3ayglop, No- 58.
maar.
J
I. EMU.
E&. Bath. Nieuwis- ei üivertentiehlad
voor Noord-Bolland.
[en Ministerie van links door
de linker:
Zaterdag 24 Mei 1913.
7e Jaargang
i „MONARCH.
FEUILLETON.
FWERKIMG,
van de
Kruis en Halve Maan.
rerraeerdert de bin-
vermindert de con-
vermenigvuldigt de
verdeelt den arbeid
;nde vakken.
16. ALKMAAR
m lOiiêdsts adres.
Verschijnt DSM1DAS, DONDERDAG en ZATERDAG.
ij het verkrijgen van
alle wordt bevredigd,
en en Kettingen,
iden Dameskettingen
l- en Parelstellen,
eeds mooie keuze.
ÏDEREN VOOR OUD.
IMAN PLAS,
d Goud en Zilversmid. 3
d.Breedstr., Alkmaar.
itrie.
buitenland.
srland.
ie NAAIMACHINES
J.MILLE
Ut. AMSïsBÜ&K.
zigen, dan, zal er ook een
didaat worden gesteld,
^raadsverkiezing werd cven-
doch dit is niiet voor pn-
r die niets bijzonders opfle-
slu-iting.
DE RIJP.
Kiesvereen. vergaderde
adat de vootz. die hr. Jn
lering 'had geopend en zijn
itgespiro-ken over zoo'n fltn-
1. 43 leden, werden door
nr. A. Blokdijk Jbz., de
en met doodsche stilte goed-
kwasm: Verslag van den hr.
afgevaardigde naar de al-
leringen der R, K. Kiesverae-
et district te Zaandam, waar
—Mr. de Wliidie werd aan"
i 11 i
de secr. het Concept-regie-
ridhtten Centrale kiesveiean.
1 welk artikelsgewijze wem
na een kleine itüasschóng
stemmen goedgekeurd,
stelling v. d. Rrov. Sit. werd
n het Centrale Bestuur te
ONS
BLAD.
ABONNEMENTSPRIJS s
75 et p. 3 maanden franco huis; 105 cL met geïllustreerd
Zondagsblad. Te betalen In heit begin van leder kwartaal.
afzonderlijke nummers van de courant3 cent
yaji het Zondagsblad 5 cent
Uitgave van de Naaml. Vennootschap „ONS BLAD".
BUREAU: Breedstraat 12, tegenover de R. _K- Kerk', te Alkmaar.
Telefoon No. 433.
ADVERTENTIEN:
Van 1—5 regels.30 oeo^
Elke regel meer6
Reclames per regel15
Kleine advertenties van 1—30 woorden, bij voorurtbet 39 A
Na een kwijnend bestaan van- ongeveer
I twee en (een Mlf jaar is op| 11 Febru
ari 1508 het ministerie—De Meester, idoor
Jlir. v. KarnebeCik (oud-Iib.) vergeleken bij
ik scheurende Amsterdamsch-a Bieurs, door
Mr. Limburg (vr.-dem.) „Kraakporselein"
gcnoieimd, afgetreden.
De formateur iva,n dat Kabinet is ge-
I veest niemand (minder jdan Mr. HL Goe
man Borgesius, dezelfde, die iin den j-are
[1913 forma,tem- was van de Concentratie.
Zeker de ,heer Borgesius heeft zich schupjl-
I gehouden; hij wilde geen zittiing .nemen
in 't Kabinet, al was' het nimmer vertpond,
j dat een formateur uit zijn ministerie bleef;
[maar toch (niemand zal het betwisten: de
[leider der Unie-liberalen^ hij was .bet,die,
Itpen in 1905 de rechts ch-e partijen in de
minderheid' geraakten ien het ministerie—
[Kuyper dientengevolge (aftrad, Nederland,
aan een flinks ministerie' heeft geholpen.
Maar welk teen Kabinet heeft bij in 1905
[geformeerd?
Zoaals wij reeds hierboven zeiden, deed
I liij (wat geheel buiten de partem en-
I taire gewoonte (glaat zelf miet mee fin.
(iet Kabinet, nnam hij geien enkele pprtefeuil-
Ie op.
