6de VOLKSCONCERT
Tabak van J. R. Keuss
N o. 41
Zaterdag1 7 April 1917.
lie Jaargang
Uitgave van de Naamlooze
Vennootschap „ONS BLAD"
ALKMAAR.
Bur.: BREEDSTRAAT 12.
Telefoon No. 433.
DIT BLAD VERSCHIJNT DINSDAG,
DONDERDAG EN ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
Het eeuwige Paaschfeest
Paul de vagebond.
Staatssocialisme.
op 2den Paaschdag, half drie in de Groote Kerk.
Solisten: Mevr. RUIJGHKrens, (Sopraan), de Heeren
J. HOGERVORST, (Tenor), F. H. MASCHHAUPT, (Violoncel)
en W. H. SLINGER (Orgel).
Kaarten verkrijgbaar 10 cent, plus 2% ets. sted. bel. enz., in
den Boekhandel v h. P. KLUITMAN (O. de Waal) Choor.- traat
bij de Kerk, 'ook op den 2en Paaschdag.
Per kwartaal franco huis. HO ct.
Met geïll. Zondagsblad 125 ct.
bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers:
van de courant 3 ct.
van het Zondagsblad 5 ct.
Van 15 regels 50 ct.
Elke regel meer10 ct.
Reclames per regel25 ct
Kleine adv.: 30 woorden bij vooruitbet. 30 ct
Nonne haec oportuit pati
Christum, et ita intrare in
gloriam suam
Weer rinkelen hei-blij de bellen door
het kerke-ruim, weer schallen de koorstem-
men heilige, jubelende vrehgde uit over
de hoofden der Paaschfeest-vierende scharen;
weer is de dag opgegloord na langen nacht,
weer brak in onze zielen muziek los
na de weemoed-zware stonden vanbe
angstigende stilte, zooals deze stilte óp ons
viel, zoo vaak het dof gedruisch der houten
ratels verruischte langs de tempelwanden'.
Weer is ons het leven licht van dag,
heilig-blij van wondere muziek.
Weer, wéér beleefden wij alzoo de telkens
nieuwe en de eeuwig schoone vóórbedui-
ding van ons aller eeuwig Paaschfeest
Met ontroerend innige stemmeklank had
Jezus Zijn leerlingen op dat verheven
oogenblik bij 't laatste Vesper-malen toe
gesproken „Desiderio desideravi
„Vurig heb Ik verlangd dit Paaschlam met
U te eten" vurig had Hij verlangd,
dat op dézen dag de zon in avond héén
duisteren zoudat dit avondduister in
welks omhulling de Godmensch klagelijk
lijdend, steenend ter aarde zou zinken
over de landen zich spreiden mocht.
En het lang verbeide duister daalde
in den Hof van Gethsemane hijgde Hij
naar EngelentroostHij voelde Judas' kus
op Zijn heilige wangenHij leed den
wreeden kaakslag voor Annas Hij werd
vervoerd van den valschen naar den laffen,
wankelmoedigen rechter, van dézen naar
den hatelijk spottenden, en van dezen
weer terug naar rechter Pilatus.
„Ecce homo".... zoo vertoonde Pilatus
den hoogen God voor het joelende volk;
„Zie den mensch" hoe erbarmelijk, hoe
deerniswekkend, hoe weinig nog een mensch
gelijk
Toen ving de droevige Kruis-gang aan
de bloedige dagvaart ten doode, waarbij
iedere bangelijke tred den vreeselijksten dood
den Lijder naderbij bracht
„Et crucifigerunt Eum„En zij
kruisigden Hem het was nu omstreeks
het zesde uur, en er kwam duisternis over
het land tot het negende uur toeen
zie, er was een man met name Joseph,
deze ging naar Pilatus en vroeg het lichaam
van Jezus. En hij nam het af, wikkelde
het in lijnwaad en legde het Jn een uitge
houwen graf, waarin nog nooit iemand was
neergelegd".
