No. 22. Donderdag 22?Februari 1917, lUGüSTiüiis mpis giili», bisschop m iuileh He Jaargang Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „ONS BLAD" ALKMAAR. Bur.: BREEDSTRAAT 12. Telefoon No. 433. ABONNEMENTSPRIJS: DIT BLAD VERSCHIJNT DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG. ADVERTENTIËN: Per kwartaal franco huis. 90 ct. Met geïll. Zondagsblad 125 ct. bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers: van de courant 3 ct. van het Zondagsblad 5 ct. Van 15 regels50 ct. Elke regel meer10 ct. Reclames per regel25 ct. Kleine adv.: 30 woorden bij vooruitbet. 30 ct door de genade Gods en de gunst van den Apostolischen Stoel Huisprelaat van Z. H. den Paus, Assi stent-Bisschop bij denPauselijkenT roon, aan de Geestelijkheid en de Geloovigen van ons Bisdom, ZALIGHEID IN DEN HEER. Den negen en twintigsten Juni a.s. zal het vijftig jaren geleden zijn, dat Z. H. Paus Pius IX, om de aan hem toevertrouw de kudde van Christus in het H. Katho liek Geloot te bewaren en te versterken, en tot den strijd tegen ongeloof en zonde aan te sporen, onze Martelaren van Gor cum plechtig inschreef op de lijst der Heiligen, en het heerlijk voorbeeld dier allerdapperste krijgers van Christus ter navolging voorstelde. Dien gedenkdag hopen Wij dezen zomer met passenden luister te vieren, maar reeds nu wenschen Wij in uw geheugen terug te roepen den heldhaftigen dood dier Marte laren en de reden, waarom Zij die onder gingen; immers in onze dagen zijn mis schien _meer dan ooit zulke lichtende voorbeelden van zelfverloochening en offer vaardigheid noodig, om de goeden van wille moed te geven en de lichtzinnigen op den goeden weg terug te brengen. Gij weet allen, Beminde Geloovigen, en Wij behoeven niet te beschrijven, hoeveel verguizing en spot, hoeveel ontbering en lijden onze Martelaren te verduren hebben gehad, met hoeveel lijdensmoed en blijde offervaardigheid zij dit alles verdragen hebben en hoe zij, God dankend en den lofzang „Te Deum iaudamus" zingend, den dood zijn ingegaan; maar met het oog op hetgeen wij telkens weer onder onze Katho lieken kunnen waarnemen, achten Wij het zeer gewenscht om uwe aandacht te vesti gen op de waarheden, waarvoor zij deh marteldood zoo blijmoedig hebben ver duurd. Herhaaldelijk werd hun beloofd, dat zij vrij zouden uitgaan, wanneer zij verzaken wilden aan den Roomschen Opperpriester, en het geloof aak" de waar achtige tegenwoordigheid van Jezus Chris tus in het H. Sacrament des Altaars wil den opgeven; vooral voor deze twee pun ten van ons H. Geloof zijn zij gestorven. Wanneer wij de vraag stellen, waarom de vijanden van de Katholieke Kerk zoo veel hechtten aan hetgeen onze Martelaren geloofden, dus eigenlijk i n w endi g dachten over het gezag van den Paus en over het Hoogheilig bacrament, dan ligt het antwoord voor de handomdat zij wel wisten, dat wie zich aan het gezag van den Roomschen Opperpriester onttrekt, niet meer Katholiek wil wezen in zijn handel en wandel, en dat hij, die het H. Sacra ment des Altaars verwerpt en dus aan de H. Communie verzaakt, niet meer Katho liek kan blijven leven. Wat die ruwe en meestal onontwikkelde vijanden van ons H. Geloof begrepen, behoeven wij natuur lijk niet nader toe te lichten en te bewijzen maar als wij erkennen, dat zonder dat geloof, zonder die inwendige instem ming van ons verstand aan die geloofs waarheden," ook ons uitwendig geloofs leven moet afsterven, het is niet minder