No. 46. Donderdag- 20 April 1916 10ö Jaargang Zij& Engelsche vrouw. I bii^ doVeill0t de kazerne, legde voor de I' 'Poort, het geweerpresenteerende GOEDE VRIJDAG. Hulgbr.str. 6, Uitgave van de Nagmloeze Vennootschap „OSS BLAD". Alkmaar. Bureau: BSIIDSf 1A&T 12 Telefoon No. 433. ABONNEMENTSPRIJS Dit blad verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag. natensaus. feuilleton. than« in itaat, togen i de laatst uitgekomen ar een »e«r uitgebreide cent: BESPARING. □NS 75 ct. per kwartaal franco huis. 110 ct. met geïll. Zondagsblad bij vooruitbetaling. Afronderlijke nummers: van-de courant3 ct. van het Zondagsblad. 5 ct. ADVERTENTIËN: Van 15 regels50 ct. Elke regel meer 10 ct. Reclames per regel25 ct. Kleine adv.30 woorden bij vooruitbet. 30 ct. iblik maakte ik bet vatte ork mier één borrel aan k had die groats ellende nacht. Nooit had ik ioo in s&daeligen invloed van >p dat oogenblik. En ik andere had knnnen sj|n> even zou ijjn gevreeitals vil iQn nagedachten!» niet en dankbaar sQn, dat dit lareehuwd hesft voor een I 1 Jan i\)n verhaal voort' i£ hfl dien lomberen nacht orleefde, al die ellende t- voord aelde hij>Ik h'opi >en lee nit zult putten en ik zult vei mijden. Het 1* leiegd »Eéo borrel kan u ééa wordt er twee en .eet men de kracht aich' in en, zonder het zelf 19 men geleidelik een verhaal van Jan bad naakt. De hoorder* ver- r door de groote caféaaah weer op bet groene laken, itge lawaai «temming, die t had, wae verdwenen, ten middag langzamerhand en ingeapannen om hof varen er velen, die, 8e' voord, goede voornemen' oekomet. Wat een geheimen, wat een lijden, wat een liefde roept die dag niet voor onzen geest Nog kort geleden was Jezus een berg opgegaan, die daar lag langs den oever van het zuiver-blauwe meer. En de scharen waren Hem gevolgd. Hunne hadden zij aan Zijne voeten en Hij had ze genezen. Stom men spraken, kreupelen, wandelden, blinden zagen. En zij verheerlijkten den God van Israël. En duizenden za gen op naar Hem, hunne harten klop ten van dankbaarheid en zij jubelden en prezen Hem, Die hen weldeed. Dat was de liefde Gods. Het is enkele maanden later en weer klimt Jezus een berg op. Weer zie ik Hem hoog verheven. Ziet daar hangt Hij genageld aan het kruis, gemarteld en uitgebloed, Hij, die weldoende rond ging. Hoort, een koor van vloeken golft om hem. Zij spotten met Hem, Die hen spijzigde. Zij vervloeken Hem, Die hen genas, Zij kruisigen Hem, Die hen weldeed Dat is de wederliefde der menschen.En toch spreekt Hij, Die daar hangtVader, vergeef het hun". En als Hij Zijn leven gegeven heeft voor het volk, dan doorboort een lans- punt Zijn H. Hart en het laatste bloed valt op de aarde. Alles heeft Hij ge geven Dat is de vergelding van een I God i Op dien berg van Golgotha hebben de profeten in de toekomst gewezen. I Op dien berg hebben de Apostelen en de Martelaren in het verleden gewezeD. Op dezen heuvel wees de gansche he mel vol bewondering nederwaarts. Op dezen heuvel wees, onder het schuim I bekkend uitbraken van godslasterlijke vervloekingen, de gansche hel op waarts Rondom dezen heuvel draait W gescnuHems, aire ujd, alle eeu- wigheid Dat tooneel van smart en liefde heeft de geheele wereld in vervoering ge bracht en tot zich getrokken een tooneel, wat gewijde dichters van alle landen en tijden hebben getracht te bezingen, wat Michel Angelo en Ra phael en Leonardo de Vinei en alle J groote kunstenaars hebben gepoogd te schilderen, wat Bossuet en Masillon en alle groote redenaars hebben getracht te prediken. Jezus trok allen. O wonderbare macht des kruises, roept de H. Leo uit, o onbegrijpelijke glorie van het lijden. De Christus heeft alles tot zich