No. 50
Zaterdag- 28 April 1917,
lie Jaargang-
Uitgave van de Naarnlooze
Vennootschap ,^NS BLAD"
ALKMAAR.
Bur.: BREEDSTRAAT 12.
Telefook No. 433:
DIT BLAD VERSCH0NT DINSDAG,
DONDERDAG EN ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
R. K. NIEUWS- EN AÜM IRTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOLLAND
ADVERTENTIËN-.
Mirake I ■ff est.
faul de vagebond.
-v;'"
Per kwartaal franco huis. 90 ct.'
Met gelll. Zondagsblad .125 ct.
bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers:
van de courant 3 ct.
van het Zondagsblad 5 ct.
Van 15 regels50 ct.
Elke regel meer10 ct.
Reclames per regel 25 ct.
Kleine adv.: 30 woorden bij vooruitbet. 30 ct
„Videbo s
ibo vos, n|
plaga disperj
Van St. Laurenston
talen klokkenklanken o
'guinem et trans-
erit in vobis
:ns"
dreunen, de me-
r stad en velden.
Met spar- en dennengroen en veel
kleurige vanen zijn de straten van Alkmaar
getooid en van heinde en verre stroomen
de inwoners der omstreken de poorten
van de stad binnen, om met de burgerij
opwaarts te gaan naar 's Heerenhuis.
Want heden op den eersten dag van de
maand Mei herinnert men zich het vie-
renswaardig wonder van het feest van het
H. Bloed van Mirakel.
Als van ouds hebben Schout, Burge
meesters en Schepenen van Alkmaar aan
de bewoners uit den omtrek doen weten
„of daar eenige devote mensehen waren,
die minne hadden om Gods Bloed van Mi
rakel en te waardigen en fcrbied ie bewijzen, 3
of die daarvan begeeren beschermd te wor-
den, dat zij komen op Meidag te Alkmaar,
om dien omgang eerlijk en met minne te
helpen doen."
En vrome Moeders hebben het 's avonds
te voren nog eens aan hare kinderen ver
haald, hoe, toen men het jaar O. H. 1429
schreef, er een priester was geweest, ge- 5
naamd heer Volpert, die op den eersten 'j
Meidag in de oude St. Laurenskerk zijn
eerste H. Mis had gezongen, en dat, toen
hij het H. Bloed onzes Heeren zoude nut-
tigen, dit door hem op onbetamelijke wijze
werd gedaan, zoodat een deel daarvan bij
zijne lippen nedervloeide en afdroop op
het casuifel. De priesters hadden aanstonds
2po goed als zij dit konden, de bevlekte
maats, uit eerbied voor het H. Bloed, uit
gezogen en deze daarna uitgesneden, uit-
gewasschen en in de zon gedroogd, om ze
daarna in het vuur te verbranden. Maar
zooals de overlevering verhaalde, door een
wonder des Heeren bleef het in den vuur
gloed onverlet en toen men het daarna
vol vreeze en eerbied scherper had bezien,
ontwaarde men, dat er drie roode bloed
vlekken waren achtergebleven. Men had
daarop het kostbaar wonderteeken op een
geheime maar waardige plaats bewaard,
maar God, die door dit groote wonder de waar
heid wilde bevestigen van ons H. Geloof,
dat wanneer onder de H. Mis de priester
de woorden van de consecratie uitspreekt
over het brood en de wijn, deze veranderd
worden in het waarachtig lichaam en bloed
des Heeren, verlangde dat men die H.
Reliek in het openbaar zoude vereeren.
Zoo was het dan geschied, dat schippers
nabij de stad Vlissingen door het ijs waren
beklemd en in doodsgevaar geraakt, en
terwijl zij om hulp baden, was hun een
engel verschenen, die hun aanmaande om
een belofte te doen, dat zij ter bedevaart
zouden gaan naar Alkmaar ter vereering
van het H. Bloed van Mirakel, als wan-
FEUILLETON.
Naar het Engelsch van BOWi BELLS.
neer God hen uit hun nood zoude ver
lossen. En ziet, nauwelijks hadden zij de
belofte gedaan, of het gevaar was geweken
En, moeder verhaalde verder aan de
luistergrage kleinen, hoe deschippers in
Alkmaar waren aangekomen en navraag
hadden gedaan omtrent het Mirakel, maar
dat niemand hun inlichtingen wist te geven.
