DE BALLING IIII HET OOSTEN.
I
No. 86.
Donderdag- 27 Juli 1916.
10e Jaargang
ten-Magazijn
II
I
I
til
ij I
ill I
if
ier-Gorsetten
liet op Zondag.
gen van een of meer
en Ontwikkeling,,
het aanleeren der
CNGELSCHE Taal
kosten.
TAN OUCOOP.
L. Vrouw ter
J allen uit daaraan
iuskerk tot intentie
alf elf.
enz.
o cent worden aan-
Stockmann.
HET BESTUUR.
Tal. 826.
JHTHOUDERS.
rerband.
ijden van a tott\
Bur.; BREEDSTRAAT 12.
Telefoon No. 433.
DIT BLAD VERSCHIJNT DINSDAG,
DONDERDAG EN ZATERDAG.
o Bij een afscheid.
I Zondagavond hield! ds. Vethake dn de
I Ned. Hervormde Kerk te Koedijk, daar-
I toe door het kerkbestuur aldaar in staalt
gesteld, zijn afscheidsrede tot zijn gemeente.
I Ds. Vethake bracht dank aan het kerk
bestuur voor de gegeven gelegenheid, diie
bet provinciaal kerkbestuur hem' niet had
I willen geven,
I
Ml
lil
i>
dl
azijnen.
atten en Buikbanden.
Uitgave van de Naamlooze
Vennootschap „ONS BLADÏ
ALKMAAR.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per kwartaal franco huis.
Met geilf. Zondagsblad
bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers:
van de courant
van het Zondagsblad
90 ct.
125 ct.
3 ct.
5 ct.
ADVERTENTIËN:
Van 15 regels50 ct.
Elke regel meer10 ct.
Reclames per regel25 ct.
Kleine adv.: 30 woorden bij vooruitbet. 30 ct.
1 Spreker ging na wat Koedijk voor hem
1 en wat hij voor Koedijk geweest was.
De orthodoxie met haar overeenkomst miet
den Joodschen godsdienst, waar zij den wre-
kenden God1 'teert, bevredigde hem. niet,
Het Modernisme met zijn gemis aan een
hemel kon dit evenmin.
Met een enkel woord zette spreker uit-,
j een, waarom men in den godsdienst een
autoriteit noódig had en niet met het
afgaan en zijn geweten kon volstaan.
Bij de R. K. Kerk had spreker rust gie-
I vonden.
j Nog wees hlij er op, dat hij overtuigd
was, dat meerdere igemeentenaren zijn voet
spoor zouden vollgen.
Aan het einde van de bijeenkomst bracht
een der kerkeraadsleden namens dien, fcerke-
raad ds. Vethake dank voor hetgeen hij
voor die gemeente geweest was, zijn heen-
t gaan daarbij betreurende, aangezien hij voor
de Ned. Herv. Kerk zooveel had kunnen
I zijn
Dit weet de „Tel." mede te dieeten;,
ofschoon die woorden van den heer Vethake,
I naar den eiach van het kerkbestuur, geen
gemeengoed hadden mogen worden.
Nu zij dan eenmaal gepubliceerd1 zijn,
I achten wij het dienstig deze behartigings-
I waardige woorden onder die oogen van onze
lezers te brengen: zij verdienen wel zéér
de aandacht.
De heer Vethake was ervan overtuigd,
dat meerderen hem zouden volgen.
Deze overtuiging nu is het, welke aan
dacht verdient, zegt „Het Centruum",
Ook anderen, die de toestanden en stroo
iwagen in het huidig protestantisme ken
nen, zijn haar toegedaan.
Terwijl daar eenerzijds het modernisme
veel heeft vervaagd en vervlakt, is bij een
andere en zeer groote groep steedis ster
ker begeerte ontstaan om te onderzoeken,
wat God den menseh te zeggen heeft en
Wat Hij van hen verlangt.
