3ayglop, No- 58. maar. J I. EMU. E&. Bath. Nieuwis- ei üivertentiehlad voor Noord-Bolland. [en Ministerie van links door de linker: Zaterdag 24 Mei 1913. 7e Jaargang i „MONARCH. FEUILLETON. FWERKIMG, van de Kruis en Halve Maan. rerraeerdert de bin- vermindert de con- vermenigvuldigt de verdeelt den arbeid ;nde vakken. 16. ALKMAAR m lOiiêdsts adres. Verschijnt DSM1DAS, DONDERDAG en ZATERDAG. ij het verkrijgen van alle wordt bevredigd, en en Kettingen, iden Dameskettingen l- en Parelstellen, eeds mooie keuze. ÏDEREN VOOR OUD. IMAN PLAS, d Goud en Zilversmid. 3 d.Breedstr., Alkmaar. itrie. buitenland. srland. ie NAAIMACHINES J.MILLE Ut. AMSïsBÜ&K. zigen, dan, zal er ook een didaat worden gesteld, ^raadsverkiezing werd cven- doch dit is niiet voor pn- r die niets bijzonders opfle- slu-iting. DE RIJP. Kiesvereen. vergaderde adat de vootz. die hr. Jn lering 'had geopend en zijn itgespiro-ken over zoo'n fltn- 1. 43 leden, werden door nr. A. Blokdijk Jbz., de en met doodsche stilte goed- kwasm: Verslag van den hr. afgevaardigde naar de al- leringen der R, K. Kiesverae- et district te Zaandam, waar —Mr. de Wliidie werd aan" i 11 i de secr. het Concept-regie- ridhtten Centrale kiesveiean. 1 welk artikelsgewijze wem na een kleine itüasschóng stemmen goedgekeurd, stelling v. d. Rrov. Sit. werd n het Centrale Bestuur te ONS BLAD. ABONNEMENTSPRIJS s 75 et p. 3 maanden franco huis; 105 cL met geïllustreerd Zondagsblad. Te betalen In heit begin van leder kwartaal. afzonderlijke nummers van de courant3 cent yaji het Zondagsblad 5 cent Uitgave van de Naaml. Vennootschap „ONS BLAD". BUREAU: Breedstraat 12, tegenover de R. _K- Kerk', te Alkmaar. Telefoon No. 433. ADVERTENTIEN: Van 1—5 regels.30 oeo^ Elke regel meer6 Reclames per regel15 Kleine advertenties van 1—30 woorden, bij voorurtbet 39 A Na een kwijnend bestaan van- ongeveer I twee en (een Mlf jaar is op| 11 Febru ari 1508 het ministerie—De Meester, idoor Jlir. v. KarnebeCik (oud-Iib.) vergeleken bij ik scheurende Amsterdamsch-a Bieurs, door Mr. Limburg (vr.-dem.) „Kraakporselein" gcnoieimd, afgetreden. De formateur iva,n dat Kabinet is ge- I veest niemand (minder jdan Mr. HL Goe man Borgesius, dezelfde, die iin den j-are [1913 forma,tem- was van de Concentratie. Zeker de ,heer Borgesius heeft zich schupjl- I gehouden; hij wilde geen zittiing .nemen in 't Kabinet, al was' het nimmer vertpond, j dat een formateur uit zijn ministerie bleef; [maar toch (niemand zal het betwisten: de [leider der Unie-liberalen^ hij was .bet,die, Itpen in 1905 de rechts ch-e partijen in de minderheid' geraakten ien het ministerie— [Kuyper dientengevolge (aftrad, Nederland, aan een flinks ministerie' heeft geholpen. Maar welk teen Kabinet heeft bij in 1905 [geformeerd? Zoaals wij reeds hierboven zeiden, deed I liij (wat geheel buiten de partem en- I taire gewoonte (glaat zelf miet mee fin. (iet Kabinet, nnam hij geien enkele pprtefeuil- Ie op. Dat was \op zidli zelf niet zoo buiiteji- [gewoon onverantwoordelijk, Indien de heer I Borgesius voor den dag was gekomen met [staatslieden van iden eersten, raing; met I mannen, van wiön me,t reden, ver- wadht mocht worden, dat zij voor 'h:un taak berekend waren, i Men boude (dimmers wel in bet oog, [dat Be Ministers de 'hoogste sfaatsdjlie- paars van de Kroon zijn. i Het tweede hoofdstuk va:n onze Grond wet handelt „Van den Koning" ent als jj er in de zesdie