getrokken, toen Hij de armen uitbreidde naar Zijn weerspan- nig volk en de gansche wereld Zijn j Majesteit heeft leeren kennen en be lijden. Christus heeft alles tot Zich getrokken, toen al de elementen luide der Joden misdaden veroordeelden, toen de hemellichamen zich het gelaat om- sluierden, toen de dag in nacht ver keerde, toen de aarde daverde en als opsprong van verontwaardiging. Christus heeft alles tot zich getrok ken, toen Hij, aan het kruis geklonken, het voorhangsel des tempels deed scheu ren en te kennen te geven, dat de figuren in werkelijkheid, de voorzegging in openbaring, de oude wet in het Evangelie, was overgegaan Christus heeft tot zich getrokken de Joden en de heidenen, door hen te dwingen Hem als God te erkennen en uit te roepen „Ja waarlijk, Deze is de Zoon Gods". De geschiedenis heeft Hij tot zich ge trokken, want Zijne geboorte heeft ze verdeeld in twee groote tijdvakken, Zonder het kruis van Golgotha blijft zij een gesloten boek. De wetenschap heeft Hij tot zich getrokken, want zij moet de knie buigen voor het kruis en erkennen, dat zij akelig ronddoolde, vóór de waarheid, die afstraalt van het kruis, haar verschenen was en dat zij wederom in de duisternis terecht komt, zoo zij de waarheid van Christus uit het oog verliest of ontkent De kunst heeft Hij tot zich getrokken, want haar hoogste inspiratie gaat uit van den Gekruisten op Calvarië. Maar vooral den mensch met zijn verstand en wil met Zijne neigingen en harts tochten blijft Christus aantrekken door de kracht Zijner waarheid en Zijner liefde. Hij begon met een der moorde naars, die met Jezus gekruisigd waren. De Heer heeft geen woord met hem gesproken, geen wonderen hem getoond, niets gezegd over het rijk der hemelen, noch gedreigd met de hel, en toch be leed de moordenaar, ^voor een woeden de menigte, wat Petrus niet had durven belijden voor eene dienstmaagd. Chris tus trok den heidenschen hoofdman en hij vertegenwoordigt allen, die in den Messias zullen gelooven; Hij trok de menigte, die door ontsteltenis op de borst klopte en schuld bekende en zij ver tegenwoordigt allen,. die op Christus zullen hopen om daardoor vergiffenis van hunne zonden te bekomen. Hij trok vooral Zijno vrienden, die door stonden, die eiken hamerslag in hun hart, elke bespotting in hunne zielen gevoelden, maar niettemin pal stonden bij het kruis. Zij vertegenwoordigen de duizenden, die J. C. zullen beminnen in alle eeuwen. Het geloof verheerlijkt God in den hoofd man, de hoop doet op de borst slaan, zooals bij de menigte op Golgotha, de liefde beschouwt en bemint, zooals bij de vrienden van Jezus in dat smarte lijk uur. 1 ui; Het Kruis van Golgotha heeft verder millioenen knieën doen buigen, millioenen harten veroverd. De geschiedenis der Kath. Kerk is niets anders dan de ze getocht van het kruis, van Golgotha uit, naar de uiteinden der aarde Zoo is het kruis van Golgotha de wereld doorgegaan, alles en allen tot zich trekkende, troostend en zegevierend als de kracht en de wijsheid Gods. Zoo prijkt het als een bron van geduld en liefde op al onze altaren, op al onze torenspitsen, bij de kruiswegen op onze velden, in de huis- en ontvangkamer van ieder echt katholiek huisgezin. Zoo staat het voor het oog van den kranke, bij de lijdenssponde of rust het in zijne stervende vingeren of aan de stervende lippen om den laatsten strijd te ver zoeten en het laatste offer m9t het offer van Golgotha te vereenigen. Zoo rijst het op onze kerkhoven als een teeken van hoop voor de dooden, als een bode vantroost voor de leven den. En die zegetocht van het kruis van Golgotha zal eerst eindigen op den laatsten dag Dan zal het teeken van