EN
Purend.
Kath. Nieuws- en Advertentieblad
voor Noord-Holland.
EKMAN,
IOEDEN,
:maar. t
Zaterdag* 10 Juni 1911.
5'le Jaargang*
FEUILLETON
1
Nl
aard,
AARLEM.
eren-
ibak uit
n Firma
3 Joure
LN.
No, 46.
Verschijnt Woensdag en Zaterdag.
Gelukkig volk, dat zóó zijn
Vorstenhuis bemint!
„Toetie Walther."
-----
EMPE?«.
Deposito's,
enz.
lefoon 184,
ding,
ikelen.
ge pa-ijzen.
Melk enz,
iken.
hagen.
KMAAR.
IJTER.
ii
Uitgave van da Naaml. Vennootschap „One Blad".
BUBÏAUBreedstraat 12, tegenover de B. E. Eerk, te Alkmaar.
Telefoon No. 433.
Dit nummer bestaat uit 8 btadz
Katholieken verzuimt niet uw
Notaris te vragen uw verhu
ringen, verkoopingen en ver
pachtingen ook in dit blad te
ad verteeren.
Ongunstiger cijfos dan te Amsterdam.
e
260.000.
en Generaal en
i Alkemade, te
eraal en Barge-
op (Otsgevallen-
md en yan den
oorkomen.
ech in voorraad,
lïï,
zoodat oononr-
ge in bovenge-
rijzen.
l% - 'Aimw,
ONS
BLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
60 et. per 3 maanden franco kuis90 ot. met geïllustreerd
Zondagsblad. Te betalen in het begin van ieder kwartaal.
Afzonderlijke nummers van de conrant 3 cent,
Tan het Zondagsblad5 oent
A&VKBTENTIËNj
Tan 1—5 regels
Elke regel meer
Reclames per regel
Kleine advertenties van i
i l i
30 voorden, bij voornitbet.
80
i
15
25
seat
Amsterdam heeft weer zijn feestweek,
zijn week van 't koninklijk bezoek,
waarin uitgejoeld wordt en uitgeschald,
de warme Oranje-liefde, door uit de
rijen vooruit opschokkende, dan weg
zwevende, hartstochtelijke jubelkreten.
Dinsdag reeds kwamen de Koningin
en de Prins, verwelkomd door een
groote menigte, die trotseerde de
schroeiende zonnehranding op Damrak
en Damen druk bleef 't den gan-
schen dag.
Maar Woensdag was de dag, dien
honderden met meer spanning nog
verbeidden. Want dan zou onze Prinses,
neen „ons Juliaantje" komen. Want
't heet voor ons Amsterdammers geen
„Prinses" dit Koningskind, dat verleden
jaar door haar lieflijke vrijheid onmid
dellijk aller harten veroverd had. 't Is
„Juliaantje" vrij weg, voor oud en voor
jong„Nou gaat ze d'r kleine halen
is 't niet vroeg een man uit 't volk,
toen de Koninklijke Moeder naar het
station reed 1 Dit teekent den geest
van ons Amsterdamsche volk, want
't is geen enkeling, die zoo spreekt
Tegen halfvjjf was Woensdag het
uitrijden bepaaldeen korte rit door
de stad naar 't station. Maar uren te
voren bewoog druk zich de menigte
door de straten om den Dam, naar het
Damrak, waar zich reeds om drie uur
op het breede trottoir aan de schaduw
zijde een aaneengesloten menschenrij
bevond, dicht aaneen van Dam tot
Prins Hendrikkade. En steeds dikte 't
aantwee, drie rjjenvier, vijfHier
een wringen om er door te komen
daar een dringen, stijf en stootend, om
„een goeie plaats."
Ook te midden der straat vormt zich
dan een rij, dicht langs de tramrails
eerst dun, een enkele hier en daar,
dan groepend en weldra dichte aaneen,
de mannen, vrouwen en kinderen van
alle rangen. De agenten houden terug
en recht, de rijen, die deinen, waar ze
langs gaan, en komen opzetten weer
achter hun rug.
