DE BALLING IIII HET OOSTEN. I No. 86. Donderdag- 27 Juli 1916. 10e Jaargang ten-Magazijn II I I til ij I ill I if ier-Gorsetten liet op Zondag. gen van een of meer en Ontwikkeling,, het aanleeren der CNGELSCHE Taal kosten. TAN OUCOOP. L. Vrouw ter J allen uit daaraan iuskerk tot intentie alf elf. enz. o cent worden aan- Stockmann. HET BESTUUR. Tal. 826. JHTHOUDERS. rerband. ijden van a tott\ Bur.; BREEDSTRAAT 12. Telefoon No. 433. DIT BLAD VERSCHIJNT DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG. o Bij een afscheid. I Zondagavond hield! ds. Vethake dn de I Ned. Hervormde Kerk te Koedijk, daar- I toe door het kerkbestuur aldaar in staalt gesteld, zijn afscheidsrede tot zijn gemeente. I Ds. Vethake bracht dank aan het kerk bestuur voor de gegeven gelegenheid, diie bet provinciaal kerkbestuur hem' niet had I willen geven, I Ml lil i> dl azijnen. atten en Buikbanden. Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „ONS BLADÏ ALKMAAR. ABONNEMENTSPRIJS: Per kwartaal franco huis. Met geilf. Zondagsblad bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers: van de courant van het Zondagsblad 90 ct. 125 ct. 3 ct. 5 ct. ADVERTENTIËN: Van 15 regels50 ct. Elke regel meer10 ct. Reclames per regel25 ct. Kleine adv.: 30 woorden bij vooruitbet. 30 ct. 1 Spreker ging na wat Koedijk voor hem 1 en wat hij voor Koedijk geweest was. De orthodoxie met haar overeenkomst miet den Joodschen godsdienst, waar zij den wre- kenden God1 'teert, bevredigde hem. niet, Het Modernisme met zijn gemis aan een hemel kon dit evenmin. Met een enkel woord zette spreker uit-, j een, waarom men in den godsdienst een autoriteit noódig had en niet met het afgaan en zijn geweten kon volstaan. Bij de R. K. Kerk had spreker rust gie- I vonden. j Nog wees hlij er op, dat hij overtuigd was, dat meerdere igemeentenaren zijn voet spoor zouden vollgen. Aan het einde van de bijeenkomst bracht een der kerkeraadsleden namens dien, fcerke- raad ds. Vethake dank voor hetgeen hij voor die gemeente geweest was, zijn heen- t gaan daarbij betreurende, aangezien hij voor de Ned. Herv. Kerk zooveel had kunnen I zijn Dit weet de „Tel." mede te dieeten;, ofschoon die woorden van den heer Vethake, I naar den eiach van het kerkbestuur, geen gemeengoed hadden mogen worden. Nu zij dan eenmaal gepubliceerd1 zijn, I achten wij het dienstig deze behartigings- I waardige woorden onder die oogen van onze lezers te brengen: zij verdienen wel zéér de aandacht. De heer Vethake was ervan overtuigd, dat meerderen hem zouden volgen. Deze overtuiging nu is het, welke aan dacht verdient, zegt „Het Centruum", Ook anderen, die de toestanden en stroo iwagen in het huidig protestantisme ken nen, zijn haar toegedaan. Terwijl daar eenerzijds het modernisme veel heeft vervaagd en vervlakt, is bij een andere en zeer groote groep steedis ster ker begeerte ontstaan om te onderzoeken, wat God den menseh te zeggen heeft en Wat Hij van hen verlangt. Dat biedt goed uitzicht voor bekeering tot de Kerk, die juist om «Jeze vraag te beantwoorden, door Christus werd ge- sticht, En hoewel men onder gefoovige pro testanten nóg niet tot dit inzicht is, ge komen, er valt toch reeds op verblijdende wijze een vermindering van het vroeger zoo hatelijke antipapisme waar te nemen. Dit blijkt ook uit het feit, dét aan een predikant, die katholiek gaat worden, nog een kerkgebouw wordlt afgestaan en sprak zich vooral' Zondagavond te Koedijk uit, toen een der leden van dien Kerkeraad dank bracht aan den heer Vethake voor hetgeen hij jegens de Hlerv. Giemieente was geweest. Er is werkelijk goede reden voor die blijde verwachting, dat velen de zon van Gods waarheid zulten gaan onderkennen te midden der tallooze dwaalsterren en kunstlichten, die hen nog in verwarring brengen. Thans is het de tijd voor een vurig BINNENLAND. FEUILLETON. Een verhaal uit den tijd der Kruistgchten. In Nederlandsche bewerking van I I. Mi. v, d. G'. 