Tabak van J. R. Keuss
No, 26
Zaterdag 8 Maart 1917.
lie Jaargang
Ambachtsschool
ie Rsdmjriii vooiUeÈp
Arbeidsbeurs.
der-Corsetten
a 90-98 Kool-
ll. IffiMÏ Jr.
den, JUkmaar.
relbt potter.
ÏRAAL-, KAPOK
SEBDEN ca alle»!
pkamer behoort
nagazfjn van
Gemeente-Ambtenaren
Paul de vagebond.
v te constateeren feiten.
binnenland.
nbdbrland en DE oorlog.
van het binnenhof.
voor alkmaar en omstreken.
overal verkrijgbaar
ERING GROOT en
in oplosbare om.
h VADER) te Scha gen'
ide nadere inlichtingen
ilpl. tuipïj.k.
Inïfcstmgrosvfiii,
1212 en 3292.
g, die in den zandgrond
Prijs f 85
BRABANCONE»1
DEHS, GIERVATEH,
HS vanaf f 25.
ROSMOLENS, WAN-
er hg op proef.
Aanbevelend,
mwwerktutflcn I
/EN en voor f4.per
vlANSCHOOL, tijdelijk
n Uw lessen. Prospectus
gazijnen»
CHTHOUDERS.
verband.
letten en Buikbanden.
Uitgave v^n cle Naamlooze
Vennootschap „ONS BLAD"
ALKMAAR.
Bur.: BREEDSTRAAT 12.
Telefoon No. 433.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per kwartaal franco huis. 90 ct.
Met geill. Zondagsblad .125 ct.
bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers:
van de courant 3 ct.
van het Zondagsblad 5 ct.
DIT BLAD VERSCHIJNT DINSDAG,
DONDERDAG EN ZATERDAG.
ADVERTENTIËN:
Van 15 regels50 ct.
Elke regel meeri 10 ct.
Reclames per regel25 ct.
Kleine adv.: 30 woorden bij vooruitbet. 30 ct
De tijden zijn moeielijk voor velen en
zwaar drukken de zorgen voor het dage-
lijksch bestaan op de schouders van tallooze
landgenooten.
Vooral in de groote steden woedt de
strijd om het bestaan voortdurend heviger
en wie kan ons zeggen wat de toekomst
brengen zal. Als een boek gesloten met
zeven zegels ligt zij voor ons, wij hopen
op 'betere tijden, wij verlangèn naar het
einde van dezen wreeden wereldstrijd.
Een nieuwe Lente wacht ons na den
tellen winter, en wij gevoelen de vreugde
in ons als de eerste zonnestralen licht en
leven brengen in de ontwakende natuur.
Maar grooter nog dan dat verlangen naai
de Lente, is ons verlangen naar den vrede,
die ook Lente zal brengen over geheel de'
wereld en in de harten der menschen.
Helaas zoo ver zijn wij nog niet en voor
hoevelen zal de komende Lente, ander^ zoo
blij verwacht, geen nieuw geluk van vreugde
brengen.
Zeef zeker, schatten zijn er in ons land
verdiend, oorlogswinsten zijn gemaakt, maar
daar tegenover staan er veel meer die met
droeve oogen en onder zorgen gebukt, hun
moeielijken weg gaan. Onder hen zijn het
vooral de ambtenaren die meer dan an
deren den druk der tijden gevoelen. Duurté-
toeslagen mogen een kleine tegemoetkoming
zijn, zij zijn niet voldoende vaak in het
noodige te voorzien.
Zij die van vaste salariseen moeten leven,
gezinnen hebben te onderhouden, in de
belastingen tot den laatsten worden aan
geslagen, veelal een zekeren stand hebben
op te houden, zien vaak met angst den
dag van morgen te gemoet. En toch hoe
veel arbeid wordt er in deze dagen niet
van de ambtenaren, en vooral gemeente
ambtenaren, geeischt. Steeds nieuwe arbeid
wordt er op hun schouders geladen, hun
zenuwen zijn tot het uiterste gefpannen om
tijdig met de veelomvattende arbeid gereed
te zijn. De bureau-uren zijn niet voldoende
om behoorlijk hun taak te vervullen en
menige avond moet worden opgeofferd om
alles in het rechte spoor te houden. Nieuwe
werkkrachten zijn bezwaarlijk te vinden
waar de vraag het aanbod verre overtreft.