Dat was \op zidli zelf niet zoo buiiteji-
[gewoon onverantwoordelijk, Indien de heer
I Borgesius voor den dag was gekomen met
[staatslieden van iden eersten, raing; met
I mannen, van wiön me,t reden, ver-
wadht mocht worden, dat zij voor 'h:un taak
berekend waren, i
Men boude (dimmers wel in bet oog,
[dat Be Ministers de 'hoogste sfaatsdjlie-
paars van de Kroon zijn. i
Het tweede hoofdstuk va:n onze Grond
wet handelt „Van den Koning" ent als
jj er in de zesdie Afdeeling van dat boofdl-
istuk wordt gesproken „Van de Magt des
j Konings" dan luidt het eerste artiikel (art.
[54 der Grondwet) „De Koning is onsdhend-
[baar, de (ministers zijn verantwoordelijk."
In dit artikel van enkele woorden ligt
eene diepe beteekenis voor bet ambt eens
Tliiiisters. ii
Ligt het dan niet op den, wieg eens
Kabinetformateurs om ivoor degelijke mi
nisters tö zorgen
Vooral als de formateur zelf geen zit-
jting neemt i(in, 'het Kabinet. Mr. van Houten
lioejnde het da,nook bij 't Adres van, Ant
woord ider |Eerste Kamer opi de Troon
rede van 1905 „een zeer grooten, en ge
vaarlijken eonstitutioneelen (terugtred, wiant
paai mate d e formateur op dien achter
mond (reefit, komt de Kroon ongediekt
ie .voorschijn jen pp den voorgrond.';',
Wie zullen tens nagaan of dat Min-iste-
i aan de orde de
ie gem.-raiden te Graft 01
Graft werd met algem. stem-
gesteld de heer Jb. van
de Rijp de beer A. Hlok'
ens met algemeen® stemmen
1' de vergadering met d««
roet gesloten.
ficatie van ons bericM6
(orkomende in, ons nurnm er
ueldt men ons:
-kantoorbediende bij diep0®'
jraiie, de beer H. de Vn
er, werkzaam alhier, is thans
king benoemd alhier.
li
„Wiaar is ze naar toe gebracht? BlijfI ze
pij hei leger? Heeft Kara, Musraphahaar
p zich?" vroeg Guido vol ijver.
,,lk geloof dat gij in staat zoud-t we
ien, de vaan van den profeet te stelen!"
liep Gregorowitsch lachend.
I ijVfaarom. niet", zeide Guido gemoede-
P'i', „dat zou geen kwade streek zijn.
|k heb (er over gedacht.
■wat denkt gij ervan Koltschitzki?"
j „Dat de vaan sedert lang weder in Con-
p-ntinopiel is, waar zij in het serail, achter
p^n slolen wordt bewaakt. Als ze hier
Jf|Si kon men er eens over denken. Het
Inn in elk geval een onbetaalbare grap
TWen als wij plotseling de vaan van den
T^eet Puntten en de Turken bun groen
aremsgoidijn tevergeefs zochten. Ik geloof,
jua zij (joh veldtocht voor verloren zo-u-
Pen aanzien!"
1 „W,at ,1S dat, boeren?" riep plotseliaig
F oude kapitein. Men had den dbffen
1 ,van «en kartouw geboord. Het m-
pacrige, drinkende gezelschap was plof-
'Jg stom geworden. Allen luisterden.
D." ziJ'n onze trommels!" riep, de kapi-
Pn van het regiment Oroya. „Laat iemand
f°' mi) betalen, ik moet weg!" En bij
^hiue weg,
rie-de Meester, door den thans concentratie-
formaleur samengesteld, waardig was
zooals de beer v. Houten dat uitdrukte
om „Iden Kr0011 pngedekt te voorschijn
en op (den voorgrond <e doen treden. (H.
M. de Koningin, bejioemt toch' de Minis
ters). y i
En |nu /zullen wij dat Ministerie—de Mees
ster laten jbeoordeelen niet door rechts maar
door de linkerzijde zelve om het verwijt
te ontkomep van partijdigheid.
Laten wij beginnen met den minister
van koloniën Air. D. Foek. Dezen aan
vaardde in Pet. 1906 bij de, herziening
van het (Indisch Regeeringsreglement een
amendement dat tegen zijn eigen stelsel
indruis ebte. i
Toen de heer Van Kol (s.d.) daarop
wees, was het de heer Tydeman (oud
liberaal) die de opphie van den beer Van
Kol onderschreef en o.a. zeide: „De zon
derlingheid komt uit, waar men ziet hoe
de Minister nog nadere verklaringen vraagt
aan den heer Vam Idsinga over de be
teekenis van diens amendement en daar
van afhankelijk (s^telt of hij htet overne-
neme.n zal." 1
De heer Tydeman vondl dit de verkeer
de wereldl (en zag „dein beer v. Idsinga
achtetr d'e tafel dier Regeering en den Mi
nister gezeten op de groene banken."
