Tabak van J. B. lenss
10e Jaargang
No. 81
Zaterdag 15 Juli 1916.
TALifA
Zijn Engelsche vrouw
i
ft LÖMMSN REÏ
DIT BLAD VERSCHIJNT DINSDAG,
DONDERDAG EN ZATERDAG.
Uitgave van de Naamlooze
Vennootschap „ONS BLAD"
ALKMAAR.
Bar.: BREEDSTRAAT 12.
Telefoon No. 433.
ONS
ABONNEMENTSPRIJS
Per kwartaal franco huis. 90 ct-
Met geilt. Zondagsblad 125 ct.
bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers:
van de courant 3 ct.
van het Zondagsblad 5 ct.
ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels50 ct.
Elke regel meer,10 ct.
Reclames per regel25 ct.
Kleine adv.: 30 woorden bij vooruitbet. 30 ct.
Een dapper, doch vooral een verstandig
strijder voor onze goede beginselen en
voor onze goede belangen is van ons héén-
gegaan; en, gelijlk altoos, eerst nu
bij het scheiden gevoelen wij met
fierheid, welk een man wiji in oud-minister
Tatma bezaten; eerst nu gevoelen wij met
weemoed, vvèik een man wij voor allen
tijd in hem zulten missen.
Tragisch was zijn verscheiden. Terwijl
de kamp om Talma's hoofdwerk nog niet
is geluwd, wordt hij zelf afgelost. Toch
is zijn arbeid in geenen deelle vruchteloos
geweest .Lang nog zat zijn goede geest
een bezieling zijn van .onze groote sociale
beweging. Van Taltoia kan niet gezegd
wordlen, dat hij; toen de hooige plaats der
eere was ingenomen, en ook nadien, den
kring vengat, waarin hij vroeger met liefde
heeft gearbeid. Integendeel
Trouw was de karaktertrek van dezen
groote onder ons. Arbeiden om Gods wille,
ondanks teleurstelling en miskenning.
En daarom, zijn arbeid is niet ijdel ge
weest
In de sociale beweging zal inen Talma
bijna niet kunnen missen. Den man,-die
gezag had. en wiens adviezen zoo gaarne
werden gevolgd.
Alle bladlen van welke richting ook
zij brengen hulde aan den persoon van
Talma, aan zijn krachtig lieven en streven,
In de volfe kracht des levens, zoo ge
denkt hem „H|et Centrum", als de beide
Rjegouts, die met hem deel uitmaakten
van het ministerie-Heemskerk, is ds. Talma
heengegaan. Zijn. verscheiden is al even
tragisch, als dat zijner vooumqlige ambt-
genoioten, Werd van hen voor de. Rechter
zijde en de nationale zaak nog' veel, nog
héél veel verwacht, niet minder van hem.
Hij was een man- van buitengewone qua-
iiteilen, als geschapen voor den. strijd in
de 'hfena van het staatkundige leven.
Eenigermate deed hij1 idoor zijn forsdhe
verschijning, de onversaagdheid van zijn
optreden, de breedé opvaltendie piliaats, die
hij ter Rechterzijde innam, aan Schaepntan
denken. En zijns was ook een groote
veelzijdigheid van kennen, kunnen ein weten,
«en bewonderenswaardige slagvaardigheid,
imponeerende werkkracht, tneesleepende
welsprekendheid. Ook van hem kon wor
den getujgd, dlat hij versierde en op hoo-
ger plan bracht, al wat hij aanroerde,.
Hij was een dier figuren, die- vèr uitste
ken boven hun omgeving, en tegen wie
pariijigenooten en vrienden met vertrouwen,
tegenstanders pret beduchtheid, maar allen
te zamen met gewilde of ongewilde rvaar-
deering en erkenning zijher superioriteit
v opzien
En in het „HMdL" schrijft een mede
werker:
Nu ligt die fiere, krachtige gestalte op
lief doodsbed1 gestrekt
W,at was het een vreugde, Talma fe zien
in de volle kracht van den maranelijken
leeftijd! In het openbaar altijd monter, altijd
opgewekt, een groóte forsehe figuur, wien
het was aan te zien, dat hij genóót van
i het rijke leven in het midden van- zijn
jaren is hij geveld,...
