TWEED! BLAD.
Zaterdag 19 Augustus 1916,
No 95
Bet leven van den Neder-
landschen Veldsoldaat
VEBBOSEH WEB.
Oe Ballon Captif in gevecht
met de Aeroplaan.
v-'V i
ONS BLAD.
ii.
Reeds waren zes dagen van pijnlijke
onzekerheid verstreken, en nog wist niemand
onzer een antwoord te geven aan de vele
nieuwsgierige burgers, die zich vooral
's avonds verdrongen voor het. hooge hek,
waarbinnen wij als boosdoeners nog steeds
opgesloten zaten.
Ook de avond van den zevenden mobi
lisatiedag kwam, en als naar gewoonte
stonden onze soldaten, allen reeds bejaarde
landweermannen, wederom in verschillende
clubjes bijeen, kalm hun pijpje, tabak roo-
kend.
Plots kwam iets die zoo vredige rust
verstoren. De schildwacht voor den uitgang
geplaatst, sprong nog juist op tijd zijwaarts
en gehuld in een dikke stofwolk, stond met
een knal een motorrijder, juist voor den
ingang der school, handig stil. „Wat zou
het zijn?" Wreed was de rust verstoord en
allen verdrongen zich om het eerst het
bericht te vernemen.
Als een loopend vuurtje verspreidde zich
aldra het nieuws, dat ons Regiment den
volgenden morgen, Zondagmorgen dus, naar
den grens zou gaan. Nog nimmer zag ik,
gedurende mijn later opgedane ervaringen,
iets wat zooveel indruk maakte, als dit
toch zoo niets zeggende bericht. Doch op
aller gelaat stond opeens een buitengewone
vrees en angst te lezen, immers was mis
schien ook ons landje reeds in oorlog ge
wikkeld, of waren de Duitschers misschien
onze grenzen reeds overgetrokken, immers
uit de vele telegrammen wist een ieder wel,
dat juist ten Zuiden van Limburg, verbitterd
gestreden werd en juist nog was bericht
gekomen dat de vesting Luik gevallen was.
Plots verstoorde galmgeluid des hoornblazers
het geroezemoes van stemmen op het voor
plein, want het signaal „aantreden" weer
klonk en allen spoedden zich naar binnen,
om na enkele oogenblikken wederom, maar
nu als geharnast in de zware velduitrusting,
te voorschijn te komen, enkele commando's
weerklonken en de compagnie stond „ter
inspectie" gereed.
Nog een laatste maal werd door ons de
tenue en de uitrusting van den man ge
ïnspecteerd, immers nu konden, enkele
misschien nog bestaande gebreken, worden
voorzien. Expresselijk stond op het eerste
bericht het uur van vertrek niet vermeld,
om hij het station geen oploop van volk
te verwekken, die hun vertrekkende ken
nissen nog een laatste „vaarwel" wilden
toewenschen. Na het eindigen der inspectie
hadden de mannen nog even gelegenheid
afscheid te nemen van hunne bekenden,
een van de meest treffende momenten die
ik heb meegemaakt.
Hier een moeder met hare beide kinder-
kens, die, als, om strijd zich wierpen op
Vader, die zulk een duistere een gevaar
lijke toekomst tegemoet gingdaar een
moeder, in tranen uitgebarsten aan de
borst van „haar zoonen ginder een jong
verloofde, in onmacht gevallen in de armen
vaa haar toekomstbeeld, allen schreiend
van angst, voor hem, die als soldaat de
grenzen zou gaan verdedigen.
Een signaal weerklonk en allen moesten
naar binnen, want het avondappèl werd
gehouden, waarna de soldaten zich ter
ruste moesten begeven Den volgenden
morgen om drie uur reeds weerklonk de
reveille om op te staan, immers zoo juist
was bericht gekomen dat de compagnie
om vijf uur v.m. gereed moest staan op
net stationsemplacement. Alsof hetzelfde
bericht ook den burger was gebracht, ston
den deze om vier uur reeds in dichte
drommen voor het hek, om nog een laatste
weeklacht te. doen hooren, en om de toch
al zoo angstige morgen voor den soldaat
nog te verzwaren. Omstuwd door een
menigte volk, marcheerde onze compagnie
te half vijf naar het station, waar reeds
alle toegangswegen voor militairen, waren
door JAAK BOON EN.