En bij jdte bebarnHeling van een wetsont
werp tot terugkoop van particuliere lain-
derijen op Java getuigde Mr. van Deventer
(vrijz. dtenocr.)„H,et heeft er indlerdaad
allen schijn van alsof met het voorstel,
dat thans door de Regeering gedaan wordlt,
de Regeering de Kamer een beslissing wil
doen nemen, waaromtrent de Regeering
zelf de verantwoordelijkheid liever niet on
voorwaardelijk aanvaardt."
Mep lette er op^ dat d'it uitlatingen waren
van bevriende zijde.
Hoe dacht de linkerzijde over den M i-
nlster Van B i n n en 1 a nds ch e Zia-
ken Mr. Rink?
De heer Ter Laan „(s.-tf.) zeide oca.
bij de begrootingsdebatten „Met groote te
leurstelling heb ik in de Memorie van Ant
woord gelezen, dat de Minister niet bereid
is om te zorgen, dat de onderwijzers aan de
ambachts- en verdere scholen zullen wor
den opgenomen in bet pensioenfonds
Hiet betreft een wenscb die door dr.
Kuijpier niet zoo zonder meer is afgewezen
maar die eenvoudig is uitgesteld."
■De heer Smeenge (unie-lib.) uitte ge
lijk® jammerklacht, daarbij herinnerend aan
de 'houding ,v,an minister Kuyper ten deze:
'Dr. Kuyper redeneerde „wacht maar een
paar dagen dhn komt de wet tot 'herzie
ning .van het middelbaar onderwijs in be
handeling en wordt die aangenomen, dan
is de wettelijke regeling daar".
„Hè, marketenster, hier!" riep iGregoro-
witsdh; „daar hij toch ivan mijn piofbroëk
gesproken heeft, wil ik zijn Tokayer beta
len. Misschien geeft hij hem morgen te-
rug, als hij nog leeft."
Nu 'kwam een adjudant pp een hijgend
paard aangerend.
„He, trompetier! Trompetter. Is er dan
niemand van die honden aanwezig?"
„Wat is er gebeurd?" schreeuwden de
officieren door elkander, terwijl zij zich
gereed maakten Om te vertrekken.
„Krolaten te paard! Kara iMustapha is
Overgestoken. Wiaar is de graaf Landron?"
„ViOor tien minuten gilng hij met' den lui
tenant-bol o nel van Saleburg langs jde ba
rakken."
„Vooruit!" drong Guido a,an; „hoelang
zal het duren Of wij moeten ook te paard"
„Hemel, hel, .moordIk Wil niet vloe
ken!" schreeuwde Gregörowitsah„maar
ik moet tien minuien Toopen voor ik aan
Onze kwartieren ben."
'Hij was ,Op het punt met Guido weg
te gaan, toen hij plotseling woedend uit
viel: „Daar, daai' hebt ge liet al!" Als
dat niet {le trompetten der kurassiers zijn,
vreet ik mij zelf op! Leen mij uw arm
«erts, waarde Guido. Als ik eenmaal op
het paard zit, dan gaat het in galöp; maar
zpp! Ik zou mjj niet gaarne aan'het ver
wijt blootstellen, bij een alarm te laat ge
komen te zjjn." i
Beiden waren intusschen reeds lang adder
de böomen .verdwenen, die de vrije ruim-
„Hoe staat het nu vroeg de heer
Smeenge dat wetsontwerp is ingetrokken
en wij hebben nu Van den Minister ge
hoond, |dat in den eersten tijd geen Wette
lijke regeling van het vakonderwijs zal
worden voorgedragen."
Zoo zorgde Min. Rink voor het vak
onderwijs!
De heer Ketelaar (vrijz.dem.) zei bij'
de begrooting afd. Lager Onderwijs, dat
hij niet anders kon zeggen dan dat de
teleurstelling die hij in 1905 gevoelde, in
1906 nog grooter was geworden En
even later zeide hij te betwijfelen „of onder
dezen Minister nog veel tot stand zal ko
men." i
(Spr. riep tenslotte den heer Rink toe:
„Herzie uw werkplan en tracht meer voor
het lager onderwijs te doen dan thans uw
voornemen schijnt te zijn."
