d 98 °|0
a,
gelsche
rader
ES,
"polak
«Mei
erkoop.
wGndiet.
ïatschappij
G
te.
!htslreeks vanaf
legen prijzen
XSTU1DU,
VERK
magazijn
Alkmaar.
ALKMAAR.
ei Interc 307
ren. Boezelaars,
tegen veel ver-
ENZ. ENZ.
mtnhuïzen.
Zaterdag 14 Juli 1917.
TWEED 1 BL AD.
No. 82
UOÏÏESfliM.
ant, Chèques,
Beleenlngen,
Ineasseerin-
apler.
s.
LUIS worden
i van effecten
kelten vanaf
vergrooten van
idegracht IBS.
gulden.
JKE TARIEVEN.
Ilsthffl.
Ir
•ocureur, Dlrec-
TOBIAS.
Dichter Berthold van der
Pluym.
.Mn i'i lr\j i M i
W - T --
MAAR.
ES a, CONTANT.
0i\8 BLAD.
vef S37 687 42.
yzegglog ay2 o/0
4 o/o
der wordt aaQbevolaa
jk-
Onze reizigers namen hunnen intrek bij
Raguel, en üieze ontving hen minzaam en
met vreugde. Toen Raguiel Tobias aanzag,
zeide iiij tot Anna, zijne vrouw, wat gelijkt
die jonge mam'op mijnen-neef, en toen hij
dit gezegd haiM, sprak hij: „Van waar
zijt gij, jonge Wnm€% onze nroieders
Zij zeiden: „Wiij\zijm uit den staan, Nepiitt-
hali uit de gevanschap van Ninivé." Als
dan'vroeg Raguel\„kenf gij Tobias, mijnen
broeder?" zij antwoorddenJa.
Toen hij nu veel goeds van hem. sprak,
zeide de tingel tot Raguel: „Tobias, naar
wien gij vraagt, is tïe vaidier van dezen
jongeling. Toen sprong). Raguel op en onir
helsde hem ondier tranen, en,, weenend om
zijnen hals, 'zeidie „Mj: „Ze-gen zij ,over u,
jniin kind want gij' zijt de zoon van een
goedi en voortreffelijk man,!" Ook Anna.
zijne vrouw., en Sara. hunne dochter, ween
den. i
Voor zulke gasten was, begrijpelijkerwijs
liet beste nauwelijks goed genoeg,
Raguel li>et een lam slachten, en noo-
dligde hen ter maaltijd. Qiejhoor gevend
aan den ra,ad van zijn gezel,, sprak Tobias:
„Hier zal ik vandaag noidh eten, noch
drinken,, zoo gij niet eerst in, mijne bede
bewilligt en belooft, mij uwe dochter, Sara,
ten huwelijk te geven."
Bij bet hcoren van deze bedle, verschrikte
Raguel, daar hij wist, wat aam die zeven
mannen overkomen was, welke tot haar
gegaan waren, en hiji begon te vreezen,
dat cok dezen wellicht hetzelfde lot zou
fretten. Toen hij nu aarzelde, en den vrager
geen antwoord gaf, zeide hem de Engel:
„Vrees niet haar aan hiem te geven, want
dezen godvreezende komt uwe dochter als
eciifgenciOte toe: daarom, heeft geien ander
haar kunnen hebben." Daarop zeide Raguel:
„Ik twijfel er niet aan., of Godl heeft mijne
gebeden en mijne tranen voor Z,ijn aange
zicht aangenomen, en ik geloof, dat Hij
daarom «lieden tot mjiji heeft laten komen,
opdat zij met haren verwant zoiu verbonden
werden, volgens de wet van M-O'zes, en ik
koester nu geen twijfel, tiaar aan u te
geven." Hij nam n,u de rechterhand zijner
dochter en legdie die in de rechterhand
van Tobias,, zeggendie: „Die Gold van Abra
ham en de God van Izaak en de God
van Jacob zij met ulieden, en Hij vereenige
,u en schenke u Zijn vollen zegen
En moeder Anna zeide: „Wees welgemoed,
mijne dochter! De Heer ties hieimcls schenke
it vreugde, voor de droefheid, welke gij
geleden hebt."