't Geluk liep jan, 'Snuffels na. ju die
aatste dagen had' hij. een groot stuk heide,
jat vlak voor zijn deur lag, en waarop hij
agen en dagen, zelfs jaren, met een be
geerlijk oog getoerd] hadj toevallig goéd-
oop verworven. Wiat hij sedert lang ge
roomd had, werd werkelijkheid. Hij zo.u
w een prachtige weide yam maken; mooi
jjee er in jagen; dat hij dagelijks, zou zien
ïjTazen en aanvteeaen en dat hij1 Hater duur
jorkoopen zo.u. Moedig en krachtig had
'1 de ontginning begonnen met een blij
vooruitzicht, dat sedert lang in zijn hoofd
leefde.
Met felle slagen, die schaildien en eoho-
us i» de verte, had hij1 neergeveld de
11 ele knotdennen, die als trouwe schild-
hipen op de heide met pezige naenhan-
j. e armen wakend stonden. Tot hun
'tpste _ein> langste wortels, toe had hij
uit dén grond gerukt. Ze moesten weg,
arcns, brem, struik- .en houtgewas,,, alles
afgokapt. Ale vuiligheid en. onkruid
oesien weg. Een, voetpaadje, dat sedert
1 ren de heide dwars, wit-ge'fig doorstreepte
vastgetrapt was, woelde hij los. Dit
°.ef weg, anders was zijn toekomstige
e yoor ft°ed bedorven. Het hakken en
vva/h 611 'fos^e zweeb too hard ate steen
het weggetje. Maar verdwijnen moest
beffe-V0°rï)''°aa°ers' {*'e ma,ar konden
zooT6"' zoo'n welhebbenden boer zich
stond af te sloven, vroegen met schijn-
afgezet. Nooit heb ik zooveel moeite gehad
een afcleeling soldaten in zijn geheel op
het perron te krijgen als juist dien morgen,
j Geen commando's baatten, doch duwend
en stootgnd, hier en daar een vrouwelijk
j wezen op een wel wat wreede manier ter
zijde duwend, baande ik mij een weg door
de jammerende menigte. Handig en in zeer
korten tijd waren de manschappen in den
trein opgeborgen, waarvan terstond alle
portieren met een sleutel werden gesloten,
om onmogelijke buitensporigheden tegen te
gaan.
Eindelijk dan toch zet de lange, lange
trein zich hortend en stootend in beweging,
nagegalmd door een ontzaggelijke menigte,
een lichte kromming in den baan en alles
was voorbij. Zwaar puffend trok ons stalen
ros zijn zoo kostbare kracht de zoo gevrees
de onbekende landstreek in.
Geen onze wist het doel onzer reis, ook
ons officieren, was dit niet medegedeeld,
en eerst in den trein vernamen we, dat ons
eindpunt vandaag althans Tilburg was.
Uren verliepen en reeds was het 9 uur in
den morgen, en nog steeds stoomden we
Zuidwaarts. Vlak voor Den Bosch moest
gerangeerd worden, een prachtgelegenheid
dus om onze jongens even in te lichten.
Nooit vergeet ik de zoo plezierige indruk,
die onze jongens op mij maakten, immers
had ik hun bij het vertrek zooeven gezien
met betraande oogen, de gelaatsuitdrukking
verwrongen en vol vrees, geen zweem meer
van dit alles te ontdekken, gelach, gezang
en vreugde was het overal. Zoo arriveerde
om tien uur v.m. de troep te Tilburg, al
waar door onze compagnie wederom een
schoolgebouw als kwartier betrokken werd
Lang mocht echter ons verblijf ook hier
niet zijn, want de grenzen moesten bezet
worden.
