RDS".
HfLEESC!
Tabak van J. R. Keuss
m
i o. 14
UIGEN.
Ulf -Jr.
b3 Ukmaar»
Zaterdag- 3 Februari 1917
I
OON Zn..
EM.
.116,
DIT BLAD VERSCHIJNT DINSDAG,
DONDERDAG EN ZATERDAG.
Onze noodtoestand.
i
faul de vagebond.
26.
•■I
- -
eureur, Direc-
d
rt, geeft de
t Ons f 2.
OMSDBL"
AAL-, KAPOK-
)D£N en alles
amer behoort,
pzQn van
Ie in den zandgrond
Prijs f 35.—.
BH&BANCÜBü'E.
«S, GIERVATÊM,
vanaf f 25.—.
5MÖLENS, WAM-
g (fp pront.
Aanbeveiend,
üwwerlctulgen
COOP;
iugènteelt en 2 pond
rstgele bij J. VAN
>j karspel.
erkrijgbaar
cwalitelt
u
MEIJER,
tat 82 Bergen (N.H.)
Uitgave .van de Naamlooze
Vennootschap „ONS BLAD"
ALKMAAR.
gur.BREEDSTRAAT 12.
Telefoon No. 433.
ONS
ABONNEMENTSPRIJS:
Per kwartaal franco huis.
Met geill. Zondagsblad
bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers:
van de courant
van het Zondagsblad
90 ct.
125 ct.
3 ct.
5 ct.
ADVERTENTIËN:
Van 15 regels50 ct.
Elke regel meer10 ct.
Reclames per regel25 ct.
Kleine adv.: 30 woorden bij vooruitbet. 30 ct.
Nu kan zelfs dé meest onverstoorbare
bptimist niet langer zijn luchthartigheid
behouden, nu moet een ieder wel inzien,
[lat de nood ten hoogste stijgen gaat en
i^jat er een gunstige ommekeer komen moet,
iril ons volk niet in groote ellende verzin
ken in groote ellende van 'niet langer te
verduren gebrek aan alles in de mis
schien nóg grootere ellende van. een oorlog
[tegen een nog onbekenden vijand
Door de nieuwe maatregelen door de
Centralen aangekondigd, wordt het verkeer
van ons land met de vijandelijke landen
geheel afgesloten. Plet verkeer met de neu
trale landen, en wie denkt hierbij niet het
[eerst aan - Amerika, dat in menig opzicht
kis een voorraadschuur gelden kan, wordt
bijna geheel onmogelijk gemaakt.
De tocht naar Amerika zal in de nieuwe
Omstandigheden slechts mogelijk wezen,
vanneer de schepen onze territoriale wate
ken houden, langs de territoriale Deensche
Latereu stevenen en dan op een verren
pfstand van het Engelsche gebied, langs.de
Faroer-eilanden op de Amerikaansche ha
vens aansturen. Is een dergelijke reis mo
gelijk ïiiet den kolenvoorraad, die men in
kan nemen en de andere omstandigheden,
waarmede men rekening te houden heeft?
Wanneer wij ons de Engelsche blokkade
linie (loopend met een boog van ons eiland
kmeland tot aan de Deensche kust) en de
Duitsche (geheel Engeland in een wijden
kring omvangend) voorstellen, dan wordt ons
isolement ons duidelijkdaar komt geen
'schip door, in welke richting ook,
Hoe zal nu Nederland zich van voedsel
doorzien
Wat baat het ons thans, dat wij dien
rijken en vruchtbaren Oost-Indischen Archi
pel bezitten, „welke zich daar slingert om
[len evenaar als een gordel van smaragd
Zeker, de maatregelen die in de nota's
worden aangekondigd, zijn allerminst recht
streeks tegen ons gericht. Voor de „neutra
len" worden zelfs „welwillende" uitzonde
ringen gemaakt en aangegeven.
