No. 46.
Donderdag- 20 April 1916
10ö Jaargang
Zij& Engelsche vrouw.
I bii^ doVeill0t de kazerne, legde voor de
I' 'Poort, het geweerpresenteerende
GOEDE VRIJDAG.
Hulgbr.str. 6,
Uitgave van de Nagmloeze
Vennootschap „OSS BLAD".
Alkmaar.
Bureau: BSIIDSf 1A&T 12
Telefoon No. 433.
ABONNEMENTSPRIJS
Dit blad verschijnt Dinsdag,
Donderdag en Zaterdag.
natensaus.
feuilleton.
than« in itaat, togen
i de laatst uitgekomen
ar een »e«r uitgebreide
cent: BESPARING.
□NS
75 ct. per kwartaal franco huis.
110 ct. met geïll. Zondagsblad bij
vooruitbetaling.
Afronderlijke nummers:
van-de courant3 ct.
van het Zondagsblad. 5 ct.
ADVERTENTIËN:
Van 15 regels50 ct.
Elke regel meer 10 ct.
Reclames per regel25 ct.
Kleine adv.30 woorden bij vooruitbet. 30 ct.
iblik maakte ik bet vatte
ork mier één borrel aan
k had die groats ellende
nacht. Nooit had ik ioo
in s&daeligen invloed van
>p dat oogenblik. En ik
andere had knnnen sj|n>
even zou ijjn gevreeitals
vil iQn nagedachten!» niet
en dankbaar sQn, dat dit
lareehuwd hesft voor een
I
1 Jan i\)n verhaal voort'
i£ hfl dien lomberen nacht
orleefde, al die ellende
t-
voord aelde hij>Ik h'opi
>en lee nit zult putten en
ik zult vei mijden. Het 1*
leiegd »Eéo borrel kan
u ééa wordt er twee en
.eet men de kracht aich'
in en, zonder het zelf 19
men geleidelik een
verhaal van Jan bad
naakt. De hoorder* ver-
r door de groote caféaaah
weer op bet groene laken,
itge lawaai «temming, die
t had, wae verdwenen,
ten middag langzamerhand
en ingeapannen om hof
varen er velen, die, 8e'
voord, goede voornemen'
oekomet.
Wat een geheimen, wat een lijden,
wat een liefde roept die dag niet voor
onzen geest
Nog kort geleden was Jezus een berg
opgegaan, die daar lag langs den oever
van het zuiver-blauwe meer. En de
scharen waren Hem gevolgd. Hunne
hadden zij aan Zijne voeten
en Hij had ze genezen. Stom
men spraken, kreupelen, wandelden,
blinden zagen. En zij verheerlijkten
den God van Israël. En duizenden za
gen op naar Hem, hunne harten klop
ten van dankbaarheid en zij jubelden
en prezen Hem, Die hen weldeed. Dat
was de liefde Gods.
Het is enkele maanden later en weer
klimt Jezus een berg op. Weer zie ik
Hem hoog verheven. Ziet daar hangt
Hij genageld aan het kruis, gemarteld
en uitgebloed, Hij, die weldoende rond
ging. Hoort, een koor van vloeken
golft om hem. Zij spotten met Hem,
Die hen spijzigde. Zij vervloeken Hem,
Die hen genas, Zij kruisigen Hem, Die
hen weldeed Dat is de wederliefde der
menschen.En toch spreekt Hij, Die
daar hangtVader, vergeef het hun".
En als Hij Zijn leven gegeven heeft
voor het volk, dan doorboort een lans-
punt Zijn H. Hart en het laatste bloed
valt op de aarde. Alles heeft Hij ge
geven Dat is de vergelding van een
I God
i
Op dien berg van Golgotha hebben
de profeten in de toekomst gewezen.
I Op dien berg hebben de Apostelen en
de Martelaren in het verleden gewezeD.