Het verkeer staat thans stil. En de
menschen, ze voelen 't, dat weldra 't
oogenblik zal aanbreken, waar ze uren
op wachten't blijkt uit de zenuw
achtige stilte.
't Trilt door de rjjen van Damnaar
Station en als bij intuïtie zeggen ze
't: daar komen ze! daar komen ze!...
7)
Toen Hij de deur open deed, vlogen drie
honden de kamer binnen, 't Eerste „Max"
een reusachtige Ulmerdog. In twee sprongen
was hij bij Toetie, die zijn meesteres was,
zijn schranderen kop stijf tegen haar aan
drukkend en haar met zijn trouwe oogen
vragend aanziende. Achter |hem aan dribbel
den, aJierkluchtigst om te zien, twee kleine
hondjes, „Affie", een Uwergpinchertje, en
„Impie", een toyrerriër, die de verwende
lievelingen van mevrouw Walther waren.
Dadelijk nam ij beiden op haar schoot, 't
Was inderda grappig, dat tengere
vrouwtje in s Mig en kabaai met die klei
ne, fijne diertjes te zien sollen, ze om beur
ten om- 't hardst Liefkoozend. Affie was
donker grijs met een ouwelijk fijn snoeije
en kleine glinsterende kraaloogjes. Hij had
een smai gouden halsbandje om en was
de lieveling zijner meesteres. Impie was
„black and tan", met een slim kopje en
lieve, verstandige oogen. Hij droeg een
zilveren halsband met belletjes en stond
bij mevrouw Walther lang niet zoo hoog
in ^gunst, hoewel hij veel liever en goediger
was dan de verwende, vinnige Affie. Zij
waren zeer goede maatjes "met Max, die
hen aitijdl met een dwaas soort van ontzag
behandelde; want hoe klein ze waren, kon
den ze vervaarlijk keffen en vejjjjnig ult-
Eenige oogenblikken van spannende
stilte, dan buigen de voorste rijen
voorover, zien naar den Dam... „ja,
ja,... déér...," nu zien ze 't sidderen
in de verte, dat de nadering beduidt!
Zwellend komt opzetten 't massale
hoeraaaaa...nooit eindigend, altijd 't
zelfde en altijd nieuw... de eerste rij
tuigen voorbij... sterker klinken de
hoera's, schokkend uitgeschreeuwd...
het koninklijk rijtuig gaat voorbij,
rechts onze Vorstin, groetend naar t
volk, links de Prins, salueerend... de
jubelkreten vlieden vóórt, van ons...
de rijen ontspannen.
Voorbij...
Enkele minuten later kondigen kanon
schoten de aankomst van Juliaantje aan
„Ze is er! hoor!" klinkt 't van alle
zijdenEn juist om vijf uur doorloopt
eenzelfde siddering als straks, de rijen,
maar terug nu en warmer nog
De rijen zijn tot één dichte massa
vergaan, waaruit de hoofden nu oprek
ken en zich richten naar 't Centraal
Station.
Eén gedachte is die der gansche
menigte: Juliaantje.
En inniger ea geestdriftiger nog, dan
zooeven is die duizendvoudige en toch
ééne vreugdekreet, dat luid uitgeschald
hoeraaaa-..aaa... dat weer uitzwelt tot
ons en ook óns de kelen opent... en
daar ziet 't volk 't prinsesje, zijn Prin
sesje, zijn Juliaantje, dat vrij rondblikt
en zwaait met haar handje, gezetsn
tusschen Vader en Moeder!
't Gejubel ijlt voort naar don Dam.
Voorbij is 't ons!
De rijen ontleden zich, lossen zich
op in een dichten stroom, die voortgolft
naar den Dam...
De menigte is ontspannen, maar 't
Amsterdamsche volk praat en joelt
toch nog voort over zijn Juliaantje,
het lieve, beminde prinsesje, dat thans
in zijn midden is!
Gelukkig volk, dat zóó zijn Vorsten
huis bemint
A'dam. BEHJ LEVROWSGI.
