Tabak van 3. R. lenss No. 53. Zaterdag 6 Mei 1916. 10e Jaargang SjaEngelsche vrouw A. l.OHMAN RtNCKfINS m Uitgave van de Naamlooxe Tennootsebap „ONS BLAD" Alkmaar. Bureau: BflEKDSÏBAAT 12. Telefoon No. 433. Dit blad verschijnt Dinsdag Donderdag en Zaterdag OORLOGSWINST. Als T weer vrede is ABONNEMENTSPRIJS ^,75 ct. per kwartaal franco huis. 110 ct. met geïll. Zondagsblad vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers van de courant3 c:. van het Zondagsblad. 5 bij ct. ADVERTENTIE^: Van 1—5 regels50 ct. Elke regel meer10 ct. Reclames per regel25 ct. Kleine adv.30 woorden bij vooruitbet. 30 ct. Wat 'kunnen groote menschem groot althans in, het oog van de massai toch vaak nietig klein zijn- inderdaad 't Is bekend, dat vanwege de Regeering een wetsvoorstel is ingediend' tot het heffen van «en oorlogswinstbelasting: dat brengt veel moeilijkheden mee, als men; deze wet rechtvaardig will doen werken; en moei lijkheden oplossen, dat kost tijd. Wat gebeurt er nu in dezen tijd voor en tijdens de behandeling van dit voorstel? Zij, die hun zakken opdikken met de zoo echt buitenkansjesachtige oorlogswinst, zij hebben die koppen bij elkaar gestoken èn, van overall bereiken petitie*» die Tweede Kamer, of men toch hiermede zal willen rekening houden, of men toch; dit well in aanmerking zal nemen; allerlei spits vondigheden debuteert men och|! 't klinkt toch zoo kinderachtig, als je weet, dat iedereen begrijpt, waar 'm, de schoen wringt. Angstvallig beschermend houden de winst-gelukkigen: met beide handen hun geldpot omklemd: zóó zien we die men- schen staan, als wij lezen, dat de zaak door een bepaalde groep van oorltags- winners weer eens „van een andere zijde beschouwd" isAllemaal angst, dat er iets uit diat hoog gevulde potje zal ge grepen worden! Er zijn natuurlijk gunstige uitzonderin gen, maar dat zijn niet z ij, die allerlei uitvluchten bedenken. Nog veel te weinig wordt, ook in onzen kring, nagedacht over de gevolgen, die, na het 'herstel van den vrede, uit den door leefden oorlogstoestand' zullen voortvloeien, zegt „De Standaard". Toch zullen de naweeën een zeer beden kelijk karakter dragen. Niet aanstonds in het voorjaar, als in het najaar de vrede gesloten zal zijn, maar na afloop van de eerste gisting, die van zelf onmiddellijk uit het ophouden van den oorlog zal voortvloeien. Laat het desnoods nog twee jaar na bet herstel van den vrede meeloopen, maar dan zal naar alle waarschijnlijkheid! de crisis, voor de deur staan. Gelijk het nu toegaat, is financieel 't hek van den dam. We zwemmen in de milu lioenen en hoe hoog ook telkens weer de tekorien klimmen, er kan altoos weer ge leend, en om die leening te dekken, ver hoogt men doodeenvoudig de som, die uit de belastingen moet komen. Waar in de Staten-Generaal gemeenlijk tot .over een luttele halve ton letterlijk gebakkeleid wordt, gaan thans aanvragen van vier, vijf millioen ct grif door. En blijkt dan al spoedig, dat 't leven in dezen tijd voor den arbeider niet alleen, maar ook voor den kleinen burger te duur gaat worden, zoodat zélfs de zuinigste huishoudster niet meer rond komt, welnu dan daagt er uit alle hoeken steun en hulp. Vooral „dluurtetoeslag" is de gelief koosde term geworden. FEUILLETON. door Rudolf Stratz. Zoolang nu die; oorlog aanhoudt, loopt dat wel. Immers het is nu eenmaal een abnormale toestand. Maar natuurlijk moet, zoo als de vrede weer wordt ingeluid, schier op staanden voet dat abnormale weer in het normale worden omgezet. Alle „Steuncomité" valt dan