No. 50 Zaterdag- 28 April 1917, lie Jaargang- Uitgave van de Naarnlooze Vennootschap ,^NS BLAD" ALKMAAR. Bur.: BREEDSTRAAT 12. Telefook No. 433: DIT BLAD VERSCH0NT DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS R. K. NIEUWS- EN AÜM IRTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOLLAND ADVERTENTIËN-. Mirake I ■ff est. faul de vagebond. -v;'" Per kwartaal franco huis. 90 ct.' Met gelll. Zondagsblad .125 ct. bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers: van de courant 3 ct. van het Zondagsblad 5 ct. Van 15 regels50 ct. Elke regel meer10 ct. Reclames per regel 25 ct. Kleine adv.: 30 woorden bij vooruitbet. 30 ct „Videbo s ibo vos, n| plaga disperj Van St. Laurenston talen klokkenklanken o 'guinem et trans- erit in vobis :ns" dreunen, de me- r stad en velden. Met spar- en dennengroen en veel kleurige vanen zijn de straten van Alkmaar getooid en van heinde en verre stroomen de inwoners der omstreken de poorten van de stad binnen, om met de burgerij opwaarts te gaan naar 's Heerenhuis. Want heden op den eersten dag van de maand Mei herinnert men zich het vie- renswaardig wonder van het feest van het H. Bloed van Mirakel. Als van ouds hebben Schout, Burge meesters en Schepenen van Alkmaar aan de bewoners uit den omtrek doen weten „of daar eenige devote mensehen waren, die minne hadden om Gods Bloed van Mi rakel en te waardigen en fcrbied ie bewijzen, 3 of die daarvan begeeren beschermd te wor- den, dat zij komen op Meidag te Alkmaar, om dien omgang eerlijk en met minne te helpen doen." En vrome Moeders hebben het 's avonds te voren nog eens aan hare kinderen ver haald, hoe, toen men het jaar O. H. 1429 schreef, er een priester was geweest, ge- 5 naamd heer Volpert, die op den eersten 'j Meidag in de oude St. Laurenskerk zijn eerste H. Mis had gezongen, en dat, toen hij het H. Bloed onzes Heeren zoude nut- tigen, dit door hem op onbetamelijke wijze werd gedaan, zoodat een deel daarvan bij zijne lippen nedervloeide en afdroop op het casuifel. De priesters hadden aanstonds 2po goed als zij dit konden, de bevlekte maats, uit eerbied voor het H. Bloed, uit gezogen en deze daarna uitgesneden, uit- gewasschen en in de zon gedroogd, om ze daarna in het vuur te verbranden. Maar zooals de overlevering verhaalde, door een wonder des Heeren bleef het in den vuur gloed onverlet en toen men het daarna vol vreeze en eerbied scherper had bezien, ontwaarde men, dat er drie roode bloed vlekken waren achtergebleven. Men had daarop het kostbaar wonderteeken op een geheime maar waardige plaats bewaard, maar God, die door dit groote wonder de waar heid wilde bevestigen van ons H. Geloof, dat wanneer onder de H. Mis de priester de woorden van de consecratie uitspreekt over het brood en de wijn, deze veranderd worden in het waarachtig lichaam en bloed des Heeren, verlangde dat men die H. Reliek in het openbaar zoude vereeren. Zoo was het dan geschied, dat schippers nabij de stad Vlissingen door het ijs waren beklemd en in doodsgevaar geraakt, en terwijl zij om hulp baden, was hun een engel verschenen, die hun aanmaande om een belofte te doen, dat zij ter bedevaart zouden gaan naar Alkmaar ter vereering van het H. Bloed van Mirakel, als wan- FEUILLETON. Naar het Engelsch van BOWi BELLS. neer God hen uit hun nood zoude ver lossen. En ziet, nauwelijks hadden zij de belofte gedaan, of het gevaar was geweken En, moeder verhaalde verder aan de luistergrage kleinen, hoe deschippers in Alkmaar waren aangekomen en navraag hadden gedaan omtrent het Mirakel, maar dat niemand hun inlichtingen wist te geven. Zij hadden zich daarop tot de