klil bit mm
Tabak van J. R. Kern»
No. 95.
Zaterdag- 19 Augustus 1916.
10e Jaargang
1
A. LOHMAN RENCKENS
MET Jr.
Molton Dekens.
Ondergoederen.
tegen uiterste
mwwerktuigen.
mis oucoop.
DEES voor
DIT BLAD VERSCHIJNT DINSDAG,
DONDERDAG EN ZATERDAG.
Hoe moeten wij werken?
■■Ml
"J
SlatanaBijdftfs.
erband.
tten en Buikbanden.
Iden door mij kostelo®'
op HOOGSTE waarde
Uitgave van de Naamlooze
Vennootschap „ONS BLAD"
ALKMAAR.
Bur.: BREEDSTRAAT 12.
Telefoon No. 433.
ABONNEMENTSPRIJS
Per kwartaal franco huis. 90 ct.
Met geïll. Zondagsblad
bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers:
van de courant
van het Zondagsblad
125 ct.
3 ct.
5 ct.
ADVERTENT1ËN:
Van 15 regels50 ct.
Elke regel meer10 ct.
Reclames per regel25 ct.
Kleine adv.: 30 woorden bij vooruitbet. 30 ct.
De mensch is geschapen om te werken,
i gelijk de vogel om te vliegen. In het paradijs
I tot zijn lust, buiten het paradijs tot zijn
I' last. Die last zal weer onze lust worden,
I als wij den arbeid beschouwen met de
oogen des geloofs, wanneer wij n.l. be
denken, dat de arbeid de wil is van God
en strekt tot heil van den naaste en tot
ons eigen welzijn.
Zóó opgevat: zullen we werken in den
geest van boetvaardigheid, in den geest
van naastenliefde en in den geest van wijze
voorzichtigheid.
Gij allen kent het vonnis des Heeren
over Adam en zijne nakomelingschap uit
gesproken „De aarde zij gevloekt om uw
werk(van ongehoorzaamheid). In kommer
zult gij er van eten alle de dagen uws
levens. Doornen en distels zal zij u voort-_
brengen, en gij zult het kruid des velds
eten. In het zweet uws aanschijns zult gij
uw brood eten, totdat gij wederkeert tot
I de aarde, waaruit gij genomen zijt; want
I gij zijt stof en tot stof zult gij wederkeeren".
Ziedaar onze straf! Wij allen voelen de
distels en de dorens, die uit de gevloekte
aarde opschieten.
Alle elementen dienen den Heer in Zijn
altoosdurend strafgericht. Hier is -het de
stormwind, die de boomen ontwortelt en
onze huizen omverhaalt; daar doodt de
bliksem menschen en dieren; ginds ver
nielt de hagelslag de hoop van den land-
manelders knaagt een legioen van insec
ten aan den oogste van de vlakte en van
het gebergte.
Voegt daarbij de verschrikkingen van
den oorlog, dien geesel Gods, en de ver
woestingen der besmettelijke ziekten, waar
tegen geen kruiden zijn gewassen.
Wat al teleurstellingen 1 Wat al misreke
ningen! Van hoeveel rechtmatige verwach
tingen wordt de bodem ingeslagenNiet
slechts van den nij veren landman of tuinier,
die den schoot der aarde opent en haar
bebouwt in het zweet zijns aanschijns,
maar voor alle bewoners der gevloekte
aarde.
Een ieder voelt in zijn arbeid de dorens
des levens: de vakman in zijne fabriek;
de koopman in zijnen handel; de man der
wet in zijne studie; de zielzorger in zijne
bediening; de arme in zijn kluis en de
rijke in zijn paleis. Allerwege kommer en
kwelling en neerslachtigheid des geestes!
Gelukkig de mensch, die, in het besef
zijner zondeschuld, zich nederig buigt onder
het juk des Heeren 1
De smarten der ziel, de pijnen des
lichaams en de lasten aan zijn staat ver
bonden beschouwt hij als de rechtvaardige
straf zijner zonden en in den geest van
boetvaardige onderwerping roept hij blij
moedig uit„Zóó is het goed o, Heer
omdat het U aldus behagelijk is, en hij
kust de hand, die hem kastijdt, welwetend,
dat de Vader in den hemel altijd minder
kastijdt, dan wij verdienen en ten bekwa
men tijde zijn kind zal verlossen uit de
verdrukking. De Heer slaat en zalft 1
Ziedaar de eerste reden, waarom wij met
ijver en vlijt de ons opgelegde taak moe
ten volbrengen.
