10e Jaargang-
se mm dit mm,
Zaterdag- 30 September 1910.
Bun: BREEDSTRAAT 12.
Telefoon No. 433.
DIT BLAD VERSCHIJNT DINSDAG,
DONDERDAG EN ZATERDAG.
Een Katholieke
Arbeiderspartij
Uitgave van de Naamlooze
Vennootschap „ONS BLAD"
ALKMAAR.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per kwartaal franco huis. 90 ct.
Met geïll. Zondagsblad 125 ct.
bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers:
van de courant 3 ct.
van het Zondagsblad 5 ct.
ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels50 ct.
Elke regel meer10 ct.
Reclames per regel25 ct.
Kleine adv.: 30 woorden bij vooruitbet. 30 ct.
1 Hiet bestuur der te Utrecht opgeriidnte
vereeniging „Ons Politiidk Recht" heeft een
circulair? .gezonden aan een aantal' katho»
1 Heken. die naar zijn meening geneigd' zou
den zijn tot het lid,maatschap toe te tre
den, en daardoor mëdewerlkenj, om in die
vertegenwoordigende college's,; Kamer,
Staten en 'Gemeenteraden, meer dan. tot
dusver, R. K. arbeiders .gekozen te krij-
«en of personen, die, meer dian de tegen»
I woordig zitting hebbenden, „de katholieke
democratie" voorstaan en meer dan dezen
bekend zijn „ïmet de grobte idealen, die
leven in ons rooimsche volk".
Volgens de circulaire bestaat er in dit
j opzicht onder de katholieken een achter
stand. wijl 'die bescheidenheid onder die
1 R. K. arbeiders tot dusver te groot en de
belangstelling in de politieke organisaties
fot dusverre te klein was.
Door de oprichting dezer vereeniging is
i feitelijk eene nieuwe partijl gesticht, dliie men
I „de katholieke Arbeiderspartij" zou kun
nen noemen?
De vraag rijst nu: Is de stichting 'eenier
katholieke Arbeiderspartij gewemscht?"
Laten wij eens aannemen, dat deze
1 vraag bevestigend beantwoord! wordt. Dan
zal het niet lang meer dluren, of de stieh-
ting van eene „katholieke Boerenpartij",
welk denkbeeld reeds vaak geopperd
zal een voldiongen feit zijn.
En als die' beide dopr het stichten
eener eigen „Partij" hum „Politiek Recht"
opeischem, dan zal 'het een kwestie zijn
van enkele dagen, of ook die „verdrukte"
middenstand heeft een eigen partij ge
sticht.
Dan komen mag 'de industrieelen, de
werkgevers, de kunstenaars, de scbeepvaar-
ders en wie weet, wie al niet meer.
Zou men meenen, dat zulk een Stelsel
van afvaardiging, door an uiit standen»
1 groepen, een waarlijk die Nederlandschie
natie vertegenwoordigende Kamer zou sa
menstellen een beeld gevende van haar
landbouw, haar nijverheid, haar kracht, haar
vernuft? Of. om het anders uit te druk
ken, zou dit stelsel wel al de samenstel-
-lende bestanddeel-en. di? haar tot een krach
tig volk maken, voor het algemeen welzijn
weten te benutten?
De huidige partijgroqpeerinig, gebaseerd'
op het beginsel, zal, blijven bestaan: er
tullen liberale en katholieke middenstan
ders worden afgevaardigd; socialistische
en katholieke arbeiders-afgevaardigden zijn.
Ergo: elke Ipudige partij in onze Kamer
zal weer in zooveel kleine partijtjes zijn
onderverdeeld.
Zal dit in bet welbegrepen belang zijn
Van de politiek in het algemeen en Van
de katholieke partij in het bijzonder?
Zal bet gevolg 'daarvan niet jjjn, dat
4e katholieke partij, die zich thans als. een
Verdun in het Parlement vertoont, door de
oneeuigheid In eigen boezem' b.v. tusschem
de katholieke middenstanderspartij en ''die
katholieke arbeiderspartij, wier belangen
iet altijd parallei loopen, uiteenspat alsof
een granaat in was geschoten?
Terwille van de eenheid ini de katho
lieke partij achten "wij dus d'e oprichting
van een katb, Arbeiderspartij ongewenscht.
En die verdeeldheid zal zich voortpfan-
FEUILLETON.
Een verhaal uit den tijd der Kruistochten.
