Vrijdag 5 Januari 1917. fWËEDÜ BLAB. No. 2 LOFZANG OP DE GEDOODE KINDERKES IN BETHLEHEM. In den H. Kersttijd. FUkmaar en Omgeving in dens ouden tijd. Brieven uit Brazilië. »i\s BLAD. (In ©enigszins nieuwere, dus beter ver staanbare taal, bieden wij onzen lezers bier ©en liedje, dat omstreeks bet jaar 1600 giedlcht werd door dein Gentenaar Justus die JHardluyn, toentertijd pas toor van A u degi h e in bij Dender- monde.) Wel zuigelingskes teer, weést dlan gegroet, Qij, die door eenen koniragi z»o verwoed, Als laininierk.es ter dood gebracht Werdl, m uw .eigen bloed versmacht I. t li.:. Al zijt ge dan gescheiden vain deez' ,aard, In - uw schoon leven dageraadtt *t Wat loon God' u geschonken heeft, Gf gij den avond hadt beleefd! Al 'ligt ge dan ontlijft, gekeeüt, gesmoord!, Versmacht, verkapt, onthalsd), doorboord; G' hebt nu daarvoor zooveel geluk, Dat g',al vergeten hebt diiein druk. w i Met pallem-tackkens groen ghy-lieu nu speelt In allerhande vreugd en wedlldl, Uw hoofd.ekens zijn al versierd End' om land* om be-lauwerierd|. Nu zingt gij dag en nacht voor 's Lams altaar Zoete choraalkens allegaar, Diie zegen en die winste groot Viel ;U ten deele door,,,.» dien dood. W!el rnartelaarkens kloek, weest dlan. verblijd, Dtie tot deez" vreugd ontvangen zijt: Eén lUurke in dat zalig veld Is meer dan duizend hier 25 DECEMBER-2 FEBRUARI. Het gebed der Dudvaders Dauwt heme len van boven, en dat de wolken, den Recht vaardige afnegenen: dat dep aardie zich opene en den Verlosser voortbreng©," ging verhoord worden. Verdwijnen gingen de duisternissen, weg trekken de schaduwen des doods. De redding en verlossing waren nabij. Maar hoedanig zou die hulp uit den hooge zijn? Welke voorstellingen moesten ais van zelf bij de Joden opkomjen, vernemende de prediking, van den H, Bpetgeizant, Jo annes den Dpoper: „Biereiidt dien weg 'des Heeren: „Alle dal zat gevuld; alle berg en heuvel geslecht worden, de kromme wegen zullen recht en de oneffe wegen effen baan worden, en alle vleesch zat bet heil Gods aanschouwen." G! Zij bewaarden in hunne gesdhied- boeken het imposante verhaal van die groote daad van verlossing uit de slavernij van Egypte, gewrocht door de band des Almachtigan- Daar stond opgeteekend van rivieren stroomende van bloedl, van velden verwoest door een ruiterij van sprinkhanen., Van bui zen vervuld niet ondragelijk ongedierte, van hagelstorm en tastbare duisternis, van den slaanden Engel, die al de eerstgeborenen toet den dood trof. Daar lazen zij van de wateren der Roode Zee, die pal stonden als muren, maar neer stortend heel een leger met oorlogswagens verzwolgen-. Dat was de verlossing uit de slavernij van Pharao. Verder in hunne gesdhiedroillien bevinden de Inraëlieten op wat wijze .een nieuwe wet aan hunne voorvaderen geschonken werd. Daar lezen zij van de verschrikkingen van den Sinai in vuur en rook gehuld1, van zijn wolken en zijn bliksemlichten, van de bazuinen der Engelen .en van de stem1 Gods, die Zijne geboden aan een ontsteld volk bekend mlaakte, dat op straffe des door L EZ O SPEET. 