weg. Van duurtetoeslag is dan geen sprake meer. Met den oorlogstoestand1 is het dan. uit. En dan komen de naweeën. Onze Staatsschuld staat dus in 't Zenith. Rente en aflossing zullen kolossale sommen blijven vorderen. De grootere gemeenten zijn dan boven haar kerf gegaan en moeten allerlei tekorten inhalen. De oorlogswinst heeft dlan uit. De prijzen der producten zullen dalen. En niet alleen de Gemeen ten en het Rijk, maar althans in de jiiet- rijke kringen, ook de gezinsfinandiën, zul len geheel1 in de war zijn geraakt. E.n, de vraag: Wie zal dat betalen? zal ons let terlijk gaan martelen. Handel, Scheepvaart en Nijverheid zullen dan wel weer opleven, maar van de tasten zal niets afgaan: eer zullen ze nog stijgen. En wat niet minder zorgen zal baren is het niet te loochenen feit, dat onze Defensie hier en; in de Oost, opnieuw schatten, zal vorderen. Na Napoleons, val volgden er ook in ons land zoo; armelijke dagen. Thans zal 't weinig beter loopen. Zoo niet n,og erger. 't Heeft zijn nut ook zóó de zaken eens te bezien, niet om niet vurig em God smeekend naar den vrede te verlangen, dloch om voorbereid te zijn op den juisten tijd, door zich een» goed' in de komende omstandigheden i n te denken. BINNENLAND. NEDERLAND EN DE OORLOG. Het tot zinken brengen van de „Berkelstroom". (Officieel.) Bet onderzoek vanwege het Departement van Marine ingesteld inzake het tot zinken brengen van het Neder- landsche s.s. „Berkelstroom" van de Hol- Jandsche Stoomboot-Maatschappij op; 24 April j.l. in de Noordzee, heeft uitgemaakt: dat genoemd stoomschip door twee Duit- sche onderzeebooten, waarvan een gemerkt U. 0. 18, des morgens te 4 u. 45 is aange houden; dat de scheepspapieren, uitwijzen, dat de lading van ongeveer 600 ton, behoudens- enkele fazondertijke colli, bestonden, ui,t: pi®. 450 ton stroocarton, 1000 ballen cacao en 300 manden versiche vischi (te zamen minder dan 100 ton gewicht) en 4 mailzaken. De bestemming van het schip was Londen. Het schip werd op pil®. 4 zeemijlen afstand door een der onderzeebooten idioor 3 scherpe schoten, gewaarschuwd. Nadat gestopt was, werd op sein, van die onder zeeboot een sloep gestreken om: die scheeps papieren, te toedien. Na het onderzoek besloot de onderzee boot de „Bierkelstroom" tot zinken te bren gen ;en seinde „Verlaat zoo spoedig mo gelijk het schip". Daarop zijn de overige sloepen gestreken, waarin de geheelle be manning en de gezagvoerder het schip ver lieten. De gezagvoerder is naar een der onder zeebooten geroeid en heeft nog getracht 70; ..l Hij stormde1 de kamer uit Hij Iep bui ten als een zminelooze, miet tranen iitn de oogen, door nacht en sneeuw in de stilte van den heilagen avond door die staidl rond. En pas na vele uren ging hij maar huis. Op van het nachtwaken, met blauwe scha duwen ondier de oogleden, hield hij den volgenden morgen het appèl voor de kerk gangers. Daarna was hij vrij van dienst Hij snelde van het kazerneplein maar het hotel en vroeg maar mevrouw Merker. De portier keek hem verbaasd aan. De beide dames waren reeds uren geleden vertrokken met dien eersten morgentrein, die reeds als het nog hailf nacht was, hier passeerde. Wist de luitenant dat niet? Helmut Merker wendde zich zwijgend om en liep langzaam op dien grond ziende, als een nachtwandelaar maar zijn woning. Daar llag op de' tafel een brief van Edith, 'die in zijn afwezigheid was afgegeven. „ik heb het mijne gedaan. Werkelijk bet uiterste. Ondanks dat wi ik nog mieer dioen. Ik ben vanavond miet mother ih ©Briijn, in het