waar, dat een leven in strijd met die waar heden op den duur ons gelooi zal aantasten en in ieder geval zulk een geloof tot een dood geloof maken en eenmaal tot grootere veroordeeling leiden zal. Den ontrouwen dienstknecht, die wist en geloofde maar er niet naar handelde, wordt naar het woord van Onzen Heer Jezus Christus zeiven toegevoegd„De ore tuo te judico, server nequamUw eigen mond spreekt uw veroordeeling uit, booze dienst knecht" (Luc. XIX, 22)daarmede is dus door onzen Heer het vonnis geveld over al diegenen, die zich katholiek blijven noemen en op de vraag, of zij het werke- lijk zijn, met verontwaardiging zouden antwoorden, dat zij toch dagelij ksch aan God betuigen„in .en voor dit geloof wil ik leven en sterven", terwijl zij zich in derdaad in hun handel en wandel onttrek ken aan de leiding van de H. Kerk en van den Paus, die er de Opperpriester en Bestuurder van is. En nu vreezen wij, te oordeelen naar hetgeen wij schier dagelijks beleven, da.t er onder onze Katholieken maar al te veel dergelijke „booze dienst knechten" zijn. Wij hebben reeds herhaalde malen in Onze Vastenmandementen en bij allerlei andere gelegenheden herinnerd aan hetgeen de H. Kerk door den mond van den Paus en de Bisschoppen vordert, en Wij zullen dit dus hier niet opnieuw herhalen; ieder uwer, Beminde Geloovigen, weet het trou wens genoeg, maar om er niet naar te handelen, zoeken velen naar allerlei uit vluchten en zijn dan nog verontwaardigd, wanneer op zulk een katholiciteit aanmer king wordt gemaakt. Wij kunnen echter niet nalaten op één dier uitvluchten na drukkelijk te wijzen, omdat deze wel het 'meest voorkomt. Dikwijls toch moeten wij hooren„dat kan niet, want het zal mij zooveel schade berokkenen iu mijn zaken" of „ik moet wel, want voor mijn zaken heb ik het noodig". Veelal is dit niets an ders dan een onware uitvlucht, of gaat men heelwat verderdan noodig ismaar be halve dit, ziet eens naar het voorbeeld on zer Gorcumsche Martelaren. Van hen werd slechts eene verklaring gevorderd, meer niet, en na die verklaring zouden zij vrij gelaten zijn en hadden zij zich kunnen verwijderen naar streken, waar zij na een oprecht berouw over hunne lafhartige verzaking van het geloofevenals eer tijds de Apostel Petrus, door een heilig leven hun zonde konden goedmaken. En hebben zij toen gedachtwij kunnen niet anders, want het is volstrekt noodig, niet voor onze zaken, maar voor het behoud van ons leven Dit toch zou geen u i t- vlucht zijn geweest, het was de bittere waarheid; maar zij verkozen den dood voor hun heilig geloof, onderdenbittersten hoon en de gruwelijkste mishandelingen, boven het behoud van hun leven, zelfs door een schïjnafval. Is dan het meer of minder bezit van geld, voor ons zooveel meer waard, dan het behoud van het leven voor hen was? Zijn de aardsche goederen voor ons meer waard dan ons H. Gelooi, die kostbare parel waarvoor men 't al met winst ver liest Ach, Beminde Geloovigen, laten wij ons zeiven niet bedriegenKatholiek te - zijn en als katholiek te leven, kan men, vooral heden ten dage, meestal niet zon der tijdelijke schade en achteruitzetting, en dtt zal wel zoo blijven; het is zelfs te voorzien, dat het eer erger dan beter zal worden. Als daarvan moet afhangen, of ons leven al dan niet luide zal verkondi gen „ik belijd ééne, heilige, katholieke en apostolische kerk", dan zou het er voor ons treurig uitzien, omdat wij vergeten het woord van O. H. Jezus Christus„Wat