geestelijk heid gewend en verhaald hoe hun de en gel was verschenen en de priesters begre pen daaruit, dat het God's wil was, dat tot Zijne meerdere eer en glorie, het won der zoude worden bekend gemaakt, en se dert had men sinds onheugelijke jaren, op den eersten dag van Mei het Mirakelfeest gevierd. Daarom zou morgen weer de plech tige omgang plaats hebben, en langs de straten der stad zou Ons Heer trekken en de reliek van het H. Bloed van Mirakel worden rondgevoerd en zij zouden met vader en moeder ter kerke gaan en den luisterrijken omgang mede maken. En nu is de blijde dag aangebroken en terwijl de klokken feestelijk luiden, trekken de leden der verschillende gilden met hun ne vanen tempelwaarts, om aan den om gang grooter luister bij. te zetten, zoomede de vendel der schutterijen, alsmede de leden der vrome broederschappen. Op hun eereplaatsen in de kerk zetelen in ambts gewaad Schout, Burgemeesters en Schepe nen; de geestelijken van de stad, regulieren en seculieren, zoomede velen uit den om trek zijn in groote getale aanwezig, en aan het met alle kerkenschatten gesierde Hoog altaar wordt het H. Misoffer op plechtige wijze opgedragen. En dan trekt dóór de met vanen, groen en bloemen gesierde stra ten de plechtige processie door de stad; het aroom der wierook mengt zich met den geur van bloemen-, spar- en dennengroen, en doc>r de Itreht klinken de gezangen ter eere van het H. Sacrament, afgwisseld door de muziek der speellieden, die men daar toe uit Haarlem heeft laten komen. En voor de huizen en langs de straten knielen de geloovigen en kloppen op hun borst wanneer het II. Sacrament voorbij gaat en zij vragen om zegen en verhooring van hunne gebeden ter wille van het H. Bloed van Mirakel, dat God hun. in Zijne goed heid heeft geschonken. Maar eeuwen zijn sinds den heerlijken tijd, waarvan het bovenstaande slechts een flauw denkbeeld kan geven, voorbijgegaan. Niet meer als van ouds roepen de klokken van St. Laurens op 1 Mei de geloovigen tempelwaarts, ter viering van het Mirakel- feest. Verweesd staat zij daar, de oude glorie van de stad, van haar schoonste sie raden beroofd en zij die ter bedevaart zou den gaan, om het H. Bloed van Mirakel te „waardigen en eerbied te bewijzen" zij zou den het daar niet vinden. Toch ging Alkmaar's heerlijk bezit niet verloren. Het is ons bekend, hoe in de dagen der reformatie de reliek van het H. Bloed bewaard bleef en steeds met groote 59. HOOFDSTUK XL. Hoe idle pogingen van den goeden jood met 'dien bestem Uitslag werdien bekroomdl Het was needk laat ito dien avondl v,oor dat Levi met dien pruikm aleer maar dan schouwburg terugkeerde. Het eerste stuik, een treurspel, wiaariin Marie de hoofdrol gespeeld fhiaidl, was geëindigd, en het toiomaol werd gereed gemaakt voior hiet tweede ger deelte van de voorstelling. Toen de twee mannen binnenkwamen wierden -zij ontvan gen door mijnheer Morrison, die hen da delijk naar een stil hoekje bracht, waar zij gelegenheid hadden om niet alleen alles op te merken wat er op. het tooneel voor viel, maar ook ieder te zien, die die deur Uitging - of binnenkwam. „Gij zijt laat," zeide hij, „maar nog nie mand van het gezelschap is. heengegaan, zoodiat .gij eejnie goodie kans zult hebban om den man te vinden, indien hij hiier is." „Ik zoude hem op het eerste gezicht wel weder herkennen," zeidle de barbier, die vol ijver was door de belofte van Levi; nog eerne bijzondere toelooming te geven, om mem goed! te betalen voor zijne moeite indien hij den kooper van dien pruik zoude ontdekken. „Indien hij hier is, zal hijl Jam James niet ontsnappen." Na deze woorden