den Menschenzoon aan den hemel ver schijnen als een zegeteeken van den Koning der eeuwen tot veroordeeling Zijner vijanden, tot jubel zijner vrien den het laatste en het grootste tafreel in de wereldgeschiedenis, het oordeel van levenden en dooden. i Wat een strijd is er geweest tegen het kruis van den Christus. Drie eeuwen lang heeft men het kruis verbannen naar dekatakomben Om de gedachtenis aan den Christus en Zijn kruis te ver nietigen, heeft men op de heilige kruin van Golgotha de beelden durven plaat sen van Jupiter en Yenus en nog helaas na 19 eeuwen van Christendom, keert onze maatschappij het kruis van Christus den rug toe, schaamt men zich iu Christus te gelooven en verbant men Zijn aandenken in vele staten uit alle oiffcieele instellingen. Toch zal het kruis zegevieren volgèns de belofte van Christus, die het laatste vonnis zal uitspreken en volgens het gelooven en het niet gelooven zal beloonen of straffen. En toen Jezus alles tot zich getrok ken had, ook in alle toekomstige eeuwen, was het uur voor den Godmensch ge slagen. Van,alle,kanten drong' de toe- 0JtidiïigLÜ lu UrOU-AlÜxi \Ji±L den heuveltop om te genieten van de laatste smarten van den Veroordeelde en te juichen in zijn dood Het zesde uur van den dag gaat slaandeze stond is plechtig boven allehet groote treur spel, waarbij de enge en, menschen, en duivelen toeschouwers zijn, het treur spel van den Godmensch nadert zijne ontknooping; tooneel van smart, dat de zon niet kan verdragen, diezelfde zon, die zonder een zweem van ontroe ring neerzag op den zondvloed, waarin wereld verdronk, die zonder een zweem van ontroering heeft neergezien op alle tooneelen van krijg en slachting, die de aarde in een poel van menscbenbloed heeft gedrenkt en nog drenkt, de Zon kan dat tooneel niet aanzien. Zij trekt een sluier van wolken over haar gelaat Zij deinst er voor terug, zij verschuilt zich. Het wordt donkerder op Gol gotha. Donkerder, totdat de omringende heuvekn verdwijnen Donkerder, totdat de torens van den tempel niet langer zichbaar zijn. Donkerder, totdat het opschrift boven het middelste kruis onzichtbaar wordt. Donkerder, totdat het hoofd van den stervenden Heer op zijne borst valt en Hij met Zijn laatsten ademtocht de woorden uitzucht: „Het is volbracht". Jezus is gestorven Priesters en Oversten des volks, Schriftgeleerden en Phariseërs. Gij gelooft Christus' rijk geëindigd integendeel Zijn rijk b9gint, Dat kruis, waarop gij Hem gehecht hebt, wordt van heden af de troon van den grooten Koning. Om dien troon zullen nederkielen vele volkeren der aarde, zooals Hij voorzegd heeft: „als Ik zal verheven zijn van de aarde, zal ik alles tot mij trekken". Alkmaar. H. VAN ERP S. O. P. BINNENLAND. NEDERLAND EN DE OORLOG. Afstaan van scheepsruimte. (Officieel bericht.) Door den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel zijn Zaterdag in conferentie ontvangen de directies van de Koninklijke Nederlandsche Stoombootmaat- maatschappij en van den Koninklijken Hollandschen Lloyd, die aan den minister kwamen mededeelen, dat voor het bunke ren in Engeland of in Engelsche kolen stations door de Britsche regeering geëischt werd het afstaan van 30 pCt. van de scheeps ruimte aan elke "maatschappij ten behoeve van de vaart op Engeland. De minister van landbouw, nijverheid en handel heeft bovengenoemden directies duidelijk te ver staan gegeven, dat de Nederlandsche scheeps ruimte beschikbaar moest blijven voor op- eisching door de Nederlandsche regeering en dat deze niet kon toelaten dat zou worden tekort gedaan aan de mogelijkheid om met Nederlandsche schepen in de eigen behoeften van Nederland te voorzien. Uitvoer van