rS?A!TU".
Éi.
mm
meer".
No. 25
Donderdag 28 Februari 1918
12e Jaargang
fmat taia
HEM
doelden
Februari
&NEN,
C&evaller
VERNE
IliWli,
ABONNEMENTSPRIJS:.
DIT BLAD VERSCHIJNT DINSDAG,
DONDERDAG EN ZATERDAG.
D© Economisch© Bond
Een edel Hart.
Zij heeft ons vandaag niet gezien;
er 13 ,aan.^en winkel en zij wacht ons.
W~ Ujj vergist u, jk ben dezen morgen
Uit d© Pers,
KEBSRU.N» ES UK QGRLO»,
UT."
'ITO.
ng, waarin de
ari, doch zal
S.
BESTUUR.
a" aslaag.
's avonds
i>telleia.
N.
Mc
sgrt en vs.®
eaeasssid,
fa®.
AR,
28 FJ2BUARI
1 uur,' ia het
RSCH
)0,
aldaar, settie A
centiaren.
i»,
169, 64 aten
B,
279, 1 hectare
naast koop 3,
aren 70 cent.
Menschap van
KONT,
rdeel zljö.
i, billijke prij.
mi vlugge be-
•53te aoi'g dra-
ap xavotag
ilend,
d.
Nieuwe Nis-
Uitgave van de Naamlooze
Vennootschap „ONS BLAD"
ALKMAAR.
Bo*.: BREEDSTRAAT 12.
Telefoon Na 433.
j;.i -
%if
life
Per kwartaa! franco hujs. f 1.15
Met gelll. Zondagsblad
bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers:
van de courant
van het Zondagsblad
f 1.65
10.06
10.06
ADVERTENTIÊN:
Van 15 regels
Elke regel meer.
Reclames per regel
10.62»
1*0.12»
10.35
Kleine adv.: 30 woorden bij vooraitbet. f 0.40
Eén van de vele organisatie's, die 't er
sinds wij evenredig zouden gaan kiezen
op aanlegden, de kiezers van hun (min
of meer duidelijk) afgescheiden staatspartij
af te lokken en hen warm te laten loopen
voor een of ander bijzonder belang, %éa
van deze vele orgian Isa. tie's heet: de Eco
nomische Bond.
De Economische Bond is eigenlijk niet
nieuw meer: als geconstiueerde bond, door
minister Treub in zijn hoedanigheid
van staatsburger met een redevoe
ring ingeluid bestaat hij reeds eemgen tijd.
en de ideeën, waaraan de Economische
Bond zijn huidig werkelijk bestaan te dan
ken heeft, leefden reeds jaren (vooral ge
durende den oorlog viel het op te merken)
in de hoofden van meerdere economisten.
'Dit verschijnsel, alsook de oprichting van
den bond zelf, achtten wij slechts geringe
belangstelling waard, te meer, daar wij in
onze omgeving van het bestaan en de
werking van dezen bond wéinig of niets
bespeurden en vooreerst dus niet bevreesd
behoefden te wezen, dat eenige reclame
voor den Economischen Bond verwarring
zou kunnen stichten in de hoofden van onze
menschen.
Hoe méér echter de verkiezingen naderen,
des te sterker en des te veiliger moeten wij
onze Roomsche mannen harnassen tegen
ièderen aanslag op hun politiek bezit,
des te angstvailiger moeten wij er voor
waken, dat men onze Roomsche kiezers
niet afrukke van hunne Roomsch Kalho-
tieke Staatspartij, doordat b.v, gespe
culeerd wordt op de een of andere bijzon
dere sympathie, doordat hun (buiten het
streven van hunne Roomsche partij) bij
zonder schoon-schijnende dingen worden
voorgespiegeld.
Een dergelijk gevaar nu is bij eveutu-
eele reclame voor bovengenoemden bond
niet denkbeeldig1: het zeer lang-ademig pro
gram immers, dat deze, bond bij zijn op
richting vaststelde, bevat vele verlokkelijke
punten, welke wij, Katholieken, als eco
nomisten met gerust hart zouden kun
nen onderschrijven, en waarvan wij de ver
wezenlijking evenzeer wenachen al9 de ge
zworenen van den Economischen Bond. Zoo
wenschen ook wij b.v.: .Verandering' in de
werkwijze der Volksvertegenwoordiging, om
tot snelle afwerking van urgente quaesties
te komen, zóódanig, dat niet te kort worde
gedaan aan de zelfstandigheid der Tweede
Kamer; bevordering van doelmatige bedrijfs
organisaties met wettelijke regeling der col
lectieve arbeidsovereenkomst, bevordering
van het vreedzaam verkeer der volken en
beslechting van internationale geschillen door
arbitrage; vergrooting van den invloed van
het parlement op de regeling der builen-
landsche betrekkingen door instelling eener
parlementaire commissie voor internationale
aangelegenheden, wettelijke regeling en be
scherming van den arbeid in winkels, inaga-
FEUILLETON.
