G, du, rad, No 34 Donderdag: 21 Maart 1918 12e Jaargang ld, IMS BMARKT- 12 MAART larwoude, vereeni- orden g@- iTUUR. AAR. irmcum. meningen - »n. ten baisse d. MIEUWE Ukmaar. AMEN, €fe©vaISt®i? im® ^roesse m?ï ea vs&ss i«s Slid DIT BLAD VERSCHIJNT DINSDAO, DONDERDAG EN ZATERDAG. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOLLAND Onze buitenlandsche verhoudingen. Een edel Hart. uitvaarverbod van binnen schepen. VRIJDAG 23 3t. Willibrorsl". edeelingen. n de Penning- i i e Bleementlaal. fN, V oorzitster. iecretaresse. ZIJN. "werking. Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „ONS BLAD" ALKMAAR. B»*- BREEDSTRAAT 12. Telefoon No. 433. BLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per kwartaal franco huis. f 1.16 Met geill. Zondagsblad f 1.55 bij vooruitbetatiqg. Afzonderlijke nummers: van de courant 10.06 van het Zondagsblad f 0.06 ADVERTENTTÊN: 10.62* Van 1—5 regels Elke regel meer. Reclames per regel j 0.35 Kleine adv.: 80 woorden bij vooruitbet. 0.40 10.12* 10*3 Toen het Maandagmiddag bekend fverd, dat onze Minister van Buitenlandsche Zaken noodgedwongen had toegestemd in den eisch der geassocieerde regeermgen, dat de Nederfandsche schepen, door de geassoci eerden gereqitireerd, óók zouden varen door de onveilige zóne toen is er „een storm van verontwaardiging" opgestoken onder ons Nederlandsche volk? och neen! onder enkele journalisten en onder enkele Kamerleden. Heftig zijn die enkele journalisten en die enkele Kamerleden te keer gegaan tegen minister Loudon en dat stond hun heel fier, .heel kranig, heel dapper, maar of het ook redelijk en verstandig, of het ook politiek wias? Degenen,^ die (aanstonds zóó qptraden, hebben getoond geen haar beter te zijn dan de heethoofden onder de thans oor logvoerende volken, en even lichtelijk in oorlogsbedwelming te geraken als déze. Zij hebben getoond, door verhitting van het hoofd, op het eerst-beste moment te vergeten, dat het kleine Nederland op z'n schoonst in heldendood zal kunnen zege vieren, als het te kampen krijgt tegen, zijn groote „beschermers", dat Nederland bij een eventueeie inmenging in den oorlog véél, ja, alles zou kunnen verliezen, en niets winnen, dat Neêrland's, grootheid in dezen oorlog bestaan moet in zelfbe wuste neutraliteit, in neutraliteit, zooals deze door ons land menschelijikerwijze op z'n eerlijkst nagestreefd kan worden, en jnzoo- verre andere machten ons land on danks hetzelve niet dwingen tot eigen lijk niet-gewilde toestemmingenin n e u- traliteit, niet alleen als middel, maar ook als doel! De heethoofden onder onze journalisten en onder onze Kamerleden hebben dit alles in een vlaag van opgewondenheid vergeten: zijl zouden bijna de willooze werktuigen van I hun eigen oorlogshartstocht geworden zijn! Wij spreken van „heethoofden", van ,,een vlaag van opgewondenheid" en niet zon der redenj immers: nü reeds is men gekalmeerd; de krijgs haftige hladen trekken bij: zij zien blijkbaar hun vergissing-van-zenuwachtigheid in; en de Kamerleden? De heer van Doorn en de heer Troel- 1 stra hoe kan een socialist toch zulk een j heftig vaderlander zijtj^? deze beide hee- j ren, die zeer meedoogenloos minister Lou don te lijf gingen, verklaarden gisteren in de Kamer het vertrouwen in de re geering niet verloren te hebben; de heer Troelstra zegde ervan overtuigd te zijn, dat de regeering te goeder trouw van oordeel is, zich binnen de grenzen der neutraliteit gehouden te hebben. Binnenlands schaart men zich dus na FEU1 L L E T ON. Omgewerkt naar het pransch. eenige verdwazing wèl aan de zijde van minister Loudon, die toezegde, voortaan de Kamer te zullen raadplegen, alvorens