Op dezen heuvel wees de gansche he
mel vol bewondering nederwaarts. Op
dezen heuvel wees, onder het schuim
I bekkend uitbraken van godslasterlijke
vervloekingen, de gansche hel op
waarts Rondom dezen heuvel draait
W gescnuHems, aire ujd, alle eeu-
wigheid
Dat tooneel van smart en liefde heeft
de geheele wereld in vervoering ge
bracht en tot zich getrokken een
tooneel, wat gewijde dichters van alle
landen en tijden hebben getracht te
bezingen, wat Michel Angelo en Ra
phael en Leonardo de Vinei en alle
J groote kunstenaars hebben gepoogd te
schilderen, wat Bossuet en Masillon en
alle groote redenaars hebben getracht
te prediken. Jezus trok allen.
O wonderbare macht des kruises,
roept de H. Leo uit, o onbegrijpelijke
glorie van het lijden. De Christus heeft
alles tot zich getrokken, toen Hij de
armen uitbreidde naar Zijn weerspan-
nig volk en de gansche wereld Zijn
j Majesteit heeft leeren kennen en be
lijden. Christus heeft alles tot Zich
getrokken, toen al de elementen luide
der Joden misdaden veroordeelden, toen
de hemellichamen zich het gelaat om-
sluierden, toen de dag in nacht ver
keerde, toen de aarde daverde en als
opsprong van verontwaardiging.
Christus heeft alles tot zich getrok
ken, toen Hij, aan het kruis geklonken,
het voorhangsel des tempels deed scheu
ren en te kennen te geven, dat de
figuren in werkelijkheid, de voorzegging
in openbaring, de oude wet in het
Evangelie, was overgegaan Christus
heeft tot zich getrokken de Joden en
de heidenen, door hen te dwingen Hem
als God te erkennen en uit te roepen
„Ja waarlijk, Deze is de Zoon Gods".
De geschiedenis heeft Hij tot zich ge
trokken, want Zijne geboorte heeft ze
verdeeld in twee groote tijdvakken,
Zonder het kruis van Golgotha blijft
zij een gesloten boek. De wetenschap
heeft Hij tot zich getrokken, want zij
moet de knie buigen voor het kruis en
erkennen, dat zij akelig ronddoolde,
vóór de waarheid, die afstraalt van
het kruis, haar verschenen was en dat
zij wederom in de duisternis terecht
komt, zoo zij de waarheid van Christus
uit het oog verliest of ontkent De
kunst heeft Hij tot zich getrokken,
want haar hoogste inspiratie gaat uit
van den Gekruisten op Calvarië. Maar
vooral den mensch met zijn verstand
en wil met Zijne neigingen en harts
tochten blijft Christus aantrekken door
de kracht Zijner waarheid en Zijner
liefde. Hij begon met een der moorde
naars, die met Jezus gekruisigd waren.
De Heer heeft geen woord met hem
gesproken, geen wonderen hem getoond,
niets gezegd over het rijk der hemelen,
noch gedreigd met de hel, en toch be
leed de moordenaar, ^voor een woeden
de menigte, wat Petrus niet had durven
belijden voor eene dienstmaagd. Chris
tus trok den heidenschen hoofdman en
hij vertegenwoordigt allen, die in den
Messias zullen gelooven; Hij trok de
menigte, die door ontsteltenis op de borst
klopte en schuld bekende en zij ver
tegenwoordigt allen,. die op Christus
zullen hopen om daardoor vergiffenis
van hunne zonden te bekomen. Hij trok
vooral Zijno vrienden, die door stonden,
die eiken hamerslag in hun hart, elke
bespotting in hunne zielen gevoelden,
maar niettemin pal stonden bij het kruis.
Zij vertegenwoordigen de duizenden, die
J. C. zullen beminnen in alle eeuwen.
Het geloof verheerlijkt God in den hoofd
man, de hoop doet op de borst slaan,
zooals bij de menigte op Golgotha, de
liefde beschouwt en bemint, zooals bij
de vrienden van Jezus in dat smarte
lijk uur.
