klil bit mm Tabak van J. R. Kern» No. 95. Zaterdag- 19 Augustus 1916. 10e Jaargang 1 A. LOHMAN RENCKENS MET Jr. Molton Dekens. Ondergoederen. tegen uiterste mwwerktuigen. mis oucoop. DEES voor DIT BLAD VERSCHIJNT DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG. Hoe moeten wij werken? ■■Ml "J SlatanaBijdftfs. erband. tten en Buikbanden. Iden door mij kostelo®' op HOOGSTE waarde Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „ONS BLAD" ALKMAAR. Bur.: BREEDSTRAAT 12. Telefoon No. 433. ABONNEMENTSPRIJS Per kwartaal franco huis. 90 ct. Met geïll. Zondagsblad bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers: van de courant van het Zondagsblad 125 ct. 3 ct. 5 ct. ADVERTENT1ËN: Van 15 regels50 ct. Elke regel meer10 ct. Reclames per regel25 ct. Kleine adv.: 30 woorden bij vooruitbet. 30 ct. De mensch is geschapen om te werken, i gelijk de vogel om te vliegen. In het paradijs I tot zijn lust, buiten het paradijs tot zijn I' last. Die last zal weer onze lust worden, I als wij den arbeid beschouwen met de oogen des geloofs, wanneer wij n.l. be denken, dat de arbeid de wil is van God en strekt tot heil van den naaste en tot ons eigen welzijn. Zóó opgevat: zullen we werken in den geest van boetvaardigheid, in den geest van naastenliefde en in den geest van wijze voorzichtigheid. Gij allen kent het vonnis des Heeren over Adam en zijne nakomelingschap uit gesproken „De aarde zij gevloekt om uw werk(van ongehoorzaamheid). In kommer zult gij er van eten alle de dagen uws levens. Doornen en distels zal zij u voort-_ brengen, en gij zult het kruid des velds eten. In het zweet uws aanschijns zult gij uw brood eten, totdat gij wederkeert tot I de aarde, waaruit gij genomen zijt; want I gij zijt stof en tot stof zult gij wederkeeren". Ziedaar onze straf! Wij allen voelen de distels en de dorens, die uit de gevloekte aarde opschieten. Alle elementen dienen den Heer in Zijn altoosdurend strafgericht. Hier is -het de stormwind, die de boomen ontwortelt en onze huizen omverhaalt; daar doodt de bliksem menschen en dieren; ginds ver nielt de hagelslag de hoop van den land- manelders knaagt een legioen van insec ten aan den oogste van de vlakte en van het gebergte. Voegt daarbij de verschrikkingen van den oorlog, dien geesel Gods, en de ver woestingen der besmettelijke ziekten, waar tegen geen kruiden zijn gewassen. Wat al teleurstellingen 1 Wat al misreke ningen! Van hoeveel rechtmatige verwach tingen wordt de bodem ingeslagenNiet slechts van den nij veren landman of tuinier, die den schoot der aarde opent en haar bebouwt in het zweet zijns aanschijns, maar voor alle bewoners der gevloekte aarde. Een ieder voelt in zijn arbeid de dorens des levens: de vakman in zijne fabriek; de koopman in zijnen handel; de man der wet in zijne studie; de zielzorger in zijne bediening; de arme in zijn kluis en de rijke in zijn paleis. Allerwege kommer en kwelling en neerslachtigheid des geestes! Gelukkig de mensch, die, in het besef zijner zondeschuld, zich nederig buigt onder het juk des Heeren 1 De smarten der ziel, de pijnen des lichaams en de lasten aan zijn staat ver bonden beschouwt hij als de rechtvaardige straf zijner zonden en in den geest van boetvaardige onderwerping roept hij blij moedig uit„Zóó is het goed o, Heer omdat het U aldus behagelijk is, en hij kust de hand, die hem kastijdt, welwetend, dat de Vader in den hemel altijd minder kastijdt, dan wij verdienen en ten bekwa men tijde zijn kind zal verlossen uit de verdrukking. De Heer slaat en zalft 1 Ziedaar de eerste reden, waarom wij met ijver en vlijt de ons opgelegde taak moe ten volbrengen. Vervolgens moeten