d 98 °|0 a, gelsche rader ES, "polak «Mei erkoop. wGndiet. ïatschappij G te. !htslreeks vanaf legen prijzen XSTU1DU, VERK magazijn Alkmaar. ALKMAAR. ei Interc 307 ren. Boezelaars, tegen veel ver- ENZ. ENZ. mtnhuïzen. Zaterdag 14 Juli 1917. TWEED 1 BL AD. No. 82 UOÏÏESfliM. ant, Chèques, Beleenlngen, Ineasseerin- apler. s. LUIS worden i van effecten kelten vanaf vergrooten van idegracht IBS. gulden. JKE TARIEVEN. Ilsthffl. Ir •ocureur, Dlrec- TOBIAS. Dichter Berthold van der Pluym. .Mn i'i lr\j i M i W - T -- MAAR. ES a, CONTANT. 0i\8 BLAD. vef S37 687 42. yzegglog ay2 o/0 4 o/o der wordt aaQbevolaa jk- Onze reizigers namen hunnen intrek bij Raguel, en üieze ontving hen minzaam en met vreugde. Toen Raguiel Tobias aanzag, zeide iiij tot Anna, zijne vrouw, wat gelijkt die jonge mam'op mijnen-neef, en toen hij dit gezegd haiM, sprak hij: „Van waar zijt gij, jonge Wnm€% onze nroieders Zij zeiden: „Wiij\zijm uit den staan, Nepiitt- hali uit de gevanschap van Ninivé." Als dan'vroeg Raguel\„kenf gij Tobias, mijnen broeder?" zij antwoorddenJa. Toen hij nu veel goeds van hem. sprak, zeide de tingel tot Raguel: „Tobias, naar wien gij vraagt, is tïe vaidier van dezen jongeling. Toen sprong). Raguel op en onir helsde hem ondier tranen, en,, weenend om zijnen hals, 'zeidie „Mj: „Ze-gen zij ,over u, jniin kind want gij' zijt de zoon van een goedi en voortreffelijk man,!" Ook Anna. zijne vrouw., en Sara. hunne dochter, ween den. i Voor zulke gasten was, begrijpelijkerwijs liet beste nauwelijks goed genoeg, Raguel li>et een lam slachten, en noo- dligde hen ter maaltijd. Qiejhoor gevend aan den ra,ad van zijn gezel,, sprak Tobias: „Hier zal ik vandaag noidh eten, noch drinken,, zoo gij niet eerst in, mijne bede bewilligt en belooft, mij uwe dochter, Sara, ten huwelijk te geven." Bij bet hcoren van deze bedle, verschrikte Raguel, daar hij wist, wat aam die zeven mannen overkomen was, welke tot haar gegaan waren, en hiji begon te vreezen, dat cok dezen wellicht hetzelfde lot zou fretten. Toen hij nu aarzelde, en den vrager geen antwoord gaf, zeide hem de Engel: „Vrees niet haar aan hiem te geven, want dezen godvreezende komt uwe dochter als eciifgenciOte toe: daarom, heeft geien ander haar kunnen hebben." Daarop zeide Raguel: „Ik twijfel er niet aan., of Godl heeft mijne gebeden en mijne tranen voor Z,ijn aange zicht aangenomen, en ik geloof, dat Hij daarom «lieden tot mjiji heeft laten komen, opdat zij met haren verwant zoiu verbonden werden, volgens de wet van M-O'zes, en ik koester nu geen twijfel, tiaar aan u te geven." Hij nam n,u de rechterhand zijner dochter en legdie die in de rechterhand van Tobias,, zeggendie: „Die Gold van Abra ham en de God van Izaak en de God van Jacob zij met ulieden, en Hij vereenige ,u en schenke u Zijn vollen zegen En moeder Anna zeide: „Wees welgemoed, mijne dochter! De Heer ties hieimcls schenke it vreugde, voor de droefheid, welke gij geleden hebt." Het kan niet uitblijven,, of de zegen des hamels moet in ruiime mate nederdalen over het huwelijk, dat door den Engelbe waarder werd ingegeven en voorbereid en ingewijd door die zegensprekingen der ouders