haring, inder derschap, t geurige TWEEDE BLAD. Zaterdag 5 November 1910. SOECKER, .IS, firma EQII11, ienlo adres Opgericht 1870. Alkmaar, nkiseding ,3 Icra 1 "T (T* f 1 P Situate g/' H©ftefst?a&t 27, t isor. ^WERKEN. AMESKETTINGEN. voor reparatiën. ote sorteering in oorten onberispelijk. 11. TfOERIM ir a.s.s GENTIA.." ELCleëü No. 88 6 NOVEMBER. ZOEK LI C H T. KINDERRUBRIEK. Moeder moet rusten. INGEZONDEN. Een motie van verrrxrrtrouwen, GEMENGD NIEUWS. straat 89. Telef. 169. irspeculaas en iterhanket. en Miter /j E.G. (roomboter gelijk) iek ran tal mijner Cliëntèle het perceel Baangracht een )or WIKEEL ingericht, maf Vj K G. en hooger wor- ia bezorgd. orden in bruikleen gegeven. I1/» of 5 E.G. 5 oent per ;er. )er of vrachtrijder franoo thuis, abevelend, HANDEL. 5®1ise, N prijzen en i nalen l 0 1 O rf- \r .8. O W O CD 1 Ou (5 u/ O* (If Bi ASAÏÏJJ Mient. >rr i i in i. i ,i I. i i r ven. f tgr 8 utir precies» 'ijgbaar gesteld 75 CSttf e Heerea B. J. AL, Ver- -S, PayglopTh. GROOT- e fi'ma H. VAN ELST, ONS BLAD. KALENDER voor de dagen der week. 6 November. Zondag. H. Leonardu», Belijder. EvangelieSet goede zaad en het onkruid. Matt hem XIII: 24 - 30. i November. Maandag. H. Willibrordue, Bel. 8 November. Dinsdag. Octaafdag van Aller heiligen. 9 November. Woensdag. Kerkwijding van de Basiliek dee Verlossers te Rome. 10 November. Donderdag. H, Andrea» Avel llnna, Belijder. 11 November. Vrijdag. H. Martinue, Belijder. 12 November. Zaterdag. H, Lebulnui, Bel. Vijf en twintigste Zondag na Pinksteren. Eerste Zondag der Maand. Les uit den brief van den H. apostel Paulus aan de KolossensenIII, 12 17. Broeders! Doet aan, als 'uitverkorenen Gods, heiligen en welbeminden, hartelijk mededoogen, goedertierenheid, nederigheid, bescheidenheid^ lankmoedigheid, elkander ver gevend, zoo iemand ©enige klacht heeft tegen een ander; gelijk 1de Heer u vergeven heeft, aldus ook gij Boven dit alles echter hebt de liefde, welke de band der vol maaktheid is En in uwe harten zegevier© de vrede van Christus, tot wielken gij ook geroepen zijt in één lidhaam; en weest dankbaar! Het woord van Christus wone in u overvloedig in alle wijsheid! Leert en vermaant elkander met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, in welgevalligheid Gode zingend in uwe harten! Al wat gij ook doet met woord of wgyk, doet alles in den naam des Heeren Jesus Christus, God en den Vader dankzeggend door Jesus Chris tus onzen Heer! Evangelie volgens den H. Matthaus XIII, 24-30. Te dien tijde sprak Jesus tot de scharen deze gelijkenis: het Rijk der hemelen is gelijk aan een man, die goed zaad op zij nen akker gezaaid had. Doch terwijl de menschen sliepen, kwam zijn vijand, zaaide onkruid midden tusschen de tarwe en ging heen. Toen nu, de halmen opgeschoten wa ren en vrucht droegen, vertoonde: zich ook het onkruid. En de dienaren des huisva ders gingen tot hem en zeiden: heer! hebt gij geen goed zaad op uwen akker gezaaid Van waar dan heeft hij het onkruid? Hij nu zeide tot hen: een vijandig mensch heeft dit gedaan. Eli de dienaars zeiden hem wilt gij, dat wij gaan en het verzamelen? Doch hij zeide: neen! opdat gij misschien niet, het onkruid verzamelend, tegelijk daar mee ook de tarwe uitrukt. Laat beiden groei tn tot den oogst; en ten tijde van den oogst zal ik aan de maaiers zeggen: verzamelt eerst het onkruid en bindt het zamen tot bundels om te verbranden; maar