hotel; waar jij en ik, op onzen autotcht ook zijn geweest. Daar zal ik nog vier en twintig uur op je wacjhten! Ik smeek je, 'Balie, vind den weg naar jnij ,en naar mijn hart!" De woorden, die de oompagiesctoef gis teren had gesproken, klonken, in zijn ooren „Waarom neemt ga eigenlijk geien kerst-* Verlof naar Engeland, beste Merker? Dat krijgt ga dadelijkOok nu nog. Dat wist hij. Hij behoefde zijn dienstkleeren slechts aan te trekken, naar den kaipteiin te gaan, den majoor ;en den overste. Nu, op dezen- feestdag, trof hij de heereti dien thuis. .In een uur was het gedaan. Hij kom nog gemakkelijk pakken, en den midldiagsineltrein nemen. Dan was hij tegen; middernacht in Berlijn. Hij zou zijn vrouw nog op vinden, alls hij baar tijdig telegra feerde. De oppasser was, in de kerk. Hij opende zei, nog altijd afgetrokken, de kast, nam zijn uniform er uit, haalde den bélim uit de doos, zette dien op wierp een onder- zoekenden blik in den spiegel zoo nu kqm hij gaan. Waarneen? Zijn voeten' verroerden zich niet van, de plaats. Hij stond. Hij keek recht vooruit zijn lippen bewogen zich. Hi ijzei overluid, wat hij dacht: Als ze je, in Berlijn heb ben, dan hebben1 ze je al half in Londen. Dan is er geen tegenhouden meer. Dan kan je je 'niet meer verzetten. Daarvoor heb je je vrouw veel te lief! Veel meer dan zij weet! H,et is bet begin van het einde! Neem je in acht voor je zwakke oogenblik. Neen! Hij nam zijn helm weer van het hoofd, deed hem, in de doos. Hij verwisselde de uniform met zijn huisbuisje. Deze onver schillige handelingen waren .als ©etn sym- byooh ,Ik blijf hier. Ik blijf Dtdtsch! Hij stond voor het iraam ;en keek naar de besneeuwde-, wt fonkelende daiken. Zijin ziel was niet zoo hard alls zijn wil. Die weende. En to,ch be-zat zij den 'troost: Het is voor ons beider bestwil! Alleen op deze wijze zullen, wij het zeker eenmaal eens worden. Zoo waar als de zon- ginds aan, den ochtendheinel' staat, betreedt mijn ALKMAAR, Tel. -276, Steenenbrüg 1 Verör. .Öorö).Ly9 .e- a den Duitschen commandant te bewegen, om het schip te sparen, omdat het grootste deel der lading „vrije go-aderen" was. Hij bood aan zoo noodig de cacao- en de ver- schie visob over boord te zetten, hetgeen door den Duitschen commandant niet werd aangenomen. Deze bleef bij zijne meening, dat het schip vernietigd moest worden, waarna de tweede onderzeeër het schip tot zinken1 ging brengen. Wegens het lekken van een dier sloepen en hat opkomen van onstuimige zee, heeft de gezagvoerder nogmaals getracht voor de veiligheid van de bemanning een beroep te doen op den Duitschen commandant om bet schip te sparen. Deze heeft toen aan geboden de sloepen naar Noord-Hin der te steepen, doch na een kwar tier varen, naderde een vijandelijk vlieg tuig, dat de steepende onderzeeboot aan viel, 'dlie daarop onderdook. De sleeptros werd losgegooid, dochbleef hangen in het tuig van de onderzeeboot; door het snijden van de sleeptrossen voorkwam men in de sloepen, dat deze onderwater ge trokken werden. Daarop is in de sloepen; zeil gezet naar de Britsche kust en werden de inzitten den te 10 u. 15 door den Britschen krui ser „Penelope" opgepikt en naar Har wich gebracht. De afvaart naar Indlë. De gezagvoerders van de stoomschepen „Koningin der Nederlanden" en „Grotius", op reis van Amsterdam naar Batavia, sein den eergistermiddag 1 uur 11 min. draad loos-: „Alles wel". Belasting op oorlogswinst. De sociaal-democratische fractie der Tweede Kamer heeft een amendement inge diend, om, behoudens uitzonderingen, de oorlogswinstbelasting te stellen op 50 o/o, terwijl het wetsontwerp 30 o/o voorstelt. Dit amendement zal volgens „de Tel." niet alleen bij de rechterzijde, maar ook bij de vrijzinnigen on ernstige bezwaren stuiten. Het is zoo goed als zeker, dat het cijfer van- '30 niet zal worden gewijzigd, noch naar onderen, noch naar boven. Regeeringsgraan. Volgens een V. D.