10e Jaargang- se mm dit mm, Zaterdag- 30 September 1910. Bun: BREEDSTRAAT 12. Telefoon No. 433. DIT BLAD VERSCHIJNT DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG. Een Katholieke Arbeiderspartij Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „ONS BLAD" ALKMAAR. ABONNEMENTSPRIJS: Per kwartaal franco huis. 90 ct. Met geïll. Zondagsblad 125 ct. bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers: van de courant 3 ct. van het Zondagsblad 5 ct. ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels50 ct. Elke regel meer10 ct. Reclames per regel25 ct. Kleine adv.: 30 woorden bij vooruitbet. 30 ct. 1 Hiet bestuur der te Utrecht opgeriidnte vereeniging „Ons Politiidk Recht" heeft een circulair? .gezonden aan een aantal' katho» 1 Heken. die naar zijn meening geneigd' zou den zijn tot het lid,maatschap toe te tre den, en daardoor mëdewerlkenj, om in die vertegenwoordigende college's,; Kamer, Staten en 'Gemeenteraden, meer dan. tot dusver, R. K. arbeiders .gekozen te krij- «en of personen, die, meer dian de tegen» I woordig zitting hebbenden, „de katholieke democratie" voorstaan en meer dan dezen bekend zijn „ïmet de grobte idealen, die leven in ons rooimsche volk". Volgens de circulaire bestaat er in dit j opzicht onder de katholieken een achter stand. wijl 'die bescheidenheid onder die 1 R. K. arbeiders tot dusver te groot en de belangstelling in de politieke organisaties fot dusverre te klein was. Door de oprichting dezer vereeniging is i feitelijk eene nieuwe partijl gesticht, dliie men I „de katholieke Arbeiderspartij" zou kun nen noemen? De vraag rijst nu: Is de stichting 'eenier katholieke Arbeiderspartij gewemscht?" Laten wij eens aannemen, dat deze 1 vraag bevestigend beantwoord! wordt. Dan zal het niet lang meer dluren, of de stieh- ting van eene „katholieke Boerenpartij", welk denkbeeld reeds vaak geopperd zal een voldiongen feit zijn. En als die' beide dopr het stichten eener eigen „Partij" hum „Politiek Recht" opeischem, dan zal 'het een kwestie zijn van enkele dagen, of ook die „verdrukte" middenstand heeft een eigen partij ge sticht. Dan komen mag 'de industrieelen, de werkgevers, de kunstenaars, de scbeepvaar- ders en wie weet, wie al niet meer. Zou men meenen, dat zulk een Stelsel van afvaardiging, door an uiit standen» 1 groepen, een waarlijk die Nederlandschie natie vertegenwoordigende Kamer zou sa menstellen een beeld gevende van haar landbouw, haar nijverheid, haar kracht, haar vernuft? Of. om het anders uit te druk ken, zou dit stelsel wel al de samenstel- -lende bestanddeel-en. di? haar tot een krach tig volk maken, voor het algemeen welzijn weten te benutten? De huidige partijgroqpeerinig, gebaseerd' op het beginsel, zal, blijven bestaan: er tullen liberale en katholieke middenstan ders worden afgevaardigd; socialistische en katholieke arbeiders-afgevaardigden zijn. Ergo: elke Ipudige partij in onze Kamer zal weer in zooveel kleine partijtjes zijn onderverdeeld. Zal dit in bet welbegrepen belang zijn Van de politiek in het algemeen en Van de katholieke partij in het bijzonder? Zal bet gevolg 'daarvan niet jjjn, dat 4e katholieke partij, die zich thans als. een Verdun in het Parlement vertoont, door de oneeuigheid In eigen boezem' b.v. tusschem de katholieke middenstanderspartij en ''die katholieke arbeiderspartij, wier belangen iet altijd parallei loopen, uiteenspat alsof een granaat in was geschoten? Terwille van de eenheid ini de katho lieke partij achten "wij dus d'e oprichting van een katb, Arbeiderspartij ongewenscht. En die verdeeldheid zal zich voortpfan- FEUILLETON. Een verhaal uit den tijd der Kruistochten. In Nederlandsche bewerking van li. M, v„ d. O. 31. Ephraitn beschreef ons nauwkeurig dien ij&ns'wog ,en de kruisiging, De kluizenaar, las ons voor uit het E van- Ne over d!e laatste oogentaflkken des Hei- nds. Het aangezicht was maar 't Westen Jkeerd', het ondankbare Jerusalem lag ach» hem; Magdialena weende aan zijn voe- "I de H. Maagd en de lievelingsapostel 'Ouden nevens het 'kruis. 