;ten's I11III \mi uur Tabak van JL R. lenss lings-avond vaar i ihaven OENEN No. 125. Zaterdag 28 October 1916 10e Jaargang 1 te huur. VELD. A. I 0HMANRE i rafenissen per [lijkwagen, I-TI DE HILINI KIT HET OOSTEN. 80 jaar UDEN ROEM. 15, buik BoMtm. LOUIS. PIIN9 ea 08SEI Alkmaar, bost mi, I/EILAND, KOOPMAN, Zondag 29 Oct. invang 1 uur* C, J.v.'tSANT, Bergen. leuw onderwerp. DIT BLAD VERSCHIJNT DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG. POLITIEK. het jongste zeppelin-bezoek. -IEDERE. TOONK-VEK. dl MUZH EKSCHQOIi b. d. TOONKUNST 30 October 1916, des uur, ten huize van den ÜS, aan het Overdiepad, van :alfkoeien, 4 gelde-koeien, :alf-koe. mak bruin Merrlepaard. fokkerij 13 stuks beste 7 half jarige rammen en am boerenwagen, een melk bussen, twee Amerikaan, ren, diverse lacdbouwge- tuigen, emmerrek. 000 pond, staande op het Overdiepad. verder ten verkoop zal eboden. geen gelegenheid tot uit- Ir. A. P. H. DE LANGE, Notaris. I. Parochiaal Kerkbestuur1 baurentius alhier, wenscht bij onderhandsche inschrij- ceel I. 64 A. 10 cA., gelegen iterdkade, gem. Alkmaar, i ir bij den Heer NIC. VEL- j ijving geschiedt per H.A. voor den tijd van drie ;ende jaren, aanvangende aber a s. en, ook onderteekend door orgen, moeten vóór of op October uiterlijk des na- mr ingeleverd zijn bij den PIENNEMAN,Houttil B38, nadere inlichtingen te be- K. Parochiaal Kerkbestuur I van den H. Laurentius. geteekende, aannemer van j voor hem als Agenten op- innenP. MELKER Wed. J. DUIKERSLOOT; :k: J. DAM; inlichtingen te bekomen illingen worden aangenomen' eefd aanbevelend, CASTRICUM. IDAG 27 OCTOBER' >ij P. BRUIN* Groote opkomst gewensc Namens het Bestuur. H. KAGER, Secr. Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „ONS BLAD" ALKMAAR. i Bur.: BREEDSTRAAT 12. Telefoon No. 433. ABONNEMENTSPRIJS: Per kwartaal franco huis. 90 ct. Met geïll. Zondagsblad 125 ct. bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers: van de courant 3 ct. van het Zondagsblad 5 ct. ADVERTENTIËN: Van 15 regels50 ct. Elke regel meer10 ct. Reclames per regel25 ct. Kleine adv.: 30 woorden bij vooruitbet. 30 ct VII. Al wordt onze aandacht in deze dagen bijzonder gevestigd op de grondwetsher ziening in de Tweede Kamer, waar de artikelen 8o en 192 worden behandeld in algemeene beschouwingen, toch vraagt men zich af, of er niet andere vraagstukken zijn die ons volk in het geheel meer belang stelling inboezemen. Ik meen hier onge twijfeld bevestigend op te moeten antwoor den. De grondwetsherziening moge van het grootste gewicht zijn en-vooral het art. 192 voor ons katholieken van de hoogste be- teekenis, toch brengen de tijdsomstandig heden mee dat veler oogen zich richten speciaal op de oeconomische politiek in ons vaderland. En het allereerst denken wij dan aan de twee belangrijkste takken van ons volksbestaan, dë land- en tuin bouw. Wanneer wij weten dat ongeveer van de bewoners van ons land in die be drijven werkzaam is, dan is het aan geen twijfel onderhevig van- hoe groot belang het is dat er welvaart in die takken heerscht. En dan nog niet om den land-' en tuin bouwer zelf alleen, maar vooral in verband met het levensmiddelen-vraagstuk in het algemeen. Het is vooral de arbeider in de groote steden die te lijden heeft onder den druk der tijden en de duurte der levens middelen. Voor hem in 't bijzonder zal het van het