iferjj
H. Sath. Nieuws- en Advertentieblad
voor Neorii-liolland.
feuilleton!
m 144,
Kuiscieid zonder geloof?
3, HAARLEM.
No. 36.
Zaterdag 6 Mei 1911.
5*e Jaargang'
paraat!
ssn, Alkmaar
iflütfiif.
Alkmaar.
Alkmaar.
rk
Verschijnt Woensdag en Saterdag.
Julian en JuJiane.
rt f 250.000.
eten, Deposito's,
enz. enz.
RING.
BUIGEN,
Alkmaar.
R KLEI,
Pendules,
oeilicht!
VAN AANLEG.
Iitingen gratis
ad.
jaen. Alles prima
tant.
Bit nummer bestaat uit 8 bladz
BINNENLAND.
NK.
>r Staten Generaal en
iter ran Alkemade, te
en-Generaal en Bnrge-
m Beroep (Ongevallen*
rd-Holland en van den
DR.
dat hij zijn
kery heeft
IN, en houdt
30, TILBURY'S, E4AS-
lorraai bij
"«'•ik,
Mjsi
ALEM AAR-
GROOTSTE KEUZE-
1NIEUW!
ian delen,
licht
2 N,
OLEN,
enz enz.
IV KEMPEN.
KUSÏLRS, - Wamt
ONS
BLAD.
ABONNEMENTSPRIJS s
60 et. per 3 maanden franco huis90 ot. met geïllustreerd
Zondagsblad. Te betalen in het begin van ieder kwartaal.
Afzonderlijke nnmmers van de oenrant3 cent.
Yan het Zondagsblad5 cent
Uitgave vaa de Naami. Vennootschap „Ons Blad".
BUBBAU: Bree&straat 12, tegenover de B. E. Eerk, te Alkmaar-
Telefoon No. 433.
ABVERTENTIËN
Van 15 regelsi 80
Elke regel meer S
Beclames per regel 15
Kleine advertenties van 130 woorden, bij voornitbet. 25
seat.
i,i
Wel heeft er altijd onzedelijkheid bestaan
:en die den goielden p-uden tijd zoo uit
bundig prijst, kent hem gewoonlijk slechts
half, maar niemand zal het toch betwisten
dat {iet grocte onderscheid tusschen vroe
ger en nu hoofdzakelijk hierin gelegen is,
idat het euvel in alle küassen der maatj-j
schappij is doorgedrongen en wat kwaad
is, goed' en. wat goed is, kwlaad genoerndl
wordt. Zonder zich te bekommeren om tra-
fdities van eeuwen her, zonder rekening te
houden met welk gezag dok, (hecht men niet
de minste waarde meer aan Wat men vroe
ger voor zedelijk hield. Wanneer men ziet,
Idat er maar all te veel zijn, die m,et b'ran-i
dend verlangen naar ideze nieuwe openbarin
gen luisteren en ze in praktijk brengen,
dan idenkt men onwillekeurig aan Ide bedrei
ging van den profeet: „Wee Idengenen, die
het kwade goed Iheeten en het goede kwaad
Idie duisternis tot licht stellen en het li-dijt
tot duisternis (Is V. 20)
Sexueele [hervorming is het wachtwoord
van onzen tijdi. -ferochuren daarover schie
ten als paddestoelen uit (den grond. Meer
idan een voelt zich- geroepen een woordje
mee te spreken. Zij geven een verschrik
kelijk beeld van de zedeloosheid onzer da
gen, om den nieuwen (weg, idien zij zou
den aviLden inslaan als jden eenig juiste,i
aan te geven.. Wanneer zij dan ook een
geneesmiddel aanprijzen, dan zijn zij hel;
'er lallen roerend over eens, dat door denl
mensch zelf en niet door een eeuwige, allen
verplichtende wet v. een boven ons staand
persoonlijk wezen, d'e oplossing gevon
den moet wo|rden Moraal 'zonder Goidj"
zoo klinkt het van alle feiten. De jeugd',
zoo zegt mien, [heeft de zedelijke kracht;
niet van buiten te verwachten, ma-ar draagt
deze kracht in eigen boezem. Daarom loont
het wel de moeite eens na te gaan, of
kuisc'hheid zonder godsdienst mogelijk is.'
