,N
tien
ill®
ERK
lerpakjes.
s7
No. 62
Zaterdag 6 Augustus 1910.
4"' Jaargang
8
R. BatL Mieiiws- ei .ILdvertentieblacl
voer M©©rei-II©Ila,ai«L
iP
HUIS.
SE
re
S1 wê
voor Handwerkslioden,
Ambachtsschool,
Alkmaar.
FEUILLETON.
Be T ooveras van Astaroht
n.
J1SLOTEN.
IAAR,
Kempen!!
ayglop.
|sse Kleeder-
volsie ver-
bezoeken.
dt gegaran-
ijzen reeds
rordt thans
istaan.
rschillende
t i s wordt
lagazijnen
>enenbrug.
pijn van
rordt
eds
W
re
S5 S
re p
3
re
re
H
o*
re
[ENT.
Yersohljitt Woensdag en Saterdag.
Dit nummer bestaat uit 8 bhdz
ieder met 2-jarigen Cursus
te ALKMAAR.
Inschrijving van Leerlingen
Avondcursussen
in het Schoenmaken, Behangen
en Stoffeeren en voor Gezellen
in het Kleedermakersvak.
Handelsavondcursus
san de BufgesfawüdschfKsl
met 4-jarigen cursus
te ALKMAAR.
Gehuwde onderwijzeressen
■AD".
era
05
O
P
a
re
•-I
O
O
re Od
-ö 3
a
ff, (D
P 5?'
N O
tn
o
B5f
O
>-»
p.
C
M
to g
p o,
P p
p
I
DLD3NZAAL,
bij Koninklijk
tapkamer-Ameuble*
>udea en Zilveren
(30)
Eefc van f 2,50.
temfcer.
No. 12, Alkmaar.
van porto.
ONS
BLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
00 et. per 3 maanden franco huia90 et. met geïllustreerd
Zondagsblad. Te betalen in het begin van ieder kwartaal.
Afzonderlijke nummers Van de conrant3 cent.
Van het Zondagsblad5 cent.
Uitgave van de Naam!. Vennootschap „Ons Blad".
BUEBAUBreedstraat 12, tegenover de 3. 1- Zerk, te Alkmaar.
Telefoon No. 483.
AOVERTENTIÊN i
Vsa 15 regels30 eest.
Slke regel meer6 t
Reclames per regel15
Kleine advertenties van 1 —30 woorden, bij vooruitbet, 25
inet daaraan verbonden
aan bovengenoemde inrichtingen voor
den cnrsua 1910/1911 zal plaats hebben
op Donderdag 18 Augustas voor leerlin
gen van den vorigen cursus en op Vrij
dag 19 Augustus voor hen, die de school
root het eerst wenschen te bezoeken,
telkens des avonds van 79 uren, in
het gebouw der Burgeravondschool.
Zij, die een bewijs kunnen overleggen,
van met vrucht het lager onderwijs
aan eene openbare of bijzondere school
genoten te hebben, worden van het ver-
eischte toelatingsexamen vrijgesteld.
Het schoolgeld bedraagt f5.per
leerling, f 2 50 voor wien dit te bezwa
rend is en geheel vrij voor hen die geen
schoolgeld betalen kunnen, ter beoor-
deeling van Burgemeester en Wethou
ders. Voor zoover er plaatsruimte is,
htmnen oud leerlingen die aan het einde
van den vorigen cursus bet diploma ont
vingen, en leerlingen uit omliggende
gemeenten de laatste tegen het hoogste
schoolgeld worden aangenomen.
Tevens wordt nog medegedeeld, dat
zij die meer dan tweemaal in de maand
zonder noodzaak de lessen verzuimen,
van de inrichtingen kunnen worden ver-
wjjderd.
Ouders en voogden gelieven hiervan
goede nota te nemen.