allerhoogste gewicht zijn, dal ook als de oorlog voorbij is en het leven in normale banen terug gevoerd, deze twee takken van volksbestaan onder gunstige voorwaarden verkeeren, opdat ook zij op zoo billijk mogelijke wijze van levensmid delen worde voorzien. Van alle zijden hoort men spreken over de groote sommen in het land- en tuin bouwbedrijf verdiend, maar men vergeet daar tegenover te stellen de hooge kosten om het product te winnen, terwijl men voorbij ziet dat in het vóór den oorlog- zoo bloeiende bloembollenbedrijf een groote depressie is gekomen. Onze bodem is rijk en de opbrengst groot, maar wij weten te goed dat wat deze bodem oplevert te over vloedig is om alleen in het eigen land te worden verbruikt. Het is noodig dat ook andere landen onze markten bezoeken en afnemers zijn van onze producten. Eenige getallen zullen dat het beste bewijzen. Enkele jaren voor den oorlog bedroeg de boterproductie in ons land meer dan 60 millioen K.G. en de uitvoer ongeveer 30 millioen. De kaasproductie bedroeg pl.m. 80 millioen K.G. en de uitvoer pl.m. 50 millioen. Het aantal stuks vee dat over de grenzen ging was meer dan 54000. En zoo zou men voort kunnen gaan met nog verscheidene artikelen, waaronder de kool zeker niet de geringste plaats zou innemen. Dit bewijst ons helder hoe noodig het voor ons land is, dat het buitenland als afnemer. Ba den oorlog behouden blijft, ook omdat wij onzerzijds grondstoffen en producten jtif den vreemde noodig hebben. En zonder in het minste maar te kunnen voorzien wat de toekomst zal brengen, toch bestaat er reden om te vermoeden dat die afname door het buitenland geringer zal zijn. Niet omdat onze sympathièn meer, gedurende den oorlog, naar de eene of andere zijde zijn uitgegaan, maar omdat de oorlog een FEUILLETON. Een verhaal uit den tijd der Kruistochten. In Nederlandsche bewerking t I i U van M ML v, d, 43. - „Ik verzoek ui dam, laat mij al» broeder dier orde vani uw klooster sterven. Dat zal voor mij een groote troost zijn. Ik haddie dam hier een familie wedergevonden en liet dan broeders achter, dlie mijn ziel indachtig zoude® wezen 1. k Em to den jongstan dag zoui ik een kleedl het mijne noemen, dat dat van Sarai evenaarde." „Wanneer gij het wenscht, Tebsima, zult gij als monnik sterven, em im aille eeuwig heid zullen wij u onzen broeder noemen. Onze eerwaardige abt zal zich gelukkig achten, een emir, die zoo veel verliet, omi Jezus te volgen, en die zijn leven, 'zijn tranen ea zijki gebeden tea .offer bracht, -Pirn Ibrahim, Sarai em Ouraida te redden, ondier zijn ïcinderea te tellen." Dietze Woorden schonken rust aam het hart van den stervende en een stilte vreug de glansde op zijn gelaat. Die rest van den nacht was ernstig; die koorts nam1 toe en driemaal gaf de zieke bloed op. Als zich die storm1 tegen den morgen neerlag werdl ook Tebsima rustiger en leg de zich in 't kussen terug en sliep in. Toen snelde de monnik met haastige schreden naar het klooster. Als 'die kluizenaar weder ontwaakte, trad een schaar monniken die kluis btamen. De een droeg het kruis van 't klooster, een amdler, broeder Albert us, bracht een- orde kleed en scapulier; twee novicen liepen Wt bwtende kaarsen Vóto ften abt .uit, financieele uitputting teweeg brengt, die de koopkracht in een land dat oorlog heeft gevoerd, - doet verminderen. Het zal dus een allereerste