TWEEDE BLAD. Zaterdag 10 December 1910. No. 98 De Reddingsmedaille. Het geluk. KALENDER voor de dagen der week. 11 QSCSMBEB GEMENGD NIEUWS. ONS BLAD. 11 December. Zondag. H. Damaeus, BelijJn" EvangelieDe joden vragen aan Joannes den Dooper wie hij is. Joanr.es 1:12-38. 12 December. Maandag. HH. Epimacbuien Gesellen, Martelaren. 13 December. Dinsdag. H. Lncle, Maagd en Martelares. 14 December. Woensdag. H. Fulcninns, Bel. Quatertemper. 15 December. Donderdag. Octaafdag van O. L. Vr. Onb. Ontv. 16 December. Vrijdag. H. Eutebins, Bisschop en Martelaar. Quatertemper. 17 December. Zaterdag. H. Begga, Weduwe. Quatertemper. Derde Zondag van den Advent Tweede Zondag der Maand. Les uit den brief van den H. apostel Paulus aan de PbilippensenIV, 4—7 BroedersVerblijdt ,u in den Heer te allen tijde! nogmaals zeg ik: verblijdt u'- Uwe bescheidenheid zij allen menschen bekend; de Heer is nabij. Wjee-st in niets bekom merd, maar Iaat in alles dooir bidden en sme-eken met dankzegging u|wie begeerten bekend1 worden bij God. En de vrede Gods, die alle begrip te1 boven gaat, beware u-we harten ;en uw verstand, in Christus Jesus onzen Heer. Evangelie volgens den H. Joannes I, 19—28. Te dien tijde zonden de Joden uit Je ruzalem priesters en Levieten tot Joannes,- om hem te vragen: wie zijt gij? Hij nu be leed en loochende het niet; en hij beleed: ik ben de Christus niet. En zij vroegen hem wat dan? zijt gij Ellas? En hij zeide: ik ben het niet. Zijt gij de Profeet? En hij antwoordde: neen. Zij zeiden dan tot hem: wie zijt gij? opdat wij antwoord kunnen geven aan degenen, die ons gezonden heb ben; Wat zegt gij van u zeiven? Hij zei- de: ik ben de stem des roependen in de woestijn: maakt recht den weg des He-e- ren! gelijk de profeet Isaias gezegd heeft, De afgezondenen nu waren uit de PJharizeën. En zij' vroegen hem en zeiden: wat doopt gij dan, indien gij de Christus niet zijt, noch Elias, noch de profeet? Joannes ant woordde hun, zeggende: ik doop met Wa ter; doch midden onder u staat Hij, dien gij niet ikent; Hij is degene, die pa mij ko men zal, die vóór mij geweest is, wiens schoenriem ik niet w'aardig ben te ontbin den. Dit is geschied te Bethania, aan de overzijde van den Joddaan, waar Joannes doopte,. lil!, V^p-r het hoofdgebouw1 dier brandweer in de groote stad weerklinkt de electrische schel. Onmiddellijk daarop gaan de groote vleugeldeuren open len de brandweer rukt uit Voorop de wielrijders, dan de wagens met werktuigen, vervolgens de groote schuifla'd- der en eindelijk rook ,en vuur uitblazend, de dikke, zwarte stoomspuit. In razende galop gaat h et over -die straatsteenen. Zoo snel zijn b-e-enen hem kunnen dragen, loopt 'n oud mannetje met grijs haar en 'n geel, gerimpeld gezicht ze achterna. En kele voorbijgangers schudden verwonderd 't hoofd, -anderen lachen om het oude man netje. Eén zegt: kijk, de- oude Klaas, wat heeft die weer -een haast! Hallo Klaas, je krijgt z-e toch niet! roept ,e-en ander en het koor der straatjeugd begeleidt dezen uitroep, met gejuich. Wat is dat met dien man? vraagt een vreemdeling aan ihe-m, die: geroepen heeft. Och, -weet u dat niet? Dat is de oude Klaas, die wil de reddingsmeda-ille verdie nen. Wtaar een ongeluk gebeurt is Klaas present. Maar Hij is namelijk niet pluis in zijn bo venkamer! En Ide man tikt met zijn wijsvin ger tegen zijn voorhoofd1. Klaas is, zooals men gewoonlijk zegi, een origineel. Sedert vijf en twintig jaar heeft hij een ide-e fixe, dat hij T-eddingsm-e-daille