Vrijdag 5 Januari 1917.
fWËEDÜ BLAB.
No. 2
LOFZANG OP DE GEDOODE
KINDERKES
IN BETHLEHEM.
In den H. Kersttijd.
FUkmaar en Omgeving
in dens ouden tijd.
Brieven uit Brazilië.
»i\s BLAD.
(In ©enigszins nieuwere, dus beter ver
staanbare taal, bieden wij onzen lezers bier
©en liedje, dat omstreeks bet jaar
1600 giedlcht werd door dein Gentenaar
Justus die JHardluyn, toentertijd pas
toor van A u degi h e in bij Dender-
monde.)
Wel zuigelingskes teer, weést dlan gegroet,
Qij, die door eenen koniragi z»o verwoed,
Als laininierk.es ter dood gebracht
Werdl, m uw .eigen bloed versmacht
I. t li.:.
Al zijt ge dan gescheiden vain deez' ,aard,
In - uw schoon leven dageraadtt *t
Wat loon God' u geschonken heeft,
Gf gij den avond hadt beleefd!
Al 'ligt ge dan ontlijft, gekeeüt, gesmoord!,
Versmacht, verkapt, onthalsd), doorboord;
G' hebt nu daarvoor zooveel geluk,
Dat g',al vergeten hebt diiein druk.
w i
Met pallem-tackkens groen ghy-lieu nu speelt
In allerhande vreugd en wedlldl,
Uw hoofd.ekens zijn al versierd
End' om land* om be-lauwerierd|.
Nu zingt gij dag en nacht voor 's Lams altaar
Zoete choraalkens allegaar,
Diie zegen en die winste groot
Viel ;U ten deele door,,,.» dien dood.
W!el rnartelaarkens kloek, weest dlan. verblijd,
Dtie tot deez" vreugd ontvangen zijt:
Eén lUurke in dat zalig veld
Is meer dan duizend hier
25 DECEMBER-2 FEBRUARI.
Het gebed der Dudvaders Dauwt heme
len van boven, en dat de wolken, den Recht
vaardige afnegenen: dat dep aardie zich
opene en den Verlosser voortbreng©," ging
verhoord worden.
Verdwijnen gingen de duisternissen, weg
trekken de schaduwen des doods.
De redding en verlossing waren nabij.
Maar hoedanig zou die hulp uit den
hooge zijn?
Welke voorstellingen moesten ais van
zelf bij de Joden opkomjen, vernemende
de prediking, van den H, Bpetgeizant, Jo
annes den Dpoper: „Biereiidt dien weg 'des
Heeren: „Alle dal zat gevuld; alle berg en
heuvel geslecht worden, de kromme wegen
zullen recht en de oneffe wegen effen
baan worden, en alle vleesch zat bet heil
Gods aanschouwen."
G! Zij bewaarden in hunne gesdhied-
boeken het imposante verhaal van die
groote daad van verlossing uit de slavernij
van Egypte, gewrocht door de band des
Almachtigan-
Daar stond opgeteekend van rivieren
stroomende van bloedl, van velden verwoest
door een ruiterij van sprinkhanen., Van bui
zen vervuld niet ondragelijk ongedierte, van
hagelstorm en tastbare duisternis, van den
slaanden Engel, die al de eerstgeborenen
toet den dood trof.
Daar lazen zij van de wateren der Roode
Zee, die pal stonden als muren, maar neer
stortend heel een leger met oorlogswagens
verzwolgen-.
Dat was de verlossing uit de slavernij
van Pharao.
Verder in hunne gesdhiedroillien bevinden
de Inraëlieten op wat wijze .een nieuwe wet
aan hunne voorvaderen geschonken werd.
Daar lezen zij van de verschrikkingen
van den Sinai in vuur en rook gehuld1,
van zijn wolken en zijn bliksemlichten, van
de bazuinen der Engelen .en van de stem1
Gods, die Zijne geboden aan een ontsteld
volk bekend mlaakte, dat op straffe des
door
L EZ O SPEET.
13,
In het jaar 1254 op den llden van
Zomermaand schonk Koning Willem,
„voorhebbende, zoo uit velerly blijf af te
nemen 'is, Alkmaar door aangroei van wel
vaart, Biuirgteren en versterking, ten voor
muur van Kennemerland en onaantastbaar
te maken" aan onze stad een voorrecht-
brief.