'Een' diepe rots ooi herinnert aam de aardbeving, die de .J e beroerde, toen Jezus den laatsten - emtocht uitblies. Men moge Maria's haft. o liefde van den Hl. Johannes en ide uien van Maria,' Magdaïena bezitten, om v Verlosser waardig te aanbidden en H te danken. Voor mij werd de rots van Golgotha het Mr mijns offers. Ik riep tot den gekrui- «n Heiland: „Red Ibrahiimj, Sarai en 'i'MJa, ik smeek u daarom bij uw Kruis vo U\ 'k zelive bied mie ten offer °r het heil hunner zielen. Dbe mij uit kelk drinken; drulk miji uwe door- op het hoofd); laat de smart W ,dt>ardrin®en, ■evenals de nagels nanden en voeten, en allsi de lans uw e.^pe. O, verhoor mijii gebed mii!n offer genadig aan!" ^fdallten van den top des Cab ensbeug vindlt piep den ateen. op wei ten in de maatschappij ten schade van de goede harmonie. Dat de arbeiders hun best doen om' in onze vertegenwoordigeïi'd'e college's: Ka mer. Staten en Gemeenteraden arbeiders gekozen te krijgen, of personen, die oim met de opstellers der circulaire te spreken meer dan de tegenwoordig zit ting hebbende „de katholieke democratie" voorstaan en meer dan dezen bekend zijn „met 'de^groote idealen, die leven in ons roomscbe volk", dat is hun goed recht, maar daarvoor 'is geen katholieke Arbei derspartij noodig. Dat kunnen ze gerust wel af in hun kiesvereeniging. Als ze maar lid worden dier kiesvereeniging en voor de politiek wat meer gaan gevoelen. Dat de belangstelling voor de politiek onde'r onze Rooms ch,e arbeiders nog niet groot is en zij ontzettend ten achter staan bij de socialistische arbeiders, erkennen wij. maar, nog eens, daarvoor is het mid del: Wordt lid uwer plaatselijke kiesver eeniging, bezoekt getrouw hare vergade ringen Daar hebben zij recht van spreken en, brengt de wenscheiijkheid' mede, dat er een arbeider wordt afgevaardigd .naar Gemeenteraad, Staten of Kaïmer, dat zij daar die wenscheiijkheid bepleiten. Daarvoor i® echter geen katholieke Ar beiderspartij noodig! Daarbij komt nog dit, dat de katholieke politieke actie er niet op verbeteren zal wanneer we in de richting gaan zooals de circulaire aangeeft. Dan wordt mijnbeer A candidaat in de eerste plaats, omdat hij arbeider is en in de tweede plaats Omdat hij katholiek is. Zullen wij dan sterk staan, als wij al onze katholieke kiezers (dus ntèt enkel dé katb. arbeiders) opwekken trouw ter stembus te kamen' „omdat hij katho liek is" Denkt daar eens over 'na. En ïs het .wel juist, iemandl af te vaar digen- naar den Gemeenteraad enz. omdat hij 'speciaal voor de arbeidersbelangen zal opkomen? In de eedsformule, die dé leden van den Raad bij het aanvaarden hunner betrekking, in handen van den. voorzitter afleggen, staat het volgende' te lezen: „Ik zweer trouw aan de Grondwet en aan. de wetten des Rijks, en dat ik de belangen der gemeentepret al mijn ver mogen zal voorstaan en bevorderen." „De belangen der gemeente", niet dus die van een, bepaalde groep gemeentena» rem. Wij onderschrijven volkomen de woorden, die de heer G. T. M, v. cl. BOsch eens in onzen Raad sprak, nadat het soc.