Tabak van
r» R. Keuss
No. 2
I
Vrijdag- 5 Januari 1917.
lie Jaargang
Uitgave van de Naamlooze
Vennootschap „ONS BLAD"
ALKMAAR.
Bur.: BREEDSTRAA/ 12
Telefoon No.
DIT BLAD VERSCHIJNT DINSDAG,
DONDERDAG EN ZATERDAG.
Driekoningen.
Paul de vagebond.
POLITIEK
ABONNEMENTSPRIJS:
Per kwartaal franco huis. 90 ct.
Met geilt. Zondagsblad 126 ct.
bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers:
van de courant
van het Zondagsblad
3 ct.
6 ct.
ADVERTENTIÊN:
Van 15 regels50 ctL
Elke regel meer10 ct.
Reclames per regel25 ct.
Kleine adv.: 30 woorden bij vooruitbet. 90 ct
Het is een treffend schouwspel, zóó als
wij ons den langen, moeitevollen tocht der
drie Wijzen naar het onbekende Bethlehem
verbeeldenin kleine, witte tenten hoog
gezeten op hunne kameelen reizen zij voor*
door de troosteloos vlakke woestijn; diep
beneden hen het grauwe zand, boven hen
de sterren-rijke nachthemel van het Oosten.
Afreizend uit heel verschillende, vèr van
elkaar verwijderde streken, hebben zij elkan
der na meerdere dagreizen eerst ontmoet,
en in heilige ontroering hebben zij elkan
der vurig omhelsd in.heilige ontroering,
dewijl zij begrepen, welk een groot wonder
eene Almacht hier wrochtte: door op één
tijdstip drie mannen van goeden wil uit
verschillende oorden saitm te voeren op
ééne plek, geleid door het ééne wondere
sterreteeken aan den Oosterschen hemel.
Toen gedrieën reisden zij verder
door de barre eenzaamhei 1, met boven hun
hoofd de tallooze twinkelende sterren, de
sterren, die
hadden al eeuwen geschenen
Trouw over het menschengeslacht
Ze hadden zoovelen zien weenen,
Wijl 't Kindje zoo lang werd verwacht,
Ze hadden veel zwervers zien dwalen
Met de oogen naar 't Oosten gericht,
Of daar nog geen Sterre kwam stralen:
Voorbode van 't eeuwige Licht.
Doch tusschen deze millioenen, eeuwen
oude sterren was den Wijzen" de nieuwe
ster gerezenthans gevoelden zij zich niet
langer de eenzame zoekers, de her en der
heengelokte zwervers zonder zéker doel;
de nieuwe ster was gerezen en nü
zij wisten het zouden zij door middel
van dat wondergerezen licht het Licht
zoeken, en vinden, naar 't klinkt in de
Vesper-hymne van dezen schoonen dag
Lumen requirunt lumine
Met hijgend verlangen reisden zij het
Licht der wereld tegemoet door den nacht
van heidendom en zonde en angstval
lig, als vreesden zij, dat de Sterre de
voorbode van 't eeuwige Licht voor
hun oogen verduisterd mocht worden, als
vreesden zij, dat die belofte-ster verdwij
nen zou èn zij weer zuchten zouden in deD
ouden diep duisteren nacht zonder een
glimp van 't glorende groote Licht zóó,
angstvallig, staarden en tuurden zij op heel
den verren tocht naar hun ster hun
eenigen gids door het onbekende
tot zij Hèm vonden I
Die zoekende en naar Licht smachtende
Wijzenze gelijken het meuschdom van
goeden wil.
z'et het staren en turen in zijnen levens
nacht in den gedurigen nacht van zijn
FEUILLETON.
Naar het Engelsch van ESOW BELLS.
24
■Plotseling werd de deur. opengerukt en
voordat dte wachter goedl begreep wat ier
gebeurde, zag hij voor zich juist die man
nen staan, voor welke he'fc zijn werk was
de anderen te waarschuwen.
Hij zag schielijk om- naar de plaats waar
een koperdraad aan' dien muur hing. Die
draad stond in verbinding met de bel in
het gewelf en- hij behoefdle hem slechts
aan te raken om zijne medeplichtigen liet
teeken te geven. Hij stak daim ook zijne
hand' uit, maar voor hij hem nog kende laan-
raken, voelde hij den kouden loop van een
pistool éigen zijn voorhoofd!.