Voor sommige personen zal men dit niet
kunnen Ontkennen, want er zijn ongeloovige
menschen, die zedelijk hoog staan. Meest
al gevoelen zij zic|i (dan to-t bijzondere
belangen getrokken, of blijven door allerlei
-omstandigheden voor den zwaren strijd van
het sexueele leven bewaard. Natuurlijk kun
nen zulke gevallen niet bewijzen, dat de
godsdienst in jden strijd mm de zedelijke
reinheid des levens een te ontberen factor
is. Wij moeten onze blikken slaan naar het
gros der menschen, naair Ide veine weg
overwegende massa der hooge en lagekrin-
eene novelle
DOOR MATHILDE,
3G)
„Zij heeft zich dus niet gedood?"
j,Neen, o-, ik zall' u piles vertellen; geef
mij |uw farm, M'ax, tojat ons wandelen. Die
beweging zal mij goed; d'o-en, wiant jnijn
hoofd staat in lyuulr en tocjh ik bieja in
jairen niet zoo weinig ongelukkig geweest
als op -dit -oogenblik."
Ze gingen zwijgend voort, nog onder den
verpletterenden indruk; de eerste van de
bekentenis, idiie hij haid afgelegd; de ander
door het bericht, dat hij had imoeten ihooren.
Geen verwijt ontsnapte Max lippen.
Na een poos vroeg -hij eindelijk:
„Heeft zij u opgezocht in Duitschlanid
A-rm -kind, de wroeging verteerde haar -en zij
had geen vertrouwen genoeg in mijl, om
alles -aan mijne liefde to-e te vertrouwen."
„En [hare schuld: was zoo gering".
„Maakte zij dan niet de brandkast open
„Neen, neen, niets heeft ze. gedaan ;doori
mij geplaagd, -aangedrongen en in 'tnauw
gedreven, liet ze mij raden naar hetwo-ord|
van het slot, en toen ik het wist, vermoield)-
Ide zij nog niet welk -misbruik ik vain haar
domheid ging maken." 1
„Zij wist dus niets van uw daad', toen ga
ons verliet?"
„Neen, (dien avond, den laatsten da.t we
Samen waren; keerde ik alleen pn plnjgee
gen der maatschappij, voor wie het sexu
eele het eeuwig bekoorlijke .-blijft dat hum
bloed in beweging brengt, hun lectuur kruidt
hun vermaken aangenaam, hun kunst prik
kelend', bun theater genotvol maakt. Wij
moeten niet slechts o-nze oogen wenden
naar menschen met een vast levensdoel- maai
o-ok naar de door storm -bewogen jeugid.-
In al ideze kringen is kuischheid zo-nded
godsdienst niet mogelijk.
Men kan tot bewijs daarvoor de ervaring
yan het dagelijksch leven (aanhalen; men
kan wijzen -op het ontzetten-d zedenbederf
in (het heiligdom, waar de mensch in den|
strijd tegen de hartstochten in hoofdzaak
slechts over zijne natuurlijke klraditen te;
beschikken had. Doch voor zulke bewij
zen zijn -toch -niet vatbaar diegenen, dies
beweren, dat zij niet tot -die groo-te massai
beho-oren. i L
Ontegensbrijdig beho-oirt de geslachtsdrift
tot de geweldigste hartstochten, die 's men
schen leven bewegen. Het is eene onweer
staanbare macht, maar ook een blinde macht
die in dienst der beide geslachten staat en
het individu met zul-k een groot geweld aan
grijpen kan, dat het ,al het andere vergeet,
(dat -het vermogen eer, gezondheid en|
kracht aan een hartstocht opoffert, waar
door het wie weet (ho-e dikwijls bitter be
drogen wordt. D-aar nu ide hartstocht juist
op dit punt niet luit 'eene bekoorlijkheid.'