Zij hadden zich daarop tot de geestelijk
heid gewend en verhaald hoe hun de en
gel was verschenen en de priesters begre
pen daaruit, dat het God's wil was, dat
tot Zijne meerdere eer en glorie, het won
der zoude worden bekend gemaakt, en se
dert had men sinds onheugelijke jaren, op
den eersten dag van Mei het Mirakelfeest
gevierd. Daarom zou morgen weer de plech
tige omgang plaats hebben, en langs de
straten der stad zou Ons Heer trekken en
de reliek van het H. Bloed van Mirakel
worden rondgevoerd en zij zouden met
vader en moeder ter kerke gaan en den
luisterrijken omgang mede maken.
En nu is de blijde dag aangebroken en
terwijl de klokken feestelijk luiden, trekken
de leden der verschillende gilden met hun
ne vanen tempelwaarts, om aan den om
gang grooter luister bij. te zetten, zoomede
de vendel der schutterijen, alsmede de
leden der vrome broederschappen. Op
hun eereplaatsen in de kerk zetelen in ambts
gewaad Schout, Burgemeesters en Schepe
nen; de geestelijken van de stad, regulieren
en seculieren, zoomede velen uit den om
trek zijn in groote getale aanwezig, en aan
het met alle kerkenschatten gesierde Hoog
altaar wordt het H. Misoffer op plechtige
wijze opgedragen. En dan trekt dóór de
met vanen, groen en bloemen gesierde stra
ten de plechtige processie door de stad;
het aroom der wierook mengt zich met den
geur van bloemen-, spar- en dennengroen,
en doc>r de Itreht klinken de gezangen ter
eere van het H. Sacrament, afgwisseld door
de muziek der speellieden, die men daar
toe uit Haarlem heeft laten komen. En
voor de huizen en langs de straten knielen
de geloovigen en kloppen op hun borst
wanneer het II. Sacrament voorbij gaat en
zij vragen om zegen en verhooring van
hunne gebeden ter wille van het H. Bloed
van Mirakel, dat God hun. in Zijne goed
heid heeft geschonken.
Maar eeuwen zijn sinds den heerlijken
tijd, waarvan het bovenstaande slechts een
flauw denkbeeld kan geven, voorbijgegaan.
Niet meer als van ouds roepen de klokken
van St. Laurens op 1 Mei de geloovigen
tempelwaarts, ter viering van het Mirakel-
feest. Verweesd staat zij daar, de oude
glorie van de stad, van haar schoonste sie
raden beroofd en zij die ter bedevaart zou
den gaan, om het H. Bloed van Mirakel
te „waardigen en eerbied te bewijzen" zij zou
den het daar niet vinden.
Toch ging Alkmaar's heerlijk bezit niet
verloren. Het is ons bekend, hoe in de
dagen der reformatie de reliek van het H.
Bloed bewaard bleef en steeds met groote
59.
HOOFDSTUK XL.
Hoe idle pogingen van den
goeden jood met 'dien bestem
Uitslag werdien bekroomdl
Het was needk laat ito dien avondl v,oor
dat Levi met dien pruikm aleer maar dan
schouwburg terugkeerde. Het eerste stuik,
een treurspel, wiaariin Marie de hoofdrol
gespeeld fhiaidl, was geëindigd, en het toiomaol
werd gereed gemaakt voior hiet tweede ger
deelte van de voorstelling. Toen de twee
mannen binnenkwamen wierden -zij ontvan
gen door mijnheer Morrison, die hen da
delijk naar een stil hoekje bracht, waar
zij gelegenheid hadden om niet alleen alles
op te merken wat er op. het tooneel voor
viel, maar ook ieder te zien, die die deur
Uitging - of binnenkwam.
„Gij zijt laat," zeide hij, „maar nog nie
mand van het gezelschap is. heengegaan,
zoodiat .gij eejnie goodie kans zult hebban
om den man te vinden, indien hij hiier is."
„Ik zoude hem op het eerste gezicht wel
weder herkennen," zeidle de barbier, die
vol ijver was door de belofte van Levi;
nog eerne bijzondere toelooming te geven,
om mem goed! te betalen voor zijne moeite
indien hij den kooper van dien pruik zoude
ontdekken. „Indien hij hier is, zal hijl Jam
James niet ontsnappen."
Na deze woorden verviel hij; in een. diep
stilzwijgen en trok een zeer geheimzinnig
gezicht, terwijl biji nauwkeurig iedereen
onderzocht, die hem voorbij kwam.