verviel hij; in een. diep stilzwijgen en trok een zeer geheimzinnig gezicht, terwijl biji nauwkeurig iedereen onderzocht, die hem voorbij kwam. De plaats, waar zij stonden, wa® ©en kleine, soheevie hoek, geheel verborgen aiühi- ter da coulissen, welke hen v.an beide zijden insloten. Door een soort van prieel waren zij ook onzichtbaar voor de personen op het tooneel, terwijl zij vanl uit de duis ternis .alles konden opmerken, wat er ge beurde. Weldra was alles voor het tweede stuk in orde, dn de; acteurs kwamen weder bij 'elkander om zich voor het ophalen van het gordijn gereed te maken. De .barbier beschouwde hen allen knot .aamdiaciht. Levi zag hem met gespannen verwach ting aain om den uitslag op zijn gelaat te lezen: „Diaar is hij niet," zeide die man, „er is bij den gehieeleni troep niet één; die 'gro-ot en sterk genoeg is voor mijn klant." De voorstelling ging voort, en Jan Jamies trok een lang gezicht, terwijl hijl te ver geefs toekeek. „Ik begin te denken, dat wij in den verkeerden schouwburg zijn," fluisterde hij' tot Levi, „indien wij eens met (dien direc teur gingen spreken? Hij kan ons wel zeggen of het nog noodig is langer te wachten." Terwijl zij' zich. gereed maakten omi hulrane plaats te verlaten, trof het geruisdhi van een zijden kleed hunne ooren. Die per soon plaatste zich, ju iee;n anderen hoek maast diem, ilm welken de tw.ee mannen stonden. Weldra hoorden zij nog iemand aan komen, en die. woordien, welke tusschem devotie vereerd biet, al moest deze ten gevolge van de tijdsomstandigheden veel van haar ouden luister inboeten. Maar ook weten wij, dat, vooral in de laatste jaren, waarin zooveel dat in den schoonen Room- schen gaarde van Neerlands Kerk dood scheen weer tot nieuw leven opbloeit, de devotie tot het H. Bloed van Mirakel in Alkmaar in die herleving deelt, niet het minst sinds een Alkmaarsch priester, de ZeerEerw. heer Rijkenberg, op zoo treffe lijke wijze de aandacht vestigde op het kostbaar „edelgesteente door den Goddelijken Kunstenaar zelf gezet m de oude kroon, die de slapen (onzer) Koninklijke Stede maagd siert". (5) Maar aan die herlevende devotie ont brak tot heden een eigenaardig kenmerk, dat ons inziens absoluut noodzakelijk is, wil er sprake zijn van volkomen herstel, de eigenlijke feestdag van het H. Bloed van Mirakel wordt sinds onheugelijke tijden niet meer gevierd. Wel e redenen daartoe aanleiding hebben gegeviu weten wij niet, wel, dat het feest van Mirakel gedurende lange jaren in plaats van op den eersten Mei werd herdacht op den Zondag onder het octaat vafti den H. Sacramentsdag. Het gevolg hiervan is ge weest, dat op dien |dag de aandacht der geloovigen meer uitging' tot de herdenking van de instelling van het H. Altaargeheim en dat dientengevolge allicht minder aan dacht werd geschonken aan het H. Mira kel, dat God hier ter stede wrochtte ter bevestiging van ons Geloof in dat grootst® aller Geheimen. Dit nu gaat anders worden. Op initiatief van den „Vriendenkring van het H. Sacra ment", daarmede gevolg gevend aan het meermalen uitgesproken verlangen van den ZeerEerw. heer Deken Ooms om de devo tie tot het IJ- bloed van Mirakel te ver meerderen, zal na vele eeuwen dit jaar het feest van het H. Bloed van Mirakel weder op den eersten Mei worden gevierd. Om acht uur zal in de Parochiekerk van den j H. Laurentius een gezongen H. Mis ter I eere van het H. Bloed van Mirakel wor- 1 den opgedragen. De reliek blijft den ge- heelen dag ter vereering uitgesteld, terwijl met plechtig lof en feestpredicatle de feest- i dag zal worden gesloten. Dit is het heerlijk fcn heugelijk nieuws dat dit