4. Vergeef me, vader, zeide de banneling s5* broeder Alibertus, dat ik zoolang van I Sarai spreek. Maar Hc moet zonder ophouden aan dlat zoete wezen denken; uit die treurige dagen mijner kindsheid staat voor mij haar beeldt stralend afe een engel, die Agar en Ismaël in de woestijn troostte. Doch Saria heeft nog meer recht op nujn dankbaarheid. Hoor en oordeel: Eens bevonden wij ons in een oase in f nabijheid van Yemen, de schoonste land sbeek van Arabië. Aan den zoom van een woud haddlen Wij onze tenten opgeslagen en onze kudu ü«n weidden op de groene vlakten, benige mijlen aan gene zijde der steppen woonden twee machtige stammen; Alknir was het huoofd van den eenen, Abdalilah van den anderen stam, Onverzoenlijke haat vervulde beiden. ?^ren 'nacht wachtte Zirma een jong, rotsch «n wraakzuchtig meisje van1 den tui Alfnir, hare zeven broeders op onder moerbeziën boom. haderen woes^in eeJ1'en ruiter NEDERLAND EN DE OORLOG. Uitvoer van bloembollen. De directeur-generaal der posterijlen en telegrafie maakt bekend', dat de invoer van bloembollen per pakketpost in Groot-Brit- tanië en Ierland is verboden. Meel. Van verschillende zijden wordt die klacht geuit, dat de meelfabrieken of zeer traag öf in het geheel' geen gebuiilld meel afle veren. Naar wijl vernemen werd' daarover gister middag een conferentie gehouden tusscben dén Minister van Landbouw en den direc teur van het Graanbureau. Urt inlichtingen, die wij kregen, is ons gebleken, dat er vooralsnog geen gebrek is aan meel. Van een nieuwe brutobrood- periode is dan ook voorlüopig niets bekend, (..Hbiai"), De „Tubantla". De Minister van Buitenlandsche Zaken, de heer Loudon, heeft op de door den heer Niersirasz gestelde vragen inzake de on derhandelingen met de Duitsdie regieering wat betreft de ondergang van de „Tuiban- tia", geantwoord: Gelijk uit de mededeeing in het hedien overgelegd' Oranjeboek blijlkt, is de Regee ring1 van oordeel;, dat met die laatste nota der Duitsche Regeering de gedadbtenwis- seling over den ondergang der „Tubantia" geenszins afgesloten is. De Regeering handhaaft haar meening, dat de „Tubantia" door een afgeschoten torpedo is vernield, Nadere inlichtingen zijn te Berlijn ge vraagd en ten deele reeds verkregen, doch het vertrouwelijk karakter der gedachten- wisseling en het feit, dat zij 'nog niet is afgesloten, beletten vooralsnog eenige openbaarmaking daarvan. Bij' den stand dier gedachtenwisseling zou het voorbarig zijn zich bereids uit te spreken over de nader te volgen gedragslijn. De heer BI. J. Gelder, boofd-redacteur van de „Visscherij-Courant". beeft naar aanleiding van de publicatie in het Oranje- boek van den brief den 9en Juni door den Duitschen minister van. BlinnenJandsclie Zaken aan den Nederlandschen gezant te Berlijn, betreffende het gebeurde mét de „Tubantia", een adres gericht tot - deal minister van Buitenlandsche Zaken te 's-Gravenhage. In den brief van den Duitschen minister van Buitenlandsche Zaken wordt verklaard; dat in den nacht van den 15en op dien lóen Maart 1916 zich geen enkele duikboot of ander Duitsch oorlogsschip heeft bevon den binnen een rayon van 10 zeemijfcni van de plaats, waar de ramp heeft pllaats' ge vonden. De heer Gelder deelt nu aan den minister mede, dat Woensdag 15 Maart, déS' namid dags 3 uur. een Duitsche duikboot den Goereeschen blazer G. Oi. 11 heeft aan gevaren en wel op 6 mijl noordwest van het vuurschip Maas. In het Holandsch werd gevraagd waar men was. Schepen met regeerlngsgraan aangehouden. Naar men verneemt worden