G,
du,
rad,
No 34
Donderdag: 21 Maart 1918
12e Jaargang
ld,
IMS
BMARKT-
12 MAART
larwoude,
vereeni-
orden g@-
iTUUR.
AAR.
irmcum.
meningen -
»n.
ten baisse
d. MIEUWE
Ukmaar.
AMEN,
€fe©vaISt®i?
im® ^roesse
m?ï ea vs&ss
i«s Slid
DIT BLAD VERSCHIJNT DINSDAO,
DONDERDAG EN ZATERDAG.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOLLAND
Onze buitenlandsche
verhoudingen.
Een edel Hart.
uitvaarverbod van binnen
schepen.
VRIJDAG 23
3t. Willibrorsl".
edeelingen.
n de Penning-
i
i
e Bleementlaal.
fN, V oorzitster.
iecretaresse.
ZIJN.
"werking.
Uitgave van de Naamlooze
Vennootschap „ONS BLAD"
ALKMAAR.
B»*- BREEDSTRAAT 12.
Telefoon No. 433.
BLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per kwartaal franco huis. f 1.16
Met geill. Zondagsblad f 1.55
bij vooruitbetatiqg.
Afzonderlijke nummers:
van de courant 10.06
van het Zondagsblad f 0.06
ADVERTENTTÊN:
10.62*
Van 1—5 regels
Elke regel meer.
Reclames per regel j 0.35
Kleine adv.: 80 woorden bij vooruitbet. 0.40
10.12*
10*3
Toen het Maandagmiddag bekend fverd,
dat onze Minister van Buitenlandsche Zaken
noodgedwongen had toegestemd in den eisch
der geassocieerde regeermgen, dat de
Nederfandsche schepen, door de geassoci
eerden gereqitireerd, óók zouden varen door
de onveilige zóne toen is er „een storm
van verontwaardiging" opgestoken onder
ons Nederlandsche volk? och neen!
onder enkele journalisten en onder enkele
Kamerleden.
Heftig zijn die enkele journalisten en
die enkele Kamerleden te keer gegaan tegen
minister Loudon en dat stond hun heel
fier, .heel kranig, heel dapper, maar of
het ook redelijk en verstandig, of het ook
politiek wias?
Degenen,^ die (aanstonds zóó qptraden,
hebben getoond geen haar beter te zijn
dan de heethoofden onder de thans oor
logvoerende volken, en even lichtelijk in
oorlogsbedwelming te geraken als déze.
Zij hebben getoond, door verhitting van
het hoofd, op het eerst-beste moment te
vergeten, dat het kleine Nederland op z'n
schoonst in heldendood zal kunnen zege
vieren, als het te kampen krijgt tegen, zijn
groote „beschermers", dat Nederland
bij een eventueeie inmenging in den oorlog
véél, ja, alles zou kunnen verliezen, en
niets winnen, dat Neêrland's, grootheid
in dezen oorlog bestaan moet in zelfbe
wuste neutraliteit, in neutraliteit, zooals deze
door ons land menschelijikerwijze op z'n
eerlijkst nagestreefd kan worden, en jnzoo-
verre andere machten ons land on
danks hetzelve niet dwingen tot eigen
lijk niet-gewilde toestemmingenin n e u-
traliteit, niet alleen als middel,
maar ook als doel!
De heethoofden onder onze journalisten
en onder onze Kamerleden hebben dit alles
in een vlaag van opgewondenheid vergeten:
zijl zouden bijna de willooze werktuigen van I
hun eigen oorlogshartstocht geworden zijn!
Wij spreken van „heethoofden", van ,,een
vlaag van opgewondenheid" en niet zon
der redenj immers:
nü reeds is men gekalmeerd; de krijgs
haftige hladen trekken bij: zij zien blijkbaar
hun vergissing-van-zenuwachtigheid in;
en de Kamerleden?
De heer van Doorn en de heer Troel- 1
stra hoe kan een socialist toch zulk een j
heftig vaderlander zijtj^? deze beide hee- j
ren, die zeer meedoogenloos minister Lou
don te lijf gingen, verklaarden gisteren in
de Kamer het vertrouwen in de re
geering niet verloren te hebben; de heer
Troelstra zegde ervan overtuigd te zijn, dat
de regeering te goeder trouw van oordeel
is, zich binnen de grenzen der neutraliteit
gehouden te hebben.
Binnenlands schaart men zich dus na
FEU1 L L E T ON.
