TWEEDE BLAD.
Zaterdag 10 December 1910.
No. 98
De Reddingsmedaille.
Het geluk.
KALENDER
voor de dagen der week.
11 QSCSMBEB
GEMENGD NIEUWS.
ONS BLAD.
11 December. Zondag. H. Damaeus, BelijJn"
EvangelieDe joden vragen aan Joannes
den Dooper wie hij is. Joanr.es 1:12-38.
12 December. Maandag. HH. Epimacbuien
Gesellen, Martelaren.
13 December. Dinsdag. H. Lncle, Maagd en
Martelares.
14 December. Woensdag. H. Fulcninns, Bel.
Quatertemper.
15 December. Donderdag. Octaafdag van O. L.
Vr. Onb. Ontv.
16 December. Vrijdag. H. Eutebins, Bisschop
en Martelaar. Quatertemper.
17 December. Zaterdag. H. Begga, Weduwe.
Quatertemper.
Derde Zondag van den Advent
Tweede Zondag der Maand.
Les uit den brief van den H. apostel
Paulus aan de PbilippensenIV, 4—7
BroedersVerblijdt ,u in den Heer te allen
tijde! nogmaals zeg ik: verblijdt u'- Uwe
bescheidenheid zij allen menschen bekend;
de Heer is nabij. Wjee-st in niets bekom
merd, maar Iaat in alles dooir bidden en
sme-eken met dankzegging u|wie begeerten
bekend1 worden bij God. En de vrede Gods,
die alle begrip te1 boven gaat, beware u-we
harten ;en uw verstand, in Christus Jesus
onzen Heer.
Evangelie volgens den H. Joannes
I, 19—28.
Te dien tijde zonden de Joden uit Je
ruzalem priesters en Levieten tot Joannes,-
om hem te vragen: wie zijt gij? Hij nu be
leed en loochende het niet; en hij beleed:
ik ben de Christus niet. En zij vroegen hem
wat dan? zijt gij Ellas? En hij zeide: ik
ben het niet. Zijt gij de Profeet? En hij
antwoordde: neen. Zij zeiden dan tot hem:
wie zijt gij? opdat wij antwoord kunnen
geven aan degenen, die ons gezonden heb
ben; Wat zegt gij van u zeiven? Hij zei-
de: ik ben de stem des roependen in de
woestijn: maakt recht den weg des He-e-
ren! gelijk de profeet Isaias gezegd heeft,
De afgezondenen nu waren uit de PJharizeën.
En zij' vroegen hem en zeiden: wat doopt
gij dan, indien gij de Christus niet zijt,
noch Elias, noch de profeet? Joannes ant
woordde hun, zeggende: ik doop met Wa
ter; doch midden onder u staat Hij, dien
gij niet ikent; Hij is degene, die pa mij ko
men zal, die vóór mij geweest is, wiens
schoenriem ik niet w'aardig ben te ontbin
den. Dit is geschied te Bethania, aan de
overzijde van den Joddaan, waar Joannes
doopte,. lil!,
V^p-r het hoofdgebouw1 dier brandweer in
de groote stad weerklinkt de electrische
schel. Onmiddellijk daarop gaan de groote
vleugeldeuren open len de brandweer rukt uit
Voorop de wielrijders, dan de wagens met
werktuigen, vervolgens de groote schuifla'd-
der en eindelijk rook ,en vuur uitblazend, de
dikke, zwarte stoomspuit. In razende galop
gaat h et over -die straatsteenen.
Zoo snel zijn b-e-enen hem kunnen dragen,
loopt 'n oud mannetje met grijs haar en
'n geel, gerimpeld gezicht ze achterna. En
kele voorbijgangers schudden verwonderd
't hoofd, -anderen lachen om het oude man
netje. Eén zegt: kijk, de- oude Klaas, wat
heeft die weer -een haast! Hallo Klaas, je
krijgt z-e toch niet! roept ,e-en ander en het
koor der straatjeugd begeleidt dezen uitroep,
met gejuich.
Wat is dat met dien man? vraagt een
vreemdeling aan ihe-m, die: geroepen heeft.
Och, -weet u dat niet? Dat is de oude
Klaas, die wil de reddingsmeda-ille verdie
nen. Wtaar een ongeluk gebeurt is Klaas
present.
