Rath. Nieuws-
voor Noord-Holland.
u
No. 126.
Zaterdag 23 November 1912.
R
Hekelstraat 14.
Ho.t.'s-Sravenhage.
FEUILLETON.
Oom „Fedia".
cLe.
1
m
Speelgoederen
MIENT 1-21.
1, over de Steenenbrfif,
aas-Cadeaux te
ES. GOUDEN-,
EN.
i concurrentie
tbaar geprijsd.
llen Broches en
nbanden, gouden
O Zoon*
Verschijnt DIN8DAG. DONDERDAG en ZATERDAG.
pC/ aaadeelea van
Een nieuw feuilleton.
Oom Fedia,
Bij de opening van een
modepaleis.
o jyandejden ze, ieder* afzonderlijk of
twee aan twee naast elkander, alle ,met
een eigenaardigen gang "den z.g. „pas de
L'ours", die te Parijs eveneens tot de mo
de 'behoort.
BINNENLAND.
6a* Jaargang
ONS
BLAD.
end.
ABONNEMENTSPRIJS:
75 ct. per 3 maanden franco huis; 105 ct- met geïllustreerd
Zorudlagsbiad. Te betalen in het Begin s*n leder kwartaal.
Afzonderlijke nummers van de courant3 cent.
Eka hel Zondagsblad 5 cent.
Uitgave van de Naaml. Vennootschap
BUREAU: Breedstraat 12, tegenover de B.
Telefoon No, 433.
„ONS BLAD1', i
Kerk, te Alkmeu,
ADVERTENTIEN
Van 1—5 regels30 cent,
Elke regel meer6
Reclames per regel15
Kleine advertenties van 1—30 woorden, bij vooruitbet. 29
j^fde Staatsloten bij
de Agenten Q
ÊeblWAijBOER, Hoii-
naar \n bij J. Stuif-
P. Struif, te Koe-
r te Eghiond aan den
ischarwoude en A.
Heden vangen wij aan met een
nieuw feuilleton getiteld:
een niet lang, maar daarentegen zeer boei
end verhaal uit Rusland.
Een arme marskramer, die naar Siberië
wordt verbannen, is de hoofdpersoon van
tiet schoone verhaal.
Verleden week is te Amsterdam het nieu
we gebouw van de firma Hirsch en Cie
op het Loidschepiein geopend, i 1
Het monumentale gebouw beheerscht als
't ware dit groote plein der hoofdstad:; zoo
dat èn de Stadsschouwburg en het Ame-
ricao-Hotel schijnen, teruggebracht tot ge
bouwen van den tweeden rang.
Om eenigszins een denkbeeld te krijgen
van den omvang van het nieuwe gebouw
vermelden wij de volgende cijfers: Het ge
bouw höeft «ene oppervlakte van 3000 vlerk.
M. Het wordt gedragen door 2544 heipalen
met eene totale lengte van 33.100 M. De
fundamenten, alle balken, vloeren, trappen
en de bedekking met koepel werden gecon-
srueerd uit gewapend beton waartoe
520,000 k.g. ijzer, 2.300.000 k.g. portland-
cement, 3.300 kub. M. zand en 4.300 kub.
M. grint werden gebruikt. Behalve dit be
ton zijn er nog 2.300,000 steen,en gemet
seld.
Hef gebouw heeft eene gemiddelde hoog
te van 28 M. Het souisterreim medegere.
kend (heeft het 7 verdiepingen. De'roodko
peren koepel is 40 M. hoog.
De verlichting geschiedt door 6000 eliec-
trisdie lampen. Er is in het gebouw 2500
vierk. M. spiegelglas gevat in 65 kozij
nen enz, enz. i
Donderdag ,is het modepaleis feitelijk ge
opend en. wel op officieele wijze, waarbij
o.a. de Amsterdamsche wethouder van Pu
blieke werken aanwezig was en toen hij
een woordje mocht spreken niet kon na
laten én zeer terecht eenige vrees
te uiten. De heer Delprat zeide n.L aan
het einde van zijn speech tot de beide
firmanten: „Wjj vertrouwen u onzë vrou
wen en dochters, in liet volle besef dat gij
j uw uitgelezen smaak zult in het werk stel.
i len om haar op de beste wijze te klee-
den. Wat ons huisvaders aangaat, behandel
ons dan tegelijk met clementie!
