'aar?
JT,
ITS,
VEN.
OUDES?
mailt 7, Tel. 436.
42, Tel. 554.
itigd te:
J. BERGVELD.
VAN DON.
'REEUW.
ÏHUIT.
NGERS.
MERZ.
in rakening-oourant.
Ie lente,
iCt. zonder provisie,
vergrooten van
iH.
nder wordt aanbevolen
lijk.
ndegracht 138,
Md. Laiptlï
uden.
ins het Bestuur,
3ELAAR, Secretaris.
NIKKELEN
brouvrerstiMtj
j wielen.
KUILEN
ALKMAAR.
aagste prijzen,
sloten.
ZILVEBWIUKEL
185,
,K. Kerk, Alkmaar.
H MBRKS,
I_ alsmaar.
iiwoonhuis net Ei
N. K. SNEU,
Ltmmen.
is Ie 'I Woud.
arddraverij
en
e voor den Dans-
P. de Waard»
Saterdag 9 September 1916.
TWEEDE BLAD.
Nr. 104
De goede en de kwade
boom.
Het leven van den Neder-
landschen veldsoldaat.
Uit onze Missie van Toebaki
j\
LAMER.
ONS BLAD
opzegging 1 Q
2^
VKSt 4 1
»'8j«M8
el te nemen aan een
r 20 Sept. 1916 op
;wenschte inlichtingen
jn de Goedkoope
van
Op de
/oor Ond: Mooie Joweelen
Armbanden, Lange Gouden
>nz. enz.
n LANDSCHAPSCHILDER.
E HAND TB KöQiBs
-voning met Schuur en onge
il Wel- en Bouwland, gelegen
iaar en Beverwijk,
r B, bureau „Ons Blad
j TE KOÖB:
RAAT, OUDKARSPEL,
en een
shuts met Ert co
Koolberging,
istdijk Heer flugowaara,
iiwe Veiling. t
koopsom als le hypo®®
Te bevragen bij C. RE^Pi,
STE KWALITEIT
penvloesohj
NT PER 5 ONS, BIJ
10 September, bij
't Woud, Bergen^
«rij ft* KUSTËBS. 'iï03**
De christelijke rechtvaardigheid bestaat
in het goede te doen en het kwade te laten,
in de deugd te beoefenen en de zonde te.
vermijden.
Nu bekruipt mij steeds meer en meer
<je vrees, dat velen het rijk der hemelen
niet zullen binnengaan door gebrek aan
aoede werken; niet alleen omdat zij zoo
veel en zoo groot kwaad gedaan hebben,
maar ook omdat zij zoo weinig of geen
goed hebben verricht.^
Stak daar oogenschijnlijk zooveel kwaad
in dat die dienstknecht, uit de parabel der
verschillende talenten, het hem toever
trouwde talent in de aarde begroef, om
zoo het eigendom zijns meesters te bewaren
en te beveiligen? En ziet, ten tijde der
afrekening naderde deze dienstknecht, die
één talent had ontvangen, tot zijnen meester
en zeide: „Heer, ik wist, dat gij streng
waart, dat gij maait, waar gij niet zaait,
en verzamelt, waar gij niet uitstrooit
daarom ben ik vol vreeze heengegaan en
heb ik uw talent in den grond verborgen.
Zie Heer! Hier hebt gij uw eigendom weder
terug." Maar de Heer antwoordde en zeide
hem: Booze knecht, gij wist, dat ik maai,
waar ik niet zaai en dat ik verzamel, waar
ik niet uitstrooi; gij moest derhalve mijn
geld uitzetten bij de bankiers, opdat ik,
bij mijn terugkomst, mijn eigendom met
winst terug ontvangen zoude. En het vonnis
luidde: „Ontneemt hem het talent... en
werpt den onnutten dienstknecht in de
uiterste duisternis; daar zal geween zijn en
geknars der tanden."
Zóó zal elke boom, die geene goede
vruchten voortbrengt, omgehouwen en in
het vuur geworpen worden.
Stak daar oogenschijnlijk zooveel kwaad
in, dat die vijf maagden, uit de parabel
der tien maagden, toen zij den bruidegom
en der bruid te gemoet gingen, hare lampen
genomen hebbende, bovendien geen olie
meer met zich namen in hare kruiken?