fokvee. De minister van Landbouw, Nijverheid en Handel heeft aan „Het Nederlandsche Rundvee-Stam boek" vergunning verleend, in het N. R. S. ingeschreven runderen naar net buitenland uit te voeren. Afleiding voor de troepen. Teneinde den troepen gedurende de a.s. feestdagen, dat er geen verlof verleend wordt, eenige afleiding te verschaffen is een bedrag over het geheele leger ongeveer 5 cent per man onder de troepen verdeeld, opdat het door de commandanten bestemd kan worden voor prijzen bij sportfeesten, voor het geven van muziekuitvoeringen, voor het doen bijwonen van vermakelijkheden en derge lijke, al naar gelang de plaatselijke om standigheden dit toelaten. De Watersnood. In de omstreken van Nieuwendam keert langzamerhand de oude toestand weer terug. De weg naar Zunderdorp, de z.g. Gouw, ligt weer droog, evenals het dorpsgedeelte Meerweg. De Nieuwe weg in het uitbreidingsplan is ook weer uit het water te voorschijn gekomen en blijkt de aanvallen van den water vijand goed te hebben weerstaan. De weg heeft niet veel geleden. De noodbrug, waarlangs de bewoners van dit dorpsgedeelte hunne overstroomde huizen bereikten, is gesloopt, daar deze niet meer noodig is. Het aan het N.-H. kanaal gelegen dorp Watergang (gem. Landsmeer), dat den Dinsdag na de overstrooming op last van den burgemeester ontruimd is, ligt ook weer boven water. De gevluchte bewoners komen geleidelijk terug, teneinde weer hun oude woning te betrekken. De binnenhui zen zijn zeer beschadigd. Naar wij vernemen, heeft zich een Com missie gevormd tot regeling van de schade door den watersnood in Zaandam en om geving veroorzaakt. Dit comité zal worden bijgestaan door verschillende sub-comité's. Elk lid van het hoofdcomité is voorzitter van een sub-comité. In deze comité's zul len zitting hebben deskundigen op het gebied van den landbouw, op dat van huizen en van meubelen. Het ligt echter in de bedoeling alleen aan hen, die werkelijk noodlijdend zijn, de geleden schade te vergoeden. Zij, die zich zelf financieel kunnen redden, krijgen ook al hebben zij schade geleden, geen vergoeding. Voorzitter van het hoofdcomité is de oud-wethouder, de heer C. Th. Kamphuijs. ALKMAAR. NED. R. K. BOND VAN HANDELS-, KANTOOR- EN WINKELBEDIENDEN. Maandagavond vergaderde de Afdeeling Alkmaar, onder leiding van den nieuw benoemden voorzitter, den heer R. van Mastrigt, in Café Peperkamp. De voorzitter opende de verg. met den Chr. Groet en een woord van welkom tot de flink opgekomen leden, en dankte hen, voor het in hem, in de vorige vergadering gestelde vertrouwen, toen spreker door het bedanken van den heer J. C. M. Burkunk als voorzitter, voor deze functie werd ge kozen. Spr. belooft zooveel mogelijk te trachten, den Bond zoo te leiden, dat de Bond in groei en bloei moge toenemen. Spreker vraagt steun en medewerking van de leden, dan zal de taak hem op den duur gemakkelijk vallen. Spr. wenscht dat de vergaderingen steeds flink bezocht mogen worden, doch er moet niet gewerkt worden, alleen door het bezoek van ver- eMerinee" maar ook en voore1, daarbuiten steeds propagandist zijn voor den Bond. Tenslotte hoopt spr. dat de vereen, nog lang de gewaardeerde steun van den afge treden Voorz. mag genieten. Van het Bondsbestuurwaren een 4-tal voorstellen ingekomen, die allen per refe rendum moesten worden behandeld. Het voorstel 1 Concept-arbeids overeen komst met den vrijgestelde, den heer A. v. Hamersveld, Bondsvoorzitter, werd na breedvoerige bespreking, met 4 stemmen voor en 8 tegen, verworpen. Daar voorstel 1, reeds veel tijd In beslag genomen had, werd de behandeling van de overige voorstellen, waarvan de uitslag vóór 25 Mei a.s. moeten worden ingezonden, uitgesteld tot de volgende vergadering. Hierna was aan de orde het benoemen van een Propaganda-Commissie, ten doel hebbende het aanwerven van nieuwe leden. Tot deze commissie werden gekozen, de heeren F. Beerends, A. Buissinck, H. Koll- mer, P. Tromp en J. Verhagen. De heeren Eberson en Leeuwenkamp werden, met een toepasselijk woord als lid geïnstalleerd. Hierop volgde sluiting, met een woord van dank voor de trouwe opkomst en met den Christelijken groet. door Rudolf Sfratz. 