Omgewerkt naar het pransch.
eenige verdwazing wèl aan de zijde van
minister Loudon, die toezegde, voortaan de
Kamer te zullen raadplegen, alvorens der
gelijke belangrijke beslissingen te nemen,
èn aan de zijde van Mgr. Nolens, die in
zijn spontane vurigheid Maandagmiddag
reeds protesteerde tegen dezen diftang der
geassocieerden, doch even daarna kalm er
toe aanmaande: dat heel het volk de re
geering volgen zou.
De vraag is nu echter maar, hoe men
over d.t alles in het buitenland zal denken.
Minister Loudon heeft bij de aanvaarding
van den eisch der geassocieerden zekere
voorwaarden gesteld, dat b.v, onze schepen
geen ammunitie zouden vervoeren, en dat ze
niet bewapend zouden worden; zal men
daarmede in Amerika en In Bugeland ge
noegen nemen?
Zal de Duitsche regeering van den
anderen kant in de inwilliging van den
eisch der geassocieerden, zoover wijl gin
gen, geen schending der neutraliteit willen
zien
Ieder der oorlogvoerende partijen heeft
haar eigen wijze van zien en 0,an ons
is de moeilijke taak, die heel verschillende
zienswijzen tor normale terug te brengen,
't ls moeilijk tusschen beide klippen (met
vele omliggende klipjes!) dóór te zeilen;
doch wij vertrouwen op minister Loudon,
die voor ons Nederlandsche volk in buiten
landsche aangelegenheden befeiken zal, wat
er te bereiken valt
Wat de geassocieerden ons aandoen,
beteekent een onrecht aan Nederland, een
voordeel voor- hen zelf en een nadeel voor
de Centralen; minister Loudon zal dit
alles weten te nivelleeren, zoo vertrou
wen wij.
ajNt&saaaaeigatafrE-'-'w.Tyca»'
BINNENLAND.
19.
De twee reizigers vernamen een kort
gekraak en het rijtuig scheen ineen te zak
ken.
Eugène versmoorde een verwensching.
De as is gebroken, morde hij.
In de verte, op een kleine hoogte, schit
terde licht. Daar lag een dorp.
'.We moeten uitstijgen, vervolgde de
agent, de daad bij 't woord voegende.
Dezen morgen heb ik ginds omhoog langs
den weg een smid bemerkt. Daar wonen
dus menschen, die het ongeval kunnen her
stellen. Het paard, dat vermoeid is, kan
wat rusten en daarna begeven wij ons
weer op weg.
Vijf minuten later stonden zij voor een
klein gebouw, welk een geschilderde ijze
ren plaats voor uithangbord had; naast de
woning was een soort loods, waar de
werkpaarden beslagen werden.
Hier is 't, zei Greliche.
Door een reet der deur drong een smalle
lichtstraal naar buiten.
De agent klopte aan.
Binnen! riep een Oasconsche stem.
Greliche hief de klink oj> en stond voor
het gansqhe gezin, dat nog aan tafel zat.
en de laatste brokken van 't avondmaal
verorberde.
Met wat kan ik u dienen, mijnheer?
vroeg het hoofd des huisgezin».
De agent verhaalde het ongeval, dat
bun overkomen was,
NEDERLAND EN DE .OORLOG.
Naar de „N. R. Ct." meldt, is een
uitvaarverbod voor de Nederlandsche bin
nenschepen naar Duitschland en België van
kracht geworden. De Duitsche regeering
geeft aan de iin Duitschland en België
liggende Nederlandsche binnenschepen geen
vergunning naar Nederland te varen.
ONZE PAARDEN.
Naar wij vernemen is door de strenge
keuring van Duitsche zijde de combinatie,
welke zich voor den uitvoer van 5000 vol-
jarige paarden naar Duitschland gevormd
heeft, onmogelijk dat aantal te leveren. .Ver
moedelijk heeft geen verdere uitvoer plaats.
POOT AARDAPPELEN.
De Min. v. Landb. heeft bepaald, dat het
in zijne besch. van 24 Sept. 1917 sub a.
gestelde verbod niet van toepassing is op
het vervoer van pootaardappelen van de
opslagplaats van den landbouwer naar het
veld, waar de aardappelen zullen worden
gepoot, mits het vervoer plaats vindt langs
den kortst mogehjken weg en tusschen 1
uur voor zonsopgang en 1 uur na zons
ondergang. („St.-Ct.")