Stond hier tegenover een ruime financieele
vergoeding, zeer zeker zou het vraagstuk
er niet geheel door zijn opgelost, de over
belasting zou blijven, maar wij weten het
allen, geld "verzoet den arbeid, vooral als
de moeielijkheden om rond te komen, groot
zijn. Waar het Rijk in deze tijden kwistig
speelt met millioenen voor distributie en
leger, (of het vaak al te kwistig is, hierover
zullen wij hier geen oordeel vellen) zou
het m. i. op den weg van onze Regeering
liggen ook de gemeente-ambtenaren niet te
li iiii.p—n
81 FEUILLETON.
Naar het Engelsch van BOW BELLS»
47. i j
HOOFDSTUK XXVII,
Hoe Beverley Bogg eindelijk
weder zijn slachtoffer op het
spoor komt.
„Hebt gij hief nieuws reeds gehoord?"
vroeg Karei Clayton, toen hij op zekeren
morgen het kantoor van mijnheer Bogg,
waar hij Richard beloofdi bad, dat bij hem
zou afhalen, binnentrad.
„Neen, wat is ,er?" zeide die jongeman,
„is de eeme of andiere Jjanlc gesprongen,
of heeft de eene of andiere compagnie hare
betalingen gestaakt
Hij wierp een beteekenisvollen blik op
zijn vader, terwijl bijl sprak, maiar die oude
hian was druk met zijne papieren bezig
dn scheen niet o:p ben te letten.
„O, neem, niets van dat soort!" zeidie
Karei Clayton, „dat zoudie ik bovendien
geen nieuws noemen, dat zoudie hier veel
teerder 'bekend zjjm, dan ik er iets van
boorde. Neen, het is iets, dlat op den
schouwburg' betrekking heeft, dat in ver
band staat met het uitstapje naar Rich
mond."
„Mejuffrouw Maria Morrison beeft eenie
koude gevat, dlenk ik, en om dien dokter
gezonden en iemandl opgedragen om er een
artikeltje over in de courant te laten zet
ten."
„Gij zijt geheel mis," zeide Clayton, „bet
beeft betrekking op dien jongen schouw-
burgbediendle, die in bet water sprong
pn de schoone dame redde,"
vergeten. Meer dan vroeger zijn zij ge
worden uitvoerders van Rijkswetten. Wer
den reeds jaren geleden de Burgemeesters
door den toenmaligen Burgemeester van
Amsterdam, Rijks kruiers genoemd, thans
mag men hen en ook den gemeente-ambte
naren wel Rijks lastdragers noemen. On
getwijfeld zullen zij allen met ijver en op
gewektheid, gelijk tot nu toe, hun plichten
blijvén vervullen, maar laat dan ook finan
cieele erkenning hen dien taak vergemak
kelijken. Het zal op den weg liggen van
den bond van gemeente-ambtenaren, die
reeds zooveel voor de belangen harer leden
deed, zich opnieuw hiermede bezig te houden»
Mr. PAUL' v. SONSBiEECK.
Het lid van de rechtbank te Winschoten,
mr. H. de Bie, schrijft in het maandblad
„Hoenderloo"
„Het gebeurde voor enkele weken. In
een bioscoop werd een film vertoond, waarin
o. m. voorkwam de levensgeschiedenis van
een meisjeOp een goeden dag ontloopt het
kind, na huiselijke twist, de ouderlijke wo
ning, wil zich gaan verdrinken, springt in
het water, maar zie, een redder staat ge
reed, haalt er haar uit en later verschijnt
het levensmoede meisje als een gevierd^
zangeres vóór de bioscoop-bezoekers.
Een 13-jarige jongen had op een Zondag
avond de voorstelling bijgewoond, komt
thuis en wordt daar door vader met grof
geschut ontvangen, omdat hij, ondanks
verbod, toch naar de bioscoop is gegaan.
De jongen verlaat de woning, en is er niet
in weergekeerd, dan zes weken later, toen
hij als lijk uit de haven was opgevischt.
Reeds was in die richting lang gezocht,
nadat tusschen de woning en die haven
een schoen, welken de jongen dien avond
gedragen had, was gevonden.