Die bylef welken wij nog in zijn ge
heel bezitten geeft een aardig kijkje op
het Al'smaarsdhe leven in de 13e eeuw;
.en tevens, zien wij daarin de eerste wetten,
volgens welke wij, Alktnaarders, geregeerd
zijn gewo rdenhier en daar heeft K-oniug
Willem's „brief" wel iets van onze tegen
woordige politie-verordening.
Men vergelijke1 een en ander eens bij het
Alkmaarsclïe leveU van thans:
„Den AlkmaArderen wordt gegundt
overal tolvrij te zijn
Hunne Schepen én worden gOmagtight
ten overstaan var»! den Schout Keuren
vam een Jaar kragts te maken
Aan Schepe nen aal staan 't oor
deel o v e t alle a a n t i g 11 n g|
tegen Stedelinj gen, etn de Grave zat 'er
«tiet anders ajf eysdhen
doods den berg zelfs niet mocht naderen.
Hoedanig zou thans de hulp uit den
hooge zijn?
Nu niet een énkel volk, maar de gan-
sch© menisahhieid uit het slavenjuk van
Satan bevrijd moest worden; nu 's Heeren
wet gehoord moest .worden; met .ctoor
eenige duizenden, gelegerd rondom den voet
van een enkelen berg, maar door Joden
.en Grieken en Romeinen; door Parthen en
Elamiieten en Mediërs, van zee tot zee,
tot aan de uiteinden der aarde.
Welke nieuwe reeks van overeenkomstige
wonderen en kenmerkende teetaenen zal de
Heer der heerscharen nu aanwenden?
Onnaspoorbaar zijn die wegen der wijs
heid .en der wetenschap Gods!
De wet der liefde zal die wet der vrèeze
yerre te boven gaan.
„Dit zal iu het teeken zijn van de wet
der Verlossing uit de slavernij des dui
vels: Gij zult een Kindl vinden, in doeken
gewikkeld; liggende in eene kribbe."
Zóó was het ook .eeuwen tevoren voor
speld door den Profeet Isaias, die met Zie
nersblik de toekomst tegenwoordig stelt:
„Een Kind' is ons geboren, een Zoon is
ons geschonken, Hij draagt de heerschappij
op Zijne schouders, ©n Zijn Naam zal
genoemd worden; Wonderbare, Sterke God,
Vader der toekomende eeuwen, Vorst des
Vredies."
In dit Kind zijn de lotgevallen van vter
duizend jaren vervuld.
In dit Kind is de zegen en liet geluk
der toekomstige geslachten neergelegd.
In dit Kind zijn al de eigenschappen
der Godheid, ia geheel hare onbegrensde
Volmaaktheid vereenigdi
En al deze geheimen zijn ddor den H.
Joannes in deze plechtige- woorden samen
gevat: „En het .Woord' is Vleesch ge
worden, .en Het heeft onder ons gewoond,
en wij hebben Zijne heerlijkheid aan
schouwd, eene heerlijkheid als van den
Eeniggeboren Zoon des Vaders, vol van
genade en waarheid."
Hieruit leereai wij: dat het Woord; d. i,
de tweede Piersoon dier aanbiddelijke Drie
vuldigheid, Die in hét begin, met God! was
en Zelf God was, Zich met ons sterfelijk
vleesch bekleed en de menschelijke natuur
aangenomen heeft: zoodat Hij de twéé
naturen van God en mensch in één Per
soon vereenigde; dat Hij, Die was van
alle eeuwigheid, in den tijd geboren is
uit de zuivere Maagd' Maria en. opgroeiende
tot den mannelijken leeftijd; onder de men
schen verkeerd! heeft, totdat Hij, door Zijnen
dood aan het Kruis, de verlossing van
het menschelijke geslacht uitwerkte.
Emmanueldt w. z. God! met ons1 God
is ons verschenen in menschelijke gestalte,
in alles aan ons gelijk geworden, behalve
de zonde. Wij kennen Hem, nu niet meer
in onze verbeelding, maar als zichtbaar, als
gelijk aan onszelven, in de gedaante, die
wij gewoon zijn te beminnen.
Zóó kan Hij onze vriend zijn; Hij is
iemand; Die deelgenomen heeft aan onze
zwakheden; Die bekoord is geworden gelijk
wij; Die heel Zijn leven voor ons heeft ge
leden, maar op het laatst van Zijn teven
grootere smarten verduurd heeft, dlan ooit
een mensch verdragen heeft; Dtie, uit liefde
tot ons, aan zijn kruis gestorven is.