(maar alleen de olie die in hare lampen
was). Wijl nu de bruidegom zich liet.wach
ten. sluimerden ze allen in en vielen in
slaap. Doch te middernacht werd er een
geroep gehoordZiet, de bruidegom komt
Gaat uit hem te gemoet!
Toen stonden al die maagden op en
maakten hare lampen in orde (zij moesten
ze met nieuwe olie vullen). De dwazen nu
r zeiden tot de wijzen, die met olie in hare
lampen ook nog olie in hare kruiken had-
I den medegenomengeeft ons van uwe olie,
want onze lampen gaan uit. De wijzen ant
I woordden, zeggende: er mocht misschien niet
i genoeg zijn voor ons en voor ugaat liever
naar de verkoopers en koopt voor u. Maar
I terwijl deze heengingen om te koopen,
kwam de bruidegom (haalde zijne bruid af
en ging met haar naar de feestzaal); en
zij die gereed waren, traden met hem ter
bruiloft binnen; en de deur werd gesloten.
Eindelijk kwamen ook de overige maagden,
roepende; Heer! Heer! doe ons open!
Doch deze antwoordde en zeide: Voorwaar,
ik zeg u: ik ken u niet! d. w. z. Gaat weg
van mij! Zoo zal elke boom, die geene
goede vruchten voortbrengt, uitgehouwen
en in het vuur geworpen worden onnutte
dienstknechten alzoo en dwaze maagden
zullen het rijk der hemelen niet binnengaan.
Desgelijks zal ook het geloof alleen, zonder
de werken, niet tot vrijbrief of verlofpas
strekken voor de eeuwige zaligheid. Hier
voor hebben we de nadrukkelijke verze
kering van onzen goddelijken Meester Jezus
Christus, de eeuwige waarheid zeivenNiet
ieder, die tot Mij zegt: Heer! Heer! zal
ingaan in het rijk der hemelen, maar wie
den wil doet van mijnen Vader, die in den
hemel is, hij zal ingaan in het rijk der
hemelen.
Die wil des hemelschen Vaders nu vinden
we uitgedrukt in de H. Schrift en in de
Goddelijke Overleveringen: in de heilige
boeken van het Oud en het Nieuw Testa
ment, die onder ingeving van den Heiligen
Geest geschreven zijn, alsmede in die ge
openbaarde waarheden, welke door de
Apostelen wel gepredikt zijn, maar niet in
de H, Schrift geschreven staan.
Bit alles kunnen we kort zamenvatten
>n dit woord van den Meester„Si vis ad
vitam ingredi, serva mandataWilt gij het
leven binnengaan, onderhoudt de geboden."
Die den Heer vreezen, zegt de Wijze
Man, zullen Zijne geboden onderhouden:
die den Heer vreest zal het goede doen.
Daten wij niet moede worden, zoo vermaant
u u'us> Let goede te stellen niet
alleen voor God maar ook voor de men-
schen. En de Prins der Apostelen drukt
ons op het hart: Mijne broeders beijvert
U; om door goede werken uwe roeping en
uitverkiezing (voor den hemel) te verze-
Laten we, ieder volgens staat en stand,
laar de goddelijke beschikking, woekeren
met de talenten, die de Heer ons geschon-
"tn Leeft, opdat wij, ten tijde der afreke-
aing, het gelukzalig vonnis mogen verne-
®en: „Welaan, gij goede en getrouwe
'enstknecht! Omdat gij over weinig ge
touw zijt geweest, zal ik u over veel
stellen; ga bimien in de vreugde uws
Beertnl'
Verzuimen we niet naast de olie in onze
ampen ook nog olie in onze kruiken mede
e dragen, opdat, wanneer de Bruidegom
omt, wij gereed staan Hem te gemoet te
rekken en met Hem de bruiloftszaal des
femels binnen te gaan.
Ora en Labora: Kerk en Werk!
M. P. A. OOMS,
Alkmaar, 9 Sept.' 1916. D.-P.
IV.
Den lezer «en aanéénsluitend- verhaal te
geven van het véld lev en- in diezen. zoo
langen mobilisatietijd!, zou té ver voeren
en verschillende nummers: zouden slechts
behelzen het vertoeven ito het jen of ander
<roansBlaatsi£- de oefening-en door ons al
daar gehouden etc. Dit is dan ook mijn
bedoeling niet; vandaag wilde ilk U enkele
bijzonderheden vertellen, over toet amok-
kelaarsleven aan onze grens. Allen natuur
lijk lazen of hoorden wij verschillende malen
over de enorme smokkelarij aan onze grens
en ate van zelf kwami de - vraag dian op de
tóppen, waarom hierop dioor de militaire
macht niet beter werd toe-gezienimmers,
de artikelen worden toch ook hier in het
land zoo schromelijk duur. W.einigen uwer
zuilten begrijpen, hoe -er -eigenlijk gesmok
keld -wordt.
