.CMTIIS
GEWAS
EBBMK
Sfc. Katlt* Nieuws- en Adlirerteiitielila<#
weer MttoxtdaSollaii&
machines.
hiflgilii ra lieiliip
Het qqeiIb zaad en hst onkruid.
a. lohmai hemcüensf
K. L Mannen, denkt om
nw Kiesrecht!
J
o. 14
Zaterdag- 5 Februari 1916
10e Jaargang
AMBACHTSSCHOOL
Zijn Enge! sche vrouw.
ten spoedigste, I
verblijfplaats,
ïpodcommlssies
ilerkvvartier
imité
egan en landerijen,
aan den polder
op Donderdac
916, des voormld-
r, in ,,'t Huis Al-
aar.
.HMAAR.
Verschijnt m zaterdag
rsehe
Olazenvaaseherij.
HLS. lilslim 111
terteerders
voor Alkmaar en Omstreken-
Timmeren, Smeden- en
DKaehinebankwerken,
Sehilderen, Uenbelmaken en
Kleermaken.
nd gemaakt:
ns verblijf houden,
te doen;
Dor dadelijken nood,
eten worden tot del
n komen, wanneer
aangaande hunnen
ade en verlies aan
ter invulling zullen I
eding daarvoor eerst I
de aan inboedel of I
merking zullen
en berging zullen
der commissies te
;sluis) kan worden
ieren werkdag van
het schoolgebouw,
arne geldelijke bij-
Aigemeene Vereen. I
itersnood, alsmede
rsonen of gezinnen,
Bar singer hom
St. Mc arren
W leringen
Zijpe,
eester Voorzitter is.
a Paulowna
m
ïchagerbrug, Zijpe
iN HET
ONS
BLAD.
Tvcawraarïjsii
K3Eicuic2SxrvzraarTr35iaaaaKci
ABONNEMENTSPRIJS r
75 ct. p. 3 maanden frauoo huls; 105 ot. met geïllustreerd
Zondagsblad. Te betalen in het begin van ieder kwartaal.
Afzonderlijke nummers van de courant3 cent.;
Van het Zondagsblad 5 cent.
Uitgave van de Naaml. Vennootschap "ONS BLAD,„
BUREAU: Breedstraat 12, tegenover de R. K. Kerk, te Alkmaar.
Telefoon No. 433.
ADVERTENTIEN
Van 15 regels i i
Elke regel meer
Reclames per regel
j Kleine advertenties van 1—30 woorden, bij vooruitbet,
30 cent
6
IS
JDEüS worden uitgv
iniDg van de Jaarlyk-
Vergadering, welke zal
op Donderdag
te 1 uur n.m., ten
aandeelen aan toonder
aan art, 23 der sta*
De Directeur,
VAN DIJK.
ibruari 1916.
en in veertig uur voor
iactalneschrljven, op
lines.
'-PITMANSCHOOL.
ed- Oude Gracht 14.
Singel 386-
lotel ,de Burg") Ged.
loot B 49.
.Arksteestraat 19.
adres voor het
an Huizen, Winkels,
;ls, Ramen, enz.
ericht voor het ma-
juizen, Zonnescher-
iön.
eleefd aanbevelend.
KOOP:
den vorigen kooper
n, bied ik aan te koop
50 bakken Kox, 32
ïooie planters) meest
BOT Gz., Emmastraati
zocht hunne advertentie8
r 10 uuir in te leverei',
elievcrd, kunnen wij nid
nstaan. Advertenties over
te plaatsen, worden
ingewacht.
itijgt voortdurend, daeii'
er meer tijd vereiscW
ïooriijk af te drukken et
ing gereed te maken,
eel mogelijk niet op
worde» herteld
voor den 3 jarigen cursus, aanvan
gende 3 APRIL e.k., op eiken werkdag
van 1 tot en met 19 FEBRUARI.
Het practisch en theoretisch onder
richt wordt gegeven in de vakken
't Aantal leerlingen dat geplaatst kan
worden is pl m. 65.