Vrijdagmiddag zou het modepaleis op
I feestelijke wijze door de Amsterdamsche
dames worden geopend.
Qing het er Donderdagmiddag heel oïfi-
j cieel en. plechtig van toe, Vrijdag werd
er eene vertooning gehouden, zooals maar
zelden neen, nog nooit tevoren in
den lande is aanschouwd.
Vóór wij eene korte omschrijving gaan
geven van deze „Revue des modes actu-
1
tiles" bieden wij den lezers onze veront
schuldiging aan, dat wij vaak onze1 toe
vlucht moeten 'nemen tot Tal van vreem
de w,'oorden.
Onze Nederlandsche taal iis n.i. bij de
opening van een moderne tempel dei- mode
luxe, zooa's de Fransdie hoof dstad er ver-
scheidenen heeft, 'tea,rm laten"Wij
het maar eerlijk bekennen.
De aard van den Nederlander is niet
gelijk die der Fransch'en: „te leven" voor
demode éls 't ware.
De groote strijd, die „Neerlaudia" voert
vindt da,nook bovenal zijn oorzaak in het
importeeren van vreemde woorden tengevol
ge van 'de Franscne mode.
Maar om op1 ons onderwerp, terug te
komen Vrijdag zou dan die z.g. „Re
vue des modes" warden gehoudlen.
Tegen drie uur begon de drukte op
het Leidtsche 'plein. Alle eigen equipages-,
alle huurrijtuigen ën taxi-auto's van heel
Amsterdam voerden 'de bezoeksters aan.
Overal Was tin het groptsche gebouw een
rijke bloem enschat 'aangebracht. Zachte en
meesleep ende muziek Van een strijkorkest
klonk door de hooge ruimte.
Op de tweede gaanderij, daar waar de
revue zou beginnen, scha arden, de dames
zich op dubbeje Stoelenrijen, in het mid
den een breede gang vrijlatende, waar
fraaie Perzische .tapijten waren uitgelegd.
De dames 'vooraan in de eerste rij, pro
fessoren, beursmannen, 'de rijke luii van
Keizers, en Heerengracht en Museumkwar
tier, enz. enz. achter haar enfin de Chique
van Amsterdam zooals op een élite-avond
in de Schouwburg.
Zonder da,t zij doior eenig teeljen vverdi
aangekondigd, begon de revue.
iAa,n het 'uiteinde van de tweede gaan
derij verscheen de eerste „mannequin".
Als je 't gezicht had in de heele lengte
van zooi'n loggia, —schrijft een toeschou
wer in de N. Hrl. Ort. dan zag" je
daar 'vèr aan het einde een klein figuurtje
heel, heel langzaam naderen... en alle oogen
volgden.... 't kwam naderbij en werd grcio.
ter: was dit een vrouw? Neen: 't was een
pop, een levende pop, omkleed met een
droom van zaChtvloelende tinten en wazige
kleuren, waar bonten s,treepen een rand
aan maakten, die 't geheel afslootEn
zachtdandineerend, of op z'n Hollands,c-h
gezegd: zadht-d eind eren di, schreed de le
vende pop ons voorbij, de wangen .ge-
poeierd-roiod, en de oogen zwart-omrandi,
verre blikkend in de ruimte en niets ziende,
de fijne blanke hand met spitse vingeren
achteloos langs het lijf hangendeeen
droom werkelijk van kleur en stof, een één
heid van verscheidenheidvol, en juist daar
om een mysterie, niet na te vertellen in
détails,.