baat het den mensch, als hij degeheele wereld - zou winnen, maar aan zijne ziel schade lijden? Of wat zal de. mensch in ruil geven voor zijne ziel?" (Math. XVI, 26). Dit vergaten onze Martelaren niet. Met de grootste schade," met het verlies van hun leven hebben zij hun trouw aan Kerk en Paus bewaard, maar dan ook hunne ziel behouden voor alle eeuwigheid. Vereert hun heldhaftige belijdenis, maar volgt hen zelfs uit de verte niet na, en gij hebt u zeiven veroordeeld. Een dergelijke beschouwing leveit ons hun sterven voor het geloof aan de waar achtige tegenwoordigheid van O. H. J. Chr. in het H. Sacrament des Altaars. Wij denken hier niet op de eerste plaats aan het helaas al te groote getal van hen, die, aan het H. Sacrament geloovend, vergeten laat ons liever naai waarheid zeggen verzui men dat hemelsch brood der ziel dik wijls genoeg te nuttigen om een krachtig innerlijk leven te kunnen leideD, en daarom moesten klagen met den Psalmist: „Mijn hart verdorde, omdat ik vergat mijn brood te eten" (Ps. Cl, 5); Wij denken hier zelfs niet aan hen, die, hun paaschplicht ver zuimende, hunne ziel laten doodhongeren, en zich zolven afsnijden van de gemeen schap der H. Kerk; dit is onder ons zoo bekend, dat Wij daarop niet uitdrukkelijk behoeven te wijzen. Wij denken vooral aan diegenen, die zooals in de laatste jaren nogal veelvuldig voorkomt vergetend, dat het H. Sacrament als een voedsel der ziel is ingesteld, d. w. z. als een middel om het leven der ziel te bewaren, te voe den, te sterken, wel schijnen te meeneD, dat zij met veelvuldig tot de H. Communie te naderen genoeg doen voor het leven hunner ziel, en deze dan verder aan alle gevaren mogen blootstellen, ja zelfs de ziel van anderen mogen in gevaar brengen. Moeten Wij, Beminde Geloovigen, hier in bijzonderheden treden? Wij wenschten, dat het niet noodig ware; maar, alvorens dit kwaad ook hier al te groöte afmetingen aanneemt, zooals helaas reeds in andere landen reeds het geval is, meenen Wij althans er iets over te moeten zeggen, of schoon een goed Katholiek- het uit zich zeiven moest begrijpen. Wij zullen het echter bij e«n eenvoudige vingerwijzing laten door de vraag te stellenDes mor gens tot de H. Tafel naderen, en des avonds zich overgeven aan vermakelijk heden, die of op zich zeiven zondig, of met gevaar voor zonde verbonden zijn, is dit nog het ware geloot aan de waar achtige tegenwoordigheid van Jezus, Die gezegd heeft„Wie mijn vleesch eet, heeft het eeuwig leven" (Joes VI. 55) maar ook ons door den Wijze van het Oude Verbond liet waarschuwen: „Wie het gevaar bemint, zal er in vergaan" (Eccli III, 27)? Veel vuldig de H. Communie ontvangen maar terzelfder tijd ergernis geven óf wel door onzedige kleeding óf door openlijk lezen van verboden geschriften óf op welke wijze ook, is dit nog het gezonde geloof aap de heilige tegenwoordigheid van Jezus Chris tus, Die gezegd heeft: „Wee der wereld wegens de ergernis" (Matth. XVIII, 7) In één woord de veelvuld ge H. Communie willen vereenigen met een geheel wereldsch leven, is dat een levend geloof aan de tegenwoordigheid van Jezus, Die gewaar schuwd heeft: „Niemand kan twee heeren dienen" (Matth. VI, 24) En daarbij komt nog, dat men hier zelfs geen uitvluchten vinden kan, dat hier alleen lichtzinnigheid in liet spel is, zoo niet erger, nl. vermetel vertrouwen in het-ééne geval, onchristelijke liefdeloosheid in het tweede, groote wereldsch gezindheid in het