Zij, die den leeftijd van 12 jaren heb
ben bereikt, kunnen na afgelegd examen
toegelaten worden; on vermogenden kos-
teloos, anderen betalen een schoolgeld j
van 6 tot 36 gulden per jaar.
Leerlingen uit buitengemeenten wor- jj
den niet toegelaten tenzij het bestuur
dier gemeente boven het schoolgeld een S
bijdrage betaalt aan de School van f 40.j
per leerling.
Nadere inlichtingen aan het School
gebouw.
A. A. DE GROOT,
wnd. Dir.
Beter vertolker der evangelische para
belen, kunnen we zeker wel niet wensrihen,
dan onzen Heer en Meester Jesus-Christus,
-de eeuwige Wijsheid) zeiven. Vtagen we
Hem eerbiedig en ootmoedig met de disci
pelen: Meester! verklaar ons de parabel van
het onkruid op den akker.
Verneemt het antwoord van dien God
der Waarheid:
f>ie het goede zaad uitstrooit, is die
Zoon des menschen.
lie akker is het wereldgebied.
Het goede zaadi zijn de braven, de kin
deren des licht, de uitverkorenen, des rijks.
Het onkruid zijn die boozen, de kinderen
der duisternis, de handlangers van Satan.
Die het onkruid, uitstrooit, is de booze
geest, de duivel.
Hoor den oogst hebben we die voleindi
ging der tijden te verstaan, wanneer de
Engelen zullen optreden als die maaiers.,De-
Zoon des menschen toch zal zijne Engelen
uitzenden, opdat zij uit Zijn rijk allle er
gernissen verzamelen, alsmede zij die de
8TBENIHBSU8 (VERORONKENGORO) ALKMAAR.
Bet aangewezen adres
ww elegant, degelïj en
g«edhoop «cliwnwef
FEUILLETON.
door Rudolf Stratz.
In vliegende haast wierp hij zi,ch' m zijn
veldtenue. Zijn vrouw liep intusschen snel
naar den stal, haalde met Robinson, den
chauffeur, het paard er uit en tuigde het
zelf m.et geoefende hand op. Harriet, de
kamenier, hielp de zadelriemen aantrekken,
de butler gespte de stijgbeugels, geheel
Engeland werkte, het was in zulke dingen
bedreven. Luitenant Merker behoefdie, toen
hij buiten adem. aankwam, slechts dien voet
in den stijgbeugel te zetten, knikte zijn
vroxifw toe en reed' weg".
Onderweg hoordte hij van de boeren in
welke richting het bataljon was afgemar
cheerd. Naar die Rijnvlakte. Voorwaarts in
galop! Nu en dan even stilstaan. Luiste
ren 1 Neen.... nog niets van het geknetter
der infanteriegeweTen en van het geratel
der mitrailleuses was te hooien. Goddank
z'j had-dlen nog geen voeling gekregen.
Daar vertelde een oud moedertje op een
aardappelveld:
„Zoo juist zijn zij voorbij gekomenRijd
tnaar op die boonenstaken toe! Daar ach
ter zitten zij in de zandgroeve 1"
Waarachtig, daar was alles rood en
blauw en glinsterde het van geweerloopen
En daar het bataljon van den rechtervleu
gel afgemarcheerd was, was die laatste
ongerechtigheid bedrijven. En zij zulten hen
werpen in den vuuroven, waar geween
zal zijn en geknars der tanden. Maar de
rechtvaardigen zullen schitteren als de zon
in het Rijk huns Vaders.
Tentijde van dien oogst, bij de afslui
ting der eeuwen, zidllen Gods gezanten
een dubbel onkruid verzamelen en ten vure
doemen, n.l. die ergernisgevers, de ver
leiders en de ergernisnemers, de verleiden.
Ergernis-gevers zijn zij, die iemand met
opzet tot zonde verleiden of hem op schul
dige wijze aanleiding tot zonde geven.
Dit vooropgezet onderscheiden we drie
soorten of klassen van ergernis-gevers.
