No 19 Donderdag 14 Fétiruari 1918 12e Jaargang DIT BLAD VERSCHÖNT DINSDAG, DONDERDAO EN ZATERDAG. R. K. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOLLAND Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „ONS BLAD" ALKMAAR. Bar: BREEDSTRAAT 12. Telefoon No. 433. Land- en Tuinbouwers- organisatie. Een edel Hart. Uit de Pers. Van 1—5 regel» S 0.62» Elke regel meer. 0.12» Reclames per regel0.35 Kleine adv.: 30 woorden bij vooruitbet. 0.40 ABONNEMENTSPRIJS:, Per kwartaal franco huis. f 1.16 Met gelll. Zondagsblad f 1.56 bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers: van de courant 10.05 van het Zondagsblad f 0.05| ADVERTENTIÉN: i. Het lijkt ons niet van belang ontbloot in „Ons Blad" eens het een en ander te zeggen over de organisatie van onze Rooni- ache land- en tuinbouwers, vooral omdat de toestand voor hen thans juist niet alleen, niet gunstig is, doch omdat zij ook na den wereldramp, voor niet te omschrijven moeilijkheden kunnen komen te staan moeilijkheden, die, als den Landbouw met goed georganiseerd zal zijn, de nadeeligste gevolgen voor den boer en den tuinder nd zich zal sleepen, In de tegenwoordige tijds omstandigheden ondervinden onze Und- en tuinbouwers reeds geducht aan den lijve, wat het beteekenc „gemaszregeli" te wor den. De vele Kegeeringsbe.luiten, welke moeten worden nageleefd, bewijzen ons, wat het zeggen wil, als vader Staat „gaat iiigrijpen". Dit ingrijpen geschiedt toch veelal zóó ontactisch, de maatregelen druiachen dikwerf zóó tegen elkaar in, dat men zich afvraagt: Maar wat is nu toch de bedoelmg van den Haag? De boeren en tu nders te plagen? hen op onnoodige kosten te jagen? ef de productie te be lemmeten? De prijzen, weike voor de pro ducten worden vastgesteld, zijn soars be neden productie-prijs, terw ijl de handel en de industrie méér dan goede zaren maken. (Men denfee hier b.v. aan de superfosfaat- en guanofabrieken, welke vorige jaren 100 tot 190 pCt. dividend aan de aandeelhou ders .uitkeerden). Hieruit begrijpen onze landbouwers en tuinders, dat handel en industrie méér dan de landbouwbelangen behartigd worden. Aan al deze mistoestan den is uoor den eenling ten slotte niets te veranderen, alleen de groote land- en tuin bouw-organisaties kunnen het is gedu rende de crisisjaren afdoende gebleken hieiop eenigen invloed ten goede uitcefenen, Wij schrijven: „eenigen inViOrd', en wel om deze reden, dat er véél meer zou kun nen worden bereikt, indien alle veehouders en alle tuinders lid waren van hun orga nisatie, omdat de besturen dan konden wijzen op de macht van de bunden. Zijn deze thans nooüig, hoeveel meer zal door de Land- en Tumbouwbonden moeten worden gedaan in de toekomst 1 Hoeveel moeilijkheden zullen dan moeten worden overwonnen 1 Een krachtige aansporing tot organisatie gaf de vorige week de Directeur-Generaal van den Landbouw, de heer P. van Hoek, op de Jaarvergadering van de Overijselsche Maatschappij van Landbouw. De heer van Hoek sprak daar ais volgt: „Over de groote moeilijkheden, waar onder wij allen en speciaal de landbouw, gebukt gaan, behoef ik u niet te spreken. Ze zijn genoeg bekend. Wenscherijk is het echter, zich eens een idéé te vormen van de moeilijkheden, waarmee we straks te EËHILLETÖN, Omgewerkt uit het Eranscht Opnieuw was haar hoofd bedekt met het zwartkanten manteltje. Bij den onbe- stemden schijn van den opkomenden