moet verwerven. Arme kerel! Neen, mijn beste meneer, die is niet le beklagen! Tegenwoordig ni-et meer! U moest hem eens zien als hij er bij kan zijn, a's er iets gebeurt. Zes weken geleden, toen twee- stoomb-ooten op de rivier met elkaar in botsing kwamen, stond: hij den halven nacht aan den oever -en zijn oogen fonkelden letterlijk van verlangen om te red den. De opzichter bij de visscherij Wiener heeft hem echter de reddingsmedaille voor den neus weggekaapt doo-r driei menschen uit het \Vater ie- halen. Klaas is bedeesd; hij zulke gevallen staan ler hem te veel men schen aan te kijken. Intussch-en is de brandwieer op het too- neel van den brand aangekomen. Hijgend komt Klaas eenigen tijd later. Groote vlam men slaan uit het dak eener huurkazerne van vier verdiepingen ,en kleuren den avond hemel rood, Klaas lacht luide;. Een prachtige brand. Ook de bovenste verdieping schijnt reeds door h-et vernielende element aan getast. Met schitt-erenidle oogen staart de oude man minuten lang in den vuurgloed Hij haalt zwaar adem. Op zijn bleeke wan gen komt het rood. der opgewio-nde-nheid, Zijn lichaam trilt, alsof hij de koorts heeft. Weldra neemt hij een besluit en vliegt recht op den ingang van het gebouwi aan. Daar klinkt hem het „terug!" van de brandweer mannen tegen. Hij wjl wat zeggen, maar er komen slechts -e-enigie stamelende klanken over zijn lippen. Bene dieptreurige blik valt op den bewaker v-an den ingang en Klaas sluipt in gebogen houding zijwaarts. Een traan glinstert in zijn oog. Sissend vallen de waterstralen in den gloed, maar knetterend wloddt de brand, voort. Klaas wendt geen oog van dien strijd tusschen water en vuur af. EenigSzins wei felend wendt hij zich eerst tot een buur man: Zijn ier nog) menschen boven? Men schen in het vuur? Och, wat, alles is -er uit, wat er in was. Er is niets te redden. Werkelijk —allen er uit? Het moet wel zoo zijn maar als toch misschien heeft men er -e-en vergeten. De brandweerman bij de deur keert zich juist -even -om. Nu sluip-t de- oude man haastig voorbij, het huis in! Hij gunt zich geen rust. Zoo- sn-e-1 zijn oude voeten hem zulks veroorloven vliegt hij de trap o-p. Steeds sterker worden de Warmtegolven, die hein in 't gezicht slaan. Gelukkig nog zijn 'Üe trappen ni-et door het vuur aangetast. Klaas is boven, gekomen. Slechts één ge dachte, één 'wensch leeft in h-em -en zijn be vende lippen stamelen: Ach slechts een maal Idat ik -een mensch mocht redden Drie gesloten ingangen van wlo-ningen ziet de „redder". In welke- behuizing zal hij het -eerst binnendringen? En hoe zal hij de deuren openbreken Hi-er de-ze deur leidt naar de woning in 't achterste geddejftei van bet gebouw. Hi-er zal hij het beproe ven. Zoekend kijkt hij ro-nd, geen werktuig niets bij -de handD-e- walm b-e-let hem te ademen. Klaas dreigt om te vallen. De opgewondenheid alleen houdt hem nog o-p d-e been. Hij werpt zich met de kracht der wanhoop tegen de deur. Het hout kraakt, maar breekt niet, Haastig -doorwoelt de grijs aard zijn zakken. Hij heeft dan niets bij z-ich? Ja hi-er is zijn zakmes. Hij drukt het lemmet -in Ide smalle spleet van d-e -deur en wrikt -er mee, maar tevergeefs! Het lemmet breekt. Klaas zucht diep. Dan legt hij het oor tegen het sleutelgat en luistert Was -dat ni-et d-e stem van een mensch? Eindelijkjubelt Klaas, eindelijkWerke lijk, een zwak gekreun is hoorbaar. Maar ho-e binnen te komen? Angstig kijkt hij' rond. Daar leidt de trap naar de vliering die trap opEen