van buiten voortkom), maar in het innerlijk
wezen van 'den mensch zijn oorsprong heeft
zal het ook onmogelijk zijn, hem door opi
(heldering en onderricht, ido-or wetten en\
waarschuwingen 'blijvend te overwinnen. De
verlossende en .helpende macht .moet van
binnen ko-men maair van iden mensch zellf
'kan zij niet alleen uitgaan.
De mensch staat onder dezen hartstocht
is aan ontelbare bekoringen blootgesteld en
wordt zoo do-or het goochelspel zijner ver
beelding beinvlo-eid, idiat (hij tegen de p-n-
eindige wisseling van zinnelijke verlokkin
gen uit zich zelf geen weerstand kan hie
lden, wil- hij zijn Üjühaam -o-p|heffen, dan
heeft hij e,-en steunpunt poiodig; wil jhjjj
inwendig aan zijne hartstochten wieerstand
bieden, dan hqeft -hij ;het steunpunt eener
bovennatuurlijke macht noodig. Eeuwen lang
'heeft men te vergeefs 'beproefd een Per-
petium mobile te maken, maair Wet vermo
gen, dat aan -alle dingen van nature eigen
is, om te blijvje-n ,in den to-estand, waar
in zij zijn, eischte -altijd een hoogere kracht
die de beweging te .voorschijn riep. Op-
gelijke wijze staat .het ree'ds te voiren v,a.st,
'dat alle pogingen, ido-o-r ions zelf aa,nge-'
wend, om de overwinning en beteugeling
van d en sexueelen hartstocht te bereiken,
te vergeefsch zijn.
De Godmensch alleen is de hoogere, bo
ven ons staande macht die hier helpen kan,
-merkt naar huis terug. Liane w.as reed^1
boven en ik trad- het kantoor binnen, waar
van ik de deur o-pt e'Io-t deed. Dm de
meiden ite do-en gelo-oven, dat zij vo-oir uw)
lessenaar za|t, deed ik haar -m-utsje op- hel;
hoofd en zoo heb ik piok! u| bedrogen."'
Een licht rees in des dokters brein.
„Uwe gelijkenis heeft mij da-n ,zoo mis
leid. O, arme Liane en ik,) idliei iui jvoow
schuldig hield, vo-or medeplichtig', voor hui
chelaarster!"
„Neen, alle verantwoordelijkheid komt op
mij:. Eerst toen de diefstal ontdekt was,
sc-hijnt bij L'iiane- het vermoeden te (zij-n
■opgekomen -aam mijln gehuld; om mij to
ondervragen, en u te sparen, besloot zij stil
mij o-p te zoeken. Het was een idwazê
streek, maar achzij miste ondervindiing
en moest die alleen leeiren onder d'e treu
rigste omstandigheden, na een mo-eielijke
reis kwaim -zij1 afgebeuld| in C1|eef aam,
maar ik had haar een verkeerd adres pp-
gegeyen; mijni slecht geweten deed me we-n-
schen voor u beiden- mij'n verblijfplaats te
verbergen, 't Arme kind kw.rn onbekend,
ziek, half zinneloos in Cleef -a-a'nl
Hij -zweeg door schaamte en 'verdriet neer
gedrukt; ook Max schaamde zich zijn diepe
ontroering piet.