Maar
Hij is namelijk niet pluis in zijn bo
venkamer! En Ide man tikt met zijn wijsvin
ger tegen zijn voorhoofd1. Klaas is, zooals
men gewoonlijk zegi, een origineel. Sedert
vijf en twintig jaar heeft hij een ide-e fixe,
dat hij T-eddingsm-e-daille moet verwerven.
Arme kerel!
Neen, mijn beste meneer, die is niet
le beklagen! Tegenwoordig ni-et meer! U
moest hem eens zien als hij er bij kan zijn,
a's er iets gebeurt. Zes weken geleden,
toen twee- stoomb-ooten op de rivier met
elkaar in botsing kwamen, stond: hij den
halven nacht aan den oever -en zijn oogen
fonkelden letterlijk van verlangen om te red
den. De opzichter bij de visscherij Wiener
heeft hem echter de reddingsmedaille voor
den neus weggekaapt doo-r driei menschen
uit het \Vater ie- halen. Klaas is bedeesd;
hij zulke gevallen staan ler hem te veel men
schen aan te kijken.
Intussch-en is de brandwieer op het too-
neel van den brand aangekomen. Hijgend
komt Klaas eenigen tijd later. Groote vlam
men slaan uit het dak eener huurkazerne
van vier verdiepingen ,en kleuren den avond
hemel rood, Klaas lacht luide;. Een prachtige
brand. Ook de bovenste verdieping schijnt
reeds door h-et vernielende element aan
getast. Met schitt-erenidle oogen staart de
oude man minuten lang in den vuurgloed
Hij haalt zwaar adem. Op zijn bleeke wan
gen komt het rood. der opgewio-nde-nheid,
Zijn lichaam trilt, alsof hij de koorts heeft.
Weldra neemt hij een besluit en vliegt recht
op den ingang van het gebouwi aan. Daar
klinkt hem het „terug!" van de brandweer
mannen tegen. Hij wjl wat zeggen, maar er
komen slechts -e-enigie stamelende klanken
over zijn lippen. Bene dieptreurige blik valt
op den bewaker v-an den ingang en Klaas
sluipt in gebogen houding zijwaarts. Een
traan glinstert in zijn oog.
Sissend vallen de waterstralen in den
gloed, maar knetterend wloddt de brand,
voort. Klaas wendt geen oog van dien strijd
tusschen water en vuur af. EenigSzins wei
felend wendt hij zich eerst tot een buur
man:
Zijn ier nog) menschen boven? Men
schen in het vuur?
Och, wat, alles is -er uit, wat er in
was. Er is niets te redden.
Werkelijk —allen er uit? Het moet
wel zoo zijn maar als toch misschien
heeft men er -e-en vergeten.
De brandweerman bij de deur keert zich
juist -even -om. Nu sluip-t de- oude man
haastig voorbij, het huis in! Hij gunt zich
geen rust. Zoo- sn-e-1 zijn oude voeten hem
zulks veroorloven vliegt hij de trap o-p.
Steeds sterker worden de Warmtegolven, die
hein in 't gezicht slaan. Gelukkig nog
zijn 'Üe trappen ni-et door het vuur aangetast.
Klaas is boven, gekomen. Slechts één ge
dachte, één 'wensch leeft in h-em -en zijn be
vende lippen stamelen: Ach slechts een
maal Idat ik -een mensch mocht redden
Drie gesloten ingangen van wlo-ningen ziet
de „redder". In welke- behuizing zal hij
het -eerst binnendringen? En hoe zal hij de
deuren openbreken Hi-er de-ze deur leidt
naar de woning in 't achterste geddejftei
van bet gebouw. Hi-er zal hij het beproe
ven. Zoekend kijkt hij ro-nd, geen werktuig
niets bij -de handD-e- walm b-e-let hem
te ademen. Klaas dreigt om te vallen. De
opgewondenheid alleen houdt hem nog o-p
d-e been. Hij werpt zich met de kracht der
wanhoop tegen de deur. Het hout kraakt,
maar breekt niet, Haastig -doorwoelt de grijs
aard zijn zakken. Hij heeft dan niets bij
z-ich? Ja hi-er is zijn zakmes. Hij drukt
het lemmet -in Ide smalle spleet van d-e -deur
en wrikt -er mee, maar tevergeefs! Het
lemmet breekt. Klaas zucht diep. Dan legt
hij het oor tegen het sleutelgat en luistert
Was -dat ni-et d-e stem van een mensch?