Hij liet daarom1 spoedig de handi zakken
én bood niet den minsten tegenstand, toen
de- politie-agenten hem -eene prop in den
tnondi stopten 'en'-de boeien om zijne han
den sloegen.
Daarna zeide een hunner op zaobten toon
tot hem Ihuo te volgen en zij brachten
4tem op het plein, dat naar de rivier
voerde.
„Gij hebt daar een hond," .fluisterde de
'titan, „dien motet gij tot stilzwijgen bren
gen en er voor zorgen', dat lijijl ons niet
aanvalt, of
De wachter wist zeer goed wat 'die half
Igjafëjndgidie volzin beteekeln|dfe, jWant "hij
voelde weder 'den loop van t^éLpistool1, nu
echter tegen het aaite.jgatfeelle van zijn
hoofd gedrukt.
Met 'eene beweging' vain zijne geboeide
iiainden gaf hij te kenner., dat ihij wensijhte,
leven op aarde naar het h:\ngloren vau
het Licht der eeuwigheden
ziet het menschdom van goeden wil
angstig, wanneer soms even de ster de
voorbode van het Hemelsche Licht voor
zijn oogen ietwat vager flikkert, doordat
het menschdom minder helder ziet
ziet ons voorttrekken door de nacht
woestijn, geleid door de lichtende ster van
God's Kerk op aarde
ziet ons vóórtreizen, tot wij Hém vin
den, voor eeuwig
XI.
Waar pas de volgende week een beslis"
sing zal worden genomen in een vergade
ring van de Bond van R. K. Kiesvereeni-
gingen of ook van deze zijde er toe zal
wordeii medegewerkt, de Kamerverkiezin
gen dit jaar alleen bij candidaatstelling te
doen plaats vinden, past het niet hierop
vooruit te loopen. Maar hoe het resultaat
van de besprekingen ook moge zijn een
beschouwing over de voor- en tegens van
een dergelijke compromis tusschen de ver
schillende partijen, behoeft daarom niet
achterwege te blijven. Voorop dient gesteld
dat zeer zeker voor de partijen der linker
zijde niet het minst, bezwaar kan bestaan
de verkiezingen niet te doen plaatsvinden
zij toch hebben het staatsbestuur in han
den, al draagt ook het ministerieCort van
der Linden den naam van „extra parlemen
tair kabinet". Ook moet voor de zittende
leden niet worden weggecijferd het finan-
cieele voordeel, het pensioen dat zij óp
een dergelijke wijze verwerven, dat zij bij
eventueele niet -herkiezing zouden verspe
len. Dit laatste geldt nu wel voor alle par
tijen maar zeer zeker het minste voor de
Katholieken daar deze over het algemeen
in het bezit zijn van vaste zetels en dus
de zittende leden zoo goed als zeker allen
worden herkozen.
De voordeelen verbonden aan het uit
stellen der verkiezingen tot 1918 zijn voor
eerst dat vele kosten worden bespaard aan
het land, zoowel als aan de partijen, dat
veel propagandamoeitë overbodig wordt
gemaakt en dat de politieke hartstochten
niet noodeloos worden opgezweept. De zit
tingduur der nieuwe kamer, die slechts
over de grondwetsherziening zal hebben te
oordeelen, zal zeer kort zijn, daar binnen
een jaar nieuwe verkiezingen volgens het
nieuwe stelsel in de grondwet neergelegd,
zullen moeten plaats vinden.
Dit zijn voorzeker alle voordeelen van
groote beteekenis. Hier tegenover staan
echter ook bezwaren die niet over het hoofd
moeten worden gezien. Vooreerst de niet
uitgesloten mogelijkheid dat toch een of
andere partij verkiezingen zal uitlokken,
dat in het district waar deJieer Lieftinck
zitting heeft verkiezing zal moeten plaats
vinden en de vraag of iets dergelijks in
overeenstemming is met den geest van de
thans nog geldende grondwet. Het zwaarst
zal echter moeten gelden of de rechter
zijde er in mag berusten dat iets derg Tijks
gebeurt, met de herinnering aan den ver
kiezingstijd van 1913, toen onder alle mo
gelijke leuzen, waaronder innerlijk zeer
zeker het anti-papisme niet de geringste
was, de rechterzijde tot heengaan werd ge
dwongen.
dat -men hein de prop uit dien mundi zoude,
nemen.