der gelijke belangrijke beslissingen te nemen, èn aan de zijde van Mgr. Nolens, die in zijn spontane vurigheid Maandagmiddag reeds protesteerde tegen dezen diftang der geassocieerden, doch even daarna kalm er toe aanmaande: dat heel het volk de re geering volgen zou. De vraag is nu echter maar, hoe men over d.t alles in het buitenland zal denken. Minister Loudon heeft bij de aanvaarding van den eisch der geassocieerden zekere voorwaarden gesteld, dat b.v, onze schepen geen ammunitie zouden vervoeren, en dat ze niet bewapend zouden worden; zal men daarmede in Amerika en In Bugeland ge noegen nemen? Zal de Duitsche regeering van den anderen kant in de inwilliging van den eisch der geassocieerden, zoover wijl gin gen, geen schending der neutraliteit willen zien Ieder der oorlogvoerende partijen heeft haar eigen wijze van zien en 0,an ons is de moeilijke taak, die heel verschillende zienswijzen tor normale terug te brengen, 't ls moeilijk tusschen beide klippen (met vele omliggende klipjes!) dóór te zeilen; doch wij vertrouwen op minister Loudon, die voor ons Nederlandsche volk in buiten landsche aangelegenheden befeiken zal, wat er te bereiken valt Wat de geassocieerden ons aandoen, beteekent een onrecht aan Nederland, een voordeel voor- hen zelf en een nadeel voor de Centralen; minister Loudon zal dit alles weten te nivelleeren, zoo vertrou wen wij. ajNt&saaaaeigatafrE-'-'w.Tyca»' BINNENLAND. 19. De twee reizigers vernamen een kort gekraak en het rijtuig scheen ineen te zak ken. Eugène versmoorde een verwensching. De as is gebroken, morde hij. In de verte, op een kleine hoogte, schit terde licht. Daar lag een dorp. '.We moeten uitstijgen, vervolgde de agent, de daad bij 't woord voegende. Dezen morgen heb ik ginds omhoog langs den weg een smid bemerkt. Daar wonen dus menschen, die het ongeval kunnen her stellen. Het paard, dat vermoeid is, kan wat rusten en daarna begeven wij ons weer op weg. Vijf minuten later stonden zij voor een klein gebouw, welk een geschilderde ijze ren plaats voor uithangbord had; naast de woning was een soort loods, waar de werkpaarden beslagen werden. Hier is 't, zei Greliche. Door een reet der deur drong een smalle lichtstraal naar buiten. De agent klopte aan. Binnen! riep een Oasconsche stem. Greliche hief de klink oj> en stond voor het gansqhe gezin, dat nog aan tafel zat. en de laatste brokken van 't avondmaal verorberde. Met wat kan ik u dienen, mijnheer? vroeg het hoofd des huisgezin». De agent verhaalde het ongeval, dat bun overkomen was, NEDERLAND EN DE .OORLOG. Naar de „N. R. Ct." meldt, is een uitvaarverbod voor de Nederlandsche bin nenschepen naar Duitschland en België van kracht geworden. De Duitsche regeering geeft aan de iin Duitschland en België liggende Nederlandsche binnenschepen geen vergunning naar Nederland te varen. ONZE PAARDEN. Naar wij vernemen is door de strenge keuring van Duitsche zijde de combinatie, welke zich voor den uitvoer van 5000 vol- jarige paarden naar Duitschland gevormd heeft, onmogelijk dat aantal te leveren. .Ver moedelijk heeft geen verdere uitvoer plaats. POOT AARDAPPELEN. De Min. v. Landb. heeft bepaald, dat het in zijne besch. van 24 Sept. 1917 sub a. gestelde verbod niet van toepassing is op het vervoer van pootaardappelen van de opslagplaats van den landbouwer naar het veld, waar de aardappelen zullen worden gepoot, mits het vervoer plaats vindt langs den kortst mogehjken weg en tusschen 1 uur voor zonsopgang en 1 uur na zons ondergang. („St.