treffende de begrootingen, dienst 1909 en
1910.
Als voren.
een schrijven van de Gedeputeerde
Staten ten geleide van het goedgekeurde
raadsbesluit van 22 Juni 11. no. 7 tot over
neming van een strookje grond van J. C.
Baan
Als voren.
h een adres d.d. 11 Juli 11. van het be
stuur der Kaasfabriek „Brederode" in den
Egmondermeer, houdende het verzoek om
het toltarief voor den Hoeverweg zoodanig
te wijzigen dat de leveranciers van melk
aan de genoemde fabriek worden vnjge
steld van het betalen van tolgeld.
Dit adres zal bij het desbetretfende punt
der agenda worden behandeld.
i. een adres van den heer J. C. Baan
betrekkelijk een vorig besluit van den Raad
Dit adres is te laat ingekomen, weshalve
B en W. voorstellen het te stellen in han
den van B. en W. om bericht en raad.
Hierover ontstaat eenige discussie.
Een voorstel van den heer v. d. Bosch
om dit adres te behandelen wordt in stem
mine" gebracht.
Daar de stemmen staken en de beslis
sing dus wordt uitgesteld, stellen B.. en
voor in eene volgende vergadering hun
praeadvies mede te deelen. Dit wordt door
den Raad goedgekeurd.
Benoeming van zetters voor s
Rijks directe belastingen. Ingevol
gie, airt. 4 'der Wetlvan 5 '^Vpril 1870 (Stbl. no.
63) moet de helft der leden van het college
van zetters, volgens den daarvan opgemaak
ten rooster met het einde dezes jaars aftre
den. Ter vervulling van de vacatures, die
hierdoor zullen ontstaan, behoort door den
Raad, ingevolge art 3 der genoemde
Wet vóór 1 September a.s. eene opgaaf
van tweemaal zooveel personen als er leden
te benoemen zijn, aan den Commissaris
der Koningin dezer provincie te worden
ingezonden..
Aan de beurt van aftreding zijn de hee
ren J. de Wit Dz., A. Goede Dz. en C.
G. de Wild, die herkiesbaar zijn.
B. en W. hebben aan den Raad, de volgen
de opgaaf ingediend:
1. J. DE WIT Dz.
9 A. GOEDE Dz.
3. C. G. DE WILD
4. M. UITEN BOSCH.
5. J. P. KOOL Pz.
6. M. PREIJER.
Conform de voordracht besloten.
Herhalingsonderwijs. In verband
met Üe aangifte van nieuwe leerlingen voor
den cursus van het herhalingsonderwijs, wel
ke begin September a.s. aanvangt, stellen
B en W. voor te besluiten: voor den
cursus 1910/1911 te benoemen:
lo. tot onderwijzer, belast met de leiding
van het herhalingsonderwijs voor jongens
den heer J. J. T. Kooij, onderwijzer aan
de Eerste Gemeenteschool;
2o. tot onderwijzeres, belast met de lei
ding van het herhalingsonderwijs voor meis
jes," Mei.. J. Kijlstra, onderwijzeres aan de
Meisjesschool.
Gekozen worden de beide voorgedrage
nen.
Benoeming van een commissie
voor het nazien der gemeentere
kening over 1909.
De heeren de Lange, Glinderman, v. d.
Feen de Lille Zaadnooidijk en Fortuin wor
den als leden dier commissie gekozen.
Toezicht op het h a lid werk on
derwijs. Ter benoeming van een lid der
dames-commissie van bijstand voor het toe
zicht '{up het onderwijs in de handwerken,
ter voorziening in de vacature, ontstaan
door het vertrek van Mevr. Keuter-Bron
gers, bevelen B. en W. aan.
1. Mevrouw A. L. Rocquette Muntinghe
S wijter.
2. Mejuffrouw T. E. Groenman.
De ©erstvoorgeüragene wordt benoemd.
1 stem was blanco uitgebracht.
Benoeming van eene onderwjj
zeres aan de 2e Gemeenteschool.