„Indien gij tracht te ontvluchten, sterft
gij!" aaide de eene man, dliie het hoofd
van dien troep was; en idle prop wegnam»
„Ik moet tot den hond spreken, fluis
terde de wachter bedremmeld. „Vrees niet.
ik zal -m ij n leven nietwagen om het
hunne te redden-
Terwijl hij sprak, ging hij verder en hui
verde bij iederen'stap, 'dién hiji deed, want
telkens voelde hij den loop van het pistool
tegen zijn hoofdl
„Wacht een oogenblik," zeide- de hoofd
agent.
Deze giing naar de straatdeur, welke hij
zachtjes ontgrendelde en ontsloot. Hij ke:ek
in 'de straat en gaf eem teeken; waarop da
delijk van de duistere zijde van den weg
eene politiemacht van meer 'dan twintig
man te voorchijn kwaim, die zonden (net
Imiinsté gedruisch binnen gilng&rj en zich in
drie groepen verdeelden.
De eene groep ging naar die deur van
het huls, eene tweede groep posteerde zich
op het plein en de derdia volgde den hoofd
man, die eerst door de smalle deur ging,
welke aan ide eene zijdie het voorste ge
deelte van het huis met het achterdeel
van 'net plein verbond.
De laatste groep plaatste zich met de
wapens in de hand' omi eiken aanval af te
weeren. terwijl de twee mannen, welke wij
het eerst gezien hebben, huininen gevairu-
gene dwongen naar den hó|ud te gaan, die,
gerustgesteld door de tegenwoordigheid van
zijn meester, bedaard' alles lag aan te kijken.
Het eenige geraas, dat hij maakte, was het
geregelde geklop van zijn staart op den
grond. Toen de 'drie mammen naderbij kwa
men. bemerkte hij spoedig', dat alles niet in
orde scheen te zijn, en overtuigd! dat het
Het is de vraag of men in die distric
ten, waar mén toen het felst werd bestookt
er vrede mee kan hebben, thans goedschiks
de zetels te doen innemen door mannen,
van wien men politiek afkeerig is.
Dat ook bij een groot deel van ons Ne-
derlandsche volk de wensch bestaat zich
uit te spreken, of men het eens is met de
richting waarin vooral militair en econo
misch ons staatsbestuur wordt geleid, is
een factor die niet moet worden onderschat.
Hoe het zij, de mannen die de beslis
sing hebben te nemen, znllen beter dan
wie ook, kunnen beoordeelen, wat het meest
in 's lands belang is en zij zullen niet ver
zuimen de voor- en de nadeelen, die men
nog met velen zou kunnen aanvullen, ern
stig te overwegen. En zonder twijfel zullen
allen, als' eens de beslissing is gevallen en
de raad is gegeven de verkiezingen in 1917
niet te dpen plaats vinden er zich bij neer
leggen. Met belangstelling zien wij den rfit-
slag te gemoet, alleen dit zouden wij nog
in overweging willen geven of het geen
aanbeveling zou verdienen als voorwaarde
aan een dergelijk besluit te verbinden, de
eisch om een nationaal kabinet te formee-
ren, het bestaande kabinet met mannen van
rechts aan te vullen, om daardoor de een
heid der partijen in deze moeilijke tijden
te bevorderen.
Waar reeds door Prof. van Hamel in
„De Groene Amsterdammer" van verleden
week op iets dergelijks werd gewezen, is
er dus te meer reden voor de rechterzijde
op dit punt wakende te zijn.
Egmond a. d. Hoef 2 Jan. 1917.
Mr. PAUL VAN SONSBEECK.
V VOLKSGUNST.
Er is niets onvergankelijk op dit onder-
maansche en op den weg, dien wij
betreden, is geen voetstap, die beklijft
zéker, doch van al dat vergankelijke is er
niets, dat zulke levenstragediën kan doen
afspelen, dat zoo onverwacht groote om
wentelingen met blijvend gevolg verwek
ken als de gunst van het volk.