-Ct.") Zijt ge haastig? vroeg de werkman, die terzelfder tijd hoefsmid, bouwsmid en wagenmaker was. Heel haastig, antwoordde Roselin, die al gaarne terug bij moeder de vrouw wenschte te zijn. Nog dezen-avond moe ten wij te Condom aankomen. Daar valt niet aan te denken. .Wel licht zal |htet herstellen veel tijd vragen. Maar ik en mijn zoon zullen doen wat we kunnen. We beginnen er direct aam. En ons paard? is er geene herberg waar het kan gevoerd worden? Daartoe behoeft ge geene herberg, mijnheer. ,W!j hebben hier een stal, waar de beesten in verblijven der boeren op de jaarmarktdagen. We zullen het hier stallen zoolang de karwei duurt. Heel wel, ik dank u. Moeten wij het haver voederen? Ja, alles wat het noodig heeft ,haver en hooi. Waar is het rijtuig? Een eindje maar van Jiier; is hier geen herberg, waar wij fatsoenlijk kunnen eten; wij hebben scherpen honger. Ginder boven, in 't dorp, mijnheer, dat Montreal heet, is een goed hotel met een nog betere keuken. Is het moeilijk te vinden? Neen, 't ligt langs den weg, 'die ook de groote dorpstraat is. Als ge wilt zal mijn jongste zoon u den weg wijzen. 't Duurde geruimen tijd eer 'het rijtuig weer in orde was. Onze vrienden hadden mtusschen goed geavondmaald, maar dat yergoedde Roselin geenszins den vertoren tijd, welken Laure te Parijs in vrees en angst doorbracht, VLEESCH VOORZIEN1NG. Reeds vroeg arriveerde Dinsdag te Pur- merend de heer Dijsselhoff met andere ambtenaren, waarna het slachtvee in be slag werd genomen, ook dat reeds naar boot of spoor was vervoerd, samen 38 stuks. De toegangen naar de markt waren afgezet. Alles ging rustig in zijn Werk. Op de veemarkt te Groningen kochten de bondsslagers goede kwaliteit vee tegen 00 tot 100 ct. per pond slaohtgewicht. Van kalveren was geringe aanvoer. Deze wa ren lager geprijsd. De regeering heeft niets in beslag genomen. De markt te Rotterdam was door de politie afgezet. De handel, die aanvankelijk goed was, was ineens weg. Vette koeien, stieren en ossen zijn in beslag genomen tot regeeringsprijzen. VAN HET BINNENHOF. Vergadering van Dinsdag 19 Maart. Minister T r e u b was Maandagmiddag nog niet gereed gekomen met de uiteen zetting van zijn stelsel van levensmiddelen voorziening. Hij moest nog vertellen hoe hij zich de organisatie denkt. We hoorden thans dienaangaande het vol gende. De leiding wenschte Z.Exc., onder vol ledige verantwoordelijkheid van den Mi nister van Landbouw, bij een generale directie, bestaande uit 5 personen, waar van. een meer speciaal zou belast zijn met den landbouw, een met den tuinbouw, een met de industrie, een met het vervoer en een met de distributie. Verder zou een uitvoerig gebruik moe ten worden gemaakt van bestaande orga nen, vooral van Gedeputeerde Staten. Het land zou daarbij dienen verdeeld te worden in een 20- of 25-tal districten in verband met den pard der producten en van den bodem, ieder district zou moe ten worden geleid door een hoofdinspec teur, met 2 of meer inspecteurs, voor de helft meer speciaal met de productie, voor de andere helft meer in het bij'zon- der met de distributie belast. Het perso neel moet daarbij; voorzoover betreft de productie, worden gezocht uit deskundi gen op land- en tuinbouwgebied en voor zoover aangaat de distributie uit deskun digen uit de kringen van kleinhandel en grossierderij. In elk cUtrict dienen verder een 20- a 30-tal te worden aangesteld, te kiezen 'uit de vakvereenigingen en de arbeiderscoöperaties; zulks met het oog op de behartiging der belangen van de con sumenten. De landbouwersorganisaties en dergelijke zouden in de regeling kunnen worden be trokken als adviseurs. Evetjwel dient, vol gens den Minister, radicaal gebroken met alle verantwoordelijkheid van vereenigingen en commissies. De