TWEEDE BLAD.
Zaterdag 23 Maart 1918
No. 35
In den H. Vastentijd
Politiek Advies.
(IVS BLAD.
7,
Het kwade voorbeeld der grooten geelt
voet aan de minderen, om veel verder te
gaan, en zelfs tot het uiterste te komen.
Zie, Pilatus heeft den .Verlosser schamper
en spottend „Koning der Joden" genoemd;
de soldaten nu, niet tevreden met Jezus
ten bloede toe gegeeseld te- hebben, zullen
zich aan dat gewaande koningschap in een
barbaarsch Tduchtspel verlustigen: Op, man
nen! laten wij onzen koning huldigen! Nie
mand blijve achterwege, hij zou het zich
later beklagen, zulk een schouwspel werd
nooit vertoond!
Ha! Koning der Joden, hier is uw vor
stelijke kroon, zoo smalen de wreedaards,
en duwen tegelijk den zachtmoedigen Hei
land op een ruwen steenblok neder. Met
woest geweld rukken de beulen hun slacht
offer andermaal de kleederen van het lijf,
die in het bloedige vleesch zitten vastge
kleefd, zoodat de woestaards de halfge
sloten wonden weer openrijten. Dan wer
pen zij over de verscheurde schouders des
Heeren een purperen spotmantel en zij
lachen uitbundig, en dartelen spottend: Goed
zóó, dat is eerst recht een passende klee
ding voor onzen heer én koning. Zóó aan
schouwde Hem in den geest de Profeet
Isaias, terwijl hij vroeg: „Waarom, o Heer,
zie ik U bedekt piet dat roode kleed?"
En de Heer antwoordde: „Het bloed der
menschen is op Mij gevallen, en daarom
zijn Mijne kleederen bezoedeld en door
trokken."
Door onzen hoogmoed hebben wij 't kleed
der helligmakende genade verloren en heeft
de Satan ons de livrei der slavernij om de
schouders geworpen; door deze diepe ver
nedering heeft Jezus ons het oorspronke
lijk gewaad der onschuld teruggeschonken.
De tooneelkoning moet nog verder worden
uitgedost.
Keizers en koningen dragen een kroon
op hunne hoofden. Ook onzen koning mag
het aan een vorstelijke diadeem niet ontbre
ken, eene passende wrong moet zijne sla
pen sieren! O. vindingrijke wreedheid! Zie,
de beulen vlechten een kroon of liever een
helm of hoed van doornen, zetten dien met
ruw geweld op het aanbiddelijk hoofd des
Heeren, en drukken hem stevig in den
schedel vast. Tot dien prijs moest onze Ver
losser de vervloeking van het paradijs: dis-
telen en doornen zal de aarde u voort
brengen: in zegen veranderen. De aarde
van 's menschen hart had niets dan distelen
en doornen van zonde voortgebracht, daarom
wilde de Heiland tot boeting dier zonden,
eene kroon van doornen dragen.
Nog is de spotzucht dier woestelingen
niet bevredigd.
Keizers en koningen voeren ook een
schepter tot teeken hunner heerschappij.
Daarom geven de beulen den Heer een j-iet-
stok in Zijne handen, om Zijne Majesteit
als ingebeeld, ijdel en nietswaardig te be
schimpen. Niet beter kon onze ijdele zelf
verheffing, onze hooghartige zelfgenoeg
zaamheid. worden afgebeeld, dan door een
broos en zwak riet, dat door den gering-
sten wind wordt heen en weer bewogen en
voor den geringsten last buigt en breekt.
De koning moet nog de waardige huldi
ging zijner onderdanen ontvangen.
Zie uw Jezus daar op Zijnen troon
gezeten, met den purperen mantel omhan
gen, met doornen gekroond, dragende een
rietstaf in Zijne rechterhand.
