H. Satk Mieuws- ex& Advertentieblad
vo®r Noord-Holland.
feüilletonT"
No. 41.
Zaterdag 4 Mei 1912.
6'le Jaargang
Heldenvereering.
Weken van Angst
Verschijnt DINSDAG. DONDERDAG en ZATERDAG.
ONS
BLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
75 ct. p: 3 maanden franco huis; 105 ct met geiiiustreerd
Zondagsblad. Te betalen in het begin van ieder kwartaal.
Afzonderlijke nummers van de courant 3 cent.
yan het Zondagsblad 5 cent.
Uitgave van de Naaml. Vennootschap „ONS BLAD".
BUREAU: Breedstraat 12, tegenover de R. K. Kerk, te Alkmaar.
Telefoon No. 433.
ADVERTENTIEN:
Van 1—5 regeis3d cent
Elke regel meerJ fl
Reclames per regelIS
Kleine advertenties van 1—30 woorden, bij vooruitte! 29 j
In fciet gruwelijk einde Van den auto
bandiet Bonmot, die na eene felle belege
ring van zijn woning, door revolverschoten
der politie werd gedood ligt een les
vooral voorde pers. Misschien zei-
de Bon not, moet ik betreuren wat
ik gedaan heb; maar .ondanks die voor
bijgaande opwelling, wilde hij toch voort
gaan met wat hij deed.
En de verklaring daarvan söhijnt voorna
melijk te zoeken in; het bewustzijn, dat zijn
hoogmoed streelt: „ik ben een. be
roemd man, mijn naam is bekend
geworden oiver de geheele we
reld"
Ja, dat is hij, maar hoe?
De sensatie viert hoogtij in deze "da
gen. W.ie dezer dagen verschillende bla
den opsioeg, kon; zich verkwikken, ten eer
ste aan een beschrijving tot in de klein
ste bijzonderheden van de belegering en
v ernieling der sdhiuiur in Cho-isy-le-Rc-i, waar
in de auto-bandiet Bonmot doodelijk werd!
gewond, maar daarnaast ook aan een keur
van clidhé's vervaardigd naar fotografische
opnemingen der „sensationeele" gebeurte
nis, waardoor men-zich deze in al haar
fazen kom voorste lien, en welke reeks in
sommige bladen werd bekroond door een
duidelijke afbeelding van het bleeke m-is-
dadig-ersgelaat, doorboord door vijf revol
verkogels.
Doorlheel Parijs zijn ze mietide oogen. 'ver
slonden, !d;ie plaatjes, naar alle hoeken van
Frankrijk, door heel die wereld zijn ze
verspreid, 'door stuiversbladen en illustra
ties overgenomen, en alom op onze pla
neet, enkele onbereikbare wildernissen uit
gezonderd., voelt men zich aangenaam ge
prikkeld bij bet zien der afbeeldingen van
het „drama" in Cbocsy-le-Ro-i, en leeft men
dit mee, gelijk idie rijke en elegante mon-
daines dieden, die Zondag in haar luxe
auto's de belegering kwamen bijwonen.
Straks komit daar nog de kinematograaf bij,
want natuurlijk, 'hoe had een gebeurtenis
ais deze zich moge» afspelen zonder, dat
die tegenwoordig was! Er stonden dan
ook niet minder dan drie toestellen op te
itemien wat er plaats vond, en zoo zal1
men binnen enkele dagen in Amsterdam en
Rome, New-York en Jokohama zich" kun
nen vergasten aam de getrouwe nabootsing
van het Spel van den „held" Bonmot!
Is het te verwonderen vraagt danoo-k te
recht het „Nieuws van den Dag", dat man
nen als Bonnet zich helden gaan Voelen?
Wanneer niet alleen de bladen van hun
stad of hum eigen land, maar die van* de
.gansche wereld maandenlang van hen ver
vuld zijn, er extra-edities worden verspreid
bij de minste hunner daden, wanneer zij
hum gelaat iederen. dag in allerlei uitdruk-
i Door M. KRAMER.
