gratis.
Tabak van J. R. Keuss
N/- 32
Zaterdag 17 Maart 1917,
lie Jaargang
dit blad verschijnt dinsdag,
DONDERDAG EN ZATERDAG.
Onze nieuwste strijd
middelen in ouden tijd
'aul de vagebond.
ur.
ave van de Naamlooze
^nootschap „ONS BLAD"
ALKMAAR.
BREEDSTRAVr 12^
Telefoon No. 433.
ABONNEMENTSPRIJS
Per kwartaal franco huis. 90 ct.
Met geill. Zondagsblad 125 ct.
bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers:
van de courant 3 ct.
van het Zondagsblad 5 ct.
ADVERTENT1ËN:
Van 1—5 regels50 ct.
Elke regel meer10 ct.
Reclames per regel25 ct.
Kleine adv.: 30 woorden bij vooruitbet. 30 ct
Er is „niets nieuws onder de zon" heb
ben wij voor eenigen tijd eens betoogd
en wij vertaalden voor onze lezers een
fragment uit een boek van den Romein-
schen geschiedschrijver Livius, waaruit
duidelijk bleek, dat onze huidige loopgra
ven- en gassen-oorlog inderdaad niet zoo
nieuw is, en dat deze oorlogsvoering reeds
in praktijk werd gebracht bij de belegering
van de Grieksche stad Ambracia door de
Romeinen, welke belegering plaats vond
in het jaar 187 vóór Christus,
Er is echter nog méér!
Zeer actueel is in de laatste dagen de
tazzia der duikbooten! Op de nieuwheid
van de „razzia" hebben wij niets af te
fiingen: doch op die van de duikboo-
jten zelf, óók gedacht als strijdmiddel??
i Een speurgraag medewerker van het
„Handelsblad" vond in een Engelsch
kluchtspel van het jaar 1625 in Ben
fonson's „The Staple ol News" een
samenspraak (3e bedrijf, ietooneel), waarin
wordt gewaagd van „zekeren Corneliszoon,
die voor de Hollanders een onzichtbare
aal heeft vervaardigd om de haven van
Duinkerken at te zwemmen en al de sche
pen aldaar te doen zinken."
De „Handelsblad"-schrijver daGht er
blijkbaar niet verder over na. Die „one
Comeliusson" was voor hem schijnbaar
teen nadere aanduiding; hij constateert
Alleen, dat er in de 17e eeuw in Holland
Waarschijnlijk zoo iets als een duikboot
werd gefabriceerd, getuige het ontbreken
van alle commentaar en het simpele kopje:
„Hollandsche duikbooten uit de 17e eeuw".
Hebben wij echter wagen wij thans te
ly-agen in het begin van 1600 niet een
renommeerd duikboot-uitvinder en duik-
iot-fabrikant in Holland bezeten in den
|entertijd wereldberoemden Cornelis
ten lette op dien vóórnaam!) D rebbel,
s ik ben er trotsch op, burger van
kmaar te wezen 1 te Alkmaar gebo-
n 1 werd in 1572?
(Vat wij van dezen man een onuit-
;telijk vat van geleerdheid verhaald
len, grenst aan het ongelooflijke, aan
he^onmogelijke.
de „Oudheden en Gestichten van
Amlelland, Noord-Holland en West vries
land (editie: 1721) deel II, lezen wij op
Pag, v}4 s.s., dat Drebbel in zijn jeugd in
hoogVanzien stond bij keizer Ferdinand II,
W' wi aanstelde tot leermeester van zijn
jongen/zoon; toen echter in 1620 Palts
graaf iederik de stad Praag innam, werd
tegelijkertijd met vele andere raads
heren" des keizers ook Corn. Drebbel
geangen gehouden, zelfs niet zonder ge-
vai voor zijn leven.
„1 ndelijck heeft Sijn Majesteyt van En-
F. E UI L L E TON.
Naa het Engelsch van BOW BELLS,
53.