bijdragen der gemeenten in de kos ten der distributie (1/10) zou Z.Exc. wil len zien vervallen. Tot zoover de organisatie zooals Minis ter T r e u b die wenscht. Wat het aangevraagde crediet betreft, spr. raadde aan het toe te staan, omdat het noodig Ls tot Juli en voor dien tijd toch geen ander stelsel meer kan worden ingevoerd. Minister Cort van der Linden deelde mede, dat er gezocht is paar een Crisis-minister; evenwel alleen buiten het Kabinet. Doch geen dergenen, met wie is geraadpleegd, heeft zich, ook niet in be ginsel, bereid verklaard de taak op zich te nemen. Het paard, goed uitgerust, draafde nu weer over de witte stoffige baan, welke bosschen, bouwlanden en bloeiende wijn bergen doorsneed. 't Was een heerlijke nacht, met heldere maneschijn. De minste bijzonderheden van het over- schoone landschap waren zichtbaar. Na eenigen tijd verlichtte een bleeke klaarte den gezichtseinder, de bries werd koeler en deed het gebladerte, der olmen trillen; Roselin en Greliche werden daar door gewaar dat de dag aanbrak. Zij hadden nu de toppen bereikt der heuve len, welke Condom beheerschen en daal den af in de verrukkelijk schoone vallei waar de stad ingebouwd ligt. Weldra zond de zon hare stralen over de huizen, die op verschillende hoogten stondenover de kathedraal, schijnende als een hen omgeven van hare kuikens over de Baise, grillig kronkelende tusschen hare bloeiende boorden; over de oude landelijke bruggen, welker bogen bedekt waren met mos en woekerkruid. Op de brug, welke Condom in twee wijken snijdt, reed een landauer hen voor bij, bespannen met twee Engelsche ras paarden. Een man en eene vrouw, beiden nog jong, zaten er in. De man, die uitgestrekt lag en sliep, geleek aan een lijk, zoo bleek en afgeleefd was hij. De vrouw, integendeel, het hoofd om hangen met een manteltje van witte kant, scheen blakende van gezondheid. Zij was bewonderenswaardig schoon, donker getint, had weelderig bruin haar, dal over haar voorhoofd krulde, wat haar. zwarte, gün« -• Tot het hart der quaestie komend, ver klaarde spr. duidelijk en onomwonden, dat na de rede van den heer Troelstra, welke tegen het geheele Kabinet gericht was, een votum tegen den Minister van Landbouw, niet dezen Minister alleen zou treffen. Evenwel, een compromis tusschen Ka mer en Minister leek spr. niet onmoge lijk. Waarom hij in groote lijnen de be ginselen van de levensmiddelenpolitiek der Regeering aangaf. Hij stelde daarbij voorop, dat het gel dende stelsel voor .normale omstandigheden en als blijvende regeling onhoudbaar is en alleen kan dienen voor een noodtoe stand. Dit vooropgezet heeft naar de meening der Regeering de Staat thans te zorgen, dat de inkomsten toereikend zijn om in de noodzakelijkste behoeften te voorzien. In verband met een en ander drong spr. met nadruk aan" op een voorloopige overeenstemming tusschen de verschillende bij de quaestie betrokken partijen, i Of de premier geluk zal hebben op zijn vredespogingen kou nog niet blijken, j Toen de Regeering: het hare had gezegd i over de levensmiddelenvoorziening vingen de discussies aan over de Regee rings ver klaring betreffende de verschaffing van scheejDsruimte aan de Geassocieerden. J Het eerst werd nogmaals het woord ge- 1 voerd door Minister Loudon, die een i verklarende toelichting gaf bij de Maandag- j middag door hem gedane mededeeling. j Z.Exc. deelde eerst mede nog geen ant- i woord van de Geassocieerden te hebben ontvangen. Daarop betoogde hij, dat de voorge- I stelde schikking niet strijdig zou zijn met de neutraliteit. Het volkenrecht verbiedt niet, dat neutrale schepen ladingen ver voeren naar oorlogvoerende