Zaterdag- 22 Januari 1916
ayglop,
tiaar.
ASSEN
IEDING-
en 111.
&ri
T.
Sfe» ISafb Nieuws- en Advertentieblad!!.
voer Noord-Bolland.
ZijnEngeischs vrouw.
No 8
A LO H 19 AN REMCKEHS,
10e Jaargang
NIKKELEN.
Duwer8traatj
delen.
RUILEN.
e witte Ket,
ri
Voor de siachtofiars van dan Watersnood.
De geteisterde Zuiderzee
dijken, de SchermerbOËzem
en het gevaar voor Alkmaar.
at iiöïr.'3Wa®«S««V?tóJ
«KJSBtrttr-»^i.vn
ri-r
KOOP:
aar, mak en geschikt
en of landwerk, te
VESTE R Dz., Kruide-
ude Niedorp
aam slapen,!"
voorde hij, ook ,im het
inidl op. Met hieim spron-
nit hun. zetels omhoog,
omfsteilidj. Zij staarden
Zij wis-teni niet, wat
ie eene: „Hiet spijt mij
vermoedde niet, sir..."
reikte hem die hand tot
n moeite!"
Het was niet voor
ts bij, idiat wij1 miiet reeds
;n avond1, mijne hee-
imer herademde hij be-
airmen wit.
heeft mij goedl ge-
les
gebeurd1?"
Allee a maar.,,,'.. het
iemand de schalen)«ens
an.!..:... Heere Godi ja....
dier mensühen..,. weetje
r tijd, dat wiji weer i»
tuitschlianid t-erugkeeren-!
iwernood meer geduld
er Duitseh. Zijl ook. Zij
>fter dichtklappend!, dien
ïadi: „Soms begrijp ih
-C®ordt vervoljgd.)
ONS
BLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
j5 ct. pi. 3 maanden franco huis; 105 ct. met geïllustreerd
Zondagsblad. Te betalen in het begin van ieder kwartaal.
afzonderlijke nummers van decourant3 cent,
yjii het Zondagsblad t 5 cent.
vëPfcSiijDi m$MGrjmmMG «r mmw~-
Uitgave van de Naaml. Vennootschap "ONS BLAD,,.
BUREAU: Breedstraat 12, tegenover de R. K. Kerk, te Alkmaar.
Telefoon No. 433.
Van 1—5 regels
AD VERTENTIEN
Elke regel meer. s t 6
j Reclames per regel j 15
Kleine advertenties van 1—30 woorden, bij vooruittot 35
cent
Voor talloos velen iis er verleden week
leene ramp gebeurd.
Menschenilieviens (op Marken 16) zijn te
bcuv.-renvelen hebben alles. wa.t zij bei-
zate n: hun huiiis, hun have en goedl aan
bet water moeten prijsgeven; hun vee ver
dronk; hum zaad wendl weggespoeld; hum
bouwland bedorven; schade werdi toege
bracht aan woningen en schuren en schui
ten
Als de Ballgiisohe vluchtelingen, voor het
kanonvuur, bobben veten idle vlucht moeten
nemen vioor ieen anderen vijand, het wa
ter. Rij honderden en duizenden liepen
ook zij nu met hum pakjes uren Ver om
•een onderdak te wfadlen, iraven en hof en
al het hunne achterlatend.
Hrtlamidfs mildheid heeft zich nooit ver-
boctandl: ton Vreemdeling nam het gastvrij
op, ambulances werdlen gezondlen naar die
slagvelden; voor de krijgsgevangenen van
•alle landen maakte men een sneeuwbui aam
het rOlltón.
En zou datzelfde Hollüandl dan zijn eigen
kinderen Vergelen
Neen, duizandimiaial neen; het Nederland,
sche volk zalll toonen ook voor zijmie eigen
broeders. ien zusters te willen en te kunnen
zorgen. Het zall willen helpen miet leVens-
nviddieten, mét kleeren, met, ifn die aHten-
eerice pliaats-: geld.,
Ce N'ixterlandscto Regeering heeft be
sloten geen stoffelijke hullip te aanvaarden
uit inzamelingen, die in tot buitenHand tot
leniging vam den noodi bier te lamde moch
ten worden voorgenomen.