1 ui;
Het Kruis van Golgotha heeft verder
millioenen knieën doen buigen, millioenen
harten veroverd. De geschiedenis der
Kath. Kerk is niets anders dan de ze
getocht van het kruis, van Golgotha
uit, naar de uiteinden der aarde
Zoo is het kruis van Golgotha de
wereld doorgegaan, alles en allen tot
zich trekkende, troostend en zegevierend
als de kracht en de wijsheid Gods. Zoo
prijkt het als een bron van geduld en
liefde op al onze altaren, op al onze
torenspitsen, bij de kruiswegen op onze
velden, in de huis- en ontvangkamer
van ieder echt katholiek huisgezin. Zoo
staat het voor het oog van den kranke,
bij de lijdenssponde of rust het in zijne
stervende vingeren of aan de stervende
lippen om den laatsten strijd te ver
zoeten en het laatste offer m9t het
offer van Golgotha te vereenigen. Zoo
rijst het op onze kerkhoven als een
teeken van hoop voor de dooden, als
een bode vantroost voor de leven
den. En die zegetocht van het kruis
van Golgotha zal eerst eindigen op den
laatsten dag Dan zal het teeken van
den Menschenzoon aan den hemel ver
schijnen als een zegeteeken van den
Koning der eeuwen tot veroordeeling
Zijner vijanden, tot jubel zijner vrien
den het laatste en het grootste tafreel
in de wereldgeschiedenis, het oordeel
van levenden en dooden.
i
Wat een strijd is er geweest tegen
het kruis van den Christus. Drie eeuwen
lang heeft men het kruis verbannen
naar dekatakomben Om de gedachtenis
aan den Christus en Zijn kruis te ver
nietigen, heeft men op de heilige kruin
van Golgotha de beelden durven plaat
sen van Jupiter en Yenus en nog helaas
na 19 eeuwen van Christendom, keert
onze maatschappij het kruis van Christus
den rug toe, schaamt men zich iu
Christus te gelooven en verbant men
Zijn aandenken in vele staten uit alle
oiffcieele instellingen. Toch zal het
kruis zegevieren volgèns de belofte van
Christus, die het laatste vonnis zal
uitspreken en volgens het gelooven en
het niet gelooven zal beloonen of straffen.
En toen Jezus alles tot zich getrok
ken had, ook in alle toekomstige eeuwen,
was het uur voor den Godmensch ge
slagen. Van,alle,kanten drong' de toe-
0JtidiïigLÜ lu UrOU-AlÜxi \Ji±L
den heuveltop om te genieten van de
laatste smarten van den Veroordeelde
en te juichen in zijn dood Het zesde
uur van den dag gaat slaandeze stond
is plechtig boven allehet groote treur
spel, waarbij de enge en, menschen, en
duivelen toeschouwers zijn, het treur
spel van den Godmensch nadert zijne
ontknooping; tooneel van smart, dat
de zon niet kan verdragen, diezelfde
zon, die zonder een zweem van ontroe
ring neerzag op den zondvloed, waarin
wereld verdronk, die zonder een zweem
van ontroering heeft neergezien op alle
tooneelen van krijg en slachting, die de
aarde in een poel van menscbenbloed
heeft gedrenkt en nog drenkt, de Zon
kan dat tooneel niet aanzien. Zij trekt
een sluier van wolken over haar gelaat
Zij deinst er voor terug, zij verschuilt
zich. Het wordt donkerder op Gol
gotha. Donkerder, totdat de omringende
heuvekn verdwijnen Donkerder, totdat
de torens van den tempel niet langer
zichbaar zijn. Donkerder, totdat het
opschrift boven het middelste kruis
onzichtbaar wordt. Donkerder, totdat
het hoofd van den stervenden Heer op
zijne borst valt en Hij met Zijn laatsten
ademtocht de woorden uitzucht: „Het
is volbracht".