vergadert de tarwe in mijne schuur. P—wsf-Kwuii—li w'i'>|iwwrw—Bsmmaman— Goeden morgon I 'C'eet le ton qui fait la musique», «het 1» de toon die de mmiek maakt» en wan neer we dat in toepassing brengen op de toon, die onxe Nederlandeche linkerpers or- Bonen aanslaan de grooten zoowel als de kleinen, dan is het inderdaad erbarmelijke ketelmniiek die we in deie dsgen te hoo- 'en krjjgen, 't is gek, maar zelfs de deftigste redacties verliezen hun aangewende kalmte, roodra er kans is dat een relletje op touw kan worden gezet tegen de clericalen, Dan 'orgeat een «Nieuwe Courant» het orgaan der «High life» den afstand dien xjj in nor male dagen voor niets ter wereld ion ver geten en die haar scheidt van proletariers- bladen als «Het Volk,» dan daalt xjj gena dig van haar hoogen zetel, verbroedert zich met de roode vrijbuiter» en arm in arm dansen de heterogene redacteuren eea woe- 'te rondedans om het naar 2ij meenen althans gevallen clericalisms. Ook thans weer met de revolutie in Por tugal, Welke gruwelen ook daar het opge ruide gepeupel bedryft, tot welke beestach tigheden het overgaat, waar het religieuzen a® monniken betreft, geen woord van pro test niet alleen, maar zelfs een zeer voor barige waarschuwing tot onze regeering, om toch vooral dio uit hun land als vee ver jaagde priesters en zusters geen toegang te Beven tot Nederland. Dan worden xij reeds door de «Nieuwe Ort.» gesignaleerd als He en van «verdacht allooi» en de redactie die nooit uit de plooi valt, vergeet hare ge reserveerdheid en als een straatjongen, die rriet vraagt aan xjjn kornuiten waar ze van daan komen, als hij er slechts kwajongens- «tïeken mee kan uithalen, vereenigt xQ zich j®®t alles wat tegen de papen optrekt, steekt haar welverzorgde handen uit en grist naar 6 ®oest onwelriekende projectielen om daar mede te werpen naar... die Jesniten. j als er Russische joden worden ver- Jaagd, dan j8 jjeej ,]e p9IB jn opstand om nc en wee te roepontoen Dreyfus werd 'oroordeeld bewoog men hemel en aarde °m rijn onschuld te bewQtan, maar als duizenden priesters worden vermoord en verjaagd... dan xet men zich in de redactie stoel en schrijft een artikel om toch te waarschuwen die bannelingen buiten de deur te houden en dan... glimlacht men zelf voldaan. OI gepolijst anti clericalisme van onze grrrroote per». Dan is ons nog liever de ongebolsterde papenhaat van «het Volk» of de woeste aanvallen van een «Dageraad» die rondweg schrijft «Weekblad ter bestrijding van den gods dienst in al zijn vormen». Dat is ten minste duidelijk. Maar is bet niet merkwaardig? Toen Dr. Kuyper in 1905 was gevallen en men in woeste galop aan *xjja vreugde had uiting gegeven, constateerde(l) het Kamerlid Rood huizen, de grappige afgevaardigde der liberale Unie, dat de antithese dood was. Maar in 1910 blijkt die antithese zoo lavend als ooit en al wat elkander in gewone omstandigheden verfoeit, wordt dan besield en geleid door één gedachte, bet anti clericale cement plakt alles tijdelijk aaneen en men vormt een koor, dat slechts een kreet kent »a bas la calotte». Is de zwijmeiroes weder voorbjj, dan komt men tot zichzelf, de «Nieuwe Courant» trekt weer haar neus op voor die ontaarde familieleden, «het Volk» scheldt weer on vermoeid op de kapitalisten, totdat... er een nieuwe gelegenheid zich voordoet en dan... herhaalt zich de geschiedenis. «Zoo zijn onze manieren», neuriet men dan blijk