Hieronder voiljgen dan enkele gevallen,
die ik zelf heb- ontdekt.
[Wie -lagen dn een dotpske in de -nabijheid
van die grens en een echt vredige rust
heerscihte er in ons militair-zijn. Slechts
betrokken iederen dag op hetzelfde uur
32 man -de grenswachten om mogelijke
smokkietaff aires den kop in te drukken.
Nooit hoorde men in het dorp dan ook
over smokkelarij; en ieder inwoner durfde
u met een vroom gezicht beweren, dat
hier toch /eiker geen Lit-er petroleum ge
smokkeld werd1. Ook mijn- geze-Mig-kontende
hospes, zou geen jn-ensrfi in den omtrek
kunnen aanwijzen-, in wiein zij smofck-eli-
neigingen bevrpedjd-e, De eerste wieken van
mijn verblijf aldaar, vermoedde ik dan ook
niet het minste, doch langzamerhand begon
het mijin aandacht te trékken, dat mijn
hospes, wanneer ik somwijlen na het val
len der duisternis, even uit wilde .gaan,
steeds e-enigsizins opgewonden mij kwam
vragen, waarheen ik ging, -en hoe laat
ik dacht terug te keere-n. De -eerste paar
mallen vertelde ik hem zonder omwegen,
dat ik diien- avond met een paar soldaten
een patrouille ging to-open, doch daar ons
resultaat dan steeds nihil was; besloot ik
dien ouden baas jen poets te bakken.
Reeds te voren was door ons- in het ge
heim overlegd hoe te handelen en maar
al te goed gelukte ons deze grap.
Om zeven uur 's avonds, den bevvusten
avond dan, werd ,met. jen ruk aan de bei
getrokken en ^|én -mijn-er collega's was da-ar,
om te vragen of -mijin hospes en ik dien
avond bij den militairen chef. -e-en visite
kwamen maken. Ik wist echter, dat mijn
hospes tot adht uur andere pllidht-en had,
doch geien bezwaar, ik zou dadelijk mee
gaan. de vriendelijke -heer des huizes kwam
dan well om- acht uur. Wij natuurlijk op
weg.
Reedis om- 8 uur, het was mistig,, donker
weer, Dagen we, drie man sterk, -in de zoo
onmetelijke heide, niéts ziende, één en al
oor.
-Die klok sloeg negen en nog werd de
stilte -niet verbroken als door het gepiep
v-ato een rondfladderende nachtuil.
„Maar was dat ook hetzelfde geluid van
die vogel?."
Regelmatig, met kleine tussehenpoozen.l.
-hoorden we bet duidelijk, wel nog ver
weg, maar steeds weer herhaald. Neen,
dat jvas gelen vogel, want nu -ook hoor
den wij den pas van een m-ansch.
Als van- zelf kfemde-n we ons dichter
aan ons geweer eni mog mie-er -kropen-w-e
weg in de hooge hei. Nu zagen we het
duidelijk, het was er slechts één- in getal-,
■die, steeds Weer zijn fluitsignaal herhalend,
granswaarts ging. W:at te doen?. Neen,
dat aantal was ons te gering, we hi-elden
ons weg, wachtend nog een beteren buit.
Maar wat was dat? Hoorden we nu
niet de voetstappen van menschen, zelfs
van velen, die in pi as sa vereenigd yoor-
waarts -gingen?
