TWEEDE BLAD. Zaterdag 21 Januari 1911. No. 6 Ons Geïllustreerd Zondagsblad. KALENDER voor de dagen der week. 2a JANUARI Eet geneesmiddel van onze dagen, Trouwen in Indië DRANKBESTRIJDING. KINDERRUBRIEK. Nieuwe raadsels. Anecdotes. ONS BLAD. Het Geïllustreerd Zondagsblad van deze week bevat Inhoud. 1. PlatenToboggan te Rotter dam de mRn die de .Nachtwacht, bescha digde een ingesneeuwde electrische trein Mozes van den Sinal afdalend; een stukje oud-Rotterdam dat verdwenen gaat; prinses Victoria Louise van Prnisen in dragonders- uniform een bede om gratiehevige brand te Haarlem (2); veïkeersverbetering in de Residentie (6)huldiging van baron Roel] de Schiedamsche R. K. Esperantistende groote brand te Rotterdam. II. Tekst: Een, die zich op den Staat wreken wilde; Eind goed, al goed (wordt vervolgd)bet notitieboekje (verhaal)de Roode Vogel (slot); het onbekende meester werk Voor onze Jongens en Meisjes. 22 Januari. Zondag. Feest van de H Familie. H H. Vincentius en Anastasius, Martelaren. Evangelie: Jezus geneest een melaatsche Mattheus VII: 11-13. 23 Januari. Maandag. Verloving der H. Maagd Maria. H. Rzymundus de Pennafort, Bel. 24 Januari. Dinsdag. H. Tbimotheus, Mart. 25 Januari. Woensdag. Pau ua bekeeriug. 26 Januari. Donderdag. H. Polycarpus, Mart. 27 Januari. Vrydag. H. Joannes Chrysosto- mus, Leeraaf. 28 Januari. Zaterdag. Zalige Karei de Groote. Vierde Zondag der Maand. Derde Zondag na Driekoningen. Les uit den brief van den H. apostel Paulus aan de Romeinen; XII, 16 20. Broeders! Wieest niet eigenwijs1 Vergeldt niemand kwaad voor kwaad; betracht het goede, niet slechts voor God maar ook voor alle menschen. Indien het mogelijk is, houdt wede met alle menschen, voorzoover het van u afhangt. Wreekt u zeiven niet, veel geliefden! maar laat plaats voor den toorn; want er staat geschrevenMij is de wraak ik zal vergelden, zegt de Heer. Maar als uw vijand honger heeft, spijzig hem, als hij dorst heeft, laaf hem! want door dit te doen zult gij kolen vuurs op zijn hoofd za- m-enhoopen, Laat u niet overwinnen door het kwaad, maar overwin het kwaad door het goed! Evangelie 1 olg-ns den H. Mattheus VIII, 1-13. Te dien tijde, toen Jesus van den berg was afgedaald, volgden Hem vele scha ren. En zie, een melaatsche kwam en aan bad Hem, zeggende: Heer! als Gij wilt, kunt Gij mij reinigen! En Jesus strekte zijne hand uit; raakte hem aan en sprak: Ik wit; word gereinigd! En terstond werd zijne metaatschheid gereinigd. En Jesus zeide tot hem: zie toe dat gij het niemand zegt; maar jja, vertoon u aan den priester en offer de gave, die Mozes geboden heeft, hun tot -eene getuiigenis. Toen Hij nu te Karpharnaum gekomen was, naderde Hem een hoofdman, Hem bid dend en sprekend: Heer! mijri knecht ligt te ihu|is, verlamd; en lijdt zware pijnen, Jesus zeide hem: Ik zal komen en hem genezen. Doch de hoofdman ^nt wöoirtlde en zeideHeer! ik ben niet waar dig dat Gij odder mijn dak ingaat; maar spreeks lech's een woord; en mijn knecht zal gezond worden. Want ook ik hen een mensch, die, onder de macht van anderen staande, soldaten onder mij heb; en tot den eene zeg ik: ga! en hij gaat; tot een ander: kom! en hij komt; en tot mijn dienst knedht: doe dit! en hij doet het Toen nu Jesus dit hoorde, verwonderde Hij Zich en sprak tot die Hem volgden: voorwaar, Ik zeg u: een zoo groot geloof heb ik jn Israël niet gevonden! Doch Ik zeg u, dat velen zuilen komen van het Oosten en het Westen, en zullen aanzitten met Abra ham en Is,aak en Jacob in het Rijk jder hemelen; maar de kinderen des Rijks zul len uitgeworpen worden in de duisternis daar huiten; daar zal geween zijn en ge- kners der tanden. En Jesus zeide tot den hoofdman: ga, en gelijk gij geloofd hebt, geschiede u! En de knecht werd gezond op dat uur. Maandagavond hield bet