13, In het jaar 1254 op den llden van Zomermaand schonk Koning Willem, „voorhebbende, zoo uit velerly blijf af te nemen 'is, Alkmaar door aangroei van wel vaart, Biuirgteren en versterking, ten voor muur van Kennemerland en onaantastbaar te maken" aan onze stad een voorrecht- brief. Die bylef welken wij nog in zijn ge heel bezitten geeft een aardig kijkje op het Al'smaarsdhe leven in de 13e eeuw; .en tevens, zien wij daarin de eerste wetten, volgens welke wij, Alktnaarders, geregeerd zijn gewo rdenhier en daar heeft K-oniug Willem's „brief" wel iets van onze tegen woordige politie-verordening. Men vergelijke1 een en ander eens bij het Alkmaarsclïe leveU van thans: „Den AlkmaArderen wordt gegundt overal tolvrij te zijn Hunne Schepen én worden gOmagtight ten overstaan var»! den Schout Keuren vam een Jaar kragts te maken Aan Schepe nen aal staan 't oor deel o v e t alle a a n t i g 11 n g| tegen Stedelinj gen, etn de Grave zat 'er «tiet anders ajf eysdhen doods den berg zelfs niet mocht naderen. Hoedanig zou thans de hulp uit den hooge zijn? Nu niet een énkel volk, maar de gan- sch© menisahhieid uit het slavenjuk van Satan bevrijd moest worden; nu 's Heeren wet gehoord moest .worden; met .ctoor eenige duizenden, gelegerd rondom den voet van een enkelen berg, maar door Joden .en Grieken en Romeinen; door Parthen en Elamiieten en Mediërs, van zee tot zee, tot aan de uiteinden der aarde. Welke nieuwe reeks van overeenkomstige wonderen en kenmerkende teetaenen zal de Heer der heerscharen nu aanwenden? Onnaspoorbaar zijn die wegen der wijs heid .en der wetenschap Gods! De wet der liefde zal die wet der vrèeze yerre te boven gaan. „Dit zal iu het teeken zijn van de wet der Verlossing uit de slavernij des dui vels: Gij zult een Kindl vinden, in doeken gewikkeld; liggende in eene kribbe." Zóó was het ook .eeuwen tevoren voor speld door den Profeet Isaias, die met Zie nersblik de toekomst tegenwoordig stelt: „Een Kind' is ons geboren, een Zoon is ons geschonken, Hij draagt de heerschappij op Zijne schouders, ©n Zijn Naam zal genoemd worden; Wonderbare, Sterke God, Vader der toekomende eeuwen, Vorst des Vredies." In dit Kind zijn de lotgevallen van vter duizend jaren vervuld. In dit Kind is de zegen en liet geluk der toekomstige geslachten neergelegd. In dit Kind zijn al de eigenschappen der Godheid, ia geheel hare onbegrensde Volmaaktheid vereenigdi En al deze geheimen zijn ddor den H. Joannes in deze plechtige- woorden samen gevat: „En het .Woord' is Vleesch ge worden, .en Het heeft onder ons gewoond, en wij hebben Zijne heerlijkheid aan schouwd, eene heerlijkheid als van den Eeniggeboren Zoon des Vaders, vol van genade en waarheid." Hieruit leereai wij: dat het Woord; d. i, de tweede Piersoon dier aanbiddelijke Drie vuldigheid, Die in hét begin, met God! was en Zelf God was, Zich met ons sterfelijk vleesch bekleed en de menschelijke natuur aangenomen heeft: zoodat Hij de twéé naturen van God en mensch in één Per soon vereenigde; dat Hij, Die was van alle eeuwigheid, in den tijd geboren is uit de zuivere Maagd' Maria en. opgroeiende tot den mannelijken leeftijd; onder de men schen verkeerd! heeft, totdat Hij, door Zijnen dood aan het Kruis, de verlossing van het menschelijke geslacht uitwerkte. Emmanueldt w. z. God! met ons1 God is ons verschenen in menschelijke gestalte, in alles aan ons gelijk geworden, behalve de zonde. Wij kennen Hem, nu niet meer in onze verbeelding, maar als zichtbaar, als gelijk aan onszelven, in de gedaante, die wij gewoon zijn te beminnen. Zóó kan Hij onze vriend zijn; Hij is iemand; Die deelgenomen heeft aan onze zwakheden; Die bekoord is geworden gelijk wij; Die heel Zijn leven voor ons heeft ge leden, maar op het laatst van Zijn teven grootere smarten verduurd heeft, dlan ooit een mensch verdragen heeft; Dtie, uit liefde tot ons, aan zijn kruis gestorven is. O! Uit zijne kribbe zie ik Hem mij reeds toewenken <en hoor ik de blijde troost- woorden: „Komt allen tot Mij, die belast en beladen