TWEED! BLAD. Zaterdag 19 Augustus 1916, No 95 Bet leven van den Neder- landschen Veldsoldaat VEBBOSEH WEB. Oe Ballon Captif in gevecht met de Aeroplaan. v-'V i ONS BLAD. ii. Reeds waren zes dagen van pijnlijke onzekerheid verstreken, en nog wist niemand onzer een antwoord te geven aan de vele nieuwsgierige burgers, die zich vooral 's avonds verdrongen voor het. hooge hek, waarbinnen wij als boosdoeners nog steeds opgesloten zaten. Ook de avond van den zevenden mobi lisatiedag kwam, en als naar gewoonte stonden onze soldaten, allen reeds bejaarde landweermannen, wederom in verschillende clubjes bijeen, kalm hun pijpje, tabak roo- kend. Plots kwam iets die zoo vredige rust verstoren. De schildwacht voor den uitgang geplaatst, sprong nog juist op tijd zijwaarts en gehuld in een dikke stofwolk, stond met een knal een motorrijder, juist voor den ingang der school, handig stil. „Wat zou het zijn?" Wreed was de rust verstoord en allen verdrongen zich om het eerst het bericht te vernemen. Als een loopend vuurtje verspreidde zich aldra het nieuws, dat ons Regiment den volgenden morgen, Zondagmorgen dus, naar den grens zou gaan. Nog nimmer zag ik, gedurende mijn later opgedane ervaringen, iets wat zooveel indruk maakte, als dit toch zoo niets zeggende bericht. Doch op aller gelaat stond opeens een buitengewone vrees en angst te lezen, immers was mis schien ook ons landje reeds in oorlog ge wikkeld, of waren de Duitschers misschien onze grenzen reeds overgetrokken, immers uit de vele telegrammen wist een ieder wel, dat juist ten Zuiden van Limburg, verbitterd gestreden werd en juist nog was bericht gekomen dat de vesting Luik gevallen was. Plots verstoorde galmgeluid des hoornblazers het geroezemoes van stemmen op het voor plein, want het signaal „aantreden" weer klonk en allen spoedden zich naar binnen, om na enkele oogenblikken wederom, maar nu als geharnast in de zware velduitrusting, te voorschijn te komen, enkele commando's weerklonken en de compagnie stond „ter inspectie" gereed. Nog een laatste maal werd door ons de tenue en de uitrusting van den man ge ïnspecteerd, immers nu konden, enkele misschien nog bestaande gebreken, worden voorzien. Expresselijk stond op het eerste bericht het uur van vertrek niet vermeld, om hij het station geen oploop van volk te verwekken, die hun vertrekkende ken nissen nog een laatste „vaarwel" wilden toewenschen. Na het eindigen der inspectie hadden de mannen nog even gelegenheid afscheid te nemen van hunne bekenden, een van de meest treffende momenten die ik heb meegemaakt. Hier een moeder met hare beide kinder- kens, die, als, om strijd zich wierpen op Vader, die zulk een duistere een gevaar lijke toekomst tegemoet gingdaar een moeder, in tranen uitgebarsten aan de borst van „haar zoonen ginder een jong verloofde, in onmacht gevallen in de armen vaa haar toekomstbeeld, allen schreiend van angst, voor hem, die als soldaat de grenzen zou gaan verdedigen. Een signaal weerklonk en allen moesten naar binnen, want het avondappèl werd gehouden, waarna de soldaten zich ter ruste moesten begeven Den volgenden morgen om drie uur reeds weerklonk de reveille om op te staan, immers zoo juist was bericht gekomen dat de compagnie om vijf uur v.m. gereed moest staan op net stationsemplacement. Alsof hetzelfde bericht ook den burger was gebracht, ston den deze om vier uur reeds in dichte drommen voor het hek, om nog een laatste weeklacht te. doen hooren, en om de toch al zoo angstige morgen voor den soldaat nog te verzwaren. Omstuwd door een menigte volk, marcheerde onze compagnie te half vijf naar het station, waar reeds alle toegangswegen voor militairen, waren door JAAK BOON EN. 