dag, viel het Barrère op, dat zij bleek zag; als een lijk, en dat haar wondere, zwarte oogen hardvochtiger leken dan ooit. Maar zeg eens, viel zij uit, wat ver langt ge van mij? daarom loopt ge mij achterna? En zij vervolgde met snellen stap haren weg naar het middengedeelte van Parijs, thans begeleid door den jongen man. Om u een voorwerp ter hand te stel len, dat ik m zag verliezen, mevrouw, op de binnenplaats van het afgebrande huis der rue Fontaine-aurRói, antwoordde de schilder. Ik, sprak zij, .ijlselijk rillende, heb nie mendal verloren. Marcel haalde het gouden beursje uit %en zak. fT En dit? vroeg hij, Zaj hield zich kloek. Dat hoort mij niet toe, zei Ze kortaf. Och kom, ik heb het uit uwen zak zien vallen. Gij hebt u vergist. Neen, ik ben er zeker van. Ik herhaal, dat die beurs mij niet toebehoort. Xen andere, daar is een goede ptfeu voor, worstelen zullen hebben en die voortvloeien uit de tegenwoordige omstandigheden en die ook bij het totstandkomen van den vrede nog wel eenigen tijd zullen blijven voortbestaan. De bedrijfsvrijheid der land bouwers zal nog wel eeaige jaren beperkt blijven. We hebben ons dan ook te veel op het buitenland ingericht, vooral wat meststoffen, veevoeder enz. betreft. En zoo de toestand nu is, was hij ook in het begin der 19e eeuw. Maar gaandeweg kwam er toen verandering. En ook na den oorlog zullen we veel op het buitenl.nd zijn aan gewezen. Verschillende grondstoffen zullen duurder betaald moeten worden. En hoe zullen de marktverhoudingen zijn? Ook het aanschaffen van verschillende productie middelen zal groote moeilijkheden met zich brengen. En dan het bedrijf zelf. Zal het buitenland van onze producten koopen en zal dat buitenland ons kusnen betalen? V OP HET GOEDE SPOOR. 't Is heel evallig, dat er op éénzelfden dag twee politieke dwaasheden zoo niet voorkomen, dan to ch minder waarschijnlijk gemaakt werden. dat èn de massa der ^rtisten en kermis- spullebazen èn een groot deel der dienaars van den H, Hermandad er van af zagen eene actie te voeren om ieder een speialen vertegenwoordiger in de Tweede Kamer te krijgen. De heethoofden onder de theater-men- schen, die voor het dwaze doel nog wel een „Neutrale Partij" hehben gesticht, moes ten in de vergadering, welke Dinsdag te Amsterdam gehouden werd, nogal wat on aangenaams hooren: Er was, zei er een, een luchtje aan, Zij diende alleen om Henri ter Hall, ,,wel een gewiekste jongen", maar toch een „werkgever", in de Kamer te brengen. Een ander beweerde, dat zij mod derde, en voorspelde, dat zij wel in de modder zou stikken. Maar een ander deed uitkomen, dat men volstrekt geen artist naar de .Tweede Kamer behoefde te zenden. Al die groeps-belangentjes-politiek is on zin. Dan kunnen de melkboeren ook wel komen met een candidaat. Het heele stelletje is niets als „een Rijswijksche partij". Er werd door de vergaderden een motie aan genomen, waarin zij verklaarden, dat geen speciale vertegenwoordiging in de Tweede Kamer voor de kunst en het amusements bedrijf noodig is. Goéd zool In de te Utrecht gehouden vergadering van den Bond van Gemeente-politiebeamb ten ging het natuurlijk! ietwat meer ordelijk en minder artistiek-rumoerig toe, Toen aan de orde kwam het voorstel van den heer Beusekoni, commissaris van politie te .Wageningen, om een „politie-partij" op te richten, teneinde te trachten een speci- alen vertegenwoordiger