wij arbeiden als ge zamenlijke leden der Maatschappij $n als broeders en zusters van het groote huisge zin der Kerk. T - FEUILLETON. Een verhaal uit den tijd der Kruistophten. In Nederfandscbe bewerking van iMk v. d. 13. Hij had1 bet geluk zijnen vader weer te vinden, maar het losgeld, dat liij geven kon, was niet voldoende. Om den slaaf te bevrijden, nam het held haftige kind zijn ketenen en droeg ze vijï jaren,. Toen hij in zijn vaderland terugkeerde, hadden de Turken Gethsemani verwoest en de ruïnen van het huis; waarin hij geboren was, waren het graf zijner ouders» Ephraim voelide zidh gansdh verlaten, hij s,0|eg zijn oogen ten hemel. Hij bouwde eene kluis in de rotsen en toerde in de nabijheid van het graf zijner ouders een kluizenaarsleven,. Hij bereikte een groote heiligheid', die den Turken, zelfs eerbiediging afdwong. Die patriarch van Jerusalem verhief hem in den priesterstand, He grijsaard groette ons- vriendelijk, „Ik «min de gevangenen," zeidte hij. „Iin de entea uwer vaders heb ik zellve als ge vangene gewoond'. Ik komt tot u ate uw vriend'." Daarop goot hij olijfolie en balsem op ?tKe wonden, sprak, den hopetooze moed 'n, weende met de bedroefden en omder- hted zidhi met ons over het schoone Ara 's. Hij beproefde alles oni den druk der ^vangenschap te verlichten. Hij wischte de bloedvlekken van de mu it der gevangenis weg, die haar zoo som- Gelijk de verschillende deelen des lichaams alle hunne eigene verrichtingen vervullen tot onderhoud en behoud van het geh.eel, zóó zijn ook de verschillende bedieningen en betrekkingen in de wereld noodzakelijk tot instandhouding van kerk en maatschappij Ieder in zijnen staat werkt mede tot het welzijn van anderen. De landman werkt niet voor zich alleen, de rechter is niet rechter voor zichzelven, de generaal leidt den oorlog voor het vaderland, de koop man, de vakman, de onderwijzer, de ge neesheer en de priester, allen arbeiden voor anderen. Ga tot de mieren, gij luiaard en zeg tot u zeivenAls er zoovelen voor mij werken, dan behoor, ja, dan móet ik ook arbeiden voor anderen, anders ben ik" een ondankbare, een zelfzuchtige, die mij voedt en kleedt ten koste van het zweet en van het bloed des naaste! Gelukkig de mensch, die het woord des Heeren indachtig„Wat gij aan den minste der mijnen hebt gedaan, hebt gij aan Mij gedaan" in zijnen medebroeder en mede zuster den persoon van Jezus-Christus be schouwt Hoe zal hij al zijne beste krachten inspannen, om voor zijnen naaste dag en nacht te werken, te arbeiden en te zwoegen teneinde zijnen Verlosser terwille te zijn en eenmaal het toegezegde loon deelachtig te worden. Ziedaar de tweede reden, waarom wij met ijver en vlijt de ons opgelegde taak moeten volbrengen. De derde reden, die ons met liefde voor den arbeid moet bezielen, is ons welbegre pen eigen belang, wijl de lediggang de moeder is van vele geestelijke en stoffelijke ellende. De lediggang, zegt de 11. Geest, heeft veel boosheid geleerd. Vanwaar die twist en die tweedracht, vanwaar het kwaadspreken en den laster, vanwaar roof en diefstal, vanwaar zooveel wreedheid en onkuischheid Vraagt het aan de ondervinding en zij zal u antwoor den uit het niets doen zijn al die onge rechtigheden voortgekomen. Vraagt het aan David en Salomon en Samson: waar om zijt gij gevallen, diep gevallen? Zij zullen u antwoorden, de brave en de wijze en de sterkeOmdat wij ons te zeer aan zoete rust en ledigheid hebben overgegeven. De arbeid daarentegen verdrijft de kwade gedachten en de booze begeerten. Hij geeft afleiding aan onzen geest en beteu gelt de kwade driften. Gelukkig de mensch, die van zijn jeugd af zich met ijver