Doch zoo weinig vertrouwen schijnen
^elfs de „welwillende" uitzonderingen, den
neutralen aangeboden, bij onze regeering
'te wekken, dat zij dadelijk het uitvaren
ivan de schepen verboden heeft, of daar
tegen heeft gewaarschuwd. En toch gelden
voor de neutrale schepen, welke in het af
gesloten gebied zich bevinden, tot 5 Fe
bruari nog gunstige bepalingen, waarvan
de neutrale scheepvaart in haar geheel
[misschien zou kunnen profiteeren.
En werd niet als een treffend bewijs
der nietswaardigheid van de „welwillend
heid", onze neutraliteit toegezegd reeds
j Donderdag een Nederlandsch schip, de
stoombeuger „Hendrika", door een Duit-
schen onderzeeër beschoten?
FEUILLETON.
Naar het Engelsch van BOW, BELLS-.
Hij was een van de edele soort der on-
beschaafde tnenschheid; zooafe hij daar f
[stond met zijne zware schouders en breede f
[borst, idiie van gejaagdheid klopte. De wa
terdroppels hingen in zijne verwarde krullen
[en glinsterden in die zon gelijk diamanten,
[en zijne geheel© houding en gelaatstrekken
Voegen nog 'diezelfde uitdrukking van on-
schiuil|d| iejn -vjertrouiwen,welke vroeger die
[groote bekoorlijkheid van den kleinen P,aul
iwaren.
Na eenige «ogenblikken zette: bij zijn
[grooten, vilten hoed op én ging naar de
herberg.
De voerman, die nu zijne bierkruik ver
wisseld had voor een groot stuk brood miet
[spek, zag op, toen bij nader kwam.
„Goeden morgen," zeide Pau®, met een
j vriendelijken lach. „Een heerlijke dag, niet
I Waar?"
„Ja, dat i§ het," zeide de mam, 'diiie goed
[gehumeurd scheen. „Op een tochtje uit?"
Paul knikte mei; bet hoofd;.
„Wilt gij eens, drinken?" vroeg de man,
[haar de kruik met bier wijzende.
Paul nam het aanbod1 aan «m dronk eene
Volle teug, waarna hij flink adem haalde
om iijne voldoening uit te drukken.
„Dank u," zeide hij en zette de kruik
[.Weder neder.
„Het smaakt goqd, hé zeidq de vroolijke
[Voerman ".achend, „en waar die van daan
[komt, is nog veel' meer, dus spaar het niet.
f Zij doen de- zaken niet ten halve, wanneer
zij beginnen," vervolgde hij, terwijl hij met
zijn 'knipmes naar de herberg wees. „Ik ben
nog nooit in mijn leven met zulke door en
Het heeft vrijwel zijn kracht verloren,
als men tegenwoordig het onrechtvaardige
van 't een of ander bewijzen wil met ver
wijzing naar het volkenrecht.
Toch willen wij er bij dezen wederom
eens op wijzen, dat Duitschland voor de
zóóveelste maal daartegen zondigtook
wij, die niet in oorlog leven, zouden anders
misschien het volkenrecht geheel ontwend
raken en óók niet meer recht van onrecht
weten te scheiden.
De Engelsche blokkade heeft hoe
hinderlijk die voor onze scheepvaart ook
niet zelden was althans nog eenigen
schijn van een werkelijke, niet tegen het
volkenrecht strijdende blokkade, en, wat
in de praktijk natuurlijk de hoofdzaak is,
verhindert uitsluitend de scheepvaart op
Duitschland. De nieuwe Duitsche blokkade
heeft echter in wezen niets van een blok
kade. Zij is niets dan een verklaring: elk
schip, dat in de grootste en meest bezochte
verkeerszeeën gevonden wordt, zeeën met
een gezamenlijk oppervlak zoo groot als
West-Europa, onverschillig of het vaart van
of naar de door ons „geblokkeerde" landen,
wordt door ons vernietigd, de bemanning
aan "het gevaar van een vreeselijken dood
blootgesteld. Het is geen blokkade, het is
een zichzelf gegeven vrijbrief om in het
wilde neutrale schepen te vernielen en
scheepvarenden in den dood te jagen.