Ter vervulling der vacature aan de 2e
gemeenteschool, ontstaan door het verleend
eervol ontslag aan Mejuffr. M. Bakker heb
ben B. en W. de volgende voordracht op
gemaakt in overleg met den Arrondisse-
ments-schoolopziener, na ingewonnen be
richt van het hoofd der betrokken school:
1. Mejuffr. J. De Vries, te Hilversum
2 C. Abcouwer, te H.Hugowaard
3' H. Meijns, te Harenkarspel.
Mej. de Vries wordt met algemeene stem
men gekozen.
Benoeming van eene onderwij
zeres aan de 3e Gemeenteschool.
Ter vervulling der vacature aan de 3e
gemeenteschool, ontstaan door het verleend
eervol ontslag aan Mejuffr. E. Sellemans
hebben B. en W. de volgende voordracht
opgemaakt in overleg met den Arrondis
sements-sch'oolopzienerna ingewonnen be
richt van het hoofd der betrokken school:
1. Mei. C. Abcouwer, te H.Hugowaard
2 J. De Vries te Hilversum
3. H. Meijns, te Harenkarspel.
Mej. C. 'Abcouwer wordt met algemeene
stemmen benoemd.
Ligger der wegen. Daar aan B. en
W de noodzakelijkheid is gebleken eenige
wijzigingen aan te brengen in den ligger
der wegen dezer gemeente, zooals die is
vastgesteld bij besluit van heeren Gedeputeer
de Staten dezer provincie van 30 Juni
no 60, is aan den directeur der gemeen
te werken idle opdracht verstrekt een ont
werp van deze wijzigingen te doen op
maken. Bedoeld ontwerp heeft gedurende
den bij art. 13 van het reglement op de
wegen in Noordholland genoemden tijd ter.
gemeente-secretarie ter inzage gelegen, waar
van te voren openbare aankondiging 1S
gedaan, ten einde belanghebbenden in de
gelegenheid te stellen eventueel© bezwaren
tegen dat ontwerp kenbaar te maken.
Tegen het ontwerp zijn echter geen be
zwaren ingebracht.
B. en W. stellen den Raad voor dezen
ligger voorloopig vast te stellen fen aan Gede
puteerde Staten op te zenden.
Daar niemand het woord verlangt, wordt
conform besloten.
Vaststelling van rooi- en bou w-
1 ij nen. B. en W. stellen voor verordenm
gen tot vaststelling van rooi- en bouwlijnen
a langs den Geestmerambaditsdijk, tusschen
den kanaaldijk en den Schermerweg b. aan
den Doodweg en de Groote Kruislaan c.
aan de Lindemaan d. aan het Vamebroek
en een gedeelte van den Kennemersingel.
De heer Pot vraagt of een der rooilijnen
de straat niet verbreedt en dit alzoo in strijd
zou zijn met artikel 27 der Woningwet.
De voorz. meent, dat de Raad wel kan
beslissen, belanghebbenden zullen zich dan
wel op deze bepaling der. wet beroepen,
als dit beroep opgaat.
De heer Uitenbosch noemt het on
aangenaam, dat eigenaars van perceelen
schade lijden, doordat groote stukken daar
van worden afgesneden. Het is nog steeds
van de goedwilligheid van den Raad afhan
kelijk om de eigenaars eene vergoeding
te verleenen.
De voorz. zegt, dat het moeilijk gaat
zekerheid voor alle gevallen te verschaf
fen Hij wijst er op, Hat er geen aanleiding
bestaat eene beslissing te nemen, daar de
Raads teeds met de meeste billijkheid heeft
gehandeld'
De heer Uitenbosch vraagt dat de
Raad zich in beginsel daartoe uitspreekt
De samenstelling van den Raad kan toch
veranderen.
De Voorz. meent, dat in beginsel daar
toe al meermalen is besloten.
Daar niemand meer het woord noch stem
ming verlangt, wordt conform He voordracht
van B. en W. besloten.