Omgewerkt naar het Eransch.
10.
Wellicht geeft hij' ons de middelen
om het te bouwen en in werking te bren
gen.
Jk geloof, dat ge uw zinnen verliest.
Gij! zijt te vreesachtig. Jk herhaal,
dat ik vertrouwen heb. Wij, zuiderlingen,
hebben soms voorgevoelens, die niet gelo
genstraft worden. Dat is hier het geval.
Dus, vooruit maar)
Laure stond te peinzen.
Welnu! zei ze vastberaden, valt er
te verhuizen, dan moet 't maar aanstonds
gebeuren, onder voorwendsel het kind van
omgeving te veranderen, zoodra het genezen
is, en het niet te laten op de plaats,
waar de ramp voorviel. Maar spreek gr
niemand over.
Wees niet bang.
En tracht vandaag nog te weten,
Welke stappen er dienen aangewend, om
het kind te behouden; dat moet geregeld
vooraleer we verhuizen.
Goed verstaan.
Hij wilde heengaan, en was haastig om
zijne taak te volbrengen. v
Wacht even, sprak zijne vrouw, er
is nog wat
En de bazin?
7"r^lfVe^' 'S waar-
zijnen en kantoren, wettelijke regeling van de
werkloosheidsverzekering' en van de arbeids
bemiddeling, regeling van de ouderdoms
zorg en 'de verschillende onderdeelen der
sociale verzekering met zoo weinig moge
lijken ariministratieven omslag voor werk
gevers en arbeiders.
De Economische Bond wacht zich ook
wel in zijn programma punten op te nemen,
welke rechtstreeks indruischen tegen
de overtuiging van Rechtsch; maar nog
afgezien daarvan, dat wij voor verwezen
lijking van bovengenoemde wenschen geen
aparten economischen bond noodig hebben,
en dat wij al dat wenschelijks evengoed
als krachtige voorstanders van de Roomsche
partij kunnen zien te bereiken afge
zien daarvan, moet de Economische Bond
veroordeeld worden om zijn godsdienstloos
en zuiver stoffelijk beginsel.
De Bond immers erkent geen bepaalde
godsdienstige overtuiging, en economisch
als hij is gaat hij uït van het besef,
dat de maatschappelijke wederopbouw,
welke na den oorlog zal noodig wezen,
alleen met stoffelijke middelen zal kunnen j
en moeten geschieden.
De Economische Bond propageert dus
den staat zonder God, een zuiver materi-
alisme, en wij, wij zijn doordrongen
van het besef, dat van God, den Schepper j
en Bestuurder van het Heelal (dus óók van J
ons ter wereld zoo nietige staatje) de her
wording van onze economie zal moeten
komen, dat ecenomie in onzen gedachten-
gang van godsdienst derhalve niet te schei
den valt.
Behoeven wij thans nogi te betoogen,
dat geen enkele Roomsche kiezer op eenl-
gen candidaat van den Economischen Bond
zijn stem zal mogen uitbrengen?
Neen, voorzeker!
Vóór de economie gaat bij ons de Katho
liciteit, en in en dóór deze Katho
liciteit zal het economisch belang in de
volgende jaren voorzeker niet minder dan
noodig is behartigd worden.
BINNENLAND.
De Nieuwe Tweede Kamer.
Het blijkt, dat de Tweede Kamer er na
Juni zeer stellig anders zal uitzien dan nu,
voorspelt „De Tijd". ,Van de thans zitting
hebbende leden heeft reeds een elftal voor
een- herkiezing bedankt. Het zijn van de
lib, partij de heeren mr. Patijn, de Jong
en mr. de Beaufort, van de sociaal-demo
craten dr. van Leeuwen, van de Anti
revolutionairen de heeren Brummelkamp,
van Vliet, ,Colijn en mr. van de .Velde en
van ide Katholieke partij de feeeren mr.
Duijnsitee, mr. Janssen en van Vlijmen.