Hoe wij echter bij dit alles ook toornen
mogen: het baat ons nietlijdelijk zullen
wij moeten wachten, wachtenal
künnen wij niet wachten.
Wij hebben vertrouwen in onze Regee
ring, doch vreezen, dat zij, ondanks haar
meest vertrouwenswaardig werken, niet het
hier noodige zal kunnen bereiken; mis
schien dat hopen wij zal Wilson
méér vermogen
Meer vertrouwen stellen wij op God, dat
Hij ons moge redden'in onzen zoo hoog
gestegen nood, dat Hij ons behoede voor
verdere ellende, dat Hij ons liefderijk be-
warg vooral voor den oorlogsgruwel.
BINNENLAND.
NEDERLAND EN DE OORLQQ.
DlE VERSCHERPTE ZEE-OORLOG.
Omtrent de fin Dan Haag gehouden con
ferentie van reediers wordt vernomen, diat be
sloten is de schiepen voortoopiig niet te laten
uitvaren. Ook aan de gezagvoerders van
Niadieriandlschie schepen in. dein vreemde en
N.-Indlië zat wordlen geseind, imi afwachting
van nadiere instructies, de terugreis niet te
dóór goedaardige menschen uit geweest.
„Eet en drink, en wees er niet bang voor,"
zeggen zij, en ik doe het ook met groote
bereidwilligheid."
„Pilei zierpartijtje?" vroeg Paul
„Ik weet ten minste niet heter," ant
woordde de voerman. „Het zijn die come-
d'ianten, uit gindsche stad, 'en zij gaan
na,ar het bosch nogeen tailf uur verder,
pm er een vrootijken dag van te hebben."
„Zouden ze niet iets voor mij te doen
hebban?" zeide Paul, „ik ben in dleze stre
ken goed bekend, in de laatste negen jaren
ben ik hier altijd bij; den hopoogst geweest
en de herbergierster kan well infoirmatiën
omtrent mij geven, indien dat noodig is. Ik
heb menigen dag voor haar gewerkt en zij
iis altijd zeer goed tevreden over mij ge
weest."
„Nq, koetsier, wij zijn gereed;" riep Mor
rison door het venster van -de geiaichkamer,
„als wij niet een beetje haast maken, zullen
wij van daag nog niet eens in hiet bosch
komen."
„W,adht maar eventjes," zeide dé man tot
Panll, terwijl hij ging opstaan en zijin mès
diiichtlcniipte, nadat hij nog eerst een goeden
mondvol genomen had. „Er zal wel iemand
noodig wezen om de manden het bosch in
te dragen, mij met de paarden te helpen,
en zoo nog al mieer. Ik zal eens; gaan
hooren."
Hij slenterde het huis in en na eenige
oogenblikkien zag Morrison door het venster
naar hein. Daarop kwam de herbergierster
ook kijken.
„Zoo, zijt gij; het, Kaptein?" riep zij, „ik
heb 'U| al lang verwacht, nu de hopoogst
afgel'oopen is en de werklieden weer ver
trokken zijn."
Paul raakte zijn hoed aan en; maakte eene
stijve buiging. Hij was ©en weinig verlegen,
want achter de hospita en Morrison zag hij
nog ©ene gebeefe batterij oogen, die op
faem gevestigd1 waren.
aanvaarden. Voor wat betreft die schepen
idliie raeidis onderweg zijn, werd besloten aan
de Duitsche Regeering ©en opgave te ver
strakken mét verzoek althans deze schepen
voor molest te vrijwaren.
Inmiddels zullen 'vertoogen worden ge
richt en onderhandelingen gevoerd! om aan
den hiuidli'gen toiastand, waardoor ons land
als 't ware geblokkeerd' is roet al idle voor
heet «Je bevolking nog niet te overzien©
'ernstige gevolgen ©en einde te maken.
KAAS.
Het bestuur der Kaasvereeniging wijst er
in 'eene circulaire nogmaals op; dat ter
voldoening aam de E. F. verplichting slechts
kaas naar Engeland 'en Frankrijk mag wor
den gezonden omder nauwkeurige opvol
ging van de door het bestuur gegeven in
structies.