thans weder 13 schepen geladen met graan en gecon signeerd' aan de Nederlandsche Regieering door de Engelschen vastgehouden. Van deze schepen met een gezam enl ijk en tonneninhoud van ongeveer 50.000 ton liggen er acht te Kirkwall en d'e andere te Falmouth en in de Duins. A'l's hij; in hare nabijheid was, rukte hij haar den sluier ,af, slingerde bare iluit ter aarde en riep: „Kon ik de zonen uws vaders evenzo-O' vernietigenEen klaag toon klonk uit dat brekend speeltuig! De ruiter vervolgde zijnen weg. Met loshangend haar ging het jonge meisje hare broeders te gemoet. Zij' strooide stof op haar hoofd1, breidde hare armen uit en riep voortdurend: „Wraak!,... wraakL..u Sjallmar, Abdullah's zoon, heeft mijnen sluier v>er- schuurd' en imijne luit gebroken, en er bij gezegd': „Kende ik zoo' de zonen uws vader vernietigen!" „Ween niet, Zirma," zeide de oudste der broeders, „nog dezen- nacht zal er bloed vloeien. Hier is 't spoor van zijn paard; Salmar zal weldra weten dlat mijn sabel scherp is," I Aan dén avond van diiam diag vereenigiden we ons aan den disch, Een vreemdeling zat mede aan. De lucht was rustig, de hemel helder, geen wolkje vertoonde zich aan 't firmament. Op eens zagen wij in d'e verte eene stof wolk, die herwaarts kwam. Als de vreemdeling dit zag mam hij mij ter zijde, legde zijn vinger -op mijnen mond' en zei, terwijl hij op «ne granaatboom wees: „Kinid(, laat geen 'woord over mijne tegenwoordigheid hier ontsnappen, sluiit uwe tippen vaster dan de knoppen aan dezen boom geslóten zijn." Hierop verborg hij' zidh' in onze tent. De. stofwolk was intussohen nader ge komen en nu zagen -we een jongen' man op een wit ipaard Een lange sabel hing aan zijn zijde, drie dolken staken in zijnen gordel en een boog 'hield' hij in de hand1. Het opbrengen van vlsschersschepen. De volgende Nederlandsche visschersvaar- tuigen zijn, blijkens een bij het Departe ment van Buitenlandsche Zaken binnengeko men telegram, aangehouden: Te Peterhead': De Vijf Gebroeders Sch. 155, Hiiefke IJm. 223, Dim Cornelia Sch. 149, Prins Hendrik Sch, 4, Abbastanza VI. 21, Cornells Sch. 423, Jonge Qerritzier Sch. 409, Wouter Sch. 35, Minister Heems kerk Kw. 159, Friesland Vil 121, WjMiem Cornells Kw. 16, Johan Reiindert Kw, 116, Sterna Sch. 374, Doggersbank Sich. 139, Sterna 3 Sch. 136, Minister Marées' van Swinderen Sch. 295. Koningin Emma Sicli), 417, Géneraal d'e la Rtey Vit. 30, Nora Sch, 164, Arie Cornells Sch. 440, Apoionia Sch, 280, Eben Haëzer VII. 56, Cornell® Bart IJm, 173, Nijverheid! Ma. 23, Condor IJm. 308, Eendracht Kw, 31, Koningifa Emma VIL 156, Marie Henriëtte VIL 167, Clara VI. 172, Leerdam Ma, 6, WilheHmina IJm. 35, Louis Groen Junior IJm, 149, Stel'k MatutinafVl 171, Neeriandïa VIL 200; Giesipa VIL 180, Henry Vit. nummer onbekend; en vele andere nog niet bekend, Te Aberdeen: Eendracht 2 IJm, 181, Evelline IJm. 15, Cornelia IJm, 18, Balder IJm. 143; 'Pluto IJm. 184, Héircules IJim. 196. Volharding Ma. 38. Te Lerwick en Kirkwall: Johanna Maria Kw. 131, Neelitje VIL 166, Wiihel- mina Kw. 101, Holland 1 Kw, 133, Petros nela Nealtje VI. 179, Arie en Cornelis, nummer en létters onbekend, De Zes Ge broeders VIL 129, Apolik» VI. 155, Burge meester Ripping Ma. 1, Harry VIL 60, Toekomst Sch. 13 en veje andere wog1 niet 'bekendL Bij de V isscherijmaatschappij Vlaardingen is bericht ingekomen; dat het stoomvis- sehersvaartuig Jupiter VIL 206, naar Kirk wall is opgebracht Die te Maassluis binnengekomen logger Jacoba Maria Ma. 71, van de reederiji Doel man, rapporteerde, dat op 55 gr. N.BL 4 Nederlandsche visschersvaartuigem door En- gefeche vaartuigen werden opgebracht. Gistermiddag werden door den Minister van Buitenlandsche Zaken in buitengewone aud'iëntje ontvangen, drie Soc.