-dem'. raadslid zich had opgeworpen als de ver tegenwoordiger'van de arbeiders; ons kath. raadslid zeide bij die gelegenheid: „Ik zit bier niet om de belangen van een bepaal de groep van gemeentenaren te beharti gen, maar ik kom voor de belangen der gieheele burgerij op." Zooi i1® het en niet anders. .Met de stichting van eene katholieke Arbeiderspartij bevinden wijl ons op een hellend vlak en onder ons, de diepe af grond. eene s Cheuring, door twist en twee dracht ontstaan in de Katholieke partij, BINNENLAND. NEDERLAND EN CE OORLOG. KATOEN- EN WOLSYNDUCAAT. Het Haagsch Correspondentiebureau meldt: ken Jozef van Arimaithea en NiCodemus het Lijk des Heeren balsemden. Verderop ligt biet heilige graf, dat in de rotsen is uitgehouwen. De 'steen, die deze glorierijke ruime moest afsluiten, tijgt nog op den grond, zooals de hand des engels hem' o,p den dag der Verrijzenis ter zijde wierp. Hij itigt daar nevens het ie'dige graf als een alijö blijvende getuigenis van de zege praal van Jezus over dood en 'hek Toen wij weder aan dien voet van den Callvariënherg waren aangekomen, knielde Abigail's moeder voor Ephraim neer en bad om zijnen zegen. „Mijn dochter,." zeide de Muizenaar, ter wijl hij zijne Ihandem op haar hoofd Kg de, ^de God Jakob's moge u zegenen. Hij beware Abigail rein en Ikuisich als Jozef en voere haar tot u terug, oim den last uw9 ouder-doms te verlichten en u de oogen te sluiten tot uw «aat9ten slaap," De vrouw stond op en ijlde terug naar Bethlehem. Als zij hare woning bereikte, vond zij haren man, die de naburige Stammen had opgezocht, reeds te huis. 'Hij bracht zijne dochter niet terug; zij was tot de binnen landen van Arabië ontvoerd- pok later, toen ik Jerusalem' verliet, was Abigail nog niet teruggekeerd onder het ouderlijk dak. Ephraim leunde op mijnen arm en lang zaam begaven wij' ons weer maar de grot van Gietbsemani. Om de bekeering van Ibrahim en Sarai. te bewerken, had ik om beproevingen gebeden; ze kwamen spoedig en waren verschrikkelijk. Gm daarvan nog dezen avond! te vertellen, zou echter te lang duren. Broeder Albertus dankte Tebsima voor zijné mededeelirigen en verwijderde zich, Het bericht omtrent de stichting van 'een katoen» en wolsyndicaat zonder licence, tvaarvan men geen katoenen, en wollen stukgoederen uit Engeland meer aange voerd zou kunnen krijgen, kam op grond van' ter bevoegder plaatse ingewonnen in lichtingen, met- de meeste stelligheid wor den tegengesproken. Tot het afgeven van - iisenten of licences voor den,invoer var» goederen, van over zee aangevoerd, is alleen de N. O, T. bevoegd. Aanleiding tot dit bericht is wellicht gegeven door de omstandigheid, dat er eene commissie van advies van de N. O. T, voo'r dien invoer van wollen en half-wollen manufacturen in wording is. De samenstelling van die commissie zal te zijner tijd worden bekend gemaakt. Reeds thans kan echter wórden mede gedeeld', dat deze commissie geenszins zal zijn samengesteld' -op de wijze als in het bedoelde bericht aangegeven en dat er geen sprake van is, dat reeds Zaterdag één of meer vertegenwoordigers van dieze commissie naar Londen zouden vertrekken, om in Engeland de zaak te bespreken en dat Maandag a-s. de nieuwe regeling in werking zou treden. Vermoedelijk zullen nog eenige weken verloopen, voordat de nieuwe regeling haar beslag zal hebben gekregen. Dé taak van de nieuwe commissie zal uitsluitend bestaan in het yerleenen van advies aan de N. O. T. voor het' geven van consenten voor den uitvoer van be doelde manufacturen. UITVOERVERBOD