Al de ,kaa;s, welke naar Engeland gezon
den wordt, moet bij die Bian;k of England
betaald worden door idlen Engels ch en af
nemer,
Voor kaas, welke door het verloren gaan
van een schip Engeland miet bereikt, wordt
geen toeslag gegeven, doch deze kaas komt
we! in aftrek van de E. F. verplichting.
Wondt echter het sdhip' waarmede kaas
roet bestemming voor Engeland vervoerd
wordt, door Duitsche strijdmachten opge-
braaht, zoodat de kaas inderdaad in het be
zit van Duiiischlaud komt, dam komt deze
hoeveelheid niet in aftrek vain de E. F.'Ver
plichting, doch van de D'. H. H. verplichting,
In het E. F. boek moet dan een herstel
post worden aangebracht, 'die door de'im
porteurs der vereeniginig na ingekomen ver
zoek zal worden verricht.
Deze laatste, 'bepaling treedt in werking-
op 1 Februari 1917.
VAN HET BINNENHOF.
Vergadering van Wpensdlag 31 "januari.
Er was weer een kwartier verdaging
wegens onvoltalligheid noodliig.
Na verloop van dit kwartier lanceerde
de heer H uge aholtz (S.D.A.P1.) r.aar
aanleiding der weigering van Minister C o r t
van de r Linden, om van, die overplaat
sing idier Belgische vluchtelingen uit Edle
naar Nunspeet af te zijbK^jnfj» motie, ten
einde de Kamer gelégemieE,' vd geven tot
de uitspraak, diat zij ontruiming van het
Bdiensche' kamp niet gewenscht zou achten.
Aan de motie was een zonderling lot be
schoren.
De beer Ruysch de Bleerenbrouck
(R.K.) maakt 'den Minister het' bijdraaien
gemakkelijk 'door de verklaring, dat, wan
neer de Minister nadere overweging zou
willen toezeggen en inmiddels de opheffing-
zou schorsen, er z. i. voldoende reden zou
zijn om de motie welke spr. mede had
onderteekend in 'te trekken,.
De Minister, die werd bijgevallen' door
den beer Otto. (Ü.L.) bleef evenwel op
zijn' stuk staan. Hij verklaard©, indien de
motie zoiu worden aangenomen,, niet voor
haar uit den weg te zuliep gaan, hoewel
hij niettemin de aanneming zeer zou batreu-
ren, omdat ide Kamer daarmede z. i. zou
uitspreken vooor een belangrijke bezuini
ging ongevoelig te zijn. Alleen wilde hij
beloven de juistheid der gemaakte bereke
ningen nogmaals, te laten nagaan; evenwel
niet door een commissie' en zonder r.ader
„Hein aanbevelen? wel zeker, kan ik
daft," vervolgde de vrouw, „ik heb hem
reeds negen jaar gekend en nooit in al
dien tijd heeft hij iets oneerlijks gedaan of
iets onbeleefds gezegd. Nooit dronken, nooit
vloeken, en zoo ijverig als er maar één
jongen im. geheel Engeland is; ofschoon ik
moet zeggen, dat hij een zwervend' leven
leidt." 1
„Dat is goed genoeg," zeide' Morrison,
„gij kunt, hero medenemen, koetsier. Wij
zullen werk genoeg voor hem hebben,
denk ik."
Paul glimlachte verheugd, ging naar de
paarden, streek de ruwe dekken glad; en
leunde met zijne wang tege|n hunne neuzen,
alsof zij oude; keinnisseni warejr».
„Hij is een goeide jongen; een goede
jongenzeide de hospita; „Ik herinner
het mij nog best toen hij hier voor het
eerst kwam, een arm, vermoeid; in lompen
gekleed kind, zoodat bet iemanidia hart deed
bldeden hem te zien. Ik gaf hem eten en
een bed, -maar, lieve hemel! des- morgens
was. hij met de leeuiwêrikken open had'
reeds den haard geschuurd en de messen
en vorken schoongemaakt, en zoo goed
als gij het maar wenschen kunt, mijnheer."
