ygiop, aar, men )opste E. Kath. Nieuws- en Advertentieblad voor Noord-Bolland. aar, >n. No. 48. Zaterdag 26 April 1913. 7e Jaargang udes, Dts: lisle opening der nieuwe Ambachtsschool. FEUILLETON. ËRKI1Q, )ptique. Noord-Scharwoude, e Crediet- mbank. ATTENTIE S. V. P. H.H. Adverteerders Aigemeeoe Vergadering der Naamlooze Zljpril, des avonds te 8 uur, in het lokaal van den heer C. 808, Kaasmarkt. Hrnis en Halve Uaan. brouwerstr 6. PT imm, rnooT. s, G. POOK. TINK. A. SöTEMANN. P. LODDER. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. het verkrijgen ordt bevredigd, )OP tto ket, tuigen MOLENAAR, t0 fiedorp de prijsen gekoobt bij Jl ding Jaarzoo f 3 50. tottio^s f350. HQBLOGES bij PLAS, sremederij e R. K. Kerk. voor lekkere verache EIE8FN VAT A 45, 439- op AMSTERDAM. d«t® adres. ALEMAAS rinkel voor J«- ruizen en Kruis- n Armbanden, •cettingen, Paarl- erlovingsringen t PIET OUDES uweelen, Bloed- Goud en Zilver KAAN. .SDONK. WILLERS. 2NTHEM—Lütï. ONS BLAD. ABONNEMENTSPRIJS 175 ct. p. 3 maande» franco huis; 105 ct met gieill|uslireaiidi Zondagsblad, Te betalen in het begin vain leider kwartaal. l'Afowtderlijke nummers van de courant3 cent Van het Zondagsblad 5 cent Uitgave van de Naaml. Vennootschap „ONS BLAD". BUREAU: Breedstraat 12, tegenover de R. K. Kerk. te Alkmaar. Telefoon No. 433. ADVERTENTIEN: Van 1—5 regels.30 «mt Elke regel meerkSj Redtanes per regelIS Kleine advertenties van 1—30 woorden, bij vooruitbet, 29 Met het oog op Hemelvaartsdag Ul de courant NIET op Dinsdag a.s maar op WOENSDAG a.s. versshijnen op dezelfde uren als Zaterdags. I worden beleefd verzocht hiermede re I kening te willen houden. [AGENDA: Vaststelling van de Balans en de I Winst- en Verliesrekening over het (jaar 1912. Verkiezing van een bestuurslid en I een commissaris wegens periodieke af treding van de Hoeren H. KENTER I en H. KLAVER. De aftredenden zyn herkiesbaar. |K.B. De exploitatierekening, de winst en verliesrekening, de balans, als mede het verslag daarover van Heeren commissarissen liggen ter inzage op het kantoor van de Vennootschap. Het Bestuur: Mr. H. P. M. KRAAKMAN. H. KENTER. J. P. QUAX. Gistermorgen te 11 uur had de offici ële opening der nieuwe Ambachtsschool laan den Berger weg plaats. De veten, door het Bestuur der vereeni- ging „de Ambachtsschool voor Alkmaar |en Omstreken" tot til et bijwonen dezer plechtigheid uitgenoodigd, waren bijeenge komen in een der ruime lokalen van het |nie«we gebouw, In de Kal en langs trappen en gangen, die naar dit lokaal leiden, was op een- jvoitdige en smaakvolle wijze met groen |en planten versiering aangebracht. Onder de aanwezigen merkten wij op: de EA. heer G. Ripping, burgemeester per gemeente Alkmaar, de Jjeeren 17 Deze stand van zaken duurde vijf pii- pten, een lange tijd in de positie van graaf I f™0' want nog wist hij niet, ,wat dat te bettekenen had. Hij kon wel ver- pioeden, dat de dame een poging wilde oen, om hem te bevrijden, maar van Iden p eren kant zag hij niet in, waarom zij, I 'e "ij nog nooit gezien had, zich' met zulk een onderneming zou inlaten, dfe in, elk jget al gevaarlijk was, tmet allerlei onaiange- pia.milieden verbonden .en voor haar tem Pinste doelloos. sa',een ,ook, alsof juist inn dit oogen M deze gedachten bij haar opgekomen C«. Want z.'j dacht over iets na en het Ëf U'^ ^arer bewegingen verried, dat zij L .met ze'f niet eens was; zij had Eind'mi 'lc® ffeen woord gesproken, la-dj den haiduok aan, knikte I m,,; 'n bet hoofd en ontsloeg hein .5" beweging van haar hand. IGm j 5°m verliepen eenige minuten, met a hemberg", zeide zij eindelijk echtetene eers' zacht bevende stem, (die langzamerhand krachtiger en vast- «'k wl' "'et, dat gij het LJ '0rüt >'an uw grootmoedigheid, Wpn- I g'l voor arme lieden hun have en terug yerovftidet, dan wil ik niet, Wethouders, de