vuurzee go-flt h-em tege moet -en verzengt hem haar en gezicht. Haas tig werpt hij die deur w-e-er idicht. Nogmaals tast Klaas in zijn zak, zijn hand vat e-en sleutel. Zijn -eigen is het, wiaarmee hij zijn bescheiden woning .op-ensluit. Met beven de handen steekt hij hem in het sleutelgat t en -een nauw-elijks hoorbaar geluid ontsnapt aan Ide lippen van den ouden man: de slue- t-e-1 past! Hij stoot de- de-ur ver open -en dringt de woning binnen. Duidelijk hoort hij kerm-en in -deze- kam-er moet het zijn. Doo-r -den zolder dringt -een zware-rook, -enkele vlammen lekken begeerig het hout werk. Daar is bet! Als -een leeuw naar zijn buit vi-i-egt hij naar een klein fedikantje en haalt er -een schreiend kindje uit. Hij d-rukt het stevig tegen zich aan. In de gang komt een lange vlam hem tegemoet. Hij Iet er niet op. Hij kan nu nog maar -dit ©ene den ken: Nu kan z>e hem ni-et ontgaan, de- me daille aan bet zwarte en witte lint. Hij snelt !de trap af. Verbrand door den rookt zwart geblakerd, de kleeren gescheurd; -de oogen wijd geopend. Een kreet, waarin verbazing, ontzetting en blijdschap gemengd is, gaat er opuit de m-enigte. Klaas hoort alle-en maar den kreet, di-e zijn triomf verkondigt. En dan Wordt bet donker voor zijn o-ogen, hij wan kelt vlug grijpen hulpvaardige handen hem -en het kind. Op hetzelfde oogenblik hoort men een krijschenda gil. In vliegende vaart barst e-en vrouw m-et pijnlijk vertrokken gelaat id-oo-r de m-enigte. Mijn kind, mijn kind het is het hare, dat ze met gloeiende kus sen bedekt, In de helder verlichte zaal komen ver- soehid-en-e he-er-en met de pleegzusters bin nen. Hier is bet m-en-eier de president bier nummer acht! zegt -d-e- dirigeeren- de jgteneeshe-er van de inrichting tot een beer in uniform. Hij slaapt juist de arme Wakkere Klaas! voegt bij -er fluisterend bij', maar de oude, wi-ens vertrokken gelaat in zon derlinge t-egensjiraak is met het zalige glim lachje, dat om zijn lippen speelt, hield de oogen maar -dicht. Met moeite op-ent hij ze thans; verwonderd ziet hij d-e heeren aan zijn ziekbed. De president v.an politie.komt dichter bij hem. Meneer Wilhelm Klaas! Gij hebt bij -den brand in de Valkenstraat een b'ewönde- renswaardjge moed getoond. Uw eigen leven in de waagschaal stellend hebt gij de twee jarige Rosa van d-e weduwe Klein voor den doo-d in d-e vlammen gered. Ik we-nschl u geluk met -deze heldhaftige daad en ver heug mij, -dat ik u de onderscheiding kan overhandigen, welke voor zulke wakkere menschen is ingesteld-. Dikke tranen rol len over de ingevalten wangen. De presi dent nam het doosje, dat een zijner gelei ders hem toereikte, -en open-de het. De glans van zilver schitterde Klaas in de oogen. Het heeft Z. M. den Koning behaagd u, meneer Klaas d-e -red-dingsmeda-ille te ver- teen-en Bij deze woorden reikte- de spreker den ouden man de hand, Waarin de redder be vend zijn rechter legde; De h-eer-en zijn wieg. Ocun Klaas heen is bet stil geworden. Slechts nu en dan treft -een onverschillige blik van -een mede patiënt den gelukkige. Die heeft zich de medaille op de borst -gespeld op het grove linnen bem-d. En dan leunt hij Weer achter over in de kussens -en sluit wie-er de oogen. Een onbeschrijfelijk gevoel vult zijn hart. De w-ensch van -een geheel leven is in vervulling gegaan. Lang zat hij h-e-t niet meer maken dat gevoelt hij'. Maar die gedachte verontrust hem ni-et. Hij kan ge rust st-erven. Zijn -doel- is bereikt. De red- dingsmedaille-! W-at stand -er