Als zij' het avondmaal genomen hadden, leidden zij den bruidegom, d|e bruidkamer binnen. Tobias, de woorden dies Engels muiachtig, haalde uiit zijn tasdh een stuk van die lever en het hart van dein visch', en legde ze op gloeiende kolen. Toen greep de Engel Rapiiaël den duivel aan, en bond hem vast in de uiterste opsluiting. Alsdan sprak de bruidegom tot zijne bruid: „Laat ons God bidden, wij' zijn immers kinderen der Heiligen: „Heer God onzer Vaderen, dat U love-n die hemelen en de aarde en de zeie en de waterbronnen en de rivieren en al Uwe schepselen, die daarin zijnGij hebt Adam gemaakt uit het slijk der aarde en hem Eva to,t hulp© gegeven, en nu "Heer! Gij' weet, dat ik niet uit wellust mijne verwante: tot vrouw neem,, maar alleen uit verlangen tot na komelingschap, door welke Uw Naam moge geprezen worden in de eeuwen." Sara voegde hieraan toe: „Ontferm: U onzer Heer! ontferm U onzer! En laat ons ons beiden zanten in gezondheid, oud wor den." W:at h eer 1 ij'k begin van éenech- tel ij' 'k e n staat.! De duivel ia uit. gedireven; God de Hear is gebe den en het heilig dloejl van het huwelijk is onbegrensd en onbe perkt vooir oogen gehouden. Mochten toch alle jongelingen en jonge dochters, in zulk een verhevene en zooi eer biedwaardige stemming en zco heilige be doeling hun nieuwen levensstaat ingaan Mochten toCh alle gehuwden, insgelijks hun ne nakomelingschap, hoe talrijk ook, blij. moedig en dankbaar uit Goids handen aan nemen W,at hcoge eerscheppers fe mogen zijn onder den Schepper GodsDian oiO'k zou het doopboek niet om, wraak roepen. Dan zouden er ook niet meer doodkisten dan wi-egen staan! Toch scheen Raguel niet heejkmaal ge rust, over het lot van zijnen nieuwen schoonzoon. Althans, omstreeks het hanen gekraai, in het derde deel van dien nacht, ongeveer om, twee uur van dlqn morgen, liet hij zijne dienstknechten halen etn zij gin gen met hem, om een graf te delven. .Want, zoo zeidie hij: welliChlt is hem het zelfde lot. overkomen, als aan die zeven andere mannen, die tot haar gegaan zijn. Toen zij het graf gereed gemaakt hadden, keende Raguel naar zijne vrouw terug, en zeide haar: „Zend een uwer dienstmaagden om te zien, of hij1 soms dood]'is, opdat ik heta begrave, voor dat het dag wordt." Zoo meende hij de opspraak der manschen Je kunnen vermijden, indien ook dezen achtsten man, hetzelfde lot der vorigen getroffen had. Zijne vrouw zond een harer dienstmaag den, welke bevond, dat zij in goeden slaap en ongedeerd waren. Op die goede tijding, prezen die schoon ouders den Heerv zeggendie: „Wiij lijven U. Heer: Godl van Israel! Omdat het niet is gesdhiedl, gelijk wij dachten, want Gij hebt ons "barmhartigheid gewezen, en den vijand, die ons vervolgde, van ons afge houden, en G;ij hebt U "Ontfermd over tw«e éénlingen. Maak Heer! diat zij' U nog meer loven, en U een offer tot Uwe "verheerlijking en voor hun behoudi opgedragen, opdat alle volkierfen erkennen, dot Gij alleen G-cdi zijt, op de gansdbe aarde." JVlpehten ook wijl, na elke weldaad Godl, onzen bemelsdhen Va-dér, loven en danken voor Zijne goedheid. De dankbaar heid! to-clh is dure plicht en tegelijk