Pi. Oomité der K. S. A. lijn 3an ontwikkelingeavond in hotel Proot. Dezen avond trad ale spreker op de Weleerw. Rector H. M. J. Versijl met bef onderwefp >Het geneesmiddel van onze dagen. De talrijke aanwezigen bewezen weder hoezeer de ontwikkelingeavonden der K.S.A. op prjje gesteld worden. Spreker ving zjjn rede aan met er op te wijzen, boe men in onze dagen meer en meer den godsdienst in vergetelheid tracht te brengen. Immers, waarvoor wordt in onze dagen el geen tjjd gevraagd? Drukte door zaken, beoefening der weten schap en sport, politiek, enz. enz., al deze zaken vorderen onzen tjjd. De godsdienstige messch wordt met spot overladen. Godsdienstig zijn, is iets uit de Middeleeuwen, iets ouderwetsch. Wie zon in den tjjd van nitviudingen op allerlei gebied nog zoo bQgeloovig zijn Wij Katholieken, deuken er echter geheel anders overwij zien in den godsdienst juist het geneesmiddel van de huidige Maat schappij, door welke hy zoo met voeten getreden wordt. Doch anders denkenden nemen zoo iets echter niet als zoeten koek aan. Men moet hen overtuigen en hen daardoor weer in het goede spoor brengen. Wat ia godsdienst eigenlijk Het is de som der gezamenlijke betrekkingen, die de mensch heeft met God, ontstaan door zijne schepping door God, en van de verplichten daardoor aan God verschuldigd. Immers, de mensch heeft alles van God ontvangen en behoort geheel aan God, wijl hg zonder Hem niet zou bestaan. Is bet dan onbiligk, dat de mensch zich als Gods onderdaan beschouwt? De godsdienst brengt de verbinding met bet verhevene in stand en maakt door het verhevene, waarmeda de mensch zich bezig houdt, hem beter en edeler. We kunnen bet denken aan, en'bet overwegen van het ver hevene van den godsdienst als 't ware ver geigkea met den omgang van een persoon met een goeden, verbeven en harteiyken vriend. Door dezen omgang zal genoemde persoon beter worden. De godsdienst is en was altgd de drgfveer der maatschappij. Reeds Cicero, een heiden, zeide: >de godsdienst beweegt alles» Doch het bewijzen van eer aan God, ons Opperwezen, kost offers van ens, tot harts toebt geneigde zwakkelingen, iets wat door vele Christenen te veel uit het oog wordt verloren. Ook is de godsdienst noodzakelijk. Zien we eens de wereld rond. Hoe klein is het aantal godloochenaars in vergeigk by de millioenen gelcovigen, niet alleen lu. doch door alle eenwen. Bouwden de heidenen niet reeds in de ondheid hua tempels en brach ten zy niet knn offers aan hun goden 1 Zij dact ten reeds aan een opperwezen, al was bet dan ook nog een geheel onvol maakt. Die godsdienst speelt toch een be- langryke rol in het leven dier heidenen. En gaan we nu alle volkeren der aarde na, nergens vindt men een volk zonder een zy het dan ook soms een zeer primitieven godsdienst, Zelfs de Kaffers en Hottentotten, welke men langen tijd voor een volk zonder gods dienst bieid, nemen, wanneer zij gaan ster ven, hun boog en pijlen naast zich, om, zoo zy beweren, na bnn dood niet ongewa pecd te zyo. De voor hun tyd zoo hoog beschaafde Cartbagers, Romeinen en Grieken hadden bun goden. Ook de bewering, dat de godsdienst een j u'tvinding van priesters is, hondt geen steek. Immers de eeredienst is niet om wille van de bedienaren, maar de bedienaren om wille van den eeredienst. Er waren toch niet eerst spoorwegbeambten en toen spoorwegen Beweert men als de mate:alisten het ont staan van alles nit de stof, dan loochent men ook bet bestaan der ziel. Dan bestaat er geen regelend bestuur over de wereld, dan is bidden dwaasheid, dan bestaat er geen onderscheid tnsscken goed en kwaad, belooning en straf hiernamaals en moet de vraag ryzen Maar, waarvoor bestaat dan het leven en de beweging De gerechtigheid eiacht toch, dat ieder recht gedaan wordt, dat ieder krijgt wat hem toekomt. Godsdienst