der politie in de Tweede Kamer te krijgen, werd heel gemak kelijk en heel spoedig overeenkomstig het advies van het Bondsbestuiur besloten aan Welke? Een arme werkster als ik bezit zoo'n geldbuidel niet en zeker niet het geld dat hij inhoudt. Zijt giji een werkster? Welzeker. Vindt gij dat zoo verwon derlijk Heel verwonderlijk. Uw gang, uw heele manier van doen, uw kleeding, rang schikken u onder een andere klais. Iedereen kan een fatsoenlijk uitzicht hebben. En dan, de kleeding: een zwart cachemiren kleed, door mijl zelf gemaakt; het kost 1.95 fr. per meter; een regenman tel, voor 1 lfr. gekocht in den „Temple"! Die antwoorden sloegen Marcel wel wat uit het veld. Waren zij niet de uitdrukking der lou tere waarheid, dan getuigden zij! van on gelooflijke stoutmoedigheid. Hij ifep1 eenige seconden naast haar; voort zonder te spre ken. Gij woont (óch niet in onze wijk? ondervroeg hij nog, maar meer bedeesd. Maar, nogeens, gij hebt 't mis, hoor. Mag ik weten waar gij woont? 't Kan mij' niet schelen. Dus In de rue Oberkampf, waar ik met mijne moeder paarlen rouwkronen maak. Dat is wel aardig! Wat is er aardig? Dat ik u nog nooit ontmoet heb. Mogelijk komt gij wiet dikwijls in mijne buurt. Integendeel, alle dagen; mijn baas woont er, Dan komen* ,wi| op verschillende «ren de oprichting van zoodanige partij niet mede te werken, op grond o.a. dat e en goede behartiging vau vraag stukken van algemeen belang boven speciale groepshe 1 aug.e.n moet worden gesteld. Verder meen de men. dat door krachtige georganiseerde actie verbetering is tfi- verkrijgen in de posi tie van den politieman en dat daarvoor bij die verschillendepolitieke partijen wel steun is te vinden. Ten slotte werd het Bondsbesfuur opge dragen, de op 21 dezer te Utrecht te hou den vergadering, waar tot oprichting van een „politie-partij" zal. worden overgegaan, bij te wonen en daardoor de verschillende bezwaren tegen zoodanige partij naar voren te brengen. Goéd zoo! De politieke verdwazing men bemerk* het ook uit de opdracht, welke het Bonds besfuur der gemeente-politiebeambten ter vergadering nag medekreeg is nog. niet geheel van de lucht, doch het pleit voor het gezond verstand en voor het gemeen- schapsbesef der beide hierboven genoemde organisatie's, dat zij zich verklaarden tegen een Tweede-Kamer-politieke actie, dal b.v. de Bond van g'emeente-politiemannen een goede behartiging van vraagstukken van algefneenen aard 'stelde boven spe ciale groepsbelangen! 1 Als onze mannen daaruit nog iets kun nen leeren, dat zij dan deze gelegenheid niet voorbij laten gaan! lll—W IIMIM—BMI—MI— Ontwikkeling! Ontwikkeling 1 Het streven naar ontwikkeling is groqten- deels in een ontwikkelingswaanzin en een ontwikkelingswoede ontaard. Alles wil ont wikkeld wezen; ja, reeds is men zoover ge komen. dat menigeen liever slecht dan onontwikkeld wil zijn. Zoo heeft nu de geest der hel en des bedrogs de Jeuze uitgevaardigdontwikkeling, kennis en we tenschap laten met het Geloof zich niet verdragen; wie nog gelooft, is onwetend en onontwikkeld, wie ontwikkeld wil zijn moet boven alles zijn Geloof aan kant zetten, wie wetenschap wil beoefenen, moet vóór alles de ketenen van het dogma afwerpen. Deze leugen is in de geesten ingedrongen en heeft eene formeele geestesziekte ver wekt. die ook onder ons erge verwoestingen aanricht! Zoo menige jongeling laat zich door