Zijt ge haastig? vroeg de werkman,
die terzelfder tijd hoefsmid, bouwsmid en
wagenmaker was.
Heel haastig, antwoordde Roselin,
die al gaarne terug bij moeder de vrouw
wenschte te zijn. Nog dezen-avond moe
ten wij te Condom aankomen.
Daar valt niet aan te denken. .Wel
licht zal |htet herstellen veel tijd vragen.
Maar ik en mijn zoon zullen doen wat we
kunnen. We beginnen er direct aam.
En ons paard? is er geene herberg
waar het kan gevoerd worden?
Daartoe behoeft ge geene herberg,
mijnheer. ,W!j hebben hier een stal, waar
de beesten in verblijven der boeren op de
jaarmarktdagen. We zullen het hier stallen
zoolang de karwei duurt.
Heel wel, ik dank u.
Moeten wij het haver voederen?
Ja, alles wat het noodig heeft ,haver
en hooi.
Waar is het rijtuig?
Een eindje maar van Jiier; is hier
geen herberg, waar wij fatsoenlijk kunnen
eten; wij hebben scherpen honger.
Ginder boven, in 't dorp, mijnheer,
dat Montreal heet, is een goed hotel met
een nog betere keuken.
Is het moeilijk te vinden?
Neen, 't ligt langs den weg, 'die ook
de groote dorpstraat is. Als ge wilt zal
mijn jongste zoon u den weg wijzen.
't Duurde geruimen tijd eer 'het rijtuig
weer in orde was.
Onze vrienden hadden mtusschen goed
geavondmaald, maar dat yergoedde Roselin
geenszins den vertoren tijd, welken Laure
te Parijs in vrees en angst doorbracht,
VLEESCH VOORZIEN1NG.
Reeds vroeg arriveerde Dinsdag te Pur-
merend de heer Dijsselhoff met andere
ambtenaren, waarna het slachtvee in be
slag werd genomen, ook dat reeds naar
boot of spoor was vervoerd, samen 38
stuks. De toegangen naar de markt waren
afgezet. Alles ging rustig in zijn Werk.
Op de veemarkt te Groningen kochten
de bondsslagers goede kwaliteit vee tegen
00 tot 100 ct. per pond slaohtgewicht. Van
kalveren was geringe aanvoer. Deze wa
ren lager geprijsd. De regeering heeft niets
in beslag genomen.
De markt te Rotterdam was door de
politie afgezet. De handel, die aanvankelijk
goed was, was ineens weg.
Vette koeien, stieren en ossen zijn in
beslag genomen tot regeeringsprijzen.
VAN HET BINNENHOF.
Vergadering van Dinsdag 19 Maart.
Minister T r e u b was Maandagmiddag
nog niet gereed gekomen met de uiteen
zetting van zijn stelsel van levensmiddelen
voorziening. Hij moest nog vertellen hoe
hij zich de organisatie denkt.
We hoorden thans dienaangaande het vol
gende.
De leiding wenschte Z.Exc., onder vol
ledige verantwoordelijkheid van den Mi
nister van Landbouw, bij een generale
directie, bestaande uit 5 personen, waar
van. een meer speciaal zou belast zijn met
den landbouw, een met den tuinbouw, een
met de industrie, een met het vervoer en
een met de distributie.
Verder zou een uitvoerig gebruik moe
ten worden gemaakt van bestaande orga
nen, vooral van Gedeputeerde Staten.
Het land zou daarbij dienen verdeeld
te worden in een 20- of 25-tal districten
in verband met den pard der producten
en van den bodem, ieder district zou moe
ten worden geleid door een hoofdinspec
teur, met 2 of meer inspecteurs, voor de
helft meer speciaal met de productie,
voor de andere helft meer in het bij'zon-
der met de distributie belast. Het perso
neel moet daarbij; voorzoover betreft de
productie, worden gezocht uit deskundi
gen op land- en tuinbouwgebied en voor
zoover aangaat de distributie uit deskun
digen uit de kringen van kleinhandel en
grossierderij. In elk cUtrict dienen verder
een 20- a 30-tal te worden aangesteld,
te kiezen 'uit de vakvereenigingen en de
arbeiderscoöperaties; zulks met het oog op
de behartiging der belangen van de con
sumenten.