„Hij ziet er wel' naar uit," viel Morrison
haar in de rede. 1
„Ik wilde hem bij mij: gehouden hebben,
gaar daar had! hij geen ,llu|Sit in. Hij' ginig daar
om naar de hopvelden «en kreeg door een
briief, welken 'mijn goede man. hem mede-
gaf, werk in ©en tuiin; die op ongeveer
©en .uur aïstands van.1 hier ligt. Een aardig
sommetje heeft hij al verdiend en bespaard.
Hij komt ieder jaar hier naar zijne oude
plaats terug, hoewel hij' reeds lang eene
goede betrekking had kunnen krijgen, hier
of in dte stad waar gij' geweest zijt, want
hij werkt daar den geheelen winter en .ook
nog in het Voorjaar, en menigeen zou hem
gaarne witten hebben, maar zoo'als ik u
gezegd heb, hij is van een zwervenden aard
debatover die zaak te willen afwachten
en zonder die overplaatsing uit te stellen.
De Kamer was één 'open mondl van ver
bazing. En dat niet zondier reden
De belofte des Ministers mist iiediere prac-
tische beleekenis ien klopt allerminst op de
motie en den wenscb van. .dien heer Ruysch
de Bieerenbrouck.
Van liet vele belangrijke, dat we hij de
behandeling der Afdleeling Hooger en Mid
delbaar Ondier wijs hoorden, vermelden we
vooreerst de redle van denbeer No. lens
(R.K.) over de organisatie van de Staats
bemoeiing met het Onderwijs.
M-et de behandeling der onderwijszaken
gaat het niet zooals bet gaan moet, be
toogde spr. 'Nu wilde spr. ter verbetering
van dezen toestand geen aan dte wisse
lingen der politiek onderhevig Diepiarrement
van Onderwijs, idloch wel die aanstelling-
van een 'directeur-genieraai voor bet ondier,
wijs, die in contact zou zijn met het Par
lement en hieraan ook verantwoordelijk zou
moeten zijn,.
S Voorts 'klaiagde de afgevaardigd© van
j Venlo, evenals de heeren v. Rijnbergen.
I (R.K.), Marchiant (U.L.) en Gerhard
(S.D-A.P.) over de schrielheid des Ministers
I ten aanzien der uitbreiding van het vak
onderwijs.
Ons uit- het hart gegrepen was die klacht
van den heer Gerhard (S.D|.A.P.) over
de voortdurende opdrijving van examen-
leischen en ide overschatting va" parate
kennis, waardoor het onderwijs meer en
meer ontaardt in inpompen van allerlei
feitenkennis, tot het vormiern van volwas
senen ir» kiinderformaat, zulks tot schade
van de 'ontwikkeling vara (htejt yemstandi en van
het waarachtig studeeren, dat moet voor
bereiden voor :de ware leerschool, het leven
in het beroep, hielt ambt zelf.
Daarin 'bijgevallen door die heeren Iz e r-
man (U.L.),-A l'btarda (Sj.D[.A,Pi.) en Lob-
taan (C.H.) pleitte de heer Limburg
(V.Dl), 'ervoor, d'at reed!» dit jaar een, ont
werp zal 'komen om aan het bezit van het
'einddiploma eener H. B|. S, mfeit ó-jarigen
cursus het recht te verkenen te gaan stu-
d'eeren in ide wis- en natuurkunde aan een
universiteit. Zou de Minister weigeren, dan
zal de afgevaardigde een uitspraak der
Kamer uitlokken.
Vergadering van Donderdag 1 Februari.
Er kon zoowaar op tijd worden begon
nen Die 51 waren .-ar om half twaalf pre
cies. Zoadat Minister Curt van der Li li
jden -niet behoefde te wachten rnet zijn
radje1 voering ter beantwoording van hen,
die over het Hooger en Middelbaar Onder
wijs bet woord hadden- gevoerd.