O! Uit zijne kribbe zie ik Hem mij
reeds toewenken <en hoor ik de blijde troost-
woorden: „Komt allen tot Mij, die belast
en beladen zijt, en Ik zal u .verkwikken."
Kom dan, Christen, die bedlroefdi zijt,
omdat de menschen u vergeten .en ver-
waarloozen, of kwade vermoedens en ver
metele oordeelen tegen u uitbrengen, die
belasterd zijt vam alle kanten en uwen
goeden naam verloren hebt en alle on
gelijk moet verduren: Kom tot Mijne kribbe:
ook Ik ben afgewezen in Blethlahem, ook
voor Mij was geen onderkomen in de her
berg. Ik kwam tot de mijnen, maar de
mijnen hebben Mij niet aangenomen. Zie
Mij hier liggen tusscben een os. .en eenen
.ezel: en gij zult uw lot gelaten dragen.
't Vonnis van een dier Sche
penen, door de andleren bevestigt, zal
niet ontkragtigdt kunnen worden
In hunnen Raadt ntag nie-
mandt koomen, dan van hiern zelf
geroepen
Een Biuiteniman, nieuwlijx
IPloorter F1® 's: burger LI S.)
geworden, worden veertig dagen
tijdlfs gegundt om zijn. goedt in de
Steedie te brengen
Iemand, in een herberg
gaande oim te drinken, zal de
wijn|niet geweigerdt raoogen
worden, en, een steedeling, zijnde
en niet in staat terstondt te benaalan,
zal na 't opnemen van 't gelag heen
mogen gaan, mits betaalende voor den
naasten mididiag; 't welk met doende,
zoo zal de Schout op aiamklagte hem
't gelag, en twee schellingen aian dein
pischer, en drie schellingen aan zich
doen betaalem
Drie J aarlij xe Regtdagen
zullen er in de Steedie gehouden wor
den, de eerste op diingsdag van Drie Ko
ningen, de tweede op maandag, agt
dagen na 'Paasoh; de derde 's maan
dags na S.t. Jan den Dooper
Gieen vreemdeling, nabuur, nog Rid
der mag een Poorter tot een twee
gevecht beroepen, nog de eene
Steedeling dén andier
Kom' dan, Christen, die gebukt gaat ondier
de lasten en zorgen des levens, die tobt
■en zwoegt, van- den morgen tot den avond,
ja 'zelfs tot in den nacht, voor uw levens
onderhoud; idiie uw kinderen gebrek ziet
lijden en geen passende kleedieren hebt
om hunne bibberende ledematen te dekken;
die schier geen uitkomst weet en op bet
punt staat van vertwijfeling en wanhoop:
kom tot Mijne kribbe en zie Mij daar liggen
op een handvol stroo, in schamele doeken
gewikkeld, armer dan de anmsten onder u:
en gij zult uw lot gelaten dragen.
Kant dan, Christen, die dloor lijden en
ziekte zijt t erneergeslagen, die jaren en jaren
een kwijnend leven leidt, die op uw lijdens-
spiande als vastgekiuisterd Jigt: kom tot
Mijne kribbe; en zie Mij ter prooi aan de
guurheid van den kouden winternacht, in
Mijne kribbe heb Ik d'e eerste teugen
gedronken uit mijnen lijdenskelk. Daar ben
Ik mijn Kruisweg begonnen, Ik de Recht
vaardige voor u, onrechtvaardige, en gij
zult uw lot gelaten dragen.
O! uit Zijne kribbe zie ik den kleinen
Heiland van Bethlehem 'één soort van
diep-ongelukkigen bijzonder vriendelijk
tegenlachen en ailerminzaatnst uitnoodi-
gea: Komt ifcot Mij, gij arme, beklagens waar-
.diige zondaars, .om uwentwil ben Ik uit de
hemelen nedergedaald; Mijn Naam betee-
kfind immers Verlosser en heeft de Engel
U niet toegeroepen: Nolite timereWilt
niet vreezen.
Kamt gij vooral tot Mijne kribbe, de
gezonden behoeven geen geneesheer, maar
de zieken; ook ben Ik' niet gekomen om
rechtvaardigen te zoeken, maar zondaren.
Komt tot Mijne kribbe en Ik zal u witter
wassohen dlan sneeuw, u blanker maken
i wol, en al'lie vleeséh zat het heil Gods
aanschouwen.