Den heer Tydeman (oud-lib.) deed het
leed, dat er voor de opleiding der onder-
Wijzers ,,zoo weinig gevoel bestaat."
En nadat de Minister Rink had geant
woord op al die klachten achtie de heer
Tydeman zich zelfs gegriefd door dat ant
woord, terwijl de heer Ketelaar hieruit
de conclusie trok, dat „niets zal worden
gedaan", v I
Daan we nu naar J u s t i t i e Daar zetelde
een oud-Kamerlid Mr;. E. E. van R'aalte
'Die kreeg in 1906 een koor van lofprij1-
zingen te hooren van de linkerzijde, uit
welke hij geboren was.
?s Ministers 'naaste (geestverwant mr.
Simidt (vrijz.-dem.) was zoo ontevredettdat
hij meende een ultimatem te moeten stel
len „indien de Regeerjng zoo zeïde
hij ton aanzien van dezen adhtersiand
(bij sommige rechtscolleges) geen andere
houding aanneemt en dien achterstand niet
vermindert zal ik, mij ernstig afvragen,
wat mij te doen staat en of ik voor het
vervolg mijn stem wel mag geven aan de
begrooting van Justitie".
iDe heer v. d. Bergh (unie-lib.) drong
aan op spoedige1 herziening van het pro
ces-recht en noemde 's Ministers argu
ment tedere zijn denkbeelden „niet geluk
kig" en „efen misverstand"; de heer Smeen
ge (uinief-lib.) verweet den Minister diens
onverantwoordelijk „niets doen" om den
achterstand bij sommige rechterlijke colle
ges in tel halen; de heer v. Doorn
(unie-lib.) wreef den Minister aan „dat hij
wat luchthartig over dei zaak, dacht", de
heer Hugeuholtz (soc.-dem.) constateerde
)„miinistriieele koppigheid", dè heer Rood
huizen (uniei-lsb.) pirees den heer v. Raalte
als „den Minister der kapstokken."
Ook de mini steur van Marine, de
heer Gohfen Stuart, had van zijne politiek®
partij, van links, aardig wat te verdure,n.
IDe heier Thomson (unie-lib.) verweet den
ten Omgaven. l
Toen graaf Guido en Gregorowitsch bij
Ihun regimenten kwamen, was de strijd
reeds hevig.
Koltschitzki bevond zich reeds aan hel
begin in den strijd met zijn escadron in
de voorste .rijen en ofschoon hij' zijn per
soon stoutmoedig .blootstelde, had het ge
luk hem ,eti zijn paard toch voor elke
ernstige verwonding bewaard. In de hitte
van den .strijd gebeurde 'het, dat een Tar
taar Koltschitzki .dieps muts van het hoofd
sloeg.
„Een Turk, ,een Turk bij de Oiaurs!"
klonk het bij den vijand, toen de strij
ders het gladgeschoren hoofd van Kolt
schitzki zagen, .waarop het opnieuw op
gekomen haar nog bijna niet zichtbaar was,
„Een renegaat! Een renegaathuilde
een Derwisdh, ;een magere, gespierde ge
stalte met fonkelende oogen, die midden
Onder de strijders reed.
„Va,ng hem levend! vangt hemf
j,,Ja vangt hem!" hoonde Koltschitzki
„Kom hier, .oude zondaar, en vang hem
zelf, als ge durft!"
Deze woorden werden in het. Turksch
geroepen, welke .taal^, Koltschitzki volko
men machtig ,was en deze omstandigheid
maakte de eigenschap van den keizerlij
ken officier pis Turk tot zekerheid, i
„Het paradijs yöör dengene, die hem
brengt!" brulde de Derwisdh Opnieuw.
Een geheele bende Tartaren viel Kolt
schitzki persoonlijk ,aan, die van zijn kant
minister zijn „half-slachtigej plannen" ten
aanzien der reorganisatie van het Mari-
niersaorps.