Z.Exc. maakt ide opmerking, dat een aan
de wisselingen der politiek onderhevig De
partement van Onderwijs die gewenschte
coinitinuiiceiit in de. behartiging dier onder
wijszaken niet zou waarborgen en dat de
aanstelling van een aan de Stoten-Gencraal
verantwoordelijk ambtenaar miet verse nig-
baair zoiA-,!zijn onet de Grondwet
Die gro-ote heteekenis van hiet vakonder
wijs werd ook door idten Minister gevoeld'.
De financi-eele toestand verzet zich; ©ven
wel tegen hooge uitgaven. Echter erkende
Z.Exc., dat uitgaven voor bet, bedoeld© on
derwijs betrekkelijk gering zijn in verge
lijking: met hei' nut, «lat .ervan te verwach
ten is; waarom hij leen su-ppeloire beigroo-
ting -in -het vooruitzicht steldie.
Met den heer Gerhard en dus ook
m-et ons bleek de Mniister het eens, iten
aanzien van de oingewenschf© opdrijving
der examen-eiischen en- die overschatting van
parate kennis. Z.Exc. mieemdle, diat er allicht
-iets zou kunnen worden verbeterd door bij
examens meer vrijheid1 van keuze van wi
lder werpen te geven.
Aan den heer Van Wi ij ui b e r g e 11 werd
de verzekering gegeven, diat bij subs-Ldi-
eering van het vakonderwijs niet op richting,
doch alleen, op het onderwijshelaing wordt
gelet. Er moet behpefte zijn, aan het onder
wijs en dit moet voor ieder toegankelijk
zijn.
Ten aanzien der pensionineerilng van
weduwen .en weezen van leeanen vain bij
zondere H.BIS, en Gymnasia kwam Z.Exc.
niet verder dan die toezegging een kosten
berekening te zullen maken.
Tegen de verzwaring der eischen voor
het eindexamen H.BI-S. en Gymnasium, werd
nader opgekomen door de heeren Bl ois-
sevain (V.L.) en Schaper (S.D.A.P.).
En zij vonden den .Minister aain hun zijde.
Evenwel zag Z.Exc. geten kans afdoende
verbetering te verkrijgen, zoolang het vak
onderwijs nog niet zelfstandig .en los van
de Hi.B-S! (fftaait en de stupiie-eiscben- pan
de Technische IioogesdhooJ; waartoe die
Hi.Bj.S. moet voorbereiden, nog niet zijn
verlaagd.
Avondvergadering van Donderdag 1 Fiehr,
Bij 'de voortgezélte behandeling der Wa-
ters'taatsbegro'Ofti'nig schilderde die heer K oo-
l en uitvoerig en met groote idiudeilijkheiid
de jaarlijks in Noordelijk Brabant terug-
keq-ende ellende en moieilijkhieiden' van al
lerlei aaid tengevolge dar oiver&troóming-
van de Bursche Maas en met krachtigen
nadruk drong de afgevaardigde van het door
den watergolf zoo telkens gestotterde ge
bied aan op de uitvoering van werken 'ter
verbetering van den toestand! waarbij hij
steun ontving van de heeren Blomgaerts
en Van Ssjss© van Ysselt, die zich
daarbij beriepen op de mede' zolo' 'dikwijls
aan de bewoners der streek gedhne belof
ten.