zijt, en Ik zal u .verkwikken." Kom dan, Christen, die bedlroefdi zijt, omdat de menschen u vergeten .en ver- waarloozen, of kwade vermoedens en ver metele oordeelen tegen u uitbrengen, die belasterd zijt vam alle kanten en uwen goeden naam verloren hebt en alle on gelijk moet verduren: Kom tot Mijne kribbe: ook Ik ben afgewezen in Blethlahem, ook voor Mij was geen onderkomen in de her berg. Ik kwam tot de mijnen, maar de mijnen hebben Mij niet aangenomen. Zie Mij hier liggen tusscben een os. .en eenen .ezel: en gij zult uw lot gelaten dragen. 't Vonnis van een dier Sche penen, door de andleren bevestigt, zal niet ontkragtigdt kunnen worden In hunnen Raadt ntag nie- mandt koomen, dan van hiern zelf geroepen Een Biuiteniman, nieuwlijx IPloorter F1® 's: burger LI S.) geworden, worden veertig dagen tijdlfs gegundt om zijn. goedt in de Steedie te brengen Iemand, in een herberg gaande oim te drinken, zal de wijn|niet geweigerdt raoogen worden, en, een steedeling, zijnde en niet in staat terstondt te benaalan, zal na 't opnemen van 't gelag heen mogen gaan, mits betaalende voor den naasten mididiag; 't welk met doende, zoo zal de Schout op aiamklagte hem 't gelag, en twee schellingen aian dein pischer, en drie schellingen aan zich doen betaalem Drie J aarlij xe Regtdagen zullen er in de Steedie gehouden wor den, de eerste op diingsdag van Drie Ko ningen, de tweede op maandag, agt dagen na 'Paasoh; de derde 's maan dags na S.t. Jan den Dooper Gieen vreemdeling, nabuur, nog Rid der mag een Poorter tot een twee gevecht beroepen, nog de eene Steedeling dén andier Kom' dan, Christen, die gebukt gaat ondier de lasten en zorgen des levens, die tobt ■en zwoegt, van- den morgen tot den avond, ja 'zelfs tot in den nacht, voor uw levens onderhoud; idiie uw kinderen gebrek ziet lijden en geen passende kleedieren hebt om hunne bibberende ledematen te dekken; die schier geen uitkomst weet en op bet punt staat van vertwijfeling en wanhoop: kom tot Mijne kribbe en zie Mij daar liggen op een handvol stroo, in schamele doeken gewikkeld, armer dan de anmsten onder u: en gij zult uw lot gelaten dragen. Kant dan, Christen, die dloor lijden en ziekte zijt t erneergeslagen, die jaren en jaren een kwijnend leven leidt, die op uw lijdens- spiande als vastgekiuisterd Jigt: kom tot Mijne kribbe; en zie Mij ter prooi aan de guurheid van den kouden winternacht, in Mijne kribbe heb Ik d'e eerste teugen gedronken uit mijnen lijdenskelk. Daar ben Ik mijn Kruisweg begonnen, Ik de Recht vaardige voor u, onrechtvaardige, en gij zult uw lot gelaten dragen. O! uit Zijne kribbe zie ik den kleinen Heiland van Bethlehem 'één soort van diep-ongelukkigen bijzonder vriendelijk tegenlachen en ailerminzaatnst uitnoodi- gea: Komt ifcot Mij, gij arme, beklagens waar- .diige zondaars, .om uwentwil ben Ik uit de hemelen nedergedaald; Mijn Naam betee- kfind immers Verlosser en heeft de Engel U niet toegeroepen: Nolite timereWilt niet vreezen. Kamt gij vooral tot Mijne kribbe, de gezonden behoeven geen geneesheer, maar de zieken; ook ben Ik' niet gekomen om rechtvaardigen te zoeken, maar zondaren. Komt tot Mijne kribbe en Ik zal u witter wassohen dlan sneeuw, u blanker maken i wol, en al'lie vleeséh zat het heil Gods aanschouwen. Ml PI. A. OOMS, D.P. Alkmaar, dén 4en Januari 1917. ONGEMOTIVEERDE UITSLUITING, Als toevoegsel aan hetgeen is in- mijn laatste brief schreef over de nieuwe B'ra- ziliaansChe kieswet, moge dienen het vol gende: Volgens de nieuwe wet zijn kiezers alle Braziliaansche burgers, ouder