de meest gangbare munt des hemels, om nieu we zegeningen en waldaden te verkrijgen. Alkmaar, den 14en Juli 1917. M. P. A.' OOMS, D.P, Berthold van der PJuym is een schoon- begaafdi jong lid van de verjongde Karmelie ten-orde. Hiji is Leeraar in de fraaie kunsten aan de kloosterschool van zijn ord'e te Oss. Bij' al de Nederlands due Katholieken, die tijdschriften lezen, staat Piater B.eriholld) als dichter bekend. Want hiji schrijft in De Katholiek, in D e K ath ol ieke Illustratie, in De B-ei-aard', in de Car meirozen enz. enz. Hiji is een echte zangvogel, die het heele jaar doorzingt,: in die warande onzer Katholieke letteren.. Het is niet allemaal even prachtig wat we van hem te booten krijgen; maar vaak is het zco verrukkelijk, dat we .stil blijven luisteren en onze zifel op znjln Ikd' in de 'hoogte voelen gaan. Zijn gedichten zijn nog niet verzameld'. Ze liggen verspreid overal. In liet tijidlsdhrift De Katholiek het meeste. Het nieuwste register op de bijidragen van ons oudste maandschrift, over de jaren 19001916,, vernoemt in negen jaar juist 41 stukken en stukjes van Berthold. Alle maal gedichten. Er zijin verzenbundels gee no-eg, die zooveel nomm-ers niet bevatten. Aan hunne vruchten zult gij ze kennern. De goede en de kwade mierischen. Oók de goede en de kwade dichters. Mag ik u een vrucht aanbieden van Biertholdus' dlichtersdhap, opdat gij:, na de proeve, den dichter 'die ze voortbracht, moohit kunnen waardieeren en eerbiedigen,? Het gedicht, dat ik als proef-vrucht uitkoos, heet „Mijin oude Stoel" 1). Het is niet het vroomste, het kunstig,ste. het schitterendste, het fijnste van zijn gedichten. Maar wel een der een voudigste en innigste. Let vooral op 'den gevoeligen inhoud en den gemoedelijken verteltrant. Berthold bezat oip zijn celteke een ouden stoel. Een patriarchaten, maar gemakkelijken leunstoel. Glejijk men er in klc-osters, waar niets onbenut blijft en alles welkom is, zoo menigmaal aantreft. Miaar hij was kaal versleten. En toen die stoelen- maitten-do'kter den toestand hope loos be vond!, viel het harde vonnis: den zolder op! naarhet graf Na een jaartje kwaim Berthold het graf bezoeken: de oude stoel was vermolmend en vergaand. Al wat hij in dien stoel eertijds had genoten;, trad in wee moed. weer voor zijn geest en vergroeide tot dit simpele, maar waarachtig gevoelde gedicht MIJN OUDE STOEL, HoeveJe jaren zijn vergaan sinds de eik vaii zijnen schors ontdaan en uw gebeent uit eiken berd 2) doer 'belte band geboren werd'? Hoe lang, hoe lang is bet geleên sinds 't ruisdiend riet wendl afgesneen en dat den blonden, bleekee bast men wond om uwe laden vast? Hoe menig rmensch heeft sinds dien tijd zidh moede in u neergevleid? Misschien bcodt Ge een, in slaap gekust door zachten dood die laatste rust. i i 1 j i i Ge waart reeds oud toen Wij geza-am den vrtend'schapsbo-nd zijn aangegaan om saam te werken, dag aan dlag; Gij' torschtet mij en ik den dag. UW leden sloten zich gedwee en zorgzaam om mijn leden heen; uw1 breede, zaChtgeronde rug week zoo gemakkelijk terug. Gij dro-egt me als ik was; met God en op 't brevier wou klimmen tot den einld van dien