haar misleiden en zich bedriegen in zijn Geloof. Men roept hem toe: „Hoe zij't gij nog zóó weinig ontwikkeld, dat gij aan de kerk en aan de priesters gelooft? En hij' verbleekt en laat het hoofd hangen; onontwikkeld en dom wil hij' toch niet zijn; dan werpt hij liever zijn Geloof overboord." Zoo schreef Mgr. v. Keppler vóór eenige jaren in zijn Vasten-Amendement. Niet de ontwikkeling ïs het Geloof vij andig, concludeert „Lux", maar de gewaan de ontwikkeling, niet het weten, maar de betweterij; oppervlakkige ontwik keling maakt de menschen domverwaand en tot gelooven ongeschikt; ware ontwikke ling echter maakt ootmoedig en tot geloo ven bereid. op straat. Ongetwijfeld, zeide hij, nadenkende. Beiden stapten snel door. Zij' hadden thans den boulevard Bebastopol bereikt. Gaat gij nog ver? vroeg de schilder. De jonge vrouw huiverde. Naar de Hallen, antwoordde zij' na een korte poos. Naar de Hallen!Op dit uur? Gij zijt wel nieuwsgierig, sprak zij. Wat kan u 'dat schelen waar ik ga? Misschien veel. Zoo! - Ja; ik wil vooral weten waar gij vandaan komt. Zij bleef te midden van den weg staan. Hoor eens, zeide zij kortaf, ik houdt niet van radsels. Welnu, als gij de waarheid wilt we ten Spreek op! Ik geloof geen woord van al hetgeen ge mijl wijs wilt maken. Wat?Ben ik geen werkster uit de rue Oberkampf? Die om 's morgens vijf uur naar de Hallen gaat? Ja, naar de Vallée, om bloemen te koopen. welke ik noodig heb; want men heeft mij' zes kronen besteld, half bloemen, half paarien, en om mijn waar goedkoop te bekomen, ben ik vóór dag en dauw op gestaan. Ge wilt zeggen, dat ge niet gesla pen hebt. Inderdaad, lang heb ik niet te bed gelegen. En hoe kwaat gij in de rue fon- taine-au-Roi?, t i De Zand- en Grlnt-quaestie. Het is zeker voor ons land een groote voldoening, zoo schrijft „Het Centrum", dat Engeland den waarlijk draconischen maat regel heeft opgeheven, welke het sinds maan den op ons telegrafisch handelsverkeer toe paste. Maar van niet minder belang mag het heeten, dat de Londensche regeering ter zelfder tijd de juistheid en rechtmatigheid aanvaardt van het standpunt, door Neder land ingenomen ten aanzien van den door voer vati zand en grint De Britsche regeering acht in het ge schil over dien veelbesproken doorvoer geen arbitrage op haar. plaats, wijl, zooals minister Loudon meedeelt, hare bedenkin gen zich practisch niet richten tegen den door de Nederlandsche regeering gehui- digden rechtsregel, doch tegen de daaraan gegeven toepassing. Het wordt dus geheel een quaestie van onderzoek. Maar in de zaak zelve erkent Engeland het gelijk onzer Regeering en de deugde lijkheid van de door haar aangenomen hou ding. Minister Loudon mag daarmee worden geluk gewenscht. Het is een nieuw bewijs van zijn goed beleid en van de zorg onzer buitenland- sche politiek, om te midden der oorlog voerende mogendheden de onzijdigheid on gerept te bewaren. Men mag vertrouwen, dat, nu het enkel gaat om de toepassing van den door ons land gehuldigden en door Engeland aanvaarden rechtsregel, Duitschland van zijn kant er geen bezwaar tegen zal maken, de deugdelijkheid van dien rechtsregel ook in zijn uitvoering te helpen aantoonen. Nederland, dat naar heide zijden loyaal de neutraliteit betrachten wil, moet zich te dien aanzien alle gewenschte zekerheid kunnen verschaffen. BINNENLAND. SlEBEBT.ANn 5Ü1* ïffl «10RTW. DE 41ste BROODKAART. De directeur van het Centraal Brood kantoor maakt bekend, dat de broodkaart van het 41ste tijdvak loopt van 14 tot en met 24 Febr. („St.