dan 21 jaar, uitgezonderd analphabeten, bedelaars, ge wone soldaten, enReligieuzen, die gebonden zijn door gelofte van gehoor zaamheid. Alzoo worden door de Maco- nieke regeering met één penraestreek man nen van hun kiesrecht beroofd; die de waardige op volgers zijn van de groote be- schavers van Brazilië door hunne toewijding aan de zaligmaking der zielen, den zqdölij- ken en stoffelijken vooruitgang der volks massa het onderwijs en de vorming der jeugd, de catechisatie der wildie volks stammen, mannen, die nog heden op het veld der wetenschap en dier letteren, eene eereplaats innemen. Zij kunnen geen kiezer zijn en evenmin, volgens de Constitutie, gekozen worden tot afgevaardigde en wor den, zooals de lezer ziet. .eenvoudig op ééne lijn gesteld met aualiphaibeiten, bode laars 'en gewone soldaten, 't Is bijna onge- loofelijk en 't zou bepaald' onbegrijpelijk zijn, kende men niet den helschen haat. welke in de pestholen der Maconnerie en andere geheime sekten stelselmatig wordt aangekweekt tegen de Orde en Congrega ties, welke zich zoo verdienstelijk maakten voor Kerk en .Vaderland. Dezen diepen haat en afkeer luchtten nog in 1909 de Vrijmet selaars op huin Congres in Rio dé Janeiro met de volgende stelling: „Dia Vrijmetse larij veroordeelt ate strijdig met die. mo raal, als achterlijk en antisstonaal het be staan van godsdienstige genootschappen, welke menscheiijke wezens afscheiden van de gemeenschap en van de familie." We zullen maar pens hartelijk om dien onzin lachen, maar 't doet toch wel zeer religieuse genootschappen voor onzedelijk, achterlijk en anti-sociaal te hooren uit maken door dit befaamde geheime genoot schap, waar de meest onzedelijke leertseï- lingen worden gepredikt en id beoefening gebraaht, waa.r het adhterlijike naturalisme en materialisme op den troon zetten, en eene verderfelijke, hoogst gevaarlijke zedle- leer het familieleven en de gemeenschap tracht te ontwrichten door echtscheiding en vrije liefde. Men moet toch maar brutaal zijn! Brutale menschen hebben de halve wereld. 'Maar waarom nu gemeten de Religieu- Wjie een knij'f gedragen heeft, zal verbeuren tegen den Gïaa- ve Een Ponden; die dat met verstoorden gemoede trekt, vijftien Ponden, en een ander daarmee wondende, zijne handt, en hem ombrengendé, zijn leeven ver liezen Indien ieuiiand binnen de Steede Vrijheidt .eenen manslag doedt .en 't geweer weg werpt, mag zig door ontkennen bevrijien; ten waare hij door twee .Schepenen overtuiigdt was; Wie voor Schepenen yerwonnein is iemandt eerst bevogten 1© heb ben; zal hoofdt voor hoofdt, oog voor oog, lidt voor lidt, verbeuren Die door Schepenen verwonnen is van Dieverij, brandlstigting, vergiftiging, of eenige moortdaadt, verbeurdt zijn leeven, maar beschuldigdt en niet verwonnen, zal zig met zijne handt op te steken mogen bevrijien Wie,een dief in zijn huis be trapt, zal hem; is 't mooglijk, vast houden, zeeven buren daarbij roepen, en met hun hulp gebonden houden, tot dat hij idlièn met het gesitoolen goedt, op den rugge gebonden, bij ligten dage kan overleveren aan den Regtèr, die den zelven naar 't vonnis yam Schepenen zal beregten Een iegelijk Steedéling, hebbende «peine Huisvrouw, die gewendt zien in Brazilië gleen politieke rechten'? Omdat ze gelofte van gehoorzaamheid afleg, gen en een regel onderhouden, welke „ver zaking aan de individueele vrijheid,, met zich brengt!! De heeren wetgevers wisten echter heel goed, dat een Religieus' door zijne gelofte van gehoorzaamheid volstrekt niet ge héél van zijne