Het kan niet uitblijven,, of de zegen
des hamels moet in ruiime mate nederdalen
over het huwelijk, dat door den Engelbe
waarder werd ingegeven en voorbereid en
ingewijd door die zegensprekingen der
ouders
Als zij' het avondmaal genomen hadden,
leidden zij den bruidegom, d|e bruidkamer
binnen. Tobias, de woorden dies Engels
muiachtig, haalde uiit zijn tasdh een stuk
van die lever en het hart van dein visch',
en legde ze op gloeiende kolen. Toen greep
de Engel Rapiiaël den duivel aan, en bond
hem vast in de uiterste opsluiting.
Alsdan sprak de bruidegom tot zijne
bruid: „Laat ons God bidden, wij' zijn
immers kinderen der Heiligen: „Heer God
onzer Vaderen, dat U love-n die hemelen
en de aarde en de zeie en de waterbronnen
en de rivieren en al Uwe schepselen,
die daarin zijnGij hebt Adam gemaakt
uit het slijk der aarde en hem Eva to,t hulp©
gegeven, en nu "Heer! Gij' weet, dat ik
niet uit wellust mijne verwante: tot vrouw
neem,, maar alleen uit verlangen tot na
komelingschap, door welke Uw Naam moge
geprezen worden in de eeuwen."
Sara voegde hieraan toe: „Ontferm: U
onzer Heer! ontferm U onzer! En laat ons
ons beiden zanten in gezondheid, oud wor
den."
W:at h eer 1 ij'k begin van éenech-
tel ij' 'k e n staat.! De duivel ia uit.
gedireven; God de Hear is gebe
den en het heilig dloejl van het
huwelijk is onbegrensd en onbe
perkt vooir oogen gehouden.
Mochten toch alle jongelingen en jonge
dochters, in zulk een verhevene en zooi eer
biedwaardige stemming en zco heilige be
doeling hun nieuwen levensstaat ingaan
Mochten toCh alle gehuwden, insgelijks hun
ne nakomelingschap, hoe talrijk ook, blij.
moedig en dankbaar uit Goids handen aan
nemen W,at hcoge eerscheppers fe mogen
zijn onder den Schepper GodsDian oiO'k
zou het doopboek niet om, wraak
roepen. Dan zouden er ook niet
meer doodkisten dan wi-egen
staan!
Toch scheen Raguel niet heejkmaal ge
rust, over het lot van zijnen nieuwen
schoonzoon. Althans, omstreeks het hanen
gekraai, in het derde deel van dien nacht,
ongeveer om, twee uur van dlqn morgen, liet
hij zijne dienstknechten halen etn zij gin
gen met hem, om een graf te delven.
.Want, zoo zeidie hij: welliChlt is hem het
zelfde lot. overkomen, als aan die zeven
andere mannen, die tot haar gegaan zijn.
Toen zij het graf gereed gemaakt hadden,
keende Raguel naar zijne vrouw terug, en
zeide haar: „Zend een uwer dienstmaagden
om te zien, of hij1 soms dood]'is, opdat ik
heta begrave, voor dat het dag wordt."
Zoo meende hij de opspraak der manschen
Je kunnen vermijden, indien ook dezen
achtsten man, hetzelfde lot der vorigen
getroffen had.
Zijne vrouw zond een harer dienstmaag
den, welke bevond, dat zij in goeden slaap
en ongedeerd waren.
Op die goede tijding, prezen die schoon
ouders den Heerv zeggendie: „Wiij lijven
U. Heer: Godl van Israel! Omdat het niet
is gesdhiedl, gelijk wij dachten, want Gij
hebt ons "barmhartigheid gewezen, en den
vijand, die ons vervolgde, van ons afge
houden, en G;ij hebt U "Ontfermd over tw«e
éénlingen. Maak Heer! diat zij' U nog meer
loven, en U een offer tot Uwe "verheerlijking
en voor hun behoudi opgedragen, opdat
alle volkierfen erkennen, dot Gij alleen
G-cdi zijt, op de gansdbe aarde."