Duizenden onzer landgenooten hebben
deze week dagelijks met apgst de krant
opgenomen om te zien, hoe het met hem
stond, duizenden zijn met hun gedladhten
aan zijn sponde geweest. Want Talkna was
FEUILLETON.
door Rudolf Stratz.
een man, die. de sympathieën van zijn
medestanders wist te wekken em vast te
houden. En het vertrouwen, In de, anti
revolutionaire partij was er zeker geen, na
dr. Kuyper, zoo 'geliefd; maar welke anti
revolutionair tegen dir. Kuyper bezwaren
mocht hebben en grieven, tegen Talma had
men dlie niet. En de mannen van Patrimo
nium, die, Gereformeerden de mcesten, in
de kerk van de ethische richting, waartoe
hij behoorde, niets moeten hebben, droegen
hun socialen voorman op die handen.
Hij' was een moedig man.
Zelfs' „Hlet Volk", dat voor eenigen tijd
zoo minderwaardig, zoo kakbaar zich uit
liet over den gevallen strijder in ons kamp,
zelfs „Het Volk" weet Taftna bij zijn tra
gisch verscheiden te betreuren:
Aan het graf van dezen man staan de
strijdiers van de moderne arbeidersbewe
ging, die zoo vaak en zoo fel met hem heb
ben gestreden, en gedenken niet alleen zijn
groote gaven, maar ook zijn sterke sym
pathie met hun klasse. Want diit was het
karakteristieke van Talma; dlat hem onder
scheidde van 'bijna alle buigedüjke her
vormers: hij zag met vreugde de ontwa
king tot zelfstandig gevoelen, denken en
handden in de arbeidterswereMl Afc in
„Patrimonium" dé- droefenis om Talma diie-
per en feller is dan om welk ander verlies
ook, dan is bet omdat niemand' die chris
telijke arbeidlers dichter bij de democratie
heeft gebracht dan hij',...
Déze groote man is wedier heengegaan;
waarlijk, 't zal1 zwaar valen hem1 te mis
sen hetgteen ons dWïngt te bidden
„Gbd'. geef ons mannen, geef ons mannen
van kracht voor Uwe e>n voor onze zaak
BINNENLAND.
GEV
Ct heer von Wilding was blijven zitten.
«Blijf nog imaar," zei,die hij. „Als je den
jhein niet haalt, is 't oök geen ongeluk
die zaken nu staan, lk kom terug
Mj5r zoon, op wat ik bij dien aanvang
I® ons gesprek je óvér mijn onderhoud
Pt je schoonvader heb verteld Het is
|';t prettig, iemand, figuurlijk gesproken,
ffl© te zeggen het pistool in de hand
drukken Maat als men het moet
Miijn vonnis ligt altijd klaar; ieder
te vertelen, dat miijn weg alleen
•lijken gaatJa lieve hemel
Voor j- wat zijn dat dan ook voor ker.els
MieTj neen ik slaap heel goied
""■"""huisarts, dokter Schmidt, verbaast er
IJaltijd over, i'k heb een zeer goed
Voor een
Hit stond langzaam van zijn lederen stoel
E ginig met zijn, forsehe, breedgeschou-
1 gestalte voor zijn neef staan.
v°or h toch bieb ik deze week slecht ge-
werk om jOUj joiu tummöl je ging
mVTiar niet uit het hoofd je 'leunt er
HooiTjk trotsch op zijn je hebt iets
Jb 1 'gdferegen, wat al i die mienschen,
-LU jnij hier aain den Rijn en in Berlijn
8 l ale mogelijke banken en voïks-
en f'héeringen ergeren, met den besten wil
'Ojuden bereikt hebben namelijk,
hen vanaf het oogenbtik, dat ik
diner een sigaar opsteek, tot den
lij j
NEDERLAND EN DE OORLOC.
De tot zinken gebrachte Trawler.
Men meldt uit Scheveningen:
'De 'heer W; den Duik Jzn. te Scheve-
miingen, reeder van den. in den gnoinid ge-
bo'ordén stoomdrifter SCH! 103, genaamd
„De Geertruiida", heeft sedert dien geen
berichten 'Ontvangen van schipper Taal' of
van beide andere door" die Duitsche duik
boot medegevoerde opvarenden.
De vernielde „Sch 103".
Bij navraag van den Minister van Bui
tenland sche Zaken fe gebleken, dat de
regeering aan den gezant te Bierlijh tele-,
grafisch instructies heeft gezonden om' bij
da Duitsche regeering da yereiBchte stap
pen te doen naar aanleiding van de ver
nieling van- het vfeschersvaartuig „Geer-
truidia", gemarkt SCH 103, door een Duiit-
sche onderzeeër.