—————a————b^—
De tienjaarlijksche volkstelling gaf te
Wormerveer, waar het locialiime zooveel
aanhangers telt, tot resultaat, dat op 31 Dec.
1909 deze gemeente 6865 inwoners telde,
nl. 3179 mannen en 3386 vrouwen. Kaar
de godsdienstige gezindheid gerekend waren er:
schieten en grauwen,. Ofschoon hij hen
makkelijk met één slag van zijn krachtige
pooten of één beet van zijn geduchten bek
onschadelijk kon maken, had hij ontzag
voor hen. Mevrouw Walther was eigenlijk
bang. voor den dartelen, wilden Max, en
ging hem, waar ze 't kon, uit iden weg. Eeni-
ge jaren geleden had haar man hem voor
Toetie gekocht, orn haar te beschermen,
als zij alleen wandelde, en haar te ver
gezellen, als zij in de vroegte vóór school
tijd ihaar morgenrit deed. Hij was voor haar
en de huisgenooten trouw en goedig, maar
voor vreemden lang niet mak. Daardoor
had mevrouw Walther een onredelijken
angst voor hem opgevat Als zij hem in huis
tegenkwam, vloog ze luid schreeuwend op
een drafje weg, en hoe harder ze gilde,
hoe dart el er Max tegen haar opsprong,
meenend; dat zij biet hem speelde. Luid kef
fend kwamen Affie en Impie dan toegescho
ten, en als Max zijn grove basstem er tus
schen mengde, was 't een heisch lawaai,
dat Kooren en zien verging'. Gewoonlijk
eindigde het, dat zij buiten adem in eene
stoel neerviel, in doodsangst Max met haar
kleine handjes afwerend1, die hij onstuimig
likte, terwijl Affie en Impie trachtten door
springen den schoot hunner meesteres te
bereiken, wat hun nooit lukte. De honden
hadden elk hun eigen mand. 's Nachts kro
pen Affie en Impie echter dicht tegen Max
aan, en was het een allerzotst gezicht, om
dat ongelijke drietal zoo vertrouwelijk bij
mekaar in slaap te zien.
(lNu, dag Maatje, u komt toch straks bij
M.
V.
Tot.
Nederlandsch Hervormd
1613
1781
3394
Waalich Hervormd
1
1
Remonstrantsch
8
9
17
Doopsgeiind
472
446
918
Hersteld Lnlhench
2
2
Evangelisch Lntersch
29
23
52
Christelijk Gereformeerd
19
16
35
Gereioimeerd
190
195
385
Roomsch Katholiek
361
405
766
Ond-Roomsch
1
2
3
Ned. Israëlitisch
2
4
6
Andere kerkelijke gesindten
9
7
16
Geen kerkelijke gesindten
774
496
1270
3479
3386
6865
Tot de Nederlandcch
Hervormde
Kerk
behoorde due ju'm 49,4 pet, der bevolking
tot de godzdleuitlooxen 18.5 pet.tot de
Doopsgeiinden 13,4 pet tot de Roomach
Katholieken 11,2 pet. en tot de Gerefor
meerden 6,1 pet. Socialisme en godidientt
loosheid blijken dus samen te gaan bijna
Vö deel der bevolking behoort tot
moderne heidenen. Zelfs te Amsterdam, w
70,000 personen wonen, die tot geen kerkeiy
gezindte behooren, is het percentage (12,t)
niet zoo hoog als in deze gemeente (18,5)
BUITENLAND.
Minlstercrlses In België.
In (de Kamerzitting van Donderdag deelde
de minister-president Schollaert mede, dat
de 'ministers aan den koning hun ontslag, had
den gevraagd. Hij stelde voor de zitting
der kamer te verdagen. De rechterzijde juich-
te den minister-president toe. Van verschil
lende kanten hoorde men: „Weg met de
priesters"! „W;eg met idle vrijmetselarij"'
„Leve het algemeen kiesrecht!" De kamer
besloot hare werkzaamheden te staken, en
de zitting werd opgeheven.