JVlpehten ook wijl, na elke weldaad
Godl, onzen bemelsdhen Va-dér, loven en
danken voor Zijne goedheid. De dankbaar
heid! to-clh is dure plicht en tegelijk de
meest gangbare munt des hemels, om nieu
we zegeningen en waldaden te verkrijgen.
Alkmaar, den 14en Juli 1917.
M. P. A.' OOMS,
D.P,
Berthold van der PJuym is een schoon-
begaafdi jong lid van de verjongde Karmelie
ten-orde. Hiji is Leeraar in de fraaie kunsten
aan de kloosterschool van zijn ord'e te Oss.
Bij' al de Nederlands due Katholieken, die
tijdschriften lezen, staat Piater B.eriholld)
als dichter bekend. Want hiji schrijft in
De Katholiek, in D e K ath ol ieke
Illustratie, in De B-ei-aard', in de
Car meirozen enz. enz. Hiji is een echte
zangvogel, die het heele jaar doorzingt,:
in die warande onzer Katholieke letteren..
Het is niet allemaal even prachtig wat we
van hem te booten krijgen; maar vaak is
het zco verrukkelijk, dat we .stil blijven
luisteren en onze zifel op znjln Ikd' in de
'hoogte voelen gaan. Zijn gedichten zijn nog
niet verzameld'. Ze liggen verspreid overal.
In liet tijidlsdhrift De Katholiek het meeste.
Het nieuwste register op de bijidragen van
ons oudste maandschrift, over de jaren
19001916,, vernoemt in negen jaar juist
41 stukken en stukjes van Berthold. Alle
maal gedichten. Er zijin verzenbundels gee
no-eg, die zooveel nomm-ers niet bevatten.
Aan hunne vruchten zult gij ze kennern.
De goede en de kwade mierischen. Oók
de goede en de kwade dichters. Mag ik
u een vrucht aanbieden van Biertholdus'
dlichtersdhap, opdat gij:, na de proeve, den
dichter 'die ze voortbracht, moohit kunnen
waardieeren en eerbiedigen,? Het gedicht,
dat ik als proef-vrucht uitkoos, heet „Mijin
oude Stoel" 1). Het is niet het vroomste,
het kunstig,ste. het schitterendste, het fijnste
van zijn gedichten. Maar wel een der een
voudigste en innigste. Let vooral op 'den
gevoeligen inhoud en den gemoedelijken
verteltrant. Berthold bezat oip zijn celteke
een ouden stoel. Een patriarchaten, maar
gemakkelijken leunstoel. Glejijk men er in
klc-osters, waar niets onbenut blijft en alles
welkom is, zoo menigmaal aantreft. Miaar
hij was kaal versleten. En toen die stoelen-
maitten-do'kter den toestand hope loos be
vond!, viel het harde vonnis: den zolder op!
naarhet graf Na een jaartje kwaim Berthold
het graf bezoeken: de oude stoel was
vermolmend en vergaand. Al wat hij in
dien stoel eertijds had genoten;, trad in wee
moed. weer voor zijn geest en vergroeide
tot dit simpele, maar waarachtig gevoelde
gedicht
MIJN OUDE STOEL,
HoeveJe jaren zijn vergaan
sinds de eik vaii zijnen schors ontdaan
en uw gebeent uit eiken berd 2)
doer 'belte band geboren werd'?
Hoe lang, hoe lang is bet geleên
sinds 't ruisdiend riet wendl afgesneen
en dat den blonden, bleekee bast
men wond om uwe laden vast?
Hoe menig rmensch heeft sinds dien tijd
zidh moede in u neergevleid?
Misschien bcodt Ge een, in slaap gekust
door zachten dood die laatste rust.
i i 1 j i i
Ge waart reeds oud toen Wij geza-am
den vrtend'schapsbo-nd zijn aangegaan
om saam te werken, dag aan dlag;
Gij' torschtet mij en ik den dag.
UW leden sloten zich gedwee en
zorgzaam om mijn leden heen;
uw1 breede, zaChtgeronde rug
week zoo gemakkelijk terug.