Inspecteur van het Middel baar onderwijs, afd. Ambadhtsondierwijs, de heer H. de Groot, de leden van den Ge meenteraad van Alkmaar, de Burgemeesters van verschillende gemeenten, welke sub sidie verleenen aan de school, evenals 'de leden van den Raad dier gemeenten, idle bestuursleden der vereen, „de Ambachts school voor Alkmaar en Omstreken", de heer Jhr. Mr. v. Fore est, lid1 van de Tweedie Kamer der Staten-Generaal voor het dis trict Alkmaar; de heer A. J. van Benthem, lid der Provinciale Staten van Noord-Hol- land; de Directeur der Cadettenschool; le den van de Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs; dames-bestuurs- ledien van de Huishoud- en Industrieschool; leden van de Kamer van Koophandel en Fabrieken; leden van de Vereen, van Pa troons in die bouwvakken; het Dagelijksch Bestuiur van dien Ned. R. K. Volksbond; de directeur dier Ambachtsschool, 'de leer aren dier school, leerlingen der hoogste klassen, voorts: architecten en aannemers, die de school deden ven-ijzen. Te ruiim 11 uur nam de hr. Mr. F. H. O. VAN DER HOEVEN het woord om al- Voorzitten- van het Bestuur dier vereeni. ging „Ambachtsschool voor Alkmaar en Omstreken" de openingsrede uit te spre ken, In dein aanvang dezer rede geeft hij in breede trekken de geschiedenis der Am bachtsschool weer. Hij herinnerde er aan dat opi 19 Juli 1893 do school aan de Nieuwiesloot in tegen woordigheid van vele autoriteiten en be langstellenden door den toenmaligan voor zitter, den heer Mr. F. Karseb&om, Offi cier van Justitie alhier, met een toespraak werd geopend. De vertegenwoordiger van ALkmaar's ge meentebestuur, de wethouder, de heer C. Bruinvis, thans archivaris dezer gemeente, drukte toen namens hel gemeentebestuur öietn wensdh uit, dat de sahool zou mogen beantwoorden aan de verwachtingen, die het gemeentebestuur van tear koesterde. Thans na een tijdvak van 20 jaren stelt spr, da vraag: In hoeverre is die wensch in vervulling gekomen? In hoeverre heeft dus de school aan de t oen door h et gemeentebestuur gekoes terde verwachtingen voldaan? Geen ander antwoord kan op die vraag gegeven worden dan dit: In alle opzichten boven verwachting. Spr. zet daarna het doel der sdhlool uit een n.l. om door methodisch onderwijs bekwame ambachtslieden te vormen en bij te dragen tot verheffing van den getheelen ambadhtsstand, door theoretisch onderwijs het denkvermogen van de leer. lingen gericht op hun ambacht tie ontwik kelen, waardoor zij met vakkennis gewa pend niet weerloos zullen staan in dein strijd om het bestaan, maar die krachtig en moe dat. gij daarvoor boet". Graaf Guido maakte slechts een stomme buiging. „Wilt gij voor dezen nadht mijn hai- duck zijn?" „Ik ben niets dan een willooze, arme gevangene; ik ben weliswaar ten onrechte gevangen!', yoegde hij er met ver heffing van stem bij, „en zoo het redht hier gold Vergeving, het is niet goed, als een weer- looze tegenover den sterke zidh beroept op het retiht, dat deze veracht." „Wjaarom niet, graaf Starhemberg?" on derbrak hem de dame. „Gij ziet, dat dit beroep dikwijls .de eigenaardigste verwik kelingen medebrengt Juist de stoutmoedig heid, waarmede gij, tegen nyjn vader pn baron Alapi zijt opgetreden, 'heeft mij-n deelneming opgewekt. Ik moest mij onwillekeurig afvragen: „Wjat zou Alapi in uw plaats niet gebon den handen; .wel gezegd hebben?" Waarlijk, jh'eer graaf, giji moogjt in den strijd stoutmoedig zijn als een leeuw, de vrienden van Alapi getuigen het, ak heb het niet gezien; maar stoutmoediger zijt gij nooit geweest, dan op het oogenblik, dat gij hem uw geboeide handen voor hield en ze hem verweet." „Jonkvrouw, ik .heb daarbij alleen aam een onbepaalde ingeving gjehoor gegeven", antwoordde, Ouido, over de lofuiting bijna verlegen. „Ik weet tiet. Uwe verwijten werden tm dig durven aanbinden, zoo vormende