landen. Even min als het verboden is, dat onze rivier schepen uitsluitend goederen naar Duitsch land vervoeren, is het geoorloofd, dat onze zeeschepen uitsluitend waren voor 'de Ge associeerden zouden overbrengen. En daar bij heeft het varen door het versperde gebied niets met de neutraliteit te maken. De Minister meent, dat het varen der neutralen voor die oorlogvoerende toege laten is, indien maar gezorgd wordt, dat de neutrale schepen nietworden gebruikt voor etappendienst. En wat nu betreft het ingaan op de wenschen der Geassocieerden, de Minis ter heeft het nooit officieel vernomen, maar het voornemen schijnt toch te zijn, onze geheele buitenlandsche handelsvloot, ter grootte van 1 milUoen ton, te requi- reeren als We niet toegeven. Hierop, wenschte spr., moet men het volle licht doen vallen bij het beoordee- Ien van de houding der Regeering. De nadere verklaring des Minister, kon evenwel niet alle critiek weerhouden. Met nadruk vroeg de heer L o h m a n b.v., met welk recht de Regeering! een be slissing heeft genomen zonder vooraf met de Staten-Generaal te hebben geraad pleegd. Hij meende dat, zoo ooit, de Kamer er thans recht op had, te voren te wor den gekend. De heer Patijn (U.L.), die volgde, ont hield zich van critiek, omdat hij het thans onvoorwaardelijk noodig acht, dat de lei ding geheel en al aan de Regeering wordt gelaten. Daarna echter oefende de heer T r o e 1- stra (S.D.A.P.) weer uitvoerig critiek. Ook spr. verweet de Regeering het niet vooraf raadplegen met de Staten-Generaal. sterende oogen, nog dieper deed uitkomen. Zij zag er vastberaden uit, vol wilskracht. Droomerig en schijnbaar 'bekommerd, ademde zij met zekeren wellust de reine morgenlucht in. Greliche rilde als hij haar zag. Wat prachtstuk van een vrouw, mom pelde hij; nooit zag ik haars gelijke. Roselin overwoog: Waar heb ik haar meer gezien? Dit gelaat is mij niet onbekend. De landauer was voorbijgevlogen en rolde nu door een stille straat, welke uitliep op den weg naar Auch. Intusschen was het stadje wakker ge worden en Grelich dacht dat de commis saris, die gewoonlijk vroeg uit de veeren was, hen wel kon ontvangen. Die ambtenaar betrok een klein huis, niet verre van de kathedraal St. Pierre. Greliche had hem spoedig op de hoogte gebracht van hetgeen hij zocht en van de inlichtingen welke hij te Castelnau-d'Anzan had kunnen vergaren. De pastoor, zoo besloot hij, gelooft niet dait de dame, die indertijd het kind aan Clémence Foulon toevertrouwde, iemand is uit zijne buurt. Maar Clémence heeft gediend te Condom en te Agen, en daar moet opgezocht, welke kennissen zij er zoo al gemaakt heeft. Ik oefen al negen jaar mijn ambt uit in deze stad, zei de cofnmissaris, maar ik herinner mij geen enkel feit, dat in ver band kan gebracht worden met de histo rie, welke u hierheen voert. 't Valt te bezien. En, vooreerst, weet gij bij wien Clémence Foulon hier gediend heeft? Neen, maar komt me opdoeken In Verder verklaarde hij, dat zijn indruk, dat wij zijn gebukt voor geweld, door de nadere verklaring des Ministers werd ver sterkt. Het scherpst in zijn verontwaardige af keuring was de heer van der Voort van Zijp (A.R.). Spr. hoopte, dat onder het Amerikaan- sche volk nog zooveel rechtvaardigheids gevoel leeft, dat het zich niet zal laten opdringen, dat de tegen ons aangenomen houding rechtvaardig zou zijn. En hij ver klaarde, dat het besluit der Regeering niet in overeenstemming is met de eervolle tra dities van ons land. De heer de Kanter (U.L.) vroeg zjch af of de inwilliging der ons gestelde eischen wel vereenigbaar is met de eischen, welke gesteld mogen worden aan een neutralen