onzichtbren band;, die gaat van aardlsch tot hemelsch land. I I i I 'li i Hoe dikwijls heb ik moe en mat, mijin hoofd en hand', van werken zat, bij 't prevelen van het nachtgebed op uwen ouden arm gelegd! Maar 'k heb altijd miet zorg Vermeden U op het oude lijf te treden om 't boek te nemen uit de kas, diat h-ooger stond dan 't reikbaar was, li! !i l.i, i r 'k Wierp me, vermoeid, in uwe leên als ik uit heide en weide heen- keerde naar mijn kleine cel ■en U weer vond, een trouw gezel. Ik lag in uwe armen zacht te staren in den sterrennacht; somis, tot hij voor een nieuwen d'ag verging, en ik den morgen zag zingen boven Weg en wei Zoo dreven jaren zacht voorbij Diaar vlogen er zoo-velen heen Tot jaren reiden zij aaneen! Toen daagde een dag, dat 't langer niet ging mij te dienen; 'k leed verdriet als ik me in uw leden lei 't Dieied me meer pijn toen ik diat zei! 'k Wieet goed nog hoe toen, ('t sneeuwde), U vlug weghaalde maar dra bradhit terug het mattersjongsken in den noen: „Want vader kon er niets aan doen." Hoe droievig kraakte en kreundet gij Mismoedig klaagde en steundlet gij Ach vriend'! ik kende uw bangen nood: dat was het vonnis van uw dood1 Men droeg U, stervend' nog, dien dag naar 't wijde, koude zoldergraf. Bij 't kleine, flauwe diakelioht spon sinds de tijd1 een do-odbwa, dicht om uwe leên, van grijze stof. Waar eiens het jonge eiken-lof ontbloeide ving bederf nu aan den knagend-scberpen tand te slaan. Uw goudblond1 riet, aan waterb-lauw gewassen, lrangt nu vaal en grauw, geknakt, gekneusd zco menig kieer, langs uw geraamte dloodlstil neer. Heb diank mijn oude, trouwe vriend, diat Ge eens zco' goed1 m,ij hebt gediend: Héb dank voor 't goed!, dat tot mij kwam, toen Gij mij in uw armen nam. Heel de levensgeschiedenis van den vrien- «Mijken stoel zien we terug voor onze cogen. Van vóór de stoelwording af. Het hout, dat als eik praalde in de dtarpslaan; het riet, dat stond te ruiscWen, rank, in de stadsgracht. Als oudje had de dichter 'm gekregen. Dadelijk, na de eerste ken nismaking weiden ze vrienden-voor-het - leven. Zie waren siamen bij het bidden, bij het wei-ken, bij het rusten, bij het uitspan nen, bij het overwegen. Heek dagen, lange avonden, halve nachten. Hoe de vri-elid- sdhap gegroeid i;s tot vereering, blijkt wel uiit de mijmering van Berthold bij den ouden makker-cinder-het-zcldersitof„ik héb mij niets te verwijten, want mimimer heb ik u: misbruikt; nooit ben ik met mijn voeten op u gaan staan; nooit om geen enkele reden niet." Is dit geen aandoenlijk en kinderlijk ge dicht? Allen, die eerbied gevoelen voor oude meubelen, waaraan iets zweeft van het verleden en vooral v-an het eigen verleden, zullen hef weten- te achten. Men moet 'n stille zkl wezen, waarin al het doorleefde gezapig bezinkt men mio-et eigenlijk zelf in een kLooster wonen - - huis van traditie en geschiedenis, met zijn zolder vol uiit-dlen-tijdsohe sahconheid en rariteiten omi dit gedicht van pater Biertholdus vol komen te kunnen smaken naar waarde. H. LINNEBANK, Uden, Hooimaand, 1917. Kruisheer. 1) Zie Die Katholiek., 1914, II, bladiz. 216. 