Jezus is gestorven Priesters en
Oversten des volks, Schriftgeleerden en
Phariseërs. Gij gelooft Christus' rijk
geëindigd integendeel Zijn rijk b9gint,
Dat kruis, waarop gij Hem gehecht
hebt, wordt van heden af de troon van
den grooten Koning. Om dien troon
zullen nederkielen vele volkeren der
aarde, zooals Hij voorzegd heeft: „als
Ik zal verheven zijn van de aarde, zal
ik alles tot mij trekken".
Alkmaar.
H. VAN ERP
S. O. P.
BINNENLAND.
NEDERLAND EN DE OORLOG.
Afstaan van scheepsruimte. (Officieel
bericht.) Door den Minister van Landbouw,
Nijverheid en Handel zijn Zaterdag in
conferentie ontvangen de directies van de
Koninklijke Nederlandsche Stoombootmaat-
maatschappij en van den Koninklijken
Hollandschen Lloyd, die aan den minister
kwamen mededeelen, dat voor het bunke
ren in Engeland of in Engelsche kolen
stations door de Britsche regeering geëischt
werd het afstaan van 30 pCt. van de scheeps
ruimte aan elke "maatschappij ten behoeve
van de vaart op Engeland. De minister
van landbouw, nijverheid en handel heeft
bovengenoemden directies duidelijk te ver
staan gegeven, dat de Nederlandsche scheeps
ruimte beschikbaar moest blijven voor op-
eisching door de Nederlandsche regeering
en dat deze niet kon toelaten dat zou
worden tekort gedaan aan de mogelijkheid
om met Nederlandsche schepen in de
eigen behoeften van Nederland te voorzien.
Uitvoer van fokvee. De minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel heeft
aan „Het Nederlandsche Rundvee-Stam
boek" vergunning verleend, in het N. R. S.
ingeschreven runderen naar net buitenland
uit te voeren.
Afleiding voor de troepen. Teneinde den
troepen gedurende de a.s. feestdagen, dat er
geen verlof verleend wordt, eenige afleiding
te verschaffen is een bedrag over het
geheele leger ongeveer 5 cent per man
onder de troepen verdeeld, opdat het door
de commandanten bestemd kan worden
voor prijzen bij sportfeesten, voor het geven
van muziekuitvoeringen, voor het doen
bijwonen van vermakelijkheden en derge
lijke, al naar gelang de plaatselijke om
standigheden dit toelaten.
De Watersnood. In de omstreken
van Nieuwendam keert langzamerhand de
oude toestand weer terug. De weg naar
Zunderdorp, de z.g. Gouw, ligt weer droog,
evenals het dorpsgedeelte Meerweg. De
Nieuwe weg in het uitbreidingsplan is ook
weer uit het water te voorschijn gekomen
en blijkt de aanvallen van den water vijand
goed te hebben weerstaan. De weg heeft
niet veel geleden. De noodbrug, waarlangs
de bewoners van dit dorpsgedeelte hunne
overstroomde huizen bereikten, is gesloopt,
daar deze niet meer noodig is.
Het aan het N.-H. kanaal gelegen dorp
Watergang (gem. Landsmeer), dat den
Dinsdag na de overstrooming op last van
den burgemeester ontruimd is, ligt ook
weer boven water. De gevluchte bewoners
komen geleidelijk terug, teneinde weer hun
oude woning te betrekken. De binnenhui
zen zijn zeer beschadigd.
Naar wij vernemen, heeft zich een Com
missie gevormd tot regeling van de schade
door den watersnood in Zaandam en om
geving veroorzaakt. Dit comité zal worden
bijgestaan door verschillende sub-comité's.