De gezant heeft reeds aan die instructie
gevolg gegeven.
Voergerst en haver.
Donderdag is door die Regeering een
hoeveelheid voergerst en haver aan den
handel beschikbaar gesteld, die door dezen
tot f.370 per 2000 K.Gj. reap, f 17.25 per
100 K,G. boordvrij Rotterdam te koop werd
aangeboden.
Kaar men van. bevoegde zijde verneemt,
ligt 'het in de bedoeling van de Regeering
genoemde prijzen te verlagen, zoodra zij
met gerst en haver aan de markt kan
komen, die tengevolge van de daardoor
betaalde lagere vrachten, goed'kooper kan
worden afgegeven.
volgenden morgen niet volkomen uit mijn
gedachten zet
„Maar ik weet niet, hoe ik aan die eer
bom; oom
„Dat zal ik je vertellen: Het is niet je
persoon ook niet, omdat je mijn bloed-
verwant bent maar, zooals ik te voren
zei: Een groot recht kan. een klein on
recht in zich bergen. Indien men zoo iets
ontdekt heeft, dan moet men het ook weer
goed maken. I'k houd' heel nauwkeurig
boek van wat ik anderen schuldig ben.
Goed dan: ik heb je schoonvader kort en
bondig verklaard: i'k voel' niet de minste
zedelijke verplichting- den een of anderen
buitenlander eit In den tagenwoowügen
tijd een Engeffischman in 't geheel niet
met mijn goede geld uit den knoei te
helpen, omd'at onze voorvaderen eens bloed-
verwanten waren. Dan keer ik het om en
zejg: water het watèr der Noordzee
is dikker d'aln bloed'. Dat scheidt die daar
ginds van ons! Goetd. Op dat standpunt
sta ik heden nog. Maar nu komt de tegen
stelling de categorische imperatief van
die gerechtigheid: als je den eenen bloed
verwant niet helpt, amd'at hij buitenlander
is, dan moét gij logisch, gehandeld' een
andieren bloedverwant helpen, omldat hij
Duitsch wil bïijVen en niet kan Zoo
staat het nu met jou
Helmut Merker 'zweeg.
Die man voor hem vervolgde:
„HOt„schijnt mij althans toe, dat het mijn
vervloekte plicht isOmdat ik John Wil
ding Co. ten onder liet gaan, ben jij'
in den maalstroom naar Engeland terug
gesleept en geraak je, daar of in Amerika,
gaandeweg .in den grooten Angelsaksischen
stampmolen, ook al strijdt je daar tegen
je bent in zakelijke aangelegenheden
Hiervoor zouden het eepst in aanmer
king komen een paar partijën, die reeds naar
hier onderweg zijn.
Nederlandsche mail aangehouden.
■De stoomschepen „Prinses Juliana" en
„Java", resp. 21 en 30 Juni van Amster
dam naar Oost-indië vertrokken, hebben
dé post te Kirkwall moeten lossen.
Urgentie-Raden.
Vanwege den Nationalen Vrouwenraad
van Nederland wordt gemeld, dat de in
schrijvingen 'in Den Haag met stijgend suc
ces worden voortgezet. Die te Middelburg
zij'n met een bevredigend resultaat ge
ëindigd. Zoowel hier als elders geeft het
uitnemend gehalte van de insohrijfsters
reden tot voldoening.
Sedert de laatste opgaaf vormde zich 1
een Urgentie-Raad in: '1
Zieri'kzee, bestaande uit mevr. Vleugels
Schutter—Van Glahn, mevr, GeHd'erman—
De Crane en mej, J. E. de Qruyne. i
'Delft: mevr. iHj, Cop—Zeelt, mej. dr. 1
J. van Amstel; mevr. Kennemans:Janssen, j
Maastricht: mevr. E. du 'Celiée Muller—
Suermomdt, mej. E. Bauduin, mej. M. L.
Schaepkens van Riempst.
Groningen: mevr. Stssingh,Dennema,
mevr. Van der Ploeg en mej. A. J. van
Giffen.
's-iHertogenibosoh: mej. E. van Ryckevor-
sel, mej. Hi. Suylling, mej. BI. Menbis.
Voorburg: mevr. E. M. van der Schuyt,
biielvr. C, H'. Trojrnp—Bjérail en mej. H.
Rebaiiio.