baar met welgevallen. Goeden avond. VERITAS. Lieve kinderen, Het mooiste versje op rijm, dat op eene bekende wijze kan gexongen worden en waar- van de inhoud betrekking heeft op Kaaü's producten, zijn eigaren en tabak, ix ingele verd door Anna Duin, oud 15 jaar, R. K. Weeshuis, Verdronkenoord, Alkmaar, Het luidt als volgt WijiePiet Hein. Als je nu niet weet, wat dit liedje beduidt, Dan beb je de courant niet gelezen. Dan beb je wel gehoord dat de klok heeft [gelnid Maar niet waar de klepel moet wezen. Mijnheer KaajJ, Mijnheer Kaajj, Die he« ft sigaren fraai, Dun en dik en groot en klein, Ze zijn allen even fljo, Ge meet probeeren hoo of ze zijn. (big.) Ook heeft zij een ander aardig versje ingezonden «In den Kooltuin tien en drie,» Zegt TT iedereen «Kom en zie» Daar woont Mijnheer Kaaij, de fabrikant, Die heeft van alles aan de band, Fijne sigaren en ook heerlijke tabak, Voor weinig centen een heel volle zak, Gaat er niet voorbij zonder een sigaartje te [koopen Want xp ge eenmaal beginnen te rooken, Dan kunt ge nergens naar toe of uit de stad Zonder een sigaartje te hebben op pad. Aan dexe inzendster hebben wjj alzoo den eersten prijs, n.l. EEN LEEREN SCHOOLTASCH toegekend. Aangezien voor den tweeden prijs in deze afdeeling niemand in aanmerking komt, heb ben wQ dezen tot onze spijt niet knnnen toekomen. Wel ontvingen wij tal van versjes voor de tweede afdeeling. De volgende week zullen wQ de gelukkige prijs winners in deze afdeeling benevens de bekroonde versjes meedeelen. IV. Het was bijna donker daarbinnen. Het scihijnsel van het vuur in de- kachel wierp zijn onrustig licht in de kamer. Twiee kapotte stoelen, een groot e, oude canapé en een tafel schenen het heele ameu blement uit te maken. Midden op de tafel stond ©en flesch met drie dennetakjes. In ieder takje was een kaarsje gestoken, dus daarvoor had Karet zijn dubbeltje gebruikt. Daaraan zag ik ook dat wie hier goed terecht waren, en ook Karei zelf kwam spoedig te voorschijn, toen ik naar hem vroeg, De ischeur in zijn b'uisje Was genaaid', maar hetzelfde bleeke gezichtje wienddezich naar mij toe. „Hier breng, ik iets voor jou en je zus jes," zei ik en 'haalde alles uit de tasch en legde het op de tafel. Zonder dat de moeder het zei, kropen d© kinderen allemaal van die sofa, waarop ze gelegen hadden,, en bedankten mij. De moeder, zat met haar jongste kindje op den schoot, en schreide, lk zei een paar vriendelijke woorden te gen haar. „O, God, hoe zal ik u danken?" zei ze. „Ik was zoo bedroefd „omdat ik mijn kinde ren geen klein genoegen op Kerstmis kon geven. En toen bracht Karei van mor gen zijn kerstbboimen mee, ze wees op de dennetakjes in de flesch' en juist toen u binnenkwam, zongen de kinderen) het kerstlied. Ik werd zoo warm om het hart en moest aan mijn eigen jeugd den ken, die zoo anders was als die van mijn kinderen en „nu brengt u ons al dat lekkers." Da kinderen waren wear op hun plaats gekropen en zagen met schitterende oogen naar hun kerstpresenten. Wie gingen stil weg met het vaste voorne men, spoedig warme kleeren en verdere hulp te brengen. Toen we weer thuis gekomen waren en ik door de studeerkamer naar de kinde ren ging, riepen ze; „Nu, moeder, nu heeft u goed lang uit gerust." „Ja, en moeder, heeft er roode wangen van gekregen," zei vader, en geleidde mij naar den kerstboom. En voor de tweede -maal dezen avond klonk het in mijn ooren: „Er is