„R4t wait gij kunt, khoe, klioe!" hoestte
JaspeJ Davis toen het trio: Levi, Paul
611 hul If wanhopig alle verdlere pogingen
sfaiaBft om het vuur te blusschen. „Ik
^a] k- elfde gaan doen khoe, khoe!"
en hij ing in zijne kamer, waaruit hij wel-
cba we ;r te voorschijn kwam ntfet dien hoed
oveij i le wjt katoenen slaapmuts, zijn
kofferrartsleependie.
„iyio khoe!" hoestte hij en zag met
een fch« 'pen blik rond waarop; hij! met een
6choji z ue laist de trap liet afrollen.
PaivA Levj hadden zijnen raaidi gevolgd
en wan 4 teruggekeerd om hunne goederen
van wiife te redden.
Dtadelj'J was Paul terug, die in die haast
eenige lljederen bij elkander tod gezocht
•ie oude jais aangetrokken had.
m welkt, Richard de gestolen broche en
den valsGen sleutel gestoken had. In zijne
hand hiielóhij een klein pakje.
„Khoe, jloet" ihoestte oude Jasper Da-
vis, terwijl hij van blijdschap grijnsde, toen
hij zag hoe Paul gekleed was. „Gooi dat
1 Waar ,Öaar :>ell!ei4en' 111'i11 jongen, khoe!
Hij beeft jeen tijd meer te vfrliezen
,/be daar eentf"
Hij wees mir de deur van diens' kamer,
w kne kleine vuurtong zichtbaar
iwerai* v. I
vw"' ;z'Pi bundeltje de trap af «1»
vloog mxite kamer.
gelandt soo veel geobtineert bij sijn swager,
dat dese Drebbel den Coning van Groot
Brittanien, is vereert en toegesonde.
Desen Alckmaerschen Philosooph Dreb
bel, (tot erkentenisse van dancbaerheyt)
maakte en vereerde Sijn Majesteyt van
Groot Brittaniën:
I. Een Glasen-Kloote, in den welcken hy
(uyt de kracht der vier Elementen) trock,
ende maeckte een eeuwige beweginge:
II. Hij maeckte een Schip, met het
welcke men onder water kond? roèyen en
varen, van Westmeenster tot Groenwits,
zijnde twee duytsche mijlen, jae 5 a 6 mij
len, soo veer het hun beliefde: Ende in 't
Schip zijnde, onder 't water, konde men
sien (sonder keerslicht) in een Bybel of
ander Boeck te lesen.
Desen Drebbel dan gekomen zijnde
tot den ouderdom van omtrent de 60 jaren,
als wanneer hy tot Londen is ontslapen
omtrent den Jare 1634."
Een en ander: om onze veronderstelling
te rechtvaardigen, dat „onze Cornelius-son"
onze Alkmaarsche Cornelis Drebbel wezen
mag, en dat in „The Staple of News"
hoogstwaarschijnlijk dus sprake is van diens
vernuftig duikbooten-maaksel.
Wat blijft er verder nog over van het
modern-gewaande in onze hedendaagsche
oorlogswerktuigen, als men weet, dat de
Fransche geschiedvorscher Charles de la
Ronchière onlangs bij het doorsnuffelen van
het Fransche departement van oorlog een
menigte'van de op dit punt meest interes
sante bevindingen heett opgedaan: dat
tanks, aëroplanes, onderzeebooten, torpedo's
etc., etc. teruggevonden kunnen worden in
de 17e, ja, zelfs in dg 16e eeuw.
„Een ingenieur van Henri III, Agostino
Ramelli, heeft de tank uitgevonden in
1588; het is een groote overwelfde kar,
geheel afgesloten, voorzien van twee pant
serkoepels en van schietgaten; de beweeg
kracht geschiedt van binnen uit, binnen
brengt een man door middel van een kruk
raderen, die met schepbladen in den grond
grijpen, in beweging.