Dat biedt goed uitzicht voor bekeering
tot de Kerk, die juist om «Jeze vraag te
beantwoorden, door Christus werd ge-
sticht,
En hoewel men onder gefoovige pro
testanten nóg niet tot dit inzicht is, ge
komen, er valt toch reeds op verblijdende
wijze een vermindering van het vroeger
zoo hatelijke antipapisme waar te nemen.
Dit blijkt ook uit het feit, dét aan een
predikant, die katholiek gaat worden, nog
een kerkgebouw wordlt afgestaan en sprak
zich vooral' Zondagavond te Koedijk uit,
toen een der leden van dien Kerkeraad
dank bracht aan den heer Vethake voor
hetgeen hij jegens de Hlerv. Giemieente
was geweest.
Er is werkelijk goede reden voor die
blijde verwachting, dat velen de zon van
Gods waarheid zulten gaan onderkennen
te midden der tallooze dwaalsterren en
kunstlichten, die hen nog in verwarring
brengen.
Thans is het de tijd voor een vurig
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Een verhaal uit den tijd der Kruistgchten.
In Nederlandsche bewerking
van
I I. Mi. v, d. G'.
4.
Vergeef me, vader, zeide de banneling
s5* broeder Alibertus, dat ik zoolang van
I Sarai spreek.
Maar Hc moet zonder ophouden aan dlat
zoete wezen denken; uit die treurige dagen
mijner kindsheid staat voor mij haar beeldt
stralend afe een engel, die Agar en Ismaël
in de woestijn troostte.
Doch Saria heeft nog meer recht op
nujn dankbaarheid. Hoor en oordeel:
Eens bevonden wij ons in een oase in
f nabijheid van Yemen, de schoonste land
sbeek van Arabië.
Aan den zoom van een woud haddlen
Wij onze tenten opgeslagen en onze kudu
ü«n weidden op de groene vlakten,
benige mijlen aan gene zijde der steppen
woonden twee machtige stammen; Alknir
was het huoofd van den eenen, Abdalilah
van den anderen stam,
Onverzoenlijke haat vervulde beiden.
?^ren 'nacht wachtte Zirma een jong,
rotsch «n wraakzuchtig meisje van1 den
tui Alfnir, hare zeven broeders op onder
moerbeziën boom.
haderen woes^in eeJ1'en ruiter
NEDERLAND EN DE OORLOG.
Uitvoer van bloembollen.
De directeur-generaal der posterijlen en
telegrafie maakt bekend', dat de invoer van
bloembollen per pakketpost in Groot-Brit-
tanië en Ierland is verboden.
Meel.
Van verschillende zijden wordt die klacht
geuit, dat de meelfabrieken of zeer traag
öf in het geheel' geen gebuiilld meel afle
veren.
Naar wijl vernemen werd' daarover gister
middag een conferentie gehouden tusscben
dén Minister van Landbouw en den direc
teur van het Graanbureau.
Urt inlichtingen, die wij kregen, is ons
gebleken, dat er vooralsnog geen gebrek
is aan meel. Van een nieuwe brutobrood-
periode is dan ook voorlüopig niets bekend,
(..Hbiai"),
De „Tubantla".
De Minister van Buitenlandsche Zaken,
de heer Loudon, heeft op de door den heer
Niersirasz gestelde vragen inzake de on
derhandelingen met de Duitsdie regieering
wat betreft de ondergang van de „Tuiban-
tia", geantwoord:
Gelijk uit de mededeeing in het hedien
overgelegd' Oranjeboek blijlkt, is de Regee
ring1 van oordeel;, dat met die laatste nota
der Duitsche Regeering de gedadbtenwis-
seling over den ondergang der „Tubantia"
geenszins afgesloten is. De Regeering
handhaaft haar meening, dat de „Tubantia"
door een afgeschoten torpedo is vernield,
Nadere inlichtingen zijn te Berlijn ge
vraagd en ten deele reeds verkregen, doch
het vertrouwelijk karakter der gedachten-
wisseling en het feit, dat zij 'nog niet is
afgesloten, beletten vooralsnog eenige
openbaarmaking daarvan. Bij' den stand
dier gedachtenwisseling zou het voorbarig
zijn zich bereids uit te spreken over de
nader te volgen gedragslijn.