I „M-a.ar in 't (hotel wend zij afgewezen;
men 'wist niets van mij idiit gaf haar denl
laatsten slag. Zij; wad voor ido-oldl ini een
gasthuis gedragen en zweefde daar -weken
en weken aan den irand van '-t graf. Toeval
lig las ik in de Ho-llandsche bladen (iet
I vermissen van, de ontvangersvrouw. Ik ont
stelde hevig en mijn eerste ,werk was naiair:
Cleef te ijlen; na vele -nasporingen gelukte-
Hij is de Verlosser, iwa-nt Hij heeft onsi
op ide eerste plaats (verlost (va-n ons zelf,i
van de inwendige hartstochten ons harten,
Hij gaf o-ns -de |kraöht kin-deren Golds te
worden. Door Zijn kruis en opstanding heeft
hij de 'wereld o-verwonnen, niet slechts de
wereld der geschiedenis, maar vooral de
wereld van ons eigen „Ik". Hij bo-oid tegeni
■de zinnelijke verlokkingen het noodige te-
i genwicht in de eeuwe, onveranderlijke waar
heden, wier geweldige stem den storm van
den hartstocht overstemt. .Doch dat is niet
t -het voornaamste. Afschrikking is slechts'
negatieve arbeid en Hij zo-u (geen goddelijke
macht en wijsheid hebben, wanneer Hij
geen positieve mi|ddel-en had aangegeven.
Geheel- nieuwe gedachten vervullen de
ziel, het innerlijk verlangen van ihetmen-i
schenhart wordt bevredigd door nieuwe ide-
lalen. Tegenover de macht yan zinnelijke
neigingen stelt Hij de eerste en grootst)/
deugd, ide liefde tot God, (waarvoor het kind
op zeer teederen leeftijd reeds ontvankelijk
is. Ontwikkelt 'zich deze liefde nortn-aal,
dian heeft zij in (het innerlijk leven reeds'
eene voorname plaats ingenomen, voomdlai
de zinnelijke neigingen ontwaken. Wellicht,
zal zij -deze neigingen (in (het geheel: nietj
laten opkomen, met zulke kracht h;et jon
ge [ha-rt aangrijpen, met zulke vrede zijn.
verlangens bevredigen, dat het zif vo-om
jd-tijd', enkel en alleen aan zijn Gov. wijdt.'
Ko-men deze neigingen zoo-als het gewoon
lijk gebeurt en natuurlijk is, met het toe
nemen der jaren op, dan zal-de mensch, diel
een gr-oote liefde tot God in zich gevoelt,
weerstand kunnen bieden. Deze nauwe be
trekking tot God, een onstoffelijk wezen,
m-oet den mensch innerlijk adelen en eepl
zedelijke kieschheid in |hem opwekken.
Zoo is voo-r iden Christen het sexueelei
vraagstuk van bpven ,a f opgelost. Zijn
leven kent (hoogere rijkdommen dan ida
zinnelijkheid.
(Slot volgt.).
ook elders, waar Nederlanders gevestigdl
zijn, het -overwegend nationaal belang van
deze uitgave zal worden beseft."
Inderdaad een goede opzet!'
Maar nu de uitvoering. Bittere ironie voor
de Katholieken, die er totaal in genegeertl|
worden!
Pe Eerw. pater Jos Looijmans S. J.-
schrijft er over in het jongste nummer va-n;
„de Katholiek", 1
De hoofdstukken wetenschap en letteren
zijn als de rest: eenzijdig en soms hatelijk
partijdig van 'het begin fo-t (het eind. Terwijl)
professor Bolland in geestdriftige taal wordf
opgehemeld, zoekt men tevergeefs een be
hoorlijke bespreking van prof. Beyssens en.
zijn criteriologie. Terwijl d:e vieze romans-
van Couperus alle worden opgesomd en de
schrijver breedvoerig 'besproken, 'terwijl zelfs-
een zoo- walgelijk boek1 als Heyermians'
„Kamertjeszonde" niet -onvermeld blijft)
wordt van den dichter-staatsman, den mach
tigen prozaschrijver idlr. Sdhaepmian niet;
landers gewag maakt dan do-or -de vermel
ding ;van zijn naam te friidden van een dozijn;
grootheden van den Iderden rang.
