Tabak van 3. R. lenss
No. 53.
Zaterdag 6 Mei 1916.
10e Jaargang
SjaEngelsche vrouw
A. l.OHMAN RtNCKfINS m
Uitgave van de Naamlooxe
Tennootsebap „ONS BLAD"
Alkmaar.
Bureau: BflEKDSÏBAAT 12.
Telefoon No. 433.
Dit blad verschijnt Dinsdag
Donderdag en Zaterdag
OORLOGSWINST.
Als T weer vrede is
ABONNEMENTSPRIJS
^,75 ct. per kwartaal franco huis.
110 ct. met geïll. Zondagsblad
vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers
van de courant3 c:.
van het Zondagsblad. 5
bij
ct.
ADVERTENTIE^:
Van 1—5 regels50 ct.
Elke regel meer10 ct.
Reclames per regel25 ct.
Kleine adv.30 woorden bij vooruitbet. 30 ct.
Wat 'kunnen groote menschem groot
althans in, het oog van de massai toch
vaak nietig klein zijn- inderdaad
't Is bekend, dat vanwege de Regeering
een wetsvoorstel is ingediend' tot het heffen
van «en oorlogswinstbelasting: dat brengt
veel moeilijkheden mee, als men; deze wet
rechtvaardig will doen werken; en moei
lijkheden oplossen, dat kost tijd.
Wat gebeurt er nu in dezen tijd voor
en tijdens de behandeling van dit voorstel?
Zij, die hun zakken opdikken met de
zoo echt buitenkansjesachtige oorlogswinst,
zij hebben die koppen bij elkaar gestoken
èn, van overall bereiken petitie*» die
Tweede Kamer, of men toch hiermede zal
willen rekening houden, of men toch; dit
well in aanmerking zal nemen; allerlei spits
vondigheden debuteert men och|! 't klinkt
toch zoo kinderachtig, als je weet, dat
iedereen begrijpt, waar 'm, de schoen
wringt.
Angstvallig beschermend houden de
winst-gelukkigen: met beide handen hun
geldpot omklemd: zóó zien we die men-
schen staan, als wij lezen, dat de zaak
door een bepaalde groep van oorltags-
winners weer eens „van een andere zijde
beschouwd" isAllemaal angst, dat er
iets uit diat hoog gevulde potje zal ge
grepen worden!
Er zijn natuurlijk gunstige uitzonderin
gen, maar dat zijn niet z ij, die allerlei
uitvluchten bedenken.
Nog veel te weinig wordt, ook in onzen
kring, nagedacht over de gevolgen, die,
na het 'herstel van den vrede, uit den door
leefden oorlogstoestand' zullen voortvloeien,
zegt „De Standaard".
Toch zullen de naweeën een zeer beden
kelijk karakter dragen.
Niet aanstonds in het voorjaar, als in
het najaar de vrede gesloten zal zijn, maar
na afloop van de eerste gisting, die van
zelf onmiddellijk uit het ophouden van den
oorlog zal voortvloeien. Laat het desnoods
nog twee jaar na bet herstel van den
vrede meeloopen, maar dan zal naar alle
waarschijnlijkheid! de crisis, voor de deur
staan.
Gelijk het nu toegaat, is financieel 't hek
van den dam. We zwemmen in de milu
lioenen en hoe hoog ook telkens weer de
tekorien klimmen, er kan altoos weer ge
leend, en om die leening te dekken, ver
hoogt men doodeenvoudig de som, die uit
de belastingen moet komen.
Waar in de Staten-Generaal gemeenlijk
tot .over een luttele halve ton letterlijk
gebakkeleid wordt, gaan thans aanvragen
van vier, vijf millioen ct grif door.
En blijkt dan al spoedig, dat 't leven
in dezen tijd voor den arbeider niet alleen,
maar ook voor den kleinen burger te duur
gaat worden, zoodat zélfs de zuinigste
huishoudster niet meer rond komt, welnu
dan daagt er uit alle hoeken steun en
hulp. Vooral „dluurtetoeslag" is de gelief
koosde term geworden.
FEUILLETON.
door Rudolf Stratz.
Zoolang nu die; oorlog aanhoudt, loopt
dat wel. Immers het is nu eenmaal een
abnormale toestand.
Maar natuurlijk moet, zoo als de vrede
weer wordt ingeluid, schier op staanden
voet dat abnormale weer in het normale
worden omgezet.