De heer Jansen (vrijz.-dem.) klaagde over
's Ministers „geheimhouding" waardoor
diens positie niet versterkt was, terwijl de
heer Mardhant (vrijz.-dem.) concludeerde,
dat de minister „'door ons onmogelijk kan
worden gesteund."
e
iWlat den minister van buiten land
s'a he zaken, den heer v. Tets
van Goudriaan betreft, de heer Tak Js.-d.)
verweet hem, dat hij „de arbeidsverhou
dingen niet begrijpt" zoodat hij! maar over
idiens hoofd jhèen zou' praten.
De Kamer had vaak s.chik in des Mi
nisters onbeholpenheid.
Veel kan er verder ook niet over dezen
minister worden geschreven wan^bij genoot
de eer, dat hij 't record hield in die kort
heid der redevoeringen. Op' bladz. 1317 dier
Handelingen 1906-'07 staat letterlijk het
volgende:
„De heer van Tets van Goudriaan, Mi
nister van B uiten la nds dhe Zaken...,V
Meer niet.
Over iemand, die zoo weinig sprak, kan
links danook weinig oordeelen.
De minister van Wjaterst aat, de
heer Rraus is tijdens zijn mjnisterssohap
bijna li/2 jiaar buitenslands geweest naar..
Chili om daar in dienst dus van eene
vreemde mogendheid te zijn.
De heer Tydeman (oud-lib.) noemde dat
Clhileensdlie verlof „een afwijking van de
goede manieren en opvattingen, die ten on
zent bestaan bij de toepassing in de grond
wettelijke regelen en beginselen." En iets
verder: „De reis van den Minister Kratts
naar Chili is facto' onvereenigbaar met
(de verantwoordelijkheid die hij als mi
nisterie te dragen heeft..........
V.
Toen de 'heer Tydeman (dud-Iib.) den
minister de Meester vroeg waarom
hij dezen ambtgenoot had laten gaan, rangt-
sdhikte dezen de bezwaren onder „de theo
retische bezwaren."
De heer Tydeman zeide daarop- o.m. „de
Minister (de Meester) heeft eigenlijk nielt
kunnen antwoorden dan dat de Minister
Rraus non-actief was. i
„Een ministerieele non-activiteit keninem
wij in ons Staatsrecht niet, en ük meen
daarom danoo-k dat dit antwoord! inder
daad niet sterk is. Hiet beginsel van de
individueele, maar ook. van de collectieve
verantwoordelijkheid van de Ministers te
genover de onschendbaarheid van de Kroon
in ons Staatrecht is 'een voornaam, een
zoo groot beginsel, dat het m.i; geen
pas geeft dit in den tlieoreitisaifoen
hoek te duwen."
Tot zoover de oud-liberaal tegenover den
hulp kreeg van een dozijn Kroaten. Ter
wijl elders de strijd olm de heersahappij
der wereld liep, was het hier de vraag,
of men Koltschitzki zou krijgen of niet.,
„Uw kalebasdhflesch is meer waard dan
uw paradijs, oude gek!" riep Koltschitzki
weder „Maak spoedig, dat gij uit mijn
gezicht komt, want ik denk er over, om
haar te kamen halen!"
En werkelijk had Koltschitzki die stout
moedigheid, zijn pa,ard middien in den 'hoop
Tartaren te drijven, waarbij rechts en links
zijn slagen nedervielen.
-Eenfee zijner lieden waren hem gevolgd',
en z.o-0 bemerkte hij in de hitte ya-n heit
gevecht niet, dat dè and-eren, m-ieftegehr
staande alle pogingen, die zij -deden lang
zaam achteruit gedrongen werden, toth'ij
plotseling met een half dozijn mansdh'ap-
peh. alleen .stond, midden in een Zwerm
fanatiek^, woedende muzelmannen die op
hem aandrongen.
De jonge Kraatenoffi-cier verweerde zich
als een .held'. V-oor Wem huilde steeds
woedender de Derwisdh, die geen hooger
doel van den geheelen veldtocht scheen!
te kennen dim zich van den renegaat mees
ter -te .maken. i l
Hij dreunde heele Koran-teksten op, om
de dweeppudht te ontvlammen, en zwaai
de daarbij met zijn groenwitte dap, alsof het
de vaan .van- den profeet iwas.
(Plotseling werd' zijn paard' door een lans
steek getroffen, het steigerde en sloeg ach
terover, daarbij *jjn ruiter onder zjjn last
minister-president in een kabinet van links!