toch op te lezen? Hij mo-et h-et opschrift nog -eenmaal zien. H-et op zitten in bed doet hem pijn. Di-e akelige long! D-e gemoedsbeweging wa-s te sterk voo-r het zwakke lichaam, -en in di-e kracht inspanning bij de redding! Maar de ijzeren wil van dien man bedwingt de- pijnen. Zoo- Ha juist, daar was h-et: Voor redding; uit gevaar! Hier in -den kleinen eiken krans blinken de letters van zilver. Klaas spelt d-e woorden -elk afzonderlijk. Daarop draait hij -de medaille om en beschouwt lang de beeltenis van -den koning die haar schonk. De verpleegster stoort hem Klaas, -daar is de moeder buiten, wier kind g|e gered hebt. Ze- wil u bedanken. Zal ze binnenkomen? Voor h-et b-ed van Klaas knielt e-en bleeke, vermagerde virouw en kust de hand-en van den man, die redde, wat haar h-et dierbaarst was. Ik -dank u, dat is alles, w:at zij kan zeggen, de tranen beletten haar te spreken. Ik dank u! Nu gevoelt Klaas, -dat h-em nog hooger loo-n beschoren was dan de zilveren medaille. Zwijgend w-endt hij den blik naar den he mel, Di-e blik is -een gebed. Daarop- legt hij als zegenend zijn hand op het hoofd van -de knielende Zijne lippen mompelden: Als Anna dat gewlete-n had, Anna, di-e mij viersmaadde, o-m-dat ik haar te schuchter Was. Zij nam Hans. Die had -d-e medaille reeds,want hij had als pionier zijn luitenant het leven gered. Dat Was lang geleden -en Anna had nu zeker o-ok al grijs haar. Een nauwelijks hoorbaar gekreun doet zijn borst bew-eg-en. Thans nog eenmaal jong zijn en Anna ook zou ze hem nu ne men? Nu had hij ze immers ook de zilve ren medaille voor redding uit gevaar. Een zonnestraal trilt in die- zaal en blinkt o-p het stukje zilver. Stellig zo-u Anna nu aan hem d-e voorkeur geven, want ze had al tijd- v-e-e-1 van hem gehouden. Hij scheen haar echter te laf. Hij glimlacht. Hij en laf! Hij heeft allen bewlezen, dat hij mo-e-d bezat. Zelfs de -koning wist het! Drie -dagen l-ater stierf Klaas. Een longont steking rukte hem weg, Toen hij -daar zoo stil en vredig lag m-et d-e beenige- han-d-en gevouwen -scheen -er nog altijd een tevre den glimlach om zijn lippen te spelen. De re-ddingsme-daille blonk ,op zijn doodsgewaad. Ze ging met Klaas in die- -kist In de vredige morgenstilte van den Pink sterdag stond zij alleen in den tuin van haar va'-d-er. Haar hart was jong en rein -en vol van ni-et-begrepe-n verlangen. In gedachten zag zij naar id-e schoonheid van hemel -en aarde zij zag het jubelende lichten van den blan ken zonneschijn op Idle- ro-od-e- -en witte- bloe sems der bloeiende app-elbo-o-irten, zij' zag den vollen goudstroom heen dartelen over de sn-eeuw-witte sterretjes van madeliefjes -en over Ide- te-ere, zacht bevende sleutelbloe men op ide frissche lente-perken, Op -de trillingen van h-et vroege morgen licht zong -een geheimzinnig li-eid door de- goud-ene lente. Een zo-et, b-etoov^reud lied van jeugd en schoonheid, van geluk -en liefde. En -dat geheimzinnig li-eid klonk! terug hl' hare jonge zi-el met pijnlijk-zoeten weer klank. En dan werd het niet-begrepefi ver langen al grooter in haar hart,, zoo groo-t, zo-o groot werd het, dat het aan groeiende als tot -e-en smart. Want -er was ge-en zi-el om -er mee over te sprek-en(. Een plechtige Zondagsrust lag ,ov-er het land. Alleen in de verte- ruischte een bron, aan het -einde van den uitgestrekten tuin, waar, bij den afgebrokkeld-en tuinmuur het over-oud-e kruisbeeld Ide steenen' armen hoog opheft naar iden hemel. En te midden der bloeiende schoonheid