rS?A!TU". Éi. mm meer". No. 25 Donderdag 28 Februari 1918 12e Jaargang fmat taia HEM doelden Februari &NEN, C&evaller VERNE IliWli, ABONNEMENTSPRIJS:. DIT BLAD VERSCHIJNT DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG. D© Economisch© Bond Een edel Hart. Zij heeft ons vandaag niet gezien; er 13 ,aan.^en winkel en zij wacht ons. W~ Ujj vergist u, jk ben dezen morgen Uit d© Pers, KEBSRU.N» ES UK QGRLO», UT." 'ITO. ng, waarin de ari, doch zal S. BESTUUR. a" aslaag. 's avonds i>telleia. N. Mc sgrt en vs.® eaeasssid, fa®. AR, 28 FJ2BUARI 1 uur,' ia het RSCH )0, aldaar, settie A centiaren. i», 169, 64 aten B, 279, 1 hectare naast koop 3, aren 70 cent. Menschap van KONT, rdeel zljö. i, billijke prij. mi vlugge be- •53te aoi'g dra- ap xavotag ilend, d. Nieuwe Nis- Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „ONS BLAD" ALKMAAR. Bo*.: BREEDSTRAAT 12. Telefoon Na 433. j;.i - %if life Per kwartaa! franco hujs. f 1.15 Met gelll. Zondagsblad bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers: van de courant van het Zondagsblad f 1.65 10.06 10.06 ADVERTENTIÊN: Van 15 regels Elke regel meer. Reclames per regel 10.62» 1*0.12» 10.35 Kleine adv.: 30 woorden bij vooraitbet. f 0.40 Eén van de vele organisatie's, die 't er sinds wij evenredig zouden gaan kiezen op aanlegden, de kiezers van hun (min of meer duidelijk) afgescheiden staatspartij af te lokken en hen warm te laten loopen voor een of ander bijzonder belang, %éa van deze vele orgian Isa. tie's heet: de Eco nomische Bond. De Economische Bond is eigenlijk niet nieuw meer: als geconstiueerde bond, door minister Treub in zijn hoedanigheid van staatsburger met een redevoe ring ingeluid bestaat hij reeds eemgen tijd. en de ideeën, waaraan de Economische Bond zijn huidig werkelijk bestaan te dan ken heeft, leefden reeds jaren (vooral ge durende den oorlog viel het op te merken) in de hoofden van meerdere economisten. 'Dit verschijnsel, alsook de oprichting van den bond zelf, achtten wij slechts geringe belangstelling waard, te meer, daar wij in onze omgeving van het bestaan en de werking van dezen bond wéinig of niets bespeurden en vooreerst dus niet bevreesd behoefden te wezen, dat eenige reclame voor den Economischen Bond verwarring zou kunnen stichten in de hoofden van onze menschen. Hoe méér echter de verkiezingen naderen, des te sterker en des te veiliger moeten wij onze Roomsche mannen harnassen tegen ièderen aanslag op hun politiek bezit, des te angstvailiger moeten wij er voor waken, dat men onze Roomsche kiezers niet afrukke van hunne Roomsch Kalho- tieke Staatspartij, doordat b.v, gespe culeerd wordt op de een of andere bijzon dere sympathie, doordat hun (buiten het streven van hunne Roomsche partij) bij zonder schoon-schijnende dingen worden voorgespiegeld. Een dergelijk gevaar nu is bij eveutu- eele reclame voor bovengenoemden bond niet denkbeeldig1: het zeer lang-ademig pro gram immers, dat deze, bond bij zijn op richting vaststelde, bevat vele verlokkelijke punten, welke wij, Katholieken, als eco nomisten met gerust hart zouden kun nen onderschrijven, en waarvan wij de ver wezenlijking evenzeer wenachen al9 de ge zworenen van den Economischen Bond. Zoo wenschen ook wij b.v.: .Verandering' in de werkwijze der Volksvertegenwoordiging, om tot snelle afwerking van urgente quaesties te komen, zóódanig, dat niet te kort worde gedaan aan de zelfstandigheid der Tweede Kamer; bevordering van doelmatige bedrijfs organisaties met wettelijke regeling der col lectieve arbeidsovereenkomst, bevordering van het vreedzaam verkeer der volken en beslechting van internationale geschillen door arbitrage; vergrooting van den invloed van het parlement op de regeling der builen- landsche betrekkingen door instelling eener parlementaire commissie voor internationale aangelegenheden, wettelijke regeling en be scherming van den arbeid in winkels, inaga- FEUILLETON. Omgewerkt naar het Eransch. 