Eindelijkjubelt Klaas, eindelijkWerke
lijk, een zwak gekreun is hoorbaar. Maar
ho-e binnen te komen? Angstig kijkt hij'
rond. Daar leidt de trap naar de vliering
die trap opEen vuurzee go-flt h-em tege
moet -en verzengt hem haar en gezicht. Haas
tig werpt hij die deur w-e-er idicht. Nogmaals
tast Klaas in zijn zak, zijn hand vat e-en
sleutel. Zijn -eigen is het, wiaarmee hij zijn
bescheiden woning .op-ensluit. Met beven
de handen steekt hij hem in het sleutelgat
t en -een nauw-elijks hoorbaar geluid ontsnapt
aan Ide lippen van den ouden man: de slue-
t-e-1 past! Hij stoot de- de-ur ver open -en
dringt de woning binnen. Duidelijk hoort
hij kerm-en in -deze- kam-er moet het
zijn. Doo-r -den zolder dringt -een zware-rook,
-enkele vlammen lekken begeerig het hout
werk. Daar is bet! Als -een leeuw naar zijn
buit vi-i-egt hij naar een klein fedikantje en
haalt er -een schreiend kindje uit. Hij d-rukt
het stevig tegen zich aan. In de gang komt
een lange vlam hem tegemoet. Hij Iet er
niet op. Hij kan nu nog maar -dit ©ene den
ken: Nu kan z>e hem ni-et ontgaan, de- me
daille aan bet zwarte en witte lint.
Hij snelt !de trap af. Verbrand door den
rookt zwart geblakerd, de kleeren gescheurd;
-de oogen wijd geopend.
Een kreet, waarin verbazing, ontzetting
en blijdschap gemengd is, gaat er opuit
de m-enigte. Klaas hoort alle-en maar den
kreet, di-e zijn triomf verkondigt. En dan
Wordt bet donker voor zijn o-ogen, hij wan
kelt vlug grijpen hulpvaardige handen
hem -en het kind. Op hetzelfde oogenblik
hoort men een krijschenda gil. In vliegende
vaart barst e-en vrouw m-et pijnlijk vertrokken
gelaat id-oo-r de m-enigte. Mijn kind, mijn kind
het is het hare, dat ze met gloeiende kus
sen bedekt,
In de helder verlichte zaal komen ver-
soehid-en-e he-er-en met de pleegzusters bin
nen. Hier is bet m-en-eier de president
bier nummer acht! zegt -d-e- dirigeeren-
de jgteneeshe-er van de inrichting tot een
beer in uniform.
Hij slaapt juist de arme Wakkere
Klaas! voegt bij -er fluisterend bij', maar
de oude, wi-ens vertrokken gelaat in zon
derlinge t-egensjiraak is met het zalige glim
lachje, dat om zijn lippen speelt, hield de
oogen maar -dicht. Met moeite op-ent hij ze
thans; verwonderd ziet hij d-e heeren aan
zijn ziekbed.
De president v.an politie.komt dichter bij
hem.
Meneer Wilhelm Klaas! Gij hebt bij
-den brand in de Valkenstraat een b'ewönde-
renswaardjge moed getoond. Uw eigen leven
in de waagschaal stellend hebt gij de twee
jarige Rosa van d-e weduwe Klein voor den
doo-d in d-e vlammen gered. Ik we-nschl
u geluk met -deze heldhaftige daad en ver
heug mij, -dat ik u de onderscheiding kan
overhandigen, welke voor zulke wakkere
menschen is ingesteld-. Dikke tranen rol
len over de ingevalten wangen. De presi
dent nam het doosje, dat een zijner gelei
ders hem toereikte, -en open-de het. De glans
van zilver schitterde Klaas in de oogen.
Het heeft Z. M. den Koning behaagd u,
meneer Klaas d-e -red-dingsmeda-ille te ver-
teen-en
Bij deze woorden reikte- de spreker den
ouden man de hand, Waarin de redder be
vend zijn rechter legde;
De h-eer-en zijn wieg. Ocun Klaas heen
is bet stil geworden. Slechts nu en dan
treft -een onverschillige blik van -een mede
patiënt den gelukkige. Die heeft zich de
medaille op de borst -gespeld op het grove
linnen bem-d. En dan leunt hij Weer achter
over in de kussens -en sluit wie-er de oogen.