Het voorstel van B. en W. tot
oninbaarverklaring en verhaal
baar stel ling v a n h 00 f de lijken om
slag en van plaatselijke belas
ting op de gebouwde eigendom
men over vorige diensten.
Dit punt zal in geheimen Raad worden
behandeld.
Tolheffing op den weg van Alk
maar naar Egmond aan den Hoef.
B. en W. stellen voor om over te gaan tot
vaststelling van het volgende adres:
Aa'n Hare Majesteit de Koningin.
Geeft met verschuldigden eerbied te ken
nen: de Raad der gemeente Alkmaar,
dat bij Uwer Majesteits besluit van 27 Augus
tus 1907 no. 26 ten name dezer gemeente
voor den tijd van drie jaren en wel tot 17
Augustus 1910 concessie is verleend tot
tolheffing op den schelpweg van Alkmaar
naar Egmond aan den Hoef, met bepaling,
dat de heffing zal geschieden overeenkom
stig bet daarbij door iden Raad dezer gemeen
te onder dagteekening van 31 Juli 1907 vast
gestelde tarief;
dat de bij vroegere gelegenheden aangevoer
de motieven, pleitende voor de wensche
lijkheid van het behoud van den boven be
doelden tol nog steeds van kracht zijn, blij
kende uit het navolgende overzicht met be
trekking tot de kosten van den weg en de
opbrengst van den tol over het afgeloopen
twee en twintigjarig tijdvak:
Llitg. v. den weg. Ontv. tolgejden.
in 18S8 f 1738.- f 740.85
1889 1680.— 778.69
3760.-
1116-
1335.70
1292.40
1387.10
1229.62
1044.-
1110.65
1370.-
952.—
2241.13
1543.61
1500.50
1295.50
1446,60
1411.90
1491.75
1446u95
1746.75V2'
1551.44
1
1890
1891
1892
1893
1894
1895
1896
1897
1898
1899
1900
1901
1902
1903
1904
1905
1906
1907
1908
1909
798.14
854.08
927.-
1198.15
1121.70
1290.10
1400.70
1495.30
1451.30
1407.30
1423.30
1510.05
1552.90
1477.90
14861.90
1459.90
1312.42
1372.50
1416.5U/2
1301.241/2
f33691.6OV2 f 2777ft 94
ocnietmaskers en patronen
Kleeding beambten en personeel
Premie Rijksverzekeringbank
brandverzekering
Grondbelasting
Algemeene onkosten
aua.iö1/,
80.19%
34.82
182 83
62 65'/,
30.46%
118.86%
Totaal f 10309.54
281.24%
83 59
63.25
148.9 81/,
88.11
13.15%
68.87
f 13568.86%
Verschil f 3259.32%
Ontvangsten.
Jachtgelden
Jachtgelden voor export
j Stalgelden
I Weegloonen
Keurloonen >t
Koelhuis
1 Verblijven van vleesch
bteriliseeren
Verkooplokaal...
Diverse ontvangsten
Totaal f 19548.50
15344.40
f
19715.20
n
111.45
808.35
1104.80
263.65
jj
411.07
865.04
T)
627.12
1780.—
I960.—
50.—
48.60
114.75
fl
168.50
13.75
308.56%
f
576.11%
f 24722.85%
Verschil f 5174.35
j Be Tooveres van Astaroht
GESCHIEDKUNDIG VERHAAL UIT, HET
MIDDEN DER DERDE EEUW,
l48! door E. 8. VAN LUIK.