Daar komen de uitgelatenen tot hun spot-
kening. Onder luid geschater knielen zij voor
Hem neder en roepen spottend: „Wees ge
groet, Koning der Joden." Zij staren den
Heer grijnzend in Zijn pijnlijk gelaat, en
spuwen Hem in het aangezicht, waarlangs
de hloeddruppelen neervallen. Zij rukken
den rietstok uit 's Heeren hand en slaan
Hem daarmede op het hoofd, om de door
nenkroon daarop te bevestigen. Niemand
wil onderdoen, niemand wil achterblijven,
om den profeet bij zijne troonsbestijging
de verschuldigde hulde te brengen. Onder
aanhoudend hoongelach herhalen allen de
zelfde begroeting en dezelfde plichtsple-
ging: „Wees gegroet, Koning der Joden."
En wat doet de zachtzinnige Jezus, ge
kroond met de kroon der verdrukking en
verpletterd onder de vernederingen? O, Hij
buigt Zich zoo diep onder de slagen der
goddelijke gerechtigheid, Hij drinkt met zoo
veel liefde uit den kelk der versmading.
Geen bloeddruppel vloeit over Zijn ge
zegend gelaat, geen slag of stoot ontvangt
Hij op de smadelijke kroon, welke Hij niet
met de volmaakste onderwerping aan Zijnen
hemelschen Vader aanbiedt. Jezus boet voor
den gruwel onzer hoovaardij, Hij wenscht
zoo diep mogelijk vernederd, verguisd en
vertreden te worden "teneinde eerherstel te
geven aan de beleedigde Majesteit Gods.
Mateloos is onze hoogmoed, daarom is
ook Jezus' vernedering zonder paal en perk.
Slaan wij eens ernstig een blik in eigen
hart:
Opgeblazen van hoogmoed want zóó
is de godslasteraar; zóó is de onrechtvaar
dige; zóó is de onkuischaard opgeblazen
van hoogmoed vervolgen wij onzen weg,
onzen naasten verachtend en onzen Schep
per niet ontziende. Ons wóórd moet wét
2iin, tegenspraak dulden wij; niet. Wij vor
deren allerwege gehoorzaamheid, maar zelf
weigeren we haar aan onze overheid om
de nietigste redenen. [Wij bewonderen ons
verstand, onze kundigheden en ons talent,
en kunnen niet dulden, dat wij door anderen
niet bewonderd worden. Met een dwaas wel
behagen openbaren wij onze zoogenaamde
edele gedachten, begeerten en plannen;
woorden en werken; doch bedekken, met
de grootste omzichtigheid, al hetgeen ons,
ook maar eenigtszins, tot oneer kan verstrek
ken. Wij leven en gedragen ons, alsware
wij geschapen, om onszelven te dienen en
te verheerlijken, en alle schepselen aan onzen
dienst te verbinden.
Zóó is het gesteld met den afzonderlijken
mensch. Hoe staat het nu met de mensch-
heid in het algeméén, met de geheele maat
schappij?
De geest van hoovaardige weerspannig
heid ondermijnt onze tijden; hij haalt de
grondslagen van kerk en staat en huis
gezin omver. Overal ongebondenheid, aller
wege opstand en revolutie, onder de schoon
klinkende leuzen van vrijheid en van ont
voogding, vam zelfgenoegzaamheid en zelf
bestemming. Waar is nog eerbied voor God
en Zijne wetten, voor de Kerk en hare die
naren? Waar is, bij de hoog geprezen de
mocratie onzer dagen, de troon, die niet
kraakt; waar de troon, die niet waggelt;
waar de koning, die den schepter niet in
zijne hand voelt beven? [Waar is de vader,
waar is de moeder, die geen bittere klach
ten uiten en geen tranen van zielsverdriet
schreien over de weerspannigheid hunner
kinderen. Uit de banen van het oproers-
vaandel golft het wachtwoord van Satan:
„Non serviam!" Ik wil niet onderdanig
zijnl
0, verachtelijke spotmantel: o, onteerende
doornenkroon; o. armzalige rietstaf ..Nu be
grijp ik uw taal, daar op 'de schouders,
op het hoofd en in de hand van onzen
versmaden Koning! Nu begrijp ik uwe ge
wichtige les, lieve Jezus! Gij wildet ons,
door Uwe verguizing en versmading, de
nederigheid doen hoogschatten, liefhebben
en beoefenen. Daarom kniel ik eerbiedig
voor mijnen Koning neder, en beschouw
ik in stille ontroering, Uwe wonden, Uw
purperen spotmantel, Uw doornenkroon en
Uw rietstaf. Thans begrijp ik, Meester,
Uwe groote les: „-Leert van Mij, want
Ik ben zachtmoedig en ootmoe
dig van harte."