Nu teek-enden zich reeds schimmen af,
hun aantal was zelfs -groot. Wat nu te
doen, wij waren slechts m-et drieën, /ou
den we ons evenals straks verborgen hou
den en later misschien ons zoo vrees
achtig optreden rechtvaardigen? N-aen, dat
ooit. Nog geen tien passen scheidden
ons, en ziet, -plots verlicht een helder schij
nende zaklantaarns het clubje, onze stem
men weerklinken luid -en als- verlamd van
schrik, staat daar een smofckeliaarsbende,
tweeden-twintig in getall Allen droegen zij
het zoo geliefkoosd smokkelartikel aldaar,
n.L petroleum. In bussen, expresselijk voor
dit werk vervaardigt, had iedere persoon
50 Liter bij zich. Na veel moeite ge
lukte het ons dit clubje terug te bren
gen; hun ,waar werd natuurlijk verbeurd
verklaard en tegen ieder hunner verbaal
opgemaakt. Voldaan keerden wij huiswaarts
dien avpnd; doch wie weet, of misschien
enkele honderden meters verder een and-er
clubje, .partij trekkend van déze aanhou
ding, niet nog grooter hoeveelheid de grens
overbracht eni daardoor de overigen ruim
schoots schadeloos stelde?
-Want niet ieder smokkelt voor zich,
neen, groote-bendeg^^prachtig georgani
seerd, hebben fïdhi gevormd,die verba
zende winsten weten te boeken-.
Zoo leefde -en leeft nog steeds de grens
bevolking voort Doch niet alleen zjj, diie
in deze smokkelaffaires een' bestaan zoeken,
zijn de personen, die -het ons, militairen,
-lastig- maken; ook gefortuneerde, soms zelfs
hooggeplaatste personen, helpen helaas
mee deze smokkelarij bevorderen.
Het. volgen-die -geval was voor ons van
niet zulk een pleizi-erigen aard als het zoo
juist aangehaalde. Om ongeveer vier uur
in den, morgen bevond ik tnij bij een onzer
grenswachten, toen een kleine patrouille,
door die wacht uitgezonden, terugkwam
met een arm-uitziend oud vrouwtje m-et
vier kinderen bij zich 'tussclien de acht
en twaalf jaar. Armoede en gebrek toe
kenden zich af op ieders gelaat, en al
dadelijk bemerkte ik, dat dit soort men
schen niet behoorde tot hen, die uit winst
bejag hun leven op de waagschaal stel
len. Zij droegen ook geen smokkelwasen
van- één soort bij zich, zij hadden allen
artikelen voor het dagelijkscb gebruik, ail-s
hroodl etc. De patrouille had correct haar
plicht -gedaan, immers ook dat viel onder
verboden waar, maar toch stond h-et mede
lijden met deze arme stumperds in ieder
soldatenoog te lezen.
Even. later vertrok dit clubje grenswaarts,
-niet ontroofd van hu-n reeds zoo tang ge
dragen- smokkelwaar; met zich- voerend
ook zelfs meerdere soldatenbrood j-es togen
zij met een blij hart huiswaarts, België in.
Alkmaar, 7 September 1916.
JD. BI-,
Reserve 2e Luitenant.
Waarde vriende?i en weldoeners
Het gaat hier steeds langzaam vooruit:
moge de goede God door de offers en de
gebeden van dqvele weldoeners Zijne on
eindige barmhartigheid aan de arme hei
denen toonen.
Op Witten Donderdag ontvingen onge
veer 40 kinderen de eerste H. Communie
en in Augustus volgde een tweede 40-tal.
Deze laatsten hebben daarvoor twee jaar
geleerd.
Het zou niet onaardig zijn als een van
u allen eens een tochtje met mij kon mee
maken. Dezen morgen werd ik bij een
zieke geroepen; langs het eerste gedeelte
van het pad ging alles goed, maar latei-
zakte mijn paard zoo diep in den modder,
dat het dier zijn ruiter er onmogelijk .kon
doordragen. Ik moest er dus af en een
kwartier lang door den modder waden. Het
was zeer moeilijk de beenen er uit te
trekken, na 1)4 a 2 uur had ik mijn doel
bereikt. Ik vond een heel oude, magere
vrouw, wier keel en borst met wonden
waren bedekt; de - zwaar zieke vrouw lag
in een tuinhuisje, van binnen zoo breed
als een tafel en tweemaal zoo lang. De
vloer was van gespleten pinangboom en met
tusschenruimten van ongeveer 2 duim en
het dak van haar huis zoo hoog als ik
groot ben.
Daar moest die arme zieke, die 2 uur
van haar dorp verwijderd was, blijven lig
gen. De lieve God moge haar helpen. Zij
ontving het H. Doopsel, het H. Oliesel en
de generale absolutie. Hare zonden zijn
haar door den goeden Hemelschen Vader
vergeven en Hij zal haar wel spoedig bij
Zich in den schoonen Hemel roepen, 't Was
voor mij troostend, dat zij zoo herhaalde
malen het kleine schietgebedje uitsprak
„O God, ontferm U mijner
In 't begin van Februari kwamen vele
kleine kinderen het H. Doopsel vragen.