■HU)
Ant 'vermoedt, dat de ruwe soldaten wel
Veel van het keukengereedschap! zullen ver
nield hebben en verzoekt haar moeder wat
„potten en pannen" i,n den wagen te mo
gen brengen, wat dadelijk wordt toegestaan.
Al 'die goedheid doen Duineveldl en zijn
vrouw weldadig aan. „Hoor eens" zegt
Duinevetd miet trillende stem, „ik kan geen
duit aanbieden tar vergoeding, maar zoo
gauw ik in de gelegenheid' zat zijn, komt
alles 'terecht."
Maar 'daar willen de goede menschen
niets van hooren: „Als je van plan be-it
die kleinigheden later te betalen, nemvan
we alles onmiddell ijk terug. Zoo graag zou
den we je heeiemaal uit den brand hebben
geholpen, 'En er geen gezeur nu meer over.
Je zoudt immers hetzelfde gedaan heb
ben."
Jantje heeft ondjertusschen miet veel moei
te den zak vol „kortijnemblaren" in de sj es
weten 'te krijgen. Dat is het „welkom thuis"
voor 'zijn konijntjes. De arme vader heeft
nog niet den moed gehad om het kind te
zeggen, 'dat de konijntjes doodgeslagen zijn
en opgegeten door de soldaten.
Geen uur later betreedt ons gezelschap
de "welbekende boerderij. Het is maargoed,
king in de couranten zien verschijnen, hoe
zouden zij zich dan niet voelen als het mid
delpunt der aarde? Bomnot's „testament",
geschreven enkele oogenblikken voordat bij
viel, doorboord, door de kogels zijner aan
vallers, teek-ent dien gemoedstoestand met
groote duidelijkheid: „Ik ben een. beroemd
mail),'' zoo- begint hij zijn laatste woorden.
Ziedaar de gedachie, waarmee hij de eeu
wigheid inging: „Ik heb den strijd ver
loren, maar met eere. Ik ben een beroemd
man."
Nii, hij had we.1 een beetje gelijk, Bon-
no! Op dat oogenbliik was hij bij niet
weinigen populair, de schavuit, die daar
in het dorpje bij Parijs belegerd moest
worden door een gansche troepenmacht,
en die niet in de handen zijner belagers
viel, voordat men zijn verblijfplaats mei
dynamiet had vernield. Hij is niet alken,
befaamd, nauwelijks berucht, velen
zijn geneigd hem' in misplaatste en sen-
timenteele vereering' iets als roem toe te
kennen, evenals een eeuw geleden, in de
dagen der romantiek, de wreedaardige roo-
verhoofdlieden werden geïdealiseerd en als
helden afgeschilderd.
Is er iets verdiend van dien lof? Heb
ben kerels als Bonnet inderdaad iets van
de eigenschappen die men iin een beid
bewondert? Laten wij het eens nagaan.
Ongetwijfeld bezitten zij moed, durf en te
genwoordigheid van geest, koelbloedigheid
in het gevaar, dus eigenschappen die mien
in een held vereert. Maar het is de moed
der wanhoop; de durf van den man dlie
niets meer te verliezen heeft, en de koel
bloedigheid van den wreedaardiigen cyni
cus. leder man, die door ide omstandigheden
of door zijn aanleg gekomen is in den
toestand van Bonnot, en diie sterke zenu
wen heeft, zou den. moed toornen, van dien
kerel, die weet, dat, wordt hij gevangen,
hij niets te verwachten heeft dan een ver
nederend proces en daarna, de valbijl, diie
dus voor zich dood te vechten slechts kan
winnen. Ein is het moed of is het slechts
bloeddorstigheid, omi in een strijd als dien
Bonnot t egen zijn Overmachtige belegeraars
streed, te pogen zowelen mogelijk van.zijn
vijanden om bet leven te brengen, vóór
hij' zichzelf gewonnen geeft?