Een onbeschrijfelijk gevoel vult zijn hart.
De w-ensch van -een geheel leven is in
vervulling gegaan. Lang zat hij h-e-t niet
meer maken dat gevoelt hij'. Maar die
gedachte verontrust hem ni-et. Hij kan ge
rust st-erven. Zijn -doel- is bereikt. De red-
dingsmedaille-!
W-at stand -er toch op te lezen? Hij mo-et
h-et opschrift nog -eenmaal zien. H-et op
zitten in bed doet hem pijn. Di-e akelige
long! D-e gemoedsbeweging wa-s te sterk
voo-r het zwakke lichaam, -en in di-e kracht
inspanning bij de redding! Maar de ijzeren
wil van dien man bedwingt de- pijnen.
Zoo-
Ha juist, daar was h-et: Voor redding;
uit gevaar! Hier in -den kleinen eiken krans
blinken de letters van zilver. Klaas spelt
d-e woorden -elk afzonderlijk. Daarop draait
hij -de medaille om en beschouwt lang de
beeltenis van -den koning die haar schonk.
De verpleegster stoort hem
Klaas, -daar is de moeder buiten, wier
kind g|e gered hebt. Ze- wil u bedanken.
Zal ze binnenkomen?
Voor h-et b-ed van Klaas knielt e-en bleeke,
vermagerde virouw en kust de hand-en van
den man, die redde, wat haar h-et dierbaarst
was.
Ik -dank u, dat is alles, w:at zij kan
zeggen, de tranen beletten haar te spreken.
Ik dank u!
Nu gevoelt Klaas, -dat h-em nog hooger
loo-n beschoren was dan de zilveren medaille.
Zwijgend w-endt hij den blik naar den he
mel, Di-e blik is -een gebed. Daarop- legt hij
als zegenend zijn hand op het hoofd van
-de knielende
Zijne lippen mompelden: Als Anna dat
gewlete-n had, Anna, di-e mij viersmaadde,
o-m-dat ik haar te schuchter Was. Zij nam
Hans. Die had -d-e medaille reeds,want
hij had als pionier zijn luitenant het leven
gered. Dat Was lang geleden -en Anna had nu
zeker o-ok al grijs haar.
Een nauwelijks hoorbaar gekreun doet zijn
borst bew-eg-en. Thans nog eenmaal jong
zijn en Anna ook zou ze hem nu ne
men? Nu had hij ze immers ook de zilve
ren medaille voor redding uit gevaar.
Een zonnestraal trilt in die- zaal en blinkt
o-p het stukje zilver. Stellig zo-u Anna nu aan
hem d-e voorkeur geven, want ze had al
tijd- v-e-e-1 van hem gehouden. Hij scheen
haar echter te laf.
Hij glimlacht. Hij en laf! Hij heeft allen
bewlezen, dat hij mo-e-d bezat. Zelfs de
-koning wist het!
Drie -dagen l-ater stierf Klaas. Een longont
steking rukte hem weg, Toen hij -daar zoo
stil en vredig lag m-et d-e beenige- han-d-en
gevouwen -scheen -er nog altijd een tevre
den glimlach om zijn lippen te spelen. De
re-ddingsme-daille blonk ,op zijn doodsgewaad.
Ze ging met Klaas in die- -kist
In de vredige morgenstilte van den Pink
sterdag stond zij alleen in den tuin van
haar va'-d-er.
Haar hart was jong en rein -en vol van
ni-et-begrepe-n verlangen. In gedachten zag
zij naar id-e schoonheid van hemel -en aarde
zij zag het jubelende lichten van den blan
ken zonneschijn op Idle- ro-od-e- -en witte- bloe
sems der bloeiende app-elbo-o-irten, zij' zag
den vollen goudstroom heen dartelen over
de sn-eeuw-witte sterretjes van madeliefjes
-en over Ide- te-ere, zacht bevende sleutelbloe
men op ide frissche lente-perken,
Op -de trillingen van h-et vroege morgen
licht zong -een geheimzinnig li-eid door de-
goud-ene lente. Een zo-et, b-etoov^reud lied
van jeugd en schoonheid, van geluk -en
liefde.
En -dat geheimzinnig li-eid klonk! terug hl'
hare jonge zi-el met pijnlijk-zoeten weer
klank. En dan werd het niet-begrepefi ver
langen al grooter in haar hart,, zoo
groo-t, zo-o groot werd het, dat het aan
groeiende als tot -e-en smart. Want -er was
ge-en zi-el om -er mee over te sprek-en(.