Een jongen had al 4 achtereenvolgende
Zondagen er om gevraagd en den laatsten
Zondag hield het kind erg aan. Ik zeide,
dat hij nog wat moest wachten. Hij ging
zeer troosteloos naar huis en werd zwaar
ziek, zoo dat hij niet meer kon opstaan.
Toevallig hoorde ik van zijn ziekte en
ging hem bezoeken.
Nadat ik hem, tot zijne overgroote blijd
schap en dankbaarheid, het H. Doopsel
had toegediend, was hij zeer getroost in
zijne smarten en liet de dood zich niet
lang wachten.
Wie heeft die jongen van 14 jaar zoo
aangespoord om met dien aandrang het
H. Doopsel te vragen. Wie heeft het mij
laten weten, dat hij ziek was en mij er
toe gebracht hem te bezoeken zonder ge
roepen te zijn?
Heeft niet zijn Engelbewaarder dit ge
daan?
Nog een kleinigheid. Om de 6 weken
of wanneer het weer goed is, ga ik elke
4 weken biechten. De priester van Ata-
poepoe of van Lahoeris komt naar het
Bivak „Hali Loelik" genoemd. Om daar te
komen moet ik over zes, rivieren en dat
is in den regentijd zeer moeilijk. Eenige
dagen geleden was de bepaalde tijd weer
aangebroken en ik ging dus op reis. Het
water der eerste rivier was hoog en de
stroom sterk. Met de 2 jongens, die ik-bij
mij had, zou ik een poging wagen. De
bodem der rivier is bedekt met groote
steenen en rotsen. Mijn paard, dat al een
beetje oud begint te worden, heeft moeite
om te gaan. Toen we midden in de rivier
waren, merkten we dat het niet zou gaan
en riepen luide om hulp.
Enkele menschen aan den overkant
kwamen zien, wat er te doen was. Zij wezen
ons een plaats meer naar het oosten, waar
het minder diep was. Gelukkig kwamen
we op die plaats er door, ofschoon het
zadel \ian mijn paard geheel onder water
was. Spoedig weer een andere rivier met
zeer hoog water en nog sterker strooming.
Ik liet de jongens een paar menschen roe
pen om hen te vragen, of we de rivier
konden doorwaden. Ze rieden het ons at,
omdat ze diep was en het rivierbed vol
groote steenen lag. Op mijn vraag, wanneer
het water zou zakkeri, kreeg ik ten ant
woord, dat het wel 3 i 4 dagen zoo hoog
zou blijven. Ik besloot dus maar te pro-
beeren 'aan den anderen kant te komen.
Heel spoedig struikelt mijn paard, nog
eens en nog eens en eindelijk gaat het
liggen. Ik val er af en moet spoedig mijn
been wegtrekken, om niet tusschen paard
en steenen bekneld te raken. Mijn hoed
wordt al vast door de sterke strooming
meegenomen. Ook ik zelf ga enkele meters
ik zwaai en zwaai en kom gelukkig op een
ondiepe plaats, maar aan dezen kant der
rivier en mijn paard is behouden aan den
overkant. Met behulp van 3 mannen kwa
men wij gelukkig aan den oever. De hoed
was ver weg en kon niet meer gered worden.
Alzoo had ik een heerlijk Indisch bad ge
nomen. In het dichtbij gelegen Bivak heb
ik van kleederen gewisseld en alles was
behouden behalve mijn hoed. Spoedig begon
het te regenen, zoodat ik daar tot den vol
genden morgen moest blijven. Zonder hoed
heb ik de reis heen en terug gedaan en
het was werkelijk aangenaam zoo met het
bloote hoofd, daar de Hemel steeds be
wolkt was.
14 dagen later kwam iemand mij mijn
hoed brengen. Ze was blijven hangen aan
een struik, die bij onzen overtocht onder
water stond.
Als u dit schrijven ontvangt, zullen hier
naar ik hoop 150 communicanten zijn, dat
is 108 meer dan het vorige jaar en 500
gedoopten tegen 227 in 1915. Voor alles
dank aan God, maar ook aan u, edele
weldoeners en vrienden der fylissie, die
door. uw gaven en gebeden Gods zegen op
het missiewerk doet nederdalen.