op den arbeid heeft toe gelegd. Hij zal in de stormachtige'jaren zijn hart zuiver en onbevlekt bewaren en zijn geloof en zijn deugd zullen in latere dagen geen gevaar loopen. Zalig de mensch die zijn brood niet in ledigheid heeft ge geten. Hij heeft den wil van God vol bracht, den naaste gediend en eigen heil bewerkt. M, Pt 'A. OOMS, DL. Pt BINNENLAND. NEDERLAND EN DE OORLOG. Gebrek aan voer. Bij het bestuur van dien Bioiud van slee- perspairooms en goedieremvervoaidars te land is van verschillende groote stalhouders en ber maakten voor ons, en voorzag ons van het noodige. lederen morgen! trok hij door Jerusalem's straten en zamelde giften 'en falter op den dag kwam hij dan met brood, vruchten en kleedingstukken op mijn paard terug. Tot mijn schande moet ik bekennen, dat Ephraim in die eerste dagen veell te lijden had van den' haat, dien ieder Muzelman dien Christen toedraagt. Bijna was hij het offer zijner heldhaftig heid! geworden. Een der gevangenen vroeg om drinken en de heremiet reikte hem frisch water in een tinnen beker. De Arabier dronk en wierp hem toen d'e kan zoo' hevig naar 't hoofd', dat hij wankelde en neerviel! Wij richtten hem op. Hij droogde het j bloedt van zijn voorhoofd en zeide op i rustigen toon tot den gevangene: „Dank, j mijn zoon; gij wilt, dat God mij honderd- voudig beioone." Een kreet van verontwaardiging verhief zich onder ons over die ruwe daad des gevangenen. Sidderend van toorn wierp ik mij op den ellendeling, om hem met mijnen dolk te doorboren, Maar de vrome ma|n hield mijn hand terug en zeide: „Om God's wil, houd op „Al heeft me mijn broeder ook nog zoo'n leed berokkend, ik zal hem lief hebben en vergeven." Zijn barmhartige liefde bedwong binnen korten tijdl de wildste naturen. Als vriend was hij! iot ons gekomen, maar 't duurde niet lang, of. hij! werd als- een vader door ons vereerd. Toen onze wonden genazen, ging Ephraim one voor in den arbeid; hij leerde ons paimschors vlechten, matten en korfjes ver vaardigen. Deze handwerken verkocht hij' dan en bracht ons de opbrengst met de ontvangen aalmoezen. Zoo kwam er over vloed in de gevangenis» Vroolijjk zongen bedrijfspaardenho'Udiers bericht ingekomen, dat voor hun paarden' geen haver is te verkrijgen. De nood' ie zoo- hoog gestegen, dat zeer veile firma's niet in staat zijn hun paarden van voldoende voedsel! te voorzien.- Het bestuur zal pogingen' in het werk stielen te trachten met regeeringislhuillp verbetering in dezen hachiel'ijken toestand te krijgen, Nederlandsch schip opgebracht. Men seint uit Hamburg aan de „N. R» Ct.": De Hoilltaimdsche tjalk „Progress;", van Kopenhagen naar Rudkoebing, in Drogden, ■is door een DuitsChe patrouilleboot aange houden en opgebracht. Ontmoeting met Duitsche onderzeebooten. De hoofdinspecteur der vissdberijen te 's-Gravemhage 'heeft de volgende circulaire aan de vissdhers gezonden: „In geval van ontmoeting met Duitsche onderzeebooten, wordt bielaug'hebihemdlen na leving van de volgende voorschriften aan bevolen: Zoodra een onderzeeboot een visischers- vaartuig het teekem geeft te stoppen, hetzij door een kanonschot, hetzij door een sein, of wel door beide gezamenlijk, moet het schip terstond aan dit bevel! voldoen. Tevens moet het vermijden op de onder zeeboot toe te varen, aangezien een zoo danige manoeuvre den indruk zou kunnen wekken, dat het de duikboot wil rammen en 'dientengevolge het oorlogsvaartuig aan leiding zou kunmen geven om het vuur te openen, ten leinde zich tegen een ver onderstelden vij'andelijken aanval te ver dedigen. Het zal aanbeveling verdienen,; dat de vissohersivaartuigen ontoiddeffl'ijk, nadat z,ij het bevel tot stoppen ihiebbieni gekregen, zoo mogelijk, een boot te water laten en. voorzien van de scheepspapieren, naar de onderzeeboot toezenden, zelfs indien deze zich nog op vrij! grooten afstand bevindt. In geen geval moet het neutrale vis- scbersvaart'Uig, ten einde de communicatie te vergemakkelijken, vooraf trachten dezen afstand 'te verkleinen» Een zoodanige handeling zou het schip aan ernstig gevaar blootstellen." 