veert tot hocgere volmaaktheid. Jnist door ons verstand ziju wy in staat daartoe te geraken. Het denk- en spraak vermogen en de verbeeldingskracht onder scheiden ons van het dier, dat alles nit instinct doetvandaar, dat wy, Katholieken, niet met de theorieën der modernen over de afstamming van den mensch uit het dier, n.l. de aap, knnnen meegaan. Zien we eens naar bet wachtvuur door menschen aangelegd by nacht, wanneer zy in een tropisch woud overnachten. Wanneer de reizigers wegtrekkeD, verzamelen de apen zich rondom dat vnnr en verlnstigen zich in de warmte, doch gaat het vnur door gebrek aan brandstof nit, dan stooten zy jammerkreten nit, maar geen enkele aap zal toch bet zoo eenvoudige idee ktygen, om hont aan te dragen om daardoor het vuur te orderhonden. Zet een aap op een warme kac .elhet dier zal wel de pooten één voor één oplichten, doch van de kachel af te springen, neen, daarvoor heeft by geen begrip. Het dier weet niets van zyn Schepper, de mensch daarentegen is met een verstand en een wil begaafd. Hg keDt het ideaal en atrcft er naar dit te' bereikendoch boe zullen de modernen naar het goede streven als zy de bron van het goede niet kennen? Die bron van het goede ii God, en door den godsdienst wordt ons oog steeds gericht naar God. Door den godsdienst geleid, be vordert men den waren voornitgang, een vooruitgang, die niet zooal» wel beweerd wordt in stryd is met de kunst, weten sckap en vryheid. De godsdienst kent wel geheimen, daarvoor is bij te zeer met het verhevene verwant, doch ook hij eischt vryheid. Zelfs Franklin, de groots Amerikaansche vrijheidsman, dnrfde beweren, dat, als een volk zich van God verwydert, het de slaverny tegemoet gaat. Wat zon een zedenleer zonder wetgever zyn? Wat beteekenden dan rechten en plichten, ali hartstocht genot heette en ïyden straf? Een ieder streeft en verlangt naar gelnk, doch om gelukkig te zyn, moet men de waarheid en de hooge waarde van het gelnk kennen. Welnu, de godsdienst is de geleider naar dat gelnk. Velen worden in hun zoeken naar het ééae, ware gelnk van God verwyderd door holle phraeen, aisgelnk bestaat niet waarom is de een anders gelukkig en de ander diep rampzalig waarom moet de een hard zwoegen en de ander niet waartoe dient al dat nutteloos arbeiden Dat arbeiden is niet nutteloos, neen, zelfs de geringste arbeider werkt aan een verheven taak, de vervorming der stof eens door God geschapen. Is bet niet opmerkeiyk, dat juist onge- loovigen in gezelschap van priesters en geloovigen het eerst over den godsdienst beginnen te praten, terwyi geloovigen dit zooveel mogelijk trachten te vermyden om niet iemand in zyn denkbeelden te kwetsen Waarom verlangden groote vrydenkers als Voltaire en Diderot op hnn sterfbed naar een priester, hoewel helaas hun xgn. vrienden dien redder verre van hen hielden Waarom noemden Plato, Aristoteles en anderen den godsdienst iets noodzakeiyke voor de maat schappij en hebben Ronsseau en Voltaire die noodzakeiykheid nooit ontkend Het doel van iedere maatschappy is het geluk van haar leden te bevorderen, doch de weg die bewandeld wordt is niet dezelfde. De gods dienst moet de leider op dien weg zyn, daar anders het egoïsme hoeptij viert, de dieriyk- heid en dorst naar geld en genot de over hand krygen. De godsdienst echter beteugelt de baits tochten, hy leert den mensch onderdaan, doch geen slaaf zyn. Een welverdiend applaus uitte de gevoelens der toehoorders aan dan spreker. Na een woord van dank door den voor zitter aan den WeiEerw. spreker werd de vergadering gesloten met de mededeeÜDg, dat de volgende ontwikkeiingsavondzai gehouden worden op 30 Januari a.s. door den WeiEerw. Heer 8. KEET van Behagen. Het heetste seizoen is voorby. Deze maand waait de wind dag en nacht met eene snel heid van 30 