VAN RUBBER NA'AR NEDERLAND. Reuter seint uit Londen: Hiet Ministerie van Bluitenlandsche Zaken maakt bekend, dat er toit nader bericht geen vergunning meer zal worden gegeven tot uitvoer van rubber en balata naar Neder land.' BOONEN-EX'PORT. Men schrijft uit Beverwijk aan de „Opr. H. Ct": Gedurende de thans ten einde loopendie booniem-campagne is meer aangevoerd dan ooit te voren, terwijl op! de 'prijzen van het begin tot het eihd><- „ngekend- droog bleven;, zoodat de tuinders zeer tevreden kunnen wezen. Of nu alle huismoeders, die gaarne wat inmaken voor den winter, in deze tevredenheid dleelen, is wel twij felachtig. Menige inmaakpot _iis door de hooga prijzen -van snijl- en spercieboonen ongebruikt blijven staan en waarschijnlijk rekenen velen een deeltje te zullen krijgen van het „regeeringsgoed". Zooals bekend, moet een hoeveelheid van 35 pCt. van het voor uitvoer bestemde worden afgestaan aam d'e regeering. Trouw werd hieraan die hand gehouden, hoewel niet altijd tot ieders voldoening. Maandag bijv. wais de contro leur -der regeeringsgroenten inet het aan gevoerde niet tevreden, keurde alle boonen met vlekjes af en daar de meeste diie vertoonden, bleef er niet voldoende ter be schikking der regeering, waardoor weder geen uitvoer .kon plaats hebben. De vei lingmeesters. hierover ontevreden, hebben zich gewend tot de Groenten-centrale en waarschijnlijk een minnelijke schikking we ten te treffen, Althans Dinsdagmiddag wer den wagens boonen voor het buitenland afgeladen. VIII. DE BEPROEVING. De hemel was bewolkt. Gansübe scharen trekvogels verlieten de streek- en kondigden -door hun vertrek den naderenden winter aan; de noordenwind vloog huilend door het woud; dilkike nevels spreidden een rouw kleed uit over akker en wei: De schoone herfstdagen waren daarheen. Hiet koude, nevelige weder deed zijnen invloed ooik op Tebsèma galden. De klui zenaar verliet zijn rotswoning niet meer en zoo niet een kronkelende rookkolom mu en dan opsteeg uit de rots, zou men verondersteld hebben, dat de' kluis haren bewoner tot graf geworden vsas. Zo'O'dra zijn smarten wat verminderden, werd wederom de hoop levendig in zjjn ziel; bij droomde van Itange dagen; zijn woördie'n waren ,voil vertrouwen, vaak zélfs vrootijk en levendig en hij vormde plan nen voor de toekomst, schóón pp zijn lip- plen het zegel des dpods reeicte was afge drukt. Tebsima was als de vogelen des hemels,! die bijl dén laaitsten straal der Herfstzon zingen en jubelen, als begroe ten zij; het eersite ladhje dier lente. DSe droom: was echter kort voor den armten kranke. De godsdienstigheid, die ?ijn zjet vervuilde, deed hem weldra zijn nade rend einde merken. Hij zag dlit rustig tegemoet en zijn liefde tot God groeide met de nadering van den dood meer en meer aan: Zjjh leven geleek den wierook, die, verteerend, zoete geuren in 't ronde spreidt. Broeder Albertus benutte het oogenblik dat des kluizenaars lijden minder hevig was en verzocht hem zjjh verhaal voort te zgttem. Ssia» V T O t-GV i. ONWAARDIGE KAMERLEDEN. In een vergadering van de Vijzinnig- Democratische Kiesvereeniging te 's-Gra- venbage werd, onder instemming der ge- heele vergadering, de wensch uitgesproken, dat Kamerleden', die zich in de oogen van het publiek aan afkeurenswaardige daden schuldig hebben gemaakt, hun man daat ter beschikking van de kiezers zullen stellen en zich niet meer voor een her kiezing. beschikbaar zullen stellen. VROUWENKIESRECHT. De Nationale Vereeniging voor Vrou wenkiesrecht heeft zich met een adres tot de