Holland moeit nu toornen, wat heit door
eigen krachten kam. Eene schoome taak
is thans aan het Nedlerliandlsche vollik op-
eetegidt
In «is mummer van .1.1 Dondlerdag plaat
sten wij idlem „Oproep" v'am die Algemeene
Viertcnigdle Commissie ter Leniging vam
Rampen door Watersnood iai Nederland.
Verschillende abonnees hebben ons ge
vraagd of wij ons weer- zouden willen be
lasten met die ontvangst van geilden voor die
slachtoffers:, wijl het voor die meeste hun
ner te pms lach tig, te moeëijjc is om het
geld op te zenden naar dien Penningmees
ter dier .oom-missie.
,Wij hebben ons daartoe direct bereidl
verklaard e;n nemen dus giften in ont-
l vangst, dliie aan de Algem.eene Wia-
tersin o O'dt-C o m m iis. s i e door ons
zullen worden .overgemaakt.
Wie ontvingen reeds van:
J. Hl J. f 1.—
N. Ni f 0;.50
Alle beetjes helpen f 0.25
I C. O. f 0.50-
W-IE VOLGT?
FEUILLETON,
door Rudolf Strafei.
40
Hij legale feeder zijn arm om haar heen
ra zei: „Dat komt, omidlat je ginds aan
gene zijde van bet Kanaal geboren bent
«n ik aan dezie zijde. Maar je bent mij
over dat Weetje water gevolgd. Je bent
mijn lieVe vrouw, je zult je ook in Duitsch
land wel fhuisvoel-en,
„OCairo 'en Aidbei-m l" zei zij en lach-
te. Zij bedoelde het miet kwaad. De ver
gelijking maakte haar vroolijk. Hij zag .er
zoo bedrukt uit. Hij bemerkte .deze ver
andering in haar zienswijze; en kon hei
toch niet verhinderen, dat gezien van uit
tte grootste stad vam. Afrika, in die na
bijheid; van drie wereldldeeten, die verwij
derde, kleine garnizoensstad aan deBérg-
strasse in haar waairdieering steeds meer
inschrompelde, potsierlijk en klein werd, ate
«n Uitgepakte speelgoeddoos miet gekleurde
lootten soldaten. Vol ijver 'maakte hij de
voorbereidselen voor de reis. Hij werd als
bet ware uit Egypte gedreven, als uit het
land van een vijand.
Toen zij een paar diagen later in de ha
ven van Atexandrië aam den boeg van die
stoomboot vam den Lloyd stonden, waar
•wn mauw merkbaar koet briesje woei, en
de meeste passagiers, snakkend naar lucht
5® samen waren gekomen, zei hij, met oen
De ramp, die door dien. watersnood over
een, groot deel van: ons land is gebracht,
dreigt nog steeds- in omvang toe te némen
en, waar het overstroomde gebied op be
trekkelijk korten afstand van Alkmaar zich
uitstrekt, wondt ons- 'die laatste dagen: her
haaldelijk gevraagd:, wat de feitelijke oor
zaak 'is dezer ramp; of de polderbesturen:
zich aan, p lichts verzuim schuldig maakten;?
En, tenslotte: „Of Alkmaar geen last
van het water kan krijgen?"
T-epeinidie ons een oordeel te vormen en
onze lezers behoorlijk te kunnen voorlich
ten,, wendden wij ons tot iemand, diie vol
komen op jdlé hoogte is van tot polderwe
zen in Noord-Holland en diez-er dagen van
nabij 'dé geteisterde •Zitiderzeednjken, heeft
aanschouwd!.
IfBEHSBBBUfl (VRRDRQ'NKEN'OORD) ALKMAAR.