Doch op den Paaschmorgen klonk het
half angstig, half jubelend van de lippen
der vrome vrouwen, die het H. Graf be
zoeken kwamen„Resurrexit„Hij is
verrezen 1"
In hemelsche pracht en heerlijkheid ont
steeg Hij de duisternis van Zijn doode-
FEUILLETON.
Naai het Engelsdh van BOW 'BELLS,
woon: Hij was verrezen, triompheerendna
eindloos bangen lijdensstrijd
Na eindloos bangen levensstrijd
dochmoest Christus dit alles niet lijden,
en zóó Zijne heerlijkheid binnengaan?....
Nog toeven wij in ónzen bangen lijdens
strijd, in den voor ieder zwaren strijd van
het leven
Nog wacht ieder van ons een langere of
kortere kruisweg naar den dood; doch
laten wij dit in onzen strijd gedenken
moeten ook wij dit alles niet lijden, en
zóó gelouterd door 'lijden God's
heerlijkheid binnengaan
Dit Paaschfeest de ook nu weer nieuwe
herinnering aan Christus' victorie na mateloos
lijden moge ons allen heerlijk zijn
dat het ons de schoone vóórbeduiding
weze van ónze verrijzenis na ónzen dood.
Dat ook over ieder van ons het hemel-
koor jubelen moge: Resurrexit: uit de
ellende van het aardsche leven is Hij op
gestegen, hóóg, in God's eeuwige heerlijk
heid 1
II. (Slot.)
Ernstiger en van méér kwade beteekenis
dan de oprichting van centrale, gemeente
lijke volkskeukens, lijkt ons, ofschoon
niet zoo diep, niet zoo rechtstreeks Inwer
kend op alle lagen der bevolking de
nationalisatie van alle levens-verzekering
en brandassurantie-bedrijf over heel het
land, gelijk de als minister van lÏDantiën
kortelings weer opgedoken Treub tiet zich
vóór zegt te stellen.
Op een avondvergadering van de Tweede
Kamer heeft genoemde minister verleden
week n.l. in het kort zijn plannen op finan-
tieel gebied uitéén gezet
De opcenten voor de leeniug 1914 blijven.
Over eenigen tijd zal een nieuwe leening
noodig zijn, vermoedelijk een leening van
250 millioen, welke zal worden samenge
smolten met die van 1914, met eenlange-
ren aflossingstermijn van b.v. 40 jaar.
Met het doel echterzoo mogelijk een
snellere aflossing te krijgen, wil minister
Treub het hier boven bedoelde Staatsmono
polie instellen.
Ziehier nu een vrijzinnig-demokratische
poging: ons het staats-socialisme steeds na
der te brengen.
En niet zoo langzamerhand, niet zoo
geleidelijk, niet met zoo kleine pasjes
neen, met één enormen reuzen-stap, ge
lijk wij zulks van een groot-handelend
staatsman als Treub verwachten kunnen.
Wij kunnen het in zekeren zin toejuichen,
dat de stap zóó groot isnu zullen de
Kamerleden niet zoo lichtelijk dien stap
méde zétten zonder veel nadenken, nu
blijkt duidelijker, dan wanneer hek een
geringere aangelegenheid betrof, welk staats-
60.
„Ziji zeiden mij, dart zijn naam Plaul was,
omdat zijne moeder in hare koortsen hem
laitijidl zooi noemidle, en ik heb hem altijd
zoo, genoemd. Ik bracht mijn eerste plan
omtrent hem niet ten uitvoer. Hij veroor
zaakte tnijl veel moeite, aan wtelke ik niet
gewoon was, daar ik nog nooit te voren
iets met kinderen te doen gehad ,badl Ik
begon hem daarom te verachten urn hem
niet op de beste manier te taehandël-eln-.
Toen hij! wat onder werdi, beproefde ik hem
op te voiedlen voor mijne -eigene levens
wijze, maar hij wa® ler niet gemakkelijk
toe te brengen en m,ijln koop foiegom mij
boe langer hoe mieer te .berouwen. Einde
lijk werd! |een mijner vriienidemi door rech
ter Vincent ter dood veroordeeld. Ik was
verplicht mijl verborgen te hondlen, daar,
de politie mijl ,ook achtervolgde, en ik
hoorde ook, dat andere vrienden voor Ihieift
genade zochten te verkrijlgem, anders zoude
ik beproefd hebben hem door dein jongen.
