No. 81 Zaterdag- 96 Mei 1917. lie Jaargang- Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „ONS BLAD" ALKMAAR. Bur.: BREEDSTRAAT 12. Telefoon No. 433. DIT BLAD VERSCHIJNT DINSDAG» DONDERDAG EN ZATERDAG K, NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOLLAND Pinksterwijding. Een familiegeheim. ABONNEMENTSPRIJS- Per kwartaal franco huis. 90 ct- Met geill. Zondagsblad 125 ct. bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers: van de courant van het Zondagsblad 3 ct. 5 ct. ADVERTENTIËN' Van 1—5 regels50 ct. Elke regel meer10 ct. Reclames per regel25 ct. Kleine adv.: 30 woorden bij vooruitbet 30 ct Spero lucem. Job. XVII, 12. Hoe zijn wij, Roomschen, arm, mis schien in der menschen oog heerlijk rijk toch in 't ons op aarde reeds zaligend heilig Geloof: dat wij telkens weer vieren mogen onze rijke, hemelsche feesten, de weelde-feesten onzer ziel, waarbij geen aardsche festijn in schittering en praal, en vooral in zielverkwikkende, zielvertroosten- de werking te vergelijken is. En hoe is het leven voos en leeg van de tallooze anderen, die alléén in de oogen- betooverende schittering van - wereldsche feesten, alléén in de uitgebuite genietingen van klein-menschelijk vermaak zoeken moe ten de vreugd voor het leven, den troost voor de in iederen mensch zoo heimwee vol verlangende ziel Hoe toch weet de wereld-mensch het ge weldig heimwee-ter-eeuwigheid, zooals het levenslang drukt op iedere menschelijke ziel, te dragen door de tóch reeds zoo af mattende dagen van het leven, als hij op tijden van herinnering niet medevieren kan een heiligend, en daardoor opbeurend feest een feest, dat zijne ziel verkwikt, een feest, aan welks rijke maaltijden hij door volle vreugde getroost, door wonder bare spijzen verzadigd en gesterkt word: voor weer langen tijd? Met weemoed gedenken wij onze dwa lende broeders, die op eenen Pinksterdag als heden met angstvallige zorg zich toe rusten tot de genieting vaneen pret tigen dag, en die in den avond na geno ten vermaak de zonne nastaren in haren kleurrijk stralenden ondergang, droomend vol heimwee naar het onbekende, smach tend naar bevrediging, die maar nimmer komen wil, die zij zelfs niet weten wdar te zoeken OWat moet er omgaan in de harten van hen, die op een dag als heden, door te weten, dat het Pinksterdag is, éven op bun tocht door den zomerschen avond lichtelijk God's adem hun wangen voelen be roeren, die daardoor van immer prangen- der weemoed vervuld worden, en niet weten, niet wéten Wij, wij weten wél 1 Op iederen, 'ook op dezen Pinksterdag leeft krachtig als vanzelt in ons de herinnering op, zóó krachtig, als geschiedde het heden wéér: „En toen de dagen van het Pinksterfeest daar waren, bevonden zij zich allen op ééne plaats te zam en. En plotseling ontstond er uit den hemel een gedruisch als van een voorbijgaanden hevigen wind, en ver vulde geheel het huis, waar ze gezeten waren. En hun verschenen verspreide tongen FEUILLETON- (UN SECRET DE FAM1LLE). i(Vrijie vertaling uit bet Fransch.) als van vuur, en namen boven ieder hun- her plaats. En vervuld werden allen van (fen Heiligen Geest". En wij weten, welk een heerlijke rede d( plotseling sterk geworden Petrus uit sprak, -een rede van God zelf, in voor ieder verstaanb'ie woorden verklankt door milde! van Petrus' mond! Ddt bedenken, dat beseffen wij heden, en dié gedachtenis, dat besef brengt over onzt zielen de zaligende Pinksterwijding D.