Gij dro-egt me als ik was; met God
en op 't brevier wou klimmen tot
den einld van dien onzichtbren band;,
die gaat van aardlsch tot hemelsch land.
I I i I 'li i
Hoe dikwijls heb ik moe en mat,
mijin hoofd en hand', van werken zat,
bij 't prevelen van het nachtgebed
op uwen ouden arm gelegd!
Maar 'k heb altijd miet zorg Vermeden
U op het oude lijf te treden
om 't boek te nemen uit de kas,
diat h-ooger stond dan 't reikbaar was,
li! !i l.i, i r
'k Wierp me, vermoeid, in uwe leên
als ik uit heide en weide heen-
keerde naar mijn kleine cel
■en U weer vond, een trouw gezel.
Ik lag in uwe armen zacht
te staren in den sterrennacht;
somis, tot hij voor een nieuwen d'ag
verging, en ik den morgen zag
zingen boven Weg en wei
Zoo dreven jaren zacht voorbij
Diaar vlogen er zoo-velen heen
Tot jaren reiden zij aaneen!
Toen daagde een dag, dat 't langer niet
ging mij te dienen; 'k leed verdriet
als ik me in uw leden lei
't Dieied me meer pijn toen ik diat zei!
'k Wieet goed nog hoe toen, ('t sneeuwde),
U vlug
weghaalde maar dra bradhit terug
het mattersjongsken in den noen:
„Want vader kon er niets aan doen."
Hoe droievig kraakte en kreundet gij
Mismoedig klaagde en steundlet gij
Ach vriend'! ik kende uw bangen nood:
dat was het vonnis van uw dood1
Men droeg U, stervend' nog, dien dag
naar 't wijde, koude zoldergraf.
Bij 't kleine, flauwe diakelioht
spon sinds de tijd1 een do-odbwa, dicht
om uwe leên, van grijze stof.
Waar eiens het jonge eiken-lof
ontbloeide ving bederf nu aan
den knagend-scberpen tand te slaan.
Uw goudblond1 riet, aan waterb-lauw
gewassen, lrangt nu vaal en grauw,
geknakt, gekneusd zco menig kieer,
langs uw geraamte dloodlstil neer.
Heb diank mijn oude, trouwe vriend,
diat Ge eens zco' goed1 m,ij hebt gediend:
Héb dank voor 't goed!, dat tot mij kwam,
toen Gij mij in uw armen nam.
Heel de levensgeschiedenis van den vrien-
«Mijken stoel zien we terug voor onze
cogen. Van vóór de stoelwording af. Het
hout, dat als eik praalde in de dtarpslaan;
het riet, dat stond te ruiscWen, rank, in
de stadsgracht. Als oudje had de dichter
'm gekregen. Dadelijk, na de eerste ken
nismaking weiden ze vrienden-voor-het -
leven. Zie waren siamen bij het bidden, bij
het wei-ken, bij het rusten, bij het uitspan
nen, bij het overwegen. Heek dagen, lange
avonden, halve nachten. Hoe de vri-elid-
sdhap gegroeid i;s tot vereering, blijkt wel
uiit de mijmering van Berthold bij den
ouden makker-cinder-het-zcldersitof„ik héb
mij niets te verwijten, want mimimer heb ik
u: misbruikt; nooit ben ik met mijn voeten
op u gaan staan; nooit om geen enkele
reden niet."
Is dit geen aandoenlijk en kinderlijk ge
dicht? Allen, die eerbied gevoelen voor
oude meubelen, waaraan iets zweeft van het
verleden en vooral v-an het eigen verleden,
zullen hef weten- te achten. Men moet 'n
stille zkl wezen, waarin al het doorleefde
gezapig bezinkt men mio-et eigenlijk
zelf in een kLooster wonen - - huis van
traditie en geschiedenis, met zijn zolder vol
uiit-dlen-tijdsohe sahconheid en rariteiten
omi dit gedicht van pater Biertholdus vol
komen te kunnen smaken naar waarde.
H. LINNEBANK,
Uden, Hooimaand, 1917. Kruisheer.
1) Zie Die Katholiek., 1914, II, bladiz. 216.