't Is toch well! treurig, d'at men een gelijke alléén, -omdat die bruut op te treden jdeegt zóózeer naar de oogen ziet! Veevoederbureaux. De Minister van Landbouw, wanschende uitvoering te geven aan het Kon. besluit van 11 Aug. not 6, heeft ingesteld' Vee- voederbureau's te Amsterdam voor Noord-iHioiIand, te Groningen voor Groningen en Drenthe, te Leeuwarden voor Friesland, te Roermond voor Limburg, te Rotterdam voor Zuid- IHoiltand', Noord-Brabant en Zeeland, te Utrecht voor Utrecht, te Ziwollllle .voor Gel derland en O verijs eL Bienoemd tot lieden van. het bureau voor Noordi-IHoffland te Amsterdam: F. H» Meijer, Haarlem; W. Visser, Knollendam; K. Breebaart Jzn.. Winkel; H. W» Kithn, Naarden; J. P. Meurs, Schagen. Uitvoerverbod van ganzen en kalkoenen. Bij -Kon. besluit van 11 Aug. („St.-b!" 397) is met ingang van 16 Aug, de uit voer van ganzen en kalkoenen, zoowel levend als geslacht, met uitzondering van ALKMAAR, Tel. 276, Stee.nenbrug (Verör. Oorö). Schoenhanöel we gedurende onzen arbeidt Op verzoek van den kluizenaar liet Godfrioei ons min der streng bewaken. We mochten op den dag gaan wandelen onder de ceders, die den aangrenzenden tuin beschaduwden en 's avonds was het ons veroorloofd' op 't terras der cidtadel van Sion de eerste koelte van den nacht te genieten. Om de ongelukkige metgezellen' niet te ontmoedigen, toonde ik me vrdotijfcer dan ik inwendig wast Ik had een wonde, die Ephraim niet helen kon: Het verlies mijner familie en mijn land; had haarveroorzaakt. Slechts 's. nachts, als allen sliepen, vloei den mijn'tranen en ik gedacht mijnen ouden vader, Sarai en mijn vaderland. Toen Ephraim1 zich onze genegenheid' had verworven, trachtte hij ons voor het Chris tendom te winnen. Hij deed dit met' die grootst mogelijke omzichtigheid; en met den ijver eens apostels. De Arabier is verzot op mooie verhaten, hij vergeet daarbij zijn slaap. D'e kluizenaar vertelde wonderschoon en benutte deze onze neiging om ons tot d'an lieven God' te voeren. Toen hij ons> voor de eerste maal op de hoogten van Sion leidde, konden we, ge heel! gewend aan de donkerheid der ge vangenis., niet genoeg het IiiCht bewonde ren, dat in d'e schemering opvlamde. D'e sterren fonkelden zoo- schoon aan den hdl- d'eren hemel' -en Jerusalem sliep aan onze voeten. Ephraim nam nu de gelegenheid waar onze zielen op te heffen, onzen blik te richten tot God. Hij vertelde ons van de schepping en sprak met zulke ver voering, dat we het machtig schouwspel meende te aanschouwen. Het groote boek der wereld' ontrolde hij voor onze oogen en liet ons de wijsheid ongeplukte wilde ganzen, verboden» De Kroon behoudt ziidh voor dit verbod tijde lijk cup te heffen of in bijzondlere gevallen daarvan ontheffing te doen verSeenen. („St-Ct.") Uitvoer van Rundvee Men meldt uit Grouw aan de „Tel.": In Friesland' wordt in ide laatste dagen teigen flinke prijzen rundvee opgekocht, om einde September a»s» te fcveren» Men be weert, dat met 1 October a»s» dfe uitvoer van dit vee weer geopend zal! worden. Uitvoer van Tabak. Blij. i nvoer van zendingen tabak uit Ne derland in Diuitsehland; moet een verkla ring gevoegd zijn van den betrokken D'uit- scben consult, dat die tabak vóór 7 Augus tus j,iii. in