De plaats, waar zij stonden, wa® ©en
kleine, soheevie hoek, geheel verborgen aiühi-
ter da coulissen, welke hen v.an beide
zijden insloten. Door een soort van prieel
waren zij ook onzichtbaar voor de personen
op het tooneel, terwijl zij vanl uit de duis
ternis .alles konden opmerken, wat er ge
beurde. Weldra was alles voor het tweede
stuk in orde, dn de; acteurs kwamen weder
bij 'elkander om zich voor het ophalen van
het gordijn gereed te maken.
De .barbier beschouwde hen allen knot
.aamdiaciht.
Levi zag hem met gespannen verwach
ting aain om den uitslag op zijn gelaat
te lezen:
„Diaar is hij niet," zeide die man, „er
is bij den gehieeleni troep niet één; die
'gro-ot en sterk genoeg is voor mijn klant."
De voorstelling ging voort, en Jan Jamies
trok een lang gezicht, terwijl hijl te ver
geefs toekeek.
„Ik begin te denken, dat wij in den
verkeerden schouwburg zijn," fluisterde hij'
tot Levi, „indien wij eens met (dien direc
teur gingen spreken? Hij kan ons wel
zeggen of het nog noodig is langer te
wachten."
Terwijl zij' zich. gereed maakten omi hulrane
plaats te verlaten, trof het geruisdhi van
een zijden kleed hunne ooren. Die per
soon plaatste zich, ju iee;n anderen hoek maast
diem, ilm welken de tw.ee mannen stonden.
Weldra hoorden zij nog iemand aan
komen, en die. woordien, welke tusschem
devotie vereerd biet, al moest deze ten
gevolge van de tijdsomstandigheden veel
van haar ouden luister inboeten. Maar ook
weten wij, dat, vooral in de laatste jaren,
waarin zooveel dat in den schoonen Room-
schen gaarde van Neerlands Kerk dood
scheen weer tot nieuw leven opbloeit, de
devotie tot het H. Bloed van Mirakel in
Alkmaar in die herleving deelt, niet het
minst sinds een Alkmaarsch priester, de
ZeerEerw. heer Rijkenberg, op zoo treffe
lijke wijze de aandacht vestigde op het
kostbaar „edelgesteente door den Goddelijken
Kunstenaar zelf gezet m de oude kroon,
die de slapen (onzer) Koninklijke Stede
maagd siert". (5)
Maar aan die herlevende devotie ont
brak tot heden een eigenaardig kenmerk,
dat ons inziens absoluut noodzakelijk is,
wil er sprake zijn van volkomen herstel,
de eigenlijke feestdag van het H. Bloed
van Mirakel wordt sinds onheugelijke tijden
niet meer gevierd.
Wel e redenen daartoe aanleiding hebben
gegeviu weten wij niet, wel, dat het feest
van Mirakel gedurende lange jaren in plaats
van op den eersten Mei werd herdacht op
den Zondag onder het octaat vafti den H.
Sacramentsdag. Het gevolg hiervan is ge
weest, dat op dien |dag de aandacht der
geloovigen meer uitging' tot de herdenking
van de instelling van het H. Altaargeheim
en dat dientengevolge allicht minder aan
dacht werd geschonken aan het H. Mira
kel, dat God hier ter stede wrochtte ter
bevestiging van ons Geloof in dat grootst®
aller Geheimen.
Dit nu gaat anders worden. Op initiatief
van den „Vriendenkring van het H. Sacra
ment", daarmede gevolg gevend aan het
meermalen uitgesproken verlangen van den
ZeerEerw. heer Deken Ooms om de devo
tie tot het IJ- bloed van Mirakel te ver
meerderen, zal na vele eeuwen dit jaar het
feest van het H. Bloed van Mirakel weder
op den eersten Mei worden gevierd. Om
acht uur zal in de Parochiekerk van den j
H. Laurentius een gezongen H. Mis ter I
eere van het H. Bloed van Mirakel wor- 1
den opgedragen. De reliek blijft den ge-
heelen dag ter vereering uitgesteld, terwijl
met plechtig lof en feestpredicatle de feest- i
dag zal worden gesloten.
Dit is het heerlijk fcn heugelijk nieuws
dat dit artikel mag inleiden en dat niet
alleen door Roomsch Alkmaar, maar ook
zeker door de Katholieken uit de omstre-
ken met vreugde zal worden vernomen. j
Mogen er velen, ook van buiten deze
stad,, dien dag opgaan om het H. Bloed
van Mirakel te „waardigen en eerbied te be j
wijzen" en Gode eer brengen in Zijn II
Altaargeheim, waarvan dit H. Bloed van
Mirakel getuigt.