een kind in Bethle, hem geboren", dezen keer in een gezellige, warme, lichte kamer. Daar stond de prachtige demieboom in al zijn glans -en heerlijkheid „de gouden appels, sterren en bloemen schitterden in het licht. Voordat we elkaar de hand reikten om rondom den boom te dansen, stonden we een ©ogenblik stil om hem eens goed te bewonderen. Plotseling klonk er een schel geluid uit den boom, dat was „Hans, de ka narie", die wat te vroeg zijn tege'nwoor idigheid verraadde. Een paar blijde kinder- oogen, keken eerst naar mij, toen naar den boom, en met een sprong haalde Willem zijn Hans te voorschijn. „Een heusche kanarievogel!" en vol ver rukking vloog Willem ons om den hals Maar toch, niettegenstaande al het licht ,en de vreugde, kom ik de duisternis in Kareis thuis niet vergeten, en toen we nadat de kerstlichtjes uitgebrand waren samen om de theetafel zaten, vertelde ik den kinde ren, toen ze mij vroegen, Waarom ik zoo stil ,was, de geschiedenis van Karei. En samen besloten we, dat we het volgend jaar slechts een heel kleinen kerstboom wil den hebben alleen met kaarsjes versierd „en met een suikerhart voor elk", riep mijn jongste dochtertje. We zijn van plan woord te houden, want het is niet de grootte, noch de hoeveel heid der geschenken, die, ons gelukkig maakt De echte kerstvreugde kan ook in het ar moedigste huis gevonden Worden, dat heeft Karei en zijn broertjes en zusjes ons ge leerd'. Mijnheer de Redacteur. Beleefd vraagt ondergeteekende een klein plaatsje in „Ons Blad." Bij voorbaat onzen dank. In het nummer van Zaterdag 22 Oct. komt een verslag voor van een gehouden vergadering van ons Kruisverbond. Naar aanleiding van dit verslag een paar opmer kingen Over de minachtende toon, Waarin uw correspondent 't laatste gedeelte van het verslag gesteld heeft, willen we niet veel zeggen, daar we piVertuigd zijn, dat de woorden, voor dat gedeelte gebruikt door een onbedachtzame hand zijn neergeschre ven. Maar, zou 't voor iemand', onbekend met hét voorgevallene, mogelijk zijn te ra den, hoe „een vaatje jenever" en een motie van verrrrrrrrtrouwen, bij elkaar kunnen kot men. Ons dunkt van niet. De zaak is deze: De voorzitter van ons Kruisverbond had iemand gevraagd, of 't Waar was, dat met een feest hier laatst gehouden, O'.a. pen vaatje jenever was meegegaan? Bovendien was de vraag door een ander aan den voorzitter gedaan, zoodat het de ze niet was, die dat praatje rondgestrooid had. Die vraag is ter oiore van den voor zitter der feestcomm. gekomen en deze vond dit een reden, om als lid van 't Kruisver bond te bedanken. Flauw: was 't nu om tegen een propagandist te zeggen: „ik be dank als lid, want van ©en vereeniging met zoo 'n voorzitter wil ik geen lid zijn." De voorzitter vroeg in de vergadering of zoo'n uitlating niet beleedigind was en 't gevolg was dei motie van vertrouwen. Was M. da R. die motie (mondeling) nu niet op zijn plaats? En zou U nu ook niet denken, dat UW correspondent en dat oud liid ta melijk met elkaar verwant zijn. De vraag over dat vaatje jenever, was maar een re- den, (die door ons oud-lid met beide ihan. den weid aangegrepen om als lid te be danken. Maar waarom er niet rond voor uitgekomen, dat hij 't onmogelijk nog lan ger als lid' van 't Kruisverbond kon vol houden? D:at had getoond meer karakter te bezitten. Is voor zoo'n bedankje dan zooveel moed noodig? Niemand had 't kwalijk genomen. Wij kunnen