2) berd: plank. BRIEVEN UIT BRAZILIë. HET AFBREKEN DER DIPLOMATIEKE BETREKKINGEN MET DUITSCHLAND. Ernstig had de Braziliaansche republiek bij den „Kaiser" geprotesteerd' tegen de Diuitsobe blokkade en hem, verantwoorde lijk gesteld ve-or de onvermijdelijke gevol gen, welke eene evemtueele torpedeering van onschuldige Braziliaansdhe schiepen heb ben zou. Niet veel tijd verliep er, of de „Parana", eeln Braziliaansch vrachtschip, gecomman deerd door een Portugeeschen kapitein, ge naamd „Peix" of „Visch'" ('n moois naiam voor 'een waterrot) met de Braziliaansche groene vlag in top, trotseerde de Duitsciie blokkade met hief treurige-, dodh te voor ziene gevolg, dat zijn sohi.pi naar den kelder en dlrie matrozen er hun dierbaar leven bij verloren. Onbeschrijfelijk diep was de indruk, daar door gemaakt op ons zoo licht-ontvlam- baar, ©n vooral, zoo antlDuMsch gezind Volk. De Braziliaan, Latijn als hij is van afkomst, en, helaas, in de Franschen zijne Letterkundige leermeesters en politieke op voeders begroetend!, gruwt bijna van idle Dudtsche „kultur" en het woord „barbaros" „barbaren" is hem zóó dikwijls door de hartsto'Chtelijike en, wie weet, door goud omgekochte, redactie van zijn trouw gelezen dagblad onder die oogdn geduwd, dat het hiem' alls 't ware op die lippen bestorven ligt. Tracht Wem niet de mogelijkheid te bewij zen, dat de allerdiepste oorzaak van dezen wereldlkrij'g wel eens elders kon te vinden zijn dan in de Wilbelumstrasze, ais aan 'n dogma houdt hij eraan vast, dat Diuiitschie heersdhzudht die oorlogsfakkel de wereld inslingerdls, om geheel Europa te maken tot een aanhangsel van „da-s grosze Deut sche Vaterland". Het is beim onmogelijk, te gelooven, dat 'die geallieerden miet een ander doel ten strijde „konden" gaan dart die- verwezen lijking der tweie hoofdpunten op hun poli tiek program-; hef beginsel der nationalitei ten ein de instandhouldling van bet politiek en militair evenwicht in Europa, Het beste! doet metl dan ook, als buiten staander, gesprekken over 'dien oorlog te vermijden, ,'t Is van één kant maar goed', dat 80 o/o der bevolking niet kan lezen anders zou de invloed der anti-Duitsche pers beslist een Imelen zwerm Brazilianen den wijden Oceaan dioen overvliegen, cm den „Vradeskeizer" zooals hij vroeger ge doopt werdl, op z'n minst „dien nek om te draaien". Zeker, er zijn ook enkele bladen voor namelijk van geloovige zijde die het voor de oentralen opnemen, maar nog daarge laten dein beslist af te keuren uitdbgendeu toon, waarop zij die Duits due overwinningen bespreken, worden zij overschreeuwd door de antii-ckricale en macoinnieke ^root-pers, waarin diag in, dag uit, het Latijnsche,,hart" en niet bet nuchtere, kalme, neutrale „ver stand" aan het woord: is. En een Latijïisch spreekwoord zegt 'het o-, zoo- mienschkundig: „Iedereen oordeelt, zooals hij gevoelt". Wel nu, hief Braziliaansdhe „gevoel" is in dezen oorlog ten eenemale afkeeriig van die Duit- schie zaak en, wat voor die groote massa (hetzelfde is, van het Diuifsdhie volk dn zijn geheiel. Wel sterk is tegenwoordig dis macht van bet geschreven woordl' Wiat ook dlit enkel geval van torpedieering in- een rooden oor logsgloed