Een plechtige Zondagsrust lag ,ov-er het
land. Alleen in de verte- ruischte een bron,
aan het -einde van den uitgestrekten tuin,
waar, bij den afgebrokkeld-en tuinmuur het
over-oud-e kruisbeeld Ide steenen' armen hoog
opheft naar iden hemel. En te midden der
bloeiende schoonheid van den gouden «lag
omsloop de angst der eenzaamheid de ziel
van h-et jonge meisje.
Nu treedt uit den groenen achtergrojnd
eene vreemdelinge haar tegemoet.
Eene slanke vrouw in wit liohtgiewaalM,
schemerende vlinder-vleugelen aan de schou
ders en rozen in het stralende gouüene
haar.
Zij ziet haar aan met heldere zonne-
oog-en -en zij legt de witte; koele vingers
op het jonge hoofd van het meisje-,
„Ik ben h-et Geluk", zegt de schoo-ne
vreemdelinge en zij trekt het eenzame meis-
ije naar zich toe. „Wij zullen vriendinnen
zijn: Voor -e-en klein oogenblik tenminste-,
Want d-e mo-ed-er uit wie ik geboren ben,
heet onbestendigheid. Maar voor een span
ne tijds wil ik je, ni-et uit te- spreken, ge
lukkig maken. Ik wil je h-e-t schoonste van
het leven, ik wil je liefde schenken."
En het Geluk voerde het meisje heen in
den to-over-tu-in der liefde.
Daar bloeiden duizend schoon-e- vreemde
bloemen, -d;aar ruischten de zoete wateren
-der vredigheid -en daar zongen de kleine
vogels haar jubelende wijsjes. En de klok
ken -der vreugde luidden er dag en nacht
een feestgezang.
Toen stierf het verlangen in de jonge
zi-el -en het geluk en d-e liefde waren in
haar volkomen.
Maar nog stond de zon van ha-eren feest
dag ni-et in den middag of het Geluk voerde
-de vriendin uit de dalen der liefde terug
naar -den groenen tuin van haar vader;
het Geluk voerde haar naar den afgebrok
keld-en tuinmuur, waar het oude kruisbeeld
-de (steenen arm-en hoog opheft naar den
bem-el. Maar d-e hemie-l was nu grijs en
droef dreven -er d-e- wiolken.
De wind klaagde in de takken der boo
m-en, brak idle rood-e en Witte- bloesems der
appelboo-men -en strooide ze rondom in het
groene gras. De sneeuwwitte madeliefjes'
li-eten treurig de kopjes hangen. Alleen de
teere sleutelbloemen stonden nog recht
Zij' sidderden wei, maar zij stonden nog
recht als moedige zielen, waarover de l'ij-
denssto-rm ben-enjaag;t. En bet Geluk keer
de zijne oogen af in de- verte.
H-et vouwde zijne vlindervleugelen en
vlo-o-g: over den brokk-el-enden muur aan het
-einde van den groenen tuin.
Zij zag het m-et branden-de oogen -en
-doodspijn in het hart. Want het w;as im
mers -haar geluk dat afscheid' nam.
Het Geluk -echter verdween tusschen de
kruisen van -den Gods-akker achter h-et
oude kruisbeeld, dat ho-ogeT dan alle ande
ren de steenen armen in de lucht v-erheft.
En -er was Weer verlangen jn het hart van
het- -eenzame meisje. Het verlangen naar
eene schoonheid, welke niet sterft, en naar
een g-eluik, dat zonder maat -en -einde is. Het
steenen kruisbeeld -echter toon-de haar, waar
dat geluk t-e vinden is. K.
In 's levens zonnetijd I Op ongewone
wjjse heeft zich Maandagmiddag te Parijs
iemand van het leven berotfd. Een goed
gekleeds jongeman beklom Maandagochtend
den noordelijken Notre Dame toren. Hij bleef
anderhalf unr boven'e middags kwam bij
terng en ging wederom naar boven. De
vrouw van een dor wechtere, die den jongen
man zag, werd getroffen door rijn diep-mis
troostig uiterlijk. Vrcezende, dat hij misschien
een wanhoopsdaad in den zin had, volgde
zij hem Boven gekomen, zag zij nog' net,
hoe hij over de ballustrade verdween. De
ongelnkkige is met buitengewone kracht van
de borstwering vooruit omlaag moeten sprin
gen, want bet li|k is ineens op de straat
tereebt gekomen, over de waterspuwers en
andere uitstekende dingen van den toren
heen. Het mag een wonder beeten, dat bet
vallende lichaam geen der (alrijke voorbij
gangers verpletterd heeft. De j mgeman was
vijfentwintig jaar oud.