Felix noemde Agapia zijne zuster, en
lm' f n°tlnc'en m.'i hmi vader; dat ge-
0cit niet lang meer duren. Capelianus
wam met een groot leger uit Mauritianic
in kampeerde voor «e stad Carthago. De
lomSaV m''n vac'er' was le olul gewonden
I 1 zware wapenrusting te dragen, en
11 mijn oudsten broeder en mij om Ca-
L 'an'ls te bevechten. Onze troepen kon
kien en onstlnm'gen aanval onzer vijan
j niet wederstaan. Mijn broeder stierf
tvas C|' ®evec'ltÉ D«ar bet mij ondoenlijk
eet roepen te verzamelen, vluchtte ik
lede "v v°nd mijn vader over
n. ij jiej bericht van het verlies zijner
Poon e'V Ctl ^en ^ooc' van ziin oudsten
L d tIC" bij reeds deel had gegeven in
ISard eSfUlu van ziJ'n r'jk, had de arme grijs
f 111 wanhoop ©en einde aan zijn Ie
Ken ®.e"laalit> na slechts zes"en dertig da
T\v S i( Sar riïk bestuurd te hebben.
lMav,-,aa,aren na bet schrikbewind van
ltoeti«inUS' WCT^ 'clc oudste zoon mijns
<vl'S ,°n^€r ^en naam van Gordianus
ten 0atl m'in vader en grootvader wa
Rom b.ais geweest) door den Senaat van
N. tj'° zer ^er Romeinen uitgieroe
IBen im ,w,uc"ici ungieroe
KUS1ERS, - Alktu*"' «IJ ging in zijne regeeripg voorzich
tig, maar tevens krachtdadig te werk, bij
gestaan door zijn schoonvader Mesitheus,
die tevens zijn eerste minister was. Deze
was zijn leermeester geweest en verwierf
zich bij het volk den titel van „Bewaker
der republiek."
Keizer Gordianus streed persoonlijk te
gen de Gothen, die in Moesië en Thracië
waren gevallen, en tegen den Perzischen
koning Sapor, wien hij Carrhes en Nisi
be ontnam, nadat zijn onderbevelhebber A11
relianus, in 241, te Mainz de Franken ver
slagen had. Een sluipmoord maakte ech
ter een einde aan zijne regeering, welke het
rijk gelukkige dagen beloofde. Philippus de
Arabier, prefect van het pretorium, op wien
nog altijd het vermoeden rustte van Me
sitheus door vergif uit den weg geruimd
te hebben, wekte, door het valsche gerucht
van een hongersnood, de ontevredenheid
der soldaten op, die Gordianus vermoord
den en Philippus tot keizer uitriepen.
„Terwijl ik bij het lijk mijns vaders
stond 11a te denken, wat mij nu in deze
hachelijke omstandigheid te doen stond,
komt onverwachts de jongste zoon van
mijn armen broeder binnen, omvat mijne
knieën en zegt: Heer! als gij mij niet
als wees wilt achterlaten op mijnen leef
tijd van twaalf jaren, verlaat dan spoedig
dit paleis.
„Q! kom spoedig mee! de vijand zoekt
öns.'"1
„Ik nam den knaap bij de hand en liep
zoo snel ik kon naar de woning van Martha,
Felix en Agapia. De deur was open, en
op het oogenblik, dat ik het vertrek wil-
..imoMu v-, women vertrouwen
te stellen in het beleid van B. en W. in
hun optreden ten opzichte der openbare
school.
Met flinke meerdertieid (25 tegen 15 stem
men) hechtte de Raad van Amsterdam zijn
goedkeuring aan de onderwijs-curculaire
door B. en W. onlangs uitgevaardigd, door
een motie van den heer Ketelaar strek
kende B. en W. te bewegen de circulaire in
te trekken te verwerpen
Da heer Ketelaar als altijd de speciali
teit om voor de „roode onderwijzers" op te
treden haalde de kastanjes v. de vrijzinnige
heeren uit het vuur!; zijn vertrouwen in de
eerlijkheid der onderwijzers was echter min
der groot dan dat van Mr. de Vries, want
hij wees er op, dat de onderwijzers voor
taan stiekum zouden gaan handelen, terwijl
de wethouder juist een beroep op Idie eerlijk
heid deed.