Er worden nog meerdere bedankjes ver
wacht, waarbij dan allicht nog eenige komen
zullen, die door hun eigen partijgenooten
door anderen zullen worden vervangen. Op
die wijze zal stellig het aanschijn der Tweede
Kamer een heel ander zijn dan het huidige.
haar gaan verwittigen. Zij weet dat nie
mand van ons heden vrij is. Nadat ik
haar alles verteld had, heeft zij van den
nood eene deugd gemaakt en mij eenige
dagen verlof toegestaan.
Goed, ik heb den tijd tot overwegen.
Doe de andere zaken uit de voeten, deze
betreffende de kleine; morgen spreken wij
opnieuw over Lebaurrain.
Juist wilde Roselin zich op weg begeven,
als de kleine bel rinkelde.
Een politieagent stond voor de deur.
Mijnheer en mevrouw, sprak hij, de
commissaris is beneden. Hij heeft het onder
zoek begonnen. Hij hoorde reeds verschei
dene getuigen en wacht u.
Roselin deinsde achteruit.
De commissaris, zei hij onaangenaam
verrast.
Wel ja, zei de agent eenvoudig, het
schijnt, dat gij het kind wilt houden.
Tracht dat goed te schikken.
Mijnheer, antwoorde Laure, die altijd
voorzichtig was, wij komen beneden. Maar
ziet tegelijk. De kleine Marie poulon is
zeer ziek en er moet voortdurend iemand
bij wezen.
Daarop sloot zij de deur. Roselin binnen
de kamer trekkende.
Zeg vooral geen woord van den
brief! sprak zij.
En als mad, Charles, er van spreekt?
Dan kunnen we nog zien. Zwijgen
is onverbeterlijk, Ik bid u niet verstrooid
te wezen.
En om hem geheel te overtuigen, voegde
zij er nog bij:
Men zou ons het kind afnemen, in
dien men vermoedt, dat een geheim de
PEULVRUCHTEN.
Het Bureau voor Mededeelingen inzake
de Voedselvoorziening meldt:
Voor de eerstvolgende vierWeeksche peri
ode is het rantsoen peulvruchten weder
bepaald op 1 K-G. per 'hoofd der be
volking.
Het staat nog niet vast, dat voor de
daarop volgende periode ook het volle K.G.
zal kunnen gegeven worden. Daarom is
het wellicht goed, als de gemeenetbesturen,
zooals trouwens verschillende reeds doen,
eenige reserve maken.
BOEKWEIT.
De Min. v. Landb. heeft voor boekweit,
oogst 1918, eene garantieprijs vastgesteld
van f30 per 100 K-G. („St.-Ct.")
EEN NIEUWE RUILWAAR.
Het „Hbld." verneemt, dat van Duitsche
zijde aan de Vereeniging voor Zaadhan-
delaren is medegedeeld, dait Duitschland
voor |d! en aanvoer van zaden belangrijke
compensaties- zal jcunnen geven, ook graan
(uit Oekraine). Wanneer onze regeering
daarop wil ingaan, is het daarvoor echter
hoog tijd, zoowel met het oog op het seizoen
voor de zaaiteelt als met het oog op
onzen snel slinkenden graanvoorraad.
PRONKBOONEN.
De Min. v. Landb. vestigt er de aandacht
van belanghebbenden op, dat hoewel aan
het vervoer van- en den handel in pronk-
boonen geenerlei beperkende bepalingen zul
len worden in den weg gelegd, de uitvoer
van pronkboonen onder geen voorwaarde zal
worden toegestaan. („St.-Ct."),
RIJST.
De opperbevelhebber heeft bepaald, dat
tot reader order aan het leger geen rijst
meer mag worden verstrekt.
REGEERINGSMAATREGELEN IN
DEN VLEESCHNOOD.
Aan de landbouw-organisatie's heeft de
Minister ter kennis gebücht:
Na vaststelling der maximumprijzen
rundvleesch zijn aanbiedingen van slachtvee
totaal onvoldoende geworden.
Dientengevolge acht ik maatregelen noo
dig ter voorziening in de vleeschbehoefte.
Ik zal zoo noodig op de wijze in de wet
aangegeven overgaan tot inbezitneming van
de voor de binnenlandsche vleeschvoorzie-
ning benoodigde dieren en heb daartoe als
inleidenden maatregelen den burgemeesters
verzocht opgave van het vee te vorderen.