In Nederlandsche bewerking
van
li. M, v„ d. O.
31.
Ephraitn beschreef ons nauwkeurig dien
ij&ns'wog ,en de kruisiging,
De kluizenaar, las ons voor uit het E van-
Ne over d!e laatste oogentaflkken des Hei-
nds. Het aangezicht was maar 't Westen
Jkeerd', het ondankbare Jerusalem lag ach»
hem; Magdialena weende aan zijn voe-
"I de H. Maagd en de lievelingsapostel
'Ouden nevens het 'kruis. 'Een' diepe rots
ooi herinnert aam de aardbeving, die de
.J e beroerde, toen Jezus den laatsten
- emtocht uitblies. Men moge Maria's haft.
o liefde van den Hl. Johannes en ide
uien van Maria,' Magdaïena bezitten, om
v Verlosser waardig te aanbidden en
H te danken.
Voor mij werd de rots van Golgotha het
Mr mijns offers. Ik riep tot den gekrui-
«n Heiland: „Red Ibrahiimj, Sarai en
'i'MJa, ik smeek u daarom bij uw Kruis
vo U\ 'k zelive bied mie ten offer
°r het heil hunner zielen. Dbe mij uit
kelk drinken; drulk miji uwe door-
op het hoofd); laat de smart
W ,dt>ardrin®en, ■evenals de nagels
nanden en voeten, en allsi de lans uw
e.^pe. O, verhoor mijii gebed
mii!n offer genadig aan!"
^fdallten van den top des Cab
ensbeug vindlt piep den ateen. op wei
ten in de maatschappij ten schade van de
goede harmonie.
Dat de arbeiders hun best doen om' in
onze vertegenwoordigeïi'd'e college's: Ka
mer. Staten en Gemeenteraden arbeiders
gekozen te krijgen, of personen, die
oim met de opstellers der circulaire te
spreken meer dan de tegenwoordig zit
ting hebbende „de katholieke democratie"
voorstaan en meer dan dezen bekend zijn
„met 'de^groote idealen, die leven in ons
roomscbe volk", dat is hun goed recht,
maar daarvoor 'is geen katholieke Arbei
derspartij noodig. Dat kunnen ze gerust
wel af in hun kiesvereeniging. Als ze maar
lid worden dier kiesvereeniging en voor de
politiek wat meer gaan gevoelen.
Dat de belangstelling voor de politiek
onde'r onze Rooms ch,e arbeiders nog niet
groot is en zij ontzettend ten achter staan
bij de socialistische arbeiders, erkennen
wij. maar, nog eens, daarvoor is het mid
del: Wordt lid uwer plaatselijke kiesver
eeniging, bezoekt getrouw hare vergade
ringen
Daar hebben zij recht van spreken
en, brengt de wenscheiijkheid' mede, dat
er een arbeider wordt afgevaardigd .naar
Gemeenteraad, Staten of Kaïmer, dat zij
daar die wenscheiijkheid bepleiten.
Daarvoor i® echter geen katholieke Ar
beiderspartij noodig!
Daarbij komt nog dit, dat de katholieke
politieke actie er niet op verbeteren zal
wanneer we in de richting gaan zooals
de circulaire aangeeft. Dan wordt mijnbeer
A candidaat in de eerste plaats, omdat
hij arbeider is en in de tweede plaats
Omdat hij katholiek is.
Zullen wij dan sterk staan, als wij al
onze katholieke kiezers (dus ntèt enkel
dé katb. arbeiders) opwekken trouw
ter stembus te kamen' „omdat hij katho
liek is"
Denkt daar eens over 'na.
En ïs het .wel juist, iemandl af te vaar
digen- naar den Gemeenteraad enz. omdat
hij 'speciaal voor de arbeidersbelangen zal
opkomen? In de eedsformule, die dé leden
van den Raad bij het aanvaarden hunner
betrekking, in handen van den. voorzitter
afleggen, staat het volgende' te lezen: „Ik
zweer trouw aan de Grondwet en aan. de
wetten des Rijks, en dat ik de belangen
der gemeentepret al mijn ver
mogen zal voorstaan en bevorderen."
„De belangen der gemeente", niet dus
die van een, bepaalde groep gemeentena»
rem.