Vervolgens moeten wij arbeiden als ge
zamenlijke leden der Maatschappij $n als
broeders en zusters van het groote huisge
zin der Kerk.
T -
FEUILLETON.
Een verhaal uit den tijd der Kruistophten.
In Nederfandscbe bewerking
van
iMk v. d.
13.
Hij had1 bet geluk zijnen vader weer
te vinden, maar het losgeld, dat liij geven
kon, was niet voldoende.
Om den slaaf te bevrijden, nam het held
haftige kind zijn ketenen en droeg ze
vijï jaren,.
Toen hij in zijn vaderland terugkeerde,
hadden de Turken Gethsemani verwoest
en de ruïnen van het huis; waarin hij
geboren was, waren het graf zijner ouders»
Ephraim voelide zidh gansdh verlaten, hij
s,0|eg zijn oogen ten hemel.
Hij bouwde eene kluis in de rotsen en
toerde in de nabijheid van het graf zijner
ouders een kluizenaarsleven,. Hij bereikte
een groote heiligheid', die den Turken, zelfs
eerbiediging afdwong. Die patriarch van
Jerusalem verhief hem in den priesterstand,
He grijsaard groette ons- vriendelijk, „Ik
«min de gevangenen," zeidte hij. „Iin de
entea uwer vaders heb ik zellve als ge
vangene gewoond'. Ik komt tot u ate uw
vriend'."
Daarop goot hij olijfolie en balsem op
?tKe wonden, sprak, den hopetooze moed
'n, weende met de bedroefden en omder-
hted zidhi met ons over het schoone Ara
's. Hij beproefde alles oni den druk der
^vangenschap te verlichten.
Hij wischte de bloedvlekken van de mu
it der gevangenis weg, die haar zoo som-
Gelijk de verschillende deelen des lichaams
alle hunne eigene verrichtingen vervullen
tot onderhoud en behoud van het geh.eel,
zóó zijn ook de verschillende bedieningen
en betrekkingen in de wereld noodzakelijk
tot instandhouding van kerk en maatschappij
Ieder in zijnen staat werkt mede tot het
welzijn van anderen. De landman werkt
niet voor zich alleen, de rechter is niet
rechter voor zichzelven, de generaal leidt
den oorlog voor het vaderland, de koop
man, de vakman, de onderwijzer, de ge
neesheer en de priester, allen arbeiden voor
anderen.
Ga tot de mieren, gij luiaard en zeg
tot u zeivenAls er zoovelen voor mij
werken, dan behoor, ja, dan móet ik ook
arbeiden voor anderen, anders ben ik" een
ondankbare, een zelfzuchtige, die mij voedt
en kleedt ten koste van het zweet en van
het bloed des naaste!
Gelukkig de mensch, die het woord des
Heeren indachtig„Wat gij aan den minste
der mijnen hebt gedaan, hebt gij aan Mij
gedaan" in zijnen medebroeder en mede
zuster den persoon van Jezus-Christus be
schouwt Hoe zal hij al zijne beste krachten
inspannen, om voor zijnen naaste dag en
nacht te werken, te arbeiden en te zwoegen
teneinde zijnen Verlosser terwille te zijn
en eenmaal het toegezegde loon deelachtig
te worden.
Ziedaar de tweede reden, waarom wij
met ijver en vlijt de ons opgelegde taak
moeten volbrengen.
De derde reden, die ons met liefde voor
den arbeid moet bezielen, is ons welbegre
pen eigen belang, wijl de lediggang de
moeder is van vele geestelijke en stoffelijke
ellende.
De lediggang, zegt de 11. Geest, heeft
veel boosheid geleerd.
Vanwaar die twist en die tweedracht,
vanwaar het kwaadspreken en den laster,
vanwaar roof en diefstal, vanwaar zooveel
wreedheid en onkuischheid Vraagt het
aan de ondervinding en zij zal u antwoor
den uit het niets doen zijn al die onge
rechtigheden voortgekomen. Vraagt het
aan David en Salomon en Samson: waar
om zijt gij gevallen, diep gevallen? Zij
zullen u antwoorden, de brave en de wijze
en de sterkeOmdat wij ons te zeer aan
zoete rust en ledigheid hebben overgegeven.
De arbeid daarentegen verdrijft de kwade
gedachten en de booze begeerten. Hij
geeft afleiding aan onzen geest en beteu
gelt de kwade driften.