Neen! Neen! de jjdelheid en de pronk-
zuoht; de eigenwaan, de eer- en heersch-
zucht mogen niet langer in mijn hart ge
vestigd blijven! Wat toch ben ik, of wat
heb ik, dat ik niet van Uwe goedheid ont
vangen heb? Waarom er mij dan nog
over te verhoovaardigen, alsof ik het niet
ontvangen had! Geef mij, lieve Jezus, de
genade, om U, met liefde, in de vernede
ring, gelatenheid en onderwerping te vol
gen. Laat mij deelen in Uwen hoon en in
Uwen smaatj, in Uwe bespotting en in
Uwe verguizing, dan zal ik ook eenmaal
deelen in Uwe verheffing en in Uwe ver
heerlijking.
Alkmaar, den 23en Maart 1918.
M. P. A. OOMS,
D.P.
De vergadering der Voorzitters en Se
cretarissen van Kieskringbesturen en van
het Bestuur van den Algemeenen Bond,
op 23 Februari en 16 Maart LI. te Utrecht
gehouden, heeft de eer het navolgende te
brengen ter kennis van de Katholieke kiezers
van Nederland.
Gevolg gevend aan den van verschil
lende zijden geuiten, goed gemotiveerden
wensch, om leiding te geven bij de a.s.
verkiezingen, heeft zij zich gerechtigd en
verplicht geacht, na kennisneming der op
gemaakte groslijsten, rekening houdend met
de verschillende stroomingen in den lande,
te geven het volgend advies, waaromtrent
zij zich vleit, dat het, als geheel beschouwd,
alom bevrediging schenken zal.
Zij stelt dan voor, de candidatenlijsten
saam te stellen, alsmede ze te combinee
ren in die kieskringen, die tot het indienen
van ééne gelijkluidende lijst besloten, op
de volgende wijze.
1. 's-HERTOGENBOSCH.
1. Mr. J. A. Loeff; 2. Jhr. Mr. A. F. O.
van Sasse van IJsselt; 3. A. N. Fleskens;
4. J. J. Wintermans; 5. F. L. D. T4ivard;
6. Dr. L Deckers; 7. A. F. C. M. Raupp;
8.~M. van Hout; 9. M- Krijgsman; 10. J. J.
Beliën.
II. TILBURG.
1. A. H. A. Arts; 2. W. H. Boogaardt;
3. W. Juten; 4. Mr. Dr. A. v. Rijckevorsel;
5. Dr. G. M. Kusters; 6. J. van Rijzewijk;
7. Mr. A. C. B. Arts; 8. J. Verheyen;
9. Mr. J. A. Veraart; 10. J. Schoenmakers.
III. Kieskringen NIJMEGEN-ARNHEM.
1. Mr. A. Baron van [Wijnbergen; 2.
Mr. J. R. H. van Schaik; 3. G- Bulten;
4. P. J. J. Haazevoet; 5. S. Bruysten;
6. H. Th. Hoogveld; 7. [W. B. Kronen-
burg.
Kieskring UTRECHT.
1. Mr. J. B. L. C- G. Baron de Wijker-
slooth de Weerdesteyn; 2. J. G. Suring;
3. P. H. J. Steenhoff.
Deze lijsten worden als volgt gecombi
neerd:
1. Mr. A. Baron van Wijnbergen; 2.
Mr. J. R. H. van Schaik; 3. Mr. J. B, L.
C. C. Baron de Wijkerslooth de [Weerde
steyn; 4. G. Bulten; 5. P. J. J. Haazevoet;
6. J. G. Suring; 7. S. Bruysten; 8. H.Th.
Hoogveld; 9. P. H. J. Steenhoff; 10. [W.
B. Kronenburg,
IV.
Leiden: 1. Mr. Dr. D. A. P. N. Kooien;
2. Mr. W. J. M. Brantjes van [Rijn; 3. J.
M. Balvers.
Rotterdam: 1. H- Stulemeyer; 2. F. L.