De Urgentie-Raad te Arnhem kwam even
eens tot stand' en de eerste twee corres
pondentschappen worden opgericht: te Ei-
bergem (Geld.) door mevr. J. W. ten Baak—
Ladqboer; te Woerden d'oor mevr. Van
Winter—Prop er.
Duitsch hont naar Nederland.
Bipnejrkort wordt aan Duitsche houthan
delaars toestemming verleend tot houtuit-
voer raar Nederland, onder, voorwaarde
eehter, dat dubbel zooveel hout als mag
worden uitgevoerd ter beschikking wordt
gesteld van het legerbestuur. In hoofdzaak
bestaat dit hout uit eiken en meubelma-
kershout. Aan verscheidene West- en Noord-
Duitsche firma's is reeds bij wijze van
compensatie uitvoervergunning verleend.
Nederlandsche Scheepvaart in de
Oostzee.
De gezagvoerder van, een uit Zweden
aangekomen stoomschip deelde dezer dagen
den berichtgever van het „Hbl." te IJ mui
den mede, hoe opmerkelijk veel de Neder
landsche vlag tegenwoordig in de Oostzee
wordt gezien. Vooral op schepen van de
zoogenaamde kleine vaart, dat zijn de
schoeners en koffen, die vóór den oorlog
veel naar Frankrijk en Engeland voeren,
doch thans deel nemen aan het verkeer
naar Deensche en Zweedsche havens. Ook zal
het sluiten van de meeste Duitsche havens
daaraan wel niet vreemd zijn.
Het is geen zeldzaamheid, dat zes of
zeven van deze schepen achter elkander
worden gezien.
Uitvoer van vlsch.
Men deelt ons mede, dat de Nederland
sche douane den, uitvoer van visch weigert,
indien op het vrij-paspoort niet de soort
visch is vermeld.
veel te 'zwak om weerstand' te bieden
en er gaat weer een goed' Duitscher, 'zoo-
als milliioenen voor hem, zonder noodzaak
voor zijn vaderland' verloren! Tegen zulke
gebeurtenissen verzet ik mij hardnekkigEn
zeker, als mijn eigen geweten niet heet
zuiver in zoo'n zaak is
Hij zweeg even. Daarna eindigde hij:
„Ik heb na het bezoek van je schoon
vader tegen Wolfgang gezegd: Liever dan
mijn ge'ld' én die Londensche bekserakew-
ken te strooien, sticht ik t een of ander
voor onze Duitsche oorlogsveteranen om
mijn geweten gerust te stellen. Dat heb
i'k ook gedaan. Maar ik moet nog een keer
wat stichten. Niet voor de veteranen, maar
voor een jongen kerel als jij. Wolfgang
heeft mij een betrekkelijk belaohieHijke kleine
som genoemd, die je n'oodig hebt, om je
hoofd! met fatsoen boven water te houden,
tot je kapitein eerste klasse benit Jullie
hebt er over gesproken, toen hij op dien
Zondag in Liverpool nog een deel van jul
lie 'koude lamsbout meenam
„Ja oom,Maar ik bezweer u; ik heb
er in de verste verte niet aan gedacht,
daardoor
„Dat beweer i'k ook in het geheel niet
antwoordde de heer von Wilding koelt
„Ik verzeker alleen, dat deze som van af
heden tot je beschikking staat! Als je het
groote Tot eens trekt of veldmaarschalk
wordt.... nu ja.... waarschijnlijk komt mij
d'at ook niet voor.... dan kan je het aan
mijn erven terugbetalen!:.'... Vertel dus aan
de Engelsdien ginds, d'at ze je gestoten
kunnen worden en ga naar je regiment.,..
Nu,,., wat heb je nog?"
„Oom,,.."
„Ja....?"
Hét valt mij zoo moeilijk het goed
sJCK klas
a l—v»/ i lil 11 U 1 1 *-
'ALKMAAR, Tel. '276, Stegnënbru
g; (Verör Öorö).1 iSchoenhanöel
VAN HET BINNENHOF.
Vergadering van Donderdag 13 Juli
Er 'moest begonnen wordlen met een
droeve plechtigheid: het herdenken van
den zoo vroegtijdig overleden ourikMinister
T a Ian a.
De Voorzitter wijdde sympathieke, van
hooge waarde ering sprekende woonden aan
de nagedachtenis van dien man, wiens aan
denken, naar hij zeide, niet alteen bij zijn
politieke medestanders in gezegende her
innering zal blijven en die onder de Staats
lieden van den lateren tijd een eerepfeats
zal blijven innemen.