zette, was de prachtig ais d'on- kenen achtergrond1 dienendie zoo- even uitge sproken oorlogsverklaring van Noord'.Amieri- ka aan Diuitschlandi Zich itn dien rug ge- sfeiundi voelende doof dis oudlere en veel kradlitiger zuster-republiek uit het Noorden, waarmee Brazilië no-g zoo lang niet geleden^ getoast en gedronken en gefuift had op het leven en welzijn van het pan-America-iMsine, brak de 'hooge regeering aanstonds idle diplo matieke betrekkingen met Dluiltsicüiland af, zeedra ha-ar 'officieel bekend was. geworden diat het vergaan dar „Parana" aan Duitscir- landi te 'wijten was. Hoewel misschien wat voorbarig in Holland is mien na zooveel méér torpe deer ingen en andere coirlogsiongerecht'ig- hedien nog gelukkig bevriend gebleven met bejiidle kibbelende partijen handelde de Braziliaansdhe regeering in zóóverre slim, dat zij de gespannen aandacht van Jam Pu bliek nu van hare eigen „nationale" crisis voer eeni-gen tijd afleidde naar dis „inter nationale" verwikkelingen. Maar 't was toch enkel de slimheid van. die kimidlsren dezer wereldi,, »üe idle roF sueeldlen' van den on- reditvaardiiigen rentmeester. In.plaats van het 'bedrogon volk voor een direigenden hon- gersnocid te bewaren door dien uitvoer te verbieden of te beperken van de allernood. zakelijkste levensbehoeften als b oon en, rijst en vejt, wielke voor den gewonen mam tot onmogelijke prijzen stijgen, aliéén terwilJe van hartelooize exporteurs ein Europessche egoisten, die gisteren warempel reeds be slag dlurfdien leggen op achf gievuldle sche pen, waarin de lading voediingsimlidldielem |nog niet qens gekocht was, terwijl de futlooze repulblifcainsidhie regeering zich niet verroert en geien wo-ord van protest laat hoeren, maakt zij' het opgewonden volk als een troep onbezonnen kinderen blij met het iu die verte oplaten van een oiorlogsvlieger die, wat God geve, zoo spoedig mogelijk 'diaten moge op hef veld van een, naar men hier sdhrijfit, met rasscbe schreden naderen den Euroipoeschen vrede. Het volk daed beter, zijne oorlogszuch tige plannen te ke-eren tegen de eigen gewefenilcoize nationale volksmisi,eiders dan dlan tegen de aan het geval geheel onschul dige Dlujtscbe ingezetenen van Piortoi Alegre, waar het janhagel niet minder dian 300 buiz-envan rustige Diuitsche fabrikanten em negotianten vernielde oif in Juand stak, eeine schade aanrichtende yan ongeveer 15000 contois ('n conto: pl.m., 700 gulden), Maar de volksfurie méér is net net te nioemiein geautorriseierdl door manneim als een Ru-y Barbosa, zal zich wellicht daarmee niet tevreden stellen. Van alle kan ten komen er berichten binman vain meetings en prof-eist vergadering en tegen de Dudtschers hier in dia stad protesteerden zelfs- die „da- rnies", ja, eergisteren onzag zich zelf® een anders nogal goed aangeschreven' geestelijke in de hoofdstad, n-ief in overspannen nati onal Lteitsgeivael, de Duitsdhe paters, en kloos ters schuldig te verklaren aan „germano- pialèsmie de sacrisfiia", wat zooveel zal moeiten beteekenen, als diat de Duifsche paters hier dén Duitschen imvloe'di zoudien uitstrekken, tot iin de Braziliaansche kerk. Deze uitlating