D. Nivard; 3. P. F. M. Thijssen.
Den Haag: 1. Mr. M. 'J. C. M. Kolkman;
Mr, J, Veraart,
Dordrecht: 1. Mr. M. J. C. M. Kolk
man; 2. C. J. Kuiper; 3. G. J. van Marre-
wijk.
Deze vier lijsten worden als volgt ge
combineerd
1. Mr. M. J. C. M. Kolkman; 2. H. Stu
lemeyer; 3. Mr. Dr. D. A. P. N. Kooien;
4. C. J. Kuiper; 5. Mr. W. Jk M. Brantjes
van Rijn; 6. F. L. D. Nivard; 7. Mr. J. A.
Veraart; 8. G. J. van Marrewijk; 9. M.
Balvers; 10. P. F. M. .Thijssen.
.V, AMSTERDAM.
1. J. B. van Dijk; 2. Dr. J. G. C. Vriens;
3. G. J. v. Lingen; 4. P. J. M. Verschure.
VI, HAARLEM—HELDER.
1. Mr. j. B. Bomans; 2. Ch. L- van der
Bilt; Mr. P. j. Reymër; 4. A. B. Mi-
chielsen; 5. Mr. P. van Sonsbeeck; 6. J.
G. Suring.
VII. ZEELAND.
1. P. F- Fruytier; 2. J. W- .Vielings;
3. F. van Waesberghe; 4. Mr. J. Stieger.
VIII. ÖVERIJSEL.
1. A. H. J. Engels; 2. Dr. H. C, L. E.
Berger; 3. Mr. A. E. Baron van Voorst
tot Voorst,
FRIESLAND, GRONINGEN,
DRENTHE.
1. A. C- A. van Vuuren; 2. [W. Frans-
sen; 3. Mr. J. Hermans; 4. H- Brouwer.
Deze lijsten worclen ais volgt gecombi
neerd:
1. A. H- J. Engels; 2. A. C. A. van
.Vuuren; 3. Dr. H. C. L. E. Berger; 4. W.
Franssen; 5. Mr. A. E. Baron van Voorst
tot Voorst; 6. Mr. J. Hermans; 7. H.
Brouwer.
IX. LIMBURG.
1. Mgr. dr. W. H. Nolens; 2. Jhr. Mr.
Ch. J. M. Ruys de BeerenbroUck; 3. M.
C. E. Bongaerts4. Mr. dr. H. y. Groenen-
dael; 5. H. Hermans; 6- J- H. J. Beckers.
Hieraan moge het volgende worden toe
gevoegd:
Bij 't samenstellen van bovengenoemde
negen lijsten is de vergadering uitgegaan
van de meening, dat overal zal worden
vastgehouden aan het ^temmen op 110. "1
van de lijst, opdat de gestelde candidaten
in de aangegeven volgorde worden gekozen.
Waar toch het gansche land voortaan is
één district, zullen de gezamenlijke candi
daten als de candidaten van gansch het
kiezerscorps gelden; de negen lijsten zullen
derhalve als één geheel, in onderling ver
band zijn te beschouwen, maar duidelijk
alleen dan gevolgd worden, indien de ver
schillende Kieskringen er op kunnen reke
nen, dat overal de aangegeven volgorde
wordt in acht genomen.
Zij moge daarom, speciaal met het oog
daarop, o.a. het volgende in overweging
geven:
1. islechts die personen worden op de
kandidatenlijsten gebracht, die verklaren,,
waar mogelijk, in woord en geschrift, te
zullen aanbevelen te stemmen op no. 1
van de lijst;
2. waar de stemming over candidaten
ter vergadering geschiedt, worde, welke
ook de bepalingen van het reglement
mogen wezen, door 't 'Kieskring-bestuur
als geldig erkend d; verklaring eener
locale Kiesvereeniging,, die zulks wenscht,
aat zij zien neert vcieenigd met het gegeven
advies. In dat geval zal nauwkeurig moe
ten worden opgegeven, hoeveel leden ter
vergadering aanwezig waren, wijl immers
zooveel stemmen worden geacht te zijn
uitgebracht,
Gelijk bij het nazien der lijsten blijkt,
komt toch hier en daar eenzelfde naam
op meer dan één lijst voor. Zulks js wen-
sclielijk voorgekomen. Eenzelfde naam komt
echter niet tweemaal voor op een plaats,
waar kans staat gekozen te worden, als
de volgorde gelijk wordt verondersteld
in acht genomen wordt.