De aëroplaan is de oudemachina vo-
lans, (lie zes personen en vier stukken
geschut kan dragen, en die PèreMarsenne
in een brief aan Helvetius' van 14 Maart
1648 beschreven heeft.
Van de onderzee-booten werden veertien
jaren te voren, in 1634, door denzelfden
Marsenne verschillende bijzonderheden ge
geven.
Deze „boot, die onder water gaat", zou
vervaardigd worden uit keper, voorzien
van patrijspoorten voor den uitkijk en ven
tilators aan de oppervlakte, en bestuurd
door middel van een kompas en verder
voorzien van een puntboor, om daarmee de
vijandelijke schepen te doorboren. Hoe de
boot moet worden voortbewogen, vinden
wij niet vermeld.
Hij hoorde ©en schuivend geluid! >an kom
nog door de donkere rookwolken de ge
stalte van Levi bemerken, die over zijne
geldkist Uieengebogen lag, welke hij te
vergeefs trachtte mede te trekken.
„In 's Hemels naam, koim toch!"
schreeuwde Paul, „gij hebt geen tijd meer
te verliezen!"
„Mijne kist mijne kist!" riep Levi
zonder op het gevaar te letten, maar alleen
aan zijne schaften denkende, „mijn geld;
de juweelen en de trouwkleeren van mijne
vrouw zijn er in laat mij ze redden!"
De kist was zoo zwaar, dat ze nauwelijks
bewogen kon worden, toch trok Levi uit
al zijne macht.
„Help mij, mijn jongen!" zeide hij op
klagenden toon.
„Ik kan niet!" antwoordde Paul, „gij
behoeft heit niet te beproeven. Neem er
uit, wat gij redden wilt. Drie mannen zou
den d'ie^ kist nog niet' vlug genioeg er uit
kunnen dragen"
„Vreeselijk vreesielijk!" kreet die Jood,
„ik heb den sleutel verloren, ik kan hem
nergens vindien
De vlammen knapten reedis in de kamer,
Paul bemerkte het.
„Dan moet gij het aan zijn lot overlaten
zeide hij vastberaden, „uwe kist is. nog
niets in vergelijking van uw leven e,n uwe
veiligheid
„Nooit! nooit!" kreet Levi, „het is
al, wat ik nog van mijne arme Leah over
heb. Ik wil biet, ik kan niet!"
Paul greep hem im zijne armen, trok hem
weg, en droeg hem al worstelende dbor de
brandende deux, en de rook en de vlam
men van het portaal de trap af.
Daaï beneden stond Jasper Davis op
den koffer en d» andere bagage te passen.
En te Rochelle kende Richelieu ten slotte
de eerste Engelsche torpedo's „kunstbol-
len", die, wanneer ze het een en ander
treffen, ontploffen en alles in de hoogte
werpen."
Tot zóóver de weergave van de la Ron-
chière's bevindingen „Onder de streep";
wij willen hierbij opmerken, dat gezien
de jaartallen ook de hier beschreven
onderzee-boot de door ons gememoreerde
vinding van Corn. Drebbel kunnen wezen;
indien deze mogelijkheid tevens
waarheid is wordt ons vanzelf de door
de la Ronchière onuitgemaakt gelaten
kwestie: „hoe de boot moet Worden
voortbewogen-" opgelost; Drebbel im
mers „maeckte een schip, met het welcke
men onder water konde roeyen..,."
Wijt willen niet beweren, dat de heden
ten dage gebezigde strijdmiddelen niet veel
meer effectief-werkend, niet veel Anders
van constructie, niet veel meer „Af" te
noemen zijn, doch daarin is het voornaam
ste de eerste uitvindingskracht niet
gelegendat alles is het resultaat van ver-
volmakingsarbeid.