Alkmaar, 19 Aug. 1916.
G. B.
Res. 2 e Luit. der
Infanterie.
De Julizon schittert over de zachte
heuvelglooiingen der Champagne. Ondanks
het vroege „ochtenduur ligt reeds een wit
achtige damp tusschen de bloemrijke weiden
en de krijtrotsen aan den horizon, met hun
donkere dennenbosschen. Een kaarsrechte
rij van populieren ligt in de verte; als
ernstige wachters staan daar de verweerde
boomreuzen, waar de straat zich als een
witte draad naar het veelbestreden Tahure
door het vlakke land heenkronkelt. Hier.in
de nabijheid is de wirwar van loopgraven
en mijngangen; hier klampen de artillerie
stellingen zich aan de heuvellaagten vast,
en nog verder ingegraven in den grond
van het bosch zijn de rustplaatsen der
infanterie als mierenhoopen verborgen.
Toch ziet de wandelaar, die aan dezen
kant de hoogte bestijgt, niets van dit alles.
En kwam zoo nu en dan niet een somber
gerommel aanrollen, hetwelk het afschieten
van zwaar geschut, het zware inslaan van
een granaat aankondigt, zoo- zou men den
ken in de diepste vrede deze weliswaar
arme, maar toch interssante Fransche land
streek, te doorkruisen. Deze zoo karakte
ristieke „leegte" van het moderne slacht-
veld fopt evenwel slechts den niet-soldaat,
maar zij verzwaart ook zeer het waarnemen
der vijandelijke maatregelen èn stellingen,
en zulks toch vooral in dit heuvelachtig
terrein in Champagne, waar de eene heuve-
ling zich op den anderen' stapelt en bosch
afscheidingen verhinderen dat men in de
enge dalen kan zien. Het opnemen der
vijandelijke artillerie-stellingen, het inschie
ten op de batterijen, de loopgraven en
kampementen van den tegenstander ver
oorzaakt enorme moeilijkheden, zou zelfs
in vele gevallen onmogelijk zijn, indien
aan de leiding van het vuur niet zulke
kunstoogen ter beschikking stonden, welke
belangstelling' naar zijn werk. Wanneer hij
zei, dat hij er Iiand van maken ging, dan
drukten de llui hunne verwondering uit
Had! hij. nog niet eigendommen en Jeedl
genoeg met zijn pachters? Dat was zijn
zaak. Maar als hij die menschen diets maak
te, dat hij ook het paadje wilde weg-
hebben, hadden de bejaarde lieden daar
geen vrede mede. Hlet baantje haidl er
jaren en jaren geloopen en het moest
blijven bestaan.
Hevige woordenwisselingen en kibbelpar
tijen volgden. En Jan hakte sneller en
vlijtiger den grond los- De heide .was
zijn eigendom- Hij was er heer en meester
van. Met zijn centen hadl hij ze betaald,
De notaris had1 er hem akte van gegeven.
Weg moest het voetpad1, dat hem nu voor
goed een doorn in 't oog was. Aan alle
menschen, die nu over de heide kwamen,
zei hij dat dit den laatsten keer was,
dat zij hierover mochten.
Het bleef geen barre heide, maar het
werd akker Als het paadje tot losse
aarde omhooggekiopt lag, kwam zijn pach
ter met twee zware paarden, gespannen
voor een breede ploegschaar, die die heide
in breede lappen doorsneed, den grond
het onderst boven keerde. Een egge met
puntige tanden doorsneed] en doorhakte de
omgeploegde aarde en maakte ze kort en
klein. Jan ïiep met 'n riek heen en weder
over het land, vulde de openliggende gaten
met aarde aan, effende den heuveligen
grond; sloeg zware brokken stuk, waar
over de egge was hoerige rost, riekte de
kanten op en had intussdhen veel leed
met de menschen weg te jagen, die nog
over het beabkerd land wilden, Kunstige
dit labyrinth van bergruggen, dalen en
bosschen kunnen doorvorschen: de vliegers
en de ballons captifs.