't Geluk liep jan, 'Snuffels na. ju die aatste dagen had' hij. een groot stuk heide, jat vlak voor zijn deur lag, en waarop hij agen en dagen, zelfs jaren, met een be geerlijk oog getoerd] hadj toevallig goéd- oop verworven. Wiat hij sedert lang ge roomd had, werd werkelijkheid. Hij zo.u w een prachtige weide yam maken; mooi jjee er in jagen; dat hij dagelijks, zou zien ïjTazen en aanvteeaen en dat hij1 Hater duur jorkoopen zo.u. Moedig en krachtig had '1 de ontginning begonnen met een blij vooruitzicht, dat sedert lang in zijn hoofd leefde. Met felle slagen, die schaildien en eoho- us i» de verte, had hij1 neergeveld de 11 ele knotdennen, die als trouwe schild- hipen op de heide met pezige naenhan- j. e armen wakend stonden. Tot hun 'tpste _ein> langste wortels, toe had hij uit dén grond gerukt. Ze moesten weg, arcns, brem, struik- .en houtgewas,,, alles afgokapt. Ale vuiligheid en. onkruid oesien weg. Een, voetpaadje, dat sedert 1 ren de heide dwars, wit-ge'fig doorstreepte vastgetrapt was, woelde hij los. Dit °.ef weg, anders was zijn toekomstige e yoor ft°ed bedorven. Het hakken en vva/h 611 'fos^e zweeb too hard ate steen het weggetje. Maar verdwijnen moest beffe-V0°rï)''°aa°ers' {*'e ma,ar konden zooT6"' zoo'n welhebbenden boer zich stond af te sloven, vroegen met schijn- afgezet. Nooit heb ik zooveel moeite gehad een afcleeling soldaten in zijn geheel op het perron te krijgen als juist dien morgen, j Geen commando's baatten, doch duwend en stootgnd, hier en daar een vrouwelijk j wezen op een wel wat wreede manier ter zijde duwend, baande ik mij een weg door de jammerende menigte. Handig en in zeer korten tijd waren de manschappen in den trein opgeborgen, waarvan terstond alle portieren met een sleutel werden gesloten, om onmogelijke buitensporigheden tegen te gaan. Eindelijk dan toch zet de lange, lange trein zich hortend en stootend in beweging, nagegalmd door een ontzaggelijke menigte, een lichte kromming in den baan en alles was voorbij. Zwaar puffend trok ons stalen ros zijn zoo kostbare kracht de zoo gevrees de onbekende landstreek in. Geen onze wist het doel onzer reis, ook ons officieren, was dit niet medegedeeld, en eerst in den trein vernamen we, dat ons eindpunt vandaag althans Tilburg was. Uren verliepen en reeds was het 9 uur in den morgen, en nog steeds stoomden we Zuidwaarts. Vlak voor Den Bosch moest gerangeerd worden, een prachtgelegenheid dus om onze jongens even in te lichten. Nooit vergeet ik de zoo plezierige indruk, die onze jongens op mij maakten, immers had ik hun bij het vertrek zooeven gezien met betraande oogen, de gelaatsuitdrukking verwrongen en vol vrees, geen zweem meer van dit alles te ontdekken, gelach, gezang en vreugde was het overal. Zoo arriveerde om tien uur v.m. de troep te Tilburg, al waar door onze compagnie wederom een schoolgebouw als kwartier betrokken werd Lang mocht echter ons verblijf ook hier niet zijn, want de grenzen moesten bezet worden. Alkmaar, 19 Aug. 1916. G. B. Res. 2 e Luit. der Infanterie. De Julizon schittert over de zachte heuvelglooiingen der Champagne. Ondanks het vroege „ochtenduur ligt reeds een wit achtige damp tusschen de bloemrijke weiden en de krijtrotsen aan den horizon, met hun donkere dennenbosschen. Een kaarsrechte rij van populieren ligt in de verte; als ernstige wachters staan daar de verweerde boomreuzen, waar de straat zich als een witte draad naar het veelbestreden Tahure door het vlakke land heenkronkelt. Hier.in de nabijheid is de wirwar van loopgraven en mijngangen; hier klampen de artillerie stellingen zich aan de heuvellaagten vast, en nog verder ingegraven in den grond van het bosch zijn de rustplaatsen der infanterie als mierenhoopen verborgen. Toch ziet de wandelaar, die aan dezen kant de hoogte bestijgt, niets van dit alles. En kwam zoo nu en dan niet een somber gerommel aanrollen, hetwelk het afschieten van zwaar