ischieen zelfs te ver te gaan aan de anticteriale-pers die er kanunnik Rezénde dan ook terdege voor onderhanden nami, erop wijzende, dat die Duitsche paters, die in hun etigen land em terecht niet de wapenen behoeven óp te nemian, in Brazilië slechts wefken van vreiïe, vain, oiidérwijs en liefdie hebben beoefend, waarvoor geheel Brazilië hun moet dankbaar zijn. Wij, Hollan-dsche paters, blijven, hier rus tig buiten schot, hoewel 't niet onmogelijk is, dat wij in treinen of booten worden aangezien voor barbaros", Vanwege de blondheid oinzer Bataafsche haren en die blauwheid onzer HoUandscbe pogen. Jk van mijn-en kant tracht mij zoowel moge lijk „neutraal" te houden en juich het van harte toe, dat die Braziliaansche jongeling schap zidi- allerwege in dien wapenhandel oefent, nog die vorige week rukte bet batal jon van ons Gymnasio „Sainto Antonio" met volle muziek uit, ter militaire wandeling dloor de stad, na éérst vóór het Gymnasium,j van waaruit de nationale vla'g fier wapperde, bij ihet spelen van het Braziliaianische volks liet ferm; het geweer te hebben gepresenteendi, trouw zwenendie aan het lieve Vaderland. Nu ik ze daar nog zie- gaan, die goede jon gens, sommigen met tranen iin de oogen, tintelend van geestdrift en liefde, richt mijn blik zich tevens naa.r mijn -eigen, Vaderland, waar het héden Princessefeesf is, ter èere van het acht-jarig Juliaantje, Miet een har telijk „Gicdl beware Nederland en Brazilië voor den verschrikkél,ijken oorlog", besluit ik dezen brief. frel CONSTANCIO VAN ElJK, O.F.M. ALKMAAR. fWjj>rr)Winfcaig I PROGRAMMA. VOOR DE MORGENMUZIEK in den Hout, op Zondag 15 Juli, >'an 891,2 uur, aangeboden door bet Sym- phonie-orkest „Jubai", Directeur de heer H. A. Maas (bestaande uit 12 leden van het Stedelijk Muziekkorps). I. Ouverture tot de opera „Joseph" Méhul. 2. The Julian (valse intermezzo). 3. Fantaisie de 1' op-era „Marfiia" von Flotow. 4. Parnassia Bergen aan Zee. Concert- wals H. A. Maas. (Met gebruikmaking van Ph. Loots' „Het liedje van den Bergeinaar".) 5. Ave Maria F. Schubert. arr. H. A. Maas. 6. Een lied om meê te zingen G1. J. Geeriings. arr. H. A. Maas. De Wind (Na 34 uit „Kun je zingen (De le maal door „JubaJ", de 2e maal zoo mogelijk do ar „allen".) DE WIND. Muziek van G'. J. Geeriings. Koeltjes suizen, doen ritsTen het loover. Brengen die geuren dier bloemen eins over. W,inden leenen hun diensten den menscben Voeren den zeeman naar 't landi zijner wenscben; Drijven de schiepen vlug voor zich henen; Draaien gedienstig de molemsteenen. Maar plcts'ling breekt de stormwind los En vliegt vernielende d'oo'r bet bosch. En rukt daar de takken van krachtige eiken, Vernielt greote schepen ein beukt hooge dijken. En altijd blijkt zijn vernielende aard'; Zoo do-et de storm- in teuig'loqze vaart. 