De Directeur,
H. VAN DER HEIJ.
De inschrijving van leerlingen en ge
zellen, ook die van den vorigen cursus,
ia bovengenoemde vakken, zal geschie
den op Woensdag 17 Augustus a sde3
avonds van 79 uren en op Docder-
dsg 18 Augustus a.s., des namiddags
van 2-4 uren, in het gebouw der school.
De Directeur,
H. VAN DER HEIJ.
Inschrijving van leerlingen, (jongens en meisjes),
ook die van den vorigen cursus, aan
bovengenoemde inrichting, zal plaats
hebben op Diasdag 16 Augustus 1910,
des avonds van 79 ures, in het ge
bouw der Burgeravondschool alhier.
Zij, die een bewijs kunnen overleggen
van met vrucht lager onderwijs aan eene
openbare of bijzondere school genoten te
hebben, worden van het vereischte toe
latingsexamen vrijgesteld.
Het schoolgeld bedraagt f 5 per leer
ling, f 2 50 voor wien dit te bezwarend
is en geheel vrij voor hen, die geen
schoolgeld betalen kunnen ter beoor
deeling van Burgemeester en Wethouders.
Voor zoover er plaatsruimte is, kunnen
leerlingen uit omliggende gemeenten
tegen het hoogste schoolgeld worden
aangenomen.
Het onderwijs zal omvatten: Boek
houden, Handelsrecht, Rekenen, Handels-
rekenen, Handelsaardrykskunde, Neder-
landsche, Engelsohe, Duitsehe taal en
schrijven.
De Directeur,
H. VAN DER HEIJ.
Ia „de Katholieke school" komt het
volgende artikeltje voor
In 'het Duitsehe tijdschrift „Die Umschau"
schrijft een onderwijzeres, me.j Laura Stre-
we, o. m. het volgende:
„Onlangs las ik, dat onderwijzeressen er
naar streven, om bij eventueel huwelijk in
betrekking te mogen blijven. Ik heb die
regels tweemaal herlezen. Om welke re
den willen zij dan onderwijzeres blijven?
Omdat zij niet van de betrekking' kunnen
scheiden? Dus uit liefde tot het beroep?
Oaat haar (dit boven alles, zoodat zij er niet
aan kunnen vaarwel zeggen? Of is het, om
door de toekomstige, meestal nog klimmen
de bijverdienste als een goede partij te
worden beschouwd? Of wel tot bevrediging
van den wensch, de zucht tot gelijkstelling
met den man?
Huwen, dat mogen natuurlijk jonge en
oude onderwijzeressen. Meent gij editor,
I dal alteen het bezitten van een man en
kind gelukkig maakt? Neen, een goede
vrouw is dan alleen geiukkig, als zij zich
geheel en al voor man 'en kind kan geven.
En goede huisvrouwen, goede moeders wilt
gij immers worden, als gij kunt? Dan moet
gij ook bij het in-het-huwelijk-treden van
uw betrekking afzien. Zoo ergens, dan past
DESCHIEDKUNDIQ verhaal UITJ HET
midden der derde eeuw,,
53> door E. S. VAN LUIK.
Mix las (daarna een da' brieven voor:
Mijn goede Vrienden,
„Hierbij zend ik u een brief, dien ik
Z0Qeven heb ontvangen van uwen dierba
ren weldoener, den doorluchtigen heer
Uavianus. Deze brief zal u tot het top
punt van uw geluk voeren en u loe
ren, dat de goede God ons gebed genadig
verhoord en eindelijk onze vurigste ver-
1 Hngens vervuld heeft.
„Het zal niet noodig zijn u te ver
manen, onverschrokken den dood te
geinoet te gaan; ik ken het groot ver
langen, dat gij hebt, uw bloed, te ver
gieten voor ide zaak der h. Kerk; maar,
dierbare vrienden, ik zelf heb uwe ge-
beden noodigIk vrees, u niet meer
'e zullen zien op Ideze wereld. Want
r' hoor reeds in den geest het geroep des
volks; „Cyprianus voor de leeuwen! Cy-
prianus voor de leeuwen!Dit zegt
ffenoeg om mij te verhinderen, morgen
naar het amphitheater te gaan, om u
I een laatste maal te zegenen. O, als ik
niet noodig was, om ide kerk te besturen,
mi vv®lk eene blijdschap aeu ik mor-
gen deelnemen aan den strijd om de
kroon van het eeuwig loon te verdienen
Vaarwel, Felix, mijn dierbare vriend. Vaar
wel Agapia, mijn dierbaar kind. Morgen
ben ik in den geest bij u.
Uw oude Vriend,
Cyprianus, Bisschop van Carthago.
„Vader is Christen geworden!" riep Aga
pia!, ,,onze vader is Christen! Open dade
lijk zijn brief en lees hem voor." Felix
opende den brief van Flavianus; maar hij
was verplicht even te wachten, de blijd
schap deed zijn hart te geweldig kloppen
en zijne oogen kwamen vol tranen-
Een poosje later las hij
Dierbare Kinderen.
„Ik hoop, dat deze brief u zal geworden,
want sinds langen tijd ken ik den beroem
den Bisschop van Carthoga, en ik weet,
dat hij alles doen zal, wat mogelijk is,
om u voor uwen dood bekend te maken,
dat God uwe gebeden verhoord heeft
Ja, dierbare kinderen, ik ben Christen,
Christen door !de genade van God ien uwe
gebeden. Reeds maanden lang heb ik
de waarheden van den Cjhristelijken gods-
dienst bestudeerd, en eenige dagen wa
ren voor «en goeden ijverigen priester
voldoende, mij in staat te stellen, het
H. Doopsel, alsook het Vormsel, het H.
Sacrament van boetvaardigheid en des
Altaars te ontvangen, Nu ben ik dan
Christen; maar helaastot welken duren
prijs moet ik dit geluk koopen! Mijne
intrad# in ds Kerk van Christus h.eft den
voor u idan het woord: Niemand kan twee
Weeren dienen.
Laten wfj eens aannemen, dat een onder
wijzeires huwt en in haar betrekking blijft
Zij wordt moeder. De aan deze gebeurtenis
voorafgaande en de daarop volgende weken
ga ik voorbij. De jonge vrouw voedt natuur
lijk haar kind. Mijn vraag is: Waar en wan
neer zal zij dat doen? Wie vervangt haar
in dien tijd? En in de eerste levensjaren
beeft een kind het meest toezicht en ver
pleging1 noodig Of wilt gij misschien uw
kind aan vreemden toevertrouwen? In heel
'het latere leven leert de mensch niet zoo
veel als in de eerste jaren der kindsheid
En nooit uit hij zijn vreugde daarover zoo
intensief jails in de prille jeugd. Van wel
ke reine vreugden, die in de herinnering
altijd levendig blijven, berooft zich een moe
der die het ontwaken van het geestesleven
van haar kind niet geregeld en opmerkzaam
gadeslaat! De moeder behoort te zijn de
verzorgster, de speelgenoote, de opvoedster
van haar kind; zij moet voor haar kind
alles zijn! Is dat nu mogelijk, wanneer
zij een betrekking buitenshuis waarneemt?
Het komt haast niet voor, dat een ge
zin geheel van ziekten verschoond blijft
„Het is maar goed", zegt de volksmond,
„als de moeder gezond blijft". Zij is de
geboren verpleegster. Zij waakt aan het
ziekbed van haar man, aan Ide wieg van het
kranke kind. Wanneer zij nu nog onderwijze
res ware gebleven, zou zij dan op dezelfde
wijze voor haar beminde zieken kunnen zor
gen? Daarom zeg ik: Neen, onderwijzeres
en huwelijk? Een onding!