geschut, het zware inslaan van een granaat aankondigt, zoo- zou men den ken in de diepste vrede deze weliswaar arme, maar toch interssante Fransche land streek, te doorkruisen. Deze zoo karakte ristieke „leegte" van het moderne slacht- veld fopt evenwel slechts den niet-soldaat, maar zij verzwaart ook zeer het waarnemen der vijandelijke maatregelen èn stellingen, en zulks toch vooral in dit heuvelachtig terrein in Champagne, waar de eene heuve- ling zich op den anderen' stapelt en bosch afscheidingen verhinderen dat men in de enge dalen kan zien. Het opnemen der vijandelijke artillerie-stellingen, het inschie ten op de batterijen, de loopgraven en kampementen van den tegenstander ver oorzaakt enorme moeilijkheden, zou zelfs in vele gevallen onmogelijk zijn, indien aan de leiding van het vuur niet zulke kunstoogen ter beschikking stonden, welke belangstelling' naar zijn werk. Wanneer hij zei, dat hij er Iiand van maken ging, dan drukten de llui hunne verwondering uit Had! hij. nog niet eigendommen en Jeedl genoeg met zijn pachters? Dat was zijn zaak. Maar als hij die menschen diets maak te, dat hij ook het paadje wilde weg- hebben, hadden de bejaarde lieden daar geen vrede mede. Hlet baantje haidl er jaren en jaren geloopen en het moest blijven bestaan. Hevige woordenwisselingen en kibbelpar tijen volgden. En Jan hakte sneller en vlijtiger den grond los- De heide .was zijn eigendom- Hij was er heer en meester van. Met zijn centen hadl hij ze betaald, De notaris had1 er hem akte van gegeven. Weg moest het voetpad1, dat hem nu voor goed een doorn in 't oog was. Aan alle menschen, die nu over de heide kwamen, zei hij dat dit den laatsten keer was, dat zij hierover mochten. Het bleef geen barre heide, maar het werd akker Als het paadje tot losse aarde omhooggekiopt lag, kwam zijn pach ter met twee zware paarden, gespannen voor een breede ploegschaar, die die heide in breede lappen doorsneed, den grond het onderst boven keerde. Een egge met puntige tanden doorsneed] en doorhakte de omgeploegde aarde en maakte ze kort en klein. Jan ïiep met 'n riek heen en weder over het land, vulde de openliggende gaten met aarde aan, effende den heuveligen grond; sloeg zware brokken stuk, waar over de egge was hoerige rost, riekte de kanten op en had intussdhen veel leed met de menschen weg te jagen, die nog over het beabkerd land wilden, Kunstige dit labyrinth van bergruggen, dalen en bosschen kunnen doorvorschen: de vliegers en de ballons captifs. Evenals een adelaar op groote hoogte neerziet op zijn prooi, zoo ziet degene, die met de waarneming belast is, in zijn aeroplaan en ballon captif nog op tamelijk grooten afstand bijna loodrecht in de vij andelijke stellingenen alles wat zich achter berg- en boschafscheidingen voor het oog van den waarnemer der artillerie op een bescheiden hoogte of in de vlakte staande verborgen had, komt dan voor den dag. "Wat vliegers en ballon-waarnemers in dezen oorlog met betrekking op de terrein verkenning hebben gepresteerd, dat zal eerst na het einde van dezen geweldigen worstelwedstrijd goed te waardeeren zijn, als over de middelen en methoden, die aangewend zijn, nadere bijzonderheden kunnen worden medegedeeld. En terwijl iedereen nu spreekt over de vliegmachine en het luchtschip, nu alle oogen tot hen opzien, nu de ballon captif in breedere kringen bekend is, zal er eens van dit gewichtig oorlogsmateriaal gesproken wor den. Hoe gewichtig het is, blijkt wel uit het feit, dat de Franschen, die bij het begin van den oorlog slechts enkele kleine ge wone ballons hadden, spoedig de draken- ballons, die in al hunne onderdeelen heele- maal een Duitsche uitvin iing zijn, na maakten. Bij hun laatste groote offensief hadden ze, alleen in de Champagne, veer tien van die machtige „luchtolifanten" aan