De heer BI. J. Gelder, boofd-redacteur
van de „Visscherij-Courant". beeft naar
aanleiding van de publicatie in het Oranje-
boek van den brief den 9en Juni door den
Duitschen minister van. BlinnenJandsclie
Zaken aan den Nederlandschen gezant te
Berlijn, betreffende het gebeurde mét de
„Tubantia", een adres gericht tot - deal
minister van Buitenlandsche Zaken te
's-Gravenhage.
In den brief van den Duitschen minister
van Buitenlandsche Zaken wordt verklaard;
dat in den nacht van den 15en op dien lóen
Maart 1916 zich geen enkele duikboot of
ander Duitsch oorlogsschip heeft bevon
den binnen een rayon van 10 zeemijfcni van
de plaats, waar de ramp heeft pllaats' ge
vonden.
De heer Gelder deelt nu aan den minister
mede, dat Woensdag 15 Maart, déS' namid
dags 3 uur. een Duitsche duikboot den
Goereeschen blazer G. Oi. 11 heeft aan
gevaren en wel op 6 mijl noordwest van
het vuurschip Maas. In het Holandsch
werd gevraagd waar men was.
Schepen met regeerlngsgraan aangehouden.
Naar men verneemt worden thans weder
13 schepen geladen met graan en gecon
signeerd' aan de Nederlandsche Regieering
door de Engelschen vastgehouden. Van
deze schepen met een gezam enl ijk en
tonneninhoud van ongeveer 50.000 ton
liggen er acht te Kirkwall en d'e andere
te Falmouth en in de Duins.
A'l's hij; in hare nabijheid was, rukte
hij haar den sluier ,af, slingerde bare iluit
ter aarde en riep: „Kon ik de zonen uws
vaders evenzo-O' vernietigenEen klaag
toon klonk uit dat brekend speeltuig!
De ruiter vervolgde zijnen weg. Met
loshangend haar ging het jonge meisje hare
broeders te gemoet. Zij' strooide stof op
haar hoofd1, breidde hare armen uit en riep
voortdurend: „Wraak!,... wraakL..u Sjallmar,
Abdullah's zoon, heeft mijnen sluier v>er-
schuurd' en imijne luit gebroken, en er
bij gezegd': „Kende ik zoo' de zonen uws
vader vernietigen!"
„Ween niet, Zirma," zeide de oudste
der broeders, „nog dezen- nacht zal er
bloed vloeien. Hier is 't spoor van zijn
paard; Salmar zal weldra weten dlat mijn
sabel scherp is," I
Aan dén avond van diiam diag vereenigiden
we ons aan den disch, Een vreemdeling
zat mede aan. De lucht was rustig, de
hemel helder, geen wolkje vertoonde zich
aan 't firmament.
Op eens zagen wij in d'e verte eene stof
wolk, die herwaarts kwam.
Als de vreemdeling dit zag mam hij mij
ter zijde, legde zijn vinger -op mijnen mond'
en zei, terwijl hij op «ne granaatboom
wees: „Kinid(, laat geen 'woord over
mijne tegenwoordigheid hier ontsnappen,
sluiit uwe tippen vaster dan de knoppen
aan dezen boom geslóten zijn." Hierop
verborg hij' zidh' in onze tent.
De. stofwolk was intussohen nader ge
komen en nu zagen -we een jongen' man
op een wit ipaard Een lange sabel hing
aan zijn zijde, drie dolken staken in zijnen
gordel en een boog 'hield' hij in de hand1.
Het opbrengen van vlsschersschepen.