De ontslag-aanvrage van het kabinet, me
degedeeld door den minister-president, zon
der opgave van de redenen die daartoe ge
leid hebben, was H et gevolg van de bespre
kingen tusschen den koning, de ministers en
verschillende hooggeplaatste politieke perso
nen. Bovengenoemde besprekingen handel
den over den politieken toestand ontstaan
door dien onverzettelijken tegenstand van
de linkerzijde tegen de schoolwet.
De koning zou Id'en minister-president ge
vraagd hebben, of 'hij niet dacht dat het
in het belang van den openbaren vrede
was, indien hij instemde met de verda
ging der schoolwet. Daarop meende Schol-
la art te moeten aftreden.
De N. Hrlm. Crt. schreef juist dezer da
gen:
Het ziet er in België voor die katholieke
partij moeilijk uit: de koning zal (naar
algemeen wordt aangenomen) voor de hef
tige bedreigingen der liberalen en socialis-
ons? Ik ontvang in de zaai; daar is 't
zoo lekker koel."
„Neen, Toetie, jelui zulke tottohs, drin
ken liever thee dan stroop."
,,Nu, maar, mama, (nicht Betsy brengt im
mers gTenadine of stroop voor u. We vinden
't zoo' prettig, als u komt", eindigde ze vlei
end, haar arm om Ihaar moeder heenslaande
en haar harteljjk kussend.
Verteederd keek haar mama haar aan.
„Soeda, Toetie, dan zal' ik komen. Ik
wil, jij in die tableaux de hoofdpersoon
zijt, en zal dat aan de anderen zeggen."
„Neen, mama, ik bid u, doe dat niet. Ik
ben immers de gastvrouw, dat past me
niet", antwoordde Toetie_, verschrikt.
„Soeda, wij betalen alles, dus jij hebt er
't recht toe, en papa en ik willen 't betoel
hebben. Kunnen Affie en Impie er ook niet
in voorkomen?" vroeg ze met kluchtigen
ernst.
„Ik vrees, moesje, dlat ze niet stil blijven
zitten," lachte Toetie „En nu, tot straks.
Dag, nicht Betsy, kan ik ook iets voor u
doen?"
„Dankje, kindje, ik zal goed voor je gas
ten zorgen, hoor", antwoordde deze ver
teederd.
Met een hartelijk knikje verliet Toetie met
Max 't vertrek
III.
Zoodra zij de deur achter zich gesloten
had; onderging Toetie's gelaat een geheele
verandering. Zonder te letten op de jolige
sprongen van Max, idiie haar ais 't ware tot
spelen uit nood igde, liep zij peinzend met
ten, die hand aan Ihanid gaan uit katholieken
haat, uit vrees voor zijn troon eenigszins
bukken en het katholieke ministerie probee-
ren over te halen om de onderwijswet tot
na idj e verkiezing uit te stellen.
Natuurlijk past Idle katholieke regeering
daarvoor: het heet dat minster Schollaert
dit al duidelijk aan Zijne Majesteit te ver
staan heeft gegeven.
't is toch inderdaad kras!
Daar is een katholieke regeering die
steunt op een willige meerderheid in de
Kamers; deze regeering stelt een wet voor
die dl en heftigen anti-elericalen niet bevalt....
En deze stellen zich nu te weer als razen-
den, ze dreigen formeel met opstand, ze
hebben al ide mijnwerkers in de mijnstreken
overgehaald om het werk te staken,
ze drljgen zelfs met revolutieen
de zwakke (koning, bevreesd voor zijn kroon,
ziet om naar de oogen van de felle papen
haters, die echter leden zijn der mach
tige Loge, enbezwijkt voor die dreige
menten
Nu willen de katholieken desnoods nog
kamerontbinding en een dadelijk beroep op
het volk.
Doch|diit komt den heeren anti-cle-
ricalen weer ongelegen
Want dan vreezen ze weer een nieuwe
katholieke meerderheid.