10. Wellicht geeft hij' ons de middelen om het te bouwen en in werking te bren gen. Jk geloof, dat ge uw zinnen verliest. Gij! zijt te vreesachtig. Jk herhaal, dat ik vertrouwen heb. Wij, zuiderlingen, hebben soms voorgevoelens, die niet gelo genstraft worden. Dat is hier het geval. Dus, vooruit maar) Laure stond te peinzen. Welnu! zei ze vastberaden, valt er te verhuizen, dan moet 't maar aanstonds gebeuren, onder voorwendsel het kind van omgeving te veranderen, zoodra het genezen is, en het niet te laten op de plaats, waar de ramp voorviel. Maar spreek gr niemand over. Wees niet bang. En tracht vandaag nog te weten, Welke stappen er dienen aangewend, om het kind te behouden; dat moet geregeld vooraleer we verhuizen. Goed verstaan. Hij wilde heengaan, en was haastig om zijne taak te volbrengen. v Wacht even, sprak zijne vrouw, er is nog wat En de bazin? 7"r^lfVe^' 'S waar- zijnen en kantoren, wettelijke regeling van de werkloosheidsverzekering' en van de arbeids bemiddeling, regeling van de ouderdoms zorg en 'de verschillende onderdeelen der sociale verzekering met zoo weinig moge lijken ariministratieven omslag voor werk gevers en arbeiders. De Economische Bond wacht zich ook wel in zijn programma punten op te nemen, welke rechtstreeks indruischen tegen de overtuiging van Rechtsch; maar nog afgezien daarvan, dat wij voor verwezen lijking van bovengenoemde wenschen geen aparten economischen bond noodig hebben, en dat wij al dat wenschelijks evengoed als krachtige voorstanders van de Roomsche partij kunnen zien te bereiken afge zien daarvan, moet de Economische Bond veroordeeld worden om zijn godsdienstloos en zuiver stoffelijk beginsel. De Bond immers erkent geen bepaalde godsdienstige overtuiging, en economisch als hij is gaat hij uït van het besef, dat de maatschappelijke wederopbouw, welke na den oorlog zal noodig wezen, alleen met stoffelijke middelen zal kunnen j en moeten geschieden. De Economische Bond propageert dus den staat zonder God, een zuiver materi- alisme, en wij, wij zijn doordrongen van het besef, dat van God, den Schepper j en Bestuurder van het Heelal (dus óók van J ons ter wereld zoo nietige staatje) de her wording van onze economie zal moeten komen, dat ecenomie in onzen gedachten- gang van godsdienst derhalve niet te schei den valt. Behoeven wij thans nogi te betoogen, dat geen enkele Roomsche kiezer op eenl- gen candidaat van den Economischen Bond zijn stem zal mogen uitbrengen? Neen, voorzeker! Vóór de economie gaat bij ons de Katho liciteit, en in en dóór deze Katho liciteit zal het economisch belang in de volgende jaren voorzeker niet minder dan noodig is behartigd worden. BINNENLAND. De Nieuwe Tweede Kamer. Het blijkt, dat de Tweede Kamer er na Juni zeer stellig anders zal uitzien dan nu, voorspelt „De Tijd". ,Van de thans zitting hebbende leden heeft reeds een elftal voor een- herkiezing bedankt. Het zijn van de lib, partij de heeren mr. Patijn, de Jong en mr. de Beaufort, van de sociaal-demo craten dr. van Leeuwen, van de Anti revolutionairen de heeren Brummelkamp, van Vliet, ,Colijn en mr. van de .Velde en van ide Katholieke partij de feeeren mr. Duijnsitee, mr. Janssen en van Vlijmen. Er worden nog meerdere bedankjes ver wacht, waarbij dan allicht nog eenige komen zullen, die door hun