Ml PI. A. OOMS,
D.P.
Alkmaar, dén 4en Januari 1917.
ONGEMOTIVEERDE UITSLUITING,
Als toevoegsel aan hetgeen is in- mijn
laatste brief schreef over de nieuwe B'ra-
ziliaansChe kieswet, moge dienen het vol
gende:
Volgens de nieuwe wet zijn kiezers alle
Braziliaansche burgers, ouder dan 21 jaar,
uitgezonderd analphabeten, bedelaars, ge
wone soldaten, enReligieuzen, die
gebonden zijn door gelofte van gehoor
zaamheid. Alzoo worden door de Maco-
nieke regeering met één penraestreek man
nen van hun kiesrecht beroofd; die de
waardige op volgers zijn van de groote be-
schavers van Brazilië door hunne toewijding
aan de zaligmaking der zielen, den zqdölij-
ken en stoffelijken vooruitgang der volks
massa het onderwijs en de vorming der
jeugd, de catechisatie der wildie volks
stammen, mannen, die nog heden op het
veld der wetenschap en dier letteren, eene
eereplaats innemen. Zij kunnen geen kiezer
zijn en evenmin, volgens de Constitutie,
gekozen worden tot afgevaardigde en wor
den, zooals de lezer ziet. .eenvoudig op
ééne lijn gesteld met aualiphaibeiten, bode
laars 'en gewone soldaten, 't Is bijna onge-
loofelijk en 't zou bepaald' onbegrijpelijk
zijn, kende men niet den helschen haat.
welke in de pestholen der Maconnerie en
andere geheime sekten stelselmatig wordt
aangekweekt tegen de Orde en Congrega
ties, welke zich zoo verdienstelijk maakten
voor Kerk en .Vaderland. Dezen diepen haat
en afkeer luchtten nog in 1909 de Vrijmet
selaars op huin Congres in Rio dé Janeiro
met de volgende stelling: „Dia Vrijmetse
larij veroordeelt ate strijdig met die. mo
raal, als achterlijk en antisstonaal het be
staan van godsdienstige genootschappen,
welke menscheiijke wezens afscheiden van
de gemeenschap en van de familie."
We zullen maar pens hartelijk om dien
onzin lachen, maar 't doet toch wel zeer
religieuse genootschappen voor onzedelijk,
achterlijk en anti-sociaal te hooren uit
maken door dit befaamde geheime genoot
schap, waar de meest onzedelijke leertseï-
lingen worden gepredikt en id beoefening
gebraaht, waa.r het adhterlijike naturalisme
en materialisme op den troon zetten, en
eene verderfelijke, hoogst gevaarlijke zedle-
leer het familieleven en de gemeenschap
tracht te ontwrichten door echtscheiding en
vrije liefde. Men moet toch maar brutaal
zijn! Brutale menschen hebben de halve
wereld.
'Maar waarom nu gemeten de Religieu-
Wjie een knij'f gedragen
heeft, zal verbeuren tegen den Gïaa-
ve Een Ponden; die dat met verstoorden
gemoede trekt, vijftien Ponden, en een
ander daarmee wondende, zijne handt,
en hem ombrengendé, zijn leeven ver
liezen
Indien ieuiiand binnen de Steede
Vrijheidt .eenen manslag doedt
.en 't geweer weg werpt, mag zig door
ontkennen bevrijien; ten waare hij door
twee .Schepenen overtuiigdt was;
Wie voor Schepenen yerwonnein is
iemandt eerst bevogten 1© heb
ben; zal hoofdt voor hoofdt, oog voor
oog, lidt voor lidt, verbeuren
Die door Schepenen verwonnen is
van Dieverij, brandlstigting, vergiftiging,
of eenige moortdaadt, verbeurdt
zijn leeven, maar beschuldigdt
en niet verwonnen, zal zig met zijne
handt op te steken mogen bevrijien
Wie,een dief in zijn huis be
trapt, zal hem; is 't mooglijk, vast
houden, zeeven buren daarbij roepen,
en met hun hulp gebonden houden, tot
dat hij idlièn met het gesitoolen goedt,
op den rugge gebonden, bij ligten dage
kan overleveren aan den Regtèr, die den
zelven naar 't vonnis yam Schepenen
zal beregten
Een iegelijk Steedéling, hebbende
«peine Huisvrouw, die gewendt
zien in Brazilië gleen politieke rechten'?