Ze \vfflen dus de wet geheel van de baan
hebben, tot aan Idle verkiezingen van 1912,
dan hebben ze den tijd voor zich om
een reuzen-leugencampagne te beginnen!
Of de koning dit laatste zelfs zal kiezen,
liever dan het recht der katholieke meer
derheid tegen de godsdienstloozen en gods
diensthaters te verdedigen?,
Men weet wat de vrijmetselarij over Bel
gië hoeft besloten na Spanje moet België
vallen als monarchiede Katholieke
koningen van Europa (moeten een voor een
plaats maken voor een republiek, zooals
Portugal al is
Nu is het wel waar, dat de eerste proeve
allerjammerlijkst mislukt is en Portugal van
heden een hei is bij wat het onder het ko
ningschap was, doch dat raakt de Interna
tionale godsdiensthaters niet!
Het felle verzet van al de anti-clerica-
len tegen de onderwijswet van Schollaert,
die op de meest-onpartijdige wijze alléén
verzekert aan den Huisvader het recht om
zijn kinderen op te laten voeden zooals hij
dat wenscht, dat felle verzet toont wel
aan, hoezeer de imaconnerie vreest dat België
haar ontgaan zat.
En de katholieke koning, blind voor de
teekenen des tijds die hem waarschuwen,
offert zijn regeering op aan den moloch,
die gereed' staat om ook (hem-zelf eerstdaags
te verslinden!
't Is droevig, in vele opzichten.
Maar het toont ook, hoe de anticiericale
organisatie van geloofshaat eigenlijk toch
een droeve uitdrukking op 't teere gelaat de
trap op. Op de eerste verdieping lag haar
zitkamer met drie ramen op 't Plein 1813
uitziende. De kamer binnentredend, bleef
ze een oogenblik (als in gediachte staan, toen
zonk ze op een stoel neer en steundie 't
hoofdje met de hand. Max strekte zich lang
uit aan haar voeten, haar verbaasd aan
starend. Wat scheelde de vrouw, dat ze
geen woord, geen liefkoozing voor hem
overhad? De treurige, onverwachte tijding
over Mary's vader (had Toetie jdiep geschokt.
Zij hield veel van Mary en van de heele
familie de Raat. Als kind had zij er veel
vriendschap en hartelijkheid genoten, en
trouw, waren zij al die jaren in briefwisse-
Ung gebleven. Feitelijk waren 't die eenige
menschen, van wie zij, uitgenomen haar
ouders veel hield en die zij vertrouwde.
Toetie gaf zich niet gauw en hechtte zich gel
den. Niettegenstaande haar liefdevol, goed
hartje, en zij de lieveling van haar omge
ving was, voelde zij zich vaak zeer een
zaam en had onder, haar schoolkennisjes
en clubgenootjes geen enkele vriendin. Nie
mand begreep haar, kende haar, zooais ze
inderdaad was. Niemand in den Haag wist,
dat de verwende, beminde, bevoorrechte
Toetie Walther zich eigenlijk eenzaam, on
voldaan en niet gelukkig voelde. Haar diep
voelend, liefdevol hartje, dat zoo'n groote
behoefte had, wat voor anderen te zijn,
te doen, werd nooit begrepen. Alleen Mary
de Raat kende, begreep haar gelijk ze was.
Die idlacht en voelde net als aj.
Mary was voor haar het ideaal, zooals zij
hl
voor niets staat! Verbeeld u dat de Fran
sche katholieken, om maar een voorbeeld
te noemen, eens op een diergelijke wijze
„met alle middelen, wettig of niet" (zooals
de liberale leiders in België hebben ver
kondigd idat ze doen zouden) zich zou
den hebben willen verzetten tegen de god-
delooze en onrechtvaardige wetten die de
kerk berooven en bestelenWat zou de libe
rale en anti-elericale 'wereld hebben getierd
En dit duideloos optreden van het anti
katholieke monster-verbond in Bc'gië. wordt
door alle. liberale en „neutrale" aladjen ten
onzent met eere en lof overladen!
Het is teekenend, voor wie zien wil!