eigen partijgenooten door anderen zullen worden vervangen. Op die wijze zal stellig het aanschijn der Tweede Kamer een heel ander zijn dan het huidige. haar gaan verwittigen. Zij weet dat nie mand van ons heden vrij is. Nadat ik haar alles verteld had, heeft zij van den nood eene deugd gemaakt en mij eenige dagen verlof toegestaan. Goed, ik heb den tijd tot overwegen. Doe de andere zaken uit de voeten, deze betreffende de kleine; morgen spreken wij opnieuw over Lebaurrain. Juist wilde Roselin zich op weg begeven, als de kleine bel rinkelde. Een politieagent stond voor de deur. Mijnheer en mevrouw, sprak hij, de commissaris is beneden. Hij heeft het onder zoek begonnen. Hij hoorde reeds verschei dene getuigen en wacht u. Roselin deinsde achteruit. De commissaris, zei hij onaangenaam verrast. Wel ja, zei de agent eenvoudig, het schijnt, dat gij het kind wilt houden. Tracht dat goed te schikken. Mijnheer, antwoorde Laure, die altijd voorzichtig was, wij komen beneden. Maar ziet tegelijk. De kleine Marie poulon is zeer ziek en er moet voortdurend iemand bij wezen. Daarop sloot zij de deur. Roselin binnen de kamer trekkende. Zeg vooral geen woord van den brief! sprak zij. En als mad, Charles, er van spreekt? Dan kunnen we nog zien. Zwijgen is onverbeterlijk, Ik bid u niet verstrooid te wezen. En om hem geheel te overtuigen, voegde zij er nog bij: Men zou ons het kind afnemen, in dien men vermoedt, dat een geheim de PEULVRUCHTEN. Het Bureau voor Mededeelingen inzake de Voedselvoorziening meldt: Voor de eerstvolgende vierWeeksche peri ode is het rantsoen peulvruchten weder bepaald op 1 K-G. per 'hoofd der be volking. Het staat nog niet vast, dat voor de daarop volgende periode ook het volle K.G. zal kunnen gegeven worden. Daarom is het wellicht goed, als de gemeenetbesturen, zooals trouwens verschillende reeds doen, eenige reserve maken. BOEKWEIT. De Min. v. Landb. heeft voor boekweit, oogst 1918, eene garantieprijs vastgesteld van f30 per 100 K-G. („St.-Ct.") EEN NIEUWE RUILWAAR. Het „Hbld." verneemt, dat van Duitsche zijde aan de Vereeniging voor Zaadhan- delaren is medegedeeld, dait Duitschland voor |d! en aanvoer van zaden belangrijke compensaties- zal jcunnen geven, ook graan (uit Oekraine). Wanneer onze regeering daarop wil ingaan, is het daarvoor echter hoog tijd, zoowel met het oog op het seizoen voor de zaaiteelt als met het oog op onzen snel slinkenden graanvoorraad. PRONKBOONEN. De Min. v. Landb. vestigt er de aandacht van belanghebbenden op, dat hoewel aan het vervoer van- en den handel in pronk- boonen geenerlei beperkende bepalingen zul len worden in den weg gelegd, de uitvoer van pronkboonen onder geen voorwaarde zal worden toegestaan. („St.-Ct."), RIJST. De opperbevelhebber heeft bepaald, dat tot reader order aan het leger geen rijst meer mag worden verstrekt. REGEERINGSMAATREGELEN IN DEN VLEESCHNOOD. Aan de landbouw-organisatie's heeft de Minister ter kennis gebücht: Na vaststelling der maximumprijzen rundvleesch zijn aanbiedingen van slachtvee totaal onvoldoende geworden. Dientengevolge acht ik maatregelen noo dig ter voorziening in de vleeschbehoefte. Ik zal zoo noodig op de wijze in de wet aangegeven overgaan tot inbezitneming van de voor de binnenlandsche vleeschvoorzie- ning benoodigde dieren en heb daartoe als inleidenden maatregelen den burgemeesters verzocht opgave van het vee te vorderen. Het is evenwel voor de regeering als vooralle betrokkenen het meest gewenseht, wanneer wettelijke inbezitneming achterwege kan blijven. Op grond hiervan verzoek jk u uwen leden op te wekken op regel matige wijze door te gaan