Tweede Kamér der SLaten-Generaal ge wend. met het verzoek het daarheen te willen leiden, „dat invoering van het ac tieve vrouwenkiesrecht, hetzij onmiddellijk, hetzij binnen een bepaalden, niet te langen termijn", door de Grondwet of de addliti- oneele artikelen wordt verzefcerd- BUITENLAND. OORLOGSOVERZICHT. De rede van den Duits ch en Rl ij k s k a n s e 1 i e r over den politieken en militairen toestand is het onderwerp van den dag in die pers; vooral in de Duifsche! Geen won-der: dagen, weken, ja zelfs maanden te voren, was ze .aangekondigd en ze werd dn Duitsoh- land mét de meest mogelijke belangstel ling verbeid. Kolommen vol beslaat ze in de dag bladen; wij zullen h-et voornaamste er uit overnemen. Over de deelname van Roemenië aan den wereld-strijd, zeide de Rijkskan selier o. m. het volgende: iDe Koning (v-an Roemenië) verze kerde herhaaldelijk, dat hij1 niet ge loofde, dat Bratianu zich tegen over de Entente had verbonden of ver binden zou. Nog zes dagen voor de oor logsverklaring zeide de Koning tot onzen gezant, dat hij wist, dat de groot-e meer derheid van het Roemeensche, volk den oor log niet wilde. Aan een vertrouwd persoon verklaarde hij dienzelfden dag, dat hij het mobilisatie bevel niet ondertéekende. Op 26 Augustus, dus daags vóór de Roemeen-sche oorlogsverklaring, zeide hij tot den- Oostenrij'ksch-Hcmgaarscben ge zant. dat hij den oorlog niet wilde. Ik -deel -die curiosum mede, dat Bra tianu d'ienzelfden dag den vertegenwoordi ger van Oostenrijk-Ho'ngarije verzekerde, dat hij besloten was de neutraliteit te handhaven en dat het resultaat van den Kroonraad, die op den volgenden d-ag was vastgesteld, de waarheid van zijn woor den zou bevestigen. Op 23 Augustus was het den Entente- .mogendheden zelf nog niet recht duide lijk. wanneer Roemenië tot het verklaren van den oorlog zou- o-vergaan- dit weten wij uit betrouwbare bron. Toen kwam snel het-eene na het and-ere. Volgens mededee- lingen, die mij van betrouwbare zijde ge daan werden, stelde Rusland plotseling een ultimatum, waarin gedreigd werd met een binnenrukken over de onbeschermde Roie- meemsche grens, indien Roemenië niet vóór 28 Aug. in den strijd ging. I'k laat daar, of hef stellen van een ultimatum niet een te voren met Bratianu opgemaakte komedie was, om den weifelenden Koning tot een besluit te brengen hoe het zij, de teer ling was geworpen. Engeland, Engeland dat is de v ij a n d v a n Duitschlandi zoo zette dé Rijkskanselier verder uiteen- Wat Engeland zich uit den gehoopten buit in Klein-Azië en aan koloniën wil toe eigenen, laat het nog in het duister, maar het wil meer dan dat. Wat de Engelsoben uit Duitsdhland w.ildën maken, daarover laten zij ons geen twijfel. Ons bestaan als natie moet vernield'. Duitsdhland moet mili tair weerloos gemaakt, -economisch verplet terd, door de wereld geboycot en tot een blijvend overwonnene veroordeeld worden. Dat is het Duitsdhland, hetwelk Engeland voor zioh- op de knieën leggen wil. Wan neer dan geen Duitscbe concurrentie meer te vreezen is. wanneer Frankrijk is ver bloed en alle oorlogsbondgencoten financi eel en economisch aan Engeland, leendien sten bewijzen, wanneer de neutralen van Europa zioh naar elk Engelsch bevel, of elke Engelsche zwarte lijst voegen, dan moet op het onmachtige Duitschland de droom- van de Engelsche wereldheerschappij verwenscht -worden. In dezen strijd vecht Engeland mede met een in zijn geschiedenis voorbeelde- looz-e inspanning van krachten met mid delen, -die de eene schending van bet volkerenrecht aan de