63 IIOOEDSTtlK XI. '.r was mi, in het schemeruur voor i leistavond, niets van het gewone geraas Jen even in tie infanteriekazerne te Czen- Is f'uitz. De trappen, die anders weergalm- ly van het trappelen van zware laarzen, I'gangen met haar lange rijen in rotten I 'lande geweren, de kameris der manschap- IPMi lagen verlaten. De pachter -van de nantme beneden, en de vlooien in de stroo- zakken hadden magere dagen. Bijna alle [Soldaten waren met verlof. Alleen de 1,1 ,wat 'gebleven ;weezen, die thuis oor niemand werden verwacht, kerels, die I 1 uitgehaald hadden, gehuwde onderof- 'icieren. I Be laatsten hadden in hun eetzaal een lm t i ontstoken. Een verlotingstafel geschenken stond er. naast. Ook de mmandant der derde compagnie had er lm'/- Pdaan: eel1 kistje sigaren. Eten IC ?-JP met het Portret van den velde zef'm-u antlHtariseh prachtwer„Kei- 1 finfie Groote in strijd en over- 1 miMrsri i?6 u^ftTe vded kem róet ge- riil-eV -'r VVas do(>dar,m, met zijn tal- Iman /"j i'- ^efc was ee;n 'kalme, ernstige I jour' zi3'n Promotie tot inar waeht twee vingers aan den rooden rand van zijn pet en zei tot den hem vergezel- lenden eersten luitenant zijner compagnie „Morgen heeft u toch appèl voor den kerkgang, beste MerkerLaat je oog dan eens hier en daar over gaan. Met onze feestdagen moeten wij gehuw den in de bres springenonze beide ongetrouwde heeren zijn natuurlijk naai moeder thuis!" „Om te dienen, kapitein!" De beide officieren liepen door het win terachtige stadje.' Sneeuw lag op de daken, op de stukigereden straten, op het met stroo bestrooide marktplein. In de verte broedde de rook der fabriekssehoorsteenen aan den grauwen hemel. Bonte hoofddoe ken in liet rond, P'oolsche geluiden, stop pelige paardjes voor kleine wagens, men schen in omgekeerden schapenpels met Slavische gezichtenmen bevond zich aan de grens van Duitschland in den uitersten hoek. Rusland» en Oostenrijk vlak in de nabijheid. Een ijzig koude wind kwam uit het Oos ten, van de steppen en bossehen, over het ingesneeuwde land, de breede, morsige straten. Kapitein von Tarowski sloeg den kraag van zijn paletot hoog op en zei na -lang zwijgen: „Hoe gaat het met uw vrouw, in Enge land, beste MerkerHebt, ge betere berichten over haar gezondheid gekre gen „Ja, kapitein!" Als u schrijft, wil haar dan; ofschoon on bekend, de beste wenschen van mij en mijn vrouw overbrengen voor 'haar verder herstel." „Ik dank u zeer, kapitein!" Weer waren de twee na deze weinige woorden gewisseld te hebben, stil. De spo ren van den compagnieschef klonken op liet hobbelig plaveisel. Eindelijk begon hij1 niet zonder aarzeling: „Ja, vandaag heb ben wij nu KerstmisIn het alge meen fe het niet gebruikelijk verlof aan te bieden. Ik was er vast van overtuigd, dat u er ohi zoudt verzoeken!. De overste ook. U zou het natuurlijk dadelijk hebben gekregen. „Ik ben toch ternauwernood weer drie maanden in dienst kapitein „Maar als men een zieke vrouw heeft moeten achterlaten in het buitenland bij haar familie, en hier als onbestorven we duwnaar leeft. dan is dat toeh reden genoeg om verlof te nemen. Het zou mij zeer leed doen, als u het u daarom had ontzegd. Eerste