De volgende Nederlandsche visschersvaar-
tuigen zijn, blijkens een bij het Departe
ment van Buitenlandsche Zaken binnengeko
men telegram, aangehouden:
Te Peterhead': De Vijf Gebroeders
Sch. 155, Hiiefke IJm. 223, Dim Cornelia
Sch. 149, Prins Hendrik Sch, 4, Abbastanza
VI. 21, Cornells Sch. 423, Jonge Qerritzier
Sch. 409, Wouter Sch. 35, Minister Heems
kerk Kw. 159, Friesland Vil 121, WjMiem
Cornells Kw. 16, Johan Reiindert Kw, 116,
Sterna Sch. 374, Doggersbank Sich. 139,
Sterna 3 Sch. 136, Minister Marées' van
Swinderen Sch. 295. Koningin Emma Sicli),
417, Géneraal d'e la Rtey Vit. 30, Nora Sch,
164, Arie Cornells Sch. 440, Apoionia Sch,
280, Eben Haëzer VII. 56, Cornell® Bart
IJm, 173, Nijverheid! Ma. 23, Condor IJm.
308, Eendracht Kw, 31, Koningifa Emma
VIL 156, Marie Henriëtte VIL 167, Clara
VI. 172, Leerdam Ma, 6, WilheHmina IJm.
35, Louis Groen Junior IJm, 149, Stel'k
MatutinafVl 171, Neeriandïa VIL 200; Giesipa
VIL 180, Henry Vit. nummer onbekend;
en vele andere nog niet bekend,
Te Aberdeen: Eendracht 2 IJm, 181,
Evelline IJm. 15, Cornelia IJm, 18, Balder
IJm. 143; 'Pluto IJm. 184, Héircules IJim. 196.
Volharding Ma. 38.
Te Lerwick en Kirkwall: Johanna
Maria Kw. 131, Neelitje VIL 166, Wiihel-
mina Kw. 101, Holland 1 Kw, 133, Petros
nela Nealtje VI. 179, Arie en Cornelis,
nummer en létters onbekend, De Zes Ge
broeders VIL 129, Apolik» VI. 155, Burge
meester Ripping Ma. 1, Harry VIL 60,
Toekomst Sch. 13 en veje andere wog1 niet
'bekendL
Bij de V isscherijmaatschappij Vlaardingen
is bericht ingekomen; dat het stoomvis-
sehersvaartuig Jupiter VIL 206, naar Kirk
wall is opgebracht
Die te Maassluis binnengekomen logger
Jacoba Maria Ma. 71, van de reederiji Doel
man, rapporteerde, dat op 55 gr. N.BL 4
Nederlandsche visschersvaartuigem door En-
gefeche vaartuigen werden opgebracht.
Gistermiddag werden door den Minister
van Buitenlandsche Zaken in buitengewone
aud'iëntje ontvangen, drie Soc.-Dem. «Ka
merleden, o. a, mr. R. J. Troelstra, be
nevens de secretaris van de NedL Ziee-
mansvereeniging, J. Brautigam, en de voor
zitter van den Centrallen Blond van- Trans-
port- en Havenarbeiders, Hieykoop, ter be
spreking van de bemoeilijking der visschers-
vloot door Engeland.
I I i .1 :t-I-i 1 Ui
De algemeene secretaris van den Chr.
Zeelieden 'Bond in Nederland, de heer K.
Vink te Scheveningen, ontving bericht van
den Engelschen gezant te 's-Gravenlhage,
dat deze bereid' was, het aidires van den
B'ond' in zake de aanhouding van Neder
landsche visschersvaartuiigen, ondier de aan
dacht van den Minister Sir Edwandl Gray
te brengen, indien hieruit weggelaten werd
die zin: „En dat de Emgelsehe Regeering
zich in deze zaak aan groote rechtsschien-
ding schuldig maakt",
Aan dit verzoek is gaarne gevolg ge
geven en het adres is opnieuw verzonden.
Uitgeleverd.
Gisteren om ellf uur arriveerde te Zeve
naar, vergezeld van rijksveldwachters, de
gewezen Duitsche onderofficier Hausknecht,
die met denzelfden trein onder geleide
naar Diuitschland' werd uitgeleverd.
(De man, Duitsch deserteur, werd wegens
een ander fejt door de Nederlandsche regee-
„Kind," sprak de ruiter, „ik zal geen
melk drinken en het brood der gastvrijheid
niet eten, zoolang gij mij niet hebt gezegd,
waar Salmar, mijn vijand, zich ophoudt."