Als men sommige bladen leest, zou men
zoo' zeggenja
Neen, waarlijk het is een ziekelijke nei
ging der tegenwoordige dagblad maar
vooral illustratie-pers om van mannen als
dezen iets te maken dat op een beid ge
lijkt!
Kan men „een held" noemen, -iemand,
die praalt met ide misdaad, iemand die zich
verheft op de gruwelen, die hij heeft aan
gericht, die zi.dh vermeit in, het opzien,en
het afgrijnzen, -dat hij wekt? Daar moest
geen vragenteeken achter staaij.
dat vrouw Duimeveld' zich haar huis als
een halve ruime heeft voorgesteld. Do eer
ste indruk is n.u niet zo-o- afschrikwekkend'.
Door de goede zorgen van Kees ziet het
er bij den haard en op 'het „staitje"
d.i. het zomier-woomvertrek ai niet zo-o
erg treurig meer uit. Hij is juist bezig
de staig'ang wat schoon te maken, als d-e
huisgemooten binnentreden.
Het wederzien doet den knecht zonderling
aan. Bij de vreugde over hun behouden
thuiskomst, welt de weemoedige gedachte
in hem op;, dat Neeltje, zijn vermoorde
zuster, niet zal wederkeeren, in de ouder
lijke woning. Neeltje, zijn, arme zuster! Dje
goede jongen krijgt hanen in zijn oogen,
zijn stem trilt van aandoening, als 'hij de
teruggekeerde huisgemooten verwelkomt.
Vronw Duimeveld en Ant begrijpen het
wel, wat er int hem omgaat en betuigen
hem jilaar hartelijk medelijden. Dat doet
j den armen knecht goed.
- „Ja", zegt hij, „de oorlog zal niet
gauw vergeten zijn, wat een rampen over
al! En dit huis heeft ook zijn deel ge
had, er lis zoo-veel •vernield en gepliiunderd.
Nu ik aan het opruimen ben, komt 't nog
eerst uit. Er zijn niet eens stoelen genoeg
overgebleven. En dan
„En in het voorhuis?" onderbreekt vrouw
Duimeveld.
Kees kijkt zijn baas aan, als om hem
te vragen-, of 3e boerin reeds is ingelicht
over -de groote schade aan huis- en huisraad
toegebracht.
- „Vrouw", zegt de boer, „ontstel je
Neen helfdhaftiig en, grootmoedig is hij,
of zij, de priester of liefdezuster, die we
tende zonder pracht en praal in ver ver
wijderde streken, ver van vriendeif en bloed
verwanten ter aarde te zullen dalen,;
zijn o-f haar leven geeft voo-r het verkon
digen van het geloof "in den waren God
o-f temidden van pestlijders en melaatschen
werkt enkel en alleen ter eere van den
Schepper j
Dat is de ware mierisch, de opofferende
mensdh, de held!
Maar voor zulke helden en heldinnen
heeft de liberale en socialistische pers geen
kolommen over.
Dat behoeft ook niet! Die helden en hel
dinnen vragen dat niet. Hun ioon i-s niet
een loon van deze wereld, niet een loon
van de koningin 'der aarde. Eene Hemel-
sche Koningin zal hen loven en prijzen.
BUITENLAND.
FRANKRIJK.
De radicale «débhelet.
De Fransdhe regeeringj heeft Zondag' bij
-de verkiezingen eene léelijk-e nederlaag ge
leden. Die nederlaag geeft het „H. v. A."
tot de volgende beschouwingen aanleiding.
De dag van Zondag" in Frankrijk werd
gekenmerkt door twee gebeurtenissen, die
op 't eerste gezicht niets gemeens met el
kander hebben, en wa.artusschen men toch
een verband kan brengen.