artikel mag inleiden en dat niet alleen door Roomsch Alkmaar, maar ook zeker door de Katholieken uit de omstre- ken met vreugde zal worden vernomen. j Mogen er velen, ook van buiten deze stad,, dien dag opgaan om het H. Bloed van Mirakel te „waardigen en eerbied te be j wijzen" en Gode eer brengen in Zijn II Altaargeheim, waarvan dit H. Bloed van Mirakel getuigt. Getooid met bloemen en groen en ver licht, naar wij vertrouwen, door veel ge wijd offerlicht, zal de kostbare reliek daar staan als een stille bede voor dep troon van den Almachtige, diens zegen atsm'ee- die twee personen gesproken wiendien, kon den zij duidelijk verstaan. Die barbier legde den Vinger op zijn mond en bleef stilstaan. Levi leunde Tegen hiet iaindiene scherm, iedere trek van zijn gielaat drukte grooite teleurstelling uit. „Gij zijt wreed'," zeidle de man in de aiu- diere hoek, „waarom zijt gij boos op mij, Marie? Wat ihieb ik' todh gedaan, ofait gij mij zoo vermijdt?" „Gij vergist u," antwoordde zij, „ik ten niet 'boos en ik vermijd u ook niet, maar ik toen geheel onverschillig "omtrent uwe tegenwoordigheid'. Jan Jamts wendde zich toit Levi en zag hem. .met een 'beteefcenisvollem blik aan. Dlaiarop begon hij weder te luisteren. „Gij zult mij krankzinnig makenzteide de man hartstochtelijk, „ik spaar geene moeite om. u te behagen en toidhi verwaar digt igij u niet, mij een glimlach of een vriendelijk woord te .geven. Gij versmaadt elk bewijs van mijne vriendschap of wel willendheid." „Indien gij' spreekt over de geschenken, welke gij mij aangeboden hebt," hernam zij, „dan ikami ik u zeggen, zooals ik reeds eerder igedaan: heb, dat ik u volstrekt niet wreeder behandel dam een ander. Ik neem nooit igesdhienkem aain van vreemdelingen' of gewone kennissen." „M;arie, luister naar mij," zekle de man;, „ik bemin u, bemin u m:et geheel mijn hart! Laat die liefde voor mij pleiten. Laat zij u loeren mij als iets meer dan eene 'gewone kennis, zelfs meer dam een vriend te beschouwen „Gij vergeet, dat wij hier op eens jpu- t bliek© plaats zijn!" hernam zij op veront- kend over de stad en het land van St. Laurentius, tot vermeerdering' en uitbreiding van ons H. Geloof, ter afwering van „ver dervende plagen". En met die bede zullen -opstijgen de ge beden en dankzeggingen van Roomsch Alk maar voor zoo groot voorrecht aan onze vaderstad geschonken, vooral omdat wij daardoor versterkt werden in ons geloof aan de wezenlijke en waarachtige tegen woordigheid des Heeren in het H. Altaar geheim. En naar mate onze opkomst, talrijker en onze godsvrucht inniger zal zijn, mogen wij verwachten dat deze vernieuwde her denking van het feest van het H. Bloed van Mirakel o(> den eersten dag. der Mei maand ten gevolge zal hebben een nog volkomener herstel van de schoohe dagen van weleer en dat in niet te lang verwij derde toekomst de plechtige omgang van weleer weder zal worden gehouden op den eersten Mei, opgeluisterd door alle gilden en corporation van de stad met hun vanen en banieren. Zoo moge het zijn, den verborgen God onzer Altaren ter eere. Moge Hij Zijn ze gen geven aan ons zwakke pogen immers „niet hij die plant, is iets, noch hij, die besproeit, maar Hij, die de wasdom geeft, God". Hem zij de eere, Hem de glorie, Dien wij loven en prijzen met de bede: „Geloofd, gedankt en aanbeden, zij Je- zus-Christus in het Allerheiligst Sacrament des Altaars, totdat Hij kome in heerlijk- beid". „Ik zal het bloed zien en U voorbijgaan en er zal onder U geen verdervende plaag zijn." XII: 13. (2) „De Geschiedenis en de Reliquie ran het Mirakel van het H. Bloed te Alkmaar." E. H. Rijkenberg. (Bijdragen