luitenant Merker zweeg. De ander vervolgde: „Want wat betreft het uitstapje naar Engeland. de geld- quaestie kan toch geen beletsel zijn, voor iemand als u, van wien de roep uitgaat, dat hij sprookjesachtig rijk is. Hij lachte onbevangen in het besef van zijn voor het geheele regiment en leger be kende armoede, die hij met al den ernst van zijn persoon met een zekeren humor droeg. Die naast hem liep glimlachte ook. Maar droevig'. „Vindt u werkelijk, kapitein, dat ik hier zoo grootscheeps optreed V' „Neen, mijn waarde!" zei de heer vom Tarowski oprecht. „Dat waarachtig niet! Dat kan niemand betwisten! Die armelij ke kamer, geschikt voor een eenjarige, waarin u bij de kazerne woont. onze beide andere 'heeren van de compagnie zou den zulk een kwartier met verontwaardi ging' v.an zich wijzen. Ik heb u reeds een paar maai aan den eenen verwenden jon gen das als Spartaansch voorbeeld ge steld! Weer na een oogenblik stilte voeg de hij er "aan toe: „Ik bedoel alleen, om dat uit uw vroeger garnizoen zoo van al lerhande werd gemompeldvan auto. dienstpersoneel. Ik kan u zeg gen, Merker, dat ik eerst eenigen schrik kreeg, toen ik hoorde, dat gij mij waart toegedacht. Nu. des te aangenamer werd ik ontgoocheld!" Hij bleef voor zijn huis staan en reikte zijn luitenant hartelijk de hand. „Ik hoop, dat- spoedig de zorg' over je lieve vrouw je wordt ontnomen! Groote God. wat heeft men anders aan het leven?Geloof -mij, ik kan met u «meevoelen als ik nu naar boven ga naar mijn vrouw en kinderen. Gij gaat vanavond zeker naar het Casino, Merker?" „Neen, kapitein! Daar is mijn stem ming niet naar!" „Wat doet ge dan?" „Ik blijf thuis." „Alleen?" „Ja." De compagnieschef keek hem zwijgend aan. Iets was er dat niet klopte. Dat ver moedde nu gaandeweg zelfs hij, die anders in zulke dingen de argeloosheid zelf was. Helmut stond, reeds 'op het punt afscheid te nemen. Hij bedwong zich en zei met stokkende stem: „Ik wil niét zoo van u weggaan, kapitein! Het .koimt mij. zoo be lachelijk voor, dat ik altijd zoo. zoo. comedie speel. „Ik begrijp u niet, beste Merker!" „Ik heb u zooveel te danken, kapitein. meer dan ik onder woorden kan bren gen. omdat het -meer buiten den dienst ligt. en zonder bedoeling wordt gedaan. Het werkt meer als een voor beeld. Mijn vroegere compagnieschef was daarin zoo anders. Zij 11 manier heeft mij ook op den verkeerden weg ge bracht. Nu vind ik hier integendeel juist den rechten wegwijzer. De heer von Tarowski lachte en was ver baasd. „Nu. dat verheugt mij .zeer, als mijn onbeduidendheid,ik weet heel niet hoe ik aan de eer kom. maar wat. hebt ge nu eigenlijk op het hart?" „Mij wordt steeds naar mijn vrouw ge vraagd," zei luitenant Merker met moeite. „MeMn praat altijd zoo over haai- ziek zijn. Zij is, Goddank, gezond als een visch in het water!. Zij. zit alleen maar 'in Ehigeland bij. haar familie en mokt. Reeds sedert drie maanden! Ik schaam mij te moeten bekennen, dat. ik een Engelsche hot. vrouw heb, die ik er niet toe kan brengen mij in mijn garnizoen te volgen. Daarom heb ik het sprookje van haar ziek zijn 'be dacht „Ach zoo „Zij zal nog' wel komen! Ik hoop het eiken dag. Zij houdt het op den duur zon der mij niet uit. Maar zij denkt, ik ook niet zonder haar! Daarom wacht. zij. Ik ook. Wij schrijven elkaar dikwijls, maar tot nu t'oe schreven wij elkaar slechts, dat wij op ons stuk blijven staan. Intusschqn zit ik hier als onbestorven weduwnaar. „Dan betaalt ge uw in dienst komen, duurder dan iemand wet, beste Merker 1" „Ik doe daarmede voor veel van vroeger boete, kapitein!" (Wordt vervolgd). -wmr.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1916 | | pagina 1