Afdeeling van dat boofdl- istuk wordt gesproken „Van de Magt des j Konings" dan luidt het eerste artiikel (art. [54 der Grondwet) „De Koning is onsdhend- [baar, de (ministers zijn verantwoordelijk." In dit artikel van enkele woorden ligt eene diepe beteekenis voor bet ambt eens Tliiiisters. ii Ligt het dan niet op den, wieg eens Kabinetformateurs om ivoor degelijke mi nisters tö zorgen Vooral als de formateur zelf geen zit- jting neemt i(in, 'het Kabinet. Mr. van Houten lioejnde het da,nook bij 't Adres van, Ant woord ider |Eerste Kamer opi de Troon rede van 1905 „een zeer grooten, en ge vaarlijken eonstitutioneelen (terugtred, wiant paai mate d e formateur op dien achter mond (reefit, komt de Kroon ongediekt ie .voorschijn jen pp den voorgrond.';', Wie zullen tens nagaan of dat Min-iste- i aan de orde de ie gem.-raiden te Graft 01 Graft werd met algem. stem- gesteld de heer Jb. van de Rijp de beer A. Hlok' ens met algemeen® stemmen 1' de vergadering met d«« roet gesloten. ficatie van ons bericM6 (orkomende in, ons nurnm er ueldt men ons: -kantoorbediende bij diep0®' jraiie, de beer H. de Vn er, werkzaam alhier, is thans king benoemd alhier. li „Wiaar is ze naar toe gebracht? BlijfI ze pij hei leger? Heeft Kara, Musraphahaar p zich?" vroeg Guido vol ijver. ,,lk geloof dat gij in staat zoud-t we ien, de vaan van den profeet te stelen!" liep Gregorowitsch lachend. I ijVfaarom. niet", zeide Guido gemoede- P'i', „dat zou geen kwade streek zijn. |k heb (er over gedacht. ■wat denkt gij ervan Koltschitzki?" j „Dat de vaan sedert lang weder in Con- p-ntinopiel is, waar zij in het serail, achter p^n slolen wordt bewaakt. Als ze hier Jf|Si kon men er eens over denken. Het Inn in elk geval een onbetaalbare grap TWen als wij plotseling de vaan van den T^eet Puntten en de Turken bun groen aremsgoidijn tevergeefs zochten. Ik geloof, jua zij (joh veldtocht voor verloren zo-u- Pen aanzien!" 1 „W,at ,1S dat, boeren?" riep plotseliaig F oude kapitein. Men had den dbffen 1 ,van «en kartouw geboord. Het m- pacrige, drinkende gezelschap was plof- 'Jg stom geworden. Allen luisterden. D." ziJ'n onze trommels!" riep, de kapi- Pn van het regiment Oroya. „Laat iemand f°' mi) betalen, ik moet weg!" En bij ^hiue weg, rie-de Meester, door den thans concentratie- formaleur samengesteld, waardig was zooals de beer v. Houten dat uitdrukte om „Iden Kr0011 pngedekt te voorschijn en op (den voorgrond <e doen treden. (H. M. de Koningin, bejioemt toch' de Minis ters). y i En |nu /zullen wij dat Ministerie—de Mees ster laten jbeoordeelen niet door rechts maar door de linkerzijde zelve om het verwijt te ontkomep van partijdigheid. Laten wij beginnen met den minister van koloniën Air. D. Foek. Dezen aan vaardde in Pet. 1906 bij de, herziening van het (Indisch Regeeringsreglement een amendement dat tegen zijn eigen stelsel indruis ebte. i Toen de heer Van Kol (s.d.) daarop wees, was het de heer Tydeman (oud liberaal) die de opphie van den beer Van Kol onderschreef en o.a. zeide: „De zon derlingheid komt uit, waar men ziet hoe de Minister nog nadere verklaringen vraagt aan den heer Vam Idsinga over de be teekenis van diens amendement en daar van afhankelijk (s^telt of hij htet overne- neme.n zal." 1 De heer Tydeman vondl dit de verkeer de wereldl (en zag „dein beer v. Idsinga achtetr d'e tafel dier Regeering en den Mi nister gezeten op de groene banken." En bij jdte bebarnHeling van een wetsont werp tot terugkoop van particuliere lain- derijen op Java getuigde Mr. van Deventer (vrijz. dtenocr.)