zorg dienen te zijn van onze regeering te weten dat ook in de toekomst de land- en tuinbouw zullen staan in het teeken van den welvaart. Want wat be- teekent het maken van tijdelijke groote winsten, indien later een ontwrichting van het bedrijf zelf volgt. Niet het teelen van die producten, die op het oogenblik liet meeste geld opleveren, is een volksbelang, maar wel een productie van artikelen die gerekend moeten worden onontbeerlijk te! zijn voor dë voeding van een volk. Nooit beter dan in deze tijden is het gebleken hoe de land- en tuinbouw het meest in grijpen in het dagelijksche bestaan, en het spreekt van zelf, want weeldeartikelen kun nen-worden gemist, zoovele zaken kan men ontbeeren, maar de voortbrengelen van lancl- en tuinbouw zijn absoluut noodza kelijk om in ons levensonderhoud te voor zien en een 'volk levenskrachtig te doen zijn. Met niet genoeg ernst kan dit be langrijk vraagstuk onder de oogen worden gezien, in het belang van geheel ons volk en niet het minst in dat van degenen die- minder ruim met aardsehe goederen aijn gezegend. Mr. PAUL v. SONSBEECK. v PRESENTIE-GELD VOOR KAMERLEDEN. Minister Cort van der Linden is een bezorgd vader in het Tweede Kamer-gezin hij kan z'n kinderen geen gebrek zien lijden in dezen duren tijdhet honorarium der kamerleden zal f 3000.in plaats van f2000.moeten bedragen. Werkelijk, daarvoor is wèl wat te zeggen;niet langer- immers mogen wij hopen zullen de Tweede Kamer zetels bezet worden uitsluitend dooi heeren, die van dien éénen zelfden stand zijn, dat 't hun vrijwel onverschillig is, of voor de door hen aan 't land bewezen diensten f3000 dan wel f2000 wordt uitgekeerd. Ër zullen kamerleden gekozen worden, die door heel bijzondere bestemming (waarom niet!) hun functie in 's Rijks vergaderzaal te vervullen krijgen, en die toch heusch die f 3000 niet zullen kunnen missen. Doch nu heeft de vaderlijke minister nog een ander plan en al kunnen wij niet zeggen, dat wij daarvoor (om de misschien goede gevolgen) minder gevoelen, het plan maakt toch een heel vreemden indruk Minister Cort van der Linden wil z'11 kamerleden nog een pfesentie-geld toekennen van f5.per zitting. Wij kunnen ons voorstellen, dat de minister- ten einde raad dit als laatste middel gevonden heeft, om de leden op de verlangde tijden rondom zich geschaard te zien dan getuigt dit plan wèl van 's ministers uiterste radeloosheid. Maar is het eigenlijk geen schande, is het niet -der Hollandsche degelijkheid zééi onwaardig, dat de afgevaardigden, met zoo goede en groote verwachtingen door eer, groote volksmassa gekozen om op de juiste tijden 's volks belangen krachtig vóór tc 1 die den H. Olie en Ons Heer droeg. Toen de lijder zag, dat Jezus im izijln woning kwam, richtte hij zkfa overeind en zeide: „O mijn God, ik ben niet waardig, dat Gij onder mijn dak komt." „Verheug u, mijn zoon," antwoordde de abt; „dë Heer koimt tot ui, om u met (Zijn kleedl te omhangen, ora u te sterken met Zijn genade en u te voeden niet Zijn Vleesch en Bloed." Nadat 'hij de Ciborie op 't altaar had1 geplaatst, zegende hij het ordekleed en het scapulier en deed] beide1 den zieke aan; dam naderden de motninikein. hem en gaven voor en na den vredeskus. Hierop ontving ieder het H. Sacrament der Ster venden, en de H. Hostie in de hoogte heffend, zeide hij: „Mijn zoem, gijl zijt nu toet het brui