K M. per nar. De temperatuur baalt geen 9G graden meer en 's nachts daalt zO zelfs tot 75 cf 70 graden. In zeker opzicht kan men het heetste seizoen vergelijken met een strengen winter in Holland. Alle veldarbeid is gestaakt. De inboorlingen hebben niets te doen. Zoover het oog reikt ziet men niets dan kale velden waarop alles door de hitte verschroeid is, het vee loopt vry rond en tracht een koel plekje te vinden onder de schaduw der boomen, of, wat veel erger is, dringt mijn erf binnen (de inboorlingen, die dikw'yis by my om een praatje komen, vergeten m-iestal het hek te slniten) en doet zich te goed aan de kruisen van myn jonge boompjes. Wat er in 't heele seizoen plaate heeft, is: trouwen. Dit jaar heb ik twaalf hnwe- iyken ingezegend, 't Is hierover, dat ik nu een en ander wilde schaven, De hoofdpersonen in een huwelijk, ni. bruid en bruidegom, hebben hier cp dat punt niets te zeggen. Vader en moeder re gelen alles en zoon en dochter moeten te vreden zyn met wat zy krygen. Zoodra een kind geboren is, b apinnen de onders la Ramadurgam al te overleggen, met wien of wie het zou knnnen trouwen. Zyn belden van dezelfde plaats, dan weten zy als kinderen van 4 5 jaar al, wie bnn toekomstige man of vronw zyn zal. Eenige van die paartjes heb ik hier ia myne leering. De jongen is acht jaar, en zyne toekomstige vronw 5 jaar. Ofschoon 't meisje nauweHjks een kruistesken kan maken kent zy reeds de wellevendheids- vormen van verloofden. Nooit zal zy den voornaam van haren toekomstigen man noe mendit ware immers zeer onbeleefd in Indlë spreken man en vrouw elkanders voornaam niet nit. 't Gebenrt soms dat ik voor 't een of ander den naam van man en vronw moet weten. Ik ga hen opzoeken, doch tref alleen den man thnis. Deze is aanstonds bereid zyn eigen voornaam op te geven, maar niet dien van zyne vronwom dezen te achter halen moet ik myn Catechist of kok roepen. Eens kwam een man by my praten over 't huwelijk van zyn xcon. Er moest dispen eatie' sangevraagd worden, en ik vroeg hem dns ook naar den naam van zyne vrouw. HQ begon te lachen. Ik trachtte hem duide lijk te makeD, dat ik dien naam moest weten om dispensatie te knnnen aanvragen. Hy maakte my niet wyser. 't Eenigste wat ik doen kon, was raden, want mijn Catechist en myn kok waren beiden afwezig. Ik be gon dns maar eenige namen op te noemen, en toen ik dien van zyne vrouw noemde gaf hy my een teeken. Indien er, hetgeen dikwyis gebenrt, in 't dorp zelf geene braid te krygen is, dan gaan de vader en een paar bloedverwanten van den jongen er op nit om in een na bnrig dorp eene bruid^te koopen. De eerste bruiloft j van dit jaar bad de volgende merkwaardigheid. De oudste zoon eener weduwe ging naar een dorp, 100 K.M. vanhier gelegen, om een meisje voor zyn jongeren broer te koopen. Voor 30 galden werd de koop gesloten en de bruiloft werd vastgesteld op den 6den dag na de volle maan (een gelnksdag) De weduwe maakte alles voor 't bruiloft» maal gereed. Daar de brniloft de gelukkigste dag van iemands leven moet zyn, wordt op geen onkosten gezien om den glans van het feest te verhoogen. Iemand die drie stniver per dag verdient, ziet er niets in om f 100.— voor eene brniloft uit te geveD. Twee dagen voor den bepaalden dag kwam er van bet dorp van de bruid eene bood schap, dat zy niet kon komen. De weduwe was zeer teleurgesteld. Een familieraad werd gehouden. De brniloft kon niet uitgesteld worden, dat stond vast. Daarom maar gauw een ander meisje gezocht. Men vond er een van acht jaarna eenig onderhandelen werd de koop gesloten. Met groote biydschap kwamen zy my hiervan in kennis stellen, en vroegen verlof om na twee dagen volgens de kasteregels de feestelijkheden te vieren en later, als het meisje twaalf jaar oud was, in de kerk te trouwen. Op éan dag zegende