Ten aanzien van den Kienkring Lim
burg heeft zij zich bepaald tot de 6 per
sonen, die reeds daar in bijzondere mate
waren naar voren gebracht. Van het aan
bevelen van plaatsvervangers js in over
leg met het Kieskringbestuur afgezien.
Zij acht zich verplicht, genoemd Kies
kringbestuur in overweging te geven na
te gaan, in hoeverre de omtrent Mr. Dr.
H. van Groenendael den laatsten tijd ver
spreide geruchten waarheid "bevatte,, en
voor zooveel noodig, het resultaat van dat
onderzoek te publiceeren, alvorens over
diens definitieve candidaatstelling wordt be
slist,
Zij is verder van oordeel, dat het voor
den goeden gang van zaken op politiek
terrein zeer bevorderlijk zal zijn, indien
de stemming over de candidaten zoo spoe
dig mogelijk plaats heeft, in elk geval
zoo tijdig, dat uiterlijk 1 Mei a.s. in eiken
Kieskring de lijst definitief is vastgesteld.
Het is ten slotte der vergadering hoogst
aangenaam te kunnen meedeelen, dat zij
tot bovenstaand advies omtrent de samen
stelling en combinatie der lijsten en tot
de daaraan toegevoegde mededeelingen en
raadgevingen is gekomen in volkomen
eenstemmigheid. Zij worden door
haar gegeven na rijpe overweging en na
ampele bespreking, van oordeel, dat op
die wijze het belang der Katholieke Staats
partij en het algemeen belang het best wordt
gediend.
Maar daarom meent zij dan ook met
Vertrouwen te mogen vragen, dat haar
advies zal worden opgevolgd; dat allen,
die met haar overtuigd zijn van de zeer
hooge belangen, welke bij deze verkiezin
gen op het spel staan, en die invloed ver
mogen uit te oefenen, zullen bevorderen,
dat het worde nageleefd, en dat in de
eerste plaats de groote, voorname, toon
aangevende Kiesvereenigingen, blijk zullen
geven zich geroepen te gevoelen in deze
een goed voorbeeld te geven.
Een goede gang van zaken, deze eerste
keer, is van onberekenbaren invloed voor
de toekomst.
Namens de vergadering voornoemd:
A1. .VAN [WIJNBERGEN, Voorz.
E, REIJMER, Secretaris,
ALKMAAR.
SAMEN WERKEN.
De Commissie voor het in exploitatie
brengen van terreinen voor Handel en In
dustrie te Alkmaar, ingesteld bij Raads
besluit van 23 Augustus 1917, schrijft ons:
Het moge niet ondienstig geacht wor
den, dat de commissie van advies voor
het in exploitatie brengen van terreinen voor
handel en industrie, tijdens hare werkzaam
heden de publiciteit dier bezigheid niet
geheel verwaarloost.
De publiciteit aan haar werk gegeven is
gegrond op de gedachte „samen werken".
Het spreekt vanzelf, dat de commissie
leden niet in sta^t zijn een oordeel uit
te spreken over steun en voorlichting, welke
verschillende bedrijven behoeven, zonder zich
in nauw contact te stellen met die bedrijven.
De commissie heeft het eerste woord
daartoe gesproken en zich gewend tot de
burgerij en de burgerij heeft geantwoord,
zoodat het. gewenschte pauwe contact ver
kregen is.
Wat nu speciaal de kleine industrie be
treft, heeft deze hier ter stede blijken ge
geven van een opgewekt leven, van een
meegaan met nieuwere denkbeelden, van
een steeds toenemende behoefte aan samen
werking.