De landbouwersorganisaties en dergelijke
zouden in de regeling kunnen worden be
trokken als adviseurs. Evetjwel dient, vol
gens den Minister, radicaal gebroken met
alle verantwoordelijkheid van vereenigingen
en commissies.
De bijdragen der gemeenten in de kos
ten der distributie (1/10) zou Z.Exc. wil
len zien vervallen.
Tot zoover de organisatie zooals Minis
ter T r e u b die wenscht.
Wat het aangevraagde crediet betreft,
spr. raadde aan het toe te staan, omdat
het noodig Ls tot Juli en voor dien tijd
toch geen ander stelsel meer kan worden
ingevoerd.
Minister Cort van der Linden
deelde mede, dat er gezocht is paar een
Crisis-minister; evenwel alleen buiten het
Kabinet. Doch geen dergenen, met wie is
geraadpleegd, heeft zich, ook niet in be
ginsel, bereid verklaard de taak op zich
te nemen.
Het paard, goed uitgerust, draafde nu
weer over de witte stoffige baan, welke
bosschen, bouwlanden en bloeiende wijn
bergen doorsneed.
't Was een heerlijke nacht, met heldere
maneschijn.
De minste bijzonderheden van het over-
schoone landschap waren zichtbaar.
Na eenigen tijd verlichtte een bleeke
klaarte den gezichtseinder, de bries werd
koeler en deed het gebladerte, der olmen
trillen; Roselin en Greliche werden daar
door gewaar dat de dag aanbrak. Zij
hadden nu de toppen bereikt der heuve
len, welke Condom beheerschen en daal
den af in de verrukkelijk schoone vallei
waar de stad ingebouwd ligt.
Weldra zond de zon hare stralen over
de huizen, die op verschillende hoogten
stondenover de kathedraal, schijnende
als een hen omgeven van hare kuikens
over de Baise, grillig kronkelende tusschen
hare bloeiende boorden; over de oude
landelijke bruggen, welker bogen bedekt
waren met mos en woekerkruid.
Op de brug, welke Condom in twee
wijken snijdt, reed een landauer hen voor
bij, bespannen met twee Engelsche ras
paarden.
Een man en eene vrouw, beiden nog
jong, zaten er in.
De man, die uitgestrekt lag en sliep,
geleek aan een lijk, zoo bleek en afgeleefd
was hij.
De vrouw, integendeel, het hoofd om
hangen met een manteltje van witte kant,
scheen blakende van gezondheid. Zij was
bewonderenswaardig schoon, donker getint,
had weelderig bruin haar, dal over haar
voorhoofd krulde, wat haar. zwarte, gün«
-•
Tot het hart der quaestie komend, ver
klaarde spr. duidelijk en onomwonden, dat
na de rede van den heer Troelstra, welke
tegen het geheele Kabinet gericht was, een
votum tegen den Minister van Landbouw,
niet dezen Minister alleen zou treffen.
Evenwel, een compromis tusschen Ka
mer en Minister leek spr. niet onmoge
lijk. Waarom hij in groote lijnen de be
ginselen van de levensmiddelenpolitiek der
Regeering aangaf.
Hij stelde daarbij voorop, dat het gel
dende stelsel voor .normale omstandigheden
en als blijvende regeling onhoudbaar is
en alleen kan dienen voor een noodtoe
stand.
Dit vooropgezet heeft naar de meening
der Regeering de Staat thans te zorgen,
dat de inkomsten toereikend zijn om in de
noodzakelijkste behoeften te voorzien.
In verband met een en ander drong
spr. met nadruk aan" op een voorloopige
overeenstemming tusschen de verschillende
bij de quaestie betrokken partijen,
i Of de premier geluk zal hebben op zijn
vredespogingen kou nog niet blijken,
j Toen de Regeering: het hare had gezegd
i over de levensmiddelenvoorziening vingen
de discussies aan over de Regee rings ver
klaring betreffende de verschaffing van
scheejDsruimte aan de Geassocieerden.
J Het eerst werd nogmaals het woord ge-
1 voerd door Minister Loudon, die een
i verklarende toelichting gaf bij de Maandag-
j middag door hem gedane mededeeling.
j Z.Exc. deelde eerst mede nog geen ant-
i woord van de Geassocieerden te hebben
ontvangen.