Ik voelde, dat Ik bloosde, toen bijl dfe
vraag deed' en ik begon te stotteren. Ik
kon hiem niet verraden, die met pus ge
geten -en toevlucht in onze tenlt gezocht hiariL
Talmend gaf ik ten antwoord: „lik ken
Salmar niet."
„Gij liegt, knaapIk zie het aan uw
verkleuren en hoor het aan 't beven uwer
stem. Gij liegt; hij is in uw tent; de
hoeven van zijn paard zijn hier to 't zand
afgedrukt. Ga, zeg hem, dat de oudste van
Ziirma,s broeders hem opeischt, en dat hij
alleen is."
„Laat Sahnar, uw vijand, met rust," ant
woordde ik. „Mijn geheele staim zou ziichi
als één man opdoen ter zijner verdediging.
Drink liever uit den- beker, dien de gast
vrijheid u reikt."
De ruiter nam' den beker, bracht hem
minachtend aan de lippen em liet den in
houd over den grond lloopen, terwijl hij
hernam: „Zoo zal het Moed! van den eer
sten uit uwen stam vloeien, dien ik ont
moeten zal to de woestijn!"
Toen wendde hij den teugel.
Salmar ontvluchtte ijlingshij vreesde,
dat Alimir's zonen hem zouden opzoeken
gedurende den nacht.
's Anderen daags ging ik als gewoon
lijk ter igazeienjacht.
Ik slóeg een andere richting in, dan de
gevreesde ruiter igenameni had, Mijn jadht-
tast voerde mijf verre weg van onzen stam.
Nadat ik den ganschen dag over rotsen
en door zand' gereden haidl, zette ik mij
ring uitgeleverd, onder beding, idiat hij niet
wegens desertie zou vervolgd worden.)
Nederlandsche ambulance naar. Oostenrijk.
In de volgende maand zal een Neder
landsche ambulance naar OlUmütz in Mora-
vië vertrekken. Gedurende dé eerste drie
maanden- treedt dr. M. Steffelaar uit H;aar-
lem als leider en chirurg op; de volgende
drie maanden zal vermoedelijk alls chirurg
optreden dr. J. H. Pladtberg; wie dan als
leider fungeeren zal is nog niet bekend'.
De ambulance zal voor 6 maanden uitgezon
den worden. E'r gaan vier doctoren en
twaalf verplegendten mede.
Eenden.
Het Centraal Comité voor Eendenhouders
heeft besloten, in verband met zijn doel:
„de instandhouding van de eendenhouderij",,
dat slechts voor een gedeelte van de
eenden, n.l. voor dat .gedeelte, hetwelk
„afgeboerd" 'is. consent tot uitvoer zal
gegeven worden (d.w,.z. ten hoogste .voor
twee-d'erde van het aantal eenden te Amers
foort en ten hoogste voor de helft van he't
aantal eenden elders.)
De eenden, die binnenslands blijven, moe
ten voor de eierproductie of de fokkerij'
gehouden en mogen niet voor de slacht
verkocht worden.
Het comité garandeert f2 per stuk voor
de eenden, die voor uitvoer in aanmerking
komen, eventueefe meerdere opbrengst blijft
voorjoopig onder berusting van het comité,
om zekerheid' te hebben, dat de aandeel
houders, die eenden verkocht hebben, het
gedeelte, dat ze behouden, voor de eier
productie of de fokkerij bestemmen.
Hofbericht.
Men verneemt, dat het verblijf van HL M.
dé Koningin te Soestdjjk ter gelegenheid
van den verjaardag van HL M. de Koningin-
Moeder zal' duren van Maandag 31. dezer
tot Vrijdag 4 Augustus, en dat Prinses
Juliana met de Koningin mede gaat naar
Soestdijk.
BUITENLAND.
OORLOGSOVERZICHT.
De Russen beroemen zich heden grootere
en kleinere successen
Aan het front van de Sloniawka, een
zijrivier van de Donau, wordt de overtocht
der Russische troepen onder het vuur van
den vijand zonder onderbreking voortgezet.