Pater P. I. A. DE LANGE.
BINNENLAND.
Stremselvoorziening 1917.
Vanwege den Bjond) van Kaasproduceafen
èn de Kaascontröle-stations Zuid-Holland
en Utrecht, iis- aan de teden dezer organi
saties een circulaire gezonden, waarin wordt
medegedeeld, ais resultaat vain een s.amen-
sprekin-g met -die Vereeniging, van Stremsel»
fabrikanten, d-at er gedurende 1916 genoeg
voorraad- aan- stremsel aanwezigis, maar
dat Voor 1917 bijzondere maatregelen noo
dig- zijn. Het blijkt, dat de aanvoer van
febma-gen zeer moeilijk wordt en een zeer
groot risico- voior -de siremsHï abrikanten
met zich brengt. Om nu te voorkomen,
dat er i-n 1917 stremseifnoodi ontstaat, -wat
eem ramp zou rijn voor de kaasberei-
ders, is het beslst nood-ig, dat diezen zelf,
nu het nog tijd is, medewerken om te voor
komen, dat er gebrek laan illebmagen ont
staat. Zij zullen een dee! der risico van
den aanvoer van grondstoffen op zich moe
ten -nemen. -Daarvoor zal noodig zijn, dal
elk binnen korten tijd stort het bedrag aan
ge-td; dat hij meent noodig te hebben voor
stremsel in 1917, waarvoor dan reeds nu
de grondistoffeiT (lebm-agen) worden aange
schaft. ^1 ierbij moet -er rekening mee ge
houden word-en, dat de prijs van het strem
sel in 1917 aanzienlijk ho-oger zal zijn
d-an thans. Hlet ligt in die bedoeling, dat
er lebm-agen zullen word-en gekocht door
dia gezamenlijke kaasbereiders in ons- land,
die zich daartoe samenvoegen i-n een ver
eeniging. Deze vereeniging zal die leb-magen
ondier deugdelijke waarborgen wed-er ver-
koopen- aan de vereeniging van strems-el-
fabrilka-nten.
Exporteurs van Fokvee.
Te 's-Gravenhage is opgericht een Ver
eeniging van Exporteurs van Fokvee.
Hiet bestuur bestaat uit de heeren: M.
Pinto, Winschoten,,, voorzitter; M. Markens,
Zwolle, vice-voorzitter; S. van Zand-, Win
schoten, penningmeester; HL Voorspuij,
Groot-AmmersP. Couperus, Bols-wardj L.
Hierboven, Zwolle, en M. C. tj-e Korver,
Goriincham, secretaris.
De Sobriëtas-bloem.
Met zekerheid) k,ahi thans wordien mee
gedeeld, d,at de 2d-e So-bri-etas-bloem-endiag
o-p 24 September ,a.s. -een nog groioter
succes zal héb-ben- dan de eerste vóór 5
jaren gehad) heeft.
Daar het aantal Mariavereenigi-ngen, wel
ke van deze actie zoowel nationaal -en,
diocesaan als plaatselijk de leiding in han
den hebben, s-i-nds 1911 van 249 tot 316
gestegen is, werd het terrein,, dat bewerkt
wordt, ook zooveel uitgebreider. Nog te
meer omdat door vele Mariavereenigingen,
vooral in staken waar Gewestelijke
Propaganda-Commissies werkzaam zijn, er
nog -meer dan toen met succes naar 'ge
streefd wtordit om ook in gemeenten,, welke
tot nog joe geen katholieke drankweer
bezitten, de Sobrietaslhtoem te doen ver-
koo-p-en.
Er was dan 'ook op 5 September bij
die Penningmeesteres van 't Nationaal Bl-o-e-
mendo-mité reeds -een veel grooter aantal
bloempjes besteld dan op den -eersten bloe
mendag in 't geheel yepk'oioht werd. Daar
enboven zullen in verschillende plaatsen,
waar van de burgerlijke autoriteit geen
verlof tot bloemenverkoop werd verkre
gen, wit-btauwe vlaggetjes te k'oo-p wor
den aangeboden; en ook hiervan zijn al
reusachtige bestellingen ingekomen.
Het Nationaal Comité verzoekt allerdrin
gendst aan die plaatselijke Bloemencomité's
welke hun bestelling nog niet gedaan heb
ben, daarmee niet langer te wachten, ten
einde teleurstelling te Voorkomen.