Alle „Steuncomité" valt dan weg. Van
duurtetoeslag is dan geen sprake meer.
Met den oorlogstoestand1 is het dan. uit.
En dan komen de naweeën.
Onze Staatsschuld staat dus in 't Zenith.
Rente en aflossing zullen kolossale sommen
blijven vorderen. De grootere gemeenten
zijn dan boven haar kerf gegaan en moeten
allerlei tekorten inhalen. De oorlogswinst
heeft dlan uit. De prijzen der producten
zullen dalen. En niet alleen de Gemeen
ten en het Rijk, maar althans in de jiiet-
rijke kringen, ook de gezinsfinandiën, zul
len geheel1 in de war zijn geraakt. E.n, de
vraag: Wie zal dat betalen? zal ons let
terlijk gaan martelen.
Handel, Scheepvaart en Nijverheid zullen
dan wel weer opleven, maar van de tasten
zal niets afgaan: eer zullen ze nog stijgen.
En wat niet minder zorgen zal baren is
het niet te loochenen feit, dat onze
Defensie hier en; in de Oost, opnieuw
schatten, zal vorderen.
Na Napoleons, val volgden er ook in
ons land zoo; armelijke dagen.
Thans zal 't weinig beter loopen. Zoo
niet n,og erger.
't Heeft zijn nut ook zóó de zaken
eens te bezien, niet om niet vurig em God
smeekend naar den vrede te verlangen,
dloch om voorbereid te zijn op den juisten
tijd, door zich een» goed' in de komende
omstandigheden i n te denken.
BINNENLAND.
NEDERLAND EN DE OORLOG.
Het tot zinken brengen van
de „Berkelstroom".
(Officieel.) Bet onderzoek vanwege het
Departement van Marine ingesteld inzake
het tot zinken brengen van het Neder-
landsche s.s. „Berkelstroom" van de Hol-
Jandsche Stoomboot-Maatschappij op; 24
April j.l. in de Noordzee, heeft uitgemaakt:
dat genoemd stoomschip door twee Duit-
sche onderzeebooten, waarvan een gemerkt
U. 0. 18, des morgens te 4 u. 45 is aange
houden;
dat de scheepspapieren, uitwijzen, dat de
lading van ongeveer 600 ton, behoudens-
enkele fazondertijke colli, bestonden, ui,t:
pi®. 450 ton stroocarton, 1000 ballen
cacao en 300 manden versiche vischi (te
zamen minder dan 100 ton gewicht) en 4
mailzaken.
De bestemming van het schip was
Londen.
Het schip werd op pil®. 4 zeemijlen
afstand door een der onderzeebooten idioor
3 scherpe schoten, gewaarschuwd. Nadat
gestopt was, werd op sein, van die onder
zeeboot een sloep gestreken om: die scheeps
papieren, te toedien.
Na het onderzoek besloot de onderzee
boot de „Bierkelstroom" tot zinken te bren
gen ;en seinde „Verlaat zoo spoedig mo
gelijk het schip". Daarop zijn de overige
sloepen gestreken, waarin de geheelle be
manning en de gezagvoerder het schip ver
lieten.
De gezagvoerder is naar een der onder
zeebooten geroeid en heeft nog getracht
70; ..l
Hij stormde1 de kamer uit Hij Iep bui
ten als een zminelooze, miet tranen iitn de
oogen, door nacht en sneeuw in de stilte
van den heilagen avond door die staidl rond.
En pas na vele uren ging hij maar huis.
Op van het nachtwaken, met blauwe scha
duwen ondier de oogleden, hield hij den
volgenden morgen het appèl voor de kerk
gangers. Daarna was hij vrij van dienst
Hij snelde van het kazerneplein maar het
hotel en vroeg maar mevrouw Merker. De
portier keek hem verbaasd aan. De beide
dames waren reeds uren geleden vertrokken
met dien eersten morgentrein, die reeds als
het nog hailf nacht was, hier passeerde.
Wist de luitenant dat niet?
Helmut Merker wendde zich zwijgend om
en liep langzaam op dien grond ziende,
als een nachtwandelaar maar zijn woning.
Daar llag op de' tafel een brief van Edith,
'die in zijn afwezigheid was afgegeven.