Europa is aangekomen. Bij zendingen cigarettentabak (Orienta- liiscbe tabak) is de verkkring niet moodig. Regeeringsdistributle Nu de regeering de distributie heeft .uit gestrekt tót '.alle voornaamste veevoedier- arfcikeien, heeft d'e B'ond van Kaasproduc- ten te Gpuda in een adres aan dien Minister van Landbouw enz. eeniige opmerkingen gezonden. De Biond meent, dat de pegieering' er van overtuigd! iis, dat de aanwezige voorraden, aangevuld) met de aanvoering, niet voldoen de zullen zijn naar de behoeften, waardoor dus rants,oenneerlng noodzakelijk werd» Af nemers zullen nu alleen op regteerimgsdis- tribuitiie zijn aangewezen, doch adressant meent, dat die toestand' nooit liang besten digd 'kaïn blijven en er na «tering der bestaande reserves een noodwendig tekort moet orststadn. Hij is overtuigd; dat i,ets diergelijks tot eiken prijs moet worden voor komen, waar dit een ramp zou worden van niiieit te overziiene omvang, omdat: 1. het gevofe zou zijn een paniek onder die vee- en varkenshouders, waardoor de ahnormale 'kwantiteiten vee en varkens ten verkoop zouden worden aangeboden, on evenredig aan de vraag, met het noodzake lijk gevolg enorme prijsdaling met daaraan verbonden reusachtige verliezen of, bij voor koming daarvan door. het uitgeven van ruimer consenten voor uitvoer een totale ontreddering der binnenllandsche voorzie ning; 2. 'hot ontstaan van tijdelijk voordeel voor den consument, met onafwendbaar tot gevolg, het ontbreken dier zelfde arti kelen in voldoende mate in die naasite toekomst, met de daaraan verbonden prijs stijging. Adressant acht het noodzakelijk, dat de belanghebbenden öf «enige zekerheid ont vangen, dat zij met produceeren doorgaan de niét Opeen® voor de mogelijkheid van groote verliezen 'komen te staan, door voe- dergebrek, een omstandigheid, thans voor die belanghebbenden niet meer te overzien; öf tijdig gewaarschuwd worden het bedrijf in te krimpen naarmate d'e aanvoering on voldoende zou zijn» Militaire land- en Tuinbouwverloven In het najaar, In verband met het gesteldie in de 2e alinea van punt So van L.O. 1916 B. 131, wordt het volgende bepaald: Ten .behoeve van d'e land- en tuinbouw- werkzaamheden dn het najaar kam met uitzondering van de bedrijfsleiders, die ge durende dat tijdperk reeds op grond! van hert gestelde onder 3o c era 5o van L.O, 1916, Bi. 131, in het genot van bijzonder verlof verkeeren door compagnies- (es kadrons-, batterijL, fort-, detacbemenits-) commandanten ook verlof worden verleend aan: a. de overige bedrijfsleiders (w.o. ook houders van machines, paarden, schuiten, eriz., wier bedrijf met dart van' den land en tuinbouw geheel samenhangt) aan wie wegens overschrijding van de grens van toelaatbare afwezigheid! (7 pCt.) geen ver lof op grond! van de punten 3o a en 6o kan worden verteend; b. fungeerendie bedrijfeileiders (vader 60 jaar en ouder of ziek); c. werkkrachten in land! en tuinbouw, w.o» ook bedienaars van machines, schui tenvoerders, ptettenlandshandwerkstieden e. di., alten evenwel slechts dan, wanneer zij reeds vóór hun verblijf onder de wapenen er hun. beroep van maakten bij' anderen behulpzaam te zijn bij de werkzaamheden in den land- en tuinbouw in het najaar. Bij meerdere zoons uit éénzelfde gezin komt die oudste zoon in de eerste plaats ■in aanmerking voor verlof, tenzij deze niet in het bedrijf werkzaam is, of op grond van die belangen van den militairen dienst, niet in het genot van verlof kan worden gesteld» Voorts genieten, in den landbouw, gedurende het najaar, idie werkkrachten in bet akkerbouw- en gemengde bedrijf die voorkeur boven die in het veehouders- bedrijf. In de meeste