Gelukkig de mensch, die van zijn jeugd
af zich met ijver op den arbeid heeft toe
gelegd. Hij zal in de stormachtige'jaren
zijn hart zuiver en onbevlekt bewaren en
zijn geloof en zijn deugd zullen in latere
dagen geen gevaar loopen. Zalig de mensch
die zijn brood niet in ledigheid heeft ge
geten. Hij heeft den wil van God vol
bracht, den naaste gediend en eigen heil
bewerkt.
M, Pt 'A. OOMS,
DL. Pt
BINNENLAND.
NEDERLAND EN DE OORLOG.
Gebrek aan voer.
Bij het bestuur van dien Bioiud van slee-
perspairooms en goedieremvervoaidars te land
is van verschillende groote stalhouders en
ber maakten voor ons, en voorzag ons van
het noodige.
lederen morgen! trok hij door Jerusalem's
straten en zamelde giften 'en falter op den
dag kwam hij dan met brood, vruchten
en kleedingstukken op mijn paard terug.
Tot mijn schande moet ik bekennen, dat
Ephraim in die eerste dagen veell te lijden
had van den' haat, dien ieder Muzelman
dien Christen toedraagt.
Bijna was hij het offer zijner heldhaftig
heid! geworden. Een der gevangenen vroeg
om drinken en de heremiet reikte hem frisch
water in een tinnen beker. De Arabier dronk
en wierp hem toen d'e kan zoo' hevig naar
't hoofd', dat hij wankelde en neerviel!
Wij richtten hem op. Hij droogde het j
bloedt van zijn voorhoofd en zeide op i
rustigen toon tot den gevangene: „Dank, j
mijn zoon; gij wilt, dat God mij honderd-
voudig beioone."
Een kreet van verontwaardiging verhief
zich onder ons over die ruwe daad des
gevangenen. Sidderend van toorn wierp
ik mij op den ellendeling, om hem met
mijnen dolk te doorboren, Maar de vrome
ma|n hield mijn hand terug en zeide:
„Om God's wil, houd op
„Al heeft me mijn broeder ook nog zoo'n
leed berokkend, ik zal hem lief hebben en
vergeven."
Zijn barmhartige liefde bedwong binnen
korten tijdl de wildste naturen. Als vriend
was hij! iot ons gekomen, maar 't duurde
niet lang, of. hij! werd als- een vader door
ons vereerd.
Toen onze wonden genazen, ging Ephraim
one voor in den arbeid; hij leerde ons
paimschors vlechten, matten en korfjes ver
vaardigen. Deze handwerken verkocht hij'
dan en bracht ons de opbrengst met de
ontvangen aalmoezen. Zoo kwam er over
vloed in de gevangenis» Vroolijjk zongen
bedrijfspaardenho'Udiers bericht ingekomen,
dat voor hun paarden' geen haver is te
verkrijgen. De nood' ie zoo- hoog gestegen,
dat zeer veile firma's niet in staat zijn hun
paarden van voldoende voedsel! te voorzien.-
Het bestuur zal pogingen' in het werk stielen
te trachten met regeeringislhuillp verbetering
in dezen hachiel'ijken toestand te krijgen,
Nederlandsch schip opgebracht.
Men seint uit Hamburg aan de „N. R»
Ct.":
De Hoilltaimdsche tjalk „Progress;", van
Kopenhagen naar Rudkoebing, in Drogden,
■is door een DuitsChe patrouilleboot aange
houden en opgebracht.
Ontmoeting met Duitsche onderzeebooten.
De hoofdinspecteur der vissdberijen te
's-Gravemhage 'heeft de volgende circulaire
aan de vissdhers gezonden:
„In geval van ontmoeting met Duitsche
onderzeebooten, wordt bielaug'hebihemdlen na
leving van de volgende voorschriften aan
bevolen:
Zoodra een onderzeeboot een visischers-
vaartuig het teekem geeft te stoppen, hetzij
door een kanonschot, hetzij door een sein,
of wel door beide gezamenlijk, moet het
schip terstond aan dit bevel! voldoen.
Tevens moet het vermijden op de onder
zeeboot toe te varen, aangezien een zoo
danige manoeuvre den indruk zou kunnen
wekken, dat het de duikboot wil rammen
en 'dientengevolge het oorlogsvaartuig aan
leiding zou kunmen geven om het vuur
te openen, ten leinde zich tegen een ver
onderstelden vij'andelijken aanval te ver
dedigen.