Getooid met bloemen en groen en ver
licht, naar wij vertrouwen, door veel ge
wijd offerlicht, zal de kostbare reliek daar
staan als een stille bede voor dep troon
van den Almachtige, diens zegen atsm'ee-
die twee personen gesproken wiendien, kon
den zij duidelijk verstaan.
Die barbier legde den Vinger op zijn
mond en bleef stilstaan. Levi leunde Tegen
hiet iaindiene scherm, iedere trek van zijn
gielaat drukte grooite teleurstelling uit.
„Gij zijt wreed'," zeidle de man in de aiu-
diere hoek, „waarom zijt gij boos op mij,
Marie? Wat ihieb ik' todh gedaan, ofait gij mij
zoo vermijdt?"
„Gij vergist u," antwoordde zij, „ik ten
niet 'boos en ik vermijd u ook niet, maar
ik toen geheel onverschillig "omtrent uwe
tegenwoordigheid'.
Jan Jamts wendde zich toit Levi en zag
hem. .met een 'beteefcenisvollem blik aan.
Dlaiarop begon hij weder te luisteren.
„Gij zult mij krankzinnig makenzteide
de man hartstochtelijk, „ik spaar geene
moeite om. u te behagen en toidhi verwaar
digt igij u niet, mij een glimlach of een
vriendelijk woord te .geven. Gij versmaadt
elk bewijs van mijne vriendschap of wel
willendheid."
„Indien gij' spreekt over de geschenken,
welke gij mij aangeboden hebt," hernam zij,
„dan ikami ik u zeggen, zooals ik reeds
eerder igedaan: heb, dat ik u volstrekt niet
wreeder behandel dam een ander. Ik neem
nooit igesdhienkem aain van vreemdelingen' of
gewone kennissen."
„M;arie, luister naar mij," zekle de man;,
„ik bemin u, bemin u m:et geheel
mijn hart! Laat die liefde voor mij pleiten.
Laat zij u loeren mij als iets meer dan
eene 'gewone kennis, zelfs meer dam een
vriend te beschouwen
„Gij vergeet, dat wij hier op eens jpu-
t bliek© plaats zijn!" hernam zij op veront-
kend over de stad en het land van St.
Laurentius, tot vermeerdering' en uitbreiding
van ons H. Geloof, ter afwering van „ver
dervende plagen".
En met die bede zullen -opstijgen de ge
beden en dankzeggingen van Roomsch Alk
maar voor zoo groot voorrecht aan onze
vaderstad geschonken, vooral omdat wij
daardoor versterkt werden in ons geloof
aan de wezenlijke en waarachtige tegen
woordigheid des Heeren in het H. Altaar
geheim.
En naar mate onze opkomst, talrijker en
onze godsvrucht inniger zal zijn, mogen
wij verwachten dat deze vernieuwde her
denking van het feest van het H. Bloed
van Mirakel o(> den eersten dag. der Mei
maand ten gevolge zal hebben een nog
volkomener herstel van de schoohe dagen
van weleer en dat in niet te lang verwij
derde toekomst de plechtige omgang van
weleer weder zal worden gehouden op den
eersten Mei, opgeluisterd door alle gilden
en corporation van de stad met hun vanen
en banieren.
Zoo moge het zijn, den verborgen God
onzer Altaren ter eere. Moge Hij Zijn ze
gen geven aan ons zwakke pogen immers
„niet hij die plant, is iets, noch hij, die
besproeit, maar Hij, die de wasdom geeft,
God".
Hem zij de eere, Hem de glorie, Dien
wij loven en prijzen met de bede:
„Geloofd, gedankt en aanbeden, zij Je-
zus-Christus in het Allerheiligst Sacrament
des Altaars, totdat Hij kome in heerlijk-
beid".
„Ik zal het bloed zien en U voorbijgaan
en er zal onder U geen verdervende plaag
zijn." XII: 13.
(2) „De Geschiedenis en de Reliquie ran
het Mirakel van het H. Bloed te Alkmaar."
E. H. Rijkenberg. (Bijdragen tot de ge
schiedenis van het Bisdom Haarlem).
A. Bi
BINNENLAND.
NEDERLAND EN DE OORLOG.
ONZE SCHEPEN UIT ENGELAND.