-ze wijding, heden opnieuw ontvangen, dragm wij de komende dagen in ons om en wij weten, dat in ons de heilwer- king vonderbaar geschieddedat wij ver vuld verden van der. Heiligen Geest. Veni, Creator Spiritus zoo klirkt heden de hymneen de H. Geest daalt vèder neer evenals voor zoovele eeuwen over de Apostelen over ons, tot verlichting van de duisternissen in ons leven, tct ons aller sterking en bemoedi ging in oen steeds te strijden strijd. Vieren wij allen, doorgedrongen van deze gedachte, een ZALIG PINKSTERFEEST. I L: SCHOONMOEDER EN SCHOON DOCHTER. Het w;ais een kondie Septieimberavondl. Tussdhien de donkere wolken, Idlie aan de» hemd voorbijtrokken, was nauwelijks een heldere plek zichtbaar en altoen heel laag aan den horizon vertoornde zich eeïi glan zende, oranjekleurige streep, dli-e die, toppen der eenzame denneboomen vergulde. Nu verdween ook deze, de hemel werd steeds donkerder en, .waar eerst die heldére plek ken gezien waren, dook hier en daar eetn ster tusscben de wolken op. Nauwelijks kon men nog de met bossdhien begroeide heuvels onderscheiden. Maar hoe groot de duisternis reedis .was,, tooh bemerkte mien nog op een dezer heuvels de omtrekken v,an een dak miet spitsen gevel en een weinig verder een torentje. Buitengewoon hooge deninen, wier dunne stammen bijna alle naar het Westen gekeerd zijn, om ringden het eigendom en gaven een wel sprekend getuigenis van de onvruchtbaar heid van den grond!, waarin zij groeiden. Nu heeft de nacht de aarde volkomen in dikke duisternis gehuld en de maan komt op. Daar boven in het huis op den heu vel brandt lechter een licht, waarbij een huisgezin, of wel een eenzame bewoner Onze groote kerkelijke feestdagen ken merkten zich vooral in dien ouden tijd, toen men overal nog Katholiek was door eigenaardige, bij een bepaalden feestdag behoorerde gebruiken. Hier en daar in ons land zijn nog spo ren van dergelijke overoude gebruiken on der de kinderen in eere gebleven; herin neren wi; alléén aan het ons allen wél be kende „St. Maerten" te Alkmaar en elders Een Keel oud P i n k s t e r-gebruik heeft te Schetmerhorn lange, lange jaren stand gehouden (wij weten niet, of er tegenwoor dig nog iets van over is). In Claes Bruins' „Arkadia" lezen wij de volgende verzen-tweespraak tusschen „weet- lust" en „Waarmond"(de verzen werden geschreven omstreeks 1700; de Arkadia- dichter stelt het voor, als komen „Weet- lust" en „Waarmond" het dorp Schermer- horn binnengereden): -Weetlust Hoe lieflijk lagcht Dit heerlijk dorp ons toe met zijn cieragie, Van Lindeloof, en Yp- en Elsplantagie, En huizen Maar wie wordt hier inzeegepraalgedraagen, Met eenen schat van zilver overlaên, Door maagden, die in 't wit zijn aangedaan Dees dochter weet, hoe jong zij is van jaaren, Haar stemmigheid gantsch kunstig te be- [waren. Wat wil toch zulk een ommegang bedieden Waarmond De Pinksterbloem word dus, bij deeze lieden, misschien, zijn avondmaal gebruikt. Dat licht schijnt ook het doel te zijn van de reizigers, die j,n een oudierwietsdhe koets, zooals renen ze nog slechts in de pro vincie aantreft, langzaam de hoogte be stijgen. De koetsier, met een kort aardien pijpje in den mond, denkt er reeds over na, hoe men hem in de keuken vaim het kasteel een glas mee zal aanbieden en die zwartgakleede diamie. dlie voortdurend' haar hoofd dcor het open raamipje van het por tier steekt, zucht ongeduldig, ails ©en krom ming van den weg het Vuirig verlangde doel aan haar oog onttrekt. Die wagen wendt zich naar links en rijdt het bosch in, waar hem' ondoordringbare duisternis om geeft. De wind, die intusscfaen