loftskleed! versierd Uw hoofd en uwe han den zijn tae't de H. Olie gezalfd1,' het uur des 'hoogtijds is gekomen en uw Góid daalt uit den hemel neder, om zich voor eeuwig met uwe ziel te vereenigen. Neem het Lichaam des Heeren; moge Hij u behoe den tegen de aanvallen' van dein booze, en n tot het eeuwige leven voeren Een broeder richtte den kranke op en ondersteunde hem', terwijl hij communic- oeerde. Met Jezus kwam' 'fen voorsmaak der hemelvreugden in rijn ziel; die ontroering overmeesterde hem en vreugdetranen wel den in zlijn oogen op. „Mijn God," zei hij!, ,,'t was. vaak zwaar op deze aarde te leven; maar het sterven is zoet. Hoe zal ik U danken voor ia! Idie weld;a|dem, die Gij1 mij hebt bewezen?" De monniken; die om 't ziekbed huns broeders stopden, hieven nu het „Te Dleum" aant Deze lofzang, de geestelijke hoogtijd aan den rand van 't graf, de kaarsen, de graf achtige grot, dit alles vormde een schouw- staan, door zulke het-kamerlid-onwaardige en per slot van rekening ook düre maat regelen, door zulke aanlokselen moeten gepaaid worden tot de vervulling van hun eersten plicht Over 't algemeen hebben de Rechtschen over hun kamerleden gelukkig nog niet het érgst te klagen BINNENLAND. NEDERLAND EN DE OORLOG. BILqEMKOOL. Die Minister van LandhoiAv heeft be haaldlo. dat de beschikking van 6 Sept. 1916,wordt ingetrokken2a. dat het per centage vain de .aanvoeren ter veiling van bloemkool, dat volgens de bepalingen van da beschikking van 2S Jujnii 1916 voor het binnenland moet worden geveild, tot nadere beschikking wordt vastgesteld op 35 °/o vara eiken aanvoier (alle soorten uitschot inbegrepen, dooreen genomen). Het overige mag, wat eerste ent tweiedte soort aangaat voor het buitenland en w,ai het uitschot aangaat voor den inmaak wor den geveild. („St-Ct.") KOOL. De Minister van Landbouw heeft met betrekking tot het verbod van uitvoer van diverse soorten groenten bepaald, dat aa;n de sub 1 der beschikking van 12 Augus tus 1916 genoemde groienteusoorten, waar voor consenten kunnen worden afgegeven, toegevoegd worden witte kool (met uitzon dering van DeensChe witte kool), rood® kool (met uitzondering van xoode kool to NoordL-Holland benoorden het Noordzeekajiiaal geteeld en van roode bewaarkool, savoyqkool, boerenkool en uiern. („S't,-Ct.") GROENTEN. De Minister van Landbouw, gezien zijn beschikkingen, van 12 Aug., 5 Oct. ea 20 Oct. 1916, houdende bepalingen betreffen de den uitvoer en de beschikbaarstelling voor het binnenland vatt diversie soorten stapelgroenten, hleeft bepaald1: Het bepaalde sub' 1 van laatstgenoemde beschikking wordt, lal® volgt gelezen: Exporteurs' vani uien zijn verplicht voor elke IOO K.G|. uien, waarvoor zij consent aan vragen, 15 K.G. zaaluien beschikbaar te stellen voor binnenlamdsCh verbruik, tegen den prijs van 31/3 bent per K.G'. en bovendien 15 K.G. knolrapen im> 'eigen be waarplaatsen te houden voor binnen!andsch verbruik tegen den prijs van li/2 cent per K.G;. („St-Ct.") iW,anneer maakt het departement v.an Oorlog1 de inlichtingen openbaar, die-het op grofndl van de gedane waarnemingen, valn de .yoodoopi'g ontvangen rapporten, vaih het onderzoek van de „bom" of het „reservoir" bij Godum gevonden., op dit oogenblilk, vier dagetn na het jongste Zep pelin-bezoek aan on® land, nio-et bezitten omtrent de richting van herkomst van het luchtvaartuig, den