Het Mogewezen ad -ei
vator elegant rieffelfju en
Rnedboop üehornwr
On/e lezers fa Alkmaar zullen natuur
lijk ze-er nieuwsgierig zijn het antwoord j
te weten, op idle laatste der drie v'rag'en. j
Zij gelieven, ons echter te volgen, willen j
zij 'eeniiig inzicht krijgen van 'dien om
vang dier 'ram,p zelve en hare gevolgen. i
De N'oordier 'Ij- ten, Zeedijk heeft wel het
nieest te lijden gehad van dien stormvloed
vain. Etanidierdag.
Die Noorder IJ- én Zeedijk bestaat uit
versch'iilenidle aaneen,slluiten'de gedeelten, die
elk door apairté besturen worden: beheerd
en, onderhouden, doch be zamen staan on
dier een, ooitliege van, toezicht ondier dleni
naam „Vereenigiiig van den Noorier !J-
ein Zeedijk". De verschillende onderdieelen,
voor zoover zij in,og zeewering zijn, zijn die
Schardam- en, Keukendijk, de Ze-evangszee-
lein Keukendijk, die Zuidlpo-lderaeedijk, dé
Kat-wouder Zeedijk, de Niieu-wérvdiam bij
Monnikendam en de Wiaterlamdiscbe Zee
dijk. Een gedeelte van. de laatste en die
afdieeliingien: de Oosüzaner Zeedijk,, dé Hoo-
genidam tè Zaandam, die W|estzaner Zee
dijk en de Asse.indlejver Zeedijk hébben door
de afstuiting van het IJ bij ScheWingwoude
he't karakter van zeewaterkeering verlo-
pöli
Van bovengenoém'de dijken hébben die
Wlakerlarad'sahe en Katwouder het meest
geledien.
k is typisch, -maar, als men, miet die kaart
voor zi'dh1 die doorbraken, op 14 Jap. IJ.
zal aangeven, dan valt het dire'ct oip,
dat zie precies voor-kwamen, in het N. O.
van dé bochten, 'die die Zuiderzeekust van
Noord-Hóllaind maakt, dat is tenj O. van
ZiUidierwoude, ten O. van, Monnikendam ten
tien, N. van Volendlam., ten O. van Edam.
Da-ar is er wiel geen 'doorbraak geweest
doch heeft de dijk ontzettend veel geileden
Op 'd'iie puin|tien stond de N.-Wl wind het
blik op die uitgestrekte huizenzee onder
het blauwe hemelgewelf, waarboven zich
eenzaam de Poinpejuszuil verhief: „Ik ver
heug mij bepaald op bet gezicht van de
eerste Duitscbe ka-zernie!"
„Hoe laing?" vroeg Edith -en knoopte de
sliippeta va-n haar s-l-ui-er van achteren vaster.
Diat trof hem pfo-tse-lihg. Er l'ag i-eits
in, alsof zij haar man beter kende, dan
hij zichzelf. Haar trekken, waren blo-zendl
©n opgeruimde „Look here", z-ei zij en
wees op de masten, van -een schip, dat
voo-r Egypte schipbreuk had geleden, die
schuin -en vreemd midden in het water
vlak om-hoog staken. Daar voorbij nam -d'e
stoomboot zijn weg naair het Noorden, naar
Europa.
„Verduiveld-: de geheele compagni-e is
ui t dén pas..... alleen luitenant Merker is
er in 1"
Kapitein Grempe jo-eg, met de sabel in
die rechterhand wat voorover in den za
del, in -den korten hobbel gaiïop van, zijn
reeds bedaagd strijdros om de achtste com-
paglni-e been als een herdérshond om de
kudde.
„Mijnbeerrrsluit u bij- de meerder
heid- aanverander van pas, als ik u
verzoeken -mag,...;.?"