De eersten zijn zóó bedorven, dat
zij zelfs hunne scherpzinnigheid en hunne
talenten in woord en schrift, in beitel en
penseel misbruiken om het geloof te onder
mijnen en de zedelijkheid te verwoesten,
om anderen in te leidien en in te wijden
in het kwaad, waarvan zij te voren, on
kundig waren, om anderen tot werktuigen
of deelgenooten hunner eigene misdaden
te maken.
Die tweeden maken zich ternauwer
nood minder schuldig door den naaste aan
te moedigen of te raden bij eenig misdrijf,
dat zij misschien zondier dezen bijkomenden
prikkel toch zouden gepteegdl hebben, maar
niet zoo spoedig of niet zoo vastberaden; of
zelfs door enkele oogluiking of zwijgende
toestemming, waar plicht en gunstige gele
genheid recht gaf en voorschreef het kwaad
te beletten of te verhinderen.
De derden, en deze zijn wel het tab
rijkst, zijn de zulken, welke den naaste
verergeren en ten val brengen door hun
onbewaakt en ongeregeld' levensgedrag
doo-r hun slecht voorbeeld.
Maar op wat manier de ergernis ook
gegeven worde, zij heeft altijd eene dub
bele eigenaardige boosheid.
Eerstens is de ergernis in lijnrechten
strijd met die bedoelingen der Goddelijke
Voorzienigheid, die de zaligheid van ge
heel het menschelijk geslacht beöogen.
Tweedens laadit de ergernis op de ziel
van den ergernis-gever de \Teeselijke ver
antwoordelijkheid voor al de misdaden van
anderen, waartoe zijn gedrag, zijn woord
of werk, zijn Meeding of houding, zijne
manieren de aanleidende oorzaak is geweest
Wlat had God voor 's menschen heil
nog meer kunnen doen, diat Hij niet ge
daan heeft. Al den rijkdom Zijner gena
degaven heeft Hij beschikbaar gesteld om
ons te redden uit de klauwen van Satan.
Denkt slechts aan het Doopsel, denkt
slechts aan de Biecht, denkt slechts aan de
H. Communie.
En nu komt de ergernisgever met raad
compagnie ook juist de zijne, die achtste.
Een steen viel luitenant Merker van het
hart. Als het nu maar niet juist deze
kapitein Grempe was geweest!
Hij galoppeerde naar hem toe en meld
de zich present.
Lieve hemelmen kon zich toch wel
eens verslapen bij het atarmeereneen
beetje te Iaat komen, dat behoefde iemand!
toch niet dadelijk het hoofd: te kosten.
Maar de compagniescommandant vroeg
dadelijk droog: „Gelukkig van de reis te
rug?Ik had die hoop al opgegeven u
hier te zien! U komt immers uiit Frank
fort, luitenant Merker?"
Hij merkte hoe onthutst de ancter was
en voegde er aan toe. „Ik nam de vrij
heid mij bij uw oppasser op de hoogte
te stellen omtrent uw verblijf. Hij deelldc
mij mee, dat u reeds gisterenavond! ons
garnizoen, Alsbeim had verlaten!"
„O, Peter, jij uilskuiken..,.. 1" dacht Lui
tenant Merker. Luid en op den vereiseh-
teu diensttoon antwoordde hij: „Juist kapi
teinIk was bij mijn oom, den handlels-
raad von Wilding en iik bad op den te
rugweg een panne."
Het gelaat van zijn chef werd nog knor-
riger.
„Ik weef niet wat een panne is. 1.
Tenminste in den dienst weet ik er niets
van:In den dienst bestaat geen pan
ne!.,Heeft u nog iets in het midden
te brengen, luitenant Merker!"
„Neen, kapitein
„Ik dank u zeer!.... Wilt u die teidSwg
ALLE R. K- mannen van 25
jaar en ouder, ofw-1 zij, die vóór
15 Mei a.s dien leeftijd bereiken
en nog geen kiezer zijn, kunnen
in bijna alle gevallen kiezer
worden.
Wendt U om inlichtingen tot
de Kiesvereeniging of de Propa-
gandaclub in uwe gemeente!
Zij, die te ALKMAAR wonen,
kunnen inlichtingen bekomen in
het Bondsgebouw.
en daad die ziel voeren- in de strikken der
duivels.