met aflevering van slachtvee. Ik heb intusschen de rundvee- Vereeniging bereid gevonden 'tot samenstel ling van een plan tot regelmatige levering' van aanvankelijk 2500 stuks per week. Wan neer tot uitvoering zal moeten worden over gegaan, foep ik uwe medewerking in voor de meest gelijkmatige verdeeling van be- drijfsbezwaren voor 'de veehouders. U gelieve thans reeds de aandacht van de afdeelingen uwer vereeniging hierop te vestigen en hun te verzoeken, om bij ge dwongen aflevering den burgemeester der betrokken gemeente hun diensten aan te bieden. kleine omhult. Moesten wij het afgeven, Roselin, ik werd ziek van''verdriet. Hij beloofde al wat ze verlangde en terwijl hij opgewekt de rap afdaalde, al lerlei luchtkasteelen bouwende, mompelde Laure, die noch aan eenig welgelukken noch aan geld of fortuin dacht: O! mocht ik toch maar de moeder worden dier kleine, in Wie ik de ziel mij ner welbeminde Rosa meen terug te vin den, en van wie ik troost en liefde ver wacht!... Meer vraag ik niet!... V. IN HET ORLEANS-STATION. De commissaris was inderdaad op de plaats der ramp gekomen, en had, gehol pen door eenige agenten, het onderzoek begonnen. Het was uitgemaakt, dat de brand ge sticht was door de vreemdelinge, welke de zieke vrouw had zien komen Uit de wo ning der rampzalige winkelierster; dezelf de, welke Marcel Barrère had opgemerkt, toen zij langs de muren sloop en zich on der het afdak ging verbergen; dezelfde, die de schilder herkend had op de binnen plaats, te midden der gebaren; dezelfde, die biij achtervolgd en had laten ontsnap pen aan de Hallen. Waarom hebt ge geen agent aange roepen? vroeg de commissaris. Hij had makkers verwittigd, en die vrouw mocht nog zoo behendig zijn, de koets nog zoo snel gereden hebben, zij ware u niet ont snapt. Dat is naderhand gemakkelijk te zeg gen, heer commissaris, antwoordde Marcel, maai; den geheelen tijd heb ik twijfel ge-. TAN HET BINNENHOF. Vergadering van Dinsdag 2b Februari. Het Levensmiddelendebat, Het levensmiddilendebat zou aanvangen; en dus waren de tribunes tot barstens toe vol. De nieuwsgierigen moesten evenwel eerst een geduldproef doorstaan. Fr moest eerst worden gestemd over een paar Indische puntjes. Het levensmiddelendebat werd daarna in gezet met een zeer lange rede van den heer Van Beresteijn (V.D.). Spr. begon apet de erkenning, dat de Minister geplaatst is voor een bijna onmenschelijke taak en dat het publiek lang niet voldoende mede werkt met de overheid en wees daarna op de zeer groote moeilijkheden ,\velke gepaard gaan met het oefenen van critiek op het beleid des Ministers, vooral omdaj het zoo Uiterst moeilijk is op de hoogte te komen van de juiste regelingen, bepalingen en toestanden. Niettemin wilde spr. zijn critiek niet sparen, omdat hij het mogelijk acht, 'dat mede daardoor verbetering in den toe stand (door den Minister wordt aange bracht. En nu betoogde hij, dat de gestie van hét Departement van Landbouw, wat be treft de besteding van het blanco inillioe- nencrediet, tot zekere hoogte in het duis- 'Ter is gehuld. En wat de Memorie van 'Antwoord be treft, als de Minister zich begeeft in be schouwingen, klinkt alles mooi; doch de voor de practijk genomen maatregelen passen lang niet altijd op> de mooie be schouwingen. Voorts worden de Kamer verschillende beweringen voorgelegd zon der dat er bewijzen worden aangevoerd; spreekt de Minister zich zelf meermalen tegen en tracht hij aan de beantwoording van concrete vragen te ontkomen. Tot details komende, behandelde spr. o. m. het geval van de taxaties van inbe- slag genomen rijstvoorraden. Hij kwam daarbij ,tot de