Als ik 's nachts heb gewaakt, dan ben
ik overdag moe en kan slechts met halve
kracht onderwijs geven. Mijn gedachten blij
ven niet bij de zaak; neen die zijn te huis
bij ide zieken. Ik ben verstrooid. Een slechte
onderwijzeres is zij, die haar plichten ge
brekkig vervult. Ben ik een goede huisvrouw
en moeder, wanneer ik aan vreemden de
verpleging van mijn zieken overlaat?
Een gehuwde onderwijzeres heeft dage
Iijks buiten de schooluren tijd noodig om
werk te verbeteren, zich voor te bereiden
en zich verder te bekwamen. De daaraan
besteden tijd onttrekt zij aan haar gezin.
Onderwijzeres en huwelijk? Neen, nog'
maals neenDe vrouw moet zijn een blij
de levensgezellin van haar echtgenoot, de
verzorgster, speelgenoote en opvoedster van
haar kinderen. Huwelijk en Onderwijzeres
behooren niet bij elkaar. Elk eischt den
geheelen mensch".
Die woorden zijn geschreven door een
onderwijzeres. Daaruit spreekt duidelijk een
hooge opvatting, een edele beschouwing
zoowel van het beroep van onderwijzeres
als van de verheven waardigheid van het
moederschap. Vooral in den tegenwoordi-
gen tijd van vrouwenemancipatie doet het
goecl zoo'n taal met zulke argumenten te hoo
ren uit den mond ©ener onderwijzeres zelve.
dood geëischt van de eenige vrienden,
die ik in Rome had, op (de aanklacht
van Idezelfde, fdjie u in ide Igevangenis heeft
laten werpen. Het paleis, waar ik ge
woonlijk onder de Christenen mijne avon
den doorbreng, is omsingeld geworden
Slechts één van de zes is aan de moorde
naars des keizers kunnen ontsnappen;
en (die eene was ik zelf; de anderen zijn
naar de gevangenis gebracht, en reeds
den volgenden morgen als Christen ont-
hoofd. Hierbij meld ik u hunne namen,
opdat gij ze zoudt aanroepen op den
dag van uwien strijd.
„Het zijn ide senator Zeno, wiens zoon
Quintius reeds vier jaar het Evangelie
verkondigt, de patriciërs Spurius en Faus-
tus, mijne bijzondere vrienden, bij wie
ik eenige weken meer vreugde en ge
luk heb gesmaakt dan in mijne laatste
dertig jaren; en Lucilla en Secundina,
twee heerlijke voorbeelden voor alle Chris
tenmaagden, kostbare, schitterende pare
len, die nu !het Lam volgen, overal waar
l;et gaat, die nu den troon versieren van
Maria, ide Koningin der maagden.
„Met veie andere Christenen heb ik
ook eenige voorwerpen kunnen machtig
worden van hunne hei.ige overblijfselen.
Ik bewaar ze en zal ze dragen, als een
voorbehoedmiddel tegen de aanvallen dei-
hel en als een teeken van overwinning,
op dezelve. Rome heb ik moeten verlaten,
waar men duizenden middelen aanwend
de, om zi» hvan mijn persoon meester
Wat hier geschreven wordt over de
gehuwde onderwijzeres, betreft even
zeer de gehuwde ambtenares, voor
welke beide categoriën van vrouwen
het onlangs door minister Heemskerk
ingediende ontwerp van wet ter rege
ling harer positie geldt.
De beide hoofdmotieven voor deze
wet blijken uit het bovenstaande arti
kei duidelijk, n.l.
1. het gezinsleven lijdt door den
arbeid der vrouw buitenshuis schade.
Dit argument pleitte voor het van
Overheidswege stellen van bepalingen
ter beperking van den arbeid door ge
trouwde vrouwen in fabrieken en werk
plaatsen.
En zou dit dan niet gelden voor ge
huwde vrouwen van hoogere rangen
in de maatschappij, van hooger intellect?