Omdat ze gelofte van gehoorzaamheid afleg,
gen en een regel onderhouden, welke „ver
zaking aan de individueele vrijheid,, met
zich brengt!!
De heeren wetgevers wisten echter heel
goed, dat een Religieus' door zijne gelofte
van gehoorzaamheid volstrekt niet ge
héél van zijne individueel© vrijheid afstand
doet, maar zich alléén verplicht tot naleving
van den regel en de statuten zijner Orde
of Congregatie en nooit tot iets, wat zou
indruis chen tegen zijn geweten.
Als dan Religieuzen hun 'politieke rech
ten moeten verliezen, omdat ze afstand
doen van een gedeelte hunner individu
eele vrijheid; moeten ook de andere bur.
gers geen kiezer kunnen zijn, want er wordt
göen enkele burger aangetroffen, hetzij
huisvader, werkman,, kunstenaar, schrijver,
beambte of handelaar, die niet zeer dikwijls
om wille van den lieven vrede of eenig
ander goed verzaken moet aan 'een gedeelte
zijner individueele vrijheid .en in welke
vereeniging moeten de leden niet afstand
doen van een gedeelte hunner individueele
vrijheid door te gehoorzamen aan statuten
en president? Om logisch te zijn, zou men
dan aan .alle burgers zonder uitzondering
hunne politieke rechten moeten ontnemen.
Maar daarvoor passen de heeren sohoots-
veldragers wel op: te veei burgers 'immers
zijn willooze werktuigen in hunne vrij-
metselaarsianden, in tegenstelling met de
zelfstandige Religieuzen, die geen menschen-
vrees kennen. Dat deze iiatelijke uitzonde
ring bovendien nog in flagrante®, strijd is
met de paragraphen 2, 3, 8 en 28 van
artikel 72 der Constitutie, blijkt uit den
inhoud dezer paragraphen, welke, luidt als
volgt: "2 „Alten zijn gelijk voor de
wet." 3. „Alle individuen kunnen hun
nen godsdienst uitoefenen, zich vereeni-
genida tot dit doeleinde." 8, „Aan allen
is het geoorloofd; zich vrij te vereeni-
■gen." 28, „Om1 wille van zijn geloof
of godsdienstige bediening kan geen enkele
Braziliaan beroofd! worden van zijne bur
gerlijke en politieke rechten"
Waarlijk, er wordt hier in dit Katholieke
land aardig gesold met de Katholieken.
Terwijl aan de Vrijmetselaars; die verschrik
kelijke eedën, zweren van gehoorzaamheid
aan hunne bekende of onbekende opper
hoofden. in alles gn op ellk gebied; die
niet weten, tot welke gruweldaden ze mis
schien eens zullen verplicht worden, ter
wijl aan de Vrijmetselaars, zeg ik, die in
alles blindelings moeten gehoorzamen en
dus van hunne individueele vrijheid bijna
geheel afstand doen, alte politieke rechten
verzekerd worden, berooft men zoo incon-
6teq,u|ent e|n ongóiondiwettefijtfc mogelijk de
Religieuzen van hun kiesrecht, Religieu
zen, die slechts gehoorzaamheid beloven
in bepaalde punten, volmaaktellijk gekend en
altijd in overeenstemming m.et heit geweten
en het goede. Mogen toch spoedig die Ka
tholieken hier wakker worden en door
krachtige politieke actie de Maconiök® dui-
velsbendë op dezelfde wijze dloen opschrik
ken uit hare blijde overwimningsdrpo'm.en,
als vanmorgen lier in de stadi .eene ver
schrikkelijke hagelbui van steenen (som
mige zoo groot als een kippenei), de rus
tige bewoners van S. Jons d'el Rey. deed
opspringen uit hunne legerstede, om al wat
breekbaar was te beschermen tegen het
vernielend element. Voor eenpair duizend
gulden is er zeker vernield; alléén aan
glaswerk. Ook ons convent heeft er van
gelust, dat zeg ik u! De jongens waren vlug
ter been, om ook eens stukjes natuurlijk ijs
in de tropen te zien.
Frei CONSTAN'CIQ VAN EIJK; O.F.M,
BINNENLAND.
DE TOEPASSING DER VOORWAAR
DELIJKE VEROORDEELINGi
Wij lezen in het „Genootschiapsblad"
De toepassing van de wet op de voor
waardelijke veroordeeling is met altijd juist.