conclusie, clat tengevolge van het niet schatten bij de inbeslagname, doch het taxeeren van kleinere hoeveel heden naarmate er rijst noodig was, het Rijk een schade leed van 5 a 6 millioen gulden; terwijl 2 taxateurs,-die f 170.000 vraigen voor het schatten van een der rijst soorten, ten slotte toch nog f85.000 kre gen en aan de 2 taxateurs van andere par tijen, die geen loon wilden aannemen, f50.000 werd opgedrongen. En nu wordt in de stukken beproefd de schuld te schuiven op de taxateurs; terwijl de Ka mer bovendiën om den tuin werd geleid, toen de Minister op "de vraag naar het geen de taxateurs ontvingen, antwoordde met de mededeeling, .welke rijstsoorten aan de heeren "ter schatting waren gegeven. Verder lichtte 'de Minister de Kamer onjuist in omtrent,, de quaestie van het drukken der broodkaarten, toen hij be weerde, dat de heer Kröller daarvan niets wist. De heer Kröller toch heeft zelf dezen spr. medegedeeld, dat een deel der brood kaarten op zijn drukkerij werden gebracht. Ook onjuiste cijfers werden, naar de heer van Beresteyn beweerde, door den Minister aan de'Kamer voorgelegd. Dit wat de Memorie van Antwoord be treft. Op meer algemeen terrein komende, verklaarde de heer van Beresteyn, dat hij het eens Is met het distributiesysteem, het welk wordt gevolgd; het zou ook trouwens nu eenvoudig onmogelijk zijn om dit door de omstandigheden gegroeide stelsel te verlaten. Evenwel heeft hij bedenkingen koesterd nopens de persoonlijkheid van de deugnietster. Ik dacht: 't Is zeker een vrouw uit de hooge wereld, maar vermomd; die bij moeder Foulon brand stichtte, omdat zij er belang bij had. Dan, een minuut later, scheen zij weer zoo t'e goeder trouw, en kwamen hare Uitleggingen mij zoo natuurlijk voor, dat ik tot mijzelven zei: Ge zijt gek, jon gen gij neemt uw wenschen voor wer kelijkheid. Slechts toen ik haar in 't rijtuig zag stijgen en letterlijk wegvluchten, o, dan! Hoe zag dit rijtuig er uit? Zooals alle koetsen van goeden huize, zwart, zeer zindelijk, zeer schoon. Hebt gij op de portieren geen naam letters of wapens bemerkt? Verdonderd!daar heb ik niet op gelet Groot, prachtig En dan? Hoe, en dan? Was er aan dit paard iets bijzon ders te merken? Ik kan 't niet zeggen. Ge begrijpt, ik was aangedaan toen ik "haar wedervond na haar uit het oog te hebben verloren. Ik zag haar haastig in 't rijtuig stijgen, en verder niets meer: noch paard, noch rij tuig, noch koetsier. Zoudt gij bij gelegenheid die vrouw nog herkennen Zeker en vast. Hoe zag zij er uit? Verrukkelijk schoon, groot, bruin, slank en rank, matte gelaatstint, rechten neus, zeen fijn, zeer klein, en oogen,,.. tegen het algemeen Regeersysteem van den Minister. In dit verband besprak de afgevaardig de eerst de peulvruchtenquaestie, waarom trent hij zijn reeds uit zijn nota's bekende meening handhaafde; evenals tén aanzien van de daarna besproken kaasquaestie. Wat het graanteeltvraagstuk betreft be toogde spr., dat de Minister steeds is uit den weggegaan voor ongerechtvaardigde bezwaren van de groote Kleiboeren, waar door >deze onbillijk worden bevoordeeld boven de kleine zandboeren en Z.Exc. steeds achter de feiten janliep, zoodat een aantal „maatregelen, zooals bijv. de teelt- regeling, veel te laait zijn genomen. Bo vendien heeft de teeltregeling geheel ver keerd gewerkt. De met granen beteelde oppervlakte is sinds 1915 niet alleen niet vooruitgegaan, doch zelfs teruggegaan met 40.000 H.A. En wat de invordering aan gaat, van de rogge werd in 1916 slechts 32 pCt., van de tarwe slechts 64 pCt. verkregen. Bovendien is de schadeloosstelling bij onteigening niet