„ik heb het mijne gedaan. Werkelijk bet
uiterste. Ondanks dat wi ik nog mieer
dioen. Ik ben vanavond miet mother ih
©Briijn, in het hotel; waar jij en ik, op
onzen autotcht ook zijn geweest. Daar
zal ik nog vier en twintig uur op je
wacjhten! Ik smeek je, 'Balie, vind den
weg naar jnij ,en naar mijn hart!"
De woorden, die de oompagiesctoef gis
teren had gesproken, klonken, in zijn ooren
„Waarom neemt ga eigenlijk geien kerst-*
Verlof naar Engeland, beste Merker? Dat
krijgt ga dadelijkOok nu nog. Dat
wist hij. Hij behoefde zijn dienstkleeren
slechts aan te trekken, naar den kaipteiin
te gaan, den majoor ;en den overste. Nu,
op dezen- feestdag, trof hij de heereti
dien thuis. .In een uur was het gedaan.
Hij kom nog gemakkelijk pakken, en den
midldiagsineltrein nemen. Dan was hij tegen;
middernacht in Berlijn. Hij zou zijn vrouw
nog op vinden, alls hij baar tijdig telegra
feerde.
De oppasser was, in de kerk. Hij opende
zei, nog altijd afgetrokken, de kast, nam
zijn uniform er uit, haalde den bélim uit de
doos, zette dien op wierp een onder-
zoekenden blik in den spiegel zoo
nu kqm hij gaan. Waarneen? Zijn
voeten' verroerden zich niet van, de plaats.
Hij stond. Hij keek recht vooruit
zijn lippen bewogen zich. Hi ijzei overluid,
wat hij dacht: Als ze je, in Berlijn heb
ben, dan hebben1 ze je al half in Londen.
Dan is er geen tegenhouden meer. Dan
kan je je 'niet meer verzetten. Daarvoor
heb je je vrouw veel te lief! Veel meer
dan zij weet! H,et is bet begin van het
einde! Neem je in acht voor je zwakke
oogenblik. Neen!
Hij nam zijn helm weer van het hoofd,
deed hem, in de doos. Hij verwisselde de
uniform met zijn huisbuisje. Deze onver
schillige handelingen waren .als ©etn sym-
byooh ,Ik blijf hier. Ik blijf Dtdtsch!
Hij stond voor het iraam ;en keek naar de
besneeuwde-, wt fonkelende daiken. Zijin
ziel was niet zoo hard alls zijn wil. Die
weende. En to,ch be-zat zij den 'troost:
Het is voor ons beider bestwil! Alleen op
deze wijze zullen, wij het zeker eenmaal
eens worden. Zoo waar als de zon- ginds
aan, den ochtendheinel' staat, betreedt mijn
ALKMAAR, Tel. -276, Steenenbrüg 1 Verör. .Öorö).Ly9 .e- a
den Duitschen commandant te bewegen,
om het schip te sparen, omdat het grootste
deel der lading „vrije go-aderen" was. Hij
bood aan zoo noodig de cacao- en de ver-
schie visob over boord te zetten, hetgeen
door den Duitschen commandant niet werd
aangenomen. Deze bleef bij zijne meening,
dat het schip vernietigd moest worden,
waarna de tweede onderzeeër het schip tot
zinken1 ging brengen.
Wegens het lekken van een dier sloepen
en hat opkomen van onstuimige zee, heeft
de gezagvoerder nogmaals getracht voor
de veiligheid van de bemanning een beroep
te doen op den Duitschen commandant om
bet schip te sparen. Deze heeft toen aan
geboden de sloepen naar Noord-Hin
der te steepen, doch na een kwar
tier varen, naderde een vijandelijk vlieg
tuig, dat de steepende onderzeeboot aan
viel, 'dlie daarop onderdook. De sleeptros
werd losgegooid, dochbleef hangen in
het tuig van de onderzeeboot; door het
snijden van de sleeptrossen voorkwam men
in de sloepen, dat deze onderwater ge
trokken werden.
Daarop is in de sloepen; zeil gezet naar
de Britsche kust en werden de inzitten
den te 10 u. 15 door den Britschen krui
ser „Penelope" opgepikt en naar Har
wich gebracht.
De afvaart naar Indlë.
De gezagvoerders van de stoomschepen
„Koningin der Nederlanden" en „Grotius",
op reis van Amsterdam naar Batavia, sein
den eergistermiddag 1 uur 11 min. draad
loos-: „Alles wel".