opsteekt, huilt door dte hoornen. Het lantaarntje aan den wagen werpt een twijfelachtig licht op de boomstammen, zoodat deze er als spoken uitzien, Daar opeens wordt het huis weder zichtbaar, in welks bovenverdie ping het licht brandt. Die weg wordt een toniger. Nu verlaat de wagen het bosch en komt eindelijk op den top vain dten heuvel, waar het door spichtige boomen omgeven buiis staat. Die waakhond slaat aan, de koetsier stijgt van den hok en trekt aan de bel. Hierboven doet de koude zicb nog meer gevoelen en de dame, dliie ongeduldig naar d'e gesloten deur kijkt, bibbert van kou. Eindelijk hoort men bin nen het geklapper van klompen weerklin ken; de deur draait op hare hengsels en «en oude vrouw verschijnt miet een lantaarn. Nu stijgt de dame uit. Zij is groot ere haaie gestalte, zoover mien zie zien kan» is slank en Sierlijk. „Ik moet uwe meesteres spreken/' zegt Met zang en spel eens in het jaar gevierd, Dit's de oorzaak dat dees maagd dus is Jvarciert Een Gerrit Schoemaker, de aanteekcnaar bij bruins „Arkadia" noteerde bij het bo venstaande „Het omzingen op Pinksteren door jonge dogters, welke zijn verciert, is al voor lang hier in gebruik geweest, en zelf door de te veel aangematigde vrijheden op veel plaatsen verboden, als tot Amsterdam in 1612, tot Enkhuizen in 1646, in Kenmerland in 1635 en elders meer, dog is dit gebruik echter hier in stand gebleven, wordende dan een jonge vrijster, zo ik ge zien- hebbe, staande op een burry, gedragen door vier andere jonge dogtertjes; het staande dogtertje was omhangen met twintig zilvere tuigen, tien zilvere bellen, drie beu geltassen, en vijf en twintig zoo barnsteende als bloedkoraale kettingen; in de regter- hancl een zilver kommetje, en in de linker hand een zilvere bal, waarop zij fluite, wanneer de giften van de omstanders wierden ingezamelt." In den aanvang der 18 eeuw was dit Pinkstergebruik te Schermerhorn dus nog in zwang; voor Holland kan dit als een bijzon derheid gelden, in Limburg is ditgebruik hier en daar ook der tegenwoordige jeugd nog niet vreemd. Kan een der lezers ons misschien iets mededeelen omtrent eventueel nóg bestaan hier of daar in onze buurt van dit of eenig ander Pinkstergebruik? BINNENLAND. NEDERLAND EN DE OORLOG. TOT ZINKEN ÜEBiRAGHT. Woensdagmiddag te 3)4 uur is door een Duitschen onderzeeër in de Noordzee tot zinken gebracht het tjalkschip „Alberdina", eigenaar de heer G. P. de Vries te Gro ningen. De opvarenden, de eigenaar-schip per voornoemd, de stuurman C. Venema en de matroos G. Dekker zijn door den logger Sch. 195, schipper M. Pronk, gis terenochtend te 5)4 uur opgepikt en in den namiddag te ongeveer 2)4 uur te Scheveningen aangebracht. Van daar zijn de leden der bemanning op eigen kosten naar Groningen vertrokken. ONZE SCHEEPVAART. Donderdagavond is het Nederlandsche tankstoomschip „Mijdrecht" van de reederij Ph. van Ommeren met een lading petro leum voor de Nederlandsche regeering uit Amerika in IJmuiden aangekomen. VAN HET RINNENH0F. Vergadering van Woensdag 23 Mei. Die iraterpellaitie-M a r c h a n t betreffende de tijdelijke voorziening' in die crisis aan bet Departement van Oorlog ©11 de oproe ping idler Lianidistormjaarklassie 1908 is ge bleven bij woorden, vele, mooie en diikke woorden. 