Het is evenwel voor de regeering als
vooralle betrokkenen het meest gewenseht,
wanneer wettelijke inbezitneming achterwege
kan blijven. Op grond hiervan verzoek jk
u uwen leden op te wekken op regel
matige wijze door te gaan met aflevering van
slachtvee. Ik heb intusschen de rundvee-
Vereeniging bereid gevonden 'tot samenstel
ling van een plan tot regelmatige levering'
van aanvankelijk 2500 stuks per week. Wan
neer tot uitvoering zal moeten worden over
gegaan, foep ik uwe medewerking in voor
de meest gelijkmatige verdeeling van be-
drijfsbezwaren voor 'de veehouders.
U gelieve thans reeds de aandacht van
de afdeelingen uwer vereeniging hierop te
vestigen en hun te verzoeken, om bij ge
dwongen aflevering den burgemeester der
betrokken gemeente hun diensten aan te
bieden.
kleine omhult. Moesten wij het afgeven,
Roselin, ik werd ziek van''verdriet.
Hij beloofde al wat ze verlangde en
terwijl hij opgewekt de rap afdaalde, al
lerlei luchtkasteelen bouwende, mompelde
Laure, die noch aan eenig welgelukken
noch aan geld of fortuin dacht:
O! mocht ik toch maar de moeder
worden dier kleine, in Wie ik de ziel mij
ner welbeminde Rosa meen terug te vin
den, en van wie ik troost en liefde ver
wacht!... Meer vraag ik niet!...
V. IN HET ORLEANS-STATION.
De commissaris was inderdaad op de
plaats der ramp gekomen, en had, gehol
pen door eenige agenten, het onderzoek
begonnen.
Het was uitgemaakt, dat de brand ge
sticht was door de vreemdelinge, welke de
zieke vrouw had zien komen Uit de wo
ning der rampzalige winkelierster; dezelf
de, welke Marcel Barrère had opgemerkt,
toen zij langs de muren sloop en zich on
der het afdak ging verbergen; dezelfde, die
de schilder herkend had op de binnen
plaats, te midden der gebaren; dezelfde,
die biij achtervolgd en had laten ontsnap
pen aan de Hallen.
Waarom hebt ge geen agent aange
roepen? vroeg de commissaris. Hij had
makkers verwittigd, en die vrouw mocht
nog zoo behendig zijn, de koets nog zoo
snel gereden hebben, zij ware u niet ont
snapt.
Dat is naderhand gemakkelijk te zeg
gen, heer commissaris, antwoordde Marcel,
maai; den geheelen tijd heb ik twijfel ge-.
TAN HET BINNENHOF.
Vergadering van Dinsdag 2b Februari.
Het Levensmiddelendebat,
Het levensmiddilendebat zou aanvangen;
en dus waren de tribunes tot barstens toe
vol.
De nieuwsgierigen moesten evenwel eerst
een geduldproef doorstaan. Fr moest eerst
worden gestemd over een paar Indische
puntjes.
Het levensmiddelendebat werd daarna in
gezet met een zeer lange rede van den heer
Van Beresteijn (V.D.). Spr. begon
apet de erkenning, dat de Minister geplaatst
is voor een bijna onmenschelijke taak en
dat het publiek lang niet voldoende mede
werkt met de overheid en wees daarna op
de zeer groote moeilijkheden ,\velke gepaard
gaan met het oefenen van critiek op het
beleid des Ministers, vooral omdaj het zoo
Uiterst moeilijk is op de hoogte te komen
van de juiste regelingen, bepalingen en
toestanden. Niettemin wilde spr. zijn critiek
niet sparen, omdat hij het mogelijk acht,
'dat mede daardoor verbetering in den toe
stand (door den Minister wordt aange
bracht.
En nu betoogde hij, dat de gestie van
hét Departement van Landbouw, wat be
treft de besteding van het blanco inillioe-
nencrediet, tot zekere hoogte in het duis-
'Ter is gehuld.
En wat de Memorie van 'Antwoord be
treft, als de Minister zich begeeft in be
schouwingen, klinkt alles mooi; doch de
voor de practijk genomen maatregelen
passen lang niet altijd op> de mooie be
schouwingen. Voorts worden de Kamer
verschillende beweringen voorgelegd zon
der dat er bewijzen worden aangevoerd;
spreekt de Minister zich zelf meermalen
tegen en tracht hij aan de beantwoording
van concrete vragen te ontkomen.