Ieder mensch op zich zelf genomen is
ia den regel een verstandig denkend, een
degelijk bedoelend en kalm voortwerkend
wezen, waar het betreft de meer gewich
tige aangelegenheden onzer samenleving,
doch beschouwt men al die verstandig den
kende, degelijk bedoelende en kalm voort-
werkende menschen tezamen als de massa,
dan wekt het den indruk, van een stuur
loos gevaarte, dat voortgestuwd wordt, dat
ondanks zichzelf zichzelf voortstuwt
in onbekende en eindelooze verte; dan ont
breekt er alle verstandigheid, alle degelijk
heid, alle overleg.
Hoe vaak hoorden wij de massa niet
met recht vergelijken met een wispel
turig, ongestadig, lastig kind
De grdote Grieksche staatsman Venize
los heeft evenals talloos velen van zijn
voorgangers in Griekenland reeds lang vóór
Christus' tijd de ongestadigheid, de wis
pelturigheid van volksgunst ondervonden.
Italiaansche bladen berichten over de
plechtige vervloeking van Venizelos, die
dezer dagen naar oud volksgebruik in Athene
heeft plaats gehad:
In een langen stoet trekt het volk (in
dit geval dus de tegenstanders van Venize
los) door de straten van Athene, dragend
in de hand een steen, die onder het uit-
-- -- 1
schreeuwen van de vervloeking „Verbannen
- en vervloekt zij dé verrader, die het vader
land uiteen scheurt" in een groote kuil
geworpen wordt Dok ide geestelijkheid!
spreekt dien vloek uit, staande ondier het
portaal van de kerk éér parochie.
Vele dluizendien namen aain idle plechtige
handeling deel, en de steenen vormden -ten
slotte een kleinen heuvel', waarop de beel
tenis van Venizelos werd verbrand
v*
Een sterk contrast met deze Vox Populi
vormt het volgende lijstje van de stem
mingen in Juni 1915, toen het Helleensche
volk voor of tegen Venizelos te kiezen had.
Gekozen werdena. in het gebied, waar
thans de voorloopige regeering het bewind
voert
S3 Venizelisten en 80 anti-Venizelisten
b. in het gebied waar de koning het be
wind voert:
130 Venizelisten en 53 anti-Venizelisten.
Bedenkt men nu, dat de stemming in
het gebied der voorloopige regeering, sedert
1915 thans geheel omgeslagen is, dan staat
men voor het feitj dat Athene als de „ver
rader des vaderlands" een man gevloekt
heelt, die minstens 80 pCt. der ontwik
kelde volkskringen aan zijn zijde heeft!
BINNENLAND.
NEDERLAND EN DE OORLOG.
MIJNEN AANGESPOELD.
Te Katwijk aan Zee is één mijn aan
gespoeld; te Noord wijk twee -en te Zandi-
voort dertien.
DE „TIMES" OVER NEDERLAND
IN 1916.
In het jaaroverzicht van die „Times"
komt het volgende stukje over Nederland!
voor:\
„Netierland: blijft nog steedis In een wei
nig benijdienswaardllge positie verboeren als
eenige neutrale staat in Europa, Terwijl het
te land bloot staat aan allerlei vormen van
afpersing, met het doel het ite dwingen
zijn overschot aan levensmiddelen aan
Duitschland' af ie staan, is de Nedierland-
sche zeevaart aan de verschillende gevaren,
waaraan de „Tufoantia", de „Koningin Re
gentes" en zoovele andere schepen tbet
slachtoffer zijn geworden, blootgesteld»
De Nederlatidsche regeering gaat deson
danks moedig voort, die onafhankelijkheid
dies lands te handhaven en beeft nog on
langs op 'eerbiedwaardige wijze geprotes
teerd tegen de wegvoering van de naburige
bevolking van België."
DUITSCHE PROPAGANDA.
De „Sorialiste Beige", 'het weekblad van
de Belgische socialisten in Nederland, doet
het volgende verhaal:
De Duitsche Kommandauteur te Brussel
stuurt aan een Nederlandschie officier in
het interneeringskajmp te Zeist 350 exem
plaren van den „Bruxelfois", ter verdeeling
onder de Belgische militairen. De „Bruxél-
lois" is een krant, die moet dienen om die
Belgen in bewondering te brengen voor
Duitschland's kracht, Diifscjhland's bescha
ving. Duitschland's modelbestuur over het
overweldigde gebi-edi, enz., enz. Zij moet
cmder de Belgen afvalligen en verraders
kweeken van de Belgische zaaik- De Neder
landsche officier, die dlit pak kranten ont
ving, stuurde ze niet terug, zooals zij
gekomen waren, maar deed werkelijk een
poging tot verspreiding ervan. Eerst toen
hij den wind van voren kreeg, gaf hij te
kennen, dat men de zending vam de Bruxet-
lois" kon sparen. Het was verloren moeite.