2) berd: plank.
BRIEVEN UIT BRAZILIë.
HET AFBREKEN DER DIPLOMATIEKE
BETREKKINGEN MET DUITSCHLAND.
Ernstig had de Braziliaansche republiek
bij den „Kaiser" geprotesteerd' tegen de
Diuitsobe blokkade en hem, verantwoorde
lijk gesteld ve-or de onvermijdelijke gevol
gen, welke eene evemtueele torpedeering
van onschuldige Braziliaansdhe schiepen heb
ben zou.
Niet veel tijd verliep er, of de „Parana",
eeln Braziliaansch vrachtschip, gecomman
deerd door een Portugeeschen kapitein, ge
naamd „Peix" of „Visch'" ('n moois naiam
voor 'een waterrot) met de Braziliaansche
groene vlag in top, trotseerde de Duitsciie
blokkade met hief treurige-, dodh te voor
ziene gevolg, dat zijn sohi.pi naar den kelder
en dlrie matrozen er hun dierbaar leven bij
verloren.
Onbeschrijfelijk diep was de indruk, daar
door gemaakt op ons zoo licht-ontvlam-
baar, ©n vooral, zoo antlDuMsch gezind
Volk. De Braziliaan, Latijn als hij is van
afkomst, en, helaas, in de Franschen zijne
Letterkundige leermeesters en politieke op
voeders begroetend!, gruwt bijna van idle
Dudtsche „kultur" en het woord „barbaros"
„barbaren" is hem zóó dikwijls door de
hartsto'Chtelijike en, wie weet, door goud
omgekochte, redactie van zijn trouw gelezen
dagblad onder die oogdn geduwd, dat het
hiem' alls 't ware op die lippen bestorven ligt.
Tracht Wem niet de mogelijkheid te bewij
zen, dat de allerdiepste oorzaak van dezen
wereldlkrij'g wel eens elders kon te vinden
zijn dan in de Wilbelumstrasze, ais aan 'n
dogma houdt hij eraan vast, dat Diuiitschie
heersdhzudht die oorlogsfakkel de wereld
inslingerdls, om geheel Europa te maken
tot een aanhangsel van „da-s grosze Deut
sche Vaterland".
Het is beim onmogelijk, te gelooven,
dat 'die geallieerden miet een ander doel
ten strijde „konden" gaan dart die- verwezen
lijking der tweie hoofdpunten op hun poli
tiek program-; hef beginsel der nationalitei
ten ein de instandhouldling van bet politiek
en militair evenwicht in Europa,
Het beste! doet metl dan ook, als buiten
staander, gesprekken over 'dien oorlog te
vermijden, ,'t Is van één kant maar goed',
dat 80 o/o der bevolking niet kan lezen
anders zou de invloed der anti-Duitsche
pers beslist een Imelen zwerm Brazilianen
den wijden Oceaan dioen overvliegen, cm
den „Vradeskeizer" zooals hij vroeger ge
doopt werdl, op z'n minst „dien nek om te
draaien".
Zeker, er zijn ook enkele bladen voor
namelijk van geloovige zijde die het voor
de oentralen opnemen, maar nog daarge
laten dein beslist af te keuren uitdbgendeu
toon, waarop zij die Duits due overwinningen
bespreken, worden zij overschreeuwd door
de antii-ckricale en macoinnieke ^root-pers,
waarin diag in, dag uit, het Latijnsche,,hart"
en niet bet nuchtere, kalme, neutrale „ver
stand" aan het woord: is. En een Latijïisch
spreekwoord zegt 'het o-, zoo- mienschkundig:
„Iedereen oordeelt, zooals hij gevoelt". Wel
nu, hief Braziliaansdhe „gevoel" is in dezen
oorlog ten eenemale afkeeriig van die Duit-
schie zaak en, wat voor die groote massa
(hetzelfde is, van het Diuifsdhie volk dn
zijn geheiel.