De onderofficier naast Helmut M,erker
grijnslachte stilletjes .voor zich heen. Deze
haakte, ofschoon hij in- dienst was, ter
nauwernood merkbaar de schouders op.„.
een beweging, die -den oo-mpagmiecbef niet
'bnitging, en waardoor diens woedle nog
mie-esf, dliie 'haddten. hiet m-eest te -duchten,
dia ar ha-ddle:n, de dooitlbrakeni plaats.
'Die grootste 'doorbraak is di'e in, -dien,
Kaltwoiudlerzeedijk (ten N.-O, van Monni
kendam) 'ter lengte van ongeveer 130 M.
mét een, diepte van ruim 10 M. onder A.
P., waar thans hiet zeewater in, en Uitspoelt.
De WiaterlanidlS'ch'e Zeedijk tjgt ill, die
gemeente Monnikendam. Broek in Water
land en Ransdorp voor zoover liet' zeewa-
tjerkeenehid gedeelte betreft ien verder in
die. ge meen,ten Niieuwendaun, Buiksloot en
Lanidlsmieer. Dei in, vers'chiifendie berichten
voorkomende dorpen, Zuidierwouidle 'en Uit-
daim beihooren; tot BTO'ek-in-Wiateirfl'anid, Dur-
gcrdiam en, ScheMiingwoudie tot Ra-nsdlorp.
Onimiddelijk voorbij! den, afrit naar Zui-
derwoude (ten, Z.-O. van, Monnikendam) is
in, idiezen, dijk een dloorbraak over een lengte
vap ongeveer 45 M. met een dliepte van
ongeveer 8 M.
Vamaf idleze doorbraak is die dïjk over
(eene lengte van png'eveer 2700
M. nueer of min,der verwoest.
tn 'déze lengte komt nog een doorbraak
van,: lang ongeveer 75 M., diep pillm. 6M.,
een lang ongeveer 15 M., een lang onge
veer 84 M. enz. enz.
Nu is bet bekendl, dat in, 1S25 ook een
doofbraiak oii.tstoU|d in den zelfden Wlater-
l-anidsoben Zeedijk. Wparo-m is dlaar vanaf
1825 in,telt beter op gelet, dat de dijken
werden versterkt en niet konden doorbrekien?
Hiei antwoord kan, luiden, dat dlie door
braak in 1825 ontstond', toen nabij' Dtur-
gardam eemj slui-s, niet langer weerstand
'kon. bieden doch het water met geweld
doorliet zoodat Wiatertiand overstroomde.
Donderdag 13 Jan,, waaien die omstandig
heden -echter veel ongunstiger; tonen
toch bezweken de dijken, of sluir
zien, feitelijk niet, -maar stomldi het
water in. 'die Zuiderzee zóó hoog, dat het
ver den, dijk sloeg.
Norm aal komt hiet water in. dle-Z-uidiérziee
ihoogisténs tot 2.91 M. boven. A. P., de
dijken zajh dus naar deze laten we hiet
nemen maximium-hoogte gelegd.
Donderdag ston-dl evenwél hiet water in
de Zuiderzee buitengewoon 'hoog, zooaite
he't bij mens cben heugen is noig niet had
gestaan. Manshoogte sloeg bet op meerdere
plaats'eait over dien dijk.
(Volgen,s- -een Engéte-üh natuurkundige
zie ons vorig n-o. stonid deze buitenge
woon Ihóoige zee in verband met aardischok-
ken in andere 'doelen -dier wenellldl gecon
stateerd).