En toch heeft het ons versteld doen
staan, toén wij vernamen, met wat „nieu
we" strijdmiddelen men bij beide de oor
logvoerende partijen tot de boven ieders
bereik gelegen overwinning opkampen
ging
Wij stonden versteld, omdat.... de ge
slachten der meuschen bij zoo korte poozen
leven, omdat zij telkens een nieuw bestaan
beginnen, omdat het vorig geslachten-leven
voor de later geborenen telkens zoo vrij
plotseling verneveld, onzichtbaar verduis
terd schijnt in dien geheimzinnig verhül-
lenden, ook ons achterop duisterenden
nacht van het verleden
Pennyboy junior: Bj your leave: gent
lemen, what news
ThomasThe write here one Cornelius-son
Hath made the Hollanders an invisible eel,
To swim the haven at Dunkirk, and,sink all
The shipping there.
Penn. Jun.: But how is 't done?
Cymbal: I'll show you, Sir.
It's an automa runs under water.
With a snug nose and has a nimble tail,
Made like an augur, with which tail she
wriggles
Between the costs of a ship, and sinks it
straight
Penn. jun.: Whence have you this news?
Fitton; From a right hand I assure you.
The eel boats here, that lie before Oueen-
hithe,
Came out of Plollaud.
Penn. jun.: A most brave device
To murder their flat bottoms. t
„Z010 hebt gij hem daar eindelijk zeide
bij, khoe, kboe!
Nu, - mijnheer," vervolgde 'bij, zich tot
Levi wendende terwijl bij bij die dieur stond,
„ik geef u kennis, dat ik nog dezen nacht
verhuis. Rhote! ik ben een audle man
Khoe! en ik bem niet een. sterke man
khoe! khoe! ik heb- stilte en rustnoodig.
Ik zie wel, dlat ik het in uw hui® ook al
vindien zal khoe! brand, onrust
khoe! khoe! ik zoudte op die manier
spoedig in mijn graf zijn!"
Levi zag hem aan met een blik van wild
verdriet.
Eene brandspuit kwam weldra aangereden
en de stevige brandgasten wisent spoedig
bezig.
„Heit is toch toog zoo erg niet, Tom,"
zeide leen der mannen, „maar indien wij
ook tien minuien later gekomen waren,
zoudle bet een moeielijk karwei geworden
zijn den brand meester teworden. Wees
vlug anieit de slang."
Nog ééne minuut en bet water viel met
dikke stralen in en op de -brandende kamers,
en langzamerhand werd de vlam mindler.
Levi, die M den grootsten .angst toegeke
ken bad, baalde nu weder vrijer adem
en de huurders begonnen elkander geluk
te wenscben.
De oude Jasper Davis wenkte een jongen
uit de menigte.
„Haal mij eene huurkoets," zeide hij,
„dan 'geef ik u een dubbeltje."
De jongen ging spoedig met zijne bood
schap been.
„Ik ga in een hotel khoe!" zeide
lasper, terwijl bij zidh tot Levi wendde.
„Mijnbeer," zeide deze, „ik verzoek u,
het gevaar is nu weder voorbij
„Dat zegt gij, khoe! dat zegt gij!"
v POLITIEKE SAMENWERKING.
Over de mogelijkheid of onmogelijkheid
van een samengaan in de toekomst tus
schen de rechtsche partijen, hoort men 'se
dert de rede van oud-minister Colijn en
met de Grond wetsherziening in zicht, uit-
eenloopande redeneeringen. Opmerkelijk
mag de volgende uitlating van „De Stand"
heeten
Al erkennen wij nu voldoende, dat de
overeenstemming tusschen de drie groepen
van Rechts den laatsten tijd niet zóó aan
het licht kwam als vroeger wel het geval
was en wij ook nu gewanscht zouden heb
ben; al zal in einze vergaderingen en in
onze Pers voortaan veel jmeer anti-revo
lutionaire dan cpalitie-politiek bepleit wor
den .al zullen we voortaan den gang naar
de stembus niet meer gezamenlijk doen;
al zullen we na afloop der verkiezingen
allicht iets aan onafhankelijkheid gewonnen
blijken te hebben; toch trekkeliniejnainddaar
uit de conclusie, dat we nu voortaan bui
ten verband met de andere schepen der
rechtsche vloot zullen of willen uitzeilen.