-bericht hebben, dezer dagen in Noord-Amerikaansche havens een groot aantal schepen, graan, geladen voor onze regeering. De Engelsche regeering heeft de verzekering gegeven, dat "zij die ladingen spoedig zal doorlaten, zoodat, bui tengewone omstandigheden voorbelh,ouden, voor onzen graanvoorraad geen vrees'be hoeft te bestaan. Geïnterneerd. Gisteren is bij Sluis, ijuist over die Ne- derlandsche grens, een Engelsche vlieg machine geland. De inzittende luitenant Green Smit is geïnterneerd. Kamerverkiezing Weert. Donderdag had in, het district Weert de herstemming plaats voor de verkiezing van een -lid der Tweede Kamer (vacature wijlen jhr. tnr. V, de Stuers). Uitgebracht werden 5904 geldige stam vrouw den weg, die tot mij leidt. Ik voel slechts: ik doe voor mij en mijn geweten het juiste. God moge het besturen! HOOFDSTUK XII. De season was in de eerste dagen van Mei in Londen, begonnen, een pronkfeest, niet van de stad, niet van het eilandenrijk, maar van de geheelle Angelsaksische we reld een reusachtige vereendging van alles wat op aarde Engelsch sprak, Engeïschi voelde, Engelsch dacht. De Yankee Croe sus, en de' mijnkoning van Zuid-Afrika, de Australische arbeidersleidêr, de Cana dees en de Boer, de gele en, de bruine men- schen, Egyptisch; prinsen, Indische vorsten met tulband en diaimantengefJonker, Chi- neesche mandarijen, Jaapnsche edelen, vul den als in de tijden van het oude Rome, de hoofdstad van een vijfde der wereld, huisden in tot onder toet dak gevulde hotels, hoorden Itaïiaansche zangkoniingen en Duitsche Wagneropera's in, Covent Gar den, zagen de Russische danseressen, de Fransche tooneelspelers, de Britsche ren paarden, genoten het duurste uit het duur ste van wat de aarde maar bood en keken met eerbied naar de Lords op, die in versteende majesteit hun vierspannen, en au tomobielen door de corso, van 'Hydepark menden. Daar waren de rijen stoelen, aan beide zijden van de breede wegen- door die gras velden zwart van menschen. Daar tusscben golfde het gewemel van ruiters en ama zonen, klonk die hoorn van den, automo biel, 't hoorngeschal van de mailcoach, rol de het lint van levende- weelde onophoude lijk, plechtig ïn bet rond over Rotten-Row en Cadliesmite, «en wapenschouw van den men, waarvan op mr. dir. Van Goenen- diaei; griffier der Staten van OverijseJ, te Zwolle, 2959 en op Mr. F. W. Kolk man, burgemeester van Weert, 2965 stem men, zoodat gekozen is mr. dr» H'. van Groen endael. De Brulnbroodregeling. Men herinnert zich, wat wij dezer dagen omtrent dit onderwerp opmerkten»; nu heeft het lid van de Tweede Kamer, de heer Van der Voort van Zijp, de» volgende vragen gericht tot den Minister van Land bouw, Nijverheid en Handel: Is het juist, dat de Minister verklaard beeft, dat' Regeeringsiroeel zal worden ge weigerd aan die bakkerspatroons, welke ter zake van het mindere werk en, de min dere verdienste bij het vervaardigen van uitsluitend bruin brood personeel zouden moeten ontstaan Indien het antwoord o»p deze vraag be vestigend luidt, ligt het dan; in de be doeling van den Minister aan die bak kerspatroons, welke arbeiders in dienst hou den