11-1 f 1 zij op gebiedende toion; „wilt gij mij bin nenlaten De dienstmaagd! ziet haar verwondend aan; maar zij kent de voorwendsels van beleef die dienstboden uit 'de stad niet, om onwelkome gasten te verwijderen. Toen dan ook de vreemdelinge hare woordien op bevelenden toon herhaalde, 'trad de oude ter zijde om ze te laten paaseieren. „Wiadhten|," zeide de dam© tot den koet sier. Dieze knikte bevestigend, leidde zijn paard tot bij den muur, waar hij tegen de koude beschut 'was en stak zijne pijp weer aiam. De lantaarn 'der dienstbodé wierp ©en nauwelijks voldoend licht 'op den steenen vloer van het voorplein. Die oude hield ze daarom een weinig omtoog oim d!e treden en dan het kale, vervallen voorhof te verlichten, op welks achtergrond zich een breede trap verhief. De vreemdlelinge bleef een oogenblik staan. Die vastbera denheid, welke haar tot nu toe moed had ingeboezemd, scheen haar te verlaten. De ouidlerwetsche woning maakte op haar ©en onbestemden indruk. Maar ma eenig aar zelen zeide zij met een buiienJandlsdb ac cent tot de oude: „Wilt gij mij aandienen? i Zeg uwe meesteres, dat mevrouw Raoul de Trélaz baar wenscht te spreken," i Een heesche kreet kwam1 over de lippiein I der oude en wankelend leunde zij tegen den rei/uur, terwijl 'bare verschrikte oogen den zwanen rouwsluier dier vreemdelinge 1 trachtten te doorboren. „Ga toch, pf 'ik begeef mij1 aanstonds naar boven," riep 'nu deze toornig. Die dienstmaagd beklom nu de trap en nam de lantaarn mee. De vreemdelinge Het was trouwens niet anders te ver wachte». De interpellaint noemde zoowel bet poli tieke als het militair-technische antwoord' der Regcering bedenkelijk en onbevre. i- gcindl. I lij bleef erbij, dat die Regeering de LalmdstormWet heeft uitgevoerd! in strijd mot haar bedoeling, welke is, dien Land storm, te doen dienen voior .aflossing veil Landweer en Militie en nijet voor uitbrei ding van bet leger. En wait het politieke deel vain !hiet antwoord betreft, dlit had demi Ihieer Marcliant bevestigd in zijn gevoelen, dat die Regeering welbewust het conflict miet de Kanter* heeft besten digi. Die premier zweeg op 10 Mioi, ofsctocn hij wist, dat hij het lot vare spreker's motie in handen Jjaldl Die Minister van Oorlog moest echter onderworpen warden aan een (expedient der Kamer. Het motief der Re- gieerirelg voor het handhaven der oproeping vare die Landstormklasse 1908, dat een be vel van den Minister vain Oorlog moet worden opgevolgd, vond spr. van niet zoo veel ibeteekeniiis, als dat het volk zeggen schap beeft over de Regeierireg" en dat dia Mtoisteriieele verantwoordelijkheid ge handhaafd blijft. Het Kabinet beeft wel bewust herstel vare het conflict met de Kamer, hetwelk .van zeer ernstigen aard is, onmogelijk gemaakt dioor ziidn niet te gadlragan naar .die 'beteetepis d|er tweede motie-Marchiant, welke was., dat die Kamer ziob niet op zij1 wil laten dlriingelni dioior die Regeerilng. Jn normale tijden zou die Kamer dan, ook ondier alle omstandigheden haar positie moeten handhaven. Daar even wel de continuïteit vare het Regeerimgs- beleid tegenover het buitenland moet Wer den gehandhaafd', moet zij zich thans be palen tot een protest. Dioeh het bukken voor de noodzakelijkheid was voor spr. ©n zijn politieke vrienden dlaini ook die ©enige reden om geen uitspraak dier Kamer uit te Jokken. Die heer N°lens (R-K.) nam de taak oip zich het boimibairiiem-akendl optreden van den heer M ar chant terug te brengen tot haar .ware verhoudingen. De afgevaardigde van Venlo achtte het moedig, dat de Kamer niet zou uiteengaan terwijl in het land de indruk zou bestaan vare ©en conflict tusschen het Kabinet en de Kanner. Waarom hij eroip wees, diat de heer M a r c h. a n t alleen mocht spre ken vain een conflict tussohein het