Minister Lely deed op zijn beurt die
belofte materiaal te zullen verzamelen om
in, den geest der sprekers: een beslissing
te kunnen nemien tusschen die tegengestelde
meeningen, welke bij autoriteiten, omtrent
de quaestie bestaan
De heer Bomgaerts, die dlaiarna aan
drong op spioed 'miet de uitvoering der Maas
kanalisatie. werd verblijd mat de verklaring,
dat ook de Minister den grootst mogelijken
spoed wil betrachten, Evenwel zijn verschil
lende moeilijkheden te overwinnen, vooral
bij de onteigening der moedige terreinen,
Oveir het verkeer op da wegen wendl
vooreerst gesproken 'door dien heer Van
Sasse van Ysselt, die aandrong op
©en wijziging der Motor- «n Rijwielwar,
.teneinde ook de voetpaden, langs de wegen
te beveiligen, en op een verbod van 'be
rijden der rijwielpaden met motorrijwielen;
voorts door den heer Koster, die alle
voertuigen wilde verplichten rechts te hou
den en van achter een rood licht te Voeren,
de rijwielpaden beter wilde zien onderhou
den en tollen, waar rijwieden en motor
rijwielen vrij doorheen mogen, een voldoend
broeden doorgang voor die voertuigen
ALKMAAJRSCHE
en nooit zoo gelukkgi' ali» wanneer liij in
de lianen, en velden kaïn zingen en werker-
en zoo bruin lm die zon wordt als een
gipsy. Hij' zal eens ©en goede mam wor-
den voor ©en meisje, en is ook zoo arm
hiet, want hij' heeft al een aardig som»
metje, bijna twintig pond; die ik in handen
heb om, voo. rhem te bewaren."
„Wlezenlij'k een respectable rondzwerver,"
Zeide Morrison, die met veel belangstelling
naar het verhaal' had geluisterd, „en -een
knappie kerel oip den koo- ptcie. Hoe is zijn
naam1?"'
„Dat kan ik ui - niieit zeggen-," zeide de
vrouw, „wij1 noiemien hem altijd kapte®,
want, ziieit gij, ihiji was -eerst kaptein ov-er die
kinderen van de hopmaaiers, en nu is- hij'
hiet hoofd' van de jongelieden, omdat hij -een
soiort van opzichter in dleu tuin is, waar-
hij' werkt. Wiiji -hebben er noodt aan gedacht
om blem naar een anderen -n-aam te vra
gen," c
„W,at is er ook aan dien naam gelegen,"
zeide Morrison., die van zijn stoel opstond
en icien .extra zilveren geldstuk iin> d-e hand
van die hospita, stop-te. „Maar, komt vrien
den, laat ons gaan! Kom, Marie."
Paul stoindl bij' den wagen gereed om
eene behulpzame hand' te bieden indien
het noodig -mocht wezen, dn menige, vrien
delijk» blik word hem toegeworpen door
de dames van het gezelschap, terwijl ziji zijn
schoon gelaat beschouwden en aian zijne
«enigszins ramaritisqbe geschiedenis 'dadhit-en.
Eindelijk was| 'het de beurt van Marie.
OVERAL VERKRIJGBAAR
Zij kwam vrqolijk naar die paarden toe,
streelde ze met hare Lieve handen en moe
digde z-e aan met hare liefelijke ctem.
Zij wierp niet ©ens een blik op. Paul,
maar vloog hem met hare fladderende klee-
deren en lint-en voorbij', terwijl zijn hart
kioipte en zijde wangen gloeiden; en hij
zich teleurgesteld' gevoelde, dat zij' hertr
niet herkende.
Hij' stak zijne hand uit oimi haar naar
boven te hielpen, maar met .eene behoor
lijke beweging sloeg ziji hem af en wenkte
één uit de groe pbewond-eraars, die haar
spoedig op de voo-rsite zitplaats, bij' dien
koetsier hiielp, van waar zij op den mederi-
gen Paul nederzag met eéi verachtelijken
plooi van hare lippen en den- blik ©ener
jonge 'koningin. Hij' wendde zichi bedroefd
om en bukte zich, zooals het scheen om
naar de riemen de rpaarden te zien, maar
eigenlijk omi zijn wrevel en verdriet te ver
bergen.
„Zij' heeft mij' vergeten," mompelde hij,
sproeng toe met een gevoel van trots op
eene van de banken en stak. zijn hoofd
met 'een zeker besef van .eigenwaarde fier
omhoog.
De koetsier klapte met dip zweep, en het
rijtuig rolde voort, terwijll Marie vroolijk
lachte en met een blik van verachting maat
bet verdrietig gelaat van Plauit keek.
I
(Wiordt vervolgd.)
- I
I
Tl
1
11
j-
'M