Nog was ze niet weggegleden, of een
andere kwamnu hermelijn geheel, laags,
gewijs, als gewonden om het lichaam, met
een reuzenmof vwii hermelün, en een bree.
den reep om de schouders en een hoedie
van deze kostbare huidjesschitterend
Men noemde hem „oom Fedia"- Geen
niensdi noemde hem anders. Vanwaar hij
I gekomen was, of hij alleen op de wereld
stond, of hij altijd, marskramer geweest
I was, dat wist niemand, i
Oom; Fedia ging de dorpen af, vier of
vijl maal in 'r jaar kwam hij ook bij ons
met zijn klein, mager paardje en zijn zwaar
I pak. Men had het niet erg op heinvoor
eerst dreef hij een, nering, die de Chris
tenen meestal aan Zigeuners "en joden over-
I laten en'dan viel hij den boeren ook niet
erg jn den smaak: waartoe had hij in
zijn zak allerlei geheimzinnige boeken, ink.
ten, pennen en brillen, waardoor m,en drie
mijten ver kom zien? Inde heerenhuizen ver
weet men oom Fedia iets anders: had men
'de onvoorzichtigheid begaan, hem, te her
bergen, dan miste men na zijn vertrek het
een of and er'een couvert met geld, ge
reedschap of een tap goed. Ook gold hij
voor een on verb eterlijken dronkaard. Geen
ruzie in een herberg was zonder oom,
Fedia denkbaar! De kinderen liepen hem.
Sjottend na, dan zette hij ^ijn paardje
aan en maakte zich snel uit de voeten.
Kortom, de eerlijke menschen konden voor
dezen dubbelzitnnigen man gieen achting heb
ben,
Ik hield echter veel van oom, Fedia. Hij
speelde een hoofdrol in mijn kindsheid Jk-
heto de aangemaalmste herinneringen aan
hem bewaard, zoover ik mjj denken kan,
bestond er jjfcen feestavond zonder -dien
ouden, marskramer. W«lk een vreugde was
het voor mij, wanneer ik de bel van zijn
paardje voor het huis hoorde,. Dan verza
melde zich het gansche huis om hem, de
meisjes kwamen met fiëgeerige blikken na
derbij en bekeken zijn linten en lappen, die
hij te koop had. Ik' had. met ongeduld
het oog op 'den bodem, vam den zak, waar
Zich allerlei speelgoed 'b'cvond. Wanneer
echter 'mijn zak 'leeg was, dan zag oom
Fedia dit dadelijk ban mijn bedrukt ge
zicht, en medelijden met mij gevoelend,
gaf hij mij dan een zakmesje of een bee'.dje
op krediet.
Mijn vaddr fronste echter het voorhoofd,
wanneer hij kwam, en gaf den ouden knecht
een beteekenisvol teeken.
Wanneer oom. „Fedia" klaar was, pakte
hij zijn waren bijeen, men opende de deur
vpor hem en hiefci hem in 't oog, tot
hij zijn zwaren last op den wagen gela
den had. Dikwijls had ik mijn ouden vriend
willen verdedigen, maar 'altijd ontbrak mij
inderdaad van eenvoudige luxe. En de rij
hield niet'op: fluweel vooral in goud en
zwart en dan dat gloeiend wijnrood^ en
paars,ch in donkere tinten en diep,-blauw
dat alles dik en toch jsouple, met bonte
kragen en witte overs,lager en soms héele
dieren met koppen en staarten zoo als 'n
slangenbezW'eerster 't doet, geslagen, om
den schouder, zóó was 't als een kalei-
doscoop van intense verfijndheid en kleu
rige weelde die ons langzaam voorbij
schoof
Het programma bevatte: „robes et man-
teaux de promenade", robes de visite" etc.
xOndoenlijk een Volledige beschrijving te
geven van de meer dan 150 verschillende
costuums,
Behalve dat de dames dus lecrdien hoe
ze Ttleeren moesten dragen, leerden ze ook
loop,en.
Te kwart over vier werd er gepauzeerd
en begaven zich de bezoeksters naar de
theesalons.
Maar na dit .intermezzo klonken de to
nen van, 't TOOolorkest weer en werd de
rondegang der levende made-poppen voort
gezet.