Het zal aanbeveling verdienen,; dat de
vissohersivaartuigen ontoiddeffl'ijk, nadat z,ij
het bevel tot stoppen ihiebbieni gekregen,
zoo mogelijk, een boot te water laten en.
voorzien van de scheepspapieren, naar de
onderzeeboot toezenden, zelfs indien deze
zich nog op vrij! grooten afstand bevindt.
In geen geval moet het neutrale vis-
scbersvaart'Uig, ten einde de communicatie
te vergemakkelijken, vooraf trachten dezen
afstand 'te verkleinen»
Een zoodanige handeling zou het schip
aan ernstig gevaar blootstellen."
't Is toch well! treurig, d'at men een
gelijke alléén, -omdat die bruut op
te treden jdeegt zóózeer naar de oogen
ziet!
Veevoederbureaux.
De Minister van Landbouw, wanschende
uitvoering te geven aan het Kon. besluit
van 11 Aug. not 6, heeft ingesteld' Vee-
voederbureau's
te Amsterdam voor Noord-iHioiIand, te
Groningen voor Groningen en Drenthe, te
Leeuwarden voor Friesland, te Roermond
voor Limburg, te Rotterdam voor Zuid-
IHoiltand', Noord-Brabant en Zeeland, te
Utrecht voor Utrecht, te Ziwollllle .voor Gel
derland en O verijs eL
Bienoemd tot lieden van. het bureau voor
Noordi-IHoffland
te Amsterdam: F. H» Meijer, Haarlem;
W. Visser, Knollendam; K. Breebaart Jzn..
Winkel; H. W» Kithn, Naarden; J. P.
Meurs, Schagen.
Uitvoerverbod van ganzen en kalkoenen.
Bij -Kon. besluit van 11 Aug. („St.-b!"
397) is met ingang van 16 Aug, de uit
voer van ganzen en kalkoenen, zoowel
levend als geslacht, met uitzondering van
ALKMAAR, Tel. 276, Stee.nenbrug (Verör. Oorö). Schoenhanöel
we gedurende onzen arbeidt Op verzoek
van den kluizenaar liet Godfrioei ons min
der streng bewaken.
We mochten op den dag gaan wandelen
onder de ceders, die den aangrenzenden
tuin beschaduwden en 's avonds was het
ons veroorloofd' op 't terras der cidtadel
van Sion de eerste koelte van den nacht
te genieten.
Om de ongelukkige metgezellen' niet te
ontmoedigen, toonde ik me vrdotijfcer dan
ik inwendig wast Ik had een wonde, die
Ephraim niet helen kon:
Het verlies mijner familie en mijn land;
had haarveroorzaakt.
Slechts 's. nachts, als allen sliepen, vloei
den mijn'tranen en ik gedacht mijnen ouden
vader, Sarai en mijn vaderland.
Toen Ephraim1 zich onze genegenheid' had
verworven, trachtte hij ons voor het Chris
tendom te winnen. Hij deed dit met' die
grootst mogelijke omzichtigheid; en met
den ijver eens apostels.
De Arabier is verzot op mooie verhaten,
hij vergeet daarbij zijn slaap. D'e kluizenaar
vertelde wonderschoon en benutte deze onze
neiging om ons tot d'an lieven God' te
voeren.
Toen hij ons> voor de eerste maal op de
hoogten van Sion leidde, konden we, ge
heel! gewend aan de donkerheid der ge
vangenis., niet genoeg het IiiCht bewonde
ren, dat in d'e schemering opvlamde. D'e
sterren fonkelden zoo- schoon aan den hdl-
d'eren hemel' -en Jerusalem sliep aan onze
voeten. Ephraim nam nu de gelegenheid
waar onze zielen op te heffen, onzen blik
te richten tot God. Hij vertelde ons van
de schepping en sprak met zulke ver
voering, dat we het machtig schouwspel
meende te aanschouwen.
Het groote boek der wereld' ontrolde hij
voor onze oogen en liet ons de wijsheid
ongeplukte wilde ganzen, verboden» De
Kroon behoudt ziidh voor dit verbod tijde
lijk cup te heffen of in bijzondlere gevallen
daarvan ontheffing te doen verSeenen.
(„St-Ct.")
Uitvoer van Rundvee
Men meldt uit Grouw aan de „Tel.":
In Friesland' wordt in ide laatste dagen
teigen flinke prijzen rundvee opgekocht, om
einde September a»s» te fcveren» Men be
weert, dat met 1 October a»s» dfe uitvoer
van dit vee weer geopend zal! worden.
Uitvoer van Tabak.