derde, en in alle gevallen gebtek aan eerbied voor het H. Sacrament des Altaars met miskenning van het liooge doel, waarvoor Christus dit Sacrament heeft ingesteldvoeding, ver sterking van het genade-leven der ziel. En welk offer wordt van ons gevraagd, om ons aan dit kwaad niet schuldig te maken Een offer, wat onder geen enkel opzicht in vergelijking kan komen met het offer, wat de H.H. Martelaren brachten voor de be lijdenis van hun geloof aan Jezus' tegen woordigheid in het Heilig Sacrament; het offer van hun leven na eerst allerlei marte lingen te hebben ondergaan. Ach, Beminde Geloovigen, laten wij het leven toch ernstiger opvatten, bedenken dat het is een opgaan naar het eeuwige leven, en dat wij daarvoor van God ent- vingen de leiding der H. Kerk, die dhs in Zij nen naam den weg wijst, en de genacle-midde len der H. Kerk, die Hij aan haar ter uitdeeling toevertrouwde. Moge die rust in ons gewekt of vermeerderd worden in dien meest ernstigen tijd van de Vasten, dien wij nu weer gaan intreden, en waarin wij meer dan anders er aan herinnerd worden, hoe ernstig de Heer Jezus Christus onze heiligheid heeft gewild, en welke offers Hij daarvoor heeft gebracht; en bidden wij Plem, dat Hij den rechten geest vernieuwe in ons en alle onze geloofsgenooten. Tevens willen Wij u hier opmerkzaam maken, dat sinds jaren in Ons Bisdom een Broeder schap is opgericht ter eere van de H.H. Martelaren van Gorcum, om te bidden voor de bekeering van ons Vaderland, waarin helaas het ongeloof zoo schrikbarend toeneemt; herhaaldelijk hebben Wij ver maand ora_ toe te treden tot dat Broeder schap, dat zoo weinig van u vraagt, n.l. dagelijks één Onze Vader en één Weesge groet met het schietgebed „H.H Martelaren van Gorcum, bidt voor ons en voor de bekeering van ons Vaderland". Nog altijd telt dit Broederschap veel te weinig leden in vele parochiën besmat het nog in het geheel niet; er wordt veel te weinig gebe den voor den terugkeer onzer landg'enooten' tot de H. Kerken toch zonder een aan houdend gebed zullen alle andere middelen, die wij daarvoor zouden aanwenden, niet veel baten, terwijl het aanhoudend gebed zooveel bij God vermag, vooral als wij Het storten in vereeniging met de Heiligen, die voor hem hun leven ten offer brachten. Bidt ook veel vooral in den aanstaanden tijd van genade vöor de verheffing der H. Kerk, en voor den bloei van ons Va derland, dat beide in vrede voor allen rampspoed mogen bewaard blij venvoor Z. H. den Paus, die zoo treurige tijden beleeft en naar wiens vredesvermaningen tot dusverre zoo weinig wordt geluisterd voor H. M. onze -beminde Koningin, die in deze ernstig» dagen zoo trouw waakt voor haar volk, opcïat het buiten de ge varen moge blijven van dezen ongehoorden wereldkrijg; in één woord voor al Uwe geestelijke en wereldlijke Overheden opdat God hun licht en wijsheid moge schenken, om de aan hun zorg toevertrouwden op den waren weg te leiden naar den blijven- den, vooral naar den eeuwigen vrede. Krachtens Apostolische volmacht staan Wij bij dezen aan de geloovigen van Ons Bisdom dezelfde dispensaties toe in de vasten- en onthoudicgsvvet als verleden jaar onder de gewone voorwaarden. Bovendien verleenen Wij hun, krach tens bijzóndere Apostolische volmacht, Ons verleend om de buitengewone tijdsomstan digheden, gedurende de veertigdaagsche Vasten van dit jaar dispensatie in het ont- houdingégebod op alle Woensdagen, uitge nomen Aschwoensdag en