man nen wier welvaart is vastgelegd in Üe maatschappelijke orde. Die opleiding van a.s. ambachtslieden zegt spr. moet beantwoorden aan de eisChen vann den tegenwoordigen tijd; die helder denkende, vlug wei-kende vaardige ambachtslieden verlangt. Detailteekeniingen moet de ambachtsman terstond kunnen be grijpen en vaardig uitvoeren. De kunst in het ambacht is van den gewonen werkman overgegaan naar ainde- ren die zidh op het ontwerpen van kunst voorwerpen toeleggen en ten aanzien yan gebouwen op de architecten. Dat was vroeger anders. Men bewondert tegenwoordig het kunstgevoel en de kunst vaardigheid van den gewonen ambachts man uit vroegeren tijd in kasten, tafels, en andere meubels, in deurkloppers, in windvanen, muurankers, kunstige construc- tiën van metselwerk en fraai gebeeldhouwde of gebeitelde geveüsteenen. Maar die ambachtslieden waren kinde ren van hun tijd, die toen vrij wat minder waaide had dan tegenwoordig, waardloor zij hun kunstzin konden ontwikkelen. Als type van zpo'n kunstvaardigen am bachtsman herinnert spr. hier aan Jan Adr. Leegwater, de singuliere persoonlijkheid, be. dreven in tal van „eonsten", die nu eens molens, huizen en sluizen bouwde of kun stige kasten enn a ndere schrijnwerken maak- te of de twee groote notabele speelwerken te Amsterdam op den Wiester en Zuid-er- kerktoren construeerde, om straks weder te metselen aan het Stadhuis te Amster dam en aan den to-nem van de Nieuwe Kerk of notabele stukken te snijden uit hout en te, graveeren in steen in koper in ivoor en mietaai. De tegenwoordige ambachtsman moet niet voldoen aan de type van den met selaar Jan Adr. Leegwater en van zoo- Veel andere voorname ambachtslieden uit Vervlogen eeuwen. Hij moet opgeleid wor den voor een .bruikbaar redelijk en vaar dig lid van het groote leger der ambachts lieden, die onder hun bazen en patroons werken als vormden zij een tactische een heid. En dit doel tracht de Ambachtsschool te bereiken. Spr. wijst thans op de Burgeravondschool en de gemeentelijke avondschool voor hand werklieden twee inrichtingen van onder wijs, die onder denzelfden directeur staan als de ambachtsschool, en die grijpen in het theoretisch onderwijs dat aan de am bachtsschool wordt gegeven, vevkeeren mede in grooten bloei, Het teekenonderwijs dal opi die beide gemeentelijke inridhtingen wordt gegeven sluit aan bij de opleiding idie de jeugdige ambachtslieden op de ambachtsschool ont vangen. En daarom zijn deze drie inridhtingen Van onverwachts geuit, dat aan hun natuur lijkheid niet getwijfeld kon worden; Nog eens, wilt gij voor dezen nadht mijn hai duok zijn?" „Ik heb het reeds aangeduid: voor het oogenblik ben ik niets, voor de jnaaste toekomst ben ik dat, wat anderen van mij maken. Ik zal weder mijzelf zijn, als ik een Zwaard in de hand heb, om |de zaak van God en van het rijk tegen zijne vij anden te .verdedigen." „Dat is wederom stout gesproken; graaf Starhemberg; „rekent gij ons tot de vij anden Gods?" „Het doet mij leed, genadige jonkvrouw, en ik vraag ootmoedig om vergiffenis, zoo mijne woorden n gekrenkt hebben. Dat heb ik niet gewild?" zeide hij openhartig. „Ik vergeef u", antwoordde Helena, ter wijl zij hem de hand toestak. „Maar genadige jonkvrouw", ging Guido voort „de Turken zijn nu eenmaal de vij anden van Christus. Kjruis en Halve Maan kunnen niet naast elkander worden geplant, en zoo het mij ook di-epj leed doet; haar in het kamp der Halve Maan te zien, zoo kan dit mijn oordeel toch niet wijzigen. Ik kan ,God bidden, dat Hij u uit de diwaling tot de waarheid voere, maar ik kaïn de dwa ling niet voor waarheid verklaren; om dat ze gedeeld wordt door lieden, pan wie ik groote verplichting heb." „Genoeg, genoeg!" zeide Helena. „Ik hoor Janos komen. Treed ini uwi dienst; onderwijs onafscheidbaar aan elkaar ver bonden len onder