andere scharen. Daar om is Engeland onder alle de meest ego ïstische. verbitterd'ste en hardnekkigste vij and. Een Duifsche staatsman, ,die -er voor zou terugschrikken, om- tegen dezen vijand élk deugdelijk, den oorlog-verkortend strijd middel te gebruiken, zou verdienen opge hangen te worden. (Levendig, stormachtig bravo, handgeklap in 'het Huis en o,p- de tribunes.) Ik wensch, dat gij uit mijn woorden den graad van afkeer en verachting ziet, wel ken ik voor de steeds opnieuw verbreide bewering gevoel, dat om onbegrijpelijk ver langen ons te ontzien, am verouderde toe- nadierings-gevoelens of am .donkere omstan digheden', welke het daglicht schuwen, niet alle strijdmiddelen in hun volle gebruiks mogelijkheid1 aangewend worden. (Bravo,) Aan hiet slot zijner rede gekomen, zeide ■de Rijkskanselier: Ik kom aan het einde, Den oorlog zien wij voor ons. Aan w-erk des vredes te den ken is ons nog niet vergund. Ik las on langs de uitspraak: Als het huis brandt is het zaak het vuur te bhisschen. Hoe wij later' het huis zullen- inrichten is van later zorg. D-at moge zoo zijn en toch toonde deze oorlogsbrand vol geluk en diep- ge troffen beleven wij h-et eiken dag op hoe geweldige, onverwoestbare fundamien- Om Ibrahim's eni Sarai's bekeering te erlangen, had dik Jezus op dam Caïvariënberg om beproevingen gebeden, begon Tebsima weder; en ik herbaal u: zijl kwamen spoe dig en waren verschrikkelijk Ilk- had nauwelijks de grot van Gethse- rniani betredeh, of ik bemerkte, dat Ephraim ziek was. De vermoeienissen der beievaart en de brandende zon van 't Dosten, had den zijn gezondheid aangegrepen. Eerst trachtte hiji de sluipende koorts, die hem verteerde, voor -mij: te verbergen; maar spoedig zag ik met schrik, 'dat hij' slechts zeer weinig voedsel gebruikte en dat een -doodélijlke bleekheid zijn gelaat overtoo-g. Een d-ag of wat later viel hij in onmacht, juist toen hiji in dë dioodsangst-kapel de mis lias. Ik ondersteunde hem, m-aar slechts met de grootste inspanning kon- hij het bei- lig 'misoffer ten einde bran-gen en' zijn kluis weder bereiken. „Geziet het Tebsima," zei hij, „God' roept mij; wij. moeten scheiden." Vader, laat mij; niet alleen op deze aarde aohter; ik behoef uwen raad en uw ge bed', om Ibrahim en Sarai te bekeereni „Het valt mij zwaar, u te verlaten," hernam hij!, „maar God wil het. Hoor, mijn zoon, alls gij m'ij dei oogen hebt toe gedrukt, 'keer dan naar Frankrijk terug. Hier zpudt gij' niemand' viinden, die zijn brood met u deetem wikle; gij zoadt weer naar Arabië teruglkeeren -en door de Muzel mannen vermoord worden. Wat zou daji' van uw zendingswerk voort spruiten? Wie zou Ibrahim' en Sarai het geloof v erkomden Vader, zoo- ik naar het Westen trok. zou Ik miiet meer voor hun bekeering kun nen arbeiden en hun geem brieven in dé woestijn' meer kunnen zenden. „Het verkeer tussichem Frankrijk en Jeru salem; is zeer levendig," antwoordde hij; „jiedereni dag komen 'hier pelgrims uit dat 'liand aan. Ridder Willem heeft eemen pries ter uit "Bourgonidië, broeder Robertus, ach tergelaten in' de heilige -stad); deze vrome man za® zich gelukkig rekenen pw werk te ondersteunen en de- brieven, die gij vader en zuster schrijft, gaarna naar Arabië doorzenden." 'O vader, hoe moeilijk het mij vallen. Jerusalem' te verlaten, hoe zwaar, Ibrahim, Sarai en mijn Arabië voor eeuwig vaarwel te zeggen! Hoe zaili ik leven, zonder ten m-inste in de verte dë bergen van mijd vaderland te mogen zien? (Wprdt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1916 | | pagina 1