den hemel zweven. En zooals gezegd: hier, in dit heuvel land, hetwelk niet te overzien is, zijn zij van bijzonder nut. Daarboven, aan gene zijde der blauwzwarte hoogten zien we ze hier en daar uit den witachtigen damp van een heete Juli-voormiddag te voorschijn komen; die gekromde, grauwe rupsen. Dat zijn de „Argus-oogen" der Franschen, zoo als de artillerie kommandant, die ze be grijpelijkerwijs niet graag ziet, heeft gedoopt. Maar hier vlak voor ons, kunnen we die eigenaardige waarnemingsstations voor het luchtruim, duidelijk bestudeeren. In de laagte van het dal is het overal in beweging. Een veldluchtschippersafdee- ling is aan komen rijden; een ingewikkeld apparaat, een groot aantal wagens, gereed schappen en machineswelke slechts door geoefende, met technische zaken vertrouwde manschappen, bediend kunnen worden. Commando's klinken over en weer; een snel heen en weer loopen; het scherpe sissen van wegstroomend gas wordt hoor baar; een geweldige grauwige massa wordt opgeblazen, welft zich, siddert en golft op en neer onder den wind- en gasdruk. De manschappen hebben veel moeite om het worstvormige monster, hetwelk levend door het lichte 'gas in zijn rijk wil op stijgen. De touwen, waarmee het wordt vastgehouden, staan strak; groote rollen met staaldraden worden aangesloten, de korf, die de waarnemers draagt, wordt zorgvuldig in sterke lussen gehangen en de telefoonleiding ingebouwd. Voorzien van juiste kaarten en photo's van het vijandelijk terrein en van uitstekende verrekijkers, klimmen de officieren in den korf. Nog een onderzoekende blik glijdt over kabels en lijnen een scherp kommando, de manschappen treden achteruit de ballon stijgt omhoog. Op 1000 meter hoogte zweeft hij over het landschap. Een gezichtsveld van meer dan 40 K.M. in diameter ligt onder de waarnemers. De Champagne is voor hun een reliëfkaart geworden, de verte tastbaar naderbijgekomen, de wirwar van loopgraven en mijnen, door het witte krijt blootgelegd, schijnt van hierboven als de eerste onbe holpen proeve van haakwerk van een schoolkind. Veranderingen, welke de vijand in zijn stellingen heelt aangebracht, worden zicht baar; maar voor alles is het noodig het treinenverkeer daar achter de vijandelijke linie en de stellingen van de batterijen der Franschen zorgvuldig te verkennen. Maar die aan den anderen kant hebben dit scherpend loerend oog in de lucht achter de Duitsche stelling reeds lang be merkt. Zij weten, dat heden avond oi mor gen weer eenige van hun nieuwste met moeite naar voren gebrachte kanonnen onder zekertreffend vuur zullen liggen. En reeds verschijnt ver aan den horizon een heel klein, grijs streepje, dat langzaam naderbij komt. De wachtpost echter boven op den zachten heuvel, die voor het op letten voor vliegers is opgesteld, houdt meststoffen grijsden en zwartten weldra over den lossen grond. Met zwenkende armen wierp Jan volle handen gras- en klaverzaad over de ontgonnen heide. Een blijdle lach van innerlijk zélifgenoit straalde over zijn wezen bij den afgellegden arbeid- Malsche regen en warme zonneschijn moes ten zijn zweet, zijn moeite, zijn zaad tot gedijen brengen.' Als alles tot kiemen gereed lag tegen den avond, moest zijn vrouw 't werk komen bewonderen. Hij had er eer van. De Slge- meene meening was; dat de grond1 uitste kend zou zijn voor weide en bovendien diein mest had bijl niet gespaard; Weelderig zou het zaad moeten groeien en heertijk opbloeien. In zijn verbeelding zag hij reeds de koeien tot aan hun buik] in het lang ui alsche gras gulzig grazen Eén ding hinderde-heml nog, dat ver maledijde voetpaadje. Bij het krieken van den volgenden dag en het eerste hanen gekraai stond1 Jan in de broek en liep naar buiten. Het was een dauwende ftissche lentenacht geweest, een hemielisch kostelijk