De linkerzijde heeft het wel vaak voor
gesteld1, alsof de schoolkwestie het eenf-
g e bindmiddel was tusschen -de rechtsche
partijen, en-alsof met de voorgestelde wij
ziging van art. 192 de band zoiu zijn door
geknipt, maar dat zal wel andiers blijken.
Al is dan ook met het nu gebodene
gesteld, dat bet in vervulling komt
op het gebied van het lage ronderwijs de
meerderheid der Rechterzijde tevreden ge
steld, dan blijven toch nog de aan de drie
partijen gemcene wenschen op. het terrein
van het middelbaar- en voorbereidend hoo-
ger onderwijs bestaan, welke tot samen
gaan zouden nopen.
Maar ook ten aanzien van het lager on
derwijs blijft nog alles te doen. We
krijgen Voorshands niets dan een verkla
ring, dat iets behoort te geschieden.
Of dit geschieden zal en boe, blijft aan
de toekomst overgelaten. Men kan op een
bevredigende regeling hopen, maar of de
donkere toekomst ons die brengen zal, valt
af te wachten. Het is Volstrekt niet no,o-
dig daarbij onwil voorop te stellen, al maant
de roep, die aan de linkerzijde reeds ver
nomen werd, tot omzichtigheid. Ook voor
de uitvoering van het nieuwe artikel 192
zullen we dus elkander noodig hebben.
Maar ook geheel afgezien van de school
kwestie houden de rechtsche groepen hare
gemeenschappelijke taak ten aanzien van
de geestelijke factoren in het Regeerings-
beleid. Het gevaar is volstrekt niet denk
beeldig, dat in den komenden tijd van
drukkende materieele zorgen die stoffelijke
belangen to Staat en Maatschappij de aan
dacht voor de geestelijke factoren in het
volksleven op den achtergrond dringen.
Een eeuw geleden was. het in ons land
niet anders. Onbegrijpelijk was dit op ze-
Wie zich thans op „Ons Blad"
abonneert, ontvangt de nummers
verschijnende tot 1 April a.s.
1 «9
kere hoogte niet, en onverklaarbaar zou het
ook nu niet zijn. De moeilijkheden van het
dagelijksch leven zullen uitermate talrijk
worden. Maar juist dan niet het minst ei-
schen de geestelijke factoren in het Re-
geeringsbeleid1 de volle aandacht der Chris
telijke Staatspartij.
Ten aanzien van de sociale wetgeving is
er voorts nog altijd op. belangrijke punten
een kardinaal verschil tusschen Rechter-
en Linkerzijde, en het laat zich nog niet
aanzien, dat op dit terrein tnassabekeeringen
te wachten zijn.
Zoo zullen derhalve, ook in den nieuwen
tijd; de tegenwoordige rechtsche partijen,
getrouw aan haar beginsel en roeping,
meestal worden saamgevonden. -
BINNENLAND.
NEDERLAND EN DE OORLOG.
DE STEENKOOLVOORZIENING.
Nu de vaarwateren weder open zijn neemt
de invoer van steenkolen uit Diuitschland
weder geleidelijk toe. Naar men hoopt zal
de maandelijkscbe aanvoer binnenkort
350.000 ton bedragen. (Vóór dei oorlog
was dat 600.000 ton, doch daalde succes
sievelijk tot 400.000 ton). De aanvoer van
Engelsche kolen staat echter nog geheel
stil, wat niet vergoed wordt door de ver
hoogde productie van de Limburgsche mij
nen, I i
Aan een totrekking van die tegenwoor
dige bezuinigingsmaatregelen betreffende
het kolenverbruik valt dus ook binnen
afzienbaren tijd niet te denken,
KAAS.