van den gouden «lag omsloop de angst der eenzaamheid de ziel van h-et jonge meisje. Nu treedt uit den groenen achtergrojnd eene vreemdelinge haar tegemoet. Eene slanke vrouw in wit liohtgiewaalM, schemerende vlinder-vleugelen aan de schou ders en rozen in het stralende gouüene haar. Zij ziet haar aan met heldere zonne- oog-en -en zij legt de witte; koele vingers op het jonge hoofd van het meisje-, „Ik ben h-et Geluk", zegt de schoo-ne vreemdelinge en zij trekt het eenzame meis- ije naar zich toe. „Wij zullen vriendinnen zijn: Voor -e-en klein oogenblik tenminste-, Want d-e mo-ed-er uit wie ik geboren ben, heet onbestendigheid. Maar voor een span ne tijds wil ik je, ni-et uit te- spreken, ge lukkig maken. Ik wil je h-e-t schoonste van het leven, ik wil je liefde schenken." En het Geluk voerde het meisje heen in den to-over-tu-in der liefde. Daar bloeiden duizend schoon-e- vreemde bloemen, -d;aar ruischten de zoete wateren -der vredigheid -en daar zongen de kleine vogels haar jubelende wijsjes. En de klok ken -der vreugde luidden er dag en nacht een feestgezang. Toen stierf het verlangen in de jonge zi-el -en het geluk en d-e liefde waren in haar volkomen. Maar nog stond de zon van ha-eren feest dag ni-et in den middag of het Geluk voerde -de vriendin uit de dalen der liefde terug naar -den groenen tuin van haar vader; het Geluk voerde haar naar den afgebrok keld-en tuinmuur, waar het oude kruisbeeld -de (steenen arm-en hoog opheft naar den bem-el. Maar d-e hemie-l was nu grijs en droef dreven -er d-e- wiolken. De wind klaagde in de takken der boo m-en, brak idle rood-e en Witte- bloesems der appelboo-men -en strooide ze rondom in het groene gras. De sneeuwwitte madeliefjes' li-eten treurig de kopjes hangen. Alleen de teere sleutelbloemen stonden nog recht Zij' sidderden wei, maar zij stonden nog recht als moedige zielen, waarover de l'ij- denssto-rm ben-enjaag;t. En bet Geluk keer de zijne oogen af in de- verte. H-et vouwde zijne vlindervleugelen en vlo-o-g: over den brokk-el-enden muur aan het -einde van den groenen tuin. Zij zag het m-et branden-de oogen -en -doodspijn in het hart. Want het w;as im mers -haar geluk dat afscheid' nam. Het Geluk -echter verdween tusschen de kruisen van -den Gods-akker achter h-et oude kruisbeeld, dat ho-ogeT dan alle ande ren de steenen armen in de lucht v-erheft. En -er was Weer verlangen jn het hart van het- -eenzame meisje. Het verlangen naar eene schoonheid, welke niet sterft, en naar een g-eluik, dat zonder maat -en -einde is. Het steenen kruisbeeld -echter toon-de haar, waar dat geluk t-e vinden is. K. In 's levens zonnetijd I Op ongewone wjjse heeft zich Maandagmiddag te Parijs iemand van het leven berotfd. Een goed gekleeds jongeman beklom Maandagochtend den noordelijken Notre Dame toren. Hij bleef anderhalf unr boven'e middags kwam bij terng en ging wederom naar boven. De vrouw van een dor wechtere, die den jongen man zag, werd getroffen door rijn diep-mis troostig uiterlijk. Vrcezende, dat hij misschien een wanhoopsdaad in den zin had, volgde zij hem Boven gekomen, zag zij nog' net, hoe hij over de ballustrade verdween. De ongelnkkige is met buitengewone kracht van de borstwering vooruit omlaag moeten sprin gen, want bet li|k is ineens op de straat tereebt gekomen, over de waterspuwers en andere uitstekende dingen van den toren heen. Het mag een wonder beeten, dat bet vallende lichaam geen der (alrijke voorbij gangers verpletterd heeft. De j mgeman was