Het departement van buitenlandsche Za
ken deelt mede, dat een aantal Nederland-
tehe schepen, met veevoeder, kunstmest
stoffen en graan geladen, die thans nog in
Engelsche havens liggen, op den eersten
Mei de thuisreis zullen aanvaarden onder
volledige waarborgen van de Dnitsche re
geering voor een veilige vaart, voor zoover
betreft gevaar van de zijde van duikbooten.
De schepen zullen de nationale vlag
moeten voeren, terwijl op romp en brug
constructies met vertikale roode en witte
strepen v.a:n 3 ,M. breed moeten wordlen
aangebracht.
Blijkens uit Engeland ontvangen be
richt zullen die schepen aldaar in staat wor
den gesteld! iich van de génoieimlde kent.ee-
keniem te voorzien, terwijl colt verder alle
medewerking wordt verleend om het ver
trek der schepen op den bepaalden datuim
mogelijk te maken..
N EDiEiRL AN DSC HE TRAWjLERj GETOR
PEDEERD.
'Eergisteravond 'heeft de sleepboot „Bil-
waardigendien toon. „Ga ter zijde, mijnheer,
en laat mij heengaan, voordat wij de atten
tie van al de anderen tot ons trekken!"
„Ik 'wil nietamtwoordkte hij, „zooals
gij 'bemerkt, kan - niemand' ons hier zien.
Ik wenisch dezen alvoaiidl nog uw antwoord
te liooren, al waren de oogen van het get-
heeile publiek uit den .schouwburg op ons
gevestigd. Ik zeg u nogmaals, Marie, dat
•ik u beminIk smeek u mij eerae plaats
in uw hart te schenken
„En ik zeg, .dat ik u geenie plaats, daar
in 'geven kan," zeide Marie trotsch; „d'at
ik geen recht heb om naar zulke woorden
te luisteren, als er zooevön over uwe lip
pen kwamen, d!an van slechts, ééneni man
in ide wereld), den, m.an, dien ik be
loofd heb te huwen!"
„BtelooM1 te huwen! W|ien?" vroeg die
man zeer 'ernstig.
Voor een oogenblik zweeg zij, eni daarop
antwoordde zij met eene he]idlere stem:
„Paul Vincent."
„Een veroordeelde! een, dief!" riep hij
uit, „waarachtig, een. moioi huwelijk! Het
zou beter zijn, dat gij eerst n,og eeinisi na
dacht, voordat gij een fatsoenlijk man wei
gert voor een veroordeelde. Ik ben rijk,
en indien gij mijne vrouw wilt worden zal
ik iu zoo hoog plaatsen, als, gij het maar
wenschiem kunt. Zie, Mariie, hier i® eene
ketting, welke ik voor u kocht. Laat ik ze
oim' iuw>e h.als, te doen en beloof mij, dat gij
ze zult dragen als een. geschenk van uw
aanstaanden 'echtgenoot."
Zijne stem beetdie van. .aatodloianiiinig, maar
het orchest speelde, en 'een gezang van
een gevierden acteur werd! met luide toe
juichingen bekroond, zoflidlat er imiet* val» het
j liton", die in dienst is van het Rijk, de
door de stroombeuger „Qara" geredidie be-
j manning van den in den grond geboorden
stoomtrawler. „Amsteldijk" voorgaats van
j IJniuidem .overgenomen en aldaar bitonen-
gebracht.
De stoomtrawler „Amsteldijk" van de
maatschappij „Roode Ster" te Maassluis
voer twaalf dagen geleden na te Vla,ar-
dingen te hebben gebunkerd, ter vissdherij
en bevond zich nu met een, groote vangst
op dien terugweg' naar IJmuiden. Eergis-
termorgem tien uur werd het schip noorde
lijk van Haaks vuurschip in het vrije gebied;
aangehouden door een Dluitsdhie duikboot.
De commandant keek de papieren In en
gaf daarna bevel, dat de bemanning het
schip dadelijk moest verlaten; diaar het
tot zinken zou worden gebracht.
Nadlat ide trawler geheel was verlaten
begon de duikboot er op te vuren eto deed!
het vaartuig met ongeveer twaalf schoten
in de dteptc verdwijnen.
De bemanning roteiri'e gedurende 21/2 uur
in de richting van de kust en werdi toien
opgemerkt door den juist op dien uitreis
zljnden stoombeuger VL. 172 „Clara?', die
de mannen: dadelijk overnam en onmiddel
lijk naar IJmuiden terugstoamidle. Nadat
de 'geredden waren overgegeven, Vertrok de
„Qara" opnieuw ter visscherij.