Is de veronderstelling gewaagd, dat deze
jongen onder den invloed van het op de
film geziene, dezelfde methode heeft willen
toepassen Onderweg liet hij een schoen
achter, om zijn spoor aan te wijzen, hij
sprong in het donkere water, maar de wer
kelijkheid is anders, dan de filmgeen
redder, stond klaar, en jammerlijk verdronk
de 13-jarige jongen uit een volstrekt niet
ongunstig bekend staand gezin op dien Zon
dagavond, vergiftigd door de onwaarachtig
heid der filmbeelden.
Als vanzelf denk ik terug aan het nu om
streeks een jaar voorgevallen feit, dat een
14-jarige jongen, na in de bioscoop „Het
geheim vaü de mijn" te hebben gezien,
waarbij een neger in een diamantmijn een
kostbaren steen heeft ingeslikt, en nu
opengesneden zal worden, ('t snijden zelf
was uit de film gelicht), een hem volmaakt
onbekende 24-jarige onderwijzeres op straat
Richard Biogg fronsdie zijne wenkbrau
wen.
„Wielnu, wat dan?" vroeg bij bits, „zal
bij met 'haar trouwen, tot belooning voor
Zijne moeite?"
Dat zou er best van lammen komen,"
antwoordde Clayton op een lachenden toon,
„hij is een mooie jongen, en nu Morrison
hem onder dien arm genomen heeft, is hij
goed op weg om zijn fortuin te maken."
„Wat bedoelt gij dan toch?" zeide Ri
chard, „kunt gij niet in eens zeggen, wat
gij meent, zonder er eerst pen uur om
heen te draaien?"
„Welnu, ik zal medelijden met u hebben
en u de gehieele zaak in eens vertellen,
dat is te zeggen, indien mijrue drukte u
niet zal hinderen, mijnheer?" vervolgde
hij, zich tot den vader van dien jongen mail
wendende.
„O, neen, neen, zeker nietzeide die
'procurefcr, „ga maar voort, en let niet op
mij."
Er was echter toch eene uitdrukking.van
belangstelling op zijn gelaat zichtbaar, maar
hij keerde zijn rug naar de twee jonge
mannen en scüeen met zeer veel aandacht
de papieren te doorsnuffelen.
„Welnu de groote zaak is, dlat Morrison
hem van schouwburgbediendie tot wezen
lijke. acteur verbeven heeft. Aanstaanden
winter zal hij voor het eerst optreden. Het
Schijnt, dat hij een bijzonder vlugge en
volhardende jongen is, en gedurende langen
tijd hard gewerkt heeft met het dioel om Op
het tooneel te komen."
„Een zelfjolndervvezen genie dus," viel
Richard hem met een spottendlen lach in
de rede.
„Dat is hij zeker, indien alles wat de
directeur van hem verhaalt, waar is," zeide
Karei Clayton met warmte. „Dus ziet gij,
dat uwe eerste gedachte omtrent het hu-
met een mes een zoodanige steek toebracht,
dat zij er na enkele uren aan bezweek.
Ondanks alle moeite, door rechterlijke
ambtenaren en psychiaters, er aanbesteed,
om klaarheid te krijgen omtrent de motie
ven die den jongen tot zijn daad gedre
ven hadden, zijn deze steeds verborgen ge
bleven, maar allen waren toch overtuigd,
dat de in de bioscoop eenige uren tevoren
opgedane indrukken onmiskenbaar meege
werkt hadden tot dit zop ontzettend ge
volg".
ZAAIEN EN POTEN.
Een lezer schrijft aan het „H.dbdi.": Het
prachtige manifest met de opwekkende leus
in Frankrijk „Paysans, semcz" en het ener--
glitekte optreden in Engeland! oim gedurende
eenige weken dag en macht te late,ra door
ploegen met motorploegen, moet ook- bij
ons navolging vinden.
Onze landbouwvereeniginigeinimoeten, alles
doen om die opbrengst aan koren era aardap
pelen zoo sterk mogelijk te verlioogeu,
misschien nog beter, de Heiide-Maatschap-
pij en het Staatsbosc'h'bebeer. Laat men
met alle mogelijke krachten zooveel moge
lijk alle vrij liggende terreinen, zelfs zoo
genaamde woeste groenden gaam bepoten
met aardappelen. Men zier het hoeveel
aardappelen in die schrale duinstreken hier
en daar voortgebracht wordiera.
Men late zich mjiet ontmoedigen, dia or ge
brek aan mest; want met zeer weinig mest
krijgt men' wet geen over vloed, iigen cogst,
doch w»l een weinig dat nog" zeer die moeite
waard is. Overal is ook nog wel een weinig
afval te verzamelen. Zouden niet allebloem-
bollenvelden groote hoeveelheden, aardappe
len kunnen opleveren?