Belasting op oorlogswinst.
De sociaal-democratische fractie der
Tweede Kamer heeft een amendement inge
diend, om, behoudens uitzonderingen, de
oorlogswinstbelasting te stellen op 50 o/o,
terwijl het wetsontwerp 30 o/o voorstelt.
Dit amendement zal volgens „de Tel."
niet alleen bij de rechterzijde, maar ook
bij de vrijzinnigen on ernstige bezwaren
stuiten. Het is zoo goed als zeker, dat
het cijfer van- '30 niet zal worden
gewijzigd, noch naar onderen, noch naar
boven.
Regeeringsgraan.
Volgens een V. D.-bericht hebben, dezer
dagen in Noord-Amerikaansche havens een
groot aantal schepen, graan, geladen voor
onze regeering. De Engelsche regeering
heeft de verzekering gegeven, dat "zij die
ladingen spoedig zal doorlaten, zoodat, bui
tengewone omstandigheden voorbelh,ouden,
voor onzen graanvoorraad geen vrees'be
hoeft te bestaan.
Geïnterneerd.
Gisteren is bij Sluis, ijuist over die Ne-
derlandsche grens, een Engelsche vlieg
machine geland. De inzittende luitenant
Green Smit is geïnterneerd.
Kamerverkiezing Weert.
Donderdag had in, het district Weert
de herstemming plaats voor de verkiezing
van een -lid der Tweede Kamer (vacature
wijlen jhr. tnr. V, de Stuers).
Uitgebracht werden 5904 geldige stam
vrouw den weg, die tot mij leidt. Ik voel
slechts: ik doe voor mij en mijn geweten
het juiste. God moge het besturen!
HOOFDSTUK XII.
De season was in de eerste dagen van
Mei in Londen, begonnen, een pronkfeest,
niet van de stad, niet van het eilandenrijk,
maar van de geheelle Angelsaksische we
reld een reusachtige vereendging van
alles wat op aarde Engelsch sprak, Engeïschi
voelde, Engelsch dacht. De Yankee Croe
sus, en de' mijnkoning van Zuid-Afrika,
de Australische arbeidersleidêr, de Cana
dees en de Boer, de gele en, de bruine men-
schen, Egyptisch; prinsen, Indische vorsten
met tulband en diaimantengefJonker, Chi-
neesche mandarijen, Jaapnsche edelen, vul
den als in de tijden van het oude Rome,
de hoofdstad van een vijfde der wereld,
huisden in tot onder toet dak gevulde
hotels, hoorden Itaïiaansche zangkoniingen
en Duitsche Wagneropera's in, Covent Gar
den, zagen de Russische danseressen, de
Fransche tooneelspelers, de Britsche ren
paarden, genoten het duurste uit het duur
ste van wat de aarde maar bood en keken
met eerbied naar de Lords op, die in
versteende majesteit hun vierspannen, en au
tomobielen door de corso, van 'Hydepark
menden.
Daar waren de rijen stoelen, aan beide
zijden van de breede wegen- door die gras
velden zwart van menschen. Daar tusscben
golfde het gewemel van ruiters en ama
zonen, klonk die hoorn van den, automo
biel, 't hoorngeschal van de mailcoach, rol
de het lint van levende- weelde onophoude
lijk, plechtig ïn bet rond over Rotten-Row
en Cadliesmite, «en wapenschouw van den
men, waarvan op mr. dir. Van Goenen-
diaei; griffier der Staten van OverijseJ, te
Zwolle, 2959 en op Mr. F. W. Kolk
man, burgemeester van Weert, 2965 stem
men, zoodat gekozen is mr. dr» H'. van
Groen endael.
De Brulnbroodregeling.
Men herinnert zich, wat wij dezer dagen
omtrent dit onderwerp opmerkten»; nu heeft
het lid van de Tweede Kamer, de heer
Van der Voort van Zijp, de» volgende
vragen gericht tot den Minister van Land
bouw, Nijverheid en Handel:
Is het juist, dat de Minister verklaard
beeft, dat' Regeeringsiroeel zal worden ge
weigerd aan die bakkerspatroons, welke
ter zake van het mindere werk en, de min
dere verdienste bij het vervaardigen van
uitsluitend bruin brood personeel zouden
moeten ontstaan
Indien het antwoord o»p deze vraag be
vestigend luidt, ligt het dan; in de be
doeling van den Minister aan die bak
kerspatroons, welke arbeiders in dienst hou
den ook dan wanneer zij te;n gevolge
van de bruinbroodmaatregelen van den Mi
nister geen arbeid voor hen hebben, uit
's Rijks kas ©ene tegemoetkoming te ver-
Je,enen in het uit te keeren toon, of heeft
de Minister het voornemen uit 's Rijks
kas een schadevergoeding uit te keeren
aan die arbeiders in het bakkersbedrijf,
welke ten gevolge» van de bruinbrood
maatregelen van den Minister werkloos
zulten zijn geworden?