Elk lid van het hoofdcomité is voorzitter
van een sub-comité. In deze comité's zul
len zitting hebben deskundigen op het
gebied van den landbouw, op dat van
huizen en van meubelen.
Het ligt echter in de bedoeling alleen
aan hen, die werkelijk noodlijdend zijn,
de geleden schade te vergoeden. Zij, die
zich zelf financieel kunnen redden, krijgen
ook al hebben zij schade geleden, geen
vergoeding.
Voorzitter van het hoofdcomité is de
oud-wethouder, de heer C. Th. Kamphuijs.
ALKMAAR.
NED. R. K. BOND VAN HANDELS-,
KANTOOR- EN WINKELBEDIENDEN.
Maandagavond vergaderde de Afdeeling
Alkmaar, onder leiding van den nieuw
benoemden voorzitter, den heer R. van
Mastrigt, in Café Peperkamp.
De voorzitter opende de verg. met den
Chr. Groet en een woord van welkom tot
de flink opgekomen leden, en dankte hen,
voor het in hem, in de vorige vergadering
gestelde vertrouwen, toen spreker door het
bedanken van den heer J. C. M. Burkunk
als voorzitter, voor deze functie werd ge
kozen. Spr. belooft zooveel mogelijk te
trachten, den Bond zoo te leiden, dat de
Bond in groei en bloei moge toenemen.
Spreker vraagt steun en medewerking
van de leden, dan zal de taak hem op
den duur gemakkelijk vallen. Spr. wenscht
dat de vergaderingen steeds flink bezocht
mogen worden, doch er moet niet gewerkt
worden, alleen door het bezoek van ver-
eMerinee" maar ook en voore1, daarbuiten
steeds propagandist zijn voor den Bond.
Tenslotte hoopt spr. dat de vereen, nog
lang de gewaardeerde steun van den afge
treden Voorz. mag genieten.
Van het Bondsbestuurwaren een 4-tal
voorstellen ingekomen, die allen per refe
rendum moesten worden behandeld.
Het voorstel 1 Concept-arbeids overeen
komst met den vrijgestelde, den heer A. v.
Hamersveld, Bondsvoorzitter, werd na
breedvoerige bespreking, met 4 stemmen
voor en 8 tegen, verworpen.
Daar voorstel 1, reeds veel tijd In beslag
genomen had, werd de behandeling van de
overige voorstellen, waarvan de uitslag vóór
25 Mei a.s. moeten worden ingezonden,
uitgesteld tot de volgende vergadering.
Hierna was aan de orde het benoemen
van een Propaganda-Commissie, ten doel
hebbende het aanwerven van nieuwe leden.
Tot deze commissie werden gekozen, de
heeren F. Beerends, A. Buissinck, H. Koll-
mer, P. Tromp en J. Verhagen.
De heeren Eberson en Leeuwenkamp
werden, met een toepasselijk woord als lid
geïnstalleerd.
Hierop volgde sluiting, met een woord
van dank voor de trouwe opkomst en met
den Christelijken groet.
door Rudolf Sfratz.
63
IIOOEDSTtlK XI.
'.r was mi, in het schemeruur voor
i leistavond, niets van het gewone geraas
Jen even in tie infanteriekazerne te Czen-
Is f'uitz. De trappen, die anders weergalm-
ly van het trappelen van zware laarzen,
I'gangen met haar lange rijen in rotten
I 'lande geweren, de kameris der manschap-
IPMi lagen verlaten. De pachter -van de
nantme beneden, en de vlooien in de stroo-
zakken hadden magere dagen. Bijna alle
[Soldaten waren met verlof. Alleen de
1,1 ,wat 'gebleven ;weezen, die thuis
oor niemand werden verwacht, kerels, die
I 1 uitgehaald hadden, gehuwde onderof-
'icieren.