-Ct.") PETROLEUM. De Min. v. Landb. maakt bekend, dat bon No. 9 der Rijks-Petroleumdistribiutie- kaart geldig zal zijn van 16 Febr. t/m. 5 Maart, voor een hoeveelheid van 2 L. („St.-Ct.") PASMUNT. De Min. v. Landb. maakt bekend: Het vervoer van Nederlandsche bronzen of nikkelen pasmunt is verboden in hoeveel heden van meer dan 21/2 K.G., welk ver bod niet van toepassing zal zijn op vervoer binnen de grenzen eener gemeente, zoolang althans van deze uitzonderingsbepaling geen misbruik zal blijken te worden gemaakt. („St.-Ct.") HET BROODRANTSOEN" VOOR MILITAIREN. Naar het „Volk" meedeelt zal van Vrij dag a.s. af het broodrantsoen voor alle militairen en geïnterneerden tot 250 gram per dag worden teruggebracht. VEEVOEDER. De Districts-Commissie in zake de melk- voorziening voor de Zaanstreek zond het volgende schrijven aan den Minister van Landbouw: „Met het oog op eene regelmatige melk- Ik kon u antwoorden, dat dit ui niet aangaat. Dit ware misschien, gevaarlijk, pas op. Van achter haar kanten doek slingerden zij een donkeren, onverbiddelijken kwaden oogeslag, zijdelings naar haren gezel. Als bij' toeval keerde zij zich om. Zij waren gekomen aan den hoek der rue T urbigo. Er was niet veel volk op den boulevard, daargelaten een ploeg sraiatwerkers, die hun harden arbeid met het krieken van den dag verrichten. Ternauwernood begaven eenige voorbij gangers zich naar de Hallen, den kraag van hunnen jas opgeslagen tot aan hun ooren en de handen in den zak. De karren der groenteboeren kwamen met nog brandende lantaarns aangereden. Niet zeer verre, op een twintig meter afstands ongeveer, volgde een heerenrijtuig stapvoets den breeden rijweg. De onbekende bemerkte, dat hare geze! iets anders in 't oog had; zij, deed vlug een teeken en het rijtuig hield stil aan den ingang der rue Turbiigo. Zij wendde zich weer tot den schilder: Ik zie niet in wat gevaar het zoude opleveren, zeide zij1, niet te gelooven dal een onbekende mij! ondervrageMaar ik heb geen kwaden aard, voegde zij' er los weg bij, wat zeer afstak bij haar fijn en boosaardig gelaat, en ik wil u te woord staan. De natuurlijkste en kortste weg van de rue Oberkampf naar de Hallen loopt immers door de rue Saint-Maur en de rue Eontaine-aiu-Roi, is 't niet 8 voorziening voor den winter 19181919 neemt onze "Commissie de vrijheid u er op te wijzen, dat er voor zorg gedragen moet worden, dat er in het najaar voldoende koeien kunnen kalveren. ,Wil die zekerheid verkregen worden, dan zal het zeker noodig zijn, dat de houders dier koeien zijn ver zekerd van het nöodige krachtvoeder, daar in het jaar 1917 gebleken is, dat wel vol doende gedekte koeien in het najaar aan wezig waren, doch deze ten gevolge van den angst voor het ontbreken van het noodige krachtvoeder ontijdig werden geslacht. Onze Commissie neemt daarom de vrijheid onder uwe aandacht te brengen of het niet wen- schelijk zou zijn, om te voorkomen, dat dit ook in 19181919 zal plaats hebben, reeds thans aan houders van koeien, die in dezen tijd willen laten dekken, Zekerheid te ver schaffen, dat zij in het najaar op voldoende krachtvoeder kunnen rekenen. „Volgens het oordeel der Commissie zou dus voor gedekte koeien een grooter voe derrantsoen beschikbaar moeten