Paul te redden.
„Maar rechter Vincent was.er tegen, dat
zijn vonnis- veranderd zom worden, ten min
ste zoo, zeiden de menschen, en mijin
virenidl werd opgehangen.
„Toen deed ik een leed, dat ik gewro
ken wildle worden, en ik zwoer, dat ik belt
kind tot leen dief én een misdadiger wilde
maken, voor dat ik hem tot zijnen vader
terug zond.
ufcfij werkte; mij onophoudelijk tegen,
ien toen ik naar de strafkolonie ging, was
hij nog onschuldig.
„Gedurende vier jaren verloor ik hem
uit het oog. Blij mijne terugkomst was hij
een straatveger, ik zocht hem iop en nam
hem wieder onder mijne jhoiqde.
„Hij was ook bij mij op dan avond
van de munters; voor welik geval ik hier
ben, maar hij wist te. ontsnappen. Na.
tijd heb ik niets meer van hem, ge-
Die procureur hield op, met lezen, en gaf
:t geschrift aan den rechter.
Het was geleek end door Jakob Prow
en ook door den geestelijke ieUi den gou
verneur van de gevangenis.
„Djt is onvoldoende," zaide d|e rechter,
,,hoe hebt gij wiitgevondien, dat bet kind
Piaul ën Te:n ,dleze jong© main één, en
dezelfde persoon, zijn?"
Hij sprak badaard, idü'dh zijn gelaat ver
raadde maar al te zeer, wlat 'hij geleden hadl
gedurende het lezen vani die bekentenis
van den vaLschiem miuinter»-
„Ik stelde belang in het kiinidl," zeidle
Bogg, „daar ik hem een of tweemaal
met Jakoib Prow gezien, had, die hij mij
kwiam om raad te vragen voor een zijner
makkers. Toen ik Iheni bij Clayton zag,
na ;h--et gebeurde met de munters, herkend,e
ik hem. Hij noemde zich Jan, hetwelk ik
uit medelijden niet wilde tegenspreken. Ik
deed veel moieite 01m1 hem van zijne slechte
loopbaan terug te brengen,, en bood hem
zelfs eene plaats op mijn kantoor aan."
„Edele, edelmoedige vriend!" zeidle de
rechter, zijne hand roet warmte drukkende.
„Maar op zekeren avond ontvluchtte hij
en ik vergat hem, totdat hij wieder door
zijne verbintenis met den schouwburg aan
het licht kwam. Hij maakte zich aan Karei
socialistisch gevaar bij een dergelijke mi-
nisterieele taak-opvatting van den heer
Treub dreigt.
Véél blijft er na deze simpele aanduiding
van het plan door den heer Treub nog
een open vraag, doch de oppering al
léén van het plan is ons reeds voldoende
om in te zien, dat een ongewenscht ge
vaar ernstig dreigt, dat wij dus op onze
hoede moeten wezen, en trachten te be
werken, dat het gevaar zoo spoedig moge
lijk van de lucht zal zijn.
Onze groote grief tegen de uitvoering
van dit plan is allereerstdat monopoli
seering van het verzekerings-bedrijf niet
gelijk wél [andere der hierboven gememo
reerde nood maatregelen als een tijde
lijke maatregel beschouwd kan worden.
Veel kunnen wij voor lief nemen, als we
maar weten, dat we er eens zoo spoedig
mogelijk van verlost zullen worden, doch'
het middel wordt erger dan de kwaal, wan
neer men een tijdelijk kwaad opheffen wil
(en dat opheffen is nog o zoo dubieus)
door toepassing van een met reden onge
wenscht systeem, dat b 1 ij ven zal.