Met een mes gestoken Te Heerenveen
werd gevankelijk binnengebracht H. W. uit
Drachten, die bij zijn arrestatie den agent
van politie Helma aldaar met een mes in
de borst stak, vlak bij den linker oksel.
Na verboor, gelastte de rechter van instructie
zijne gevangenhouding.
De dood op de bruiloft. Toen gisteren
de weduwe H., wonende aan de Dnitscbe
grens nabij Losser, de bruiloft van baar
zoon bijwoonde en mee aanzat aan tafel,
bleef haar een stukje vleeich in de keel
ritten, tengevolge waarvan zij stikte.
Prettige aankomst. Op verzoek der
Belgische is Donderdagnacht 1 uur bij aan
komst van het ss. «Campanello» uit New-
York te Botterdam aangehouden de donkey
man H. B. die in België nog 4 jaar
gevangenisstraf moet ondergaan.
Hij ie in afwachting van sQn uitlevering
naar het'buts van bewaring overgebracht.
Ook leuk gezegd. >Een koci met zin-
genden Man voor f 3 50 en twee zingende
rnsnnen f 5 m. garantie1. Aldus een advertentie.
Door 'gas bedwelmd. Woensdagmiddag
omstreeks 12 uur is op de Raamgracht voor
perceel 67 een fitter van de gemeentelijke
gasfabrieken te Amsterdam, die in een kuil
aan het werk was, door gas bedwelmd ge
raakt. Pogingen, dadelijk in het werk gesteld
om de levensgeesten weder op te wekken,
mochten aanvankelijk tiiet baten. Per rijwiel-
brancard werd de man naar het Binnen
gasthuis overgebracht, waar bleek dat hij
nog in leven was.
Een vreeselijke val. Een bericht nit
Sailda in Oalifornië aRn de «Herald» meldt
•des dood van Walter Archer, een amateur
wHeger van 17(?) jaar. Dinsdag probeerde
Archer een aeroplan van e'gen vinding, die
«leotrisch gedreven werd. H(j verkreeg den
noodigen stroom door een dunnen draad,
die in verbinding stond met een der motoren
van de electrische centrale. Archer bereikte
■onder ongeval een hoogte van 700 meter,
toen de electrische draad knapte. Zijn motor
stond natuurlijk onmiddelQk stil en de
machine viel met duizelingwekkende vaart
raar beneden. De jonge aviateur was on-
middeljjk dood.
Weèr een komeet In aantocht. Een
nieuwe botsing van een hemellichaam met
os: ze aarde wordt voorspeld, nu niet met
de komeet van Halby, maar met een zéér
groote eter, de schitterendste vau alle vaate
sterren, Serius.
Met een snelheid van 9 8 kilometer nadert
Sirius onze aarde.
Ia v een enkel jaar nadert ons dit gewel
dige dubbelsterstelsol derhalve 309 millioen
kilometer, dat is meer dan de dubbele af
eland van de zon tot de aarde.
Sirius is thans van onze sarde nog ver
wijderd 557 000 aardbaanstralen, elk van
149.48 millioen kilometer, een afstand dien
bet licht eerst in ruim 8 jaren doorloopt,
clhcewel het in elke seconde 300000 kilo
meters aflegt.
Precies uitgerekend kan men dus de aan
komst van Sirius op onze planeet over
269.418 jaar tegemoet zien,
Vóó-r het zoover is, hopen wjj 'onzen
lezers nog wel nadere bijzonderheden te
kunnen mededeelen 1
Droevig uiteinde van een Boerencomu
mandant. Te Venioo is in een herberg
overleden een 36 jarig Transvaler, O. Silves
genaamd, die aldaar ziek was aangekomen
op zijn reis naar Groningen.
Deze man bad als commandant eener
Boerenafdeeling, den oorlog tegen Engeland
medegemaakt. In Engelsche krijgsgevangen
schap geraakt, pleegde hjj een misdrijf,
waarvoor bij ter dood werd veroordeeld.