Evenals een adelaar op groote hoogte
neerziet op zijn prooi, zoo ziet degene, die
met de waarneming belast is, in zijn
aeroplaan en ballon captif nog op tamelijk
grooten afstand bijna loodrecht in de vij
andelijke stellingenen alles wat zich achter
berg- en boschafscheidingen voor het oog
van den waarnemer der artillerie op een
bescheiden hoogte of in de vlakte staande
verborgen had, komt dan voor den dag.
"Wat vliegers en ballon-waarnemers in
dezen oorlog met betrekking op de terrein
verkenning hebben gepresteerd, dat zal
eerst na het einde van dezen geweldigen
worstelwedstrijd goed te waardeeren zijn,
als over de middelen en methoden, die
aangewend zijn, nadere bijzonderheden
kunnen worden medegedeeld. En terwijl
iedereen nu spreekt over de vliegmachine
en het luchtschip, nu alle oogen tot hen
opzien, nu de ballon captif in breedere
kringen bekend is, zal er eens van dit
gewichtig oorlogsmateriaal gesproken wor
den. Hoe gewichtig het is, blijkt wel uit
het feit, dat de Franschen, die bij het begin
van den oorlog slechts enkele kleine ge
wone ballons hadden, spoedig de draken-
ballons, die in al hunne onderdeelen heele-
maal een Duitsche uitvin iing zijn, na
maakten. Bij hun laatste groote offensief
hadden ze, alleen in de Champagne, veer
tien van die machtige „luchtolifanten" aan
den hemel zweven.
En zooals gezegd: hier, in dit heuvel
land, hetwelk niet te overzien is, zijn zij
van bijzonder nut. Daarboven, aan gene
zijde der blauwzwarte hoogten zien we ze
hier en daar uit den witachtigen damp van
een heete Juli-voormiddag te voorschijn
komen; die gekromde, grauwe rupsen. Dat
zijn de „Argus-oogen" der Franschen, zoo
als de artillerie kommandant, die ze be
grijpelijkerwijs niet graag ziet, heeft gedoopt.
Maar hier vlak voor ons, kunnen we die
eigenaardige waarnemingsstations voor het
luchtruim, duidelijk bestudeeren.
In de laagte van het dal is het overal
in beweging. Een veldluchtschippersafdee-
ling is aan komen rijden; een ingewikkeld
apparaat, een groot aantal wagens, gereed
schappen en machineswelke slechts door
geoefende, met technische zaken vertrouwde
manschappen, bediend kunnen worden.
Commando's klinken over en weer; een
snel heen en weer loopen; het scherpe
sissen van wegstroomend gas wordt hoor
baar; een geweldige grauwige massa wordt
opgeblazen, welft zich, siddert en golft op
en neer onder den wind- en gasdruk. De
manschappen hebben veel moeite om het
worstvormige monster, hetwelk levend
door het lichte 'gas in zijn rijk wil op
stijgen. De touwen, waarmee het wordt
vastgehouden, staan strak; groote rollen
met staaldraden worden aangesloten, de
korf, die de waarnemers draagt, wordt
zorgvuldig in sterke lussen gehangen en
de telefoonleiding ingebouwd. Voorzien van
juiste kaarten en photo's van het vijandelijk
terrein en van uitstekende verrekijkers,
klimmen de officieren in den korf.
Nog een onderzoekende blik glijdt over
kabels en lijnen een scherp kommando,
de manschappen treden achteruit de
ballon stijgt omhoog.
Op 1000 meter hoogte zweeft hij over
het landschap. Een gezichtsveld van meer
dan 40 K.M. in diameter ligt onder de
waarnemers. De Champagne is voor hun
een reliëfkaart geworden, de verte tastbaar
naderbijgekomen, de wirwar van loopgraven
en mijnen, door het witte krijt blootgelegd,
schijnt van hierboven als de eerste onbe
holpen proeve van haakwerk van een
schoolkind.