gesteld wor den dan voor koeien, welke wel onder den verzamelnaam melkkoeien worden genoemd, maar in den meest kritieken tijd van het jaar droog staan." HOOI. De Min. v. Landb. zal, met betrekking tot de prijzen van hooi, alsmede tot de pachters van hooilanden voor het oogst jaar 1918 de volgende maatregelen nemen: lo. maximumprijzen zullen worden vast gesteld op den grondslag, dat voor hooi van eerste qualiteit aan den producent niet meer zal worden betaald dan f80 per 1000 K.O. ongeperst, geleverd, franco spoor of schip. Voor hooi van mindere qualiteit zal naar evenredigheid minder worden betaald. 2o. Het vervoer van hooi zonder ver- voerbewijs zal worden verboden. Vervoer- bewijzen zullen worden afgegeven door eene nader in overleg met de landbouw organisaties aan te.wijzen instelling of orga nisatie, 3o. Koop en verkoop van hooi zal uit sluitend geschieden door tussdienkomst van de sub 2o. bedoelde instelling of orga nisatie, die derhalve met de distributie van hooi zal worden belast. 4o. Indien dienaangaande niet vooraf door belanghebbenden met het sub 2o, bedoelde lichaam eene regeling is getroffen, zal het hooi, afkomstig van graslanden die jaarlijks worden verpacht, in bezit worden genomen. Hiervan zal in de eerste plaats het hooi van die pachters worden uitge zonderd, die het bewijs kunnen leveren, dat zij niet meer hooiland hebben gepacht dan zij gewoon waren te doen en dat zij het gepachte hooi noodig hehben voor de voe- ding van hun vee of paarden. 5o. Aangenomen zal worden, dat het sub 4o. bedoelde bewijs zal zijn geleverd, indien betrokkenen desverlangd eene verkiaringi van eene plaatselijke of gewestelijke orga nisatie van bonafide hooilandpachters kun nen overleggen. De vorming van dergelijke organisaties van belanghebbenden verdient derhalve aanbeveling. („St.-Ct."), HOLLANDSCHE KAAS IN ENGELAND. Reuter meldt uit Londen* dat eene aan schrijving van het ministerie voor de voed selvoorziening, den importeurs van Holland- sche kaas verplicht vóór 25 Februari een staat over te leggen aangaande hun in voer in 1916. TAfi HET BLYMiJiHOF. Vergadering van Dinsdag 12 Februari. Er zijn vandaag zeer goede redevoeringen uitgesproken over het wetsontwerp tot ver- 1'Ja, ga voort. Welnu, voorbij het brandende huis komende, bjeb ik niet kunnen weerstaan aan 't verlangen den brand van- dichthij' te zien. Wat heel dom was, want nu zullen de schoonste bloemen verkocht zijn. Hoe laat was het toen gij' voorbij het brandende huis kwaamt? Ik kan het niet zeggen; ik denk onge veer drie uur. Gij wilt me weer een leugen op de mouw spelden. Zij sprong op als hadde een slang; haat gebeten. Men was aan het punt St.-Eustache ge komen. Daar was tamelijk veel volk; het was een mengeling van karren, voorbijgangers, verkoopers, handelaars, een druk gaan en komen. Wat is er? vroeg Marcel haar, want haar huiveren was hem niet ontgaan. Men heeft mij tegen 't lijf geioopen, sprak zij. Maar waarom beweert gij, dat ik gelogen heb Omdat ik u in het huis der rue Fon- taine-au-Roi gezien heb vóór dit uur, Gijl? Ja, ik. Gij hebt gedroomd. Neen, want sinds heb ik niet gesla pen. Wat beduidt die nieuwe geschiede nis? Inderdaad, gij, hebt een rijke verbeel ding, lachte zij', maar die lach klonk valsch. (Wordt vervolgd.), i l—l I I II .1..J Li V. i si; -f-lK^I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1918 | | pagina 1