Wel sterk is tegenwoordig dis macht van
bet geschreven woordl' Wiat ook dlit enkel
geval van torpedieering in- een rooden oor
logsgloed zette, was de prachtig ais d'on-
kenen achtergrond1 dienendie zoo- even uitge
sproken oorlogsverklaring van Noord'.Amieri-
ka aan Diuitschlandi Zich itn dien rug ge-
sfeiundi voelende doof dis oudlere en veel
kradlitiger zuster-republiek uit het Noorden,
waarmee Brazilië no-g zoo lang niet geleden^
getoast en gedronken en gefuift had op het
leven en welzijn van het pan-America-iMsine,
brak de 'hooge regeering aanstonds idle diplo
matieke betrekkingen met Dluiltsicüiland af,
zeedra ha-ar 'officieel bekend was. geworden
diat het vergaan dar „Parana" aan Duitscir-
landi te 'wijten was.
Hoewel misschien wat voorbarig in
Holland is mien na zooveel méér torpe
deer ingen en andere coirlogsiongerecht'ig-
hedien nog gelukkig bevriend gebleven
met bejiidle kibbelende partijen handelde
de Braziliaansdhe regeering in zóóverre slim,
dat zij de gespannen aandacht van Jam Pu
bliek nu van hare eigen „nationale" crisis
voer eeni-gen tijd afleidde naar dis „inter
nationale" verwikkelingen. Maar 't was toch
enkel de slimheid van. die kimidlsren dezer
wereldi,, ȟe idle roF sueeldlen' van den on-
reditvaardiiigen rentmeester. In.plaats van het
'bedrogon volk voor een direigenden hon-
gersnocid te bewaren door dien uitvoer te
verbieden of te beperken van de allernood.
zakelijkste levensbehoeften als b oon en, rijst
en vejt, wielke voor den gewonen mam tot
onmogelijke prijzen stijgen, aliéén terwilJe
van hartelooize exporteurs ein Europessche
egoisten, die gisteren warempel reeds be
slag dlurfdien leggen op achf gievuldle sche
pen, waarin de lading voediingsimlidldielem |nog
niet qens gekocht was, terwijl de futlooze
repulblifcainsidhie regeering zich niet verroert
en geien wo-ord van protest laat hoeren,
maakt zij' het opgewonden volk als een
troep onbezonnen kinderen blij met het
iu die verte oplaten van een oiorlogsvlieger
die, wat God geve, zoo spoedig mogelijk
'diaten moge op hef veld van een, naar men
hier sdhrijfit, met rasscbe schreden naderen
den Euroipoeschen vrede.
Het volk daed beter, zijne oorlogszuch
tige plannen te ke-eren tegen de eigen
gewefenilcoize nationale volksmisi,eiders dan
dlan tegen de aan het geval geheel onschul
dige Dlujtscbe ingezetenen van Piortoi Alegre,
waar het janhagel niet minder dian 300
buiz-envan rustige Diuitsche fabrikanten
em negotianten vernielde oif in Juand stak,
eeine schade aanrichtende yan ongeveer
15000 contois ('n conto: pl.m., 700 gulden),
Maar de volksfurie méér is net net te
nioemiein geautorriseierdl door manneim
als een Ru-y Barbosa, zal zich wellicht
daarmee niet tevreden stellen. Van alle kan
ten komen er berichten binman vain meetings
en prof-eist vergadering en tegen de Dudtschers
hier in dia stad protesteerden zelfs- die „da-
rnies", ja, eergisteren onzag zich zelf® een
anders nogal goed aangeschreven' geestelijke
in de hoofdstad, n-ief in overspannen nati
onal Lteitsgeivael, de Duitsdhe paters, en kloos
ters schuldig te verklaren aan „germano-
pialèsmie de sacrisfiia", wat zooveel zal
moeiten beteekenen, als diat de Duifsche
paters hier dén Duitschen imvloe'di zoudien
uitstrekken, tot iin de Braziliaansche kerk.
Deze uitlating ischieen zelfs te ver te gaan
aan de anticteriale-pers die er kanunnik
Rezénde dan ook terdege voor onderhanden
nami, erop wijzende, dat die Duitsche paters,
die in hun etigen land em terecht niet de
wapenen behoeven óp te nemian, in Brazilië
slechts wefken van vreiïe, vain, oiidérwijs
en liefdie hebben beoefend, waarvoor geheel
Brazilië hun moet dankbaar zijn.