Vergadering van PJndlerdlag 1 Maart.
De dood je nier spóiciciig'tevreden, wat
de grootte van zijn oogst aan Kamer-
leden betreft. De Voorzitter had alweer
teen overledene te herdenken, den heer
Van Hamel, den Unie-Lebiralen afge
vaardigde van Amsterdam IV.
Nog op een andere wijze dieed de dood
zijn invloed gelden. Wegens het overlijden
van Minister Posthuma's moeder moest
de behandeling van het 80-vvillio,era-o,ra'iwerp
worden uitgesteld "tot Woensdag en kwa
men Kolonie, Suriname era Curasao aan
de orde.
W|e behoeven daar alleen van te ver
melden, diat de heer KI eerekop er (S.D.
A.P.) voor den opbloei der kolonie Suri
name aanbeval: de uitzending vara een
paar flinke, praetiscbe m-araraen om, hef amb
telijk bestuur ter zijde te staan, goede
sociale maatregelen om vara de geïmpor
teerde Javanen goede werkkrachten te ma
ken, bevordering der toevloeiing van, Ne-
derlanidisch geld door gemakkelijk crediet
vcor den kledraren landbouw era de kleine
industrie en vereenvoudiging vara het be
stuur.
En verder nog, dat Minister P 1 e y t e
mededeelde, dat aan den, aanvoer van ar
beidskrachten bet. mogelijke wordt gedam
Welijk niet zoo, geheel mis was, 'want ik
geloof wezenlijk, dat bij eene zeer goede
kans beeft om de schoone actrice tot
Vrouw te krijgen."
Hij moet er toch maar mi et al te vast
op rekenèm," mompelde Richard, „indien ik
In ij niet zeer bedrieg, heeft die schoone
actrice, zero als gij ze noemt, nog al vrij
'wat Ihoiogmaet, en gaat in hare ideën hoe
haar aanstaande heer en meester zijn moiet
nog al hoog. Een titel, indien, bet mógelijk
is, op zijn. minst genomen, een heer met een
flirak kapitaal." -
Mijnheer Bogg, de oudere, had langza
merhand belt papier uit zijne hand laten
glijden en zag met ongewend hoofd zijnen
zoon scherp aan.
Karei Clyton bemerkte dien blik.
„Dat is nog niet alles," hernamTiij, „ik
ben ,er bepaald zeker van, Mijnbeer, dlat
gij groot belang zult stellen in de rest
van mijne medeideelingeii, Deze held blijkt
niemand anders te'"zijm dan diezelfde jongen,
dién mijne ouders, nu, jaren, geledten, met
lompen bedekt, ziek en uitgeput van dien
kant van den weg opnamen,. Gij weet, die
jongen, die zich Jan noemde, era dlie des
nachts wegliiep toen hij hoorde, dlat hij hier
op bet kantoor zoude komen. Zijne zwer
vende natuur, denk ik, kora er zich niet
huede vereeraigera, om den gebeden dag
door op dien, hoogen, handen stoel te
zitten, en altijd maar actiën te schrijven.
Anders kan ik er geene reden voor vinden."
Bij bet begin van deze laatste vvo orden
was het bleeke gelaat van Mijnbeer B'oigg
rood geworden, ten zijn gehieele wezen,
was ontsteld, maar hij had zijne aandoening
bedwongen, en bedaard toegeluisterd', tot dat-
Karei Clöton gedaan had mét spreken.
„Gaf bij ook eenige redem op, waarom
hij weggeioopien was?" vroeg hij.
„Ja, en ik. moet bekennen eiene zeer
De zaak is evenwel ,eeni zeer moeilijke,
daar de Javaan zeer lastig is te bewegen
Oost-Indië te verlaten.
Het N'ederlaradische kapitaalhoopt Z.Exc.
te kunnen interesseeren voor den verbouw
van koffie, rubber era cacao, waarvan de
mogelijkheid wordt onderzocht.