ook dan wanneer zij te;n gevolge van de bruinbroodmaatregelen van den Mi nister geen arbeid voor hen hebben, uit 's Rijks kas ©ene tegemoetkoming te ver- Je,enen in het uit te keeren toon, of heeft de Minister het voornemen uit 's Rijks kas een schadevergoeding uit te keeren aan die arbeiders in het bakkersbedrijf, welke ten gevolge» van de bruinbrood maatregelen van den Minister werkloos zulten zijn geworden? Heeft de Minister bezwaar ,e»r tegen, dat de werkelijk aanwezige voorraad blbem verwerkt wordt tot klein brood, ook in dien de Regeering d»e regeling der distri butie aan zich houdt? Zoo neen, is de Minister bereid hiervoor alsnog toestem ming te verleenen? Watersnood. De Algemeene Vereenigdle Commissie tot Leniging van Rampen door Watersnood in Nederland had Donderdag in, totaal ont vangen f 2.463.656.12. Na de Watersnood. Het water is in de laatste dagen veel gezakt, zoodlat bijna het normale peil in bereikt. Overal liggen dan ook dé lan derijen weer boven, veelal met een laagje slijk bedekt. Ook zijn, alle wegen weer begaanbaar, uitgezonderd voor rij- en voer tuigen. De meeste wegen hebben niet veel geleden en zullen dan ook weer spoedig voor het rijverkeer worden opengesteld. De weg van Monnikendam naar Overleek staat nog gedeeltelijk onder water. Met het uitmalen van die Monnikmeer moet gewacht worden tot diezen weg geheel boven isj daar hij tot ringdijk van dezen polder dient. De weg van Monnikendam naar Biroek in Waterland is ook weer in den ouden toestand. In de gemeente Katwoude zijn» alle bewo ners ook teruggekeerd ;em is dezer dagen de schooi heropend. Het motorgemaal, dlat diende voor het leegmaten van den polder Langendijk, heeft eenigen tijd niet kunnen malen, waardoor de landerijen; weer onder water kwamen. Broek in Waterland heeft weer zijn oude aanzien» teruggekregen. Aan 't Schouw (gem. Landsmeer) zijn ook allé bewoners weer aanwezig. De boerde rijen langs- dien Westelijken Kanaaldijk zijn grcotendeels bewoond. De zuiger, welke de Buikstot,ermeer zat, leegmalen, is deze.' dagen aangekomen» en heeft zijn ligplaats in het Noord-Ho,lil. Kanaal tusschen Buik sloot en de Slechter. Het droogmalen, zal 5 weken duren. BUITENLAND. De duikbootenoorlog. Volgens een; Lloydis-bericht uit Corunna is het Spaansch stoomschip „Vinifredia", groot 1441 ton, den 30en April gezonken. De bemanning is op één na gered. Naai de meening van den kapitein is het ge torpedeerd. Het stadhuis te Rijssel verbrand. Het stadhuis van Rijssel is, naar de aldaar verschijnende oorlogscourant meldt, Zaterdag in vlammen opgegaan. De aan gerichte schade is niet gemakkelijk te schatten, daar er een groot aantal oude schiidereijn, meubelen en andere historische antiquiteiten' mede verbrand zijn. Van de historische bibliotheek der stad is tenmin ste 1/3 door de Duitsche soldaten gered. De economische toestand in Spanje. D© economische toestand van Spanje wordt steeds kritieker. De vereenigiing van metaalfabrikanten) heeft verkllaiard, dat het bedrijf ten gevolge vanepschaarschte aan en duurte van grondstoffen en brandmate riaal, tijdelijk zal moeten, worden stop ge zet. De overheid tracht den nood van» de armen te lenigen door regeeringsaankoo- pen van graan en voedingsmiddelen uit bet buitenland, die voor lage prijzen aan de bevolking kunnen worden; verstrekt. Voornamelijk in de provincies Valencia, An- dalusië, Kastilië en Asturië is de nood het grootst. Het gemeentebestuur van Ma drid heeft dertien duizend werkloozen, ge holpen, die door het sluiten