-Dem. «Ka merleden, o. a, mr. R. J. Troelstra, be nevens de secretaris van de NedL Ziee- mansvereeniging, J. Brautigam, en de voor zitter van den Centrallen Blond van- Trans- port- en Havenarbeiders, Hieykoop, ter be spreking van de bemoeilijking der visschers- vloot door Engeland. I I i .1 :t-I-i 1 Ui De algemeene secretaris van den Chr. Zeelieden 'Bond in Nederland, de heer K. Vink te Scheveningen, ontving bericht van den Engelschen gezant te 's-Gravenlhage, dat deze bereid' was, het aidires van den B'ond' in zake de aanhouding van Neder landsche visschersvaartuiigen, ondier de aan dacht van den Minister Sir Edwandl Gray te brengen, indien hieruit weggelaten werd die zin: „En dat de Emgelsehe Regeering zich in deze zaak aan groote rechtsschien- ding schuldig maakt", Aan dit verzoek is gaarne gevolg ge geven en het adres is opnieuw verzonden. Uitgeleverd. Gisteren om ellf uur arriveerde te Zeve naar, vergezeld van rijksveldwachters, de gewezen Duitsche onderofficier Hausknecht, die met denzelfden trein onder geleide naar Diuitschland' werd uitgeleverd. (De man, Duitsch deserteur, werd wegens een ander fejt door de Nederlandsche regee- „Kind," sprak de ruiter, „ik zal geen melk drinken en het brood der gastvrijheid niet eten, zoolang gij mij niet hebt gezegd, waar Salmar, mijn vijand, zich ophoudt." Ik voelde, dat Ik bloosde, toen bijl dfe vraag deed' en ik begon te stotteren. Ik kon hiem niet verraden, die met pus ge geten -en toevlucht in onze tenlt gezocht hiariL Talmend gaf ik ten antwoord: „lik ken Salmar niet." „Gij liegt, knaapIk zie het aan uw verkleuren en hoor het aan 't beven uwer stem. Gij liegt; hij is in uw tent; de hoeven van zijn paard zijn hier to 't zand afgedrukt. Ga, zeg hem, dat de oudste van Ziirma,s broeders hem opeischt, en dat hij alleen is." „Laat Sahnar, uw vijand, met rust," ant woordde ik. „Mijn geheele staim zou ziichi als één man opdoen ter zijner verdediging. Drink liever uit den- beker, dien de gast vrijheid u reikt." De ruiter nam' den beker, bracht hem minachtend aan de lippen em liet den in houd over den grond lloopen, terwijl hij hernam: „Zoo zal het Moed! van den eer sten uit uwen stam vloeien, dien ik ont moeten zal to de woestijn!" Toen wendde hij den teugel. Salmar ontvluchtte ijlingshij vreesde, dat Alimir's zonen hem zouden opzoeken gedurende den nacht. 's Anderen daags ging ik als gewoon lijk ter igazeienjacht. Ik slóeg een andere richting in, dan de gevreesde ruiter igenameni had, Mijn jadht- tast voerde mijf verre weg van onzen stam. Nadat ik den ganschen dag over rotsen en door zand' gereden haidl, zette ik mij ring uitgeleverd, onder beding, idiat hij niet wegens desertie zou vervolgd worden.) Nederlandsche ambulance naar. Oostenrijk. In de volgende maand zal een Neder landsche ambulance naar OlUmütz in Mora- vië vertrekken. Gedurende dé eerste drie maanden- treedt dr. M. Steffelaar uit H;aar- lem als leider en chirurg op; de volgende drie maanden zal vermoedelijk alls chirurg optreden dr. J. H. Pladtberg; wie dan als leider fungeeren zal is nog niet bekend'. De ambulance zal voor 6 maanden uitgezon den worden. E'r gaan vier doctoren en twaalf verplegendten mede. Eenden. Het Centraal Comité voor Eendenhouders heeft besloten, in verband met zijn doel: „de instandhouding van de eendenhouderij",, dat slechts voor een gedeelte van de eenden, n.l. voor dat .gedeelte, hetwelk „afgeboerd" 'is. consent tot uitvoer zal gegeven worden (d.w,.z. ten hoogste .voor twee-d'erde van het aantal eenden te Amers foort en ten hoogste voor de helft van he't aantal eenden elders.) De eenden, die binnenslands blijven, moe ten voor de eierproductie of de fokkerij' gehouden en mogen niet voor de