Wat God met moeite poogt op te kwee
ken, is de ergernis-gever, de onkruidzaaier,
bezig te verwoesten.
Waar God met zorg tracht op te bou
wen, beijvert zich de ergernisgever neer
te halen.
Zóó is hij een tegenstandier van den goe
den Qodi en een handlanger des duivels.
Zelden toch vervalt iemand tot misdaad
en buitensporigheid door den enkelen aan
drift van dien hartstocht, zoolang als een
onwaardige en verraderlijke gids hem de
middelen tot bevrediging dier driften niet
aanwijst, of een verleidend voorbeeld hem
de teugels van opvoeding of van voor
malig onderricht niet doet afwerpen.
Dte rampzalige verleiding van slechte
makkers is de eerste stap in den tuime-
lenden loop naar het verderf.
Binnen korten tijd wordlt het kind van
Christus een zoon van. BeliaL In luttele
dagen wordt de erfgenaam des hemels
een prooi der hel.
Zóó verijdelt de ergernis-gever de beste
plannen der Voorzienigheid. Maar boven
dien laadit hij nog op zijne schuldige ziet
de verantwoordelijkheid' voor al die misdaden
van anderen, die door zijn toedoen ge
schieden, waarvan hij die aanleidende oor
zaak was, waarvan hij dianook den vollen
last en de evenredige straf zal dra-gein.
Een ieder toch is de bewaker zijns- broe
ders.
Aan eenieder heeft God een gebod aan
gaande zijnen naaste gegeven, om hem te
stichten en op te bouwen door een voor
beeldig levensgedrag. Schieten we nu in
dezen eersten en algemeen-en plicht te
kort, dan hebben we te verwachten, diat de
WBW—CTB——————81
van uw troep op u nemen!"
Gedurende dien ganschen warmen och
tend hield deze gedachte luitenant Merker
bezig: „Wiat zal de brave Grempe nu
doen? Zal hij rapport van mijl maken? Of
doet hij het niet. Hij behoeft het volstrekt
niet te doen. Ik was nog op mijn post
voor het eerste schot, en daardioor heeft
geen der hoofdofficieren kunnen bemer
ken, dat ik schitterde door afwezigheid.
Zijn aangeboren optimisme drong zich weer
op den voorgrond. Het resultaat van zijn
peinzen was: „Deze Grempe is een ruwe
schaal met een edele kernJuist omdat wij
gisteren quaestie met elkaar hebben gehad,
laadt de brave kerel nu gloeiende kollen
op mijn hoofd."
Hij dacht nu zachter over zijin compag
niescommandant, die zelfs, toen. de troep
op het plein van de kazerne inrukte, geen
standje meer van stapel liet löopen, maar
zich zwijgend verwijderde, en daardoor
kwam Merker in zoo'n opgewekt lichtzin
nige stemming thuis, alsof hij de jongste
luitenant was. Edith was gereed om uit
te gaan. Het was hoog tijd, om de familie
van het station af te halen. Het geheele
huis was feestelijk met bloemen versierd
en in de eetkamer stond de tafel reeds
gedekt, Het dienstpersoneel wachtte. Me
vrouw Merker wilde haar Blritsclie bloed
verwanten toornen, dat men ook in- Duitsch
land wist, hoe men moest leven.
Zij was opgewondener, dan haar fris-
sche, gezonde kalmte anders toeliet. „Wleet
je.juist omdat zij tegen ons hutve-
Opperherder der zielen, van ons, evenals
van Israels herders, rekenschap zat eischen
over alles, wat verloren is gegaan of ver
scheurd is geworden door onze kwaadwil
ligheid of schuldige nalatigheid.
Zeker de Heer heeft getuigd: „Het is
noodzakelijk, diat er ergernissen komen".