Kabinet en hen, cfe het met hem eens zijn om zijn opvattnig omtrent de beteiekeinis van moties der Kamers. Immers ©r zijn er in da K armer ook vele n, di e me ene n, dat de R;- geeriing niet verplicht is een motie dier Kamer op te volgen, omdat zij inzien, d it zulks een geregelde samenwerking tussch: n Kalmer ©n Kabinet ónmogelijk zou maken, wijl de consequentie dan zou meebrengen, dat alle Ministers en Rageeringen, dlie üe motie niet uitvoerden, zonder uilzonidlerirg werden weggezonden. Echter verzocht ook idle heer N 011 e re s deRegeerimg nog eens »a tiei dehkeni over een gedeeltelijke vervulling van den wejnsch der Kamier inzak© de Landlslionimklasse 1903. Ook de heer Schaper meerede, dat dfe heer Marchant in pjn rede de zaak wat al te veel in politieleen zin Kadi toege spitst. waar er toch practisch niets volgde op die redie. Overigens was d!e socialisti sche spreker het zakelijk met den, heer Marchant eens ere waarschuwde hij die volgde haar met langzamen tred. Zij bleef misschien niet gaarne alleen op het don kere voorplein, misschien ook vreesde zij, diat men zon 'weigeren baar te ontvangen,. Zij kwam juist boven óp het oogenblik, dtait die oude ba,re meesteres op *t bezoek, dat wen onverwacht als pijnlijk scheen te zijn, trachtte vo-oir te bereiden. Met een vlugge beweging schoof zij de oude op zij, tradi die kamer binnen, sloeg haar sluier op en zei vop uitdagereden toom: „Ik ben uwe schoondochter." Diain zweeg zij en zag de mevrouw strak in het ge laat. Deze was verrast ere verschrikt op gesprongen. Nog slechts weinige minuten geledere was het zoo vreedzaam' in "deze kamer. Die lamp brandde op die tafel ©n ijl den baard knapte ©ere vroolijk hout vuurtje. Zij, die men Zoo eensklaps in hare eenzaamheid bad gestoord, was een vrouw miet nog jeugdig gelaat, ofschoon hare trókken verwelkt en -die haren aam die slapen reeds grijs waren. Hel sichecn, alsof tranen voren in hare wangen haddien ge groefd ©n of de smart haar vóór dén tijd had audi gemaakt. Maar men kom het haar aanzien, dat zij niet tot hein behoorde, die bat verdriet terneder drukt en van harem plicht vervreemdt, want de trekken om baar miomd 'toonden eenie zekere vast beradenheid en zij drukte hare lippen on willekeurig op elkander. Zij was bij den klainik der stem, die die buitengewone woor den sprak, verschrokken en haar aangezicht drukte dtepe stnart uit. Maar zij bedaardie aanstonds, riebtte zich op en zag die vrouw aan, dlie voor haar stond. „Hoe durfdet gij het wagen, diezen drem pel te overschrijden??'- zieidle zij met leea Regeerimg, dat die komende neutrale peri ode niet supra-.miUta'ristrscll zal mogen zijn. De heler Duymaer van Twist vond het beleid der Regeering' Jicht vaat dig, daar z.i. de .oproeping dier Landstorm klasse 190S zonder bezwaar achterwege had kurelïan blij ven. lets wait ook de heer Ter L a a n (Den Haag) met groot© heftigheid betoog de, daarbij verklarende, dat z.h ©en breuk tusschen Kamer en Regeering alleen is te voorkomen als de facoMlmassa der jaar- klasse 1908 alsnog wordt thuiisgelaten. Minister Cort van der 'Linden kwam ire zij'n repliek het betoog van den beer Nolens versterken mat de opmer king, dat van ©en conflict tusschen Re geerimg en Kamer Mleen sprake kaïn zijn na een uitspraak der Kamer, waaruit die Regeerimg idain haar conclusies kan trek ken. waarna zij kan becngaain of die 'Kamer naar haar wil kan beproeven te dwingen docr ontbinding. De Kamer zelf echter heeft de M-'nisteriieeto veranlwooitd. lijlcheid ire werking 