„H,et heeft er indlerdaad allen schijn van alsof met het voorstel, dat thans door de Regeering gedaan wordlt, de Regeering de Kamer een beslissing wil doen nemen, waaromtrent de Regeering zelf de verantwoordelijkheid liever niet on voorwaardelijk aanvaardt." Mep lette er op^ dat d'it uitlatingen waren van bevriende zijde. Hoe dacht de linkerzijde over den M i- nlster Van B i n n en 1 a nds ch e Zia- ken Mr. Rink? De heer Ter Laan „(s.-tf.) zeide oca. bij de begrootingsdebatten „Met groote te leurstelling heb ik in de Memorie van Ant woord gelezen, dat de Minister niet bereid is om te zorgen, dat de onderwijzers aan de ambachts- en verdere scholen zullen wor den opgenomen in bet pensioenfonds Hiet betreft een wenscb die door dr. Kuijpier niet zoo zonder meer is afgewezen maar die eenvoudig is uitgesteld." ■De heer Smeenge (unie-lib.) uitte ge lijk® jammerklacht, daarbij herinnerend aan de 'houding ,v,an minister Kuyper ten deze: 'Dr. Kuyper redeneerde „wacht maar een paar dagen dhn komt de wet tot 'herzie ning .van het middelbaar onderwijs in be handeling en wordt die aangenomen, dan is de wettelijke regeling daar". „Hè, marketenster, hier!" riep iGregoro- witsdh; „daar hij toch ivan mijn piofbroëk gesproken heeft, wil ik zijn Tokayer beta len. Misschien geeft hij hem morgen te- rug, als hij nog leeft." Nu 'kwam een adjudant pp een hijgend paard aangerend. „He, trompetier! Trompetter. Is er dan niemand van die honden aanwezig?" „Wat is er gebeurd?" schreeuwden de officieren door elkander, terwijl zij zich gereed maakten Om te vertrekken. „Krolaten te paard! Kara iMustapha is Overgestoken. Wiaar is de graaf Landron?" „ViOor tien minuten gilng hij met' den lui tenant-bol o nel van Saleburg langs jde ba rakken." „Vooruit!" drong Guido a,an; „hoelang zal het duren Of wij moeten ook te paard" „Hemel, hel, .moordIk Wil niet vloe ken!" schreeuwde Gregörowitsah„maar ik moet tien minuien Toopen voor ik aan Onze kwartieren ben." 'Hij was ,Op het punt met Guido weg te gaan, toen hij plotseling woedend uit viel: „Daar, daai' hebt ge liet al!" Als dat niet {le trompetten der kurassiers zijn, vreet ik mij zelf op! Leen mij uw arm «erts, waarde Guido. Als ik eenmaal op het paard zit, dan gaat het in galöp; maar zpp! Ik zou mjj niet gaarne aan'het ver wijt blootstellen, bij een alarm te laat ge komen te zjjn." i Beiden waren intusschen reeds lang adder de böomen .verdwenen, die de vrije ruim- „Hoe staat het nu vroeg de heer Smeenge dat wetsontwerp is ingetrokken en wij hebben nu Van den Minister ge hoond, |dat in den eersten tijd geen Wette lijke regeling van het vakonderwijs zal worden voorgedragen." Zoo zorgde Min. Rink voor het vak onderwijs! De heer Ketelaar (vrijz.dem.) zei bij' de begrooting afd. Lager Onderwijs, dat hij niet anders kon zeggen dan dat de teleurstelling die hij in 1905 gevoelde, in 1906 nog grooter was geworden En even later zeide hij te betwijfelen „of onder dezen Minister nog veel tot stand zal ko men." i (Spr. riep tenslotte den heer Rink toe: „Herzie uw werkplan en tracht meer voor het lager onderwijs te doen dan thans uw voornemen schijnt te zijn." Den heer Tydeman (oud-lib.) deed het leed, dat er voor de opleiding der onder- Wijzers ,,zoo weinig gevoel bestaat." En nadat de Minister Rink had geant woord op al die klachten achtie de heer Tydeman zich zelfs gegriefd door dat ant woord, terwijl de heer Ketelaar hieruit de conclusie trok, dat „niets zal worden gedaan", v I Daan we nu naar J u s t i t i e Daar zetelde een oud-Kamerlid Mr;. E. E. van R'aalte 'Die kreeg in 1906 een koor van lofprij1- zingen te hooren van de linkerzijde, uit welke hij geboren was. ?s Ministers 'naaste (geestverwant mr. Simidt (vrijz.