niet denken dat, dat vaatje 1de oor zaak van 't bedanken was. En om nu de zaak door een flauwiteit belachelijk voor te stellen is ongepast of Is uw corres pondent nu zoo plotseling anfi.Kruisverbon- der geworden? Ten slotte nog; dit: Er staat in dat verslag, dat de heer van der Hart, dat lag© praatje uit de wereld trapte. Och M. de R. de heer van der Hart trapt nooit en heeft ook nu niet getrapt om de doodeenvoudige reden dat er niets te trappen viel. Hij heeft enkel de zaak duidelijk gemaakt, daar hij er in be trokken was. Nogmaals dankend, Benige Bestuursleden van het Kruisver bond, „St. Joh. de Dooper", Assendelft. Mijnheer de Redacteur! Met weerzin zet ik mij neer, om naar aan leiding van bovenstaand min, misselijk en onbeschaamd stukje, iets in het midden te brengien. Ik heb nog gepoogd, omdat ik weet, dat „polemiek uit den booze is", of het mo gelijk was het ingezonden stuk' niet te doen plaatsen, doch mijn poging bij den voorzitter van het Kruisverbond leed schip breuk. Het korte antwoord op mijn goed bedoeld voorstel luidde: „Het in ge zon den stuk is niet van mij." In elk ge val [wist de voorzitter ervan, en hij had het met alle kracht moeten verhinderen, dat dergelijk pnzalig geschrijf in „Ons Blad" kwam. Doch ook al geen voldoend ontwik keld verantwoordelijkheidsgevoelOok al dronken van drankbestrijdersbeginselen Het „blijft nuchter drankbestrijders", de wereld ingieslingerd, is over zijn hoofd gegaan. De „Benige leden van ons Krujsverbondbestuur (Hoeveel?) hebben ten volle het recht om den correspondent hun misnoegen kenbaar te maken over het verslag in „Ons Blad" v. 22 October, dat hun niet aanstond. Maar ik, [uw correspondent, heb toch ook het recht om een dergelijk verslag in te zenden, Want mijn gegevens 'waren juist. Het is beslist waar, dat de heer van der Hart het laffe lasterpraatje op die ver gadering de wereld heeft uitgetrapt („Ge noemde heer van der Hart heeft mij nog heden verklaart, dat hij het woord „getrapt" prachtig vond; eigenlijk nog te zwak) Dit tusschen haakjes geplaatste reflecteert op de laatste periode van het ingezonden stuk, waarin gezegd wordt dat genoemde heer nooit trapt en nooit getrapt heeft. ,D'ien avond heeft hij wei getrapt, het heele „vaatje" in duigen! Figuurlijk altijd hoor! Nu de motie van verrrrrtrouwen. Mijn pen is heusch niet onbedachtzaam uitge gleden. Die vijf erretjes hebben 't eigen lijk gedaan! Daar zit nu de minachting in! Pardon, de belachelijkheid! Hoe kon de voorzitter een motie van vertrouwen laten stellen, nqar aanleiding van een door hem zelf opgeblazen zaak? Hij had het „vaatje jenever" (het zou bijna „ouwe klare ge worden zijn, want het dagteekende al van 14 August.) maar moeten laten rusten, men was het lasterpraatje al weer vergeten! En daarom een motie van vertrouwen! Ik vond het belachelijk en mocht het alzoo voorstellen, dat is m ij n recht Toen uw correspondent dat verslag schreef was minachting' en onbedachtzaamheid ver re van hemAlleen een gevoel van spijt be- heerschte hem, van spijt, dat de belangen van bet Assendelftsche Kruisverbond toe vertrouwd waren aan dergelijk bestuur'. Ik heb nu duidelijk gezegd, hoe ik over het gewraakte verslag denk. Op hetgeen ik gezegd zou hebben in een vertrouwe lijk (gesprek met het bestuurslid en dat den voorzitter is overgebriefd, ga ik niet in. Gesprekken worden nooit zuiver weer gegeven, ik sluit „opzet" buiten