De diefstal op het Fransch Ministerie
van Buitenlandse!» zaken.
Bij het onderzoek inzake de verduisterin
gen op het Fransche ministerie van buiten-
landsche zaken, is thans gebleken, dat Ha-
mon ook 50.000 gestolen heeft, afkomstig
van die opbrengsten der renbaan totalisators
en bestemd yoor 'Fransche weldadigheids- en
onderrichtsinrichtingen in !het Oosten.
Een Katholiekendag in Zwitserland.
Men schrijft aan het Centrum:
Op den tweeden Pinksterdag, had door
heerlijk weder begunstigd; Ide kantonale Ka
tholiekendag van Sint Gaden plaats. Als ver
zamel. ord' .was aangewezen Ihet schoon gele
gen stadje Rapperswil, aan het meer van
Ziirich.
Ook hier in Zwitserland leeft en bloeit
onze Katholieke Kerk: dit is klaar en
duidelijk bewezen. De hoofdschotel van den
diag was de heerlijk doorwrochte rede van
den heer Boumberger, hoofdredacteur van
het katholieke dagblad 'Die Ostschweiz, over
„Christendom en de Sociale quaestie". Er
werd ook met eenige woorden gesproken
over Idle opkomende Nederlandsche agra
rische partij.
Het vereenigingsleven bloeit in Zwitser
land dat 'hebben de talrijke jongelings- ge
zellen- en arbeidersvereenigingen, die te Rap
perswii waren tezamen gekomen, bewezen.
Wjj, Hollandsche Katholieken, zouden nog
veel van onze geloofsbroeders, in het aloude
Helvetia kunnen learen. Alles getuigde van
orde, frissche geestdrift en innige overtui
ging.
ITALIË.
Vordesl veroordeeld.
Na een langdurig getuigenverhoor en een
twee-urige beraadslaging (heeft het Gerechts
hof te Rome iden afgevallen priester Verdesi
tot tien maanden gevangenisstraf en een
geldboete van 833 lire veroordeeld.
Zooals men zich herinneren zal, had Ver
desi pater Bricarrelli S. J. valschelijk be
schuldigd van schending van het biechtge
heim, waarop deze een aanklacht tegen Ver
desi had ingediend.
zich de vrouw voorstelde, het zonnetje in
huis, overal vreugde brengend; en, waar
zij zich vertoont, blijde gezichten te voor
schijn roepend. Mary, met haar levendig
geloof en innige liefde tot God'.
Diep in haar rein, onschuldig gebleven
hart had Toetie, ais een kostbaren parel,
de herinnering aan haar schooltijd te Soe-
rabaia bewaard, en geen dag ging er voor
bij, zonder dat ze in haar ochtend- en
avondgebed zich bij God uitsprak, maar.
zij kende Hem zoo weinig, ze wist bijna
niets van Hem, en wat ze wist, hoorde zij ja
door haar omgeving vaak meedoogenloos
bespotten. Wat had' ze geleden, toen zij
van haar schoolkennisjes en clubgenoot-, u
hoorde, dat er geen uod bestond. Dat hetot
geloof in Hem ;een sprookje vn: wat alleen
domme menschen geloofden. W.ie w in
de wereld beteekende, wie waar^jk hoog
staand was, wist beter. Toen vroeg zjj in
doodsangst, met tranen in de oogen: „Maar 5
voelen jelui dan niet in je hart, dat er
een God bestaat, dat Hij tot jelui spreekt?
Kennen, gelooven jelui (dan de geschiedenis
niet van Christus? Van zijn geboorte te
Bethlehem en zijn smadelijken dood aan
het kruis."
Schaterend noemden ide 'vroeg-rijpe, waan
wijze 'meisjes haar een dom, onnoozei ding.
Die geschiedenis van Christus was immers
een fabel, een sprookje, geen werkelijk
heid.
(Wordt vervolgd).
TUIN-
"■•wten,
'aand
■veg
som
"■'EN,
Jf bjj
.Tifi
1
«ren