Blij. i nvoer van zendingen tabak uit Ne
derland in Diuitsehland; moet een verkla
ring gevoegd zijn van den betrokken D'uit-
scben consult, dat die tabak vóór 7 Augus
tus j,iii. in Europa is aangekomen.
Bij zendingen cigarettentabak (Orienta-
liiscbe tabak) is de verkkring niet moodig.
Regeeringsdistributle
Nu de regeering de distributie heeft .uit
gestrekt tót '.alle voornaamste veevoedier-
arfcikeien, heeft d'e B'ond van Kaasproduc-
ten te Gpuda in een adres aan dien Minister
van Landbouw enz. eeniige opmerkingen
gezonden.
De Biond meent, dat de pegieering' er van
overtuigd! iis, dat de aanwezige voorraden,
aangevuld) met de aanvoering, niet voldoen
de zullen zijn naar de behoeften, waardoor
dus rants,oenneerlng noodzakelijk werd» Af
nemers zullen nu alleen op regteerimgsdis-
tribuitiie zijn aangewezen, doch adressant
meent, dat die toestand' nooit liang besten
digd 'kaïn blijven en er na «tering der
bestaande reserves een noodwendig tekort
moet orststadn. Hij is overtuigd; dat i,ets
diergelijks tot eiken prijs moet worden voor
komen, waar dit een ramp zou worden
van niiieit te overziiene omvang, omdat:
1. het gevofe zou zijn een paniek onder
die vee- en varkenshouders, waardoor de
ahnormale 'kwantiteiten vee en varkens ten
verkoop zouden worden aangeboden, on
evenredig aan de vraag, met het noodzake
lijk gevolg enorme prijsdaling met daaraan
verbonden reusachtige verliezen of, bij voor
koming daarvan door. het uitgeven van
ruimer consenten voor uitvoer een totale
ontreddering der binnenllandsche voorzie
ning;
2. 'hot ontstaan van tijdelijk voordeel
voor den consument, met onafwendbaar
tot gevolg, het ontbreken dier zelfde arti
kelen in voldoende mate in die naasite
toekomst, met de daaraan verbonden prijs
stijging.
Adressant acht het noodzakelijk, dat de
belanghebbenden öf «enige zekerheid ont
vangen, dat zij met produceeren doorgaan
de niét Opeen® voor de mogelijkheid van
groote verliezen 'komen te staan, door voe-
dergebrek, een omstandigheid, thans voor
die belanghebbenden niet meer te overzien;
öf tijdig gewaarschuwd worden het bedrijf
in te krimpen naarmate d'e aanvoering on
voldoende zou zijn»
Militaire land- en Tuinbouwverloven In
het najaar,
In verband met het gesteldie in de 2e
alinea van punt So van L.O. 1916 B.
131, wordt het volgende bepaald:
Ten .behoeve van d'e land- en tuinbouw-
werkzaamheden dn het najaar kam met
uitzondering van de bedrijfsleiders, die ge
durende dat tijdperk reeds op grond! van
hert gestelde onder 3o c era 5o van L.O,
1916, Bi. 131, in het genot van bijzonder
verlof verkeeren door compagnies- (es
kadrons-, batterijL, fort-, detacbemenits-)
commandanten ook verlof worden verleend
aan:
a. de overige bedrijfsleiders (w.o. ook
houders van machines, paarden, schuiten,
eriz., wier bedrijf met dart van' den land
en tuinbouw geheel samenhangt) aan wie
wegens overschrijding van de grens van
toelaatbare afwezigheid! (7 pCt.) geen ver
lof op grond! van de punten 3o a en 6o
kan worden verteend;
b. fungeerendie bedrijfeileiders (vader 60
jaar en ouder of ziek);
c. werkkrachten in land! en tuinbouw,
w.o» ook bedienaars van machines, schui
tenvoerders, ptettenlandshandwerkstieden e.
di., alten evenwel slechts dan, wanneer zij
reeds vóór hun verblijf onder de wapenen
er hun. beroep van maakten bij' anderen
behulpzaam te zijn bij de werkzaamheden
in den land- en tuinbouw in het najaar.
Bij meerdere zoons uit éénzelfde gezin
komt die oudste zoon in de eerste plaats
■in aanmerking voor verlof, tenzij deze niet
in het bedrijf werkzaam is, of op grond
van die belangen van den militairen dienst,
niet in het genot van verlof kan worden
gesteld» Voorts genieten, in den landbouw,
gedurende het najaar, idie werkkrachten in
bet akkerbouw- en gemengde bedrijf die
voorkeur boven die in het veehouders-
bedrijf.