D|at heet nu het (buitenland een trouw
beeld geven van Nederland bij den aanvang
der twintigste eeuwl
Be Eath. wetenschap genegeerd.
Onder leiding van Jhr. Mr. H. Smissaert
is een nieuw werk verschenen getiteld';
„Nederland in (den aanvang der twintigste
eeuw geschetst in woord en beeld door
verschillende schrijvers, geillustreerd met cir
ca 500 afbeeldingen."
Het doel dezer uitgave leert men in het
voorbericht: I
„Men wenschte dat -Nederland in idei^
vreemde beter en juister bekend en gekend!
m-ocht wonden",: „Het ligt in de bedoe
ling der uitgevers een zeer j-uime oplage
Van dit boek te (bezorgen en ;voor eenj
ruime verspreiding, daarvan in yersch'ililen-
ide talen maatregelen te treffen. Zij vleien
Zich idat in -b-reede (kringen te onzent, enj
het mij haar te vinden in den. verschrik-
kelijksten toestand." I
Weer zweeg hij, do-or aandoening -over
mand.
„En verder?" vroeg Max hijgend.
„Zij herkende mij niet; in hare ijlhoof
digheid -riep ze onophoudelijk om u, (dat
gij onschuldig waart en ik -alleen schuldjgl
In mijne lafhartigheid vreesde ik niets zoo
zeer, dan dat die kreten' -vian haör achter
docht zonder], verwekken; ik veranderde dus
mijn naam en ic'rachtte zooveel mogelijk
te zorgen, d-at hare vreemdsoortige 'a-ao-
komst en ziekte geen opspraak verwekten."
„En heeft zij geen oogenblik h-aar ver
stand teruggekregen?"
„Ja-, koirt voo;r haar dood! Na ide geboorte
van Johan bleef zij in een soort van ver-
dooving, Idie dagen aanhield; eindelijkkwlam
zij tot bewustzijn en men 'maakte vain, jdit
helder uurtje gebruik, o-m 'haar jd|e troost
middelen der Kerk toe te (dienen." i
„Hebt ge met haar gesproken?"
„Eepige minuten; zij was onrustig en op-r.
gewonden. „De schande voor mijn kind', Ju
les, dank ik aan u, mijn tweelingbroeder!"
riep (zij onophoudelijk, en toen wierp 'ze mijl
blikken toe, vol weemoed en verwijt, de>J
zelfde uitdrukking, die ik -nul ln (johans
o-ogen niet verdragen kan; om haar te bè-
-daren, verpletterd door wro-eging en berouw
zwoer ik aan haar sterfbed, idat haar kindl
geen onteerden naam zo-u drage-nv Ik wias:
ook waarlijk voornemens om mij- -als dem
schuldige aan te geven, uw vrijspraak te
verkrijgen, maar ;ach! ik, w'eirdl jzjw-a-k, ina-
Liane's dood; op eene andere wijze trachtte
ik mijn belofte aan haar trouw te blijven.
Ben waarschuwing van het „Han
delsblad" voor een tooneelstnk.
Het „Handelsblad" heeft gelez'en, „Lei
Rubicon" van Ed-ouar Boufdet, het stuk
waarvan Het Tooneel-, onder direc'-
tie van Willem Royaa-rds, de eerste
voorstelling te Amsterdam aankondigt. „Dit
stuk schrijft het „HlbUl." is dermate
scabreus, dat wij oms verplicht achten pn-
ze lezers, die natuurlijk een dergelijk stuk
bij Royaards niet zullen verwachten, te
waarschuwen. !Wij voegen er bij fet het niet
mogelijk is door de vertaling dit scabreuze
weg te nemen."
Wij behoeven hieraan niet veel meer toe
te voegen, nu een liberaal hooforgaan het
blijkbaar toch te b'air %indt.