Namens de Regeering sloot Minister
Cort van der Linden zich bij de
woorden van den Voorzitter aaji.
Het eerst vroeg diaarop dé aandacht een
Marine-aanvrage voor de inrichting van een
adspirant-adelborstenschool te Dordrecht,
welke aanvrage na «enig debat, waarbij1
niet veel bewondering voor het plan naar
voren kwam, werd verworpen met 32 tegen
24 stammen.
Wat voor Minister Rambonet nu juist
geen aangename verrassing ibeteefcendé.
Aan de orde was daarna het wetsontwerp
tot wijziging der wet op de brievenpos-
terij, dat ruim een millioen moet opbren
gen bij middel van yerhoogjng van 'het
briefport voor brieven boven 100 gratn; ver
hooging van hief port voo'r briefkaarten tot
3 en 2 cent met gratis levering van het
formulier; een uniformtarief voor drukwer
ken van 1 cent per 50 gram; zoodlat het
port voor drukwerk boven 1000 gram wordt
verhoogd; een verhooging van het invor-
deringsrecht voor postkwitanities boven f 25
tot 10 cent; invoering van een recht van
5 cent voor tweede aanbieding van een
kwitantie en berekening van het recht bij
afrekening van postkwitairties niet over het
bedrag van het gebeele borderel, doch over
hiet bedrag van ieder kantoor, d'at in die
inning was betrokken.
Bij de behandeling van dit ontwerp kwam
in bespreking een amendement-R u t g e r s
cs,, om 5 cent extra-port te heffen van
brieven, briefkaarten, drukwerken, nieuws
bladen, monsters en postwissels; waarvan
bestelling op Zondag 'wordt verlangd'. \)Celk
wijzigingsvoorstel werd' bestreden door dén
heer De Wiijk ers loothi (RIK.), dlie zich
niet kon vereenigen met een systeem, waar
bij aan 'ieder tegen betaling van 5 oent
vrijheid zou worden gegeven, om de Zon
dagsrust, door den Staat ingevoerd^ weer
te niet te doen en dlat dien Staat be
lang zou gieven bij uitbreiding van den Zon
dagsdienst Terwijl ook de heer D'e V i s-
ser (C,H|.), er principieel bezwair tegen
had' voor een ethisch beginsel met finan-
cieele middelen propaganda te maken.
Tot een beslissing over deze quaestie
kwam het nog niet.
Bij de regeling van werkzaamheden werd
besloten, de eindsteimminig over de Suc
cessiewet Dinsdag half 2 te doen plaats
hebben.
Voorts werd zonder stemming aangeno
men het voorstel der betrokken Commissie
van Rapporteurs om de dividénid)- en tan
tièmebelasting voorl'oopig van de agenda af
te voeren. Terwijl d'e Kamer met 48 tegen
18 stemmen op voorstel van den beer
Ty de'man besliste, dat ook het ont
werp betreffende uitbreiding van de econo
mische voorlichting van het buitenland mor
gen in de Afdee'lingen zal wojdén onder
zocht.
Hét 'ontwerp betreffende die ltevensmid-
de'lenvoorziening (het z.g. 20-mil!lliO'en-on,t-
werp) wilde de Voorzitter nog niet pp de
agienda brengen, omdat het onmiddellijk
verband houdt met het distributie-ontwerp,
dat morgen in dé Afdeelingen wordt bespro
ken. Evenwel hoopt hij, dat beidé ontwer
pen als noodwetten zulten worden aan
gezien en reedis over een week in open
bare behandeling kunnen komen,
Een lange vacantie krijgen we d'iit jaar
niet!
H. M. de Koningin-Moeder.
H. M. de Koningin-Moeder is heden
ochtend per Staatsspoor te 8.53 uit de re
sidentie vertrokken om eenige weken te
Soestdijk te verblijven.
Rooken van visch.
De Minister van Landbouw, Nijverheid
en Handel, brengt ter openbare kennis,
dat gelegenheid zal worden gegeven, tot
het in loon rooken van kleine schel visch,
makreel, Noordzeeharing en eventueel ook
poon en pieterman, welke tegen verlaagden
prijs door de gemeentebesturen onder de
bevolking hunner gemeenten zal worden
gedistribueerd.