Maar nu iets |a nders „Van je vrienden moet je het hebben" mogen de nuchtere Kruisverb ouders wel uit roepen. Hoe zullen dezen, ik bedoel de nuchtere kruisverbonders wel oordeelen over dén verderen inhoud zan bovenstaand stukje der „Eenige bestuursleden"? „God bewaar me voor zulke vrienden!" hoor ik ze uit roepen." Met dat geschrijf hebben de „Eenige be stuursleden" getoond nog niet het abc van bestuursverantwoardelijkheid te ken nen Denk er aan heeren! Drankbestrijding is een teere zaak! Oij moogt een lid van het |Kjruis vierbond, dat bedankt (heeft, niet al dus behandelen, zooals gij mij' hebt ge daan! Oij moogt niet insinueeren daarom of daarom heeft dat lid bedankt. Dat is geen zaak voor de courant! Nogmaals, drankbe strijding, is een teere, kiesche zaak. Oij hebt O'nicies en onbeschaamd' gehandeld door mijn bedanken in de courant ter spra ke te brengen. Door bovenstaand stukje in te zenden, hebt ge de drankbestrijding te Assendelft ©en onberekenbaar nadeel berokkend; dit zij hie rgeconstateerd. Geloof me, zij diie zich' als lid (willen opgeven, zullen zich wiel driemaal bedenken, dit te doen, nu ons Kruisverbond zulke lei ders heeft. Leiders, die in een ingezonden stuk de motieven durven insinueeren, waar om ©en lid bedankt heeft; alleen om zich op die Wijze, op dat lid, dat het verkorven heeft |b'ij dat bestuur, te kunnen wreken. Ben reprimande kan ik dulden, zoo- ik het >er naar gemaakt heb! Echter van mijn private leven afblijven hoor! Contrabande! Verstaan! Nu tot slot: In onze parochie staat een huisje (het lijkt haast een sprookje, zoo'n begin!) waarin veel jenever clandestine wordt getapt. Een zee van ellende is daar door reeds ontstaan. Ik zal verder niet uit weiden. Aan de bewoners van dat huisje is zeer nauwi verwant een der opstellers; van bovenstaand ingezonden stuk. Ik roep dat bestuurslid: blijf vurig, maar nuchter drankbestrijder, doch treed af als bestuurder van het Assendelftsche Kruisver bond; p.oog Idan in het genoemde huisje den clandestinen verkoop v. jenever uit te roeien met alle mogelijke middelen, die u ten dienste staan, en wordt dan weer lid van ons Kruisverbondsbestuur mits ge in dien tijd geleerd hebt, in vertrouwen meegedeelde redenen van bedanken vaneen lid, piet meer te misbruiken. Genoeg! De lezers van „Ons Blad" zul'- len nu kunnen begrijpen, waarom ik het niet langer vol kon houden liidi van het Assendelftsche Kruisv er bon id te zijn. .Wie wil er nog lid zijn van een vereeniging met zoo'n Pracht!! bestuur? Ik niet; merci! Mijnheer de Redacteur! ik dank U voor de tijdige inzage van dat 01 n za lig ge schrijf; ik dank U ook hartelijk voor d'a groote plaatsruimte mij afgestaan. VALE! Uw correspondent VJiegen. Ondanks het woeden der ele menten op Dinsdag 1.1. heeft toch de avia- teur Kuiler om kwart over 3 boven de Molenheide bij Breda gevlogen. Om ongeveer kwart voor 4 ging hij nog maals omhoog. Bijna den geheelen cirkel beschreef hij weer op ©en hoogte van on geveer 15 meter; bijna want aan het einde viel het vliegtuig. Een, kort oogenblik van schrik, totdat men tot de zekerheid kwam, dat Kuiler zelf ongedeerd was en alleen isdiroef en onderstel der machine licht beschadigd, waren. „De motor wilde niet meer werken ten gevolge van het nat", verklaarde hij dood leuk. 1 Publiek was er zoo goed als niet De be langstelling mindert al hard. De menschen wagen tenminste geen nat pak