't Zijn de winsten der verzekerings-be-
drijven, welke de heer Treub gaarne aan
de schatkist ten goede zag komende
minister meent natuurlijk in ernst, dat hij
met die winsten gebaat zal zijn, doch de
ervaring, met een dergelijke staats-bemoei-
ing in Italië opgedaan, is wél in staat tot
voorzichtig nadenken te stemmen.
In dat land werd in i9£2Nhet staatsmo
nopolie op levensverzekeringsgebied inge
voerd, waarbij wij ontleenen dit aan
de „Haagsche Post" o.m. bepaald werd,
dat de polissen bedragen van 15000 lire'
voor levensverzekering en 1500 lire voor
lijfrente niet mochten^, overschrijden. Alle
contracten, door Italiaansche en vreemde
maatschappijen voor zekeren datum afge
sloten, moesten voorts aan het nieuw ge
vormde bureau worden overgedragen. Ter
verdediging van dezen maatregel werd
aangevoerd, dat levensverzekering geen
ingewikkelde administratie noodig maakte
bovendien geen ernstig risico opleverde,
en door particuliere ondernemingen voor
de verschillende agentschappen en anders
zins groote sommen werden vermorst.
Sinds 1 Januari 1913 is dit staatsbedrijf
in werking, doch reeds is gebleken, dat
de exploitatie gedurende het eerste jaar
al zeer weinig gunstig is geweest. Het
staatsverzekeringsbureau ving zijn arbeid
aan met een staatsgarantie van 5 millioen
lire, waarvan reeds terstond twee-vijfde aan
inrichtingskosten verloren ging. Het per
soneel der vroegere particuliere onderne
mingen werd vervaDgen door een zwerm
van staatsambtenaren, waarvoor werk moest
worden gezocht, hetgeen een groot aantal
nieuwe formaliteiten in het leven riep, die
de „productie" ernstig belemmerden, niet-
Claytonhakend em zooi Wais, ik in staat
ook nu nog1 zijne identiteit te bewijzen."
„Ongelukkige jongend" zeidlei die rechter,
„Biev-erley, idlenkt gij; idiat ihiet verhaal van
dien munter waar is?"
„Het is,, helaasmaar al -te waar," ant
woordde die. procureur. „Mijn arme vriend!
idie ongelukkige jonge», die nu in de ge
vangenis is, is zonder eenigen twijfel uw
verloren zoon. Dit heeft hij aan idle zwak
heid! zijner moeder te -danken, evenals- gij
,al uwe lellende aan haar te dainikeini hebt."
„Noem ihiaiar niet," 'zeide idle rechter, „ik
vervloek den dag, opi welken ik 'haar ont
moette; en door hare vafedfaie adhiooinihie-id
getrofeifn werd!. N,o©m haar niet, ik kan mu
sleohits aan mijn ongelukkigem zoon dien-
kén."
Bieverley wendde zich om, om ieie;n glim
lach'te verbergen. Daarna keerdie hij z*ch
naar zijn vriend met een blik vol mede
lijden.
„Mijn arme Willem!" zeidle hij, „dit is
inderdaad eene vreieselijk© beproeving."
„Verspeel uw tijd niet met mij te b,e-
kLagan," zeidle de- rechter, „zeg mij; wat
kan ik in' deziern verscbrikk-elijk-e-n toestand
doien?"
„Gij kunt hem niet v.an de straf reddleini.
Hij moiet zijn vonjnis ondergaan."
Die ongelukkige vader kermde Ten drukte
wanhopig de hand tegemi zijn voorhoofd'.
„Maar gij zoiudt later tets, voor hem
kunnen doen," hernam de procureur, „iets,
waardoor die wereld met minder scherpe
oiogen op'hneim zonde wederzien, waardoor
men niet veel meer zoude denken aan
zijn slecht karakter."
„Alles, alles oim hem te reddenzeide
rechter Vincent,, „zeg mijl slechts, wat ik
moet idtoigni"
tegenstaande de prefecten in de provincies
en andere staatsambtenaren, zich inspanden
om nieuwe contracten te sluiten. Aangezien
het meerendeel der staatspolissen voort
zettingen zijn van die, welke da overgeno
men maatschappijen afsloten, moest de
Staat, naar beweerd wordt, tweemaal te
veel betalen om deze posten te behouden,
n.l. ééns door vergoeding aan de maat
schappijen, en andermaal door betaling
van provisie aan de staatsagenten,^die er
in slaagden de verzekerden tot het aanhou
den van de polis te bewegen.