Dit onderwerp „samenwerking in de
kleinindustrie" heeft dam ook hoe langer hoe
meer de belangstelling der commissie op
gewekt. Zij heeft zich beijverd op de hoogte
te komen van de grondslagen waajrop
samenwerking een goed resultaat zou kun
nen hebben.
In 191S nog een pleidooi te houden over
het nut van coöperatie is weloverbodig
het geldt hier dus uitsluitend de prae-
tische mogelijkheid te onderzoeken voor ver
schillende bedrijven, om tot samenwerking
te komen.
Nu isi samen werken op twee wijzen te
lezen: lo. door den klemtoon te leggen op
werken en 2o. door den klemtoon te leg
gen op samen.
Dit is geen spitsvondigheid; het verschil
in klemtoon duidt twee geheel afzonderlijke
begrippen aan. -
Samen wérken wil zeggen het werken
van niets met elkander gemeen hebbende
in één lokaliteit of gebouw.
Hiervoor is de oplossing het bouwen
van één groote werkplaats, die öf van
binnen verdeeld is in cellen welke afzonder
lijk verhuurd worden, centraal verwarmd,
verlicht, geventileerd, etc. öf onverdeelde
ruimte biedend aan personen, die elk voor
zich zelf naast elkander werken.
Buiten ons vaderland wordt deze oplos
sing gevolgd en naar het schijnt levert dit
samen wérken in de practijk geen moeie-
lijkheden op.
Of het aanbevelenswaardig is, dit voor
beeld in ons vaderland na te volgen?
Hierop kan met een beslist neen geant
woord worden en hiermede vervalt dus het
denkbeeld „concentratie van kleinbedrijven
in één groot gebouw".
Alle geraadpleegde autoriteiten waren een
stemmig overtuigd, dat van de exploitatie
van een dergelijk gebouw voor dit doel
niets terecht zou komen.
AnUt-jo vvwiilt Uc sak warmppr
men onder samenwerken werkelijk coöpera
tie verstaat, d.w.z. wanneer men personen
de gelegenheid geeft samen te werken aan
een gemeenschappelijk doel in een lokaliteit,
die speciaal voor dit doel is ingericht.
De voordeelen van dit stelsel boven het
individueele stelsel liggen voor de hand.
lo. de werkplaats kan geheel worden
ingericht voor een bepaald bedrijf;
2o. de werkplaats en inventaris kaïn ver
kocht of verhuurd worden aan een coöpe
ratieve vereeniging in plaats van aan voor
het grootste deel individueel geldelijk niet
al te sterke krachten;
3o. de onderlinge verhouding in de werk
plaats en het toezicht verbeteren door
eigen controle. Ieder is verplicht zich zoo
danig te gedragen en te werken, dat de
meest mogelijke financieele resultaten ge
meenschappelijk verkregen worden
4o. men heeft te doen mét concrete ge
vallen, en kan dus vooraf een afgerond
plan uitwerken, men weet hoe groot de be-
noodigde ruimten moeten zijn en js zeker,
dat deze ruimten niet onbenut, op een scha
depost zullen uitkomen;
5o. brand- en ongevallengevaar (dus ver
zekering) wordt voor elk bedrijf afzon
derlijk bepaald, zoodat de niet gevaarlijke
bedrijven niet behoeven te worden belast
met de risico's der gevaarlijke bedrijven.
De door de commissie geraadpleegde
autoriteiten geven dan ook in overweging
het paviljoen-systeem te volgen bij het bou
wen, en te verhuren aan coöperatieve ver-
eenigingen.
Deze raadgevingen vinden reeds hier en
daar in geïnteresseerde kringen in onze
gemeente instemming.
In de meeste bedrijven is het financieele
bezwaar tegen coöperatie piet groot, het
bedrijfskapitaal behoeft niet groot te zijn;
de aandeelen kunnen klein zijn en de daarop
te storten som slechts een onderdeel, daar
enboven kan de inventaris dan nog als
onderpand gegeven worden voor een leening
bij een Middenstands Crediet- of Hanze-
bond.
Dit zijn de raadgevingen, die de com
missie van advies hierbij aan belangheb
benden wenscht over te leggen.