vijfentwintig jaar oud. Met een mes gestoken Te Heerenveen werd gevankelijk binnengebracht H. W. uit Drachten, die bij zijn arrestatie den agent van politie Helma aldaar met een mes in de borst stak, vlak bij den linker oksel. Na verboor, gelastte de rechter van instructie zijne gevangenhouding. De dood op de bruiloft. Toen gisteren de weduwe H., wonende aan de Dnitscbe grens nabij Losser, de bruiloft van baar zoon bijwoonde en mee aanzat aan tafel, bleef haar een stukje vleeich in de keel ritten, tengevolge waarvan zij stikte. Prettige aankomst. Op verzoek der Belgische is Donderdagnacht 1 uur bij aan komst van het ss. «Campanello» uit New- York te Botterdam aangehouden de donkey man H. B. die in België nog 4 jaar gevangenisstraf moet ondergaan. Hij ie in afwachting van sQn uitlevering naar het'buts van bewaring overgebracht. Ook leuk gezegd. >Een koci met zin- genden Man voor f 3 50 en twee zingende rnsnnen f 5 m. garantie1. Aldus een advertentie. Door 'gas bedwelmd. Woensdagmiddag omstreeks 12 uur is op de Raamgracht voor perceel 67 een fitter van de gemeentelijke gasfabrieken te Amsterdam, die in een kuil aan het werk was, door gas bedwelmd ge raakt. Pogingen, dadelijk in het werk gesteld om de levensgeesten weder op te wekken, mochten aanvankelijk tiiet baten. Per rijwiel- brancard werd de man naar het Binnen gasthuis overgebracht, waar bleek dat hij nog in leven was. Een vreeselijke val. Een bericht nit Sailda in Oalifornië aRn de «Herald» meldt •des dood van Walter Archer, een amateur wHeger van 17(?) jaar. Dinsdag probeerde Archer een aeroplan van e'gen vinding, die «leotrisch gedreven werd. H(j verkreeg den noodigen stroom door een dunnen draad, die in verbinding stond met een der motoren van de electrische centrale. Archer bereikte ■onder ongeval een hoogte van 700 meter, toen de electrische draad knapte. Zijn motor stond natuurlijk onmiddelQk stil en de machine viel met duizelingwekkende vaart raar beneden. De jonge aviateur was on- middeljjk dood. Weèr een komeet In aantocht. Een nieuwe botsing van een hemellichaam met os: ze aarde wordt voorspeld, nu niet met de komeet van Halby, maar met een zéér groote eter, de schitterendste vau alle vaate sterren, Serius. Met een snelheid van 9 8 kilometer nadert Sirius onze aarde. Ia v een enkel jaar nadert ons dit gewel dige dubbelsterstelsol derhalve 309 millioen kilometer, dat is meer dan de dubbele af eland van de zon tot de aarde. Sirius is thans van onze sarde nog ver wijderd 557 000 aardbaanstralen, elk van 149.48 millioen kilometer, een afstand dien bet licht eerst in ruim 8 jaren doorloopt, clhcewel het in elke seconde 300000 kilo meters aflegt. Precies uitgerekend kan men dus de aan komst van Sirius op onze planeet over 269.418 jaar tegemoet zien, Vóó-r het zoover is, hopen wjj 'onzen lezers nog wel nadere bijzonderheden te kunnen mededeelen 1 Droevig uiteinde van een Boerencomu mandant. Te Venioo is in een herberg overleden een 36 jarig Transvaler, O. Silves genaamd, die aldaar ziek was aangekomen op zijn reis naar Groningen. Deze man bad als commandant eener Boerenafdeeling, den oorlog tegen Engeland medegemaakt. In Engelsche krijgsgevangen schap geraakt, pleegde hjj een misdrijf, waarvoor bij ter dood werd veroordeeld. Hem werd gratie verleend, met oplegging van 15 jaren vestingstraf op St. Helena- Onlangs was hij van daar ontvlucht en bad zwemmende een Frantcb schip bereikt, dat hem in een Framche havenstad aan wal zette. De beklagenswaardige