Veranderingen, welke de vijand in zijn
stellingen heelt aangebracht, worden zicht
baar; maar voor alles is het noodig het
treinenverkeer daar achter de vijandelijke
linie en de stellingen van de batterijen der
Franschen zorgvuldig te verkennen.
Maar die aan den anderen kant hebben
dit scherpend loerend oog in de lucht
achter de Duitsche stelling reeds lang be
merkt. Zij weten, dat heden avond oi mor
gen weer eenige van hun nieuwste met
moeite naar voren gebrachte kanonnen
onder zekertreffend vuur zullen liggen.
En reeds verschijnt ver aan den horizon
een heel klein, grijs streepje, dat langzaam
naderbij komt. De wachtpost echter boven
op den zachten heuvel, die voor het op
letten voor vliegers is opgesteld, houdt
meststoffen grijsden en zwartten weldra
over den lossen grond. Met zwenkende
armen wierp Jan volle handen gras- en
klaverzaad over de ontgonnen heide. Een
blijdle lach van innerlijk zélifgenoit straalde
over zijn wezen bij den afgellegden arbeid-
Malsche regen en warme zonneschijn moes
ten zijn zweet, zijn moeite, zijn zaad tot
gedijen brengen.'
Als alles tot kiemen gereed lag tegen
den avond, moest zijn vrouw 't werk komen
bewonderen. Hij had er eer van. De Slge-
meene meening was; dat de grond1 uitste
kend zou zijn voor weide en bovendien
diein mest had bijl niet gespaard; Weelderig
zou het zaad moeten groeien en heertijk
opbloeien. In zijn verbeelding zag hij reeds
de koeien tot aan hun buik] in het lang
ui alsche gras gulzig grazen
Eén ding hinderde-heml nog, dat ver
maledijde voetpaadje. Bij het krieken van
den volgenden dag en het eerste hanen
gekraai stond1 Jan in de broek en liep
naar buiten. Het was een dauwende ftissche
lentenacht geweest, een hemielisch kostelijk
weder voor zijn bezaaide heide, die hij
afrippelde, om; te zien of het zaad dik
genoeg uitgestrooid lag, of het nog „niet
aan 't opschieten was. Aan zijne vrouw
drukte hij nog eens zijne vofc tevreden
heid uit. Hij verwachtte er veel van. Bleiden
gingen op in het bezit van; hun nieuw stuk
land, dat per jaar zooveel rente ^ou af
werpen.
Er afblijven "zouden de jatoersche dor
pelingen- Een voorloopig middel meende hij
gevonden te hebben. Na het ontbijt nam
hij een spade en begon aan een uiteinde
van het voetpaadje een diepen kuil te
ondanks de slaperig makende middaghitte,
de oogen open. In zijn scherpen verrekijker
herkent hij spoedig een Fransche vlieg
machine met zijn karakteristieke open staart.
„Vijandelijke vlieger" weerklinkt het luid
door de stilte. De manschappen onderaan
den rand der weide springen op, loopen
snel naar hunne plaatsen, gereed om den
ballon binnen te halen. De commandeur
onderbreekt zijn telefoongesprek met de
gevechtspost der artillerie om beter het oog
op de situatie te kunnen houden, want de
vijandelijke vlieger is een niet te onder
schatten tegenstander; een enkele, goed
getroffen bom kan de ballon vernietigen,
een deel der manschappen, die immers
zonder dekking moeten werken, buiten ge
vecht stellen.
Snel komt de vliegmachine naderbij. Alle
oogen zijn omhoog gericht; spoedig hoort
men duidelijk het snorren van den motor.