Gegadigden welke in aanmerking wen-
schen te komen deze vischsoorten te roo
ken, kunnen schriftelijke aanbiedingen daar
toe vóór 25 Juli e.k. inzenden bij den
administrateur" van het Centraal Bureau
voor den Afzet van Visscherijproducten,
Singel 2x5, te Amsterdam.
Mgr. Taccl.
Per Hollandsche spoor van 7.52 uur heeft
eergisteravond Monseigneur Tacci; de af
getreden Pauselijke internrintius te 's-Gra-
venhage, de stad verlaten.
De zaakgelastigde van den Pauselijken
Stoel, Monseigneur Vallega, begeleidde hem
tot Vlissingen. Aan het station waren aan
wezig de Minister van Buitenlandsche Za
ken, jhr. dr. Loudon, vergezeld van den
chef van zijn kabinet, mr. Doude van
Troostwijk, voorts de gezanten van Belgie,
Rusland, Argentinië en Runrenië, de ge-
zantschapsraad van België Prins de Ligne,
de secretaris van de Argentijnsche legatie
Lascano, om van den vertrekkenden Pau
selijken diplomaat afscheid te nemen, met
welk doel zich daar ook bevond het Kamer
lid Monseigneur Nolens, huisprelaat van
den Paus.
Waterschappen.
Door het Hoofdbestuur der Posterijen en
Telegrafie werd aan de Besturen van Wa
terschappen en Polders, d.d. 1 r Juli, een
schrijven gezonden van den volgenden in
houd
„Ik heb de eer U mede te deelen, dat
krachtens beslissing van Zijne Excellentie
den Minister van Waterstaat, de eventueel
door de Waterschaps- of Polderbesturen,
dan wel door de Voorzitters dier besturen,
ingeval van watersnood of dergelijke on-
ALKMAARSCHE
VAN VADER OP ZOON
te zeggen,,.."
„Wat dan.... Kont me niet' met valschen
trots aan boord,... Ik ben toch geen vreemr
de yoor je,... Ik ben toch de broer van
je moeder
„Ja... als u dat geweest was!.... Maar
u heeft zich nooit om' haar bekommerd'....
nooit om een van ons u heeft opzette
lijk gedaan of u ons niet kende,... Pas
toen'ik door mijn -huwelijk rijk was, is uw
huis voor ons geopend! geweest. V was
hard tegen mijn moederzoo ontzet
tend hard.,.. Dat 'kan ik niet vergeten...."
Geheimraad' von Wild'in'g schudde zijn
grijze hoofd'.
„Wij zijn alten zondaars," zei hij lang
zaam. „En ik bén het allerminst zond'er
schuld en fouten1.,., dat weet ik en 'dat zal
ik eens .moeten verantwoorden, En zoo
lang men leeft, is men niet klaar met
ieeren; en moet men berouwen1 wat men
gisteren deed. Dat teert mij elke dag.
Er is -slechts een weg: beter doen, zoo
lang men het nog kan! Dus verzet je niet!"
„Oom,... ik weet niet, of ik dat mag
aannemen
„Pmaar ik neem het voor jou aan!"
zei Edith Merker, die zonder dlat de man
nen het gemerkt hadden, de kamer was bin
nengekomen. Zij stond op den drempel in
haar roiacosttwmj met een sluier om 'het
blozende gellaat. Haar he'lldier Engëfech-
Duitsch klonk plotseling door de stilte,
„J« moet naar Duitschland terug, Het*
ilireDaar hoor je. Alls je mij niet hadl ke
ren kennen, was je er gebleven, I'k ben
de schulld van alles, Dlus moet ik ook
helpen je terug te brengen Toe, Heiifie,
sla toe!,,.. Zoo is het goedi.,.,"
Die heer von Wilding nam de rechter
hand', d'ie dé ander hem zwijgend aanbood
en zei tot diens vrouw: „En daarbij zijt
'ge zelf geen Duitsche."
„Ik ben het half en wil het géhieel wor
dlen! Ik heb het hem gezworen, voor het
altaar,..."
Zij sloeg den ann om haar man, En id
haar oor klonken de Biijbellsdbe woordetl
van het trouwformufer: „Waar gij' zult
henengaan, zal rik ook henengaanen waar
gij zuif vernachten, zal ik' vernachtenuw
God is' mijn God'; uiw land' is mijn liand,
En slechts de dood' zal ons van elkaar
scheiden,,.."
Xxia, S®
EINDE