tot de ge schiedenis van het Bisdom Haarlem). A. Bi BINNENLAND. NEDERLAND EN DE OORLOG. ONZE SCHEPEN UIT ENGELAND. Het departement van buitenlandsche Za ken deelt mede, dat een aantal Nederland- tehe schepen, met veevoeder, kunstmest stoffen en graan geladen, die thans nog in Engelsche havens liggen, op den eersten Mei de thuisreis zullen aanvaarden onder volledige waarborgen van de Dnitsche re geering voor een veilige vaart, voor zoover betreft gevaar van de zijde van duikbooten. De schepen zullen de nationale vlag moeten voeren, terwijl op romp en brug constructies met vertikale roode en witte strepen v.a:n 3 ,M. breed moeten wordlen aangebracht. Blijkens uit Engeland ontvangen be richt zullen die schepen aldaar in staat wor den gesteld! iich van de génoieimlde kent.ee- keniem te voorzien, terwijl colt verder alle medewerking wordt verleend om het ver trek der schepen op den bepaalden datuim mogelijk te maken.. N EDiEiRL AN DSC HE TRAWjLERj GETOR PEDEERD. 'Eergisteravond 'heeft de sleepboot „Bil- waardigendien toon. „Ga ter zijde, mijnheer, en laat mij heengaan, voordat wij de atten tie van al de anderen tot ons trekken!" „Ik 'wil nietamtwoordkte hij, „zooals gij 'bemerkt, kan - niemand' ons hier zien. Ik wenisch dezen alvoaiidl nog uw antwoord te liooren, al waren de oogen van het get- heeile publiek uit den .schouwburg op ons gevestigd. Ik zeg u nogmaals, Marie, dat •ik u beminIk smeek u mij eerae plaats in uw hart te schenken „En ik zeg, .dat ik u geenie plaats, daar in 'geven kan," zeide Marie trotsch; „d'at ik geen recht heb om naar zulke woorden te luisteren, als er zooevön over uwe lip pen kwamen, d!an van slechts, ééneni man in ide wereld), den, m.an, dien ik be loofd heb te huwen!" „BtelooM1 te huwen! W|ien?" vroeg die man zeer 'ernstig. Voor een oogenblik zweeg zij, eni daarop antwoordde zij met eene he]idlere stem: „Paul Vincent." „Een veroordeelde! een, dief!" riep hij uit, „waarachtig, een. moioi huwelijk! Het zou beter zijn, dat gij eerst n,og eeinisi na dacht, voordat gij een fatsoenlijk man wei gert voor een veroordeelde. Ik ben rijk, en indien gij mijne vrouw wilt worden zal ik iu zoo hoog plaatsen, als, gij het maar wenschiem kunt. Zie, Mariie, hier i® eene ketting, welke ik voor u kocht. Laat ik ze oim' iuw>e h.als, te doen en beloof mij, dat gij ze zult dragen als een. geschenk van uw aanstaanden 'echtgenoot." Zijne stem beetdie van. .aatodloianiiinig, maar het orchest speelde, en 'een gezang van een gevierden acteur werd! met luide toe juichingen bekroond, zoflidlat er imiet* val» het j liton", die in dienst is van het Rijk, de door de stroombeuger „Qara" geredidie be- j manning van den in den grond geboorden stoomtrawler. „Amsteldijk" voorgaats van j IJniuidem .overgenomen en aldaar bitonen- gebracht. De stoomtrawler „Amsteldijk" van de maatschappij „Roode Ster" te Maassluis voer twaalf dagen geleden na te Vla,ar- dingen te hebben gebunkerd, ter vissdherij en bevond zich nu met een, groote vangst op dien terugweg' naar IJmuiden. Eergis- termorgem tien uur werd het schip noorde lijk van Haaks vuurschip in het vrije gebied; aangehouden door een Dluitsdhie duikboot. De commandant keek de papieren In en gaf daarna bevel, dat de bemanning het schip dadelijk moest verlaten; diaar het tot zinken zou worden gebracht. Nadlat ide trawler geheel was verlaten begon de duikboot er op te vuren eto deed! het vaartuig met ongeveer twaalf schoten in de dteptc verdwijnen. De bemanning roteiri'e gedurende 21/2 uur in de richting van de kust en werdi toien opgemerkt door den juist op dien uitreis zljnden