Tevens worden zij nog een er aan ijerin-
nlerd, dat deze actie óók ten -d-oeli heeft, onder
-de katholieken helder inzicht en ^gezonde
begrippen te verspreid-én over bestrijding
der -drankzucht, redding van drankzuch
tige n en reclass abelen, als-made bei-angstel-
-ïï-ng pp te wekken- voor dit liefdewerk.
Dit zal Vooral geschieden -dloor -een doel
matige verspreiding van het blauwe strooi
biljet, door vergaderingen en meetings m-et
een spreker over dit onderwerp-.
0UITENLAND.
De Grleksche Konlngsfamllie.
Toen in 1863 koning Otto van Grieken
land, de zoon van den koning van Beieren,
door een revolutie werd verdreven, koos
de Nationale Vergadering, na weigeren van
den hertog van Edinburg, tweede zoon van
koningin Victoria van Engeland, den twee
den zoon van Christiaan IX, koning van
Denemarken, tot koning van Griekenland.
Hij was gehuwd met grootvorstin Olga
van Rusland, eene nicht van Czaar Alex
ander II. Koning George werd in 1913 te
Saloniki vermoord.
De regeerende vorst, Constantijn I, naar
men zegt, aldus geheeten, omdat, volgens
eene oude legende, nog eens een Grieksche
koning over het Byzantium der oudheid zal
regeeren, is in 1889 gehuwd met Sophia
van Pruisen, derde zuster van keizer
Wilhelm II.
In verband met de houding van Grieken
land in dezen grooten oorlog, kan het van
nut- zijn te weten, dat Constantijn, als
kroonprins, ter voltooiing van zijn opvoe
ding, meer dan twee jaren in Duitschland
doorbracht, waar hij zeer veel omgaug had
met den toenmaligen Duitschen kroonprins,
die later als keizer Frederik III slechts
eenige maanden regeerde.
De verstandhouding van den Evangeli-
schen Wilhelm II met zijn zuster Sophie
was gedurende eenige jaren niet van den
vriendschappelijksten aard, en wel toen zij,
als koningin van Griekenland in 1891 tot
den Grieksch-orthodoxen godsdienst over
ging. De ontmoeting van broeder en zuster
in 1901 aan het sterfbed hunner moeder,
ex-keizerin Victoria, zuster van Eduard VII,
heeft de familiebetrekkingen Weer normaal
gemaakt.
Uit het huwelijk van koning Constantijn
met Sophie werden zes kinderen geboren,
waarvan George, de troonopvolger, in 1890
en Catharina, het jongste kind, in 1913.
Een broeder des konings, Nicolaas, huwde
met een Russische grootvorstin; Maria,
zijne zuster, met een Russisch grootvorst;
Andreas, een jongere broer, met Alice van
Battenberg, terwijl de jongste, Christophorus,
geboren in 1888, nog ongehuwd is.
Door het huwelijk van 's konings oud
sten broeder, George, eenige jaren gouver
neur van Kreta, is de Grieksche familie
verwant met de Bonapartes. George trouwde
in 1907 op 38-jarigen leeftijd met de veel
jongere Maria, prinses Bonaparte, dochter
van Roland Bonaparte en mad. Blanc, een
kleindochter van Pierre Bonaparte, die het
bekende familie-schandaal verwekte, toen
hij in Januari 1870 den journalist Victor
Noir te Parijs neerschoot.
ALKMAAR.
GEEN ROOMSCHrKATHOLI-EK
MILITAIR TEHUIS?
Eien-i-gen tijdi galed-eni m-aakten wij er mel
ding van, 'dat het gebouw aaiu de Linden-
gracht, waar thans no-g liet R.K. Militair
Tehuis 'gevestigd -is, d-o-or den eigenaar
tot .andlere doeleinden- zal mo-et-en verbouwd;
wordien,dat dus het Militair Tehuis uit
dit gebouw zou m-oete-n verdwijnen.
Thans is die tijd- gaan üringc-n: 15 Sep
tember moet het gebouw n-oiodzakelijker-
wijz© ■ontruimd worden; daaraan ka-n nie-
mapd iets verhelpen.
Do-ch wat moet er thans va-n ons Mili
tair'Tehuis geworden? W,aar zullen -onze
vele in Akm-aar gemobiliseerde militairen
een behoorlijk onde-rd-alk in gezellEgen kring
vin-d-en, juist nü, nu -de wintermaanden aan
staande zijto en -de behoefte aan zoo'n
tehuis grooter zal wezen- dan oo-i-t?