weder voor zijn bezaaide heide, die hij afrippelde, om; te zien of het zaad dik genoeg uitgestrooid lag, of het nog „niet aan 't opschieten was. Aan zijne vrouw drukte hij nog eens zijne vofc tevreden heid uit. Hij verwachtte er veel van. Bleiden gingen op in het bezit van; hun nieuw stuk land, dat per jaar zooveel rente ^ou af werpen. Er afblijven "zouden de jatoersche dor pelingen- Een voorloopig middel meende hij gevonden te hebben. Na het ontbijt nam hij een spade en begon aan een uiteinde van het voetpaadje een diepen kuil te ondanks de slaperig makende middaghitte, de oogen open. In zijn scherpen verrekijker herkent hij spoedig een Fransche vlieg machine met zijn karakteristieke open staart. „Vijandelijke vlieger" weerklinkt het luid door de stilte. De manschappen onderaan den rand der weide springen op, loopen snel naar hunne plaatsen, gereed om den ballon binnen te halen. De commandeur onderbreekt zijn telefoongesprek met de gevechtspost der artillerie om beter het oog op de situatie te kunnen houden, want de vijandelijke vlieger is een niet te onder schatten tegenstander; een enkele, goed getroffen bom kan de ballon vernietigen, een deel der manschappen, die immers zonder dekking moeten werken, buiten ge vecht stellen. Snel komt de vliegmachine naderbij. Alle oogen zijn omhoog gericht; spoedig hoort men duidelijk het snorren van den motor. Maar de iets zwaarlijvige grijze reus daar boven is toch nog niet geheel en al zonder beschutting. Reeds knallen de eerste schoten der afweerkanonnen in zijn nabijheid; men hoort het eigenaardig sissen der door de lucht vliegende schrapnells; daarboven ver schijnen de witte explosiewolkjes, de knal van het uiteenspringen wordF hoorbaar. Steeds beter schiet de batterij zich op den op groote hoogte daarheen snellenden vlieger in; steeds dichterbij liggen de explosiewolkjes voor de vliegbaan van den dapperen vlieger. Deze verandert aanhou dend van richting en hoogte, verbergt zich in wolken, en het wordt duidelijk, welke enorme moeilijkheden het afweren van vliegers of zelfs het wegschieten er van in den weg staan. PAUL S. (Wordt vervolgd) BINNENLAND, NEDERLAND EN DE OORLOG. Invoer van paarden In Dultschland. Naar aanleiding van het besluit van den Duitschen Bondsraad, waarbij bepaald is, dat paarden jonger dan twee en een half jaar.niet in Duitschland mogen worden in gevoerd, is in hotel Coomans te Rotterdam een druk bezochte vergadering gehouden, met het doel een vereeniging in het leven te roepen voor de belangen van den vrijen paardenhandel. De voorzitter van het voorloopig bestuur, de heer G. L. van Vugt te Rotterdam, deelde mede, dat de op te richten vereeni ging de belangen van fokkers,'landbouwers en handelaren zou willen behartigen door zich in verbinding te stellen met het minis terie van landbouw, indien dit noodig blijkt door tegen eventueel-ongunstige besluiten van de regeering te protesteerendoor te zorgen, dat besluiten betreffende in- en uitvoer van paarden tijdig aan den bond worden medegedeelddoor aan de regeering te vragen, den uitvoer van anderhalfjarigen te willen bevorderen door ook de belangen van den uitvoer naar Engeland te behartigen in het kort, door de belangen van den vrijen in- en uitvoerhandel in paarden te behartigen. Na een uitvoerige, rumoerige gedachten- wisseling, waarbij o.m. een van de aan wezigen, die gedurende tien jaren te Berlijn woonachtig is, mededeelde, dat Duitschland wel gaarne de Hollandsche paarden wil koopen, maar dat het doel van de Duitsche regeering die ook met het transporteeren van de dieren minder gelukkige ervaringen heeft opgedaan o.m. is, het handelen in paarden door geheel onbevoegden tegen te gaan, en dat naar zijn meening ook die regeering, evenals de Nederlandsche, de te stichten vereeniging