Maar de iets zwaarlijvige grijze reus daar
boven is toch nog niet geheel en al zonder
beschutting. Reeds knallen de eerste schoten
der afweerkanonnen in zijn nabijheid; men
hoort het eigenaardig sissen der door de
lucht vliegende schrapnells; daarboven ver
schijnen de witte explosiewolkjes, de knal
van het uiteenspringen wordF hoorbaar.
Steeds beter schiet de batterij zich op den
op groote hoogte daarheen snellenden
vlieger in; steeds dichterbij liggen de
explosiewolkjes voor de vliegbaan van den
dapperen vlieger. Deze verandert aanhou
dend van richting en hoogte, verbergt zich
in wolken, en het wordt duidelijk, welke
enorme moeilijkheden het afweren van
vliegers of zelfs het wegschieten er van in
den weg staan. PAUL S.
(Wordt vervolgd)
BINNENLAND,
NEDERLAND EN DE OORLOG.
Invoer van paarden In Dultschland.
Naar aanleiding van het besluit van den
Duitschen Bondsraad, waarbij bepaald is,
dat paarden jonger dan twee en een half
jaar.niet in Duitschland mogen worden in
gevoerd, is in hotel Coomans te Rotterdam
een druk bezochte vergadering gehouden,
met het doel een vereeniging in het leven
te roepen voor de belangen van den vrijen
paardenhandel.
De voorzitter van het voorloopig bestuur,
de heer G. L. van Vugt te Rotterdam,
deelde mede, dat de op te richten vereeni
ging de belangen van fokkers,'landbouwers
en handelaren zou willen behartigen door
zich in verbinding te stellen met het minis
terie van landbouw, indien dit noodig blijkt
door tegen eventueel-ongunstige besluiten
van de regeering te protesteerendoor te
zorgen, dat besluiten betreffende in- en
uitvoer van paarden tijdig aan den bond
worden medegedeelddoor aan de regeering
te vragen, den uitvoer van anderhalfjarigen
te willen bevorderen door ook de belangen
van den uitvoer naar Engeland te behartigen
in het kort, door de belangen van den
vrijen in- en uitvoerhandel in paarden te
behartigen.
Na een uitvoerige, rumoerige gedachten-
wisseling, waarbij o.m. een van de aan
wezigen, die gedurende tien jaren te Berlijn
woonachtig is, mededeelde, dat Duitschland
wel gaarne de Hollandsche paarden wil
koopen, maar dat het doel van de Duitsche
regeering die ook met het transporteeren
van de dieren minder gelukkige ervaringen
heeft opgedaan o.m. is, het handelen
in paarden door geheel onbevoegden tegen
te gaan, en dat naar zijn meening ook die
regeering, evenals de Nederlandsche, de
te stichten vereeniging welwillend tegemoet
zou komen werd besloten, een vereeniging
op te richten, bestaande uit paardenhande
laren, exporteurs en belanghebbenden,
fokkers en landbouwers.
De contributie werd voorloopig bepaald
°P f 5 Per jaar. Het voorloopig bestuur
bestaande uit de heeren G. L. van Vugt
van Rotterdam, C. de Kievit te Zwartewaal,
L. v. d. Berg, te Bleskensgraaf, A. Voge
lenzang te Charlois, A. Visser te Rijsoord,
werd tot definitief bestuur benoemd. Boven
dien zullen in een volgende vergadering
nog vier leden in het bestuur worden ge
kozen.
Ongeveer zeventig personen saven zich
als lid op.
Van bevoegde zijde werd nog mede
gedeeld, dat het besluit van den Duitschen
bondsraad voornamelijk van twee oorzaken
het gevolg is. Duitschland wil, zeide onze
graven. Enkel zoiuden er jonge rappe bee-
nen overheen kunnen springen- Als hem
dit breed en diep genoeg teek, ging hij
naar het .andere êimde.