der fabrie ken hun werkkring hadden verloren. Egyptische troepen naar Frankrijk? Een Grieksche mailboot met Grieken, aan boord, die uit Egypte waren gevlucht, is in dien Pireaeus aangekomen. Reizigers aan boord vertellen, dat de Entente met koorts achtig,en ijver arbeidt, om, de troepen, die aande Dardanelillen hebben gevochten en thans voor bet grootste gedeelte in Egypte zijn, naar Marseille over te brengen. Er zijn ruim 150 stoomschepen, in Egyptische havens bijeengebracht. Tot dusverre zijn reeds 100.000 man naar Marseille over gebracht. Oorlogsleed. Wij ontleenen aan een beschrijving van P. Fabian,us in; „de Tijd'': Dat er ontzaglijk veel geleden wordt, behoef ik wel niet te zeggen. Lichamelijk lijden en zieiesmart hebben zich over de natie opgehoopt tot bergen van mateloos wee. Niemand verbergt bet, niemand ont veinst het: trouwens elke poging dlaartoe zou hopeloos zijn. Dat de dood door de eindelooze vlak ten van het Duitsche rijk is rondgegaan en er de dierbaren heeft weggerukt eni de bloem der jongelingschap heeft wegge maaid, wordt u duidelijk, zoodra ge op straat komt. Hoeveel vrouwen, jonge, krachtige vrou wen, en hoevele moeders, jonge krachtige moeders dragen haar zware leed, met ALKMAARSCHE HOOGFIJNE KWALITEIT weredlomspanmenden rijkdom, zooals die Slechts op deze eene plaats en gedurende deze paar weken te zien is. De oude John Wilding zat in zijn auto mobiel, op den bok zat een gladgeschoren lakei met over elkaar geslagen armen naast den chauffeur, en keek zielloos in de zon. Tegenover hem op de voorbank zijn vrouw en zijn oudste dochter, Jane Mac Comtek, beiden opgesierd, 'met het societylhchije om den imond, naar rechts en links groetend, wenkend, knikkend; diep buigend ah iets bijzonders kwam. Édith Merker, die naast haar vader zat, keek bleek ,en afgemat. Zij was stemmig, bijna in halven rouw ge kleed Zij sloeg ternauwernood! acht op de kermis d'er ijdalheid, die om haar heen rolde, draafde, 'lachte. Zij vergait niet al toen bekende beeren, maar ook oudere dames te groeten. Zij zag hen; niet. Haar gedachten waren elders. „Ik gelloof, dat pa slaaptzei zij ein delijk tegen 'moeder en zuster. IHiet was haar eerste woord ha langen tijd. Werkelijk, da stiie oude heer had de oogen weer geslotenGeen wonder: van dan morgen tot laat in den middag, dat geldimakee in de city..,,, hu die slaapwekkende, zware luchtmaar daar schrikte hij vajizdf op: het plaveisel van Park Lane, waarlangs zij zoo juist reden, slechts gescheiden door 'het ijzeren hek van die sitraden der stad, was vol schreeuwende cour an tenjongens Zij zwaaiden de no-g van drukinkt vochtige bladen „Verscherping wan 't conflict (met Duitsch- land in de Perzische Golf. De premier komt vanavond van 'zijn slot in de; stad teurg veor de zitting van; bet parlement „Stop!" zei John Witdiing mat. De auto- hield stil. De knecht vloog op een wenk van zijn heer van den bok, en kwam na ©en oogenblik met een nummer terug. De grijze Cityman nam het, sloeg het open en Jas onder het verder rijden de teje- gramkolom. Die dames verschrikten. De oudie heer steunde plotseling zacht, tiet de courant uit de hand vallen en zonk ineen. Zijn mond was open. Zijn hoofd voorover. Het 'zag ;er erg uit. Het leek een beroerte. Of ten minste een flauwte. Maar hij was bij het bewustzijn. Hij prevelde wat on verstaanbaars bij zichzelf. Zijn. lippen beef den zenuwachtig qrider den dunnen grijzen baard. v j .(Wbrdit vervolgd.).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1916 | | pagina 1