Hem werd gratie verleend, met oplegging
van 15 jaren vestingstraf op St. Helena-
Onlangs was hij van daar ontvlucht en
bad zwemmende een Frantcb schip bereikt,
dat hem in een Framche havenstad aan
wal zette. De beklagenswaardige man heeft
door ziekte zijn reis moeten onderbreken en
is nu gestorven, volgens de verklaring der
geneeskundigen aan uitputting.
f 5050 vermist. De politie te Amster
dam beeft nog geen enkel spoor gevonden
van de portefeuille met f 5050 aan bank
papier van den houthandelaar den beer
Nyman, welke diens bediende naar het café
restaurant Polen in de Kalverstraat moest
brengen, doch in een tramwagen van lijn
9 vermiste. De bediende beefi het volkomen
vertrouwen van zjjn patroon, by wlen hg
4 jaren in dienst is. De beer N. is van plan
een hooge belooning nit te loven voor het
terugbezorgen van het geld.
Verwonding uit onvoorzichtigheid. In
een koffiehuis van Straatsburg waren ver
scheidene studenten in geneeskunde aan 't
praten over rachlelj]ke aanrandingen. Een
hunner, zekere Bebmeister, baalde een dolk
te voorschenen solde: «Hiermee ben ik
niet bang, bij die mij aanrandt is een kind
des doods.»
De koetsier Maller, die aan bet buffet
stond, wendde zich tot den student en vroeg
of hg zich in staat achtte sen mensch te
dooden. Voor de klucht stak de student
Bebmeister eensklaps den gewspenden arm
uit. Op 't zelfde oogenblik viel Muller, een
kreet slakende. Het lemmet was in de zgde
gedrongen en bad den lever en de long
geraakt. Maller werd naar het gasthuis
gebracht. Zyn toestand is hopeloos, Bebmeis
ter werd in bet gastbnls, waarheen hg den
gekwetste vergezeld had, aangeh.ulen.
Een ontaarde vader beeft voor de recht
bank te Schweidnitz in Baden, tereebt ge
staan. Het was de 34-jarige spinner Wilhelm
Klein, die sedert 11 jaren gehuwd was en
een dochtertje van 5 jaar heeft, Man en
vrouw werkten op een spinnerg en daarom
werd het kicd uitbesteed, maar KleiD, die
veel misbruik van sterken drank maakte,
betaa'de in den laatsten tijd geen verpleging!-
kos en meer en toen bij daaraan 120 mark
schnld bad, zond men hem het kind terng.
Van de gelegenheid dat in de afdeeling der
fabriek waar hg werkte, herstellingen moesten
worden verricht en de daar werkzame ar
beiders eenige dagen vrg hadden, terwgi zgn
vrouw gewoon aan het werk bleef, maakte
Klein gebrnik om een noodlottig voornemen
ten uitvoer te brengen. HO was met het
kind alleen thnis en, terwgi het zat te spe
len sloeg hg het eensklaps met een zware
schop op het hoofd. Het meisje viel be
wusteloos neer en toen sti6t de ellendeling
haaT een keukenmes in den buik. Als door
een wonder was het kind, ondanks de vree-
seigke verwondingen, niet dood en het is
den geneesheeren zelfs gelukt het te redden.
De ontaarde vader, die terstond gearresteerd
werd, hoorde zich door den rechter tot 10
jaren tnchthnisstraf veroordeelen.
Al weer het spelen. Men meldt uit
's Gravenhage, d.d. 7 Deo.
Den 15en September jl. machtigde de di
recteur der Semarang Joana Stoomtram ign
bediende K. tot het bg den rgksbetaalmees-
ter ln ontvangst nemen van ongeveer f 800
K. kwam echter met dat geld niet terng en
was sinde dien. tgd voortvluchtig. Thans
hg zich in berooiden toestand aangemeld aan
het commissariaat van politie aan de Nieuwe
Haven alhier. Daar vertelde hij een gedeelte
van het geld te hebben gebruikt ter beta
ling van speelschulden en van bet overige
ln het buitenland te hebben geleefd.
Hg is thans ter beschikking van de ju
stitie gesteld en in het hnts van bewaring
opgesloten.
De moord te Spaarndam. D. B., de
man, die als verdacht van den moord te
Spaarndam was aangehouden, is weder op
vrge voeten gesteld.