Wij onderschrijven volkomen de woorden,
die de heer G. T. M, v. cl. BOsch eens
in onzen Raad sprak, nadat het soc.-dem'.
raadslid zich had opgeworpen als de ver
tegenwoordiger'van de arbeiders; ons kath.
raadslid zeide bij die gelegenheid: „Ik zit
bier niet om de belangen van een bepaal
de groep van gemeentenaren te beharti
gen, maar ik kom voor de belangen der
gieheele burgerij op."
Zooi i1® het en niet anders.
.Met de stichting van eene katholieke
Arbeiderspartij bevinden wijl ons op een
hellend vlak en onder ons, de diepe af
grond. eene s Cheuring, door twist en twee
dracht ontstaan in de Katholieke partij,
BINNENLAND.
NEDERLAND EN CE OORLOG.
KATOEN- EN WOLSYNDUCAAT.
Het Haagsch Correspondentiebureau meldt:
ken Jozef van Arimaithea en NiCodemus
het Lijk des Heeren balsemden. Verderop
ligt biet heilige graf, dat in de rotsen is
uitgehouwen. De 'steen, die deze glorierijke
ruime moest afsluiten, tijgt nog op den
grond, zooals de hand des engels hem' o,p
den dag der Verrijzenis ter zijde wierp.
Hij itigt daar nevens het ie'dige graf als
een alijö blijvende getuigenis van de zege
praal van Jezus over dood en 'hek
Toen wij weder aan dien voet van den
Callvariënherg waren aangekomen, knielde
Abigail's moeder voor Ephraim neer en
bad om zijnen zegen.
„Mijn dochter,." zeide de Muizenaar, ter
wijl hij zijne Ihandem op haar hoofd Kg de,
^de God Jakob's moge u zegenen. Hij
beware Abigail rein en Ikuisich als Jozef
en voere haar tot u terug, oim den last
uw9 ouder-doms te verlichten en u de oogen
te sluiten tot uw «aat9ten slaap,"
De vrouw stond op en ijlde terug naar
Bethlehem.
Als zij hare woning bereikte, vond zij
haren man, die de naburige Stammen had
opgezocht, reeds te huis. 'Hij bracht zijne
dochter niet terug; zij was tot de binnen
landen van Arabië ontvoerd-
pok later, toen ik Jerusalem' verliet,
was Abigail nog niet teruggekeerd onder
het ouderlijk dak.
Ephraim leunde op mijnen arm en lang
zaam begaven wij' ons weer maar de grot
van Gietbsemani. Om de bekeering van
Ibrahim en Sarai. te bewerken, had ik om
beproevingen gebeden; ze kwamen spoedig
en waren verschrikkelijk. Gm daarvan nog
dezen avond! te vertellen, zou echter te
lang duren.
Broeder Albertus dankte Tebsima voor
zijné mededeelirigen en verwijderde zich,
Het bericht omtrent de stichting van 'een
katoen» en wolsyndicaat zonder licence,
tvaarvan men geen katoenen, en wollen
stukgoederen uit Engeland meer aange
voerd zou kunnen krijgen, kam op grond
van' ter bevoegder plaatse ingewonnen in
lichtingen, met- de meeste stelligheid wor
den tegengesproken.
Tot het afgeven van - iisenten of licences
voor den,invoer var» goederen, van over
zee aangevoerd, is alleen de N. O, T.
bevoegd.
Aanleiding tot dit bericht is wellicht
gegeven door de omstandigheid, dat er
eene commissie van advies van de N. O. T,
voo'r dien invoer van wollen en half-wollen
manufacturen in wording is.
De samenstelling van die commissie zal
te zijner tijd worden bekend gemaakt.
Reeds thans kan echter wórden mede
gedeeld', dat deze commissie geenszins zal
zijn samengesteld' -op de wijze als in het
bedoelde bericht aangegeven en dat er
geen sprake van is, dat reeds Zaterdag
één of meer vertegenwoordigers van dieze
commissie naar Londen zouden vertrekken,
om in Engeland de zaak te bespreken en
dat Maandag a-s. de nieuwe regeling in
werking zou treden.
Vermoedelijk zullen nog eenige weken
verloopen, voordat de nieuwe regeling haar
beslag zal hebben gekregen.
Dé taak van de nieuwe commissie zal
uitsluitend bestaan in het yerleenen van
advies aan de N. O. T. voor het' geven
van consenten voor den uitvoer van be
doelde manufacturen.
UITVOERVERBOD VAN RUBBER
NA'AR NEDERLAND.