Want zooi het neerschieten van Bonnot,
als een wild beest en het opblazen zijlied-
laatste schuilplaats beivezen, dat Lepiine
er kost wat kost een-einde aan vilde
stellen; in vier verkiezingen hebben d<
kiezers getoond -diat ook zij, kost wat kostr'
een einde willen maken aan het regiem,
daT rechtstreeks verantwoordelijk is voor*
de uitbreiding der misdadigheid en den
staat van zedelijke en maatschappelijke
ontbinding in, Frankrijk.
Lépine zegepraalde verleden Zondag
door middel van dynamiet; -dé kiezers
hebben gezegepraald door middel van het
stembriefje.
De tweede overwinning vervolledigt de
eerste. „Morte la, bete", ze-i. de prefect
van politie; „mort le venin", antwoord
den de kiezers; want het komt er minder
op aan de misdadigers onschadelijk te
maken, dan vooral die bronnen der mis
dadigheid voor goed uit te roeien.
En die misdadigheid heeft, vooral en
hoofdzakelijk, haar oorsprong gevonden in
de stelselmatige vernietiging van alle ver-
zedeiijikemde en behoudende elementen
door de mago-nni.ek radicaal-socialistische
partij, -die sedert meer dan 10 jaar aan
't bewind en sedert 4 jaar alleen heer en
meester i.s in, het land.
Ziedaar, waarom op één enkelen -dag,
niet te erg, zoo- weinig' hebben ze ons ge
laten.".
Hij gaat de andieren voor naar de Z.g.
„mooie kamér" ook wel het „voor
huis" geftoemd waar die aanblik van
zooveel plundering en vernieling de boe
rin en Ant ook tranen in de o-ogen perst.
Vrouw Duimeveld m-oet het uitsnikken.
't Is toch zoo erg," klaagt ze.
D!aar komt Jantje, die dadelijk na de
aankomst zijn konijntjes op de meegebrach
te lekkernij wou gaan onthalen-, huilend
naar binnen: Ze zijn weg, ze zijn
dood!" jammert het ongelukkige kereltje.
/„Stil maar, Jantje," troost Kees, „mor
gen zal ik andere konijnen vo-o-r je van
gen in de duinen."
Maar het armie jongetje is nog niet over
zijn verlies heen. W;eer moet hij naar zijn
geplunderd konijnenhok terug'. Daar staat
nog de mand met gras, door Jantj-es zorg
zame handjes gesneden -op- den morgen
van het vertrek. Dat gras is nog onaan
geroerd. Ein Jantjes speurende oogjes, hoe
wel nog met traantjes gevuld, ontdekken
bioedplekken op de houten traliies. Bloed
van zijn konijntjes!
Deze smartelijke gebeurtenis zal Jantje
wellicht als voornaamste herinnering uit de
oorlogsdagen bewaren.
Nog een andere treurige ontdekking doet
het arme kind. Dicht bij zijn geplunderd
konijnenhok tegen den muur ligt Bella
dood Bello, zijn trouwe speelkameraad. En
er k-lieeft bloed ook op zijn houd'. Jantje
legt zijn klejne hand op Bello's kop, maar
in vier verschillende kiesdistricten, 4 -uit
tredende radicalen werden vervangen dbo-r
3 liberalen, d.w.z. conservatief - republi
keinen en 1 gematigd republikein, alle
4 aanhangers der Evenredige Vertegen
woordiging, waarvan de radicalen niet
willen hooren.
Ja, het vergif moet gedood-; waar dat
kan. niet, zoolang 3e jacobijmsdhe en raa-
gonnieke wetgeving bestaat, door de ra-
dicaalHSOcdalisit.en tot stand gebracht en die
de Bo-nnof's en Garmi.er's 'heeft gemaakt.
Men leze het laatste geschrift van Bon
not en men ziet er in: zijn verwaarloosde
jeugd, de slechte neigingen begunstigend
en -ontwikkelend. De opvoeding in de
jeugd beslist over de ^ekormst van den
man.
Welnu, de onverdraagzame, alleen tegen
den godsdienst gerichte wetgeving heeft
geen ander uitwerksel dan de jeugd te
ontmoedigen, wanhopig te maken; in op
stand te brengen; zij heeft haar eerst do-en
opstaan tegen; God en, tot de mannen
jaren gekomen, is die jeugd- iin opstand
gekomen tegen de maatschappij.