In de meeste gevallen zal voor land
bouwers met een verlof van ten hoogste
14 dagen kunnen worden voifertaan,
Alleen ten behoeve van groote bedirij:-
vem kan hoogstens 21 dagen verlof wor
den verleend, terwijl' in dlie streken, waarin
zich die gevolgen van de overstrooming
nog doen gevoelen, hoogstens 28 dagen
verlof kan worden toegestaan. In het laat
ste geval is d'an steeds onderzoek door
bet betrokken bemiddelingsbureau voor den
landbouw noodig.
Gedurende de Hand- en tuimbouwwerk-
zaamheden ,i.n het najaar kan ten behoeve
van de onder .a, b en c genoemde cate-
goriën van dienstplichtigen door compag
nies- (eskadrons-, batterij-, fort-, detache-
tnents-) commandanten zoo noodiig en
zoo mogelijk worden beschikt.
Den duur van sommige oogsten, eischi
het daaromtrent gestelde in L.O» 1916,
Bi 172, de volgende aanvulling:
Biieten- en aardappelenoiogstv^ tusscheft
15 September en 31 October.
Betreffende den tuinbouw geldien de vol
gende gegevens
Bioomkweekerijvan 120 September:
algemeene cultuurwerkzaambedienvan 20
September tot 1 December: rooien en ver
zenden van boomkweekerij-artikelen»
Groemtenteeitvan 1 September tot 1
December: oogsten van groenten, enz,; be-
ALKMAARSCHE
OVERAL VERKRIJGBAAR
en liefdie des Heeren kennen en bewon
deren,
„Ales heeft H.iji uit liefde tolt de men
schen geschapen," zeidie hij, „die bloemen
zoowel' ate de sterren, het zandkorreltje
en d'e zon, het worm'pje .in 't gras en den.
engel, dlie in den hemel woont» „Mijn
God;" riep hij dan uit, „afe gij 't verblijf
op deze schoone aardie zoo aangenaam
mogelijk maakt, hoe heerlijk moet d'an het
leven hiernamaals in den 'hemel niet zijn
En dian vertelde hij verrukkelijke dingen
van 't schoone Jerusalem'.
Wij zouden wel' den gansichen nacht hem
Willem hooren vertellen, maar de wachters
riepen ons terug in de gevangenis» Den
volgenden dag, zoodra de zon was. onder
gegaan, verdrongen wij' elkaar om den
kluizenaar, om naar zijn verhalen te luis
teren.
iHij vertelde ons uit die bijbeteehe ge
schiedenis, van de patriarchen en de pro
feten. 'Hij voerde ons naar Siinai, van Sinai
aan d'en» oever van den Jordaam, van daar
op die hoogten van Sion en Karmei. In
alles toonde hij' ons de 'hand Gods, die de
komst des Verlossers voorbereidde; hiji be-
wees' ons, hoe het Idhit dier goddelijke
waarheid zich altijd mieer uitbreidde en
het morgenrood van bet heil immer dui
delijker zich toonde.
Als hij zoo onze gedachten op het Chris
tendom had gebracht, waagde hij het iets
uit het Evangelie voor te lezen» Die brok
stukken schenen dan het firmament en
Jezus' woorden reiner 'dan d'e srterreni.
Daar .sffcelldie ons Ephraim de gansohe stra
lende figuur des Heilands voor. Wij zagen
de zon der gerechtigheidi op Bethlehem's
heuvelen nederdalen, die Palestina veriiioht-
te, en op de purperroiode hoogten van den
Calvariënberg ondergaan, om gloedvoller
weer te rijzen.
.De ziel is van nature christelijk. God
heeft ze voor d'e waarheid' geschapen, als
het oog voor bet licht. De yerhiafflen van
dien heremiet voerden ons van 't eem tot
't andere. Het was ons, als iemand die'
voor 't eerst het zonnelicht.begroeten mag.
„O, ellendig mien.schen'hiart," riep Tebsi»
ma, „wij' had'den het licht gevonden en
konden niet besluiten, het te volgen»"
Toen d'e heilige grijsaard zijn onderrich
tingen sloot, zei hij' tot ons: „Tot 'nu toe,
mijne dierbaren, hebt gij Jezus niet bemind',
omdat gij' Hiem niet kendet; zouidlt gij
Hem echter oo'k nu nog uw liefde wei
geren, nadat Hij' zich geopenbaard heeft
aan uwe zielen??"
Wij' volhardden .in ons zwijgen.
(Wordt vervolgd»)
[J
i'