Tot details komende, behandelde spr.
o. m. het geval van de taxaties van inbe-
slag genomen rijstvoorraden. Hij kwam
daarbij ,tot de conclusie, clat tengevolge
van het niet schatten bij de inbeslagname,
doch het taxeeren van kleinere hoeveel
heden naarmate er rijst noodig was, het
Rijk een schade leed van 5 a 6 millioen
gulden; terwijl 2 taxateurs,-die f 170.000
vraigen voor het schatten van een der rijst
soorten, ten slotte toch nog f85.000 kre
gen en aan de 2 taxateurs van andere par
tijen, die geen loon wilden aannemen,
f50.000 werd opgedrongen. En nu wordt
in de stukken beproefd de schuld te
schuiven op de taxateurs; terwijl de Ka
mer bovendiën om den tuin werd geleid,
toen de Minister op "de vraag naar het
geen de taxateurs ontvingen, antwoordde
met de mededeeling, .welke rijstsoorten aan
de heeren "ter schatting waren gegeven.
Verder lichtte 'de Minister de Kamer
onjuist in omtrent,, de quaestie van het
drukken der broodkaarten, toen hij be
weerde, dat de heer Kröller daarvan niets
wist. De heer Kröller toch heeft zelf dezen
spr. medegedeeld, dat een deel der brood
kaarten op zijn drukkerij werden gebracht.
Ook onjuiste cijfers werden, naar de
heer van Beresteyn beweerde, door den
Minister aan de'Kamer voorgelegd.
Dit wat de Memorie van Antwoord be
treft.
Op meer algemeen terrein komende,
verklaarde de heer van Beresteyn, dat hij
het eens Is met het distributiesysteem, het
welk wordt gevolgd; het zou ook trouwens
nu eenvoudig onmogelijk zijn om dit door
de omstandigheden gegroeide stelsel te
verlaten. Evenwel heeft hij bedenkingen
koesterd nopens de persoonlijkheid van de
deugnietster.
Ik dacht: 't Is zeker een vrouw uit
de hooge wereld, maar vermomd; die bij
moeder Foulon brand stichtte, omdat zij er
belang bij had.
Dan, een minuut later, scheen zij
weer zoo t'e goeder trouw, en kwamen
hare Uitleggingen mij zoo natuurlijk voor,
dat ik tot mijzelven zei: Ge zijt gek, jon
gen gij neemt uw wenschen voor wer
kelijkheid. Slechts toen ik haar in 't rijtuig
zag stijgen en letterlijk wegvluchten, o,
dan!
Hoe zag dit rijtuig er uit?
Zooals alle koetsen van goeden huize,
zwart, zeer zindelijk, zeer schoon.
Hebt gij op de portieren geen naam
letters of wapens bemerkt?
Verdonderd!daar heb ik niet op
gelet
Groot, prachtig
En dan?
Hoe, en dan?
Was er aan dit paard iets bijzon
ders te merken?
Ik kan 't niet zeggen. Ge begrijpt, ik
was aangedaan toen ik "haar wedervond
na haar uit het oog te hebben verloren. Ik
zag haar haastig in 't rijtuig stijgen, en
verder niets meer: noch paard, noch rij
tuig, noch koetsier.
Zoudt gij bij gelegenheid die vrouw
nog herkennen
Zeker en vast.
Hoe zag zij er uit?
Verrukkelijk schoon, groot, bruin,
slank en rank, matte gelaatstint, rechten
neus, zeen fijn, zeer klein, en oogen,,..
tegen het algemeen Regeersysteem van den
Minister.
In dit verband besprak de afgevaardig
de eerst de peulvruchtenquaestie, waarom
trent hij zijn reeds uit zijn nota's bekende
meening handhaafde; evenals tén aanzien
van de daarna besproken kaasquaestie.
Wat het graanteeltvraagstuk betreft be
toogde spr., dat de Minister steeds is uit
den weggegaan voor ongerechtvaardigde
bezwaren van de groote Kleiboeren, waar
door >deze onbillijk worden bevoordeeld
boven de kleine zandboeren en Z.Exc.
steeds achter de feiten janliep, zoodat een
aantal „maatregelen, zooals bijv. de teelt-
regeling, veel te laait zijn genomen. Bo
vendien heeft de teeltregeling geheel ver
keerd gewerkt. De met granen beteelde
oppervlakte is sinds 1915 niet alleen niet
vooruitgegaan, doch zelfs teruggegaan met
40.000 H.A. En wat de invordering aan
gaat, van de rogge werd in 1916 slechts
32 pCt., van de tarwe slechts 64 pCt.
verkregen.