Daarop betoogde hij, dat de voorge-
I stelde schikking niet strijdig zou zijn met
de neutraliteit. Het volkenrecht verbiedt
niet, dat neutrale schepen ladingen ver
voeren naar oorlogvoerende landen. Even
min als het verboden is, dat onze rivier
schepen uitsluitend goederen naar Duitsch
land vervoeren, is het geoorloofd, dat onze
zeeschepen uitsluitend waren voor 'de Ge
associeerden zouden overbrengen. En daar
bij heeft het varen door het versperde gebied
niets met de neutraliteit te maken.
De Minister meent, dat het varen der
neutralen voor die oorlogvoerende toege
laten is, indien maar gezorgd wordt, dat
de neutrale schepen nietworden gebruikt
voor etappendienst.
En wat nu betreft het ingaan op de
wenschen der Geassocieerden, de Minis
ter heeft het nooit officieel vernomen,
maar het voornemen schijnt toch te zijn,
onze geheele buitenlandsche handelsvloot,
ter grootte van 1 milUoen ton, te requi-
reeren als We niet toegeven.
Hierop, wenschte spr., moet men het
volle licht doen vallen bij het beoordee-
Ien van de houding der Regeering.
De nadere verklaring des Minister, kon
evenwel niet alle critiek weerhouden.
Met nadruk vroeg de heer L o h m a n
b.v., met welk recht de Regeering! een be
slissing heeft genomen zonder vooraf met
de Staten-Generaal te hebben geraad
pleegd. Hij meende dat, zoo ooit, de Kamer
er thans recht op had, te voren te wor
den gekend.
De heer Patijn (U.L.), die volgde, ont
hield zich van critiek, omdat hij het thans
onvoorwaardelijk noodig acht, dat de lei
ding geheel en al aan de Regeering wordt
gelaten.
Daarna echter oefende de heer T r o e 1-
stra (S.D.A.P.) weer uitvoerig critiek.
Ook spr. verweet de Regeering het niet
vooraf raadplegen met de Staten-Generaal.
sterende oogen, nog dieper deed uitkomen.
Zij zag er vastberaden uit, vol wilskracht.
Droomerig en schijnbaar 'bekommerd,
ademde zij met zekeren wellust de reine
morgenlucht in.
Greliche rilde als hij haar zag.
Wat prachtstuk van een vrouw, mom
pelde hij; nooit zag ik haars gelijke.
Roselin overwoog:
Waar heb ik haar meer gezien? Dit
gelaat is mij niet onbekend.
De landauer was voorbijgevlogen en rolde
nu door een stille straat, welke uitliep op
den weg naar Auch.
Intusschen was het stadje wakker ge
worden en Grelich dacht dat de commis
saris, die gewoonlijk vroeg uit de veeren
was, hen wel kon ontvangen.
Die ambtenaar betrok een klein huis,
niet verre van de kathedraal St. Pierre.
Greliche had hem spoedig op de hoogte
gebracht van hetgeen hij zocht en van de
inlichtingen welke hij te Castelnau-d'Anzan
had kunnen vergaren.
De pastoor, zoo besloot hij, gelooft
niet dait de dame, die indertijd het kind
aan Clémence Foulon toevertrouwde, iemand
is uit zijne buurt. Maar Clémence heeft
gediend te Condom en te Agen, en daar
moet opgezocht, welke kennissen zij er zoo
al gemaakt heeft.
Ik oefen al negen jaar mijn ambt uit
in deze stad, zei de cofnmissaris, maar ik
herinner mij geen enkel feit, dat in ver
band kan gebracht worden met de histo
rie, welke u hierheen voert.
't Valt te bezien. En, vooreerst, weet
gij bij wien Clémence Foulon hier gediend
heeft?
Neen, maar komt me opdoeken In
Verder verklaarde hij, dat zijn indruk,
dat wij zijn gebukt voor geweld, door de
nadere verklaring des Ministers werd ver
sterkt.
Het scherpst in zijn verontwaardige af
keuring was de heer van der Voort
van Zijp (A.R.).
Spr. hoopte, dat onder het Amerikaan-
sche volk nog zooveel rechtvaardigheids
gevoel leeft, dat het zich niet zal laten
opdringen, dat de tegen ons aangenomen
houding rechtvaardig zou zijn. En hij ver
klaarde, dat het besluit der Regeering niet
in overeenstemming is met de eervolle tra
dities van ons land.
De heer de Kanter (U.L.) vroeg zjch
af of de inwilliging der ons gestelde eischen
wel vereenigbaar is met de eischen, welke
gesteld mogen worden aan een neutralen
staat en drong aan op nadere mededee-
lingen, welke hem dienaangaande kunnen
geruststellen.