Bij het offensief van heden namen de
Russen iooo man gevangen en maakten zij
vier kanonnen en vijf mitrailleurs buit, die
dadelijk op den vijand gericht werden.
In den loop van een gevecht op 13 Juli
verdreef een onzer regimenten grensinfan-
terie van den Trans-Amoer den tegenstander
uit de loopgraven in de streek van Bour-
gad-Gvordetz en vervolgde de Oostenrijkers
tot ten westen van die plaats.
Turksche soldaten zullen de Oostenrij
kers en Duitschers op het Oostelijk front
genoemd wordt: Galicie komen
bijstaan. Dat is vreemd, immerszoo van
verre beschouwd, kan Turkije zijn mannen
best voor zich zelf gebruiken en
voelen de Centralen zich daar dan niet
sterk genoeg meer?
De laatste dagen komen heel belangrijk-
klinkende berichten uit Roemeniëeen
sterk staaltje
Het Roemeensche blad „Universal" pu
bliceert een door den afgevaardigde Arnat
geteekend artikel, waarin gezegd wordt
„Binnen enkele weken zijn wij met de
'9 avonds neder ondier eenen palm;
Mijn merrie lag snuivend! neven® mij en
rustig droogde ii'k baar het zweet van de
glanzende manen.
PJitoseling was ik omringd door de zes
broeders van Zirma;; als gieren, die om
een duif vechten, vieléni zij op mij aan.
Zijl kwamen uit de woestijn, tot welke
zij gedurende de duisternis hunnen vijand
hadden opgewacht.
„Hërinnert ge u Sahnar, uw gast, en den
versmaden melk?" zeide de ruiter, dlie gis
terenavond bij onze tent was geweest^....
„Rampzalig kind;, stijg op en vo'llg ons."
Ik bad, ik schreide; zij bleven onver
biddelijk afe de dlood. Ik moest gehoorzamen
en werd' diep in dé woestijn, gevoerd."
Zirma genoot van dé koele morgenlucht,
afe wij aankwamen; hare broeders zeidien
tot haar: „Zirmai, Salmar is ons ontsnapt,
maar ween niet, een van ons volgt zijn
spoor. Gij zult gewroken worden, wij zwe
ren het bij het hoofd van dit kind; Teb-
sima! wee u; zoo de booswicht over twee
dagen nog ademt! In plaats van 't zijne
zal uw Mbed dan vloeien!"
Zij bondén mij aan eenen wildon olilijf.
Gledurende twee dagen hadl ik geen ander
voedsel' dan de vruchten, dlie van den
boom vielen; ik wachtte den dood'.
■Die nacht, die den tweeden dag besloot,
brak aan.
De bloeddorstige ruiter ging me voorbij
en spram:
„Kind|, bid!,... Hét staat geschreven, gij
moet sterven! Zoo evert hoordie ik in de
woestijn de r avert krassen en de zon ging
bloedrood onder. Verricht uw laatste avondt
gebed!,,,, Beveel Afcll UWe zieU"
mobilisatie gereed. Dan zullen onze troepen
de Karpathen overtrekken. Het uur der
beslissing heeft geslagen. Geen vertraging
kan of mag meer plaats hebben. Wij zul
len optrekken om den geheiligden strijd
te voeren tegen onze ergste vijanden, de
Bulgaren en de Magyaren".
De Russische overwinningen missen daar
haar uitwerking klaarblijkelijk niet.
Wanneer Roemenië aan Oostenrijk den
oorlog verklaarde, zou dit van verstrekken-
den invloed op den geheelen toestand, ook
in den Balkan, kunnen zijn.
Aan het Westelijk front blijft de strijd
hevig. Bij PozièresMaurepas, zoo zegt
het Duitsche communiqué, is weer een
hevige aanval door de geallieerden be
proefd, doch na een hevigen strijd, soms
met de bajonet, werd de aanval afgeslagen.
Als succes melden de EngelschenGe
heel het dorp Pozières is thans in onze
handen. Ten Westen van het dorp gingen
de territorials nog meer vooruitzij namen
twee sterke loopgraven, waarbij zij een
aantal gevangenen maakten, onder wie 5
officieren.