Kalm en zakelijk verdedigde Mr, de Vries
de circulaire, hij liet vooral doorschemeren
dat het niet ging om de vrijheid der onder-
wijzerst e breidelen maar meer om de cam
pagne van de socialistische elementen te
gen het gezag te weren.
!5pr, wees er met nadruk op; dat de
de binnengaan, stond ik plotseling in de
tegenwoordigheid van een eerbiedwaardig
grijsaard van hoog© gestalte, die daar als
een schildwacht scheen geplaatst te zijn,
om mij den doorgang te beletten. Zijn ka
le schedel, zijn hoog voorhoofd, zijn lange
sneeuwwitte baard, zijn scherpe arendsblik
gaf aan zijne persoonlijkheid iets edels en
verhevens, dat ik nooit zal vergeten. Ik
had op het zien van dien man al de vij
andeiijke Mooren buiten en binnen de stad
vergeten,
„Zijn onderzoekende, vrijmoedige blik,
rustte op mij met zooveel bedaardheid en
kalmte, dat hij mij volkomen overmeester
de. Vreemde zaak! Ik was overmand maar
t niet verslagen: ik was overwonnen, maar
niet gewond; ik was als verpletterd en
gevoelde mij tot hem getrokken; in één
woord: ik meende een vreeselijken vijand
tegenover mij te zien, en toch had ik vol
steekt geen vrees. Een gil kwam ons plot
seling storen; de grijsaard keek op, om te
zien, wat er in het naaste vertrek gebeurde,
en ik deed hetzelfde. Op dat gezicht werd
ik rood van driften verontwaardiging, want
ik zag, Martha, Felix en Agapia alle drie
geknield voor een beeld, dat gij den Chris
tus noemt. „O! Goede Jesus!" riep Agapia
uit, „als Gij een slachtoffer verlangt, zie
hier ben ik; herboren door het water des
doojvsels, versierd door de onschuld, die
Gij mij hebt medegedeeld, kan het niet an
ders |of ik moet u aangenaam zijn, en
hoewel ik hog klejn, zeer klein ben, wensch
ik toch spoedig bij U te zijn in uw schoon
Paradijs..,Maar, 0, mijn God, laat toch
ucigai,
sprong plotseling onder hilariteit wethou
der Surrurier, die stil den heelen middagjhad
neergezeten op, om zijn collega den rug toe
te draaien ten teeken van groote verontwaar
diging!
De Voorzitter wilde zelf iets zeggen
Deze circulaire, zoo wordt voorgesteld, zou
zijn 'het werk alleen van den wethouder De
Vries. Doch de meerderheid van B. en W.
is onmiddellijk met het denkbeeld van wet
houder De Vries, imedegegaan en onderschrij
ven volkomen diens rede. Het verwondert
spr., dat mr. V. d. Bergh thans zóó kras
tegen de circulaire is ingegaan, omdat de
zelfde heer in het college zich niet a'ldus
deed hooren en ofschoon er tegen, toch
aan de circulaire heeft medegewerkt.
De heer Lam brechtsen v. Rithem
Bah|! bah!
Stemmen: Misselijke vent|!
Dat is toch wel te „vrij van zinnen"
om eerst mede te werken tot de tot stand
koming van eene circulaire, en dan later
er den naam niet van willen hebben'!
onzen lieven vader zoolang leven op aarde,
totdat hij zelf idje oogen voor het licht
des geloofs heeft geopend."
„Ja, mijn God'! verlicht zijn verstand",
bad op zijn beurt Felix, „verwijder den
sluier, die hem belet de schoonheid van
onzen heiligen godsdienst te zien; raak
zijn hart, doe hem gevoelen, hoe zoet uw
juk, hoe licht uw last is."
„In plaats van mijn drift tot bedaren
te brengen, bracht mij die taal tot woede.
„Ik trok mijn degen uit de schede en
deed twee stappen vooruit, om Martha te
straffen, die mij had verraden, zij, die de
twee kinderen, Hie 'ik haar had toevertrouwd
had opgevoed in eenen godsdienst, die de
mijne niet was. De grijsaard, altijd kalm
en bedaard, plaatst ezich met eene majestu
euze beweging tusschen de drie knielen
den en mij. De woede verblindde mij, ik
richtte mijn wapen op dat eerbiedwaardig
hoofd."