welwillend tegemoet zou komen werd besloten, een vereeniging op te richten, bestaande uit paardenhande laren, exporteurs en belanghebbenden, fokkers en landbouwers. De contributie werd voorloopig bepaald °P f 5 Per jaar. Het voorloopig bestuur bestaande uit de heeren G. L. van Vugt van Rotterdam, C. de Kievit te Zwartewaal, L. v. d. Berg, te Bleskensgraaf, A. Voge lenzang te Charlois, A. Visser te Rijsoord, werd tot definitief bestuur benoemd. Boven dien zullen in een volgende vergadering nog vier leden in het bestuur worden ge kozen. Ongeveer zeventig personen saven zich als lid op. Van bevoegde zijde werd nog mede gedeeld, dat het besluit van den Duitschen bondsraad voornamelijk van twee oorzaken het gevolg is. Duitschland wil, zeide onze graven. Enkel zoiuden er jonge rappe bee- nen overheen kunnen springen- Als hem dit breed en diep genoeg teek, ging hij naar het .andere êimde. Van ui-t 't gehucht kwam; nu tratnsnel 'n hondenkar aangereden en vloog pardoes in die gracht- De melkkannen botsten klin kend tegen elkander 01 vielen over dien jankenden 'hond op den grond; het melik- jongetje, dat zich van achteren aain het kar retje tiet voorttrekken en het gevaar niet gezien 'had, weende van schrik en pijin- Jan kwam1 woedend toegevlogen. Zoo moest het juist gaan. Er was hier geen weg meer voor voetgangers en nog minder voor hondenkarren- Het was bezaaid land. Dezen keer zou hij; hem er nog uithelpen. Mocht hij nog terugkomen en beproeven om hier door te rijden, dan zou 't jongetje en de honid mét de zweep krijgen; Terug moest hij, eten grooten weg op. Die was voor Voertuigen. Als 't kleine ventje ver .genoeg uit die oogen was, riep hij: „L-eelijk beest, schaaps kop, processen Jan!" Maar Jan lachte het uit: „Die komt niet meer terug, die zal wel geleerd hebben." Op eenigen afstand kwamen vrouwmen- schen aan,gesneld1, die dagelijks ter kerke gingen- Snuffels riep reeds vain verre: „Achteruit!" Ze naderden toch. Maar nu begon hij' zoo hard te duivelen, en te spek- takelen, dat de vrouwen stil bleven staan en vroegen wat hem kwelde. Den grooten weg moesten zij volgen- Het was geen heide meer. Het was bezaaid' land, zijn eigendom- Daarbij de omweg, dien zij maakten, was onbeduidend. Hiertoe be hoefden ze toch een mensch zijn mooi zegsman, de jonge paarden tegen goed- kooper prijzen, dan tot nu toe betaald zijn en bovendien zijn dezer dagen omstreeks, 20.000 jonge paarden, die achter het front in Frankrijk gefokt zijn, naar Berlijn ge zonden. - Brood voor België. Naar vernomen wordt, zal de uitvoer van brood naar België de volgende week ge heel worden stop gezet, Uitvoer van zilverulen. In „St.-Gt." 193 is opgenomen het Kon. beslhit van den 14den Aug. 1916, houdende intrekking van de tijdelijke opheffing van het verbod van uitvoer van zillveruien. Het personeel van de Zeeland. Bij de Stoomvaart-Mij. „Nederland" zijn vijf machinisten, die weigerden in dezen gevaarlijken tijd verder te 'varen, tegen 1 October ontslagen, terwijl een groot aan tal leden van het stokerspersoneet tegen 15 September om dezelfde redenen is ont slagen. Duitschland en Holland. Onder bovenstaand,en titel schrijft de „Berliner Lokal Anzeiger" een antikei over de verhouding tusschen Nederland en Duitschland1, waarin erop gewezen wordt, dat beide landen door taal en afkomst nauw met elkander verbonden zijn en dus vrienden behoorden te zijln. Nederlands belang zou ook zulk een hou ding voorschrijVen, wan,t Duitsahllland is de groote afnemer van Nedertand'sche produc ten en heeft bijv. veel' gedaan om Rot terdam, de haven aan den Rijnmond, groot en voorspoedig te' maken. Ook geestelijk heeft Nederland, dat op zijne universiteiten Duitsche leerboeken ge bruikt (ook die neiging om Fransche boe ken daarvoor in plaats te stelten, wordt even