toestand waarin het ver moedelijk verkeerde, 'die al of niet opzet telijkheid van het bezoek, de beteekenis van het uitwerpen van het „projectiel", de vraag of door de diverse wachten ge- noegjzame waakzaamheid is betracht, of en spel, even treurig als aangrijpend.' Na eenige oogenblikken weimdlde zich Teb sima tot den abt en zeide met flauwe stemi: „Vader, 't wordt duister voor mijn oogen, Laat mij voor de grot dragen, opdat ik sterve in 't aangezicht des .homels, en den "blik naar het Oosten gekeerd." Da lucht was luw, de zoni scheen van een wolkienloozen hemel en een luchtig windje dreef de laatste herfstblaadjes' uit de boom en. De abt meende aan den wens.cln des stervenden wel te kunnen voldoen: Als dë kluizenaar voor de deur zijner grot op een leger van loof was neer gelegd, zeide hij tot broeder Albertus: „Ik heb dorst; och; haai me wat water uit de bron „de heilige Traan", en breng in 't voorbijgaan Willam en Mathilda mijh laatsten groet." Da geestelijke kwam weldra met den ridder en de slotvrouwe terug. Da stervende bevochtigde zijne lippen, doch- kon niet drinken. Dan wendde hij zijn hoofd ter zijlde en fluisterde: „Eerst in den hemel zal ik mijnen dorst kunnen lesschien." Dam greep hij1 die hand des ridders en die zijner gade en sprak: „Vaarwel, ridder Williiiaiini! vaarwel, Mau thilda! Hebt dank voor uw broederlijke gastvrijheid! Ilk zal God voor u bide dan.,,!,', Vaartwel!" Ean hevig snikken was slechts het ant woord! des ridders 'en der eidlelvrouW. „Waarom weent gif?" vroeg da stervende: „■Heb ik niet lang genoeg iin 't vreemde land geleefd!? Laat mij in vrede tot mijnen God gaan, om mij1 in mijh waar vaderland te verblijden. Ik wil mijnen, vader te ge- moet ijlen, om mét hem. op Sarai te wach ten." Tetosima's krachten namen imitner meer af-; idle monniken knielden nu nedier en baden ide gebeden der stervenden. ,;5dieid uit deee wereld, Christenziel," ALKMAAR, Tel, 276, S'teerïënb waar. erop geschoten i,s, enzoovoorts;. Het zal waarlijk niet te vroeg zijn, ais daaromtrent onverwijld varv regeertags- wege wordt openbaar gemaakt wat aan haar zelve -bekend is. Waai- wuchst men op? vraagt „De Nieu we Crt.".. VAN HET BINNENHOF. Vergadering van Donderdag1 26 October. We kunnen over de debatten van Don derdag kort zijn. Ze waren grootendeels van weinig beteekenis. De heer De Jong (U.L.) kwam beton- gen, dat er geen enkel argument werd aangetoond1,waarom aan de vrouwen het algemeen kiesrecht'zou moeten word'en ont houden, en verklaarde voorts met het on derwijsartikel in te stemmen; al zou hij medewerken tot iedlere redactiewijziging, .welke met behoud van 'den geest van het compromis., duidelijk zou uitdrukken, hoe 'men zal staan ten opzichte van de openbare school, waarvan het bestaan ook verzekerd' moet zijn. Na dén heer De Jong was de beurt aan den heer Mar chant (V.Dl.), den «enigen partijleider, die nog niet had ge sproken. Al was zij' dlan ook een leiders- betoog, voor leen zeer groot deel echter was de redle van den afgevaardigde van Deventer van slechts geringe beteefcemisi. Spr. veïmaakte zich namelijk lang met po- tamis'eeren tegen iedereen en over allen. En dat vermaak boezemt niet ieder zooveel belang in als aan den afgevaardigde, zelf. .Eindelijk zakelijker en meer belangwek kend wordendie noemde de heer M a r - chant dé Grondwetsherziening, zooals die wordt voorgesteld', slechts half werk. 