ik bet hnweiyk in van acht paartjes, waarvan vier brnigoms l u ar e aanstaanden op den trouwdag voor het eerst sagen. Het sturen van elkanders portret ie hier nog niet in zwanghet eenigste wat de bruidegom te voren over zyne toekomstige vrouw te weten kan ko men is, of zy eene donkere of lichte huids klenr heeft. Dat bruid en bruidegom op den trouw dag met eikander spreken is tegen de wel levendheid. Evenwel is het bnn dien dag voer 't eerst en voor 't laatst in bnn leven geoorloofd, tegelijk uit Ls schotel te eten. Naderhand gebrnikt eerst de man en daar na de vrouw den maaltijd. Zooal* n weet, gebruiken zy voor lepel en vork de vyf geboden der rechterhand. Geiurende de bruiloftsdagen moet de brnid zich heel zedig voordoen. Zy mag baren man niet in 't gelaat zien. Als zy 's avonds samen op de zegekar, getrokken door essen en door een menigte menschen omstuwd, door het dorp ryden, bedekt de bruid haar aangezicht met haar hoofddoek, terwyi de bruidegom, uitgedost met allerlei geleende sieraden, als een Raja rond zit te te kyken. Zijn zij samen in hetzelfde buis, dan trekt de brnid zich in een hoek terug of begeeft zich in een klein kamertje, waar de gekleurde vaten en potten staan, voor de brniloft benoodigd. Ia een huis waar twee zonen brniloft vierden, ging ik de feestelingen bezoeken. Ik trof alleen de biniden thuis. De eene was by het vronwenvolk, de andere zat ge heel alleen in een klein kamertje bij de gekleurde potten, waarop een klein lichtje brandde. Ik trachtte met baar te praten maar veel kon ik er niet nttkrygen Ik vroeg de anderen waarom xy_hier alleen moest zitten, terwyi de eerste bru'd vry onder 't vrouwvolk rondliep. Men antwoordde mij, dat zy dien avond met baar man op den zegekar door het dorp geleid zou wor den en zy zich hier moest voorbereiden, en dat de andere brnid eerst den volgenden avond eau de beurt was. (Wordt vervolgd).; XI. Alcohol en het zenuwstelsel. Het zon verwonderiyk mogen heeten, als het teere weefsel, dat we onze zenuwen noemen, voor de verwoestende inwerking van den alcohol gespaard bleef. Niets is dan ook minder waar. Proefondervindelijk is aan getoond, dat ons xieleleven schade onder vindt van het slechts zeer matig gebruik van alcohol. Men liet eenige personen soo ving mogeiyk eenige regels iezenop den inhoud werd niet gelet, enkel op de mindere of meerdere vaardigheid. Hoewel dns van den geest bslrekkejyk weinig werd gevraagd, kwam men toch tot de gevolgtrekking, dat na het gebrnik van 6en baast onbeduidende hoe veelheid alcohol de vaardigheid afnam, terwyi de invloed al zeer merkbaar was bij het gebruik van een iets grootere dosis. Door een spleet liet men letters lezen, welke slecht» een oogenblik door verlichting zichtbaar werden. Het bleek, dat het jnist noemen der letters weer efosm in evenre digheid van het toegediende kwantum alcohol. Een cnredeiyke eisch is het niet, van personen, wier werkkring een groote verantwoordeiyk- heid meebrengt, geheelonthouding te verlan gen, bijv. van machinisten, Immers hoevele spoorwegongelukken zijn al reeds veroorzaakt door het niet nanwkeurig waarnemen der sigDalen, tengevolge van het drankgebruik. We" behoeven waarlijk niet ver te gaan, om te constateeren, hoe alcohol de zinnen benevelt. Dageiyks kunnen we, helaas, er getnige van zyn, hoe de mensch de kostbare gave des verstands misbraikt. Walging vervalt ons by bet hooren der ruwe en sedelooze taal van den dronkaard. Wat al onzinnige en slechte daden moeten op rekening gesteld worden van den alcohol. Zoozeer, is men van zyn kracht bewust, dat men opxetteiyk zyn toevlucht neemt tot den drank, om handelingen te plegen, waar voor men in nucbteren toestand zou terug schrikken. 