Wij, Hollan-dsche paters, blijven, hier rus
tig buiten schot, hoewel 't niet onmogelijk
is, dat wij in treinen of booten worden
aangezien voor barbaros", Vanwege de
blondheid oinzer Bataafsche haren en die
blauwheid onzer HoUandscbe pogen. Jk
van mijn-en kant tracht mij zoowel moge
lijk „neutraal" te houden en juich het van
harte toe, dat die Braziliaansche jongeling
schap zidi- allerwege in dien wapenhandel
oefent, nog die vorige week rukte bet batal
jon van ons Gymnasio „Sainto Antonio" met
volle muziek uit, ter militaire wandeling
dloor de stad, na éérst vóór het Gymnasium,j
van waaruit de nationale vla'g fier wapperde,
bij ihet spelen van het Braziliaianische volks
liet ferm; het geweer te hebben gepresenteendi,
trouw zwenendie aan het lieve Vaderland.
Nu ik ze daar nog zie- gaan, die goede jon
gens, sommigen met tranen iin de oogen,
tintelend van geestdrift en liefde, richt mijn
blik zich tevens naa.r mijn -eigen, Vaderland,
waar het héden Princessefeesf is, ter èere
van het acht-jarig Juliaantje, Miet een har
telijk „Gicdl beware Nederland en Brazilië
voor den verschrikkél,ijken oorlog", besluit
ik dezen brief.
frel CONSTANCIO VAN ElJK, O.F.M.
ALKMAAR.
fWjj>rr)Winfcaig
I
PROGRAMMA.
VOOR DE MORGENMUZIEK
in den Hout, op Zondag 15 Juli, >'an
891,2 uur, aangeboden door bet Sym-
phonie-orkest „Jubai", Directeur de heer
H. A. Maas (bestaande uit 12 leden van
het Stedelijk Muziekkorps).
I. Ouverture tot de opera „Joseph"
Méhul.
2. The Julian (valse intermezzo).
3. Fantaisie de 1' op-era „Marfiia"
von Flotow.
4. Parnassia Bergen aan Zee. Concert-
wals H. A. Maas.
(Met gebruikmaking van Ph. Loots'
„Het liedje van den Bergeinaar".)
5. Ave Maria F. Schubert.
arr. H. A. Maas.
6. Een lied om meê te zingen
G1. J. Geeriings.
arr. H. A. Maas.
De Wind (Na 34 uit „Kun je
zingen
(De le maal door „JubaJ", de 2e
maal zoo mogelijk do ar „allen".)
DE WIND.
Muziek van G'. J. Geeriings.
Koeltjes suizen, doen ritsTen het loover.
Brengen die geuren dier bloemen eins over.
W,inden leenen hun diensten den menscben
Voeren den zeeman naar 't landi zijner
wenscben;
Drijven de schiepen vlug voor zich henen;
Draaien gedienstig de molemsteenen.
Maar plcts'ling breekt de stormwind los
En vliegt vernielende d'oo'r bet bosch.
En rukt daar de takken van krachtige eiken,
Vernielt greote schepen ein beukt hooge
dijken.
En altijd blijkt zijn vernielende aard';
Zoo do-et de storm- in teuig'loqze vaart.
7. Le regiment de S-ambre et Meuse
Planquette,
HOOG ERE BURGERSCHOOL.
Bevorderd van de eerste naar die tweede
klasse:
C. Boomgaard, M. de Fouw, H. B. Mar.
joit, Maria Molijn, P. C. Pels, A. J. G.
de Raat, J. J. Roos, K. Slot, J. H. Stoel,
Nelly J. Velthuys, J. C. Dekker.
HANDELSDAGSCHOOL.
Bevorderd van de eerste naar de tweede
klasse
L. Anderssom, J. C. Bakker, J. Bierdrager,
H. P. Broers, B. Bruin, P. C-Ioeck, H. J.
Dekker, C. Dingier, A. J. Elte, R. Elzas,
H. E. J. F-eldmann, A. G, Goldsteen, A.
J. W. v. d. Griendt, Maria C. die Haan,
Theodora B-. A, Hilckm-ann, Jozephime J.