slacht verkocht worden. Het comité garandeert f2 per stuk voor de eenden, die voor uitvoer in aanmerking komen, eventueefe meerdere opbrengst blijft voorjoopig onder berusting van het comité, om zekerheid' te hebben, dat de aandeel houders, die eenden verkocht hebben, het gedeelte, dat ze behouden, voor de eier productie of de fokkerij bestemmen. Hofbericht. Men verneemt, dat het verblijf van HL M. dé Koningin te Soestdjjk ter gelegenheid van den verjaardag van HL M. de Koningin- Moeder zal' duren van Maandag 31. dezer tot Vrijdag 4 Augustus, en dat Prinses Juliana met de Koningin mede gaat naar Soestdijk. BUITENLAND. OORLOGSOVERZICHT. De Russen beroemen zich heden grootere en kleinere successen Aan het front van de Sloniawka, een zijrivier van de Donau, wordt de overtocht der Russische troepen onder het vuur van den vijand zonder onderbreking voortgezet. Bij het offensief van heden namen de Russen iooo man gevangen en maakten zij vier kanonnen en vijf mitrailleurs buit, die dadelijk op den vijand gericht werden. In den loop van een gevecht op 13 Juli verdreef een onzer regimenten grensinfan- terie van den Trans-Amoer den tegenstander uit de loopgraven in de streek van Bour- gad-Gvordetz en vervolgde de Oostenrijkers tot ten westen van die plaats. Turksche soldaten zullen de Oostenrij kers en Duitschers op het Oostelijk front genoemd wordt: Galicie komen bijstaan. Dat is vreemd, immerszoo van verre beschouwd, kan Turkije zijn mannen best voor zich zelf gebruiken en voelen de Centralen zich daar dan niet sterk genoeg meer? De laatste dagen komen heel belangrijk- klinkende berichten uit Roemeniëeen sterk staaltje Het Roemeensche blad „Universal" pu bliceert een door den afgevaardigde Arnat geteekend artikel, waarin gezegd wordt „Binnen enkele weken zijn wij met de '9 avonds neder ondier eenen palm; Mijn merrie lag snuivend! neven® mij en rustig droogde ii'k baar het zweet van de glanzende manen. PJitoseling was ik omringd door de zes broeders van Zirma;; als gieren, die om een duif vechten, vieléni zij op mij aan. Zijl kwamen uit de woestijn, tot welke zij gedurende de duisternis hunnen vijand hadden opgewacht. „Hërinnert ge u Sahnar, uw gast, en den versmaden melk?" zeide de ruiter, dlie gis terenavond bij onze tent was geweest^.... „Rampzalig kind;, stijg op en vo'llg ons." Ik bad, ik schreide; zij bleven onver biddelijk afe de dlood. Ik moest gehoorzamen en werd' diep in dé woestijn, gevoerd." Zirma genoot van dé koele morgenlucht, afe wij aankwamen; hare broeders zeidien tot haar: „Zirmai, Salmar is ons ontsnapt, maar ween niet, een van ons volgt zijn spoor. Gij zult gewroken worden, wij zwe ren het bij het hoofd van dit kind; Teb- sima! wee u; zoo de booswicht over twee dagen nog ademt! In plaats van 't zijne zal uw Mbed dan vloeien!" Zij bondén mij aan eenen wildon olilijf. Gledurende twee dagen hadl ik geen ander voedsel' dan de vruchten, dlie van den boom vielen; ik wachtte den dood'. ■Die nacht, die den tweeden dag besloot, brak aan. De bloeddorstige ruiter ging me voorbij en spram: „Kind|, bid!,... Hét staat geschreven, gij moet sterven! Zoo evert hoordie ik in de woestijn de r avert krassen en de zon ging bloedrood onder. Verricht uw laatste avondt gebed!,,,, Beveel Afcll UWe zieU" mobilisatie gereed. Dan zullen onze troepen de Karpathen overtrekken. Het uur der beslissing heeft geslagen. Geen vertraging kan of mag meer plaats hebben. Wij zul len optrekken om den geheiligden strijd te voeren tegen onze ergste vijanden, de Bulgaren en de Magyaren". De Russische overwinningen missen daar haar uitwerking klaarblijkelijk niet. Wanneer Roemenië aan Oostenrijk den oorlog verklaarde, zou dit van verstrekken- den invloed op den geheelen