Maar een veertien dagen later, op 16 De
cember, liet hij in het kamp een biljet aan
plakken, in het Frainsdb en i'n het Hof»
landtech, van den volgenden inhoud
25 GULDEN BELOONING
uitgeloofd aan den geïnterneerde, die mij
inlichting kan verschaffen, hetzij onder-
teekend of anoniem, doch in het laatste
geval onder opnoeming van bewijzen; hoé
dé aanslag van een aan mij geadresseerd
pakket dagbladen naar buiten, het kamp'
kan opgezonden zijn. De mededeeler kaft
op geheimhouding van zijn naam rekenen;
De eerste luitenant,
Van Stock tint.
De heer Van Stockwm is directeur van
het onderwijs in het kamp te Zeist. „Het
Volk", waaraan wij het bovenstaande ont
kenen, acht een onderzoek dringend Mon
dig, i
HET DEENSCHE STELSEL VAN WERK
LOOSHEIDSVERZEKERING.
Zoioals men-weet is thans; ingevolge een
Kon. besluit van 2 December j.h, mei
ingang van 1 Januari 1917, een geheel
nieuw stelsel van werkloosheidsverzekering
het zoogenaamde Deensche stelsel «-
ook hier te lande ingevoerd.
Dit stelsel breekt met dé tof mt toe ge
volgde usance, dat aan de daarvoor ia
aanmerking komende vereenigingen, door
gemeente en rijk, bijslag op dé werkioo-
'zen-u i t k e e r i n g wordt verstrekt.
Inplaats daarvan zupen dié vereenigingen,
welker reglementen d'oor den minister van
Waterstaat, onder wien idé dienst dér werk
loosheidsverzekering ressorteert, zijn goetb
gekeurd en waarvan dé leden woonachtig
zijn in gemeenten, die verklaren of reeds'
verklaard! hebben tot de nieuwe regeling toé
te treden, bijslag ontvangen op de door
haar te storten contributie voor de
werkfoozenkas. Aangezien, gelijk van zefl
spreekt, het onderzoek van de reglementen
gerudmen tijd zal vorderen, is dien ge
meentebesturen machtiging verleend; voor»
loopig voort te gaan met het verfeenen van
bijslag op de uitkeeringen in, afwachting
van het tijdstip, waarop deze vereienigingea
tot de nieuwe regeling zulkn zijn toege
laten;
CRED1ET VOOR DE WATERSNOOD-
SLACHTOFFERS.
Vanwege de RegeeringScomhiissie inzake
het Middenstandscrediet, wordt het vol
gende medegedeeld:
Zooals bekend is, ontwierp de regeering,
kort na dé overstrooming van, het vorige
jaar, een regeling omi van Staatswege dé
voorziening in de credietibehoefte Van dis
door watersnood getroffenen te vergemak
kelijken'.
Deze regeling is thans door de Staten»
Generaal goedgekeurd; Voor zoover hel
hulp betreft aan de slachtoffers, behoorendte
tor den handeldrijvenden 'én imdustrieejesi
middenstand, werdi de uitvoering opgedra
gen aan de regeerings-commissre inzake
hetMiddenstandscrediet.
De bedoeling- is, dat de Staaf, on de#
zekere voorwaarden, zich als borg zat stel
len voor 55 pCt. der benoodigde voorschot
ten.
De Provinciale Staten van Noord-Hot»
de politie was, liet 'hij een dof, maar toch
sterk geblaf hoorerf.
Onmiddellijk bukte de eene agent zich en
sloeg bent op den kop met zijn stok, aasn
welks «inde zich een ijzeren knop bevond';
Onder een hol gejank zonk die hondi neder,
viel op de zijde en bleef bewegingloos
liggen,
Dat waren dé geluiden, die Raul gehoord-
had.
Intusschen ging -eene groep van dé poli
tie het huis binnen en sloop stilletjes naar
de kelders.