Voo-r het monument der gesneuvel
de Nederl. Pauselijke Zouaven, tevens mo
nument van Neerlands Katholieken als blij
vend protest tegen de schandelijke overwel-
iliging van Petrus? E|"f in 1870 is tot 1
Mei ingekomen een befd-rag van f589.85.
DeTweedeKamer komt Dinsdag la.s.
weder bijeen. Voorgesteld zal worden in
de afd. te doen onderzoeken verschillende
wetsontwerpen o-.a. wijziging en aanvul
ling Van d,e -bepalingen in 'het Burg. W-etb.
-omtrent de verbintenis uit -onrechtmatige
tdajad, enz.; -bepalingen in Ihet 'belang van
Max is misschien reeds onderworpen aan
zijn lot", dacht ik,( „(hij vermoedt niet
wat Liane's einde is, mij verdenkt men
niet; tegenover de were!|d kan ik vein
zen, 'dat zijnj 'misstap; mij (diep- beschaamt
en zijn kind1 zal ik 'als het mijne liefheb
ben en grootbrengen. Deze belofte ten min
ste heb ik vervuild;. Na eenige jaren in-
Duitschland en Frankrijk te (hebben -doori
gebracht, begaf ik mij naar Java en nam
den kleinen Johan, die ondertusschen eeni
ge jaren bij Barmhartige Zusters in Cleef
had doorgebracht, met mij mede en niemand
twijfelt aa-n mijn weduw;na!arsehap'. Mijne
vrienden in Holland en -ook hier denken),
dat ik met eene Duitsche ben getrouwd,
geweest.
„Ik 'heb een groot fortuin verzameld, ik
heb mijn leveni gewijld -aan de verdedie
ging van het recht, ik blen geacht, geëddl
gezocht en.... diep ongelukkig, Mijne oogen
durf ik niet tem hemel Iheffen, wiaint idaiar
alleen was mijn- scihulidi bekend. E-n beslis
nu, M'a-x, gijj weet -alles! Mijn' lot' ligt
in uwe -hand1."
De zon was ondergegiaan en zacht etj
liefelijk poot Idie mh-a-n ibhire stralen- ovej|
het wioud en de- (beide eenzame wanid,e-
l|aars; in ide trppis-ch-e lla;n|den. is d-a-t lidhjH
-niet wat (het hlier is; 't schijnt een nacht-
gla-ns, een schaduw v;an (den zonnegloed!,
een soort van tooverachtige verlichting, Idle
aan -alle voorwerpen een phantastisch Voor
komen (geeft, en men (waant Izioh voor wei
nige O-ogenblikken in een p-ndere wereld-
verplaatst. J i
Walt is ier dan te vergelijken met het
Buitenzorgsche wemdpark in; dien 'toover-
personen, werkzaam bij het la-dien en lo-sspn-
Van schepen; heffing van debietrecht -op
tabak' i L l-lbi]
Trekhonden. Naar men verneemt, is
naar aanleiding van adressen van- belang-1
hebbenden bij de Regeering in overweging
eene bepaling -o-m de schouderhoogte van
trekhonden, [welke va-n af t September 1911,
60 centimeter zoude moeten bedragen, bij
wijze van -overgangsmaatregelen terug te
brengen tot 50 centimeter, welke laatst^
hoogte wellicht voo-r onid'er de k-a|r ge*
spannen honden definitief zal worden vast
gesteld.
Vervroegde Winkelsluiti ng te
Rotterdam. Men schrijft aan het Cen
trum
Over dit actueele en belangrijke onder
werp, werd o-p de P-ro-pagandal-veigadering
van -den R.-K. Middenstand Rotterdam, afd.
van „De Hanze", een zaakrijk rapport uitge
bracht. De enquete omvatte 55 bedrijvep
er kwamen 764 antwoorden in.