'En wel onder aan het kiesredhtvraagsituk nog slechts een halve, d'us geen, oplossing wordt gegeven nu het algemeen vrouwenkiesrecht niet wordt neergelegd in de ö'rondlwet. In het 't onderwijs rakende deel van zijn betoog schreef spr. dè veranderde stemming na den arbeid der Bëvredigings- Goimmissie toe niet uitsluitend aan een ■Ommekeer in de meentog dier vrijzinnige partijen; doch aan de zucht bij' alle par tijen om het volksonderwijs in zijn geheel omhoog te brengen; waarbij van vrijzinnige zijde wel 'kwami meer eerbied voor bet onzienlijke, de erkenning, dat het nati onalisme bankroet heeft geslagen. ■De palstaanders kregen te faooren, dat zij terug willen tot vóór 1889, zelfs' tot 1vóór 1806, dat zij reactionairen zijn,, dli'e alle historische evolutie ontkennen. I Van de oplossing van kiesrecht- en onderwijsquaesties verwacht spr.niet een andere partijformati]e; dodh wel dat de democratische invloed zal toenemen en dat het, vooral door 'evenredige vertegenwoor diging, mogelijk zal worden op de basis van reëele programma's samenwerking te verkrijgen! tusschen partijen, dlie anders1 niet kunnen samenwerken, Bijzonder onbete ekenend was. hetgeen de heter Eer dl mans (U.L.), den palstaander I bij uitnemendheid; in het midden bracht. Vooral miet het oog óp liet voorgestelde onderwijsartikel klaagde 'hijl uitvoerig over dien weinig geschilcten tijd der behandeling van die Grondwetsherziening, over haast werk, over gebrekkige en' geheimzinnige voorbereiding. Met algemeen kiesrecht ging spr. mee; tegen evenredige vertegenwoordiging- had 'hij evenwel zijn ernstige .bezwaren en ten aanzien van bet vrouwenkiesrecht ichtte hij -dén gang v.an zaken teleurstellend. Tot hetgeen de heer Eerdmans over het onderwijsartikel zeide, zullen we het zwijgen doen. Het was het bekende ge- wurm om bij de Linkerzijde maar wan trouwen te wekken tegen de Rechterzijde eni de bijzondere school neer te halen. PROVINCIALE STATEN VAN NOORD- HOLLAND!. Gedeputeerde Staten hebben .aan de Pro vinciale Staten reedis verschillende voor drachten voor de winterzittiing' doen toe komen. Openbare leeszaal te Alkmaar. Gedi. Staten stellen voor aam de Vereeni- ging tot oprichting en instandhouding van eene openbare leeszaal en boekerij te Alk maar, ten behoeve van die inrichting' tot wederopzegging eene bijdrage van ten hoogste f400 per jaar uit de provinciale kas ta verleenen, onder voorwaarde, diat het Tijk en de gemeente Alkmaar ieder jaar lijks minstens-f600 toezeggen of beschik baar stellen. Pr ooft u ine n te Aalsmeer, te Hoorn en te Alkmaar. Geld. Staten stellen voor aan elk der Vereenigingen, tot exploitatie der proef tuinen, verbonden aan de Rijkstuinbouw- wtoitersc'halen, omiers'cheiidanilijk te Aals meer, te Hoorn «1 te Alkmaar, jaarlijks en tot wederopzeggens toe een subsidie te verleenen pit de Provinciale fondsen; tot een bedrag van ten hoogste de ge zamenlijke bijdragen vair. particulieren, ge meenten, waterschappen of andere instel lingen, doch tot een maximumvan f 1000, ouder voorwaarde, dat het rijk een sub sidie verleend! tot het dubbele bedrag der provinciale bijdrage, met dien verstande, dat, indien alsdan de exploitatie nog, een tekort aanwijst, het rijkssubsidie tot een maximum, van f2000 zal worden opge voerd. Qedl Staten schrijven in hun toelichting