Van ui-t 't gehucht kwam; nu tratnsnel
'n hondenkar aangereden en vloog pardoes
in die gracht- De melkkannen botsten klin
kend tegen elkander 01 vielen over dien
jankenden 'hond op den grond; het melik-
jongetje, dat zich van achteren aain het kar
retje tiet voorttrekken en het gevaar niet
gezien 'had, weende van schrik en pijin-
Jan kwam1 woedend toegevlogen. Zoo
moest het juist gaan. Er was hier geen weg
meer voor voetgangers en nog minder voor
hondenkarren- Het was bezaaid land. Dezen
keer zou hij; hem er nog uithelpen. Mocht
hij nog terugkomen en beproeven om hier
door te rijden, dan zou 't jongetje en de
honid mét de zweep krijgen; Terug moest
hij, eten grooten weg op. Die was voor
Voertuigen.
Als 't kleine ventje ver .genoeg uit die
oogen was, riep hij: „L-eelijk beest, schaaps
kop, processen Jan!"
Maar Jan lachte het uit: „Die komt niet
meer terug, die zal wel geleerd hebben."
Op eenigen afstand kwamen vrouwmen-
schen aan,gesneld1, die dagelijks ter kerke
gingen- Snuffels riep reeds vain verre:
„Achteruit!" Ze naderden toch. Maar nu
begon hij' zoo hard te duivelen, en te spek-
takelen, dat de vrouwen stil bleven staan
en vroegen wat hem kwelde. Den grooten
weg moesten zij volgen- Het was geen
heide meer. Het was bezaaid' land, zijn
eigendom- Daarbij de omweg, dien zij
maakten, was onbeduidend. Hiertoe be
hoefden ze toch een mensch zijn mooi
zegsman, de jonge paarden tegen goed-
kooper prijzen, dan tot nu toe betaald zijn
en bovendien zijn dezer dagen omstreeks,
20.000 jonge paarden, die achter het front
in Frankrijk gefokt zijn, naar Berlijn ge
zonden. -
Brood voor België.
Naar vernomen wordt, zal de uitvoer van
brood naar België de volgende week ge
heel worden stop gezet,
Uitvoer van zilverulen.
In „St.-Gt." 193 is opgenomen het Kon.
beslhit van den 14den Aug. 1916, houdende
intrekking van de tijdelijke opheffing van
het verbod van uitvoer van zillveruien.
Het personeel van de Zeeland.
Bij de Stoomvaart-Mij. „Nederland" zijn
vijf machinisten, die weigerden in dezen
gevaarlijken tijd verder te 'varen, tegen
1 October ontslagen, terwijl een groot aan
tal leden van het stokerspersoneet tegen 15
September om dezelfde redenen is ont
slagen.
Duitschland en Holland.
Onder bovenstaand,en titel schrijft de
„Berliner Lokal Anzeiger" een antikei over
de verhouding tusschen Nederland en
Duitschland1, waarin erop gewezen wordt,
dat beide landen door taal en afkomst
nauw met elkander verbonden zijn en dus
vrienden behoorden te zijln.
Nederlands belang zou ook zulk een hou
ding voorschrijVen, wan,t Duitsahllland is de
groote afnemer van Nedertand'sche produc
ten en heeft bijv. veel' gedaan om Rot
terdam, de haven aan den Rijnmond, groot
en voorspoedig te' maken.
Ook geestelijk heeft Nederland, dat op
zijne universiteiten Duitsche leerboeken ge
bruikt (ook die neiging om Fransche boe
ken daarvoor in plaats te stelten, wordt
even vermeld), naiuwe relatie» met Duitsch-
fandj. De kunstwerken, van Reimibrandt en
Rubens dragen een echt Glenffaansdhj ka
rakter,
Hlet artikel zegt dan, dat er wel eenige
lieden zijn, die zich voor geld onder het
Engelisehe juk krommen, maar bet Neder-
lamdsche volk zal in het algemeen zijin af
stamming, zijn groot historisch verteden,
zijn taal en zijn geesteskultuur imiiat ontrouw
worden. Het zal zijn onafhankelijkheidszin
niet verloochenen, zooalls onlangs bleek,
toen Engeland de zeevissdhierij wilde stil
leggen.