Thans, waren vooral avond- en baltoilet
ten aan de beurt, Dat deze laatste alle
vorige overtroffen behoeft nauwelijks, ver
meld. Deze toiletten toch waren bijzonder
rijk geborduurd: een mantel,, gevormd uit
een weefsel, van zwarte kraaltjes met bruin
bonten kraag en opslagen, een witsatijnen
japon met witte kant enz. enz. 1
Vaak 'ging er zoo, lezen wij een,
stilte door het plubliek, een stilte van stiD
Ie bewondering, ais zoo'n Francais,e heel
zacht) voortschreed in een fijnwolken ge
waad van goud en kant en kleur, als 'n
droom van verfijnde weelde en luxuositeit,.
9
„Van weelde en luxuositeit!"
Terwijl de opbrengst der entrees door de
irma Hirsch en Cie voor de arm sten
der a tmen voor „Liefdadigheid naar Ver
inogen was bestemd. Welk eene tegenstel
ling!
Duizenden guldens kwamen echter door
deze tentoonstelling i'n de kas der V-er-
eeniging.
Of dit 'te misprijzen is? Neeii, maar
toch gevoelt men, dat het hart zich niet kan
vereenigen ,met deze wijze van weldoen aan
de arijien._
Deze wijze van liefdadigheid zweemt naar
het; moderne gedoe van onzen tijd.
Wie lazen ook, dat de dames dier Am
sterdamsche Patriciërs thee presenteerden
„voor 't goede doel" Liefdadigheid naar
Vermogen.
Is het nog liefdadigheid te noemen een
de moed daartoe omdat ik wist, dat het
onbegonnen werk is, hem in bescherming
te nemen, die bij iedereen in een kwaad
blaadje staan.
De laatste maai 'kwam oom Fedia bij
ons op een "Zondag in de vasten op een
slechten guren daig. Toen hij alles bijeen
gepakt had, keek hij bezorgd naar de wol
ken en vroeg mij of men hem gedurende
den nacht onderdak wilde geven. Mijn va
der wees dit beslist va,n de nandi. Toen
ging de oude 'stil weg, zonder het nog
eens te .vragen. Ik volgde hem en zeide
zapht1
„Gom, Fedia, de schuur bij den molen
staat open, gij weet wel, bij de sluis be
neden!" I
„Ik zal de stad nog wel bereiken", zeidie
hij dankend. I 1
„Maar wanneer u een sneeuwstorm over
valt?"
„Waf geeft dat? Wie trekt zich iets van
oom Fedia aan? Wanneer hem een onge
luk pverkomt, zal niemand zich over hem
bekommeren." i
De oude man had nog nooit op1 zulk een
innigen toon gesproken, die mij zoo ge
troffen had. Ik kon niet geioov.en, dat hij
een slecht man 'was.
Den anderen dag kwam, mijn, vader geheel
opgewonden naar huis en schreeuwde mij
reeds uit de verte toe; Goddank, dat ik
kwartje, een gulden, misschien meer, te
geven of men moet er wa t voor terug krijgen
uit een fijn vrouwenhandje met een louikje
toe?
Heeft deze liefdadigheid haar loon niet
.reeds op aarde ontvangen?
Men gééft nu ja, omdat een ander het
ook doet. j
Men opent zijn portemonitaie, omdat men
toch zoo jpaar niet kan doorj,oppen.
Men teekent opj de lijst, omdat mijnheer
X. me\Touiw IJ, de dames Z. daarop, ook
staan.
En zou men dan voor „dien boekhou
der", „die weduwe van een luitenantje"
„die dochters van een plattelandsd'okter"
willen onderdoen! Kunt gij begrijpen!
Giunsr, neen, geen sprake van!
Men meet toch zijn stand ophouden!
Waar is ze te vinden die stille, onge
ziene Liefdadigheid, die sluipend, nederig
neergebogen, voortschreed langs straatjes,
steegjes, galopjes, een mand gevuld met
„versterkende middelen" onder den arm?