Zeer zeker, al behoeyen zij niet te
arbeiden in fabrieken en werkplaatsen,
door haar langdurig verblijf buitenshuis,
buiten het geziD, waarbij nog gevoegd
dient te worden baar arbeiden in het
gezin ten behoeve van hare functie
het corrigeeren van schriftelijk werk,
het voorbereiden voor de les, enz. -moet
het huisgezin schade lijden, verwaar-
loozen.
De Staat, de Maatschappij rust in
zekeren zin op het huisgezin, zij heeft
er dus belang bij, dat het gezin in stand
wordt gehouden.
De ongereptheid van het gezinsleven
is een voor de maatschappij belangrijke
factor. Welnu, dan ligt het op den
weg der overheid, (daargesteld om de
goede orde in die maatschappij te be
waren,) dien factor te beschermen, wan
neer hij gevaar loopt.
2. Lijdt het belang van het onder
wijs resp. dat van den dienst er
niet onder
Op die vraag kan bevestigend worden
geantwoord, gelijk uit het bovenstaande
geschrift blijkt.
Evenmin als het den onderwijzer bij
de wet verboden is eene nevenbetrek
king waar te nemen, omdat de
wetgever van meening is en te
recht dat het ambt van onder
wijzer den geheelen mensch eischt, zoo
kan de wetgever niet toestaan, dat de
vrouw èn als onderwijzeres èn als
verzorgster en opvoedster der kinderen
werkzaam is.
Het ambt van onderwijzeres eischt
evenzeer als dat van onderwijzer den
geheelen mensch.
De bekende opvoedkundige Koonings
zegt in zijn boek over „Paedagogiek"
„De onderwijzer moet in de school
„gekomen met zijn jas zijne zorgen aan
„den kapstok hangen."
Dit geldt natuurlijk evenzeer voor de
onderwijzeres.
te maken. Ik schrijf u van uit Came-
rino, van waar ik morgen zal vertrek
ken, oru naar Afrika over te komen.
„Ik weet niet, dierbare kinderen, of ik
u met de oogen des lichaams nog levend
zal zien, echter hoop ik (dat. Wanneer gij
in hets trijdpark komt, ziet dan achter
den zetel van den gouverneur, die den
keizer vervangt. Daar zult gij ter rech
terzijde eene plaats ingenomen zien door
eene Romeinsche dame, die de reis naar
Carthago heeft gemaakt, om twee kin
deren te zien verscheurd worden. Als
ik op tijd aankom, mijne kinderen, zult gij
mij in hare nabijheid zien. Het is van
daar, dat ik u mijn laatste vaarwel toe
roep en mijn eersten zegen als Chris
ten geven zal.
„Men spreekt hier (te Gamerino) on
der de Christenen van een kluizenaar,
dien men den wonderdoener noemt. Wan
neer gij niet meer op deze wereld zijt,
zal ik mij, indien God mij daarvoor den
tijd verleent, tot dien man begeven, op
dat hij mij door zijn woord en voor
beeld leere, wat ik moet doen om ze
ken n den Hemel te komen; door het
gebed, het vasten en de overweging zal
ik den tijd afwachten, dat de vervolging
voorbij is en er meer rustige dagen ko
men, om mij 'dan onder de Christenen te
begeven.
„Moed dusmijne kinderen, het gevecht
zal verschrikkelijk, maar kort zijn; uw
krooni s gereed4 O! als de dood u
Maar wij vragen? Hoe is dat moge
lijk voor eene onderwijzeres, die een
kind aan het ziekbed gekluisterd heeft?
Waar zullen hare gedachten zijn tijdens
den schooltijd? Bij de les of bij haar
ziek kind? De moederliefde geeft het
antwoord op die vraag. En als zij den
geheelen nacht bij dat zieke kind heeft
gewaakt, zal het onderwijs, de dienst
daar geen schade van ondervinden?