Reuter seint uit Londen:
Hiet Ministerie van Bluitenlandsche Zaken
maakt bekend, dat er toit nader bericht geen
vergunning meer zal worden gegeven tot
uitvoer van rubber en balata naar Neder
land.'
BOONEN-EX'PORT.
Men schrijft uit Beverwijk aan de „Opr.
H. Ct":
Gedurende de thans ten einde loopendie
booniem-campagne is meer aangevoerd dan
ooit te voren, terwijl op! de 'prijzen van
het begin tot het eihd><- „ngekend- droog
bleven;, zoodat de tuinders zeer tevreden
kunnen wezen. Of nu alle huismoeders,
die gaarne wat inmaken voor den winter,
in deze tevredenheid dleelen, is wel twij
felachtig. Menige inmaakpot _iis door de
hooga prijzen -van snijl- en spercieboonen
ongebruikt blijven staan en waarschijnlijk
rekenen velen een deeltje te zullen krijgen
van het „regeeringsgoed". Zooals bekend,
moet een hoeveelheid van 35 pCt. van het
voor uitvoer bestemde worden afgestaan
aam d'e regeering. Trouw werd hieraan die
hand gehouden, hoewel niet altijd tot ieders
voldoening. Maandag bijv. wais de contro
leur -der regeeringsgroenten inet het aan
gevoerde niet tevreden, keurde alle boonen
met vlekjes af en daar de meeste diie
vertoonden, bleef er niet voldoende ter be
schikking der regeering, waardoor weder
geen uitvoer .kon plaats hebben. De vei
lingmeesters. hierover ontevreden, hebben
zich gewend tot de Groenten-centrale en
waarschijnlijk een minnelijke schikking we
ten te treffen, Althans Dinsdagmiddag wer
den wagens boonen voor het buitenland
afgeladen.
VIII.
DE BEPROEVING.
De hemel was bewolkt. Gansübe scharen
trekvogels verlieten de streek- en kondigden
-door hun vertrek den naderenden winter
aan; de noordenwind vloog huilend door
het woud; dilkike nevels spreidden een rouw
kleed uit over akker en wei: De schoone
herfstdagen waren daarheen.
Hiet koude, nevelige weder deed zijnen
invloed ooik op Tebsèma galden. De klui
zenaar verliet zijn rotswoning niet meer
en zoo niet een kronkelende rookkolom
mu en dan opsteeg uit de rots, zou men
verondersteld hebben, dat de' kluis haren
bewoner tot graf geworden vsas.
Zo'O'dra zijn smarten wat verminderden,
werd wederom de hoop levendig in zjjn
ziel; bij droomde van Itange dagen; zijn
woördie'n waren ,voil vertrouwen, vaak zélfs
vrootijk en levendig en hij vormde plan
nen voor de toekomst, schóón pp zijn lip-
plen het zegel des dpods reeicte was afge
drukt. Tebsima was als de vogelen des
hemels,! die bijl dén laaitsten straal der
Herfstzon zingen en jubelen, als begroe
ten zij; het eersite ladhje dier lente.
DSe droom: was echter kort voor den
armten kranke. De godsdienstigheid, die ?ijn
zjet vervuilde, deed hem weldra zijn nade
rend einde merken.
Hij zag dlit rustig tegemoet en zijn liefde
tot God groeide met de nadering van
den dood meer en meer aan: Zjjh leven
geleek den wierook, die, verteerend, zoete
geuren in 't ronde spreidt.
Broeder Albertus benutte het oogenblik
dat des kluizenaars lijden minder hevig
was en verzocht hem zjjh verhaal voort
te zgttem.
Ssia»
V T O t-GV i.
ONWAARDIGE KAMERLEDEN.
In een vergadering van de Vijzinnig-
Democratische Kiesvereeniging te 's-Gra-
venbage werd, onder instemming der ge-
heele vergadering, de wensch uitgesproken,
dat Kamerleden', die zich in de oogen
van het publiek aan afkeurenswaardige
daden schuldig hebben gemaakt, hun man
daat ter beschikking van de kiezers zullen
stellen en zich niet meer voor een her
kiezing. beschikbaar zullen stellen.
VROUWENKIESRECHT.