Voor dat zij het gewelf binnendrongen
waren 'die munters reeds gevlucht.
Slechte één man was er achter gebleven,
hij was hulpeloos en door zijne medeplich
tige 'makkers jn het uur van gevaar ver
laten.
Het was Willem de lamme.
■Hij kon slechts weinig weerstand1 bi,e-
deh 'en werd gemakkelijk gebonden en ge
boeid, Twee man bleven achter om hem
te. bewaken, de overigen snelden door dien
onderaardscben gang naar boven, waar een
scherp gevecht ontstaan was tusschen de
bende en de politie, die daar de wacht had.
Toen de munters ook nog In den rug aan
gevallen werden, was aiïle tegenstand vruch
teloos, en met uitzondering van één, die
reeds in het begin van bét gevecht ont
snapt was, werden allen- gevangen geno
men. Onder hen waren ook de oude Berry
en Jakob Prow,
„Er moet een verrader iire het spel'ge
weest zijn," mompelde de oude man-
„Dat hebt gij mis." antwoordde een van
de politie-agenten. „De- agent Fore begon
eenjie verdenking te krijgen em.ging die
plaats bewaken. Hij heeft u al verschei
dene malen zien in- en uitgaan gedurende
de laatste twee -maanden, 'en eindelijk heeft
ALKMAARSCHE
1
OVERAL VERKRIJGBAAR
hij u te pakken gekregen. Hér. spijt mij: wél
voor u; mijnheer Bérry, gij hadt zulk een
goeden naam hier in deze streken, maar
dat is nu in eens gedaan- Zoo, Prow! 3k
heb u nog niet vergeten in die vier jaren
Zijt gij dan eindelijk terug! Ik ben bang,
dat gij nu uw vrijheid) wel weder zult
verliezen
„Ik ben nu voor mijn geheele leven ge
borgen," mompelde Jakob, „maar ik zou er
nog niet over morren, als gij den jongen
maar gekregen hadt."
„Wat jongen?'.' vroeg de politie-agent.
„Wij hebben er geen een gezien."
„Dan is hij weg! Dat spijb mij nog het
■meest," mompelde Jakob. Daarna 'verviel
•hij in een diep stilzwijgen, en alffi© pogingen
van zijne bewaarders om nog een enkel
woord uit hem te krijgen, waren vruch
teloos.
Maar Paul was nog niet ontsnapt.
Zoodra hij onraad bemerkt had, was hij
de trap opgevlogen, had den steen open
geduwd en was naar boven geklommen,
voor dat iemand van de bende hem koude
bereiken. Hij wilde naar den kant van het
water ontvluchten, maar aan bet einde van
de laan zag hij een politie-agent, en daar
hij nu wel begreep; dat ontsnappen voor
eerst onmogelijk was, verborg hij zidh
achter de hoop en stro-o. Daair lag hij van
angst te 'beven en naar het gwedfot te luis
teren, en hij durfde zidh niet bewegen
om eens te zien hoe het met de zaak ge-
I steld was, om maar niet ontdekt te wor
den idoor die politie-agenten, die de plaats
doorzochten, Hij lag in zijn kleinen hoek
j ien waagde het niet a-dtem tö halen, uit
vrees dat hij zich zoude verraden en te
voorschijn gehaald zou worden,
Daarna hoorde hij, dat de gevangenen
weggevoerd werden ieti hij wist wel, dat er
nu eene wacht oim het huis geplaatst werd)
want nadat ide voetstappen der andleren weg
gestorven waren, hoorde hij den geregel»
den tred van den schildwacht, diie bij Idle
rivier heen en weder liep:
Langer dan een uur bleef idle wachter
zonder ophouden van die eemé zijdie naar de
andere loopen, en al- dien tijd fog Paul in
zijne schuilplaats,
-De |man scheen evenwél vermoeid! te
worden, want eens, dat hij dichter bij hef
kind kwam; geeuwde hij, rekte zich uit
en stampte ongeduldig op den grond; Ein
delijk moest zijn geduld! het onderspit del
ven voor de eentooni'gheiidi van die plaats
en dé onaangenaamheid vam zijne wan
deling.
„Ik wil eens rondloopen en een- oogen»
blikje miet Richard! praten;" zeide hijj
zachtjes tot ztah zelf,
(Wordt vervolgd.)