individueel© vrijheid afstand doet, maar zich alléén verplicht tot naleving van den regel en de statuten zijner Orde of Congregatie en nooit tot iets, wat zou indruis chen tegen zijn geweten. Als dan Religieuzen hun 'politieke rech ten moeten verliezen, omdat ze afstand doen van een gedeelte hunner individu eele vrijheid; moeten ook de andere bur. gers geen kiezer kunnen zijn, want er wordt göen enkele burger aangetroffen, hetzij huisvader, werkman,, kunstenaar, schrijver, beambte of handelaar, die niet zeer dikwijls om wille van den lieven vrede of eenig ander goed verzaken moet aan 'een gedeelte zijner individueele vrijheid .en in welke vereeniging moeten de leden niet afstand doen van een gedeelte hunner individueele vrijheid door te gehoorzamen aan statuten en president? Om logisch te zijn, zou men dan aan .alle burgers zonder uitzondering hunne politieke rechten moeten ontnemen. Maar daarvoor passen de heeren sohoots- veldragers wel op: te veei burgers 'immers zijn willooze werktuigen in hunne vrij- metselaarsianden, in tegenstelling met de zelfstandige Religieuzen, die geen menschen- vrees kennen. Dat deze iiatelijke uitzonde ring bovendien nog in flagrante®, strijd is met de paragraphen 2, 3, 8 en 28 van artikel 72 der Constitutie, blijkt uit den inhoud dezer paragraphen, welke, luidt als volgt: "2 „Alten zijn gelijk voor de wet." 3. „Alle individuen kunnen hun nen godsdienst uitoefenen, zich vereeni- genida tot dit doeleinde." 8, „Aan allen is het geoorloofd; zich vrij te vereeni- ■gen." 28, „Om1 wille van zijn geloof of godsdienstige bediening kan geen enkele Braziliaan beroofd! worden van zijne bur gerlijke en politieke rechten" Waarlijk, er wordt hier in dit Katholieke land aardig gesold met de Katholieken. Terwijl aan de Vrijmetselaars; die verschrik kelijke eedën, zweren van gehoorzaamheid aan hunne bekende of onbekende opper hoofden. in alles gn op ellk gebied; die niet weten, tot welke gruweldaden ze mis schien eens zullen verplicht worden, ter wijl aan de Vrijmetselaars, zeg ik, die in alles blindelings moeten gehoorzamen en dus van hunne individueele vrijheid bijna geheel afstand doen, alte politieke rechten verzekerd worden, berooft men zoo incon- 6teq,u|ent e|n ongóiondiwettefijtfc mogelijk de Religieuzen van hun kiesrecht, Religieu zen, die slechts gehoorzaamheid beloven in bepaalde punten, volmaaktellijk gekend en altijd in overeenstemming m.et heit geweten en het goede. Mogen toch spoedig die Ka tholieken hier wakker worden en door krachtige politieke actie de Maconiök® dui- velsbendë op dezelfde wijze dloen opschrik ken uit hare blijde overwimningsdrpo'm.en, als vanmorgen lier in de stadi .eene ver schrikkelijke hagelbui van steenen (som mige zoo groot als een kippenei), de rus tige bewoners van S. Jons d'el Rey. deed opspringen uit hunne legerstede, om al wat breekbaar was te beschermen tegen het vernielend element. Voor eenpair duizend gulden is er zeker vernield; alléén aan glaswerk. Ook ons convent heeft er van gelust, dat zeg ik u! De jongens waren vlug ter been, om ook eens stukjes natuurlijk ijs in de tropen te zien. Frei CONSTAN'CIQ VAN EIJK; O.F.M, BINNENLAND. DE TOEPASSING DER VOORWAAR DELIJKE VEROORDEELINGi Wij lezen in het „Genootschiapsblad" De toepassing van de wet op de voor waardelijke veroordeeling is met altijd juist. Wij krijgen den indruk, dat ziji soms wordt nagelaten in gevallen, waarin zij goed had kunnen werken; dat zij herhaaldelijk plaats vindt, waar zij beter w,are nagelaten; en dat in zeer vele