Va-n, alles is door het ijverig comité
reeds beda-Cht -en gepoogd, doch- het blijkt
ondoenlijk 'ji-ier ter stede een eenigszins
geschikt gebouw, een eenigszins geschikte
lokaliteit te vinden voor tjj-t doel.
D)e Directeur droomt van -een daartoe
opgetrokken hgu-ten gebouw, -doch vo-or
zijn eigen droom- schrikt hij terug, als hij
bedenkt, dat zooiets d ui zend en guldens
zal -moeten- kosten..., en de inkomsten
vitoeien toch al niet zoo rijkelijk toe!
.W.aariijlk, toet co-mité staat hier voor een
moeilijk dilemma: öf de jongens in den
wintertijd -de straat o-p, óf toet misschien-
onmogelijke beproeven zóóve-el g-éld bijéén
te krijgen.
.Wij kunnen slechts hopen, dat toet comité
in -dit -laatste boven verwachting goed en
smell slagen m-ag!
-VOLKSCONCERT.
Nogmaals herinneren wij- onze lezers er
aan, dat op Dinsdag 12 Sept. a-.s. in de
Groote Kerk het 5e Volksconcert zal wor
den gegeven; nadere bijzonderheden ver
meldt een annonce in- dit blad.
ONDERLINGE BÓEREN-BRAND
VERZEKERING.
Op de jaarvergadering van' de Onderlinge
Boeren-Brandverzekering, Woensdag l.l1. ge
houden. werdi benoemd tot Commissaris,
in-plaats van den beer K. Klaver te Wog-
ii-um '(overleden), de heer C. 'Schouten-,
ald-aar; het salaris van den Directeur, den
WelEd'. Heer A. J. van Bienthjm, werd
rniet algemeen© stem-m-en van f900 op f 1200
-gebracht.
BURGERAVONDSCHOOL.
Ons weid! verzocht te m-eldien, dat de
lessen aande Burgeravondschool en de
Avond-sctooo-l 'voor Handwerkslieden zullen
aanvangen Maandag a-.s., des avonds 7 uur.
De cursussen, verbonden aan die Ambachts-
schoo-l, beginnen Dinsdag a.s., -des avonds
kwart over 7 uur.
TIJD. ARBEIDSBEURS. STADHUIS,
Correspondentschap der Intercommunale
Arbeidsbemiddeling. Tel 158.
Spreekuur iederen werkdag, b.h. Zaterdag,
van 10—12 uur v.tn.
9 Sept.
(Gevraagd wordien:
1 -keukenmeid; 6 tim mienlii-edle n1 voer
man 18 j.), werklied-en (lo-s)_.
Bieden zich aan
1 kassier, 1 ka-nierbed',, 1 reizi-gsfer, 1
s-cbSder, 1 smidsleerli-n-g, 1 timmerman, 1
timmerman (fundeeriu-gimakar), 4 werklieden
(los), 2 werkvrouwen-. A
MATINEE
te geven door toet Stede-lijk Muziekkorps,
■Directeur: -HL A. Maas, op Zondag 10 Sep
tember, van 21/341/2 uur, -in dien Hout.
Rrog ra-m-m a:
1. Marche militaire Jo-s. Kessels.
2. Ouverture zur Qper „Piqu-e Dame"
von Suppé.
3. Vivat Hollandiia H. J. M-essink.
4. Bin, Walizier is-t méin Le-ben Volistedt.
5. Fantai-sie de il' opera „Kosifci" Lecoeq,
P'auze.
6. Les gais Lurons Langlois.
8. Valise d'après les motifs de
II' operette „Les cloch-es
-die Gorneville" Pllanquette,
7. Fantaisie-Biallet Montagn-e.'
0. Fiinale (V.V.V.V, jjurnmarsch),
GEVONDEN VOORWERPEN.
E-en naaldenkoker, een -gouden medail
lon', -eenige portemonnai-es met- geld-1, twee
zilveren rozenkranzen, vijf zilveren armban
den, een fietspomp, een grijze hoedj, -een
hondje, een zilveren medaille^ jgen paar
witte dam-eshandschoenen, tweie rood -kora
len kettings m-et goudien sluitin-gs, -een lot
„Helle 'vooruit", twee zilveren dameshor-
'4