Quatertemper woensdag. Ook verleenen Wij bij dezen aan alle biechtvaders in Ons' Bisdom 'de volmacht, om aan de geloovigen, die hierom verzoe ken en volgens het oordeel van den biecht vader daarvoor in aanmeiking komen, toe te staan, gedurende de veertigdaagsche Vasten dezes jaars vet in plaats van boter te gebruiken op alle dagen, uitgezonderd alleen Goeden Vrijdag. En zal dit Ons herderlijk schrijven op den Zondag Quinquagesima in alle tot Ons Bisdom behoorende kerken, alsmede in de kapellen waarover een Rector is aangesteld, op de gebruikelijke wijze worden voorge lezen. Gegeven te Haarlem den ioenFebr. 1917. f AUGUSTUS'US JOSEPHUS, Bisschop van Haarlem. Op last van Z. D. Hoogwaardigheid, L. Westerwoudt, Secretaris. BINNENLAND. NEDERLAND EN DE OORLOG. NEDERLANDSCHE SCHEPEN GETORPEDEERD. .1 Vernomen wordt, dat de opvarenden van dia „Trompenberg" en de „Ootmarsutni', wielke beidie schiepen dezer diaglep dloor een Dluitsébe duikboot irn. den grondi werdlen geboord. werden opgepikt riioor teen Noorscb .stoomschip. Bjeide schepen; waren uitgevaren- oml in Amerika een lading voor de Nedierlandl- s-che regeering in te nemen. Thans waren zij op weg van Cardiff naar Las Palmas met een lading kolen voor Engelsche reke ning. S.s. „DRIEBERGEN" GETORPEDEERD. Volgens bij die reederij Furnéssi' S.cheep- vaart- en Agentuur-Maatschappij ontvangen bericht, is haar stoomschip „Driebergen" getorpedeerd. Da geheele bemanning, die te Brest zaj worden geland, is gered. (Hief s.s. „Driebergen" was. bruto; 1884 ton groot, en in 1910 gebouwd. Het schip vertrok 29 Januari van Rotterdam.) LANDBOUWPRODUCTEN. Die Minister van Landbouw heeft, ge zien het rapport dier Commissiën, belast met het dloen van voorstellen in zake het vaststellen van minimumprijzen voor van Regeeringswege aan te koopien landbouw producten! Van den oogst 1917: I. vastgesteld), de navolgende minimum prijzen voor de hieronder genoemde land bouwproducten, alles per 100 K.G., leve ring en qualiteit volgens bestaande ge bruiken: Tarwe f 18. Rogge „18.— Zomergerst (tweerijige) 17.50 W|imtergerst 16.50 Haver 16.50 Kleiaardlappelen (gel. i/h. najaar) 6. Zand- en veenaardappelen (geetni fabrieksaardappelen; geleverd in het najaar) 5. Greene Erwten 30. Paardenbicomen, W-aalsche b'conen, Wiierboomen- 21. Bruine- en Wiitteboonen 30. II. bepaald, dart de ondier I genoemde minimumprijzen zullen; worden verhoogd, indien de omstandigheden zulks noodzake lijk m-akan de voormelde commissie ge hoond. ONZE GRAANSCHEPEN. Met groote voldoening zal worden ver nomen, dat de door de N. O. T. met die Êlrirtsehe regeering gevberde: onderhandelin gen hm het uitvaren mogelijk te maken, van onze graanschepen, welke op; het oog.enblik gereed liggen om in ballast naar de Ver- eenigde Staten te vertrekken, tot het re sultaat hebben geleid, dat dit vertrek is toegestaan onder voorwaarde, dlat deze schepen Halifax aandoen en dat zij 'vcor het tegenwoordige geen havens, binnem- lcopen ten zuiden van Kaap; Hartt-eras-. VAN HEÏ( BINNENHOF. Avondvergadering van Vrijdag 16 Febr. Ook nu werd er veel gesproken otver de verzorging der Godsdienstige en zedelijke belangen- in het leger. Die mieiesite belang stelling faiok de rede van den Iheier R u y s de BieerieBibrouck (R.K.). En het zaakrijke), bezadigde «1 kalme, dloch puntige en preciese betoog verdiende diat trouwens De afgevaardigde erkeiildie, dlat-die Minis ter één algemeene taak heeft, te zorgen namelijk