stoombeuger VL. 172 „Clara?', die de mannen: dadelijk overnam en onmiddel lijk naar IJmuiden terugstoamidle. Nadat de 'geredden waren overgegeven, Vertrok de „Qara" opnieuw ter visscherij. Blij iaanko'mst te IJmuiden werden tile vis- schers onffhiddellijk door die autoriteiten; over het gebeurde gehoord1. De „Amsteldijk" was ongeveer een half jaar in de vaart, van een moidlerm type, Gezagvoerder is schipper J. van dier Z:wam. Ofschoon het schip thuishoorde te Maas sluis voer het uit IJmuiden,. G ROENTEN UIT VOER. Van Woensdag af, loopt er dagelijks, be halve Zondags, een extra goederentrein van Rotterdam, over Amersfoort en Apeldoorn maar Benthaim, voor vervoer van1 groenten n»ar Diuitschland'. („Volk.") VAN HET BINNENHOF. Vergadering van Woensdag 25 April. Bü de vlugge afdoening en de aanneming zonder stemming v,an de dividend!- en tan tième-belasting was ook tegenwoordig de beer J. A. van Hamel, het nieuwe Amster- damsche Ijdi, die bij den aanivang deHver- gadering'zijn intrede deed. Geen enkele stemming was noodig, dank zij de toeschietelijkheid! van den Minister van Eulnaniciëji. Op verzoek van dien beer K 0101 Ie» (R.K.) schrapte Z.Ex, uit art. 2 het woord „rente", teneinde te voorkomen, dat renten, diie vaste uitkeeringen zijn; ondier de wet zouden vallen, terwijl renten, djie winst- Uitdjeelingen zijn, toch vallen oudier andere benamingen, ta "biet artikel voorkomende. Ook imiet de- behandeling van het wets ontwerp tot wijziging dier wiet op de In komstenbelasting ging bet van een, leien dakjie. Wiat vooral te danken is aan de aan neming van het voorsteJ-L o,b m a n (C.H.) om terug te komen op het besluit de aL gemeene beschouwingen over die alg emeen e bejastingpolitiek bij dit wetsontwerp; te hou den. Blinuen enkele minuten wasi o'ok dit ont werp in eerste lezing afgedaan. Na de pauze liet de meendierheidl dier Linkerzijde weer eens zien hoe naar kinder achtig men daar kan, worden, als mun een palstaanderachtige bevlieging krijgt. Er moest worden gestemdover de ge wijzigde imoitie-Rutg ers c.s„ waarin de Kamer op 30 Maart wegens onvoltallig- heid was blijven steken en idfe als volgt luidde: I 1.—ra—aq gesprek opgemerkt werd'. „Ik heb nodh uwe juweelem, noch uwe vriendschap noiodig," zeide Manie, op, een zachten, toon antwoordende, „ik heb alleen liefde voor hem, dien gij zoo onreahtvaar- dig „een dief" genoemd hebt." Weder hoiorde rijen luide toejuichingen e» het gordijn viel. Groepen, danseressen; als nimfen gekleed; liepen, nu overal heen en weder. Zij spraken fluis,terendia e» keken naar alle kanten heen, zoodait bet kleine liefde-tooneel achter de coulissen eindigde en de stemr»eni zwegen; Mijnheer Morrison; die nu voor eenigen tijd geene bezigheden, haidl, voiegdle zich bij -Levi, in diens sdhimlihoek. „Welnu?" zeide hij kortaf. „Wij zijn van, avond: niet gelukkig ge weest," antwoordde Levi, „maai' ik zal het daarom niet opgeven. Ik zal iedere» schouwburg doorzoeken, ik zal geheel Lon den doorzoeken, hoe moeielij'k de taak ook moge wezen. Ik zal geene rust kuniUan vinden, voordat ik aan de geheele wereld bewezen ihieb, dat mijn j,ongein .onschuldig is;" „Goeden macht, Manie! niettegenstaande uwe wreedheid, geef ik toch alle hoop nog niet op." Het was die stem van dien man, die aan de andere zijde van beff scherm stond. Daarna kwam hij uit zijn schuilhoek te voorschijto en kreeg de dhi® mannen, in het oog, diie: in den duisteren hoek stondlqn. Zonder .aarzelen, kwam hij1 maar hen toe en sprak mijnbeer Morrison vriendelijk aan. Het was Richard Bogg. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1917 | | pagina 1