Om een goede interne regeling, een huis
houdelijk reglement samen te stellen, dienen
de bedrijven zich te richten tot rijksvak-
leeraren, rijksnijverheidsconsulenten en an
dere speciale deskundigen.
De vraag nu, die de commissie van
advies hierbij aan de burgerij wil stellen,
is deze: „Wenscht ge, dat met uwe speciale
vakbelangen rekening zal gehouden worden
bij het ontwerpen van afzonderlijke werk
plaatsen
Zoo ja, meldt u dan thans aan, dan is
misschien een goed geheel ,te verkrijgen.
Het spreekt van zelf, dat verschillende
bedrijven hun eigen eischen zullen hébben
en die wil de commissie nu juist gaarne
ieeren kennen.
In het eene bedrijf zullen de arbeiders
zelf een coöperatie kunne» vormen, 1» ten
ander bedrijf zullen de werkgevers geza
menlijk een lokaliteit willen huren. In 't
eene geval zullen de werkgevers tegen sa
men wèrking der arbeiders geen bezwaar
hebben, eiders zuilen de werkgevers elk
een atzonderlijk lokaal wenschen voor hunne
arbeiders.
Het komt der commissie nuttig voor
speciaal de aandacht te vestigen op het
tehuis werken.
Op den duur wordt dit verboden, ten
einde een eind te maken aan redeloos
lange werkuren, te werk stellen van de
jeugdige personen en aan onhygiënische
toestanden.
Maar wat dan? wanneer de wet het
huiswerken verbiedt?
Daarmede toch wordt een deel bonafide
arbeid ook belet; men moet dus tijdig over
leg plegen waar deze bonafide arbeid onder
dak te brengen?
Heeft men daarvoor geschikte arbeids-
ruimten
De commissie heeft zich deze vraag ge
steld en gemeend die te moeten publiceeren.
Gaarne zal zij overleg plegen met hen,
die^meenen, dat dit overleg in hun voor
deel zou kunnen zijn.
Secretariaat van Advies:
Fabrieksweg E 16.
„HUISVERZORGING."
Niettegenstaande de hooge drukkosten en
papierprijzen meent het bestuur van „Huis
verzorging" hare contribueerende leden toch
een jaarverslag over 1917 te moeten aafi-
bieden om hen op de hoogte te houden van
hare werkzaamheden. Van de belangstel
ling der contribueerende leden toch hangt
af, of „Huisverzorging" hare taak: „om in
de minder gegoede en arbeidersgezinnen
hulp te verschaffen, waar de vrouw door
ziekte tijdelijk verhinderd is haar werk te
doen", zal kunnen vervullen.
Er kwamen 70 aanvragen voor hulp in,
waarvan er 56 zijn geholpen. In de 14 andere
gevallen was hulp overbodig, doordat het
gezin er ten slotte zelf in kon voorzien.
In 't geheel werden aan hulp verleend:
366 heele werkdagen, 378 halve werkdagen,
214 heele waschdagen, 31 halve wasch-
dagen, 7[2 toeslagen, en wel aan: 31
Roomsch-Kath. gezinnen en 25 Protestant-
sche gezinnen.
In het bestuur had dit jaar geen verande
ring plaats.
Op 1 Januari 1917 was volgens rooster
Mej. v. Rijn aan de beurt van aftreden;
zij was echter eenmaal als bestuurslid 'her
kiesbaar en is als zoodanig herkozen.
De samenwerking met de bezoeksters
bleef even aangenaam als te voren. De
financiën gaven geen reden tot klagen, wat
voor een groot deel te danken is aan de
subsidie van onze moedervereeniging ,,Het
„Witte Kruis".
Ondanks de drukkende tijdsomstandig
heden gaat „Huisverzorging" dus met moed
het nieuwe jaar tegemoet, hopende door
haar arbeid in' de gezinnen, die het nu
moeilijker hebben dan ooit, wat verlichting
te brengen.
INGEKOMEN PERSONEN.
M. Schoenmaker, N.H., verpleegster, Pa
ternosterstraat, Venhuizen. F. H. R.