vcor een weerbaar leger. Bij een deel der Kamer bestaat evenwel ongerust heid over de vraag, of idle Minister wel vol doende zorg Iheeft vcor een belangrijk on derdeel van die zaakdie zorg Vcicr de- gods dienstige en zedelijke belangen; van dien .militair; vooral tengevolge dier onhandige openhartigheid of openhartige oinihandilgbeidi van den Minister, toen deze het oordeel van den ia]® censor uitgezonden kapitein over Ihiet befaamde Amsterdaimsche stuk tot Iheit zijne maakte. Spr. geloofde niet, dat de Minister de bedoeling had te zeg gen, dat zij, die het -stuk onzedelijk vindien, onzedelijk zijn of onzedelijk-dtenkem. Antfcrs, verwees hij naar jde beoordeelmgen van het tooneelpnoduct iif „Tooraeel en Blios- ooop", maar ook in niiat-Kaiihiolieke bladen. En waar nu een derde der bevolking van ons. land Katholiek is, verlangde spr., d|at ten aanzien, van ontwikkeling; en ontspan ning zal worden rekening gehouden mieit da verlangens en opvattingen) op dit stuk niet alleen van alle andere dichtingen era partijen', maar ook mei die van de Katho lieken, die thuis aan hun kinderen denken en vcor hen het „Onze Vadier" bidden, waarin, ook idle bede voorkomt: „En- leid ons niet iai bekoring"; etni dat men bijv. een professor voor Katholieke miliciens niet laart betoogen, dat de mensrih afstamt van een waterdier. Spr. erkende, dat de dienst der Katho lieke Aalmoezeniers goed is georganiseerd: alleen wensdite bij1, dat de hoofdaalmoeze nier niet tevens zou zijn belast met bet aalmioetzeimersChap' bijl een der divisies;. Blovemdien drong bij' erop aan, dlat idle Mi nister bert kader goed zal insdnerpiem, dart vlóéken en onzedelijke taal moéten worden tegengegaan. Wiat dliit laatste betreft, dit was ook reeds gevraagd door den beer Daymaer van Twist (A.R.), die bovendien- pleitte vo-o-r eetn honorarium voor de reserve-veldpredi kers, voor meer steun aan de Militaire Te huizen, en 6teun aap; Christelijke militaire De Katholieke lieer B! o;m a ns -richtte een scherpen aanval op het legerbeleidi. Spr. verklaarde, vertrouwen te hebben in den Nederlandschen soldaat, dloch niet in de leiding van het leger. Het verband tus- sidhen elkaar steunende wapens ontbreekt; aan weerkracht is niet gewonirueb wat aan geld, ellende en ecomoimjisdhien achteruit gang verloren werd!; toen de Minister Inert meest inoo-dige voor de uitrusting van het leger ini-et 'kon krijgen, heeft hij het vele geld besteed aan bet -minder nooidlilge: bert - oproepen van een zoo groot mogelijk aan tal aspirant-combattanten. Al moet worden erkend, dat er o-ok v-eel is gedaan-, waarvoor den Minister lof toe komt, er is o-ok ve,el wat onbevredigend is geregeld ;en ingericht. En al zag spr. nog geen aanleiding om zijn afkeuring kenbaar te maken door te stemmen tégen de be groeting, hij waarschuwde toch' den Minis ter eraan- te denken, dat in het lager het vertrouwen in de leiding ontbreekt. De heer Duys (S.D.A.P.), die een motie •lanceerde tegen het huwelijksverbod voor maréchaussees ein vrijwillig dienende mili tairen, zag die toe te juichen motie van alle zijden gesteund. Terwijl idle heer J ut en (RK.) betoogde, dat het beleid van den Minister op ver schillende punten te kort schiet. Vergadering van Dinsdag 20! Februari;. De voortgezette discussies over de Üor- Iogsbegrcoting werden vandaag ook bij gewoond door het nieuwe lid voor Rhedlen, mr. Van Schaak, die bij den aanvang der vergadering werd beëediigdl. Van