Elders geen wijzigingen.
De Franschen hebben zich ten Zuiden
van Estrées meester gemaakt van een aan
tal krachtig door de Duitschers versterkte
huizen. Tijdens een kleinen aanval dreven
de Fransche troepen de Duitschers ten
Noorden van Vermand-Ovillers uit eenige
loopgraven, welke zij bezaten,
De Italianen kunnen enkele succesjes
melden.
„Aan het front van Posina en Astico
maakten onze troepen zi«h in d'en mor
gen van 24 Juli na een gevecht, dlat ver
bitterd inzette, meester van den berg
Cimene.
„In de Alpenstreek bij' Diifassa hebben
onz# troepen ondanks het slechte weer,
hun terreinbezit uitgebreid tolt het kléine
dal van Ccramana."
Van het Kaukasische front wordt ge
meld';
Dé val van Ersinjan in Armenië kan nu
wel spoedig verwacht worden. Dé Russen
rukken met groote kracht en snelheid) op
dlie belangrijke plaats aan.
Eilanden-verkoop.
Denemarken heeft voor 60 millioen guit-
flén de drie eilanden, die het nog aan
dé kust vans Amerika bezat, aan de Vier.
Staten verkocht.
De eilandjes zijn e'en paar maal in En-
gielsch bezit geweest, dódh' weer terug
gegeven.
Ook z7jn er at eens vroeger bijna ge
slaagde onderhandelingen over dén ver
koop aan Amerika gevoerd'.
En wijl dé verkoop door de parlemen
ten moet worden goedgekeurd; kan dé zaak
ook nu nog wel afspringen.
Een meer vreedzame onderhandeling over
grondgebied dan:.;oorlog!
De Hongaarsche oppositie.
Graaf Julius Andlrassy, leider van dé
H'O'pgaarsche Grondiwetspartij1, komt in de
„Neue Freie Presse" krachtig op tegen dé
uitlegging, door de vijandelijke pers ge
geven aan' zijn redevoeringen en aan de
jongste actie dat men in Hongarije nlL
een actie van' de Hongaarsche oppositie
in zake de buitenlandsche politiek zon wen-
schen of dat iemand in Hongarije de doel
einden; waarnaar to de monarchie wordt
gestreefd', zou afkeuren.
„Juist omdat de meerd'erheid der Hon-
Ik kan u niet zeggen, welke ontzettende
schrik zich' van mij' meester maakte.
Doodsangst overviel mij', toen ik verdam
Gé moet sterven
Sterven, gebonden aan handen en voe
ten,als een 'lam op de sil'achtbaiikSterven
twaalf jaren oud:, zonder afscheid' nemen
van hen, die men lief heeft! Ach, hoe bit
ter, hoe pijnlijk is zulllk een dood!.'.,.
Gedurende den nacht keek ik slechts naar
den kant der woestijn, hopende Zirma's
broeder te zien terugkeren.
Vergeefs! Sléchts boomen en onbeweeg
lijke rotsen doemden in dé verte op;
Als mijn oogen vermoeid waren, ging
ik met mijn oor op den grond liggen, om
bet minste gerucht uit de verte te kunnen
opvangen; Maar slechts uiléngesahroi, of
't sijrpen een® krekels drong tot mij door
in de stilte van d'en nacht.
Kort voor 't aanbreken van den derden
dag kwam Zirma's broeder een tweede maal'
voorbij en scherpte zijnen sabelt
„■De dageraad is rood," riep hij!, „bij
bet opgaan der zon 2a! blbéd' vergoten
worden. Kind, biid' voor 't laatst voor uwe
ziel, bid voor uwe moeder! Roep Alltah
aan!.,..."
O, wat zal' mijn vader, wat Sarai zegu
gen, al's men hun mijn bloedig kleed'
brengt?
Wie zal hen troosten? Deze gedachten
waren al's zoovele d'ollksteken in mijn jeug
dig hart,
f (Wordt vervolgd.)
I
11
Pfl
R
!i 11 9
jj}