-dem.) was zoo ontevredettdat hij meende een ultimatem te moeten stel len „indien de Regeerjng zoo zeïde hij ton aanzien van dezen adhtersiand (bij sommige rechtscolleges) geen andere houding aanneemt en dien achterstand niet vermindert zal ik, mij ernstig afvragen, wat mij te doen staat en of ik voor het vervolg mijn stem wel mag geven aan de begrooting van Justitie". iDe heer v. d. Bergh (unie-lib.) drong aan op spoedige1 herziening van het pro ces-recht en noemde 's Ministers argu ment tedere zijn denkbeelden „niet geluk kig" en „efen misverstand"; de heer Smeen ge (uinief-lib.) verweet den Minister diens onverantwoordelijk „niets doen" om den achterstand bij sommige rechterlijke colle ges in tel halen; de heer v. Doorn (unie-lib.) wreef den Minister aan „dat hij wat luchthartig over dei zaak, dacht", de heer Hugeuholtz (soc.-dem.) constateerde )„miinistriieele koppigheid", dè heer Rood huizen (uniei-lsb.) pirees den heer v. Raalte als „den Minister der kapstokken." Ook de mini steur van Marine, de heer Gohfen Stuart, had van zijne politiek® partij, van links, aardig wat te verdure,n. IDe heier Thomson (unie-lib.) verweet den ten Omgaven. l Toen graaf Guido en Gregorowitsch bij Ihun regimenten kwamen, was de strijd reeds hevig. Koltschitzki bevond zich reeds aan hel begin in den strijd met zijn escadron in de voorste .rijen en ofschoon hij' zijn per soon stoutmoedig .blootstelde, had het ge luk hem ,eti zijn paard toch voor elke ernstige verwonding bewaard. In de hitte van den .strijd gebeurde 'het, dat een Tar taar Koltschitzki .dieps muts van het hoofd sloeg. „Een Turk, ,een Turk bij de Oiaurs!" klonk het bij den vijand, toen de strij ders het gladgeschoren hoofd van Kolt schitzki zagen, .waarop het opnieuw op gekomen haar nog bijna niet zichtbaar was, „Een renegaat! Een renegaathuilde een Derwisdh, ;een magere, gespierde ge stalte met fonkelende oogen, die midden Onder de strijders reed. „Va,ng hem levend! vangt hemf j,,Ja vangt hem!" hoonde Koltschitzki „Kom hier, .oude zondaar, en vang hem zelf, als ge durft!" Deze woorden werden in het. Turksch geroepen, welke .taal^, Koltschitzki volko men machtig ,was en deze omstandigheid maakte de eigenschap van den keizerlij ken officier pis Turk tot zekerheid, i „Het paradijs yöör dengene, die hem brengt!" brulde de Derwisdh Opnieuw. Een geheele bende Tartaren viel Kolt schitzki persoonlijk ,aan, die van zijn kant minister zijn „half-slachtigej plannen" ten aanzien der reorganisatie van het Mari- niersaorps. De heer Jansen (vrijz.-dem.) klaagde over 's Ministers „geheimhouding" waardoor diens positie niet versterkt was, terwijl de heer Mardhant (vrijz.-dem.) concludeerde, dat de minister „'door ons onmogelijk kan worden gesteund." e iWlat den minister van buiten land s'a he zaken, den heer v. Tets van Goudriaan betreft, de heer Tak Js.