één bekapping gebracht. Thans gaat sgr. na: hoe het schoolge bouw aan de Nieuwesloot te klein werd Üat in Verschillende particuliere gebouwen de leerlingen der avondschool moesten wor. dien ondergebracht. Ztes jaren lang heeft het besluur Ider school zijn aandacht gewijd aan het vraag stuk hoe aan eene nieuwe school te ko men. Na zeer vele besprekingen en grondig on derzoek naar al de eisdhien Van een moder ne vakschool, volgde een begrooting der bouwkosten en een finantieel project. De „nervus rerum"echter, hét geld om in die bouwkosten te voorzien, ontbrak. Maar door hét Rijk, de Provincie N.-Hol- Iarid en de gemeente Alkmaar weid op de gemotiveerde verzoeken van hiet Be stuur gunstig beschikt. Met groote dankbaarheid erkent Wet be stuur die krachtige hulp van het Rijk en de beide andere Staatslichamen. Het plan zou anders gebleken zijn een barsdhensdhim te zijn geweest „een fata morgana", wel schoon en bekoorlijk in vormen, maar onvatbaar voor eenige ver wezenlijking. Gelukkig vervolgt spr. leven wij in een land; waarin de gezaghebbenden er steeds op bedacht zijn, om, alles te bevorderen wat strekken kan en moet om de volkswelvaart en het volksheil te doen toenemen. Een treffend voorbeeld daarvan levert deze inrichting van onderwijs en dit ge bouw op. Door dien Staat, de Provincie en de Getaeente is hét bestuur in staat ge steld om dit gebouw te stichten „dat idiaar in al zijn grootsdhéjn eenvoud staat als een symbool van kracht en heilaanbren gend gemeensdhapswerk van het streven in onnzia maatschappij om met onbekrom pen tend aan allen ook aan de arm- sten idle middelen t e verschaffen om door het verkrijgen van vakkennis en vaardig heid zeih den weg te banen tot welvaart een nuttig leven en een menschwaardig bestaan," Aan een gebouw met zulk een ernstige bestemming, zouden arChitectoniischen ver sierselen misstaan. Voor arabesken of atlanten en Caryafi- iden of dergelijke ornamenten heeft men hier de eenvoudigste motieven, cons truc- tien en lijnen maar zoo saamgebraCht en vereenigd dat het geheel een harmonisch geheel oplevert. Zjoo vertolkt de constructie van den ge- vel van dit gebouw aan den optetfendieu beschouwer de bestemming daarvan En evenals daar door soberheid van mo tieven en eenvoud in lijnen een indrukwek kende schoonheid is verkregen, zooworldit bij het in dit gebouw te geven ambachts nee m de lantaarn en licht mij bij1 tot op het plein." ii Gravin Helena moest scherpe ooren heb ben, want graaf Guido hoorde den zuch ten stap van dien haidück niet eerder, voodrat hij binnenkwam, om te melden, dat de paarden gereed stonden. Guido greep die lantaarn en maakte zich gereed om vooruit te gaan. „Let goed op!" zeide Helena; „ontmoet ons iemand; die ons een lastige opmerk zaamheid wil bewijzen, draal dan niet, Om hem de lantaarn voor het gezicht te hou den; voordat hij van zijn verrassing beko men is, zorg ik voor de rest." Graaf Guido moest om dezen buitenge woon piractisahen wenk lachen en niet mini- der om, de omstandigheid, dlat een jonge dame die gaf. „O vrouwenlist!" mompelde hij bij zichzelf, terwijl hij met de lantaarn in de hand, de dame vooruitging. De an dere haidück volgde haar. Zij kwamen opj het plein, waar drie paarden gezadeld en getuigd aam dein muur gebonden stonden. De haidück maakte ze los en graaf Gui do, zijn dienst gedachtig, 'hielp flink me de, nadat hij de lantaarn terzijde teidl ge zet. Alle drie stegen ,tc paard, en im flin- ken draf ging het voorwaarts, Helena voorop, de beide haidücken achteraan. Zij konden ongeveer een half uur gereden hebben. Het kamp lag ver achter hen, het was reeds zoo licht geworden, dat men de omtrekken der voorwerpen reeds onderwijs voortdurend gestreefd naar den méést mogelijken eenvoud bij het aan brengen van de meest mogelijke degelijke vakkennis, een