I Be laatsten hadden in hun eetzaal een
lm t i ontstoken. Een verlotingstafel
geschenken stond er. naast. Ook de
mmandant der derde compagnie had er
lm'/- Pdaan: eel1 kistje sigaren. Eten
IC ?-JP met het Portret van den velde
zef'm-u antlHtariseh prachtwer„Kei-
1 finfie Groote in strijd en over-
1 miMrsri i?6 u^ftTe vded kem róet ge-
riil-eV -'r VVas do(>dar,m, met zijn tal-
Iman /"j i'- ^efc was ee;n 'kalme, ernstige
I jour' zi3'n Promotie tot inar
waeht twee vingers aan den rooden rand
van zijn pet en zei tot den hem vergezel-
lenden eersten luitenant zijner compagnie
„Morgen heeft u toch appèl voor den
kerkgang, beste MerkerLaat je oog
dan eens hier en daar over gaan.
Met onze feestdagen moeten wij gehuw
den in de bres springenonze beide
ongetrouwde heeren zijn natuurlijk naai
moeder thuis!"
„Om te dienen, kapitein!"
De beide officieren liepen door het win
terachtige stadje.' Sneeuw lag op de daken,
op de stukigereden straten, op het met
stroo bestrooide marktplein. In de verte
broedde de rook der fabriekssehoorsteenen
aan den grauwen hemel. Bonte hoofddoe
ken in liet rond, P'oolsche geluiden, stop
pelige paardjes voor kleine wagens, men
schen in omgekeerden schapenpels met
Slavische gezichtenmen bevond
zich aan de grens van Duitschland in den
uitersten hoek. Rusland» en Oostenrijk
vlak in de nabijheid.
Een ijzig koude wind kwam uit het Oos
ten, van de steppen en bossehen, over het
ingesneeuwde land, de breede, morsige
straten. Kapitein von Tarowski sloeg den
kraag van zijn paletot hoog op en zei na
-lang zwijgen:
„Hoe gaat het met uw vrouw, in Enge
land, beste MerkerHebt, ge betere
berichten over haar gezondheid gekre
gen
„Ja, kapitein!"
Als u schrijft, wil haar dan; ofschoon on
bekend, de beste wenschen van mij en
mijn vrouw overbrengen voor 'haar verder
herstel."
„Ik dank u zeer, kapitein!"
Weer waren de twee na deze weinige
woorden gewisseld te hebben, stil. De spo
ren van den compagnieschef klonken op
liet hobbelig plaveisel. Eindelijk begon hij1
niet zonder aarzeling: „Ja, vandaag heb
ben wij nu KerstmisIn het alge
meen fe het niet gebruikelijk verlof aan te
bieden. Ik was er vast van overtuigd,
dat u er ohi zoudt verzoeken!. De
overste ook. U zou het natuurlijk dadelijk
hebben gekregen.
„Ik ben toch ternauwernood weer drie
maanden in dienst kapitein
„Maar als men een zieke vrouw heeft
moeten achterlaten in het buitenland bij
haar familie, en hier als onbestorven we
duwnaar leeft. dan is dat toeh reden
genoeg om verlof te nemen. Het zou
mij zeer leed doen, als u het u daarom had
ontzegd.
Eerste luitenant Merker zweeg.
De ander vervolgde: „Want wat betreft
het uitstapje naar Engeland. de geld-
quaestie kan toch geen beletsel zijn, voor
iemand als u, van wien de roep uitgaat,
dat hij sprookjesachtig rijk is.
Hij lachte onbevangen in het besef van
zijn voor het geheele regiment en leger be
kende armoede, die hij met al den ernst
van zijn persoon met een zekeren humor
droeg. Die naast hem liep glimlachte ook.
Maar droevig'.
„Vindt u werkelijk, kapitein, dat ik hier
zoo grootscheeps optreed V'
„Neen, mijn waarde!" zei de heer vom
Tarowski oprecht. „Dat waarachtig niet!