W|ij hetbaten.: het water i.n die Zuiderzee
kwam vóór 14 Jan. 1916 nooit hooger
dan 2.91 M-.d'e Katwoudendijk is 3.10-
3.60 hoven. A. P., de Wiaterlandsdhe dijk
meer geprikkeld werd. Lieve hemel, diai
kon toch wel -eens gebeuren, dat men bij
ihét opm-archeieren uit de marsch-cotomneniet
dadelijk in den pas kwam;.-., -dait wil zeg
gen eigenlijk gebeurde heit alleen, als men
n-i-eit oplette! Dat moest de eerste luitenant
Merker zichzelf toegeven. Hij was met
zijn gedachten elders geweest. Maar het
was -dan todh een krankzinnig ide-e van
den -ouden Grempenu plotseling mid
den in Augustus nog eens compag-nie-
school 'te houden
„De beemen oplichten, aansluiten
Dé compagnie is, naar het mij voorkomt
'door al dijen velddienst en dat schieten
wat losbandig geworden!Dat is een
schuttersclub.... maar geen koninklijke troep
....natuurlijk, die iheereni officieren uitge
zonderdMaar ik breng ondie i.n het volks
feestWja-dht maar! Al-s jullie -er vermaak
in schept tot vanmiddag hier buiten op
het exercitieveld te -blijven; -ik heb den)
-tijd
Mem hoordé de dloor toorn' bijna over
slaande .stem van -den kapitein door het-
opdwarrelende stof betera. Hem zag men
slechts onduidelijk, een schadowbieeilü van
man 'en paardi, nu 'hii-er, dam ginds. Dé
zon gloeide op de ruime-, dloor' de an
dere compagnieën reeds lanig verlaten- vlakte
E-en wolk van zw-eet -em mensch-en-lucht, een
geur van schoensmeer en leer, broei-dle
boven 'de kleine-, onvermoeid naar dén wil
van- zijn. kapitein nu links- dam rechts stam-
pendle, zich uitzetteuidte en weer samieni-
trekkémde beurteli-ngs zich in slang- en
3.20 b-oven A, P, Naar m en s ch.-e tij k e
berekienin-g waren -dims d-eze Zui-
derz-eedijk-en, hoo-g giem.-o-eg.
-Edoch-, Donderdag steeg het water in de
Zuiderzee tot 3.80 bovöti A. P.. Op zulk
een. abnormal-en waterstand wanen -d'e dij
ken niet iberefcenjdi, zoo-d-at het wate r al spoe
dig over de dijken; heensloeg.
W-anneer het water voortdiurenid over een
dijk slaat, wat gebeurt -er -dan? Dan ont
staat -er langzamerhand een gat, niet a-an
de z-qezijde im-aar aan. die landzijde. Dat gat
wordt tenslotte 'zoo -diiep, dat die dijk het
water niet -mieer kan keere-n. doch. -naar
binnen -stort.
V a n; e n -d; o o ir ib- r a a k, een b e z w ij-
k-en. va-n -dien dijk tiengevolg-e van
d e -n d o o r -h-'-e -t b u i-1 ie m w a t e r u i 't g e-
o e f en.-d;i&n druk is, du-s Donderdag
feitelijk geen. sprake geweest.
De hooge zjcc dieed' het hem. En. daar
op zijn. onze -dijken, ui-et gebouw-d, kunnen
ze ook m-oeilijk gebouwd wotrd'en Wlant
hoe .hopg zou ze -daim wel moeten zijn?
Onze lez-ers zullen nu eenigsziös begrij
pen,-waarom het onmogelijk was de gaten
te dichten-,
„Breelct" -e-en. dijk d-oor, zoo-als het woord
(dat zegt, -dan is er stoppen aan, maar
ontstaat -er -een gat van 10 M. -diepte aan.
de binnenzijde -dlobr bet voortdurend over
den dijk slaande water, -dan is er geen
stoppen -aan.
Da-t 'dit -de ware to-edraebt is, toonde onze
zegsman aan, toen hij er op wees, dat hij:
bij enkele doorbraken constateerde, dat die
rijs (hét rijnhout) aan. de •buitenzijde van
dien -dijk nog aanwezig wais -en de dijk
aan -de buitenzijde nog niét eens geheel
was we-ggesllagen..