gevallen verzuimd wordt bij zondere voorwaarden op te leggen, wanneer krachtige leiding dOor ©ene treclasseerings- iinstelling den voorwaardelijk veroordeelde zeer ten goede zou zijn gekomen. Liever dan onze meening in algemeen© bewoordin gen uit te spreken, zullen wij voortaan, wanneer daartoe aanleiding is; mu en dan sterk sprekende gevallen1 yermeWlen, waar- is tebakken of brouwen, kan haarenthalve een ooven broiodts, een .brouwt© titers verbeuren, zonder daar tegen te kunnen doen, en zoo zy koop manschap in wollen of linnen gaaren doedt, een gewigt garens, een steen genaamdt; dog zoo zy haar met geen koopmanschap bemoeit, alleen vier deniers penningen) Wie niet verschijndt, als de klok klept (bij brand of ander al gemeen gevaar li S.), zal een P;ondt aan den Graave betaalen Als de regte L'am tisheer van Hollandt te velde trekt, zuilen dé Alkmaarders hem, na verloop van tien Jaaren, dienen met zooveel man schap, als bij 'sGraaven Raadt, zeffens de Schepenen der Steedie, zal goedt geagt worden Miaair uit byzondere gunst worden zij voor den tijd van tien Jaaren van gemelde las ten vrijgehouden, behalven van den Krijgstocht tegen de Viriezen" o Ziehier de meest interessante, de meest typeerende artikeltjes uit Koning Willem's brief; in onzen tijd van gelijk recht vo.or allen kunnen wij niet zoo gemakkelijk be grijpen, dat deze brief voor de Alkmaarders van de 13e eeuw een gulle bevóórrechting heeten moest: toch was dit inderdaad het gevalt Sommige briefartikelen zijn meteen tref- in wij meenen, dat een ander vonnis dan het werkelijk gevelde vooral uit reclassee- ringsoverwegingen wenschelijker ware ge weest. X is een man van middelbaren leeftijd. Een verzorgde opvoeding heeft niet kunnen beletten, dat hij reeds jong ging 'drinken en zwieren, en, als voorloopige afslluitóhg van een periodé van mislukking als kotoniadl naar Indië ging. Daar gaat hij voort te drinken en vandaar komt hij' na eenige jaren met een rood paspoort terug naar Ne derland, waar hij rondzwalkt, voor een kléi nen diefstal straf krijgt en ten slotte in Veenhuizen terecht komt, alles ondanks den steun van familieleden, die eerst afe alle hoop verloren1 is, hun handen vain X aftrek ken. Volgt een diefstal uit armoede op .een oogenblik dat hij dakloos is. Voor dit feit wordt hij, vermoedelijk tot eigen verba zing met eene voorwaardelijke veroor deeling beloond, en wel zonder oplegging van bijzondere voorwaarden, zonder de ze kerheid dus dart deze zeer veriaopen; duk- 'looze dronkaard den steun en de leiding van ©en reclasseeringti-instelling zal hebben, integendeel: de man meldt zich na zijn veraordeeling bij zulk een instelling aan, die hem om verschillende redenen meent te moeten afwijzen, Wat blijkt uit deze waar gebeurde histo rie? In de eerste plaats, dart in. dit geyal ©en voorwaardelijke verooïdeieiing ss uitge sproken zander voldoende vooronderzoek. Want wij zijn overtuigd], dart ier geen rechts college in Nederiaud te vinden zou zijn, dat, al het voorgaande wetende, toch een voor waardelijke verooideeling zou uitspreken. In de tweede plaats dart, uit medelijden en in verband alleen meit hert. laiaitst ge pleegde feit, een man voor voorwaardelijke veroordeeling in aanmerking is gebracht, die reeds bij oppervlakkige bekendheid met de omstandiigheden. die toch ongetwijfeld bestond; Veenhuizen, drankmisbruik, voorstraf dbor diefstal daarvoor nauwe lijks ,als geschikt kajn worden beschouwd; .en die, in de derde plaats, daarvoor zeker niet in aanmerking had mogen gebracht worden