gevallen zal voor land bouwers met een verlof van ten hoogste 14 dagen kunnen worden voifertaan, Alleen ten behoeve van groote bedirij:- vem kan hoogstens 21 dagen verlof wor den verleend, terwijl' in dlie streken, waarin zich die gevolgen van de overstrooming nog doen gevoelen, hoogstens 28 dagen verlof kan worden toegestaan. In het laat ste geval is d'an steeds onderzoek door bet betrokken bemiddelingsbureau voor den landbouw noodig. Gedurende de Hand- en tuimbouwwerk- zaamheden ,i.n het najaar kan ten behoeve van de onder .a, b en c genoemde cate- goriën van dienstplichtigen door compag nies- (eskadrons-, batterij-, fort-, detache- tnents-) commandanten zoo noodiig en zoo mogelijk worden beschikt. Den duur van sommige oogsten, eischi het daaromtrent gestelde in L.O» 1916, Bi 172, de volgende aanvulling: Biieten- en aardappelenoiogstv^ tusscheft 15 September en 31 October. Betreffende den tuinbouw geldien de vol gende gegevens Bioomkweekerijvan 120 September: algemeene cultuurwerkzaambedienvan 20 September tot 1 December: rooien en ver zenden van boomkweekerij-artikelen» Groemtenteeitvan 1 September tot 1 December: oogsten van groenten, enz,; be- ALKMAARSCHE OVERAL VERKRIJGBAAR en liefdie des Heeren kennen en bewon deren, „Ales heeft H.iji uit liefde tolt de men schen geschapen," zeidie hij, „die bloemen zoowel' ate de sterren, het zandkorreltje en d'e zon, het worm'pje .in 't gras en den. engel, dlie in den hemel woont» „Mijn God;" riep hij dan uit, „afe gij 't verblijf op deze schoone aardie zoo aangenaam mogelijk maakt, hoe heerlijk moet d'an het leven hiernamaals in den 'hemel niet zijn En dian vertelde hij verrukkelijke dingen van 't schoone Jerusalem'. Wij zouden wel' den gansichen nacht hem Willem hooren vertellen, maar de wachters riepen ons terug in de gevangenis» Den volgenden dag, zoodra de zon was. onder gegaan, verdrongen wij' elkaar om den kluizenaar, om naar zijn verhalen te luis teren. iHij vertelde ons uit die bijbeteehe ge schiedenis, van de patriarchen en de pro feten. 'Hij voerde ons naar Siinai, van Sinai aan d'en» oever van den Jordaam, van daar op die hoogten van Sion en Karmei. In alles toonde hij' ons de 'hand Gods, die de komst des Verlossers voorbereidde; hiji be- wees' ons, hoe het Idhit dier goddelijke waarheid zich altijd mieer uitbreidde en het morgenrood van bet heil immer dui delijker zich toonde. Als hij zoo onze gedachten op het Chris tendom had gebracht, waagde hij het iets uit het Evangelie voor te lezen» Die brok stukken schenen dan het firmament en Jezus' woorden reiner 'dan d'e srterreni. Daar .sffcelldie ons Ephraim de gansohe stra lende figuur des Heilands voor. Wij zagen de zon der gerechtigheidi op Bethlehem's heuvelen nederdalen, die Palestina veriiioht- te, en op de purperroiode hoogten van den Calvariënberg ondergaan, om gloedvoller weer te rijzen. .De ziel is van nature christelijk. God heeft ze voor d'e waarheid' geschapen, als het oog voor bet licht. De yerhiafflen van dien heremiet voerden ons van 't eem tot 't andere. Het was ons, als iemand die' voor 't eerst het zonnelicht.begroeten mag. „O, ellendig mien.schen'hiart," riep Tebsi» ma, „wij' had'den het licht gevonden en konden niet besluiten, het te volgen»" Toen d'e heilige grijsaard zijn onderrich tingen sloot, zei hij' tot ons: „Tot 'nu toe, mijne dierbaren, hebt gij Jezus niet bemind', omdat gij' Hiem niet kendet; zouidlt gij Hem echter oo'k nu nog uw liefde wei geren, nadat Hij' zich geopenbaard heeft aan uwe zielen??" Wij' volhardden .in ons zwijgen. (Wordt vervolgd») [J i'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1916 | | pagina 1