kennis, die de leerling ma dé school verlaten te hebben, terstond kan omzetten in klinkende munt Nog jaren daarna blijft er een band bestaan tussdhén de ambachtslieden en de ze school, waar zij hiunne opleiding heb ben ontvangen en van hun verder levens lot wordt nauwkeurig aanteekening gehou- den. Bij het nagaan van de daartoe betrek kelijke registers kan men ontwaren hoe groote weldaad het ambadhts- en burger- avondsdhool.ortderwijs voor, hen geweest is Velen hunner zijn gehuwd en vader en bijna allen zijn in zoodanige,n toestand dat zij in het onderhoud van zich en hunne huisgezinnen tot hun eigen tevreden heid en binnen de perken vain een bil lijke gematigdheid kunnen voorzien. Dat wij dit belangrijke werk groot in, zijn maatschappelijke gevolgen, hebben kun nen volbrengen en daarvoor steeds met geest drift kunnen arbeiden, hebben wij te dan ken aan den kradhtigen steun van het Rijk de Provincie de Gemeente. In de eerste plaats aan het Rijk. Wij hadden zoo gehoopt dat Z.Exc. de Minister van Binnenl. Zaken gelegenheid had kunnen vinden om hier bij dé ope ning en geheele ingebruikstelling van dit gebouw tegenwoordig te zijn, maar ambts bezigheden hebben ZiExc. tot zijn leed wezen verhinderd aan onze uitnooidiiging te voldoen. Zoo gaarne Jjad ons bestuur bij die gelegenheid den Minister zijn 'oprech ten dank betuigd voor al de tegemoetko mingen aan ons streven, die wij van de Rijksregeering in den loop der tijden maar niet het minst van Z.Exc. zeiven geduren de zijn bewind hebben mogen ontvangen. Onze diep gevoelde erkentelijkheid voor de joekenning van de belangrijke subsidie, die ten vorige jare door diezen minister •op de rijksbegrooting werd gebracht, voor den bouw van deze school, kunnen wij bestuursleden, de directeur dezer inrichting en de daaraan verbonden leeraren, niet beter toonen, dan door voort té gaan opi den- door ons ingeslagen weg. Steeds strevend naar volmaking en onzen plicht doende en meer dan- onzen plicht, in de vaste overtuiging, dat wij daardoor het maatschap pelijk belang en de materieele en moreela belangen van talrijke personen en hun ge zinnen zooveel bevorderen als dit met ge bruikmaking van onze krachten en aan ons verstrekte middelen mogelijk is. Zoo gaarne hadden wij ook opj diezen dag aan de leeraren dezer sdhlool de blijde boodschap willen brengen van de verhoo ging hunner jaarwedden, maar hetbeeft iniet zoo mogen zijn als wijl het bedoeld- hadden. Van dé ruim. f5000 die door ons voor dit doel aan het Rijk waren aange- van verre kon herkennen, Helena matigde den gang van haar paarid) en wenkte Quido, om naderbij te komen, terwijl zij den haidück een teeken gaf den afstand tussdhen hem en zijn gebiedster te vergrooten, zoodat hij niet iin staat w-asl het gesprek, dat de anderen met elkander voerden, te 'hocuren. „Ik zal u naar de plaats brengen", al dus begon Helena, „waar gisteren de strijd heeft plaats gevonden. Ik h-eb mij deze door baron Alapi nauwkeurig laten aan wijzen, en hij was van meening, dat ik terwille van zijn roem zooveel belang daar in stelde." Het laatste zeide Helena met zekerd bitterheid, zoodat de toon den graaf exp mcegt yallen, „Gij zegt dat zoo bitter, jonkvrouw?" antwoordde hij, na er over nagedacht te hebben, -of zulk een vraag de grenzen der voorgeschreven terughouding niet over. schreed-. i i De jonge gravin antwoordde npg veel bitterder: „En zou ik dat soms niet? Ik haat deze politiek; want ik voel, dat jk er het slachtoffer van ben." „Gij het slachtoffer? Gij? Hoe moet ik dat opvatten? 1, „Mijn hand- moet de prijs zijn van( een verbond tussdhen de gematigden en( de uitersten. Ik weet niet, wat de eenent wil len; maar ik ben geen Turkinj die men tegen goeden prijs „verkoopt!" pEoirdt vervoigdd Él! -

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1913 | | pagina 1