1e stellen en ©en uitspraak der Kamer is geen bevel voor die Re geering. Ten slotte verklaarde de Minister nog voor zich zelf steun, aangebieden op de Wijze, waarop de heer Marchant zulks .deedi, toet te begeerere. En hij aanvaardde d'ien steun alleen, omdat heit inderdaad in 'stands belang is, diat die Regeering haar taak blijft vervullen. Te ruiilm 4 uur had die 'heer Marc h a ,tv t gedupliceerd en was 'die Kamer door haar werk heen. Vereenigdic Vergaidleri ng der beide Kamers, Donderdag 24 Mei, D|e sluiting van de tegenwoordige zitting dier Staten-Generaal geschiedde dip de ge wone wijze. Minister Cort van der Linden, diie werd ontvangen en uitgeleid) dlc.cr een Com missie, bestaande uit de Eerste-Kamieriedlen Gillessen en Staal ere de Tweede- Kamierladien Boiregaerts, die Monté ver Loren. Ter Spill en PatijTi, las het volgende voor: „Het heeft Hare Majesteit de Koningin behaagd -mij oip te dtageni de zitting dér Staten-Gameraal in Haren naam 'te sluiten, „Op onderscheden gebied werdlen. dank zij Uwe groiote en vcltendemidie inspanning, wettelijke voorzieningen getroffene In zeltb zarree overeenstemming van Regeerimg en Slaten-Oeneraal zijn ©e,n drietal wetten tot het in pverweging nemen, van. verande ringen in de Grondwet tot standi gekomen, waardcicr ontbinding van "die beidie Kamers gebeden, is. „Die Koningin heeft mij opgedragen aan U, Mijne Heeren, Haren drink te betuigen, voor die jjverige zorgen en toewijding door U aam 's lands belangen besteed1. „In naam dier Koningin en, daartoe dlcor Haar gemachtigd, verklaar ik deze zit ting idler Staten-Generaal te zijh gesloten." (Reeds geplaatst in een deel onzer vorig© oplaag.) W,AT EEN IEDER VAN DE NIEUWE ZEGELWET WETEN MOET. Op 1 Juini e.k, zal de nieuwe Zegelwet in werking treden, waarvan eieire iedier wel het zijne dient te weten, wil hij niet aan vergissingen en verrassingen blootstaan. Het weekblad) „Handelsbelangen" excer- bevende stem- „Was het 11 niet genoeg, dat gij mij mijn zoon ontstaialt, mij' mis- leidkM eni Jnij het genoegen oritnaa-mt, zijn kind op te voeden?" Plotseling zweeg zij en een hooge blos kleurde hare wan gen, alsof zij zich schaamde voor dez© vrouw geklaagd) te hebben. Dieze had geluisterd, zonder door een ■einlkelen trek hare indrukken te verraden; daarop nam zij ©en stoel en z©idle: „Ik geloof, diat ik toch minstens het recht heb ire dlit huis te gaan zitten- -ik bcin zeer vermoeid" Bij deze wacredleni liet zij zich' in een zetel neervallen. Zij §prak de Franscbe taal zeer vloeiend!, ofschoon een duidelijk Engelsch .accent hare afkomst verried. Nu zij haar sluier opgeslagen had!, tradi hare opvallende schoonheid' aan het licht. Zij bezat da reine, schitterende teint van hare Janldsliedlem, die trekken op het aangezicht waren regelmatig, de oogen groot ©n blaiuw met donkere wimpers; de hairen goudblond. Als zij die. oogen, neer sloeg, zag zij 'er verbazend jong wit en haar blik had gewoonlijk «en zachte, hel dere uitdrukking. Op dlit oogenblik straalde uit die helderblauwe oogen een eigenaar dig vuur, hetgeen volstrekt niiielt bijl het sdho'oinie. frissche gelaat paste. Die vrouw das huizes bleef sta'ain. „Indien gij mij de redien vain mijn komst had latera uiteenzetten," zei die jonge vrouw schijnbaar kalm, „da,n zoudlt gij mij wel licht een verwijt gespaard hebbenIk be» gekomen om1 u (het kind aa|n te bieden." (Wordt vervolgd1.) tniiMjaoxw iuwv -«rwivur, wan. ufivn. .AlJ&rUx.,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1917 | | pagina 1