De uitslag was -al-s volgt:
Vóór - Tegen
Zo-ndiag-sluiting.
513 24'6
Negen-uur-sluiting.
432 i 329
Wettelijke Zondag-sluiting.
480 277
Wettelijke Negen-uren-sluiting.
504 253
De meerderheid sprak zich dus v.o-o-r alle
„sluiting" uit. I
Tegen sluiting ,o-p Zondag waren vooral
Banketbakkers, fietsenhandelaars en bi-oieh
menverkoopers.
Van 7 (yakveireenigingen kwamen mede
antwoord in. Slechts de vakvereeniging der
Banketbakkers. Rijwielhandelaars en Sigar
renwinkeliers waren rnjelde tegen sluiting.,
Barbiers en Kappers waren unaniem vóór
sluiting. t
Ruim 300 winkeliers zo-nden geen [ant-
w-ooird in Idoch spraken zicjh mondeling
uit vóór sluiting.
R. K. Studenten-Meeting. Ter ge-
legenhei'd 'vani Thomas' Lustrum' werd -in Üe
Aula1 der lAmsterd-amsche Universiteit de
eerste Interacademisch'e R) <KJ. Stuldenten
tneeting gehouden. iDrie sprekers bejhap-
Idelden daar hetzelfde -onderwerp „het le-
fen van Iden ^Katholieken student aia-n ide
Universiteit. De zeergeleerde heer wl H,
Wl. E. Mo-ller, privaat-do-cent aan de Uni-,
versiteit te Amsterdam, lichtte dit -onderwerp
toe van de 'imne-riijk-religicuse zijde: heit [TtwL
[Tweede Ka-meirlid m|r. Aa-lberse, heeft 't -ft,
vraagstuk Van de sociale zijde bezien, ter-
wijl de zeereerw. m-oderator van Thom-as, V*'
pater F. H-endriohs, S. J.!, (het onderwerp .ffi
besprak van die wetenschappelijke zijde.
'En toien jdie ihiamd laan Jules reikende,
sprak (hij
„Ik h'eiihaal 't u mog leens, bro-edier, al
les is vergeven, alles! Bého-ud mijn kind,
l(aiat het 't uwe blijven en leef voort al-s
[heden, maar gelukkiger, maar beter!"
„Max!"
„Max Walhhrst is dood 1 doch voor dok-f
ter Rutsdher heeft het leven nog veel
schoons en edels!"
„Neen," kreet Jules, „daarmede kan ik ,-[
geen genoegen nemen 1 Neen, in eeuwig J$
heid niet!" ;;v,_
glans? H-'et sdhijbt een (tuin uit de fc< i
sproken, een verblijf vani dfen en muiieni*
door een ander licht dan Ihet gewone aajrit-
sc'he Ibestraaldl. Plechtig is (de stilte ro'ndo-m'a
geen blad ruisdht aan- |de b-o-omen en zwa:-jL
re -schaduwen vielen va|n Ide rotsen op die '1
twee mlann-en, die da-ar tegeno-ver elikan- -,y
Öer stonideni, del diep jbleileetligde en Idle ,|i
berouwhebbende.
Lang bleef Max zwijgen; zijn blik staa-rd'
naar boven en rustte (o-p! Idie mi'-l-io-en
sterren, die flonkerend opi ihen beiden ne-
derzagen als nam;en zij; deel in hun le
en sfrijd-.
Doch id-e ^edaditen van- Max gingen ho ,%L';
„Mijn God," fluist< tV'T
ger dan de sterren.
Iden zijn l'ipp-em „ik1 dank U voor dit uurl
Idat mij' het (blezit van een: schat verzekej'i a
'en de overtuiging schenkt, dat mijne Lial\,
pe onschuldig i,s aan [mijln lee|d. O, Lihn^{*.
uw 'wensch zal vervuld worden." i
(Slot vo-lgt).
H
,s
■-■ïéat'';.-,/.