Heeft de Minister bezwaar ,e»r tegen, dat
de werkelijk aanwezige voorraad blbem
verwerkt wordt tot klein brood, ook in
dien de Regeering d»e regeling der distri
butie aan zich houdt? Zoo neen, is de
Minister bereid hiervoor alsnog toestem
ming te verleenen?
Watersnood.
De Algemeene Vereenigdle Commissie
tot Leniging van Rampen door Watersnood
in Nederland had Donderdag in, totaal ont
vangen f 2.463.656.12.
Na de Watersnood.
Het water is in de laatste dagen
veel gezakt, zoodlat bijna het normale peil
in bereikt. Overal liggen dan ook dé lan
derijen weer boven, veelal met een laagje
slijk bedekt. Ook zijn, alle wegen weer
begaanbaar, uitgezonderd voor rij- en voer
tuigen. De meeste wegen hebben niet veel
geleden en zullen dan ook weer spoedig
voor het rijverkeer worden opengesteld.
De weg van Monnikendam naar Overleek
staat nog gedeeltelijk onder water. Met
het uitmalen van die Monnikmeer moet
gewacht worden tot diezen weg geheel
boven isj daar hij tot ringdijk van dezen
polder dient. De weg van Monnikendam
naar Biroek in Waterland is ook weer in
den ouden toestand.
In de gemeente Katwoude zijn» alle bewo
ners ook teruggekeerd ;em is dezer dagen
de schooi heropend.
Het motorgemaal, dlat diende voor het
leegmaten van den polder Langendijk, heeft
eenigen tijd niet kunnen malen, waardoor
de landerijen; weer onder water kwamen.
Broek in Waterland heeft weer zijn oude
aanzien» teruggekregen.
Aan 't Schouw (gem. Landsmeer) zijn ook
allé bewoners weer aanwezig. De boerde
rijen langs- dien Westelijken Kanaaldijk zijn
grcotendeels bewoond. De zuiger, welke
de Buikstot,ermeer zat, leegmalen, is deze.'
dagen aangekomen» en heeft zijn ligplaats
in het Noord-Ho,lil. Kanaal tusschen Buik
sloot en de Slechter. Het droogmalen, zal
5 weken duren.
BUITENLAND.
De duikbootenoorlog.
Volgens een; Lloydis-bericht uit Corunna
is het Spaansch stoomschip „Vinifredia",
groot 1441 ton, den 30en April gezonken.
De bemanning is op één na gered. Naai
de meening van den kapitein is het ge
torpedeerd.
Het stadhuis te Rijssel verbrand.
Het stadhuis van Rijssel is, naar de
aldaar verschijnende oorlogscourant meldt,
Zaterdag in vlammen opgegaan. De aan
gerichte schade is niet gemakkelijk te
schatten, daar er een groot aantal oude
schiidereijn, meubelen en andere historische
antiquiteiten' mede verbrand zijn. Van de
historische bibliotheek der stad is tenmin
ste 1/3 door de Duitsche soldaten gered.
De economische toestand in Spanje.
D© economische toestand van Spanje
wordt steeds kritieker. De vereenigiing van
metaalfabrikanten) heeft verkllaiard, dat het
bedrijf ten gevolge vanepschaarschte aan
en duurte van grondstoffen en brandmate
riaal, tijdelijk zal moeten, worden stop ge
zet. De overheid tracht den nood van» de
armen te lenigen door regeeringsaankoo-
pen van graan en voedingsmiddelen uit
bet buitenland, die voor lage prijzen aan
de bevolking kunnen worden; verstrekt.
Voornamelijk in de provincies Valencia, An-
dalusië, Kastilië en Asturië is de nood
het grootst. Het gemeentebestuur van Ma
drid heeft dertien duizend werkloozen, ge
holpen, die door het sluiten der fabrie
ken hun werkkring hadden verloren.