o. m,., dat de Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel hun medewerking heeft ingeroepen om te bevorderen, dat door ide provincie, in samenwerking met het rijk en naar -een vast plan, ftoanci- eele steun worde verleend qan, die proef tuinen, die verbanden zijin aan; de nog kortelings opgerichte Tuinboiuwwtoierscho- lem te Hoorn en te Alkmaar. Principieele bezwaren om qp dit ver zoek van den Minister in te gaan, beston den er bij God. Staten niet. Het karakter van de hier bedoelde proeftuinen komt im mers vrijwel overeen met dat van den ALKMAARSCHE OVERAL VERKRIJGBAAR apralk de' opde abt; „scheiidl dn dennaam Ides 'Vaders, die u geschapen heeft; des Zoon», die u verloste, en des H. Geestes, die op u nederdaalde; scheid to dien naam van alle engelen en aartsidrigelen,, ta den naami vanalle heilige monniken en klui zenaars, in den naam' van alle heiligen Ooicte! Mij'ri zoon, ik beveel u den almach- figeni God; moge Hij u oipnemen in idie schaar zijnier uitverkorenen Als ide abt geëindigd had, kuste de stervende nogmaals het krUi® van den Olijf berg, fluisterde de 'namen. v,an Jezus en Maria eni loosde zijn laatsten zucht de kluizenaar had opgehouden te lijden l Een 'engelachtige vrede lag op zijn aan gezicht, zijne lippen waren ,als to «era zali gen lach half geopend1 en zijin handen gevouwen als in een hemielsch gebed. Den volgenden .morgen was Tebsima weder in de kapel van Marigny, waar hij zoo vaak voor hert heil van Ibrahim1 en Sarai hadl gebeden. Ditmaal lag hij uit gestrekt in zijn doodkist; de gansche kapel \was met floers behangen en een wee- inende stille menigte verdrong zich ta. het Gadishuis, Daar de balling gejwenschit had1, in zijn kluis te worden begraven, droegen de mon- ■nilhen zijn lijk terug naar de grot. De rouwstoet bewoog zich langzaam, door bet ,wou|dl en plechtige treurzangen vervulden .dia lucht. De hemel was grauw1, de weg geheel mot bladeren bedekt en een 'koude ■wind floot huilend door de kale boomen. Toen het lijk bijgezet was; wierp zich broeder Albertus met de smart eens vaders; dia 'zijn kind verloren heeft, aan 't graf neder. Naast hem weenden Willem en Ma thilda om hun overleden broeder. Die bewoners -der heerlijkheid baden, nog een wijle, besprenkelden het graf met wij water en keerden dan naar hunne woningen terug, waar zij nog lang van de deugden 'en het ongeluk van den armew balling vertelden. Zijn vrienden kondeirs nauwelijks van zijn graf scheiden; zij baden daar lang. 'Dan nam ieder een aanderakiein aam dein kluize naar mede. De slotvrouwe ontving het kleine Moeder Oodisbaeldl, Wilfeto de luit, bij welke de balling de 'klachten dies, jongen Gesars had gezongen, en broedler Albertus bet crucifix van den Olijfberg, door Eplhra- iim en Tebsima stervende gekust. Sar,si's brief kwam' in handen van den ouden abt, idlie hem' in 't kloosterarchief ojiborg. Toen teder zijn deel had!, goot broeder Albertus olie in de lamp, die op het altaar voior het 'kruis stond; dat de kluizenaar bij zijn intrede in de grot ontvangen bad. Dan sprenkelde hij voor 't laatst de doodkist met wijwater, sprak Ibrahim's zoon een laatst, hartelijk vaarwel; toe en verliet hierna met zijne vrienden biet graf. D'a ridder van Marigny liet deze grot ■met een steen sluiten. - EINDE. - -"-r v

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1916 | | pagina 1