De Nationale Vereeniging voor Vrou
wenkiesrecht heeft zich met een adres tot
de Tweede Kamér der SLaten-Generaal ge
wend. met het verzoek het daarheen te
willen leiden, „dat invoering van het ac
tieve vrouwenkiesrecht, hetzij onmiddellijk,
hetzij binnen een bepaalden, niet te langen
termijn", door de Grondwet of de addliti-
oneele artikelen wordt verzefcerd-
BUITENLAND.
OORLOGSOVERZICHT.
De rede van den Duits ch en
Rl ij k s k a n s e 1 i e r
over den politieken en militairen toestand
is het onderwerp van den dag in die
pers; vooral in de Duifsche! Geen won-der:
dagen, weken, ja zelfs maanden te voren,
was ze .aangekondigd en ze werd dn Duitsoh-
land mét de meest mogelijke belangstel
ling verbeid.
Kolommen vol beslaat ze in de dag
bladen; wij zullen h-et voornaamste er uit
overnemen.
Over de deelname van Roemenië
aan den wereld-strijd, zeide de Rijkskan
selier o. m. het volgende:
iDe Koning (v-an Roemenië) verze
kerde herhaaldelijk, dat hij1 niet ge
loofde, dat Bratianu zich tegen
over de Entente had verbonden of ver
binden zou. Nog zes dagen voor de oor
logsverklaring zeide de Koning tot onzen
gezant, dat hij wist, dat de groot-e meer
derheid van het Roemeensche, volk den oor
log niet wilde.
Aan een vertrouwd persoon verklaarde
hij dienzelfden dag, dat hij het mobilisatie
bevel niet ondertéekende.
Op 26 Augustus, dus daags vóór de
Roemeen-sche oorlogsverklaring, zeide hij
tot den- Oostenrij'ksch-Hcmgaarscben ge
zant. dat hij den oorlog niet wilde.
Ik -deel -die curiosum mede, dat Bra
tianu d'ienzelfden dag den vertegenwoordi
ger van Oostenrijk-Ho'ngarije verzekerde,
dat hij besloten was de neutraliteit te
handhaven en dat het resultaat van den
Kroonraad, die op den volgenden d-ag was
vastgesteld, de waarheid van zijn woor
den zou bevestigen.
Op 23 Augustus was het den Entente-
.mogendheden zelf nog niet recht duide
lijk. wanneer Roemenië tot het verklaren
van den oorlog zou- o-vergaan- dit weten
wij uit betrouwbare bron. Toen kwam snel
het-eene na het and-ere. Volgens mededee-
lingen, die mij van betrouwbare zijde ge
daan werden, stelde Rusland plotseling een
ultimatum, waarin gedreigd werd met een
binnenrukken over de onbeschermde Roie-
meemsche grens, indien Roemenië niet vóór
28 Aug. in den strijd ging. I'k laat daar,
of hef stellen van een ultimatum niet een
te voren met Bratianu opgemaakte komedie
was, om den weifelenden Koning tot een
besluit te brengen hoe het zij, de teer
ling was geworpen.
Engeland, Engeland dat is de
v ij a n d v a n Duitschlandi zoo zette
dé Rijkskanselier verder uiteen-
Wat Engeland zich uit den gehoopten
buit in Klein-Azië en aan koloniën wil toe
eigenen, laat het nog in het duister, maar
het wil meer dan dat. Wat de Engelsoben
uit Duitsdhland w.ildën maken, daarover
laten zij ons geen twijfel. Ons bestaan als
natie moet vernield'. Duitsdhland moet mili
tair weerloos gemaakt, -economisch verplet
terd, door de wereld geboycot en tot een
blijvend overwonnene veroordeeld worden.
Dat is het Duitsdhland, hetwelk Engeland
voor zioh- op de knieën leggen wil. Wan
neer dan geen Duitscbe concurrentie meer
te vreezen is. wanneer Frankrijk is ver
bloed en alle oorlogsbondgencoten financi
eel en economisch aan Engeland, leendien
sten bewijzen, wanneer de neutralen van
Europa zioh naar elk Engelsch bevel, of
elke Engelsche zwarte lijst voegen, dan
moet op het onmachtige Duitschland de
droom- van de Engelsche wereldheerschappij
verwenscht -worden.
In dezen strijd vecht Engeland mede
met een in zijn geschiedenis voorbeelde-
looz-e inspanning van krachten met mid
delen, -die de eene schending van bet
volkerenrecht aan de andere scharen. Daar
om is Engeland onder alle de meest ego
ïstische. verbitterd'ste en hardnekkigste vij
and.