„Stoot toezeide hij mij- zonder zich te
bewegen, „ik zal mij niet verdedigen."
„Gelooft gij dan", zeide ik hem, „dat
één slachtoffer méér, mij moeite zou kos
ten- op dit oogenblik."
„Stoot toef reeds bij voorbaat vergeef
ik u."
„Antwoord mij. Wie heeft u de midde
len aan de hand gedaan, om tot hiertoe in
mijn paleis door te dringen?
„Hij, die alleen de Almachtige God is;
Hij, jjlie de maehtigsten der aarde gemak
keiijker kan verbrijzelen, dan gij in staat
zijt mijn schedel vaneen te slijten. Hij ein
delijk, Hje ons tot den rand van den af
«ene reeks vormen van zeer belang
rijke onderwerpen, die voor het groote pu
bliek bestemd zijn. Flouiders van avondkaar
ten, die door omstandigheden niet de ge
heele Sociale Week kunnen volgen, zijn
daardoor toch in He gelegenheid eene reeks
interessante voordrachten te hooren-
Zooals reeds gemeld 'werd, zijn,' Ier 3 soor
tent oegangskaartenWeekkaarten, recht ge
vende op besproken plaats gedurende de
geheel e Sociale Week, a f2.50; doorfoo
pende avondkaarten (ook geldig voor de
sluitingsvergadering), a f 1.—en vergade
ringkaarten a 20 cents per stuk.
Per postwissel te bestellen aan het Ccn
traal Bureau van ide K. S. A. te Leiden.
De prins in het Zuiden. Naar dc
„Msb" verneemt ligt het in het voorne
men van Prins Hendrik, ter gelegenheid van
zijn bezoek aan Maastricht op 16 Augustus
a.s. ter bijwoning van de vergadering van
den Federatieven Nederl. Ziüvelbond den
volgenden dag een bezoek te brengen aan
de mijnen te 'Heerlen, en daarna aan de pas
te Valkenburg ingewijde Catacomben,
Prins Hendrik, die te Maastricht deelneemt
aan een feestmaaltijd in het gebouw der
Maastrichter Staar, zal er de gast zijn van
den Commissaris der Koningin.
grond voerde en weder terug brengt."
„Belachelijke droomerijen! Hoe is zijn
Naamj?"
„Uwe jeugdige, gevangenen, hebben het
u zoo even gezegd. De sterren van het
firmament verkondigen luide zijne macht,
de vogelen des hemels bezingen zijne wel
dadenover geheel de aarde aanbidden hem
de Christenen; alleen gij en allen, die uwe
onwetendheid deelen, schijnt Hem nog te
miskennen."
Mijn blik had nogmaals zijne oogen ont
moet; ik stak mijn wapen wederom in
de scheede, en op datzelfde oogenblik hoor
de ik het gekletter der wapenen van m.ij
ne vijanden in mijne ooren klinken."
„Treed binnen," zeide mij die geheim
zinnige persoon.
„Nauwelijks was ik tmet mijn kleinen neef
het vertrek binnengegaan, of de grijsaard
liep met eene vlugheid, die ik voor zijne
jaren onmogelijk zou gewaand hebben, naar
de deur, draaide het slot om, nam de twee
kleine pasgedoopten bij de hand en ver
wijderde zich, langs eene andere geheim»
deur, uit het vertrek; hij liep een langen
smallen gang in, mij wenkende hem te
volgen. Na een kwartier uurs, onder de
grootste stilte gegaan te hebben, opende hij
eene andere deur, Hie nabij He zee uitkwam,
en nadat hij een mijner handen in de
zijne genomen had, vroeg ik hem.
„En wat moet ik doen met Felix m
Agapia?"
(Wordt vervolgd),