Vam Mon-niken-dam af is men- nu reeds
aan bet werk getogen, beginnende m-et het
legg-en van rails voor het vervoer van ma
terialen., -die gaten t-e dichten. Hiet werk
i-s evenwei zoo omvangrijk en zoo moeilijk,
dat 'het nog wel enkele weken kan duren
voo-r de gaten dicht zijn. De aannemers
B-lainiben-vooirt uit Purmeren-d zijn met dit
werk belast
W.at n.u het overige gebied betreft
onze zqgsm-a-n meende, dat het gevaar voor
de Wiij-d-e Wjorm-er en de Puirm-er werkelijk
niet zoo groot is, alls sommigen weil-mee-
nen temeer nu de dijken zijn versterkt.
De Wijlde Wprmer vindt ©ene niet weg
ite cijferen versterking in dien spoord-ijk van
de lijn. Zaan-d-amPurm-erenidl, die het wa
ter helpt keeren, tenminste de sterke
stroom -breekt. Daarop was zijn h-oop ge-
vestigdi, -dat beide polders bewaard zullen
Wijven.
lineaa-lvorm bewegeuidé o-orlogs-machin-e.
Lui'tena-nt Merker vo-nd dit afsloven -dier
manschappen- i-n d-e hitte 'dier hondsdagen
absoluut ©ninoodig. De kerels ware-n nu
reeds veel -te slap. Go-e-di kon liet toch niet
gaan. Maar die. compagnie-chef donderde
verder: „De troep houidt af weer geen rich
ting, luitenant M-erker!.... De geweren lig
gen schots -en- scheef do-oir mekaar. De
mammen zakken in hun rug -tj'oor als oude I
Egyptenair-enAa-n den linkervleugel zie
ik -niiieis dan krom-me knieën;.... Zoo stel ik
mij die schutterij zaliger nagedachtenis
voor
„Natuurlijk loopen ziji krom, omdat zij
moie zijn 1" -dacht H-elmut Merker weer.
Hij -d'urfde niets te ze-ggem. De kapitein
richtte zich -in zijn kort gegespt-en stijg
beugel o-p. „Ja.... als ik niet -d-ooir -dé hoe
ren wordt gesteund, en nog wel- bet minst
door den -eersten luitenant der com-pagnie
ja-, luitenant Merkeru bedoel ik....
u trekt zoo'm -eigenaardig gezicht, alsof de
geheele geschiedenis u niets aanging! Lui
tenant, i-k verzoek u dringend da-t te la
te»H-et is werkelijk miet noodzake
tijk Uw sectie iis dé slechtste van- de
dri-e, -en -dat wit waarachtig wat zeg
gen Geen won-dier a-ls m-en -eeuwig met
verlof is
Kapitein Grempe was al heesch. Maar -dit
was voo-r hem alleen -een reden- om zijn
9tem te foiroeeren. „Luitenant Merker" hier,
•en „luitenant M-erker!" daar.... H-ij reed on
ophoudelijk om hem heien. Steeds weer
klonk dez-e naam over het exercitieveld.
W|at die Sebermierboez-em betreft, bet- vol-
genidle: i
In id|e -eerste plaatsd-ithet Noord-H-aii-
lan-dech Kan-aai tusschien. Purmiemeind; en
Nueu-wédi-ep is boezemwater van. d-e Scher
mer -ein Bieemster, terwijl 'het Kanaal po-l-
derwater is vam Wiaterland, zooak die Noor-
dlervaa rt b.v. poldiarwater is van' de Sdhermer
Dlait' is eein, groot vérs-dhiï! Vandaar dam-
ook, diait itot water iin. hiet Kanaal ten N.
v;an Purmierend meestal hoogiea- stond dan
tön Z. van Piurmerendi en daarom te dier
plaatse sluizen zijn aangebracht ter -af
scheiding. Dat' mogen we niet ujiit het oog
verliezen. Dientengevolge was ook bet gte-
'vaar voor oversitr-ooming in Wiaterlamdigroo-
ter dian. in het gebied ten N. van die
sluis bij PurmerelnidL
Hiet water in hiet Kanaal staat thans even
hoog a-ls i-m tot overstroomde gebied'.