voldoende geregeld. Fr kleven allerlei gebreken aan, waardoor on billijkheden ontstaan. Het gebeurt dat per sonen. die uit een in staat van beleg' ver klaard gebied zijn gezet, daar weer terug- keeren als officieele taxateurs der Regee ring. Het duurde niet lang of de heer van Beresteyn had de aandacht der Kamer geheel verloren. De leden waren het spoe dig moe te luisteren naar het peuterig, dwalerig betoog van hun lang pratenden collega, wiens rede nu juist geen schitterend begin wnis van de levensmiddelendiscussies. De afgevaardigde kwam nog niet gereed met zijn rede. Avondvergadering van Dinsdag 26 Febr. In de avondvergadering werd weer een stuk 'Indische Begrooting afgedaan. Hoofd schotel daarbij was het onderwijs. Door den heer Bogaerdt (R.K.) werd in een flink gebouwde rede met veel nadruk opgekomen voor het goed recht van het bijzonder onderwijs in de Oost. Met klem bepleitte de afgevaardigde van Breda, later bijgesprongen door den Anti-rev. heer B e u- m e r, de financieele gelijkstelling van het bijzonder en het openbaar ónderwijs in Indië in den geest van artikel 192 onzer Grondwet. Elk onderwijs, betoogde hij vol komen terecht, moet de Regeering in In dië welkom zijn en de keuze van de school moet voor den inlander vrij zijn. Minister P1 e y t e wilde daar echter nog niet ja,an. Z.Exc. verklaarde het beginsel van art. 192 nog niet te hebben aanvaard. Hij heeft alleen willen overwegen. En nu is bij gaarne bereid- het bijzonder onderwijs te steunen; maar het politieke vraagstuk der financieele gelijkstelling kan hij in dit tijdsgewricht niet aanhangig maken. Een vriendelijke, maar besliste afwijzing dus. Ook nu weer moesten eenige stemmingen worden uitgesteld. Donderdag eerst zal daarom de beslissing vallen over een amen- dement-G e r h a r d, gericht tegen een post Van f 95.000 voor den bouw van een Her vormde kerk te Buitenzorg, vooral in het belang van den Gouverneur-Generaal; over een motie-S ch eurer beoogende de aan staande Gouvernements-artsen en officieren van gezondheid vrij te laten in de keuze tusschen Amsterdam en Leiden voor het volgen van een cursus in de tropische ge neeskunde en hen niet te dwingen den cur sus aan het Kol. Instituut te Amsterdam te volgen, zooals de Min. wil; en over 't art. waarbij gelden worden aangevraagd voor oogenZulke zag ik nooit te voren. Maar ze konden u hardvochtig, onbe schaamd aankijken! Hoe was zij gekleed? Gelijk een fatsoenlijke werkster. Een effen kleedje in zwarte cachemire, een don keren regenmantel met pelerine, bloots hoofds. Maar buiten dat, manieren als een koningin. Ik kon me niet weerhouden haar te zeggen: Zijt gij een werkster, gij?... Alzoo doende en met die fijna manieren?... Zoo! en wat heeft zij u geantwoord? Nog iets dat mij van de wijs bracht: Iedereen kon een net voorkomen hebben; wat (ïiaar kleeren betrof, 't was wel de moeite waard er van te spreken. Ze deed mij nog opmerken, dat haar kleed van goedkoope stof vervaardigd was en dat zij den regenmantel voor negen francs ge kocht had in den „Temple". Weet ge anders niets? Niets. Gij hebt niet kunnen nagaan waar de koets naar toe gereden is? Zij is in volle vaart de rue Bourg- l'Abbé iqgehold en dan uit 't gezicht ver dwenen. Maar ik heb dit opgeraapt, dat uit jden zak van 't vrouwtje gevallen is, toen zij nog op de binnenplaats strond; juist dit vallen heeft mijn aandacht gaande gemaakt. En Marcel Barrère trok het gouden beursje uit zijnen vestzak en overhandigde het den commissaris. i (Wordt vervolgd.) X.-''i.A.!r. fV-i- U s'i.-.., V...

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1918 | | pagina 1