't Is bekend, dat by */6 der mis daden de oorsaak moet gezocht worden in den drank. Treffend is het volgende staal je: Van de 100 misdaden worden gemiddeld gepleegd op Zondag 50, op Maandag 20, op Dinsdag 6, op Woensdag 5, op Donderdag 4, op Vrydag 5 en op Zaterdag 10. Hier wordt onomstooteiyk bewezen, dat de meeste misdaden gepleegd worden op de dagen, dat bet drankgebrnik het grootst is. Ook voor driftige naturen biykt de alcohol een gevaariyk goed. K. Lieve kinderen, Ik ben tevreden over de oplossingen, er zijn vele inkomen en daarby zyn de meeite goed. De oplossingen waren No. 1. Hoe heette de vader van Abraham's zoon Abraham. No. 2. Voor welk oog is nooit, Een enkele oogarts noodig, En is ook elke bril. Volkomen overboden Voor een eksteroog. No. 3 Een beest en een aar vormen te samen een man, die van draaien moet leven. Molenaar. Hieronder volgen de laatste 3 prysraad- sel. Ze syn weer niet moeiiyk. als ge maar goed nadenkt. No. 4, Hoe wordt een moor, als men hem een bad van zont water geeft No. 5. Welke armen worden door den gierigaard gekleed No. 6. Wy zyn vyf broeders, nit een dertien paar. En stellen ons u voor, eens in leder jaar, De eerste vindt ge in 't strand, In de natnur, in een laan, in 't park en in [een land, De tweede vindt ge, zonder gevaar van te [falen, Dadeiyk by de paarden, 't porcelein en [portalen. De derde echter hondt op een berg zich [verborgen, Io Zwitserland, daar vindt ge hem zonder [zorgen. De vierde ziet ge waar de winden waaien, In een rivier, een eiland en waar machines [draaien. De vyf de huist In eén stal, ook in een [akelig hoi, Ook in vestingwallen of in een glazen boh En alle vyf ge kent ze vast geiyk, Zy doen wat ze willen en zyn aan lnimen [djk. Ik dank de kiaderen wel voor de aardige anecdotes, die ze inzonden en waarvan wy er hieronder enkele laten volgen. Viet Slim. Meester: Hce heet je, ventje? PietjeNet ais mgn grootvader, meester. Meester En hoe heet je grootvader Pietje Net als ik, meester. Meesier Jaw6l, maar hoe heet jullie dan allebei Pietje Precies hetzelfde, meester. (iDgei. door Gunrlje Stuifbergen, Limmen.) Onderwyzer Alle voorwerpen, waar men doorheen kan zien, zijn doorz'chtig, Karei noem my eens een voorbeeld. Kareieen ladder mynheer, loges, door Oornelia Oastricum, Zuid Bakknm, Dienstmeisje (in een yzerwinkel)Ik zon graag een haak hebben om een ichildery aan op te hangen. Winkelier I» de schiidery groot DienstmeisjeNon, dat zon ik denken, de' heele familie itaat er op. (log. door dezelfde-) Nu tot de volgende week I Wie zullen dan weer de "gelukkigen zyn en een mooi leesboekje met aardige verijes, verhaaltjes en plaat jas winnen Wie tr :an - GEVESTIGDE PERSONEN. C. Blokmaker, arbeider, Overdiestr. 1 n.h. G. Lang-creis dienstbode, Stationsweg 20 n,*,'; L. Mensonides boekhouder, Verdronken- ootd 109, n.h. A. Lakeman, liefdezuster, Emmastr. 10-12 r.k" j J. -O. Kamp, dienstbode, Nassaulaan 23 r.kA L. J. Snellenberg, gepensionneerd, Luttik- Oudo-rp 7, r. k. M. Stam, dienstbode, Metiusstr. 12 n.h'. J. Do-ets, werkman, Karneme'.ksbuurt 17 n.h "fff H. J. M. Schenner, zonder beroep, Huig-, 0, i brouwerstraat 12 r.k. ,vp A. G. Valkenburg—He-nnjng, zonder beroep" Lindengraeht 21a e.l. E. M. Lampe, zonder beroep, VerL Land (f - straat 29 r.k. ^|Ë8j A. Van der Deure, ass. landmeter, Kerk,t j plein 9, geref. G. J. GroeneWoud; dienstbode, Spoorstraa 'tj 58, r. k. VERTROKKEN PERSONEN. C, M. van der Stok, koopman, Heul 5b Amsterdam r.k. J. Oukes, zonder beroep-, Omval 11, Z. er N. Schermer, n.h. C. Modd-er-Meijering, zonder beroep; Kef/! gracht 4, Amsterdam r.k. S. de Vries koopman, Keetgrack sterdam, geen, J. Pijl, banketbakker, Langestra) sum, n.h'. Gs M. Huijg, Officier, L. d. H. Limmd* Amsterdam, L. d. H. J, Hekelaar, slager, Magdalenenstr. merend, n.h. IT- ■k

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1911 | | pagina 5