meer aan die pieuwe sport. Onweer. Dinsdagmiddag en avond ont lastten zich boven Walcheren korte on weersbuien, gepaard met hevige regen en hagelvlagen. Des middags sloeg te West- kapelle de bliksem in een onbewoond huis, zonder brand te veroorzaken. Door den bliksem gedood. Tij dens een kort onweder is door het vuur gedood de vrouw van zekeren van de Mor tel, wonende in de Engeischberger teStrijp De getroffene zat aan tafel haar avond eten te gebruiken. De woning ondervond ook eenige scha de. Woensdagavond omstreeks half zes werden, tijdens het hevige onweder dat zich boven deze gemeente ontlastte, 7 koeien loopende in het weiland van den land bouwer van der Tas, aan de Nauwkoop- sche buurt bij Pijnacker in een slag door den bliksem gedood. Do od el ijk getroffen. Te .Wijchen is Woensdagmiddag door ©en sterken ruk wind de kap van een molen afgewaaid, waarbij twee menschen zijn gedood. Een menschenredder verdronken^ Men meldt uit Hoogjezand, d.'d. 1 Nov.: Hedenmiddag is de 25-jarige ongehuw de R. Schuth, werkzaam op de trekschuit Sappemeer-Oroningen, bij zijn pogingen, om een kind uit het Wjnschofcrdiep te redden, verdronken. Het kind is gered. „Tel," D ie t ij id gaat v o> 0 r u, i t. Een viertal veekoopers uit Haarlem gingen de markt te Utrecht deze week bezoeken..; per automobiel. Op dit gebied dus ook al (een kolossale vooruitgang. Het was wel een typisch gezicht, die vier bescheiden veekoopertjes, in hun glim mende kielen in een auto te zien zitten Corpulente juffrouw. In de ge meente Haarlemmermeer is op 52-jarigcn leeftijd een vrouw gestorven, die een ge wicht had van rujm 320 kilogram, vertelt het N. v. id:. D." In den laatsten tijd kon zij zich bijna piet meer voortbewegen. Een verpakte aap. In een coupé van de Holl. IJzeren Spoorweg-Maatschap pij werd te Leiden een achtergelaten pakje gevonden, dat er natuurlijk werd uitgeno men en tot nadere informatie opgeborgen Weldra merkte men in het vertrek waarin het pakje was neergelegd, een onaange name lucht. Men kwam op het denkbeeld, dat het aan dit pakje kon liggen en stelde een onderzoek in. Het bleek nu, dat er in verpakt zat.... een aap. De eigenaar heeft het zeker niet de moeite waard geacht, navraag te doen naar het vertoren pakje. O. H. Ct. Zieke 'hazen. Als een bijzonderheid zij ge meld, dat er in de Haarlemmermeer- en in de IJpolders veel doode hazen worden gevonden, terwijl andere in zoodanig zie- kelijken toestand verkeeren, dat zij ge makkelijk te vangen zijn; tegen het gebruik dezer dieren dient te worden gewaarschuwd, daar nog niet bekend is, door welke oor zaak de dieren in dien toestand zijn geko men De moord te 's-G ra v enh ag e. Qm trent de misdaad in het hofje van Van Es, aan de Koningstraat, wordt nader verno men dat er nog door eenige personen be zwarende verklaringen tegenover de drie die zich in arrest bevindende personen, bij die politie zijn afgelegd. Ook is in de wo ning van het echtpaar O. een hamer in be slag genomen. Tevens wordt vernomen dat het de aandacht van verschillende buren van de weduwe Genegten getrokken heeft dat da aangehouden W|. J. in den avond van het misdrijf de lantaarn in het hofje heeft uitgedraaid. De vermiste sieraden zijn niet zooals (werd gepield, opgegraven uit e,en - privaat van een bierhuis aan de Van der Duynstraat, maar aan (die Hoelkade.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1910 | | pagina 5