Terwijl een motie-P at ij n; ingediend
om de Kamer als haar wensdhi te dioen
uitspreken, dat het octrooi van, de Surinaam-
sché' Bank niet zal werden verlengd, al
vorens zekerheid is verkregen omtrent dié
organisatie van het landbouwcrediet, en
waaromtrent de Minister die beslissing aan
'die Kamer liet-, werd zonder stemming aan
genomen. eivenals de Surinaamschie Begroo
ting zelf, die van Curacao,waarover enkele
opmerkingen werden gemaakt doordien heer
Knobel en die van Koloniën).
Avondvergadering van Donderdag 1 Maart.
I
Het aantal afgevaardigden, dat in de bres
sprong voor de postambetaren, wier nieuwe
salarisregeling vrij algemeen onbevredigend
wordt geacht, is nog beduidend toegeno
men.
De heer Bogaardt (U.L.) betoogde,
dat het hoogere personeel sinds 1891 op
de meest grove wijze benadeeld is en dat
toch de nieuwe regeling Let kenmerk draagt
van de bezuinigingswoede van departements
ambtenaren. Oök voor het lagere personeel
vroeg hij voorts verschillende verbeterin
gen; terwijl hij hét verzoek van den heer
Helsdingen (S.D.A.P.) om een commis
sie van advies voor de reorganisatie van
het personeel krachtig steunde. Welke steun
nog nader werd ondersteund door den heer
Van Beresteijn (V.D.), die al even
ontevreden was over de n'euwe salarissen
als de heer Bichon (C.H.), die boven
dien aandrong op krachtige inkrimping van
dezen dienst op Zondag en de heeren
Du ij ma er van Twist (A.R.), J u te n
(R.K.), Bomans (R.K) en Smeenge
(U.L.)
Minister Lely, die laat op den avond
nog aan het woord kwam, schonk den
postmenschen en hun beschermers niet veel
troost. Wel was hij nog vriendelijker dan
anders, maarZ.Ex. moest dan ook
maar eventjes een twintigtal leden in den
hoek glimlachen.
Hij betreurde het, dat niet meer kon
worden gedaan. Maar de buitengewone
omstandigheden en de financieele politiek
der Regeering, welke gericht is op het be
zwaar van het evenwicht tusschen inkom
sten en uitgaven, waren oorzaak, dat de vroe
ger gedane toezeggingen niet konden worden
gestand gedaan. De Minister maakt dan
ook evenzeer bezwaar tegen vervroeging
van den datum van invoering als tegen
verhooging van het bedrag der nieuwe sa
larissen (slechts zal het maximum der com
miezen op f2600 worden gebracht; en wei
gerde verdér nog de instelling eener com
missie van advies toe te zeggen, terwijl
hij meende, dat met de Zondagsrust niet
te ver moet worden gegaan.
Zij, die nog eenige hoop hadden op de
toeschietelijkheid des Ministers zullen wel
teleurgesteld zijn.
De stemming over cje begrooting zal
plaats hebben, tegelijk 'met die over een
motie-Helsdingen ca,, den wensch uit
sprekende, dat alle verhoogingen zullen in
gaan op 1 Janucri 1917.
zal plaats hebben op ALLE .VC jERXjDAGEN;
der wéék, behalve ZATERDAGSMIDDAGS,
yan_14 FEB,RUAR1 tort ,en met 7 MAART,
gedurende de SCHOOLUREN, in de vak
ken TIMMEREN, SMEDEN, SCHILDE
REN, MEUBELMAKEN, METSELEN en
KLEE-RMAKEN.
ZIE AANPLAKBILJETTEN.
leder die ingeschreven is of
wordt bij de "lijdelijke Arbeids-,
beurs, moet vanaf Maandag 5
Maart ELKEN DAG zijn of haar
kaart laten afstempelen ten Stad-
huize.
A. AUKESTimmers.
Secr. Tijd. Arbeidsbeurs.
De heer Van Groenendael (R.K.),
die in de Handelingen van Zaterdag een
staatje had doen opnemen met een- voor
wijlen Minister L. Reg out niet bijzon*
der vleiende nóót („Bevers overleden, op
gevolgd noor den groot-industrieel Regout.
Deze plukte overal f 100 af"), kreeg daar
voor van den Voorzitter een uitbrander,
waartegen hij zich verweerde met de mede-
deeling, dat hij het staatje van eenige post
ambtenaren had ontvangen en met de op
merking, dat hij niet zoo verpolitiekt is,
in de aanteekening iets kwaads te zien.