Die Sichermerboezem loost tot water aan
deh Hélder en bij Edatm, d'aar wordt nu
'bij eb zooveel mogelijk gespuid.
Zoo-laing 'die wind Zuidi-Wiest blijft,
behoeft ni'eu dus niet voor den
Deemster of d|e Schermer te vretezén.. Hiet
water, dat uit de Zui-dlerzee door de door-
brakén komt im W|aterlandi, stroomt door
die open: sluis- bij Rurmerend vrij in dien Scher
-meiriboeziem en, deze loost op de Noordzee.
Vandiaar -d-anook, -dlat hét water in het Ka
naal ibij den Z.-Wl-wind, die de laatste da
gen woei', is gestegen.
De diijkem. van Schermer en Deemster
reiken res-p. 1, en 1:.75 boven A. P., zoo-
dat voor 'bieide polders, nog geen
gevaar direig-t en. 'ook voor Alk
maar niet.
Komt er weer een N. Wi storm opzet
ten, ja-, dan zou er opnieuw gevaar -dreigen,
vv-ant -dian wordt hiet water de-r Zuiderzee
door -d-e.-gaten in de dijken biji massa's in
Waterland gestuwdi iq» is het die vraag
of het -wate-r miet zooveel stijgt, dat 't
bo-ven 1 M. -{- A. P-. komt, zoodat h-et
de Schermer -binnenstroomt. De -dijken van
Schermer en 'Deemster zijn sterk genoeg,
doch op een buitengewoon hoog'en water
s-tand van -mieer dan 1 M boven A. P.
zijn ze natuurlijk niet aangelegd.
En gestéld, dat Schermer en Deemster
vol iloopen, dan idaalt de stand van het
water ©enigen tijd omdat tot wateropper
vlak vergroot 'Dus ook dian is er voor
Alkmaar n-og geen direct gevaar.
Dat -er flink -gespuid kan worden- aan den
Helder 'bleek ons van W|oensdag op Don
derdag. Wtoehsdlagavo-nd stond tot water"
in 'de grachten buitengewoon hoo-g ('in- het
Verdroh benoord kwam het bijna tot de
straat) het sitolnldl 6 a 8 dluim- bo-ven peil
't was kritiek! dbdh (ten volgenden
Aan de overzijde draafde de majoor met
zijn adjudant, luitenant Filülein, t-erugkee-
rend vara d-e schietbanen-. Hij naderde de
drie groepen helmen en gew-eren, waar
voortdurend kapitein Gr-em-pe zich- omheen
bewoog. Hij was nu dikwijls als bij toeval
lU de nabijheid van de „achtste", sediert
daar dé verhouding tuss-chani compagnie-
cbef en -eersten luitenant fa- dien laaitsten
tijd steeds meer gespannen was en zei, op
«enigeti afsta-rud! blijvend tegen zijln bege
leider: „Dat gaat zoo- niet langer! De ka
pitein is een brave- kerel-, maar met Mer
ker kam hij niet opschieten-! Hij! maakt den
man gewoon kopschuw. Hij jaagt hem
nog uit 'den dienst. Ik zal een dezer dagen
met den kolonel spreken. Merker moet
naar e-en- andere compagnie!"
De verschijn tag van- den hataljons-com-
mandaint had op den- compagniechef 'kaltnee-
rendi gewerkt. Hij zette zieh recht inden
zadel en werd stiller. Zijn toorn rom
melde weg, als na een aftrekkend onweer
-en hij zelf trok spoedig met uitgeputte ma-n-
schappeU terug -naa-r de kazerne, waarvan
de hooge road'e dalkem in den- zonnegloed
glansden. Ternauwernood' waren de man
schappen daar op de binnenplaats uiteen
gegaah' of Helmut Merker liep, toornig zijn
sabel fa de scheede stootemdl, op een dier
h-eeren vam de compagnie toe en- zéi: „Nu
mijn geduld is ten einde, O-lsziin-skiNu doe
ik mij» beklag!"
(W-ordt vervolgd).