Dat kan niemand betwisten! Die armelij
ke kamer, geschikt voor een eenjarige,
waarin u bij de kazerne woont. onze
beide andere 'heeren van de compagnie zou
den zulk een kwartier met verontwaardi
ging' v.an zich wijzen. Ik heb u reeds een
paar maai aan den eenen verwenden jon
gen das als Spartaansch voorbeeld ge
steld! Weer na een oogenblik stilte voeg
de hij er "aan toe: „Ik bedoel alleen, om
dat uit uw vroeger garnizoen zoo van al
lerhande werd gemompeldvan
auto. dienstpersoneel. Ik kan u zeg
gen, Merker, dat ik eerst eenigen schrik
kreeg, toen ik hoorde, dat gij mij waart
toegedacht. Nu. des te aangenamer
werd ik ontgoocheld!"
Hij bleef voor zijn huis staan en reikte
zijn luitenant hartelijk de hand.
„Ik hoop, dat- spoedig de zorg' over je
lieve vrouw je wordt ontnomen!
Groote God. wat heeft men anders
aan het leven?Geloof -mij, ik kan
met u «meevoelen als ik nu naar boven ga
naar mijn vrouw en kinderen. Gij gaat
vanavond zeker naar het Casino, Merker?"
„Neen, kapitein! Daar is mijn stem
ming niet naar!"
„Wat doet ge dan?"
„Ik blijf thuis."
„Alleen?"
„Ja."
De compagnieschef keek hem zwijgend
aan. Iets was er dat niet klopte. Dat ver
moedde nu gaandeweg zelfs hij, die anders
in zulke dingen de argeloosheid zelf was.
Helmut stond, reeds 'op het punt afscheid
te nemen. Hij bedwong zich en zei met
stokkende stem: „Ik wil niét zoo van u
weggaan, kapitein! Het .koimt mij. zoo be
lachelijk voor, dat ik altijd zoo. zoo.
comedie speel.
„Ik begrijp u niet, beste Merker!"
„Ik heb u zooveel te danken, kapitein.
meer dan ik onder woorden kan bren
gen. omdat het -meer buiten den
dienst ligt. en zonder bedoeling wordt
gedaan. Het werkt meer als een voor
beeld. Mijn vroegere compagnieschef
was daarin zoo anders. Zij 11 manier
heeft mij ook op den verkeerden weg ge
bracht. Nu vind ik hier integendeel
juist den rechten wegwijzer.
De heer von Tarowski lachte en was ver
baasd.
„Nu. dat verheugt mij .zeer, als
mijn onbeduidendheid,ik weet heel
niet hoe ik aan de eer kom. maar wat.
hebt ge nu eigenlijk op het hart?"
„Mij wordt steeds naar mijn vrouw ge
vraagd," zei luitenant Merker met moeite.
„MeMn praat altijd zoo over haai- ziek
zijn. Zij is, Goddank, gezond als een visch
in het water!. Zij. zit alleen maar 'in
Ehigeland bij. haar familie en mokt. Reeds
sedert drie maanden! Ik schaam mij te
moeten bekennen, dat. ik een Engelsche hot.
vrouw heb, die ik er niet toe kan brengen
mij in mijn garnizoen te volgen. Daarom
heb ik het sprookje van haar ziek zijn 'be
dacht
„Ach zoo
„Zij zal nog' wel komen! Ik hoop het
eiken dag. Zij houdt het op den duur zon
der mij niet uit. Maar zij denkt, ik ook
niet zonder haar! Daarom wacht. zij. Ik
ook. Wij schrijven elkaar dikwijls, maar
tot nu t'oe schreven wij elkaar slechts, dat
wij op ons stuk blijven staan. Intusschqn
zit ik hier als onbestorven weduwnaar.
„Dan betaalt ge uw in dienst komen,
duurder dan iemand wet, beste Merker 1"
„Ik doe daarmede voor veel van vroeger
boete, kapitein!"
(Wordt vervolgd).
-wmr.