W. M. die Jong, G. W-. Kloos, J. G.
van Kuyk, S. Laan, N. P. S. Masée, W.
C. Mcoy, P. Opdam, P. Romijn, P. D.
Roozendlaal, C. S. Sant, G. A. Schagen,
A. C. Smit, Wiilbel'mina A. Spruyt, J. C.
Strooker, Henriëtte C. 'Sto-utjesdlijk, A. W-.
Swiier, P. Tol, Johanna D. Trap, A. van
Willigen, K. Zijp.
Niet bevorderd 6 leerlingen.
Bevcrderd van de tweede naar de derde
klasse:
J. v. d. Berg, Alida Blom, Frederics
W. Boiulonci's, Gijsbertha J. Broekema., J,
J. Broers, J. de Casseres, H. P. Cjoeck,
J. P. v. Diaalen, J. H. Dcrreisteyn, J. J. Eecen,
Bi Gorter, Albertina S. Govers fv.w.), C.
Klerk, J. M. A. Klünneni, P. van Leven,
Johanna M. Oly, C. O'pdbm, M. Opdam,
C. C. Rolff, P. die Rover (voorw.), J. J.
Spaans, N. Strcoiker, D. Ten,gb-ergen, D. W.
Tielrooy, Annie M. Venverloo, Juliana Ver-
steege, J. F. Wigman (voiorw.) 'S. Zeeman
(vctorw.), M. J. Zonjee.
Niet bevcrderd 5 leerlingen,
REKENING VAN HET BURGERWEES»
HUIS, DIENST 1916.
De rekening van het Burgerweeshuis,
dienst 19l6, sluit in ontvang op f 13604,64i/j
en in uitgaaf op f 12742.11, een batig
saldo van f861.53i/a.
B-ij de rekening is gevoegd eenie bereke
ning van bet bedrag der verplegiingskosten
over 1916, opgemaakt overeenkomstig art,
15 der verordening oip het bestuur van bet
Burgerweeshuis, waarbij de verptegingskos-
ten wonden berekend op f 174.11 per wéés.
De commissie tot de belastingzaken stelt
den Raad vc.or de rekening goed te keuren
en hef bedrag der verhaalbare verplegings-
kosfen over 1916 te bepalen op f 174,11
per wees.
SUPPLETOlRE BEGROOTING VAN
HET BURGERWEESHUIS,
DIENST l9ló.
Blijkens de ingezonden suppLetoire begroo»
ting van bovenvermelde instelling stegen die
ontvangsten qp een 7-tal volgnummers bo
ven de raming met een- gezamenlijk bedrag
van f 3378.62y2, en bleven zij o-p twee volg
nummers daar ben-eden met eien bedrag van
f 38.98.
Op '5 volgnuimmers bedroegen de uit.
gaven f 712.64 minidler dan .er was geraamd,
terwijl bij één volgnummer de raming werd
oversdhreden met f 1480.39 en er bovendien
voor bijzondere uitgaven een s-orn werd, os-
steed van r 2374.-36. Dieze laatste post
staat tegenover een poet van onitvang (niet
in de begrociting voiork-omemie) van f 2371.17
welke posten voortspruiten uit die aanvaar,
ding der nalatenschap van wijlen Mej. E.
Meijer, aflossing van een hypotheek en -be.
legging hiervan, t-e zamen m-et ©enige in
effecten omgezette s-paarbankgelden,
In totaal werd dus f 3339.641/2 meer ont.
vangen dan er w'ap geraamd en werd er
f3142.11 méér uitgegeven, er blijft dierhalve
op de rekening een batig saldo van
f 197/531/2bij de begrooting werd een ba.
tig saldo geraamd van f665.hef batig
saldo van den dienst werd dierhalve
f862.53.V?, u
»W1.C"
i wen mij vroeger reegis eerojge wewaaar 1 stoop zij nem pa en toen ftij aie vijatiaen i met meer waaro aan- eene re-exs stijve j