-d.) verweet hem, dat hij „de arbeidsverhou dingen niet begrijpt" zoodat hij! maar over idiens hoofd jhèen zou' praten. De Kamer had vaak s.chik in des Mi nisters onbeholpenheid. Veel kan er verder ook niet over dezen minister worden geschreven wan^bij genoot de eer, dat hij 't record hield in die kort heid der redevoeringen. Op' bladz. 1317 dier Handelingen 1906-'07 staat letterlijk het volgende: „De heer van Tets van Goudriaan, Mi nister van B uiten la nds dhe Zaken...,V Meer niet. Over iemand, die zoo weinig sprak, kan links danook weinig oordeelen. De minister van Wjaterst aat, de heer Rraus is tijdens zijn mjnisterssohap bijna li/2 jiaar buitenslands geweest naar.. Chili om daar in dienst dus van eene vreemde mogendheid te zijn. De heer Tydeman (oud-lib.) noemde dat Clhileensdlie verlof „een afwijking van de goede manieren en opvattingen, die ten on zent bestaan bij de toepassing in de grond wettelijke regelen en beginselen." En iets verder: „De reis van den Minister Kratts naar Chili is facto' onvereenigbaar met (de verantwoordelijkheid die hij als mi nisterie te dragen heeft.......... V. Toen de 'heer Tydeman (dud-Iib.) den minister de Meester vroeg waarom hij dezen ambtgenoot had laten gaan, rangt- sdhikte dezen de bezwaren onder „de theo retische bezwaren." De heer Tydeman zeide daarop- o.m. „de Minister (de Meester) heeft eigenlijk nielt kunnen antwoorden dan dat de Minister Rraus non-actief was. i „Een ministerieele non-activiteit keninem wij in ons Staatsrecht niet, en ük meen daarom danoo-k dat dit antwoord! inder daad niet sterk is. Hiet beginsel van de individueele, maar ook. van de collectieve verantwoordelijkheid van de Ministers te genover de onschendbaarheid van de Kroon in ons Staatrecht is 'een voornaam, een zoo groot beginsel, dat het m.i; geen pas geeft dit in den tlieoreitisaifoen hoek te duwen." Tot zoover de oud-liberaal tegenover den hulp kreeg van een dozijn Kroaten. Ter wijl elders de strijd olm de heersahappij der wereld liep, was het hier de vraag, of men Koltschitzki zou krijgen of niet., „Uw kalebasdhflesch is meer waard dan uw paradijs, oude gek!" riep Koltschitzki weder „Maak spoedig, dat gij uit mijn gezicht komt, want ik denk er over, om haar te kamen halen!" En werkelijk had Koltschitzki die stout moedigheid, zijn pa,ard middien in den 'hoop Tartaren te drijven, waarbij rechts en links zijn slagen nedervielen. -Eenfee zijner lieden waren hem gevolgd', en z.o-0 bemerkte hij in de hitte ya-n heit gevecht niet, dat dè and-eren, m-ieftegehr staande alle pogingen, die zij -deden lang zaam achteruit gedrongen werden, toth'ij plotseling met een half dozijn mansdh'ap- peh. alleen .stond, midden in een Zwerm fanatiek^, woedende muzelmannen die op hem aandrongen. De jonge Kraatenoffi-cier verweerde zich als een .held'. V-oor Wem huilde steeds woedender de Derwisdh, die geen hooger doel van den geheelen veldtocht scheen! te kennen dim zich van den renegaat mees ter -te .maken. i l Hij dreunde heele Koran-teksten op, om de dweeppudht te ontvlammen, en zwaai de daarbij met zijn groenwitte dap, alsof het de vaan .van- den profeet iwas. (Plotseling werd' zijn paard' door een lans steek getroffen, het steigerde en sloeg ach terover, daarbij *jjn ruiter onder zjjn last minister-president in een kabinet van links! Daar kon het hoofd van Wet Ministerie het wel mee doen! i'-! i Minister Staal zat al direct metzijn oorlogsbegrooting. ;'t Eerste jaar, in 1905, liep] het nog los, m-aar in 1906 