vermeld), naiuwe relatie» met Duitsch- fandj. De kunstwerken, van Reimibrandt en Rubens dragen een echt Glenffaansdhj ka rakter, Hlet artikel zegt dan, dat er wel eenige lieden zijn, die zich voor geld onder het Engelisehe juk krommen, maar bet Neder- lamdsche volk zal in het algemeen zijin af stamming, zijn groot historisch verteden, zijn taal en zijn geesteskultuur imiiat ontrouw worden. Het zal zijn onafhankelijkheidszin niet verloochenen, zooalls onlangs bleek, toen Engeland de zeevissdhierij wilde stil leggen. ,jDuitsdhland kan den loop-d er.gebe urte- nissem vol vertrouwen afwachtten," meent dto schrijver van het artikel, en de pogin gen van Engeland om zich van Nederland en zijne koloniën meester te maken, zullen vruchteloos blijven. Aldus zegt de „Berliner Lokal Anzeiger". Schapenvleesch voor het leger. Naar aanleiding van een genomen proef bij eenige solldatenmenages dor Ie devisie met de verstrekking van schapemvlieesch; is, naar do „Avp." meldt, -door den Min. van Oorlog besloten d'e proefneming tot het geheele leger uit te breiden. Te beginnen met 21 Aug. a.s. zal aan ale onderdeelen van die llandmaeht ge durende 4 weken, eenmaal' per week scha penvleesch moeten worden verstrekt. Het .benoodigde- schapenvleesch ten be hoeve van de troepen, die uit de étappen- slllachterijen van vieesöh worden voorzien, moet uit die slachterijen worden ontvan gen. De rapporten omtrent de gehouden proef worden einde September ingewacht, BUITENLAND. De verjaardag van keizer Frans Jozef. De „Wiener Afoendposf" wijdit een. artikel aan dien verjaardag van keizer Fmains Jozef op 18 Augustus, waarin o-.mi. geKegd wordt: De heerlijke zegeningen van een lang duriger» vrede waren den ouden 'keizer be schoren. Ter bescherming van dien staat stonden de legers van het rijlk gereed; maar bet blanke, edele wapein zou in de schede rusten en slechts' den vredeliievenden arbeid een zekeren waarborg faieden- Nooit heeft de gedachte aan verove ringen de buitenlandsbhe politiek dier Oos- temrijlk-Hongaarsebe monarchie gefeild. Deze wilde in rustige kracht de haar door de Voorzienigheid aangewezen taak vervullen. Een loyale betrekking tot die groote en kleine mogendheden bepaalde die richting der buitenlandsche politiek- Vooral het op wederzijdsch vertrouwen steunende verbond stuk land n'iet te beschadigen. Uit vrees voor zijn erg bulderen gingen zij langs de groote laan, niet zonder een hoop verwijtingen aan zijn adres, over zijn diefachtige schraapzucht, die met een woe- kerhandje ook weer aan dit Jlapje grond gekomen was. Maar dit weg-verbieden zou niet blijven duren. Zij zouden zien of hij dlat recht had- De koppen stafcen zij bij een. Zij zouden het thuis vertellen. H'aar mianinen zouden dat zaakje wel opklaren. Met de kinderen had hij het meeste leed- Als die bengels naar of uit school kwamen, ging er een oorverdbovend gehuil en ge roep op- Zij mochten hier over het voetpad niet meer komen; dat bestond niet meer. Zette hij eenigen na, dan Hepen de anderen ér over, hem tergend uitlachend,. De leelijkste scheldnamen slingerden zij men verSolgen man naar het hoofd. Wie niet snel onder de voeten uitkon, kreeg het malsch over de ribbetjes- Den geheelen dag had Jan op wacht gestaan en zich veel druppels kwaad bloed gemaakt,. Dit kon niet blijven duren. Hij hiad ander werk te verrichten. Met zijn vrouw hield hij raad, hoe hij 't beste den weg zou kunnen versperren,. Dleze deed eerst een geweldigen uitval tegen het volk, dat over hun vooruitgang nijdig was. Die niet van brood' tot mik konden komen waren de jeel'ijksten, die geen vlieg van hun mond kondien blazen, konden niet lijden, dat er andere menschen waren, die door bijeenhouden en hard werken vooruit kwa men. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1916 | | pagina 5