toestand, ook in den Balkan, kunnen zijn. Aan het Westelijk front blijft de strijd hevig. Bij PozièresMaurepas, zoo zegt het Duitsche communiqué, is weer een hevige aanval door de geallieerden be proefd, doch na een hevigen strijd, soms met de bajonet, werd de aanval afgeslagen. Als succes melden de EngelschenGe heel het dorp Pozières is thans in onze handen. Ten Westen van het dorp gingen de territorials nog meer vooruitzij namen twee sterke loopgraven, waarbij zij een aantal gevangenen maakten, onder wie 5 officieren. Elders geen wijzigingen. De Franschen hebben zich ten Zuiden van Estrées meester gemaakt van een aan tal krachtig door de Duitschers versterkte huizen. Tijdens een kleinen aanval dreven de Fransche troepen de Duitschers ten Noorden van Vermand-Ovillers uit eenige loopgraven, welke zij bezaten, De Italianen kunnen enkele succesjes melden. „Aan het front van Posina en Astico maakten onze troepen zi«h in d'en mor gen van 24 Juli na een gevecht, dlat ver bitterd inzette, meester van den berg Cimene. „In de Alpenstreek bij' Diifassa hebben onz# troepen ondanks het slechte weer, hun terreinbezit uitgebreid tolt het kléine dal van Ccramana." Van het Kaukasische front wordt ge meld'; Dé val van Ersinjan in Armenië kan nu wel spoedig verwacht worden. Dé Russen rukken met groote kracht en snelheid) op dlie belangrijke plaats aan. Eilanden-verkoop. Denemarken heeft voor 60 millioen guit- flén de drie eilanden, die het nog aan dé kust vans Amerika bezat, aan de Vier. Staten verkocht. De eilandjes zijn e'en paar maal in En- gielsch bezit geweest, dódh' weer terug gegeven. Ook z7jn er at eens vroeger bijna ge slaagde onderhandelingen over dén ver koop aan Amerika gevoerd'. En wijl dé verkoop door de parlemen ten moet worden goedgekeurd; kan dé zaak ook nu nog wel afspringen. Een meer vreedzame onderhandeling over grondgebied dan:.;oorlog! De Hongaarsche oppositie. Graaf Julius Andlrassy, leider van dé H'O'pgaarsche Grondiwetspartij1, komt in de „Neue Freie Presse" krachtig op tegen dé uitlegging, door de vijandelijke pers ge geven aan' zijn redevoeringen en aan de jongste actie dat men in Hongarije nlL een actie van' de Hongaarsche oppositie in zake de buitenlandsche politiek zon wen- schen of dat iemand in Hongarije de doel einden; waarnaar to de monarchie wordt gestreefd', zou afkeuren. „Juist omdat de meerd'erheid der Hon- Ik kan u niet zeggen, welke ontzettende schrik zich' van mij' meester maakte. Doodsangst overviel mij', toen ik verdam Gé moet sterven Sterven, gebonden aan handen en voe ten,als een 'lam op de sil'achtbaiikSterven twaalf jaren oud:, zonder afscheid' nemen van hen, die men lief heeft! Ach, hoe bit ter, hoe pijnlijk is zulllk een dood!.'.,. Gedurende den nacht keek ik slechts naar den kant der woestijn, hopende Zirma's broeder te zien terugkeren. Vergeefs! Sléchts boomen en onbeweeg lijke rotsen doemden in dé verte op; Als mijn oogen vermoeid waren, ging ik met mijn oor op den grond liggen, om bet minste gerucht uit de verte te kunnen opvangen; Maar slechts uiléngesahroi, of 't sijrpen een® krekels drong tot mij door in de stilte van d'en nacht. Kort voor 't aanbreken van den derden dag kwam Zirma's broeder een tweede maal' voorbij en scherpte zijnen sabelt „■De dageraad is rood," riep hij!, „bij bet opgaan der zon 2a! blbéd' vergoten worden. Kind, biid' voor 't laatst voor uwe ziel, bid voor uwe moeder! Roep Alltah aan!.,..." O, wat zal' mijn vader, wat Sarai zegu gen, al's men hun mijn bloedig kleed' brengt? Wie zal hen troosten? Deze gedachten waren al's zoovele d'ollksteken in mijn jeug dig hart, f (Wordt vervolgd.) I 11 Pfl R !i 11 9 jj}

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1916 | | pagina 1