De k-i.ezers in Frankrijk hebben Zondag
aan de magonjiiek - radicale vergiftigere
vart het gemoed der jeugd een verplette
rende nederlaag bezorgd.
De liberale „Koln, Ztg." noemt de jong
ste verkiezingen in Frankrijk eene reactie
tegen het anti-clericalisme.
nuiT^-cHi Mn
TAPI
lende publicaties der imricntingtu mail
berichten enz. gewezen worden op het
gevaar, dat aan, het dikwijls 'bezoeken van
dergelijke inrichtingen gepaaid, gaat en er
toe aangemaand worden minstens zich zelf
eerst op de hoogte te gaan stellen van
den aard der voorstellingen voor ze hun
kinderen er heen laten gaan. Het is te
hopen, dat de aanschrijving van den minister
succes mag hebben.
PORTUGAL.
Gmfrent de herleefde werkzaamheid
der Portugeesche royalisten zijn ook heden
weer berichten. Ten eerste meldt de cor
respondent van -de „Times" in Oporto- dat
een koningsgezinde troep! van 50 man het
land binnenviel, e<en douanenkanfoor aan
viel en de grens weer -overtrok op-Spaansch
gebied, na de geweren van de douanen-
wachters geroofd te hebben. En -voorts
verneemt het „Berliner Tagebiatt", dat de
dadelijk trekt hij haar terug. Bello- voelt
zoo- koud, zoo akelig koud,
Maar dat moet vader weten en Kees en
Moeder en Ant en Maartje, dat Bello- dood
is. Wieer snelt h-et Icind ontsteld' naar bin
nen en allen moeten mee naar Bello, die
dood bij den muur ligt.
„Jij, ook nog weg, beste Bello-", zucht
-de boerin, en innig heeft ze medelijden
met Jantje, die zich zoo bitter ongelukkig
gevoelt: zijn konijntjes dood en de hond!
„Jantje, dat hebben die stoute sol
daten ge-daan", tracht Kees weer te troos
ten, ."maar jie mag eens gauw met me mee
naar Bakku-m en dan krijg je een jong
hondje. Ze hebben er wel vier."
Maar Jantje had to-dh maar liever Bello-,
De boer heeft ondertusschen een. spa
gehaald. „Waarom hebben we hem ook
maar niet in -den grond gestopt, vo-oir het
kind thuiskwam", zegt hij bij zich zeiven.
„We zullen Bello- -begraven, Jantje,
de kraaien zouden hem anders vinden en
gaan piikken."
Jantje berust er in en weldra dekt de
aarde het trouwe diier, dat een slaohto-ffcr
iis geworden van zijn waakzaamheid'. Kees
heeft een zwaren keisteen gezo-cht die toch
Vc-oreerst w-el niet noodig zal zijn voor het
persen der kaas. Die gro-ote kei is het graf
monument voor Biel-loc
Langzaam- aan krijgt vrouw Duineveld
haar kalmte terug. De tranen hebben ver-
lichting gebracht en in stille berusting gaat
ze aan den arbeidt Kees- en Ant zijn reeds
begonnen. Ook Duineveld helpt mede, nu
royalisten de republikeinen aan de grens
verwoed hebben aangevallen en een groot
aantal geweren en munitie hebben buit gie-
j maakt. Of het „Tiimes"-biericht 'en, dat van
het „Berl. Tagebiatt" op dezelfde gebeur
tenis betrekking hebben, is ons niet duide
lijk, wijl de aanduiding der plaats waar het
gebeurd zou zijn aan helderheid -te wensdhen
laat.
Het „Berl. Tagebiatt" meldt overigens
nog meer: tal van ko-ningsgiezinden, uitge
weken naar de Vereenigde Staten en Bra
zilië, keeren terug naar het vaderland met
groote geldsommen. Zij trekken, vermomd,
door Portugal en pogen zich bij hun partij-
genooten over 'de grens aan te sluiten.