Een Duifsche staatsman, ,die -er voor
zou terugschrikken, om- tegen dezen vijand
élk deugdelijk, den oorlog-verkortend strijd
middel te gebruiken, zou verdienen opge
hangen te worden. (Levendig, stormachtig
bravo, handgeklap in 'het Huis en o,p- de
tribunes.)
Ik wensch, dat gij uit mijn woorden den
graad van afkeer en verachting ziet, wel
ken ik voor de steeds opnieuw verbreide
bewering gevoel, dat om onbegrijpelijk ver
langen ons te ontzien, am verouderde toe-
nadierings-gevoelens of am .donkere omstan
digheden', welke het daglicht schuwen, niet
alle strijdmiddelen in hun volle gebruiks
mogelijkheid1 aangewend worden. (Bravo,)
Aan hiet slot zijner rede gekomen, zeide
■de Rijkskanselier:
Ik kom aan het einde, Den oorlog zien
wij voor ons. Aan w-erk des vredes te den
ken is ons nog niet vergund. Ik las on
langs de uitspraak: Als het huis brandt is
het zaak het vuur te bhisschen. Hoe wij
later' het huis zullen- inrichten is van later
zorg. D-at moge zoo zijn en toch toonde
deze oorlogsbrand vol geluk en diep- ge
troffen beleven wij h-et eiken dag op
hoe geweldige, onverwoestbare fundamien-
Om Ibrahim's eni Sarai's bekeering te
erlangen, had dik Jezus op dam Caïvariënberg
om beproevingen gebeden, begon Tebsima
weder; en ik herbaal u: zijl kwamen spoe
dig en waren verschrikkelijk
Ilk- had nauwelijks de grot van Gethse-
rniani betredeh, of ik bemerkte, dat Ephraim
ziek was. De vermoeienissen der beievaart
en de brandende zon van 't Dosten, had
den zijn gezondheid aangegrepen. Eerst
trachtte hiji de sluipende koorts, die hem
verteerde, voor -mij: te verbergen; maar
spoedig zag ik met schrik, 'dat hij' slechts
zeer weinig voedsel gebruikte en dat een
-doodélijlke bleekheid zijn gelaat overtoo-g.
Een d-ag of wat later viel hij in onmacht,
juist toen hiji in dë dioodsangst-kapel de
mis lias. Ik ondersteunde hem, m-aar slechts
met de grootste inspanning kon- hij het bei-
lig 'misoffer ten einde bran-gen en' zijn
kluis weder bereiken.
„Geziet het Tebsima," zei hij, „God'
roept mij; wij. moeten scheiden."
Vader, laat mij; niet alleen op deze aarde
aohter; ik behoef uwen raad en uw ge
bed', om Ibrahim en Sarai te bekeereni
„Het valt mij zwaar, u te verlaten,"
hernam hij!, „maar God wil het. Hoor,
mijn zoon, alls gij m'ij dei oogen hebt toe
gedrukt, 'keer dan naar Frankrijk terug.
Hier zpudt gij' niemand' viinden, die zijn
brood met u deetem wikle; gij zoadt weer
naar Arabië teruglkeeren -en door de Muzel
mannen vermoord worden.
Wat zou daji' van uw zendingswerk voort
spruiten? Wie zou Ibrahim' en Sarai het
geloof v erkomden
Vader, zoo- ik naar het Westen trok.
zou Ik miiet meer voor hun bekeering kun
nen arbeiden en hun geem brieven in dé
woestijn' meer kunnen zenden.
„Het verkeer tussichem Frankrijk en Jeru
salem; is zeer levendig," antwoordde hij;
„jiedereni dag komen 'hier pelgrims uit dat
'liand aan. Ridder Willem heeft eemen pries
ter uit "Bourgonidië, broeder Robertus, ach
tergelaten in' de heilige -stad); deze vrome
man za® zich gelukkig rekenen pw werk
te ondersteunen en de- brieven, die gij
vader en zuster schrijft, gaarna naar Arabië
doorzenden."
'O vader, hoe moeilijk het mij vallen.
Jerusalem' te verlaten, hoe zwaar, Ibrahim,
Sarai en mijn Arabië voor eeuwig vaarwel
te zeggen!
Hoe zaili ik leven, zonder ten m-inste in
de verte dë bergen van mijd vaderland
te mogen zien?
(Wprdt vervolgd.)