staat en drong aan op nadere mededee- lingen, welke hem dienaangaande kunnen geruststellen. De heer .Van Doorn (U.L.) verklaarde op zijn beurt weer zich te willen onthouden van elk oordeel, totdat hij nadere inlich tingen zal hebben verkregen. Eindelijk hoorden wij nog den heer Nolens (R.K.). De afgevaardigde van Venlo meende, dat de Regeering had kunnen weten, dat haar beslissing ditmaal niet op de alge- meene instemming zou kunnen rekenen en dat zij daarom vooraf de Staten-Generaal had dienen te kennen. .Evenwel heeft de Kamer nu eenige motieven vernomen. Het voornaamste daarvan schijnt te zijn het be lang onzer graanvoorziening. En dat kon spr, billijken. Als over eenige maanden hier gebrek aan levensmiddelen zou zijn ontstaan, zou men allicht anders denken dan velen thans op dit oogenblik doen. Dat de neutraliteit door de beslissing der Regeering niet alleen niet werd ge schonden, doch zelfs niet in het gedrang komt, achtte spr, door den Minister aan getoond. Minister Loudon kreeg het woord voor gisterenmorgen 11 uur. Avondvergadering van 19 Maart. In de avondvergadering gingen we weer ronddobberen op de baren der Zuiderzee, nadat eerst even zonder hoofdelijke stem ming een webontwerp om tijdelijke ont ginning van bruinkolen zonder consent mo gelijk te maken was aangenomen. Stuurman op de Zuiderzeereis was het grootste deel van den avond minister L e 1 y, die zijn Donderdag afgebroken rede had voort te zetten en zijn alweer niet talrijke tochtgenooten bezighield met allerlei tech nische beschouwingen, duidelijk gemaakt door demonstraties met kaarten, vastgemaakt op een achter den Regeeringsstuurstoel ge plaatst bord, Beslissingen werden nog niet genomen. Wel werden de algemeene beschouwingen teneinde gebracht, HET PROCESSIEVERBOD. De rechtbank te 's-Hertogenbosch sprak dezer dagen pastoor Kriellaarts, te Beugen, vrij van het hem ten laste geiegde in zake het processieverbod. Beklaagde werd vrijgesproken op grond dat, wat ook de beteekenis moge zijn van al. 2 van art. 170 der Grondwet, niet is bewezen, dat een processie, buiten ge komen in openbare plaatsen, bij de uit vaardiging der Grondwet van 1848 te Beu gen naar de wetten en reglementen, niet was toegelaten. mijn kantoor, -op 't stadhuis, binnen een uur, en waarschijnlijk zal ik het u kunnen zeggen. Greliche stond op 't bepaalde uur in 't kantoor ten stadhuize, Niet zoodra had de commissaris den agent weergezien, of hij begon: Ik heb de inlichtingen. Over acht en twintig jaar diende Clémence Foulon hier, ge ziet, het dagteekent niet van gisteren... Greliche keek verbaasd op. Over acht en twintig jaar, zegt ge. Hoe oud was zij dan wel? Te dien tijde, zestien of zeventien jaar. Nu moet zij ongeveer vijf en veertig zijn. Ik ga voort: een jaar of wat diende ze, in de wijk Bouquerre, bij een hande laar in brandewijn, braaf en eerlijk volk, maar zeer slordig en altijd in geldnood. Dit vond Clémence niet naar haren zin en zij vond een betrekking te Agen, bij bejaarde en zeer ordelijke lieden. Bij hen bleef zij tien jaar en met het geld, dat zij er spaarde, kocht ze later te Castelnau, hare geboorteplaats, een huisje met een tuintje. Had zij hier, bij den handelaar in brandewijn, geen kennissen met wie zij in betrekking gebleven is? Dit is niet waarschijnlijk. Overigens zou men u dit in Castelnau gezegd heb ben. Ik denk, dat ge te Agen moet zoeken, Ik zal uwen raad volgen. Kent ge den naam der menschen, bij wie Clémence daar gediend heeft? Ja. Ik heb het gevraagd. Mijnheer en mevrouw Dwpon. Wat voor volk? (Wordt vervolgd.).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1918 | | pagina 1