Egyptische troepen naar Frankrijk?
Een Grieksche mailboot met Grieken, aan
boord, die uit Egypte waren gevlucht, is
in dien Pireaeus aangekomen. Reizigers aan
boord vertellen, dat de Entente met koorts
achtig,en ijver arbeidt, om, de troepen, die
aande Dardanelillen hebben gevochten en
thans voor bet grootste gedeelte in Egypte
zijn, naar Marseille over te brengen. Er
zijn ruim 150 stoomschepen, in Egyptische
havens bijeengebracht. Tot dusverre zijn
reeds 100.000 man naar Marseille over
gebracht.
Oorlogsleed.
Wij ontleenen aan een beschrijving van
P. Fabian,us in; „de Tijd'':
Dat er ontzaglijk veel geleden wordt,
behoef ik wel niet te zeggen. Lichamelijk
lijden en zieiesmart hebben zich over de
natie opgehoopt tot bergen van mateloos
wee. Niemand verbergt bet, niemand ont
veinst het: trouwens elke poging dlaartoe
zou hopeloos zijn.
Dat de dood door de eindelooze vlak
ten van het Duitsche rijk is rondgegaan en
er de dierbaren heeft weggerukt eni de
bloem der jongelingschap heeft wegge
maaid, wordt u duidelijk, zoodra ge op
straat komt.
Hoeveel vrouwen, jonge, krachtige vrou
wen, en hoevele moeders, jonge krachtige
moeders dragen haar zware leed, met
ALKMAARSCHE
HOOGFIJNE KWALITEIT
weredlomspanmenden rijkdom, zooals die
Slechts op deze eene plaats en gedurende
deze paar weken te zien is.
De oude John Wilding zat in zijn auto
mobiel, op den bok zat een gladgeschoren
lakei met over elkaar geslagen armen naast
den chauffeur, en keek zielloos in de zon.
Tegenover hem op de voorbank zijn vrouw
en zijn oudste dochter, Jane Mac Comtek,
beiden opgesierd, 'met het societylhchije om
den imond, naar rechts en links groetend,
wenkend, knikkend; diep buigend ah iets
bijzonders kwam. Édith Merker, die naast
haar vader zat, keek bleek ,en afgemat.
Zij was stemmig, bijna in halven rouw ge
kleed Zij sloeg ternauwernood! acht op
de kermis d'er ijdalheid, die om haar heen
rolde, draafde, 'lachte. Zij vergait niet al
toen bekende beeren, maar ook oudere
dames te groeten. Zij zag hen; niet. Haar
gedachten waren elders.
„Ik gelloof, dat pa slaaptzei zij ein
delijk tegen 'moeder en zuster. IHiet was haar
eerste woord ha langen tijd. Werkelijk,
da stiie oude heer had de oogen weer
geslotenGeen wonder: van dan morgen
tot laat in den middag, dat geldimakee in
de city..,,, hu die slaapwekkende, zware
luchtmaar daar schrikte hij vajizdf
op: het plaveisel van Park Lane, waarlangs
zij zoo juist reden, slechts gescheiden door
'het ijzeren hek van die sitraden der stad,
was vol schreeuwende cour an tenjongens
Zij zwaaiden de no-g van drukinkt vochtige
bladen
„Verscherping wan 't conflict (met Duitsch-
land in de Perzische Golf. De premier komt
vanavond van 'zijn slot in de; stad teurg
veor de zitting van; bet parlement
„Stop!" zei John Witdiing mat. De auto-
hield stil. De knecht vloog op een wenk
van zijn heer van den bok, en kwam na
©en oogenblik met een nummer terug. De
grijze Cityman nam het, sloeg het open
en Jas onder het verder rijden de teje-
gramkolom.
Die dames verschrikten. De oudie heer
steunde plotseling zacht, tiet de courant
uit de hand vallen en zonk ineen. Zijn
mond was open. Zijn hoofd voorover. Het
'zag ;er erg uit. Het leek een beroerte.
Of ten minste een flauwte. Maar hij was
bij het bewustzijn. Hij prevelde wat on
verstaanbaars bij zichzelf. Zijn. lippen beef
den zenuwachtig qrider den dunnen grijzen
baard.
v j .(Wbrdit vervolgd.).