Was men in 't ge heel niet over. zijne houding te spreken. „De Vaderlander" onder redactie Van een Kamerlid en m-et medewerking van tal van bekende Unie-liberalen, waaronder Mr, Goeman Borgesius zelf, schreef ini 1906 na het debat over de oorlogsbegroatinjg te vertrouwen dat de Minister het volgend jaar „meer in overeenstemming met het verkiezingsprogram" zou optreden. Dat is toch wel het (toppunt! Wanneer een minis ter door zijn-eigen'par tijgenoten er opj moet worden gewezen om toch „meer in overeenstemming met Wet verkiezingsprogram" op te treden. 1 iDe heer Veegens bracht ons Zijne eerst beloofde, maar bij 'nader, eigen lijk te laat, inzien! toch' verschoven invalidideitsverzekering. Hij is er nog het best van alle bij de linkerzijde afgekomiep. Dit Ministerie, ons door den heer Bor gesius gebracht, nadat dr. Kuyper 'en zij-n mannen waren heengegaan, is dus beoor deeld op bovenstaande wijze niet door rechts maar door de -linkerzij, door de partijen zelve waaruit de Ministers waren voortgekomen Men zal ons dus niet van partijdigheid in deze oriliek beschuldigen: we1 hebben den links ministerie door links laten beöor- deelen. „Dè bronnen zijn dus alleszins betrouw baar 1" - Wil men nog beter, nog Vollediger op de hoogte worden gesteld, wij raden u aan na te lezen de brochure „het Mini sterieDe Meester door de Linkerzijde be- oqrdeeld'" door A. J. Oostdam (Uitgave F-utura verschenen Mei 1907) daarin toch zijn bovendien vermeld de blad zijden der Handelingen van de Tweede Kamer waaraan wij boven staande ontleenden, doch die wij om niet (te uitgebreid' ,te worden moesten weglaten, Dan pa! men nog meer worden versterkt in ide conclusie, die opj de bovenvermelde critiek der linkerzijde wel moet volgen: de formateur van het kabinet-de Meester hpeft Nederland in 1905 met zijn Minis terie knollen voor citroenen verkocht. (Laat Nederland zorgen dat het geen, tweeden keer gebeurt, dat niet ten tweeden-, male des? heer Borgesius kabinets-forma-, teur wqrdt. - ,- i En dat staat te wachten als de Concen tratie i,n Juni w'int; dan bestaat er alle kans, dat de Concentratie - formateur; begravend'. „God zij mij- armen zondaar genadig!" dat was .de laatste gedachte tvan Ko-lt- schitzki, toen hij achteruit in de rijen der Tartaren -vloog, en Zijn paard' (op hem vjeL -Een kwart minuut beschermde het uitslaande paard hem voor de steken en slagen der Tartaren; maar vóór dat deze kwart minuut ,om was, hoorde hij leen hem welbekende stem, wier kracht zelfs boven het glachtgewoel scheen uit te gaan. 1,Schurken!" klonk het. „Wlat wilt gij va,n mijn .armen jongen?" Daartussdheni begon het te kletteren en te steunen, ta hinniken -en Je slaan. „Wachtmeester! Slaat Joch dien koran- Ipirevelaar den schedel plat!" '„Gregorowiitsdh, hier .ben ik!" riepj Kolt schitzki. i - l,,I|k jweet het, vriend!" riepj deze. „Ik kom dadelijk, ik wil alleen -een der brutaal ste ibassen het achtergedeelte van zijn neus doorklieven!" (Een luide kreet weerklonk, een Turk viel (met gekloofden schedel, aahterover op zijn paard. De Tartaren stoven uit elkander. Het volgende pogemblik werkte Koltschitzki zich onder ?ijn paard uit, en Gregorowitsch! pakte hem achter bij zijn kraag en tilde hem -op zijn paard. „Houd u met öe lin kerhand aan, mijn gordel vastt Zijt gij gereed?," if :i (Wordt vervolgd,}

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1913 | | pagina 1