Volgens verschillende gegevens wijst het
eerste jaar van dit staatsbedrijf in Italië'
reeds een belangrijk tekort aan, zelfs in
dien geen nieuwe polissen werden afge
sloten en inmiddels moet de belangrijke
daling in beleggingen een verder verlies
voor het Bureau hebben veroorzaakt.
Aldus de ervaring in Italië, waar nog
maar alleen de levensverzekering gemono
poliseerd is, terwijl de heer Treub ook de
brandverzekering in zijn plannen wil be
trekken.
Of voor de verzekerden-zelve een Staats
bedrijf voordeeliger is, valt, bij gemis aan
nadere bijzonderheden, moeilijk te zeggen.
Men vergete echter niet, dat de tarieven
voornamelijk zijn verbeterd door de onder
linge concurrentie der verschillende maat
schappijen, welke bij een Staatsmonopolie
vanzelf vervalt.,
Mat het bovenstaande moge die minister
ernstig' rekening hemden; ler is, -echter nog
rnéér (en hier 'komen wij tot ons prin
ciep)
Hét plan van dein Ihaer Tre-ulb- 'is een,
gevaarlijke poging: de particulier® bedirijfs-
vrijheid, ,qp nog ergere wijze: dian reedis
geisdhifedde, te hinderen; het. is een -on
eerlijke aantasting van 'smensdhien eigen
domsrecht.
Wiat beduidt immers ©en dergelijke mo-
nopoliseerirug?
Djat alle eigenaren, medejeigeinaren, direc
teuren, etc. van verzekeringsbedrijven, on
derdanige staatsambten,aartjes, vvordeni van
derdien of vierden of vijfden rang; wat
bete©kent: ie©n overgang vani heer tot
knedht.
Al zal mén natuurlijk trachtten de hier
boven bedoeld© catagoriën van personen
finantiëel schadeloos te stellen (dliit lijkt
ons vooreerst nog ©en zeer moeilijke, zoo
niet onoplosbare kwasitie), mem kan ,en
men zal het toclr niet vergoeden, ,dat men
méérderèn de vruchten va|n hun. jaren-
langen, inaarstigiein arbeid ontrooft.
't Ia ,dle verdoezeling van het eigen
domsrecht, welk© hier dloor den heer Treub
misschien niet zoozeer beoogd, dan toch im
praktijk gebracht Wordt, en tegen iets
dergelijks moeten wij waken.
1 I 1 I I I I 1
W,aar raken wij terecht, als deze ,en
moer dergelijke plannen bedacht ©m uit
gevoerd worden? Wat de Hemel ver
hoede!
I11 da maatschappij der numiroenmiemacheiii;
waar ieder dienaar, knecht, slaaf is van
ja, van wat eigenlijk?.., vain, die „gemeen
schap"
W,aar men alle lief en. leed van, die „ge
meenschap" krijgt: zijn eerste speen en
zijn laatste doodskist!
Dat noemen wij degeneratie: als die men
sch,ens eens zóó verlaagd zullen zijn, dat
zij zich zelf niet meer als ieigen zelfstandig
heden in het leven, dat G'qd hun schonk,
gevotelen en -erkennen.
D'at noemen wij degeneratie: als die men
schen alle particulier initiatief verloren I»eb
ben, en willoos, zonder veerkracht, zonder-
iéts, djat van eigen danken en streven
getuigt, zich medegeven aan idle ééine stu
wing van de ééne gemeenschap.
D|at zijn geen -m-ems-obein meier, zooals
God ze stelde, apart in de samenleving,
met ieder die innig-eigen ziel, mét ieder
de eigen tal,enten, waarmede gearbeid moet
worden, voor liet leven hiernamaals, zéker,
doch ook voor het aardiscbe leven.