veel b eteeken is waren d!e beraad slagingen aanvankelijk niet. De heer Ter Laan (Den Haag) (S.D. A.P.) legde de gebruikelijke; verklaring af, dat zijn partij niet wil weten van leger- uitbreiüng -en kwami voorts, met hernieuw den aandrang totvermindering van dlera ttiicbilis.aitiedruk en met verschillende klach ten, o.a. over de censuur, over den genees- kunidig^en dienst, over het vergoedingsstel sel. De heer Eland (U.L.) zong daarna dien lof van zich zelf en van „ons séhoiobe leger", waarvan hij, naar hij getuigde; de grondslagen heeft gelegd, 'dart C O; 1 ij n vol tooide en dait vertrouwen; inboezemt aan de natie en zooveel- eerbied afdkvingt, dlat bet ons houdt buiten den oorlog, dien onze buren vo-eren. Het tweede couplet van dit loflied werd aangeheven door den beer Dries se 1 hu y s (V.L.), die de criitiek vara impotente officie- rein; welke de geheele legerleiding niet kunnen overzien, afkeurde eb ons leger noemde een waardevol instrument, dat in den mobilisatietijd met reuzenschreden is vooruitgegaan. Evenwel .dlrong bij aan- op positieverbetering voor het kadler, teneinde in (het belang der opleiding van niieuyre liohtingen, meer kader te lokken; op ver mindering de,r administratieve werkzaamJieidl voor officieren; op invoering van het in dividualistische stelsel ten aanzien der ver goedingen en op oefening in groepsver band. De heer S c li e u r e r (A.R.) stelde ©enige vragen, waaruit bleek, dlat hiij twijfelde of ;er op alle punten wel de onmisbare sa menwerking bestaat tusscben Minister en Opperbevelhebber en uitte voorts- eenige wenschen ten aanzien van déra geneeskun digen dienst. De heer Eerdmans (U.L.), zou niet de heer Eerdmansi zijn gieweest, als hij niet raen vinnig!hei.d'je had losgelaten naar aanleiding 'van het onrtwikkejings- en ontspannibgsdebart. Hij kwam dam ook op tegen „dien toon van geestelijke voogdij, welke uit de rede vau den heer R u y s. dl 0 Bi-e er embro' u c k spraken waarmede' de heer M ar chan t z.i. veel te1 snel had ingestemd. Men kan zich voorstellen boe koud'dit de aangevallen heeren zal laten De eveneens Uni-liberale heer De Meester bleek' verstandiger en sloot zich vrijwel aan bij bet betoog van den hieeT Mar chant. Hij meende, dat men met uitvoeringen zeer voorzichtig moid zijn ie® d'at niet moet worden opgevoerd' wart niet geheel goed is, Men beeft hier toch te doen met menschen, die aan dis hoede van het militair gezag zijn toevertrouwd^ voor het meerendeel jongemannen of man nen, die tijdelijk aan het gezinsleven zijn onttrokken, t-erwijl.de vrijheid om er'niet heem te gaan practisdb wordt beperkt tot dbdfaecten dwang. Hier bleef het evenwel niet bijl. De Rech terzijde mocht de voldoening smaken, dlat haar flink en fermi optreden den Minister van Oorlog het boetekleed' deedl aantrekken. ZExc. Bosboom verklaarde, de rede van denbeer Ruys de BieerenbroiUck niet bijna onverdleelde instemming te heb ben aangehoord; sprak zijn leedwezen uit, als bij iemand moclit beleedigd hebben met het slot zijner rede bij de behandeling van bet wetsontwerp betreffende 3e lichting 1918 eb liet 'den uitgezonden kapitein- censor los met de verklaring, dat hij' het oordeel vam den officier niet tot bet zijne maakte, maar bet eenvoudig stelde tegen over dait van dqn beer Arts, Het verder nog gehoorde dleeil dier Mi- tiiterieele rede bracht de vppr bet kjadlee

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1917 | | pagina 1