Wiaar is ze?
Telt ze nog vrienden en vriend innen, de
stille Liefdadigheid met twee handen aan
beur lijve om hulp te bieden, maar toch
zoo, dat de eene hand niet wist, wat de
ander deed?
Zijn zij er nog, de beoefenaars van de
Merken van barmhartigheid: Zieken bezoe
ken, Hongerigen spijzen, Dorstigen laven?
Integendeel de moderne tnensch is van
de oude beginselen der liefdadigheid ver
vreemd, alleen de drang, van het open
baar vertoon doet hem de portemonnaie
qpenen.
Allerlei prikkels van buiten, die met het
gejoofs- en zielsleven niets uitstaande heb
ben, moeten daartoe worden aangewend.
Maar die echte liefdadigheid van onze
voorvaderen is kwijnende; zoo voortgaan
de zal zij, spoedig uit de maatschappij
verdwenen zijn, die innerlijke deugd aan
de beoefenaars waarvan Christus beloofd
heeft: „Zalig zijn de barmhartigen want zij
zullen barmhartigheid verkrijgen."
De concentratie links.
De Standaard bespreekt „wat de con
centratie gaat 'doen". Eerst wat zij niet gaat
doen, want drie punten wil zij onveranderd
laten: de verhouding tusschen Kroon en
Volk; de Openbare School; en de Vrijhan
delspolitiek. Daarna volgen dén de punten,
waaromtrent de concentratie 'wel verande
ring noodig acht: Kiesrecht. Lager On
derwijs, Sociale quaestie en Belastingen.
Hierbij constateert het blad, dat hetdenk-
beeld van Evenredig Kiesrecht indertijd het
eerst van anti-revolutionnaire zijde is aan
bevolen, maar toen door de liberalen niet
gewild werd. Tegen liet invoeren van vrou
wenkiesrecht vverdt gewaarschuwd, met de
voorspelling, dat 60 pet. daarvan zal komen
u niiet toegegeven heb! Ik wensch u geluk
met uwe vriendschap". En hij vertelde mij
dat in den afgeloopen, nacht Ivanoska in
brand gestoken was.
Ivanoska was een naburige hofstede. De
heer daarvan behandelde de boeren slecht
Mijn vader t|Wijfe;de geen oogenblik of de
oude marskramer, dien hij had willen her
bergen, de brandstichter was. En inder
daad had imien hem nog denzelfden dag in
de nabijheid van het afgebrande huis ge.
grepen. Er weid een onderzoek ingesteld,
maar ondanks allen, jjv«r was er geen ze.
ker bewijs tegen oom, Fedia te vinden. Ten
slotte ,Tgel de verdenking pp een dienst
maagd van onzen oijgelukkigen buurman,
zij heette Akui'.ima ën bëhooTdë tot ornze
gemeente.
Deze vrouw was op den avond voor
den bfand ontslagen, had zich onder be
dreigingen verwijderd-en was eerst 's mor
gens naar huis gegaan. Waar zij den naclf.
doorgebracht had, kon zij niet aangeven.
Men liet oom Fedia vrij, na hem eerst nog
de noodige vermaningen gegeven te hebben
Drie maanden later werd het proces tegen
Akujóna gevoerd. Mijn vader moest als
getuige optreden. Hij gaf aan mijn ver
langen geho,or en nam mij mede naar de
hoofdstad. Daar zou ik bij de paarden in
het logement blijven en hem geduldig af-
waehten. Hij had echter met mijne nieuw?.
ten bate van de socialisten, en voorts ge
wezen op het niet tot navolging uitlok
kende der Engelsche suffragettes. In Al
gemeen Kiesrecht is niets origineels. „Het is
puur copiie leveren; het blijft breien met
den Franschen steek."
Nadat op, dezelfde wijze ook- die andiere
punten behandeld zijn, zegt het blad ten
slotte
En dan komt 't zonderlingste nog.