Dat zijn geen mein-scheim-met-eera me-er
E11 omdat wij zulke -menschen nooit
mogen worden, daarom verzetten wij om®
tegen hel' Staatssocialisme, in welke begim-
vormen men het om-s thans ó,ok op
dringen wil; daarom verzetten wij ons
ertegen -en trachten wij het te vefhinidlerien,
inzod-verre wij niet inzien, dat sommige
in di-en geest te mem-en maatregelen- mi-et
werkelijk to®v-alli,g goed te no,em-en
zijn tijdelijk gedurende onzen nood
toestand.
ALKMAARSCHE
OVERAL VERKRIJGBAAR
„Gelid!" antwoordde idte sliman ©procu
reur. „Geld kan door den tijidl elk won
der verri-cliten, -dat wij w-emischen. Geld-,
-dlat -eiene betooverinig om dein on-geliuikkiigen
jongen zal verspreiden ,en- overal vo,or hem
vrienden zal verwerven, waar bij anders
niets -dlan vijanden en aanklagers- zoude
vimdlen."
Hij sprak op- een spottenden toom -en ving
iedere voorbijgaande uitdrukking' van het
gelaat van den rechter ni-et gretigheid' op.
„Ik heb- een gro-ot fortuin," antwoordde
idlezie, „dat zal het zijne wezen, wanneer ik
sterf."
„M,aak het nog grooter," vervolgde zijn
paaidlgevier. „Laat hem, indien het mogelijk
is, een millioen na, --en de menschen zui
l-en spoedig -deze episode- uit zijn leven
vergeten. Hij zal -dlan gelegenheid! hebben
om nog ©en eervol en nuttig- leven te lei
den ien d-e-n vl-ek, die. ,er op uw niaa-m rust,
w-edler af te wi-Sschen."
„Hem als een tnillionair achterlaten," h-er-
Ihiaalidle die rechter, „hoie?"
„Voor iemand, die rijkdom, heeft, zijn er
honderd wiegen open om zijn kapitaal te
vermeerdiere-n," zeide mijnheer Bqgg. „Sp-e-
culatiiè, bijvoofbleeldl."
Een oogenblik hield hij stil om te zien
welk |een -effect zijne woorden hiaidldletn,.
„Een gevaarlijke grond, joiet waar.?"
zei-cte de r-echt-er.
„Ni-et indien g'ij de raadgevingen vo-ligt
van iemand, die er ondervinding van heeft,"
antwoordde de pro-cureur. „Blij-voorbeeld1,
drie maanden -geleden, hebt gij; mij duizend
pond toevertrouwd 0111 te beleggen in de
Compagnie', waarvan ik directeur bene"
„Ja," zeidle idle rechter.
„Uw gal-dl is meer dian verdubbeld!,"
vervolgd© Beverley. „D-e aandeel-en zij-n. bij
zonder hoog gestegen -en zijn -nog aan het
rijzen. Wanneer zij nog' een, weinig hooger
zijn, zal ik mijne aandeel-en en 00-k de
uwe vierkoopeiï, zo-odat wij dan zulk eene,
goedle w-inist vaal o-n-s kapitaal zullen hebben,
dlat -d-e oudste specul-eerdlers- in 'Loaiidieni er
verbaasd oiver moeten staan.' Gij ziet, iin
veilige ha-nden kan- ©ene speculatie een-a
goudmijn wo-rden."
Rechter Vincent zat -eenige-n -tijd 'in, diep
nadenken verzonken. „Bieverley," zeide hij
-eindelijk, „ik heb' rae-dls, zeer vele jaren
gekend. Ik vertrouw onvoorwaardelijk op u.
Ik geloof nii-et, dat gij mij in dteza of io
©enige andere zaak zoudt w.illeni misleiden,.'!'
„U bedriegen, Willem, mijn beste vriend?
Nooit!" zeide Bieverley. Bij deze woorden
streek hij -die h,an-d over zijn gezicht, oin
zijné verrukking te v-erb-ergieia
-I 1 OKjordit vervolgd.)