De moederliefde geeft veel aan het
kind. Hoe heerlijk bezingt Mevr. Lapi-
dothSwart ze in een harer verzen:
UitSneeuwvlokken.
Zacht luid de eenvoudige, oude melodie,
Waarmee de moeder 't lfldend kindje euet.
Bij elke etroof sjjn melkwit koontje kust,
Hem loetjes wiegend, dat de pijn ontvliê.
Lief inebt dat lied van liefdeleed en -last
Door 't stil vertrekgeen die dear Iulstre
[of splö
Naar 't blanke groepje, dan de vader, die
Zich opricht van de sponde waar hjj rnst.
Zoo sing ook ik mijn leed in slaap, heel zacht.
«Slaap, zoete kindje! woel en ween zoo niet!«
En zeer eentonig klinkt mijn wiegelied.
En niemand luistert in den duistren nacht,
Naar de oude wijs vol teedren weemoed, dan
Mijn arm ziek kindje, dat niet slapen kan.
Deze zoo heerlijk bezoDgen moeder
liefde eischt den geheelen mrnsch, de
geheele echtgenoote en moeder. En al
mogen de tijden en zeden veranderen,
die liefde van de moeder tot het kind
door God in het hart gelegd, zal blijven
bestaan, bl(jven eischen, dat de plaats
van de moeder niet is buiten maar in
het gezin.
buItênland.
Spanje en het Vatlcaan,
Niet vaak gebeurt het, dat de z.g. neu
trale en liberale bladen recht doen aan
de Katholieken, vooral in zaken betref
fc-nde het Vaticaan.
Een uitzondering op dien regel maakt
thans „de Telegraaf", die over het uitgebro
ken conflict tusschen Spanje en het Va
ticaan het navolgende schrijft:
„Het standpunt van het Vaticaan in het
Spaansche conflict laat aan duidelijkheid
niets te wenschen over, en steekt zelfs,
wat diplomatieke correctheid betreft, gun
stig af bij (de houding der Spaansche re
geering. De „Osservatore Romano" noemt
het een groot gebrek aan kieschheid, dat de
Spaansche minister-president zijn jongste no
ta eerder aan de Parijsche journalisten dan
aan het Vaticaan mededeelde. Terwijl over
de géheelc wereld de pers zich reeds in
beschouwingen verdiepte over de nieuwe
wending, die het conflict tusschen Span
je (en 'den 'H. Stoel genomen had, was men te
y«:ees aanjaagt, zie 'dan op naar den
Hemelals de leeuwen u van schrik en
angst doen ontstellen, denk dan aan de
bemoedigende woorden van Cyprianus.
De gedachte daaraan zal u ondersteu
nen; aanroept ook de Heiligen, wier over
blijfselen ik bij mij draag!en al de
HH. Martelaren die voor hetzelfde ge
loof hun bloed vergoten hebben. Vaar
wel, mijne kinderen, hanen verduisteren
mijne oogen, droefheid, vermengd met
blijdschap om uw geluk, beklemt mijn
arm hart, ik moet van u scheiden.
„Eelix, ondersteun Agapia; Agapia, on
dersteun Felix. Wanneer gij voor den
troon van God zult gekomen zijn, denk
dan aan hem, dien gij op aarde achterlaat
en die altijd voor u de ingewanden van
een vader en liet hart van eenen vriend
gehad heeft.
FLAVIANUS.
P.S. Felix, zeer waarschijnlijk zou ik
u aan den dood hebben kunnen ontruk
ken; maar daarvoor had ik u moeten
block,te 11 en aan eene ongelukkige eeuwig
heid; gij zoudt het voorwerp uwer ge
negenheid hebben vervloekt, «1 a zoo ge
noodzaakt zijn geweest, uwe liefkozingen
aan een ontaard schepsel te schenken.
Daarom wilde ik 11 liever de kroon der
onsterfelijkheid laten verdienen. Vaar
wel."
i .1 -
(Wondt vervolgd).
u)