Wat de Voorzitter op zijn beurt weer deed
zeggen, dat Qeze verdediging hem niet
aangenaam aandeed. Terwijl hij den on
tegenzeggelijk verstandigen raad, daarbij
voegde, voortaan dergelijke staatjes vooraf
nauwkeurig na te zien.
BEZOEK H. M. DE KONINGIN AAN
DE JAARBEURS.
Naar die „Tal." verneemt, ko,mt da Ko-
ninigiira vermoedelijk 9 Maart een bezoek
brengen, aan de Jaarbeurs.
RIJKS-TELEGRAAF- EN TELERHOON-
KANTOOR TE WESTZAAN
Op 16 Maartwordt te W.esitzaan, ira ver-
eeraigiing jnet het postkantoor, een Rijks
telegraaf- en telefoonkantoor gevestigd),
waarin die dien,sturen zijn o,p werkdagen:
81. 23.30. 67.30; op Zon- en feest
dagen: 89. 12.
(„St.ICt.'jQ
DE REGEER1NGSINKOOPEN VAN
TARWE EN MEEL.
De heer Gerhard Polak heeft aan de
voorzitters vara de verschillende' Kamer
fracties een telegram gezonden, waarin hij
Zich bereid verklaart zijne bezwaren tegen
heit beheer van den Minister van Langbouw
inzake bet graambedrijf, n,a overleg van
bet Departement vain Justitie, zóó te, for-
muleerein, da,t een vervolging wegens smaad
ALKMAARSCHE
vreemde redeii. Hij zeide, dat hij bang'
voor u was. Waarom, dat wilde hij niet
zeggen. Het scheen echter eene kinder
achtige gril geweest te zijn, wamt hij lachtte
et nu zelf om, >en zeide, dlat hij u nu wel
eens gaarne zoude willen ontmoeten. Het
verwondert mij ook in ihiet geheel niet,
want hij wist, dat gij procureur zijt era alks
wat met de wiet of met de politie in ver
band stond, scheen ik dien, tijd op zijn
kinderlijken geest bijzonder te werken."
„Zeer wel mogelijk, zeer waarschijnlijk,"
zeide Mijnheer Biogg.
„Gij zoudt hem niet moer erkennen,,dlat
verzeker ik u." vervolgde de babbelachtige
Karei Clayton. „Een groote, krachtige
schoone joragen, iemand op wien. ieder
vader ,of moeder trotsch zou mogen wezen,
maar daarvan is bij- hem natuurlijk vol
strekt geen sprake."
„Natuurlijk volstrekt geen sprake," her
baalde die procureur, 7,era hoe raotemt hij
zich 'nu? Onder welken naam is, hij nu be
kend?"
„Ja, dat is ook nog een vreemd ge
val." zeidie Clayton, „toten hij bij ons was,
noemde hij zich Jan, daarna verscheen
hij onder de hopoogsters als de Kapitein,
tender welken naam alleen, hij na dien tijd1
bekend is. Maar nu hij een weinig vooruit
gang maakt, heeft hij den naam, van Vincent
aangenomen, welken hij nu wel zal be
houden, naar ik denk, hoewel ik volstrekt
niet begrijp, dat hij er eemig recht op
zou hebben. Apropos, wij hebben ook nog
ïeëh Vincent in omze famSie, zoodat, in
dien hij ooit eene schitterende ster in die
"wereld wordt, wij er ook nog" van zullen
profiteered"
„Ja, ja, mijn joragien, hij zal zeker mog
teen groot licht worden)!" zeide Mijnheer
®ogg, „®n dam no,g veel roem over uwen
naam verspreiden," voegde bij er opseham-
jperem toon bij.
„I11 alle geval, ik welras,dh hem veel
voorspoed toe," vervolgde Karei, „wat hij
vroeger oo,k moge geweest zijn, dit is
zeker, dat hij' oen edel jongeling is, met
teen gieitrouw hart en een braaf karakter,
en eerlijk en oprecht op den koop toe. Er
is geen .miansch bi den gehieielem, schouw-
burg, groot of klein, die niét een goed
woord voor hem over heeft."
„En vertel nu nog," zeide Richard, „hoe
gij dat alles vernomen hebt."
„Ik ontmoette hem gisteren avond bij
den schouwburg eri. nam hem rraedie naar
ünijii club te dineeren, ofschoon, hij wel ,een
beetje ruw is, en daar heeft hij mij alles
verteld. Mijna familie thuis zal verrukt
(zijn het te h opren."
(Wordt vervolgd.)