Daar kon het hoofd van Wet Ministerie
het wel mee doen!
i'-! i
Minister Staal zat al direct metzijn
oorlogsbegrooting.
;'t Eerste jaar, in 1905, liep] het nog
los, m-aar in 1906 Was men in 't ge
heel niet over. zijne houding te spreken.
„De Vaderlander" onder redactie Van
een Kamerlid en m-et medewerking van tal
van bekende Unie-liberalen, waaronder Mr,
Goeman Borgesius zelf, schreef ini 1906
na het debat over de oorlogsbegroatinjg
te vertrouwen dat de Minister het volgend
jaar „meer in overeenstemming met het
verkiezingsprogram" zou optreden.
Dat is toch wel het (toppunt!
Wanneer een minis ter door zijn-eigen'par
tijgenoten er opj moet worden gewezen om
toch „meer in overeenstemming met Wet
verkiezingsprogram" op te treden. 1
iDe heer Veegens bracht ons Zijne
eerst beloofde, maar bij 'nader, eigen
lijk te laat, inzien! toch' verschoven
invalidideitsverzekering. Hij is er nog het
best van alle bij de linkerzijde afgekomiep.
Dit Ministerie, ons door den heer Bor
gesius gebracht, nadat dr. Kuyper 'en zij-n
mannen waren heengegaan, is dus beoor
deeld op bovenstaande wijze niet door
rechts maar door de -linkerzij, door de
partijen zelve waaruit de Ministers waren
voortgekomen
Men zal ons dus niet van partijdigheid
in deze oriliek beschuldigen: we1 hebben
den links ministerie door links laten beöor-
deelen.
„Dè bronnen zijn dus alleszins betrouw
baar 1" -
Wil men nog beter, nog Vollediger op
de hoogte worden gesteld, wij raden u
aan na te lezen de brochure „het Mini
sterieDe Meester door de Linkerzijde be-
oqrdeeld'" door A. J. Oostdam (Uitgave
F-utura verschenen Mei 1907) daarin toch
zijn bovendien vermeld de blad
zijden der Handelingen van de
Tweede Kamer waaraan wij boven
staande ontleenden, doch die wij om
niet (te uitgebreid' ,te worden moesten
weglaten,
Dan pa! men nog meer worden versterkt
in ide conclusie, die opj de bovenvermelde
critiek der linkerzijde wel moet volgen:
de formateur van het kabinet-de Meester
hpeft Nederland in 1905 met zijn Minis
terie knollen voor citroenen verkocht.
(Laat Nederland zorgen dat het geen,
tweeden keer gebeurt, dat niet ten tweeden-,
male des? heer Borgesius kabinets-forma-,
teur wqrdt. - ,- i
En dat staat te wachten als de Concen
tratie i,n Juni w'int; dan bestaat er alle
kans, dat de Concentratie - formateur;
begravend'.
„God zij mij- armen zondaar genadig!"
dat was .de laatste gedachte tvan Ko-lt-
schitzki, toen hij achteruit in de rijen der
Tartaren -vloog, en Zijn paard' (op hem
vjeL -Een kwart minuut beschermde het
uitslaande paard hem voor de steken en
slagen der Tartaren; maar vóór dat deze
kwart minuut ,om was, hoorde hij leen
hem welbekende stem, wier kracht zelfs
boven het glachtgewoel scheen uit te gaan.
1,Schurken!" klonk het. „Wlat wilt gij
va,n mijn .armen jongen?" Daartussdheni
begon het te kletteren en te steunen, ta
hinniken -en Je slaan.
„Wachtmeester! Slaat Joch dien koran-
Ipirevelaar den schedel plat!"
'„Gregorowiitsdh, hier .ben ik!" riepj Kolt
schitzki. i -
l,,I|k jweet het, vriend!" riepj deze. „Ik
kom dadelijk, ik wil alleen -een der brutaal
ste ibassen het achtergedeelte van zijn neus
doorklieven!"
(Een luide kreet weerklonk, een Turk
viel (met gekloofden schedel, aahterover op
zijn paard. De Tartaren stoven uit elkander.
Het volgende pogemblik werkte Koltschitzki
zich onder ?ijn paard uit, en Gregorowitsch!
pakte hem achter bij zijn kraag en tilde
hem -op zijn paard. „Houd u met öe lin
kerhand aan, mijn gordel vastt Zijt gij
gereed?," if :i
(Wordt vervolgd,}