zonder hem tevens hulp en steun te verzekeren. Er bestaat nog .aan 'betreurens waardige onderschatting van de beteekems van d© reclasseeringshulp' bij de voorwaar delijke veroordeeiing. Wie kan nu in ge- moede meenen, dat zoo'n volkomen berooi de, daklooze .dronken zwerver zich plotseling een eerlijke carrère zal vormen, indien hem als eenige steun wordt meegegeven de drei ging, die in een voorwaardelijke veroor deeling ligt opgesloten? BUITENLAND. „VODJES PAPIER", De leugen, dat de Rijkskanselier de woor den vodjes papier in den Rijksdag ge bruikt heeft zoo meldt het Wolff-bur. is door de vijandelijke pers zoo. vaak her haald, dart vele personen in Duftschfandl zelf daaraan gelooven. Daarom wijzen wij nogmaals erop, dart wij deze woorden slechts kennen nit het rapport van den Engelschen ambassadeur, waarin zij vier dagen nadat zij |haeten uitgesproken te zijn, werden op, geteekend. Hoe de dóór onze vijanden, en niet al leen door de vijandelijke piés, veelbesproken zin van' 4/8 '14 vervormd wordt, kan het volgende voorbeeld dienen In de rede, waarmede Briand in 19/12 in den Senaat zijn tweede antwoord op het Dujitsdve vredesaanbod mededeelde, zeide Jiij volgens het stenografisch verslag: Men moet zich, om ze tegenover de ver klaringen van gisteren te leggen, de ver klaring herinneren, welke. diazeSfde kanse lier in zijn trots, toen Snij nog aan de over winning geloofde, uitte. Hij zeide toen: „Ja, wij hebben de neutraliteit van Bel gië en Luxemburg met onze eer gewaar borgd; maar .er zijn oogenblikken, waarin groote mogendheden, zooals de onze, die zich uitbreiden en heerschian willen, ondfer- teekenünigfein mlolelien verloochenen, ook zjoiodanijgë, waarbij dé eer verpand is, .en ze als vodjes papier behandelen." De .verdedigers van hert- nedhlt, merkt de „Ljokal Anz." op, hebben zulke vervaföchin- gien n'oodïg, om de rechtvaardigheid van hun zaak 'te verdedigen. 'J I I i f. i j '((ui,.' We hebben deze tegenspraak nooit „au. serieux" gehoord'. ffende staaltjes van de ruwheid der toen malige zeden„Oog om oog; tand orn tand,!" zeggen ook wij nog wel eens, doch zóó letterlijk als de. 13e eeuwsdhe Alkmaar ders bedoelen wij die spreekwijze niet meer. Tl; 'l Om echter weder op ons verhaal van Koning Wiilem's daden rond Alkmaar terug te komen: 't was in den strengen winter van het jaar 1255, toen allerwegen de wateren „met ys ter dikte van een voet" overdekt lagenelf maanden lang had Ko ning Willem zich met zijn troepen voorbe reid op den grooten aanvalnog telkens was 'hij ervan teruggehouden, waarschijnlijk ten gevolge van minder gunstig getij. Thans, nu het ijs de zwaarst uitgeruste legers wel zou kunnen dragen, thans durfde hij 't aan: Hij trekt öp naar de reeds vroeger door hem bemachtigde Vromer-velden. De Heerhugowahrd toen één groote, onafzienbare watervlakte tusscben Vronen en de West-Friesche oevers strekte zidi voor den veldheer uit; hard bevroren lagen de wateren daar de thans zoo talrijke bewoners van den H'eerhugowaard- polder moeten zich dat eens goed inden- den! hard bevroren lagen de wijde wa teren daar, zóó, dat Melis Stoke spreekt van „een groote ijszee". Dit sterke ijs nu diende het leger vatt den Hol lands chen graaf, dlat zidh in twee troepen verdeelde, ten heirbaan. De eene troep, aangevoerd door Heer Willem van Brederode, behaalde de over winning op de Drechterlandersde andere troep volgde den Koning-graaf in de rich ting van het West-Friesche dorp Hoog? woud. I.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1917 | | pagina 5