man heeft door ziekte zijn reis moeten onderbreken en is nu gestorven, volgens de verklaring der geneeskundigen aan uitputting. f 5050 vermist. De politie te Amster dam beeft nog geen enkel spoor gevonden van de portefeuille met f 5050 aan bank papier van den houthandelaar den beer Nyman, welke diens bediende naar het café restaurant Polen in de Kalverstraat moest brengen, doch in een tramwagen van lijn 9 vermiste. De bediende beefi het volkomen vertrouwen van zjjn patroon, by wlen hg 4 jaren in dienst is. De beer N. is van plan een hooge belooning nit te loven voor het terugbezorgen van het geld. Verwonding uit onvoorzichtigheid. In een koffiehuis van Straatsburg waren ver scheidene studenten in geneeskunde aan 't praten over rachlelj]ke aanrandingen. Een hunner, zekere Bebmeister, baalde een dolk te voorschenen solde: «Hiermee ben ik niet bang, bij die mij aanrandt is een kind des doods.» De koetsier Maller, die aan bet buffet stond, wendde zich tot den student en vroeg of hg zich in staat achtte sen mensch te dooden. Voor de klucht stak de student Bebmeister eensklaps den gewspenden arm uit. Op 't zelfde oogenblik viel Muller, een kreet slakende. Het lemmet was in de zgde gedrongen en bad den lever en de long geraakt. Maller werd naar het gasthuis gebracht. Zyn toestand is hopeloos, Bebmeis ter werd in bet gastbnls, waarheen hg den gekwetste vergezeld had, aangeh.ulen. Een ontaarde vader beeft voor de recht bank te Schweidnitz in Baden, tereebt ge staan. Het was de 34-jarige spinner Wilhelm Klein, die sedert 11 jaren gehuwd was en een dochtertje van 5 jaar heeft, Man en vrouw werkten op een spinnerg en daarom werd het kicd uitbesteed, maar KleiD, die veel misbruik van sterken drank maakte, betaa'de in den laatsten tijd geen verpleging!- kos en meer en toen bij daaraan 120 mark schnld bad, zond men hem het kind terng. Van de gelegenheid dat in de afdeeling der fabriek waar hg werkte, herstellingen moesten worden verricht en de daar werkzame ar beiders eenige dagen vrg hadden, terwgi zgn vrouw gewoon aan het werk bleef, maakte Klein gebrnik om een noodlottig voornemen ten uitvoer te brengen. HO was met het kind alleen thnis en, terwgi het zat te spe len sloeg hg het eensklaps met een zware schop op het hoofd. Het meisje viel be wusteloos neer en toen sti6t de ellendeling haaT een keukenmes in den buik. Als door een wonder was het kind, ondanks de vree- seigke verwondingen, niet dood en het is den geneesheeren zelfs gelukt het te redden. De ontaarde vader, die terstond gearresteerd werd, hoorde zich door den rechter tot 10 jaren tnchthnisstraf veroordeelen. Al weer het spelen. Men meldt uit 's Gravenhage, d.d. 7 Deo. Den 15en September jl. machtigde de di recteur der Semarang Joana Stoomtram ign bediende K. tot het bg den rgksbetaalmees- ter ln ontvangst nemen van ongeveer f 800 K. kwam echter met dat geld niet terng en was sinde dien. tgd voortvluchtig. Thans hg zich in berooiden toestand aangemeld aan het commissariaat van politie aan de Nieuwe Haven alhier. Daar vertelde hij een gedeelte van het geld te hebben gebruikt ter beta ling van speelschulden en van bet overige ln het buitenland te hebben geleefd. Hg is thans ter beschikking van de ju stitie gesteld en in het hnts van bewaring opgesloten. De moord te Spaarndam. D. B., de man, die als verdacht van den moord te Spaarndam was aangehouden, is weder op vrge voeten gesteld.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1910 | | pagina 5