Maar er ook aan toegevoegd: „Wee den
mensch, door wien de ergernis komt, hij
verdient met een molensteen aan den hals
neergeworpen te worden in de diepte der
zee. Het ware hem voordeeliger, diat hij
-door dien dood gegrepen werd, zelfs te
middlen zijner ongerechtigheden, dan lan
ger te bestaan en daardoor een altoos
aangroeiende® last van schujid en straf op
zich te laden. Gevloekt zij de man, die
een onschuldige doet afdwalen. H-et slacht
offer roept om wraak: de dlood korae over
hem en de afgrond verslinde hem."
„Ziet toe, zoo vermaant ons dei Meester,
dat gij niet één dier kleinen veracht, want
Ik zeg u, -dat hunne Engelen in dien he
mel, altijd het aangezicht Mijns Vadlers
zien, Die in de hemelen is.
Wiee uwer! die engelbewaarders der kin
deren zouden vergelding voor de gegeven
ergernis over uw schuldig hoofd kunnen
afroepen.
Wielaan dan:
Die ergernis gegeven heeft in die kerk:
'hij zwijge voortaan en zij ingetogen, eer
biedig en godsvruchtig.
Die gevloekt heeft: lastere God niet
meer, maar Iegge zich toe op zachtmoe
digheid en vergevingsgezindheid.
Die den dag des Heeren geschonden
heeft: hij heilige den Sabbath.
Die oudiers en oversten heeft weerstreefd:
hij zij volgzaam, gehoorzaam en onderdanig.
Die gescholden en verwenscht heeft: dlra-
ge in 't vervolg den last zijns naaste
en hij heeft de gansche wet vervuld.
Die den weg der ongerechtigheid be
wandeld heeft: zij voortaan eerbaar in
woord en werk eh lied, in kleeding en hou
ding en manieren.
Die gestolen heeftstele niet meer, maar
arbeide in de toekomst met vlijt en deele
uit zijn overvloed aan dien arme en be
hoeftige.
Die den naam zijns naaste heeft ge
schandvlekt hij roeme en prijze zijn buur
man.
Luisteren we allen naar bet woord van
den meester: „Zóó schijne uw licht voor
de menschen, diat zij uwe goede werken
zien en uwen Vader verheerlijken, die in
de hemelen is".
Luisteren we allen naar de vermaning
van den grooten apostel: Vertroost elkan-
Will ■■■I—
lijk waren Helliezei zij hartstochte
lijk: „Juist daarom moeten zij zich over
tuigen, datjvat komt daaraan?"
Een regimentswagen, bestuurd door een
fuselier, hield voor de villa stil; de lange
adjudant van liet regiment stapte er lüt.
Hij glimlachte niet zoo beminnelijk als an
ders. Zijn gelaat was afgemeten ernstig,
terwijl hij voor Edith boog, en zich daar
na tot haar man wendende zei:
„Wiaarde Merker, mag ik u even over
dienstzaken onder vier oogen spreken."
„Vervloektmompelde Helmut1 Hij wist
reeds wat nu volgdle. Daar was zijn werkka
mer..... de deur gesloten. Hier hij. Daar
de adjudant. En diens stem „Er is door
kapitein Grempe rapport over u gemaakt
bij den overste. Die overste geeft u acht
dagen kamerarrest, omdat u zich zonder
verlof uit het garnizoen hebt verwijderd.
Mag ik om uw sabel verzoeken? Dank u
zeer
De adjudant verborg de sabel onderzijn
lange jas, die hij voor dit doel; ondanks
de zomerwarmte, omgeslagen had, en ver
dween met rinkelende sporen. De dienst
wagen ratelde weg.
Luitenant Merker greep naar zijn hoofd.
Hij maakte onwillekeurig een berekening.
Dertien jaren dienst zonder een enkel uur
straf. Dtit was het eerste kamerarrest, dat
hij kreeg. Beneden hoorde hij' die huiterig-
zenuwachtige stem zijner vrouw: „HiellSe...
tnaak toch voortGauw wat-'De
trein zal er al zijn!"
Hij ging naar haar toe, nu de eerste
I
der, sticht de een den ander, berispt de
onrustigen, beurt de kleimmoedigen op, trekt
u die zwakken aan, weest lankmoedig je
gens alten.
IX- Bakt in uw gedrag tegen alles, wat
uw medebroeders van het pad der deugd
zou kunnen afbrengen.