Bovendien is de schadeloosstelling bij
onteigening niet voldoende geregeld. Fr
kleven allerlei gebreken aan, waardoor on
billijkheden ontstaan. Het gebeurt dat per
sonen. die uit een in staat van beleg' ver
klaard gebied zijn gezet, daar weer terug-
keeren als officieele taxateurs der Regee
ring.
Het duurde niet lang of de heer van
Beresteyn had de aandacht der Kamer
geheel verloren. De leden waren het spoe
dig moe te luisteren naar het peuterig,
dwalerig betoog van hun lang pratenden
collega, wiens rede nu juist geen schitterend
begin wnis van de levensmiddelendiscussies.
De afgevaardigde kwam nog niet gereed
met zijn rede.
Avondvergadering van Dinsdag 26 Febr.
In de avondvergadering werd weer een
stuk 'Indische Begrooting afgedaan. Hoofd
schotel daarbij was het onderwijs.
Door den heer Bogaerdt (R.K.) werd
in een flink gebouwde rede met veel nadruk
opgekomen voor het goed recht van het
bijzonder onderwijs in de Oost. Met klem
bepleitte de afgevaardigde van Breda, later
bijgesprongen door den Anti-rev. heer B e u-
m e r, de financieele gelijkstelling van het
bijzonder en het openbaar ónderwijs in
Indië in den geest van artikel 192 onzer
Grondwet. Elk onderwijs, betoogde hij vol
komen terecht, moet de Regeering in In
dië welkom zijn en de keuze van de school
moet voor den inlander vrij zijn.
Minister P1 e y t e wilde daar echter nog
niet ja,an. Z.Exc. verklaarde het beginsel
van art. 192 nog niet te hebben aanvaard.
Hij heeft alleen willen overwegen. En nu
is bij gaarne bereid- het bijzonder onderwijs
te steunen; maar het politieke vraagstuk
der financieele gelijkstelling kan hij in dit
tijdsgewricht niet aanhangig maken.
Een vriendelijke, maar besliste afwijzing
dus.
Ook nu weer moesten eenige stemmingen
worden uitgesteld. Donderdag eerst zal
daarom de beslissing vallen over een amen-
dement-G e r h a r d, gericht tegen een post
Van f 95.000 voor den bouw van een Her
vormde kerk te Buitenzorg, vooral in het
belang van den Gouverneur-Generaal; over
een motie-S ch eurer beoogende de aan
staande Gouvernements-artsen en officieren
van gezondheid vrij te laten in de keuze
tusschen Amsterdam en Leiden voor het
volgen van een cursus in de tropische ge
neeskunde en hen niet te dwingen den cur
sus aan het Kol. Instituut te Amsterdam te
volgen, zooals de Min. wil; en over 't art.
waarbij gelden worden aangevraagd voor
oogenZulke zag ik nooit te voren.
Maar ze konden u hardvochtig, onbe
schaamd aankijken!
Hoe was zij gekleed?
Gelijk een fatsoenlijke werkster. Een
effen kleedje in zwarte cachemire, een don
keren regenmantel met pelerine, bloots
hoofds. Maar buiten dat, manieren als een
koningin. Ik kon me niet weerhouden haar
te zeggen:
Zijt gij een werkster, gij?... Alzoo
doende en met die fijna manieren?...
Zoo! en wat heeft zij u geantwoord?
Nog iets dat mij van de wijs bracht:
Iedereen kon een net voorkomen hebben;
wat (ïiaar kleeren betrof, 't was wel de
moeite waard er van te spreken. Ze deed
mij nog opmerken, dat haar kleed van
goedkoope stof vervaardigd was en dat
zij den regenmantel voor negen francs ge
kocht had in den „Temple".
Weet ge anders niets?
Niets.
Gij hebt niet kunnen nagaan waar
de koets naar toe gereden is?
Zij is in volle vaart de rue Bourg-
l'Abbé iqgehold en dan uit 't gezicht ver
dwenen. Maar ik heb dit opgeraapt, dat
uit jden zak van 't vrouwtje gevallen is,
toen zij nog op de binnenplaats strond;
juist dit vallen heeft mijn aandacht gaande
gemaakt.
En Marcel Barrère trok het gouden
beursje uit zijnen vestzak en overhandigde
het den commissaris.
i (Wordt vervolgd.)
X.-''i.A.!r. fV-i- U
s'i.-.., V...