Blij iaanko'mst te IJmuiden werden tile vis-
schers onffhiddellijk door die autoriteiten;
over het gebeurde gehoord1.
De „Amsteldijk" was ongeveer een half
jaar in de vaart, van een moidlerm type,
Gezagvoerder is schipper J. van dier Z:wam.
Ofschoon het schip thuishoorde te Maas
sluis voer het uit IJmuiden,.
G ROENTEN UIT VOER.
Van Woensdag af, loopt er dagelijks, be
halve Zondags, een extra goederentrein van
Rotterdam, over Amersfoort en Apeldoorn
maar Benthaim, voor vervoer van1 groenten
n»ar Diuitschland'. („Volk.")
VAN HET BINNENHOF.
Vergadering van Woensdag 25 April.
Bü de vlugge afdoening en de aanneming
zonder stemming v,an de dividend!- en tan
tième-belasting was ook tegenwoordig de
beer J. A. van Hamel, het nieuwe Amster-
damsche Ijdi, die bij den aanivang deHver-
gadering'zijn intrede deed.
Geen enkele stemming was noodig, dank
zij de toeschietelijkheid! van den Minister
van Eulnaniciëji.
Op verzoek van dien beer K 0101 Ie»
(R.K.) schrapte Z.Ex, uit art. 2 het woord
„rente", teneinde te voorkomen, dat renten,
diie vaste uitkeeringen zijn; ondier de wet
zouden vallen, terwijl renten, djie winst-
Uitdjeelingen zijn, toch vallen oudier andere
benamingen, ta "biet artikel voorkomende.
Ook imiet de- behandeling van het wets
ontwerp tot wijziging dier wiet op de In
komstenbelasting ging bet van een, leien
dakjie. Wiat vooral te danken is aan de aan
neming van het voorsteJ-L o,b m a n (C.H.)
om terug te komen op het besluit de aL
gemeene beschouwingen over die alg emeen e
bejastingpolitiek bij dit wetsontwerp; te hou
den.
Blinuen enkele minuten wasi o'ok dit ont
werp in eerste lezing afgedaan.
Na de pauze liet de meendierheidl dier
Linkerzijde weer eens zien hoe naar kinder
achtig men daar kan, worden, als mun een
palstaanderachtige bevlieging krijgt.
Er moest worden gestemdover de ge
wijzigde imoitie-Rutg ers c.s„ waarin de
Kamer op 30 Maart wegens onvoltallig-
heid was blijven steken en idfe als volgt
luidde:
I 1.—ra—aq
gesprek opgemerkt werd'.
„Ik heb nodh uwe juweelem, noch uwe
vriendschap noiodig," zeide Manie, op, een
zachten, toon antwoordende, „ik heb alleen
liefde voor hem, dien gij zoo onreahtvaar-
dig „een dief" genoemd hebt."
Weder hoiorde rijen luide toejuichingen e»
het gordijn viel. Groepen, danseressen; als
nimfen gekleed; liepen, nu overal heen en
weder. Zij spraken fluis,terendia e» keken
naar alle kanten heen, zoodait bet kleine
liefde-tooneel achter de coulissen eindigde
en de stemr»eni zwegen;
Mijnheer Morrison; die nu voor eenigen
tijd geene bezigheden, haidl, voiegdle zich
bij -Levi, in diens sdhimlihoek.
„Welnu?" zeide hij kortaf.
„Wij zijn van, avond: niet gelukkig ge
weest," antwoordde Levi, „maai' ik zal
het daarom niet opgeven. Ik zal iedere»
schouwburg doorzoeken, ik zal geheel Lon
den doorzoeken, hoe moeielij'k de taak ook
moge wezen. Ik zal geene rust kuniUan
vinden, voordat ik aan de geheele wereld
bewezen ihieb, dat mijn j,ongein .onschuldig
is;"
„Goeden macht, Manie! niettegenstaande
uwe wreedheid, geef ik toch alle hoop nog
niet op."
Het was die stem van dien man, die aan
de andere zijde van beff scherm stond.
Daarna kwam hij uit zijn schuilhoek te
voorschijto en kreeg de dhi® mannen, in
het oog, diie: in den duisteren hoek stondlqn.
Zonder .aarzelen, kwam hij1 maar hen toe
en sprak mijnbeer Morrison vriendelijk aan.
Het was Richard Bogg.
(Wordt vervolgd.)