Verzucht in bidden en waken naar dien
gelukkigen dag, waarop de Zoon des men
schen Zijne Engelen zal uitzenden en zij
alle ergernissen en degenen die ongerech
tigheid dloen zullen verzamelen.
Dan zult gij met de rechtvaardigen schit
teren als de zon in. het rijk uiws Vadlers.
Alkmaar, den 6en Februari, 1916.
M. Pj. A OOMS,
Deken en Pastoor.
BINNENLAND.
Uitvoerverbod. Bij Kon, besluit, is de
uitvoer van spurriezaad1 verboden.
Beschikbaarstelling van melk. Naar wij
vernemen, geschiedde de intrekking van
het wetsontwerp betreffende die beschik
baarstelling van melk tegen verminderde
prijzen voor 1915 eenvoudig omdat er,
daar er voor 1915 geen geldien voor dat
doel benoodligd bleken, inmiddels een ont
werp was ingediend, waarbij een, credjet
wordt gevraagd tot betaling vain het totaal
der vermoedelijke kosten over het eerste
halfjaar 1916.
Kool. Die Minister van Landbouw, Nij
verheid en Handiei heeft bepaald:
lo. met ingang van 4 Februari 1916 zal
weder vergunning worden gegeven tot uit
voer van roode kool, onder de bepaling,
dat de exporteurs voor iedere 100 Kg'.,
waarvoor zij consenten aanvragen, 50 Kg.
roode kool van prima kwaliteit beschikbaar
hebben te stellen voor bimnenlllandsch ver
bruik
2o. van af 14 Februari 1916 wordt aan
de ekporteurs vergoed:
a. voor de door hen beschikbaar ge
stelde roode kool 5i/2 oents per Kg.;
b. voor de door ben beschikbaar gestelde
gele savoye kool 41/2 oents per Kg.
Soda. Allerwegen begint ini ons land
gebrek aan soda te ontstaan^ Het artikel, bij
iedere huisvrouw bekend als reinigingsmid
del, is voor vele industrieën onontbeer
lijk. Dezer dagen deelden wij reeds, me
de, dat 'die fabriek „De Sphinx" te
Maastricht door gebrek aan aanvoer waar
schijnlijk binnenkort zou moeten worden
stopgezet. Hetzelfde dreigt ten aanzien van
enkele glasfabrieken, terwijl ook in de
zeepindustrie het gemis aan sodla belem
merend werkt.
Sedert is een soda-commissie opgericht,
die zal trachten den aanvoer te regelen»
Enkele firma's hebben nog een partijtje
ontvangen, doch, naar ons werd mediege-
verrassing over was, bleek van ziedenden
toorn.
„Ga maar alleen! Ik kan niet meegaan'
Ik mag ook niemand in huis laten.... Ik
heb kamerarrest!"
Kamerarrest.... Zij schuddie het hoofd, dat
woord was nieuw voor haar.
Hij maakte het haar duidelijk: „Ik ben
op mijn eerewoord verplicht gedurende de
eerstvolgende acht diagen geen bezoek dan
dat van dien dokter te ontvangen!"
„Om Godswil; mijn familie ook niet?"
Hij overlegde,
„Dat weet ik niet!Die waarschijnlijk
wel!Ik moet mij daaromtrent telegra
fisch bij mijn regiment op de hoogte stel
ten!...... Tot zoolang trek ik mij in mijn
kamer terug!..».. Ik ga naar bedL... Ik
ben trouwens ziekWtoede greep hem
aan. „Zeg het maar aan alten!Neen
zeg het liever niet, dat zij mij opge
sloten hebbenhet is ten hemel
schreiend
Een nieuwe inval verduisterde zijn voor
hoofd nog meer: „Maar bereidt je daarop
dadelijk voor Edith: van de feesten hier ter
eere van je familie kan niets komen.... Ga
maar dadelijk zitten en schrijf naar ale
windinridhtiingen het diner voor morgen
af!»Het gaat niet'De beer des
huizes heeft arrest."
(SEortft vervolgd.)