Da oorlog tusschen Italië an Turklja.
Bij het eiland Samothran is de sleepboot
„Seraendar", d;ie de boeien in de Dartta-
-nellen moest insp-ecteeren op een mijn ge-
stooten. Een geweldige ontploffing volgde,
de boot werd' geheel vernield, 4 officieren,
12 soldaten en de geheele bemanning zijn
verdronken.
AI zijn nu de Dardanellen officieel voor
de scheepvaart opengesteld, blijft het er
toch blijkens bovenstaande zeer gevaarlijk
BINNENLAND.
Het Diocesaan C -oi mi i t der K. S.
A. i n h e t Bis dom- Haarlem vergader
de Zondag te Amsterdam. Uit het jaarver
slag, dat van verschöendsooirtige actie der
plaatselijke comité's melding: maakte stippen
we aan, -dat In het geheel in het bisdom
•28 plaatselijke comi-té's bestaan; waarvan
heel enkele echter een kwijnend bestaan
voeren. Een nieuw comité is opgericht ge
worden te Naaldwijk. Hét verslag van
den penningmeester vermeldde een uitga
ve van f 1783.411/2, en een kassaldo van
f 473.50.
Bij de verkiezing voor twee leden van het
bestuur, wend-en die aftredenden, -die heereu
Th. J. H. Mouw-ens en dr. C. A'. L'. Rade-
maker, herkozen.
Een gewichtige mededeel iingi werd door
het bestuur gedaan betreffende het a.s.
priesterjubileum! van Z'. D. H. Mgr. Callier.
Het 'bestuur had gemeend; dat de K. S.
A. hier niet rusten mocht, vooral waar het
betrof zulk een socialen beider. Het plan
hield dan in, gelden voor een feestgave te
verzamelen én een gepleegd overleg had: de
wetenschap geschonken; dat een gave in
geld vo-o-r het fonds tot steun en op»
richting va.n parochiën aangenaam
zou 'rijn. Onder applaus hechtte de ver
gadering aan dit pilan haar goedkeuring.
Vervolgens kwam aan de oude het ont
werp 'van een nieuw reglement, dat na eeni-
ge pogingen om wijzigingen aan te bren
gen; in zijn geheet onveranderd werd aan
genomen.
i
hij Jantje in huis heeft weten te krijgen,
Stukken van meubels; brakken van de
kast en ander vernield houtwerk worden
op den d-orsdh 1) gebracht. Misschien kan
er nog iets v-an gemaakt worden, maar
het grootste gedeelte zal wel als brand
hout verstookt kunnen worden. De scher
ven van steenen huisraad worden achter
de schutting bij d!e schuur gegooid. Brokken
kaas en vleeseh gaan ze zorgvuldig ver
zamelen. Hie-t zou zonde wezen diit voed
sel, al ziet het er onooglijk uit en al rijn
er pijnlijke herinneringen aan verbonden,
zoo maar weg te werpen. Hoe zullen ze
het wellicht nog noodig hebben 1
Het beddegoed, bemioddérd door de sol
datenlaarzen en erg gescheurd door de spo
ren, wordt; uit dé bedsteden gehaal-dl om
het morgen te wasschen en het daarna
zooveel als kan te herstellen. Een paar
sabels, geweren en ransels, afkomstig ran
gesneuvelde soldaten en in de haast doof
hun kameraden vergeten, word-en in een
donkeren hoek op den zolder gebracht, om
die na-re moordtuigen maaar niet meer te
zien, die zooveel ellend-e in deze streek
hebben gebracht.
i 1) Dat jgedeeite van 'de boerderij, waar
de sjees en and-ere voertuigen staan en
I waar ook de kaas gemaakt wordt. Eigen
lijk moest er ged-orscht worden, maar een
veeboer do-rsdht niet.
(WorBt vervolgd .1