Wie hebben toch ais onafhankelijk vólk
in de eerste plaats den plicht, om ons
tegenover eiken vijand te verdedigen
d'ie ons mocht aanvallen. Elk land in
Europa ziet zich dan ook genoodzaakt om
voor de landsverdediging steeds grooter
offers ie brengen. De Balkan-oorlog
speaks volumes.
Maar daaraan hebben de heeren nu
heelemaal niet gedacht. Ze zeggen geen
woord over o-nze landsverdediging, noch
over de verdediging van onze Koloniën.
is 't soms, dat ze ons land c.q. zoo
maar willen 'laten inpakken?
De weglating is op zijn -zachtst genom en,
uiterst zonderling en tast de nationale
eer van de drie partijen aan.
Zedelijkheids-Wet. Volgens deme-
morie van antwoord van den minister van
Justitie bevalt de maatregel dat veroordeel
de souteneurs in de rijkswerkinrichting te
Hoorn worden geplaatst, waar zij, afge
zonderd van de anderen, onderworpen wor
den aan regelmarigen arbeid, zeer goed.
Onderricht in R. K. Godsdienst
leer aan de R. H. S. Naa,r de ,,'s-H.
Ct." verneemt, zal binnenkort aan de Rijks
Hoogere Burgerschool en het Gymnasium te
's-Hertogenbosch aan de R. K. leerlingen,
die daarvan wenscSien gebruik te maken,
onderricht worden gegeven in de R, K.
Godsdienstleer,
Uitslag herstemming voor de Ka-
mer van Koophandel te Hoorn. Uitgebracht
51 stemmen, aantal kiezers 138,
Hiervan verkregen de heer M. Stam;_ge
steld door de neet-katholieken 26 stemmen
en de heer E. J. M. Stumpel, gesteld
door R. Té. middenstandiers 25 stemmen.
Zoodat eerstgenoemden gekozen werd.
K on i n k 1 ij k Pal ei s—R a adihuis
Naar de „Nieuwe "Ct." verneemt kunnen
de onderhandelingen diie tusschen het ge
meentebestuur te 's- - Gravenhagie en
de regeering gevoerd zijin voor
den bouw van een nieuw Koninklijk
Paleis op Zorgvliet, met bestemming van
den tegenwooirdiiigen paleisgrond' o.m. voor
stadhuis, als mislukt beschouwd worden,
Van de regeering is een schrijven ontvan
gen, geteekend door de Ministers van Biti-
nenlandsche Zaken en Watertsaat, waarin de
aanbieding van de gemeente onaannemelijk
wordt verklaard.
Samen werkingder Vr ij zinnige
Par t ij en Nu het concentratie-program
-
M
m
gierigheid geen rekening gehouden. Ik ging
'hem stil achterna en siooo in de recht-
zaal.
Achter de kachel verscholen, volgde ik
de behandeling. Iedere bijzondierheid; van
dien morgen staat "mij nog duidelijk voor 1-
den geest.
Gij kent onze provinciale rechtzalen wel;
een groote ruime zaal, twee rijen banken,
links en rechts, op; den achtergrond op een
podium de rechterstafel, aan de gewitte
m.uur een groote ronde klok en een kruis
beeld. Op dien dag was de zaal geheel vol.
Op de 'banken rechts zaten de grond
bezitters der 'omgeving en, de beambten
der, stad, links de boeren van Ivanoska,
de afgebrande hofstede, en die van ons
dorp; Voor de rechrersta.fel stond die aan-
geklaagde, achter haar zat eene verwante
met twee kleine meisjes: dat waren de
kinderen van Akulina.
De aangeklaagde nanv mijne geheele op- x
merkzaamheid in beslag. Zij was nog jong
en sterk. Nauwelijks scheen zij te hooien,
wat de schrijver voorlas zij keek noch
naar de rechters noch naar het publiek, hare A
oogen waren op de groote klok gericht,
welker wijzers langzaam de rondte maakten,;
menigmaal wierp zij een angsiigen blik naar
de deur, alsof zji iemand verwachtte.
(Wordt NtrvOlgd.J f