Delachaux, R.K., controleur der opiumregie,
Cimiwv»Li~~l 4, O. TrvrJiJfl \/pryppj*^
R.K., db„ Kennemerstraatweg 123, JLim-
men. A. Hakhoff, N.H., houtzager, van
der Woudestraat 52, Hoorn. J. ten
Oever, N.H., z., Baansingel 3, Meppel.
C. Jonges-Alblas, N.H., z., Kennemerstraat
weg 30, Amsterdam.'J. Rijnhart, N.H.,
z., Nieuwpoortslaan 49, Utrecht. C.
Hofman, N.H., timmerman, St. Annastraat
23, Amsterdam. H- JFeijën, R.K., fabrp
kant in slobkousen, Stationsstraat 2a, Hel
der. D. [Wansink, N.H., schildersknecht,
Stuartstraat 50, Nieuwe Niedorp. 'T.
Schaak, N.H., landb.knecht, Meerweg 30,
Bergen. M. Brouwer, G.K., db., Kool
tuin 13, Urk. D. Kramer, G.K., db.,
Kooltuin 13, -Urk. P. de Jong, beton
werker, Omval 64, Rotterdam. H. E.
de Haan, Rem., verpleegster, Laat 116,
Huizen. Wed. H- H- Revers, R.K., z„
Steijnstraat 29, Heiloo. E. Pheiffer-
Hart, R.K., z„ Liefdelaan 13, Helder.
A. Nieters, R.K., db., 2e Kabelstraat 2,
Helder. T. Dijkmans, N.H., brood
bakker, Fiiidsen 92, Loon op Zand.
G. H. Rubingh, geen, db., Zeglis 45,
Zaandam. M. van Runt, N.H., kin
derjuf fr., Nassauplein 15, Weesp. G.
M. Platenburg, R,K., kinderjuffr., Nieuwe-
sloot 47, Gouda. E- van Dompselaar,
D.G., z., Achterstraat 45, [Wieringerwaard.
C. M. Schouten, R.K., ass. apothekeres,
Verdronkenoord 121, Amsterdam. Wed.
C. Kos, N.H./Rem., z., Snaarmanslaan ,108,
Amsterdam. C. Schenke, D.G., z., Mid
denstraat 22, Leeuwarden. W- van Ben-
nekom, R.K., onderwijzeres, [Doelenstraat
13, H.H.Waard. J. J. E. Marjot, R.K.,
onderwijzeres, Huigbrouwerstraat 16, H.H.-
Waard. E. A. C. Tersteege, R.K., elec-
tricien, Verl. Landstraat 42, Amsterdam.
T. G. de Munk, R.K., kleermaker, Hei
ligland 38, Heiloo.
VERTROKKEN PERSONEN.
P. H. J. du Crocq, N.H., arbeider, Laat
120, Oudkarspel. Wed. H- P- Zeek,
R.K., naaister, Nieuwlandersingel 1, Amster
dam. J. E. Hackert-Tijke, N.H., z., St.
Annastraat 23, Den Haag. A. Jonker,
N.H., schilder, Snaarmanslaan 57, Anna
Paulowna. H. M- Veer, R.K., winkel*
juffr., Verdronkenoord 111, Bergen. A.
C. Bakkum, R.K., z„ Oudegracht 150, Am
sterdam. I. Voerman, N.H., winkeljuffr.,
Druivenlaan 46, Steenwijk. J. A. Qijzen,
R.K., kok, Bergerweg 18, Rotterdam.
M. C. Koesemans, N.H., winkeljuffrouw,
Grensstraat 12, Amsterdam. H- J.
Elfring, N.H., broodbakker, Koningsweg
36, Rijnsburg. F- J. Trel, R.K., buf-
fetbed., Lombardsteeg 4, Leiden. C.
Jonker, R.K., stalknecht, Zeglis 135, St.
Maarten. J. van der Himst, R.K., koet
sier, Omval 5, Castricum. M. M. Wie
man, R.K., db., Kinheimstraat 35, Rhoon.
A. Hoogland-Habiecht, R.K., z., Ra
men 22, Castricum. J. Jonker, N.H.,
arbeider, Omval 54, Oudorp. H. J.
P, Willemsen, N.H., meubelmaker, Lange*
taan Den Haag, A. C. Breed, N-IL,