7. Le regiment de S-ambre et Meuse Planquette, HOOG ERE BURGERSCHOOL. Bevorderd van de eerste naar die tweede klasse: C. Boomgaard, M. de Fouw, H. B. Mar. joit, Maria Molijn, P. C. Pels, A. J. G. de Raat, J. J. Roos, K. Slot, J. H. Stoel, Nelly J. Velthuys, J. C. Dekker. HANDELSDAGSCHOOL. Bevorderd van de eerste naar de tweede klasse L. Anderssom, J. C. Bakker, J. Bierdrager, H. P. Broers, B. Bruin, P. C-Ioeck, H. J. Dekker, C. Dingier, A. J. Elte, R. Elzas, H. E. J. F-eldmann, A. G, Goldsteen, A. J. W. v. d. Griendt, Maria C. die Haan, Theodora B-. A, Hilckm-ann, Jozephime J. W. M. die Jong, G. W-. Kloos, J. G. van Kuyk, S. Laan, N. P. S. Masée, W. C. Mcoy, P. Opdam, P. Romijn, P. D. Roozendlaal, C. S. Sant, G. A. Schagen, A. C. Smit, Wiilbel'mina A. Spruyt, J. C. Strooker, Henriëtte C. 'Sto-utjesdlijk, A. W-. Swiier, P. Tol, Johanna D. Trap, A. van Willigen, K. Zijp. Niet bevorderd 6 leerlingen. Bevcrderd van de tweede naar de derde klasse: J. v. d. Berg, Alida Blom, Frederics W. Boiulonci's, Gijsbertha J. Broekema., J, J. Broers, J. de Casseres, H. P. Cjoeck, J. P. v. Diaalen, J. H. Dcrreisteyn, J. J. Eecen, Bi Gorter, Albertina S. Govers fv.w.), C. Klerk, J. M. A. Klünneni, P. van Leven, Johanna M. Oly, C. O'pdbm, M. Opdam, C. C. Rolff, P. die Rover (voorw.), J. J. Spaans, N. Strcoiker, D. Ten,gb-ergen, D. W. Tielrooy, Annie M. Venverloo, Juliana Ver- steege, J. F. Wigman (voiorw.) 'S. Zeeman (vctorw.), M. J. Zonjee. Niet bevcrderd 5 leerlingen, REKENING VAN HET BURGERWEES» HUIS, DIENST 1916. De rekening van het Burgerweeshuis, dienst 19l6, sluit in ontvang op f 13604,64i/j en in uitgaaf op f 12742.11, een batig saldo van f861.53i/a. B-ij de rekening is gevoegd eenie bereke ning van bet bedrag der verplegiingskosten over 1916, opgemaakt overeenkomstig art, 15 der verordening oip het bestuur van bet Burgerweeshuis, waarbij de verptegingskos- ten wonden berekend op f 174.11 per wéés. De commissie tot de belastingzaken stelt den Raad vc.or de rekening goed te keuren en hef bedrag der verhaalbare verplegings- kosfen over 1916 te bepalen op f 174,11 per wees. SUPPLETOlRE BEGROOTING VAN HET BURGERWEESHUIS, DIENST l9ló. Blijkens de ingezonden suppLetoire begroo» ting van bovenvermelde instelling stegen die ontvangsten qp een 7-tal volgnummers bo ven de raming met een- gezamenlijk bedrag van f 3378.62y2, en bleven zij o-p twee volg nummers daar ben-eden met eien bedrag van f 38.98. Op '5 volgnuimmers bedroegen de uit. gaven f 712.64 minidler dan .er was geraamd, terwijl bij één volgnummer de raming werd oversdhreden met f 1480.39 en er bovendien voor bijzondere uitgaven een s-orn werd, os- steed van r 2374.-36. Dieze laatste post staat tegenover een poet van onitvang (niet in de begrociting voiork-omemie) van f 2371.17 welke posten voortspruiten uit die aanvaar, ding der nalatenschap van wijlen Mej. E. Meijer, aflossing van een hypotheek en -be. legging hiervan, t-e zamen m-et ©enige in effecten omgezette s-paarbankgelden, In totaal werd dus f 3339.641/2 meer ont. vangen dan er w'ap geraamd en werd er f3142.11 méér uitgegeven, er blijft dierhalve op de rekening een batig saldo van f 197/531/2bij de begrooting werd een ba. tig saldo geraamd van f665.hef batig saldo van den dienst werd dierhalve f862.53.V?, u »W1.C" i wen mij vroeger reegis eerojge wewaaar 1 stoop zij nem pa en toen ftij aie vijatiaen i met meer waaro aan- eene re-exs stijve j

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1917 | | pagina 5