Wij krijgen den indruk, dat ziji soms wordt
nagelaten in gevallen, waarin zij goed had
kunnen werken; dat zij herhaaldelijk plaats
vindt, waar zij beter w,are nagelaten; en dat
in zeer vele gevallen verzuimd wordt bij
zondere voorwaarden op te leggen, wanneer
krachtige leiding dOor ©ene treclasseerings-
iinstelling den voorwaardelijk veroordeelde
zeer ten goede zou zijn gekomen. Liever
dan onze meening in algemeen© bewoordin
gen uit te spreken, zullen wij voortaan,
wanneer daartoe aanleiding is; mu en dan
sterk sprekende gevallen1 yermeWlen, waar-
is tebakken of brouwen, kan
haarenthalve een ooven broiodts, een
.brouwt© titers verbeuren, zonder daar
tegen te kunnen doen, en zoo zy koop
manschap in wollen of linnen gaaren
doedt, een gewigt garens, een steen
genaamdt; dog zoo zy haar met geen
koopmanschap bemoeit, alleen vier
deniers penningen)
Wie niet verschijndt, als de
klok klept (bij brand of ander al
gemeen gevaar li S.), zal een P;ondt
aan den Graave betaalen
Als de regte L'am tisheer van
Hollandt te velde trekt, zuilen
dé Alkmaarders hem, na verloop van
tien Jaaren, dienen met zooveel man
schap, als bij 'sGraaven Raadt, zeffens
de Schepenen der Steedie, zal goedt
geagt worden
Miaair uit byzondere gunst
worden zij voor den tijd van
tien Jaaren van gemelde las
ten vrijgehouden, behalven
van den Krijgstocht tegen de
Viriezen" o
Ziehier de meest interessante, de meest
typeerende artikeltjes uit Koning Willem's
brief; in onzen tijd van gelijk recht vo.or
allen kunnen wij niet zoo gemakkelijk be
grijpen, dat deze brief voor de Alkmaarders
van de 13e eeuw een gulle bevóórrechting
heeten moest: toch was dit inderdaad
het gevalt
Sommige briefartikelen zijn meteen tref-
in wij meenen, dat een ander vonnis dan
het werkelijk gevelde vooral uit reclassee-
ringsoverwegingen wenschelijker ware ge
weest.
X is een man van middelbaren leeftijd.
Een verzorgde opvoeding heeft niet kunnen
beletten, dat hij reeds jong ging 'drinken en
zwieren, en, als voorloopige afslluitóhg van
een periodé van mislukking als kotoniadl
naar Indië ging. Daar gaat hij voort te
drinken en vandaar komt hij' na eenige
jaren met een rood paspoort terug naar Ne
derland, waar hij rondzwalkt, voor een kléi
nen diefstal straf krijgt en ten slotte in
Veenhuizen terecht komt, alles ondanks den
steun van familieleden, die eerst afe alle
hoop verloren1 is, hun handen vain X aftrek
ken. Volgt een diefstal uit armoede op .een
oogenblik dat hij dakloos is. Voor dit feit
wordt hij, vermoedelijk tot eigen verba
zing met eene voorwaardelijke veroor
deeling beloond, en wel zonder oplegging
van bijzondere voorwaarden, zonder de ze
kerheid dus dart deze zeer veriaopen; duk-
'looze dronkaard den steun en de leiding van
©en reclasseeringti-instelling zal hebben,
integendeel: de man meldt zich na zijn
veraordeeling bij zulk een instelling aan, die
hem om verschillende redenen meent te
moeten afwijzen,
Wat blijkt uit deze waar gebeurde histo
rie? In de eerste plaats, dart in. dit geyal
©en voorwaardelijke verooïdeieiing ss uitge
sproken zander voldoende vooronderzoek.
Want wij zijn overtuigd], dart ier geen rechts
college in Nederiaud te vinden zou zijn, dat,
al het voorgaande wetende, toch een voor
waardelijke verooideeling zou uitspreken.