,jDuitsdhland kan den loop-d er.gebe urte-
nissem vol vertrouwen afwachtten," meent
dto schrijver van het artikel, en de pogin
gen van Engeland om zich van Nederland
en zijne koloniën meester te maken, zullen
vruchteloos blijven.
Aldus zegt de „Berliner Lokal Anzeiger".
Schapenvleesch voor het leger.
Naar aanleiding van een genomen proef
bij eenige solldatenmenages dor Ie devisie
met de verstrekking van schapemvlieesch;
is, naar do „Avp." meldt, -door den Min.
van Oorlog besloten d'e proefneming tot
het geheele leger uit te breiden.
Te beginnen met 21 Aug. a.s. zal aan
ale onderdeelen van die llandmaeht ge
durende 4 weken, eenmaal' per week scha
penvleesch moeten worden verstrekt.
Het .benoodigde- schapenvleesch ten be
hoeve van de troepen, die uit de étappen-
slllachterijen van vieesöh worden voorzien,
moet uit die slachterijen worden ontvan
gen. De rapporten omtrent de gehouden
proef worden einde September ingewacht,
BUITENLAND.
De verjaardag van keizer Frans Jozef.
De „Wiener Afoendposf" wijdit een. artikel
aan dien verjaardag van keizer Fmains Jozef
op 18 Augustus, waarin o-.mi. geKegd wordt:
De heerlijke zegeningen van een lang
duriger» vrede waren den ouden 'keizer be
schoren. Ter bescherming van dien staat
stonden de legers van het rijlk gereed;
maar bet blanke, edele wapein zou in de
schede rusten en slechts' den vredeliievenden
arbeid een zekeren waarborg faieden-
Nooit heeft de gedachte aan verove
ringen de buitenlandsbhe politiek dier Oos-
temrijlk-Hongaarsebe monarchie gefeild. Deze
wilde in rustige kracht de haar door de
Voorzienigheid aangewezen taak vervullen.
Een loyale betrekking tot die groote en
kleine mogendheden bepaalde die richting
der buitenlandsche politiek- Vooral het op
wederzijdsch vertrouwen steunende verbond
stuk land n'iet te beschadigen.
Uit vrees voor zijn erg bulderen gingen
zij langs de groote laan, niet zonder een
hoop verwijtingen aan zijn adres, over zijn
diefachtige schraapzucht, die met een woe-
kerhandje ook weer aan dit Jlapje grond
gekomen was. Maar dit weg-verbieden zou
niet blijven duren. Zij zouden zien of hij
dlat recht had- De koppen stafcen zij bij
een. Zij zouden het thuis vertellen. H'aar
mianinen zouden dat zaakje wel opklaren.
Met de kinderen had hij het meeste leed-
Als die bengels naar of uit school kwamen,
ging er een oorverdbovend gehuil en ge
roep op-
Zij mochten hier over het voetpad niet
meer komen; dat bestond niet meer. Zette
hij eenigen na, dan Hepen de anderen ér
over, hem tergend uitlachend,. De leelijkste
scheldnamen slingerden zij men verSolgen
man naar het hoofd. Wie niet snel onder
de voeten uitkon, kreeg het malsch over
de ribbetjes-
Den geheelen dag had Jan op wacht
gestaan en zich veel druppels kwaad bloed
gemaakt,. Dit kon niet blijven duren. Hij
hiad ander werk te verrichten. Met zijn
vrouw hield hij raad, hoe hij 't beste
den weg zou kunnen versperren,. Dleze deed
eerst een geweldigen uitval tegen het volk,
dat over hun vooruitgang nijdig was. Die
niet van brood' tot mik konden komen
waren de jeel'ijksten, die geen vlieg van
hun mond kondien blazen, konden niet lijden,
dat er andere menschen waren, die door
bijeenhouden en hard werken vooruit kwa
men.
(Wordt vervolgd.)