Eergisteren werd door die Nederlandsche
Vereeniging van Kaashandelaren, te Oouda
'een vergadering gehouden; waarin met
groote meerderheid van stammen een voor
stel werd aangenomen, om van Maandag
af bet mkoopen van kaas met conditie
af te schaffen,
Onder refecte aan hare circulaire Bimnen-
landsohe Distributie Nos. 9 en 10, bericht
de Kaas vereeniging, dat te beginnen met
de bestellingen die van af 19 Maart bij
haar inkomen voor de distributie van vol
vette Goudlsche kaas, de volgende rege
ling is getroffen.
Iedere grossier kan, zooals voorheen,
wekelijks 100 pCt. van zijn normaal-omzet
ontvangen.
Er wordt hem echter slechts. 50 pCt,
volvette Goudsche kaas afgeleverd en wel
(zooveel mogelijk) 25 pCt. jonge kaas en
25 pCt. kaas van seizoen 1916
Die resteerende 50. pCt. zullen op ver
zoek worden aangevuld met Ooudsche
40 Deze wordt dan op1 de blauwe
aanvullingskaarten besteld'.
Een grossier met een .normaal-omzet in
volvette Gioudsohe kaas van 1000 K.Q.
kan dus wekelijks bestellen: lo. op gele
ALKMAARSCHE
OVERAL VERKRIJGBAAR
viel [asper hem in' de rede, „noemt gij
het dan niets gewekt te worden door het
geraas van iemand, die uwe deur voorbij
kruipt
„Uwe deur .voorbij? ik begrijp u niet!"
hernam Levi.
„Ja, ja! even voor dat ik het vuur
en den rook bemerkte khoe!" ver
volgde Jasper. „Mijnbeer ik ben dezen; nacht
reeds genoeg in gevaar geweest, voor
eerst door .schrik khoe! en dan
door blootgesteld te zijn -aan de koude,
dampige lucht. Ik ben weder voor 'n maand
achteruit - kboe! Hier is mijne koets."
Het rijtuig kwam tot voor de deur van
het huis,
„Mijn jongen, hier is uw dubbeltje,khoe!
Mijnheer Najtains,' gocdedi jnacht! Ik zal zien
of ik geen veiliger plaats; kajn .vinden om
mijn slaap te eindigen khoe! khoe!
Koetsier, die koffer behoort mij, rijd naar
Charing Cross, Daar weet ik een. goed
huis voor mij, ik zal het u daar wel aanwij
zen khoe! khoe!"
Hij stapte in het rijtuig, dat -spoedig
voortrolde, terwijl Levi het met verbaasde
pogen nastaarde.
„O ij kunt weder binnen gaan, als gij ver
kiest," zeide een van de spuitgasten, „de
brand is geheel gebluschit, en alles wel
beschouwd, is er niet veel schade veroor
zaakt."
Levi herinnerde zich; zijne kist,
„Mijne geldkist!" riep hij uit, „ik moet
zien of alles nog in orde is."
•Hij spoedde zich en werd! door Paul ge
volgd; die na hem zijne kamer binnen
ging.
Na vlijtig gezocht te hebben; vondieh
zij eindelijk de sleutel to een hoek, en de
oude mam, 'bij zijne kist neergeknield!,
haastte zicih haar teopenen.
Hij uitte een kreet van. wanhoop.
„Zij zijn weg!" riep hij uit, „het geld
en de juweelenD!e 'eene of andere dief
is hier geweest en heeft mij bestolen
„Er in een vreemd© reuk van terpentijn,"
zeide een der spuitgasten, diè de kast door
zocht, „en bier .is eene flasoh waarin nog
een weinig is blijven staan.
Het is tegen de woede der vlammen
beschermd geworden door eene oude over
jas, die er oip gevallen en nog niet geheel
verbrand is."
Bij deze woorden, haalde hij van onder
eenige verbrande lompen de half verzengde
jas en de flesch te voorschijn, die Richard
Bogg daar nedergezet had!.
(Wordt vervolgd,)