In de tweede plaats dart, uit medelijden
en in verband alleen meit hert. laiaitst ge
pleegde feit, een man voor voorwaardelijke
veroordeeling in aanmerking is gebracht,
die reeds bij oppervlakkige bekendheid met
de omstandiigheden. die toch ongetwijfeld
bestond; Veenhuizen, drankmisbruik,
voorstraf dbor diefstal daarvoor nauwe
lijks ,als geschikt kajn worden beschouwd;
.en die, in de derde plaats, daarvoor zeker
niet in aanmerking had mogen gebracht
worden zonder hem tevens hulp en steun te
verzekeren. Er bestaat nog .aan 'betreurens
waardige onderschatting van de beteekems
van d© reclasseeringshulp' bij de voorwaar
delijke veroordeeiing. Wie kan nu in ge-
moede meenen, dat zoo'n volkomen berooi
de, daklooze .dronken zwerver zich plotseling
een eerlijke carrère zal vormen, indien hem
als eenige steun wordt meegegeven de drei
ging, die in een voorwaardelijke veroor
deeling ligt opgesloten?
BUITENLAND.
„VODJES PAPIER",
De leugen, dat de Rijkskanselier de woor
den vodjes papier in den Rijksdag ge
bruikt heeft zoo meldt het Wolff-bur.
is door de vijandelijke pers zoo. vaak her
haald, dart vele personen in Duftschfandl
zelf daaraan gelooven. Daarom wijzen wij
nogmaals erop, dart wij deze woorden slechts
kennen nit het rapport van den Engelschen
ambassadeur, waarin zij vier dagen nadat
zij |haeten uitgesproken te zijn, werden op,
geteekend.
Hoe de dóór onze vijanden, en niet al
leen door de vijandelijke piés, veelbesproken
zin van' 4/8 '14 vervormd wordt, kan het
volgende voorbeeld dienen
In de rede, waarmede Briand in 19/12
in den Senaat zijn tweede antwoord op
het Dujitsdve vredesaanbod mededeelde,
zeide Jiij volgens het stenografisch verslag:
Men moet zich, om ze tegenover de ver
klaringen van gisteren te leggen, de ver
klaring herinneren, welke. diazeSfde kanse
lier in zijn trots, toen Snij nog aan de over
winning geloofde, uitte. Hij zeide toen:
„Ja, wij hebben de neutraliteit van Bel
gië en Luxemburg met onze eer gewaar
borgd; maar .er zijn oogenblikken, waarin
groote mogendheden, zooals de onze, die
zich uitbreiden en heerschian willen, ondfer-
teekenünigfein mlolelien verloochenen, ook
zjoiodanijgë, waarbij dé eer verpand is, .en
ze als vodjes papier behandelen."
De .verdedigers van hert- nedhlt, merkt de
„Ljokal Anz." op, hebben zulke vervaföchin-
gien n'oodïg, om de rechtvaardigheid van
hun zaak 'te verdedigen.
'J I I i f. i j '((ui,.'
We hebben deze tegenspraak nooit „au.
serieux" gehoord'.
ffende staaltjes van de ruwheid der toen
malige zeden„Oog om oog; tand orn
tand,!" zeggen ook wij nog wel eens, doch
zóó letterlijk als de. 13e eeuwsdhe Alkmaar
ders bedoelen wij die spreekwijze niet meer.
Tl; 'l
Om echter weder op ons verhaal van
Koning Wiilem's daden rond Alkmaar terug
te komen: 't was in den strengen winter
van het jaar 1255, toen allerwegen de
wateren „met ys ter dikte van een voet"
overdekt lagenelf maanden lang had Ko
ning Willem zich met zijn troepen voorbe
reid op den grooten aanvalnog telkens was
'hij ervan teruggehouden, waarschijnlijk ten
gevolge van minder gunstig getij. Thans, nu
het ijs de zwaarst uitgeruste legers wel zou
kunnen dragen, thans durfde hij 't aan:
Hij trekt öp naar de reeds vroeger
door hem bemachtigde Vromer-velden.
De Heerhugowahrd toen één groote,
onafzienbare watervlakte tusscben Vronen
en de West-Friesche oevers strekte zidi
voor den veldheer uit; hard bevroren
lagen de wateren daar de thans zoo
talrijke bewoners van den H'eerhugowaard-
polder moeten zich dat eens goed inden-
den! hard bevroren lagen de wijde wa
teren daar, zóó, dat Melis Stoke spreekt van
„een groote ijszee".
Dit sterke ijs nu diende het leger vatt
den Hol lands chen graaf, dlat zidh in twee
troepen verdeelde, ten heirbaan.
De eene troep, aangevoerd door Heer
Willem van Brederode, behaalde de over
winning op de Drechterlandersde andere
troep volgde den Koning-graaf in de rich
ting van het West-Friesche dorp Hoog?
woud.
I.