De heer .Van Doorn (U.L.) verklaarde
op zijn beurt weer zich te willen onthouden
van elk oordeel, totdat hij nadere inlich
tingen zal hebben verkregen.
Eindelijk hoorden wij nog den heer
Nolens (R.K.).
De afgevaardigde van Venlo meende,
dat de Regeering had kunnen weten, dat
haar beslissing ditmaal niet op de alge-
meene instemming zou kunnen rekenen en
dat zij daarom vooraf de Staten-Generaal
had dienen te kennen. .Evenwel heeft de
Kamer nu eenige motieven vernomen. Het
voornaamste daarvan schijnt te zijn het be
lang onzer graanvoorziening. En dat kon
spr, billijken. Als over eenige maanden hier
gebrek aan levensmiddelen zou zijn ontstaan,
zou men allicht anders denken dan velen
thans op dit oogenblik doen.
Dat de neutraliteit door de beslissing
der Regeering niet alleen niet werd ge
schonden, doch zelfs niet in het gedrang
komt, achtte spr, door den Minister aan
getoond.
Minister Loudon kreeg het woord voor
gisterenmorgen 11 uur.
Avondvergadering van 19 Maart.
In de avondvergadering gingen we weer
ronddobberen op de baren der Zuiderzee,
nadat eerst even zonder hoofdelijke stem
ming een webontwerp om tijdelijke ont
ginning van bruinkolen zonder consent mo
gelijk te maken was aangenomen.
Stuurman op de Zuiderzeereis was het
grootste deel van den avond minister L e 1 y,
die zijn Donderdag afgebroken rede had
voort te zetten en zijn alweer niet talrijke
tochtgenooten bezighield met allerlei tech
nische beschouwingen, duidelijk gemaakt
door demonstraties met kaarten, vastgemaakt
op een achter den Regeeringsstuurstoel ge
plaatst bord,
Beslissingen werden nog niet genomen.
Wel werden de algemeene beschouwingen
teneinde gebracht,
HET PROCESSIEVERBOD.
De rechtbank te 's-Hertogenbosch sprak
dezer dagen pastoor Kriellaarts, te Beugen,
vrij van het hem ten laste geiegde in zake
het processieverbod.
Beklaagde werd vrijgesproken op grond
dat, wat ook de beteekenis moge zijn van
al. 2 van art. 170 der Grondwet, niet
is bewezen, dat een processie, buiten ge
komen in openbare plaatsen, bij de uit
vaardiging der Grondwet van 1848 te Beu
gen naar de wetten en reglementen, niet
was toegelaten.
mijn kantoor, -op 't stadhuis, binnen een
uur, en waarschijnlijk zal ik het u kunnen
zeggen.
Greliche stond op 't bepaalde uur in
't kantoor ten stadhuize,
Niet zoodra had de commissaris den
agent weergezien, of hij begon:
Ik heb de inlichtingen. Over acht en
twintig jaar diende Clémence Foulon hier,
ge ziet, het dagteekent niet van gisteren...
Greliche keek verbaasd op.
Over acht en twintig jaar, zegt ge.
Hoe oud was zij dan wel?
Te dien tijde, zestien of zeventien
jaar. Nu moet zij ongeveer vijf en veertig
zijn. Ik ga voort: een jaar of wat diende
ze, in de wijk Bouquerre, bij een hande
laar in brandewijn, braaf en eerlijk volk,
maar zeer slordig en altijd in geldnood.
Dit vond Clémence niet naar haren zin
en zij vond een betrekking te Agen, bij
bejaarde en zeer ordelijke lieden.
Bij hen bleef zij tien jaar en met het
geld, dat zij er spaarde, kocht ze later te
Castelnau, hare geboorteplaats, een huisje
met een tuintje.
Had zij hier, bij den handelaar in
brandewijn, geen kennissen met wie zij in
betrekking gebleven is?
Dit is niet waarschijnlijk. Overigens
zou men u dit in Castelnau gezegd heb
ben. Ik denk, dat ge te Agen moet zoeken,
Ik zal uwen raad volgen. Kent ge
den naam der menschen, bij wie Clémence
daar gediend heeft?
Ja. Ik heb het gevraagd. Mijnheer
en mevrouw Dwpon.
Wat voor volk?
(Wordt vervolgd.).