TWEEDE BLAD. Zaterdag 23 Maart 1918 No. 35 In den H. Vastentijd Politiek Advies. (IVS BLAD. 7, Het kwade voorbeeld der grooten geelt voet aan de minderen, om veel verder te gaan, en zelfs tot het uiterste te komen. Zie, Pilatus heeft den .Verlosser schamper en spottend „Koning der Joden" genoemd; de soldaten nu, niet tevreden met Jezus ten bloede toe gegeeseld te- hebben, zullen zich aan dat gewaande koningschap in een barbaarsch Tduchtspel verlustigen: Op, man nen! laten wij onzen koning huldigen! Nie mand blijve achterwege, hij zou het zich later beklagen, zulk een schouwspel werd nooit vertoond! Ha! Koning der Joden, hier is uw vor stelijke kroon, zoo smalen de wreedaards, en duwen tegelijk den zachtmoedigen Hei land op een ruwen steenblok neder. Met woest geweld rukken de beulen hun slacht offer andermaal de kleederen van het lijf, die in het bloedige vleesch zitten vastge kleefd, zoodat de woestaards de halfge sloten wonden weer openrijten. Dan wer pen zij over de verscheurde schouders des Heeren een purperen spotmantel en zij lachen uitbundig, en dartelen spottend: Goed zóó, dat is eerst recht een passende klee ding voor onzen heer én koning. Zóó aan schouwde Hem in den geest de Profeet Isaias, terwijl hij vroeg: „Waarom, o Heer, zie ik U bedekt piet dat roode kleed?" En de Heer antwoordde: „Het bloed der menschen is op Mij gevallen, en daarom zijn Mijne kleederen bezoedeld en door trokken." Door onzen hoogmoed hebben wij 't kleed der helligmakende genade verloren en heeft de Satan ons de livrei der slavernij om de schouders geworpen; door deze diepe ver nedering heeft Jezus ons het oorspronke lijk gewaad der onschuld teruggeschonken. De tooneelkoning moet nog verder worden uitgedost. Keizers en koningen dragen een kroon op hunne hoofden. Ook onzen koning mag het aan een vorstelijke diadeem niet ontbre ken, eene passende wrong moet zijne sla pen sieren! O. vindingrijke wreedheid! Zie, de beulen vlechten een kroon of liever een helm of hoed van doornen, zetten dien met ruw geweld op het aanbiddelijk hoofd des Heeren, en drukken hem stevig in den schedel vast. Tot dien prijs moest onze Ver losser de vervloeking van het paradijs: dis- telen en doornen zal de aarde u voort brengen: in zegen veranderen. De aarde van 's menschen hart had niets dan distelen en doornen van zonde voortgebracht, daarom wilde de Heiland tot boeting dier zonden, eene kroon van doornen dragen. Nog is de spotzucht dier woestelingen niet bevredigd. Keizers en koningen voeren ook een schepter tot teeken hunner heerschappij. Daarom geven de beulen den Heer een j-iet- stok in Zijne handen, om Zijne Majesteit als ingebeeld, ijdel en nietswaardig te be schimpen. Niet beter kon onze ijdele zelf verheffing, onze hooghartige zelfgenoeg zaamheid. worden afgebeeld, dan door een broos en zwak riet, dat door den gering- sten wind wordt heen en weer bewogen en voor den geringsten last buigt en breekt. De koning moet nog de waardige huldi ging zijner onderdanen ontvangen. Zie uw Jezus daar op Zijnen troon gezeten, met den purperen mantel omhan gen, met doornen gekroond, dragende een rietstaf in Zijne rechterhand. Daar komen de uitgelatenen tot hun spot- kening. Onder luid geschater knielen zij voor Hem neder en roepen spottend: „Wees ge groet, Koning der Joden." Zij staren den Heer grijnzend in Zijn pijnlijk gelaat, en spuwen Hem in het aangezicht, waarlangs de hloeddruppelen neervallen. Zij rukken den rietstok uit 's Heeren hand en slaan Hem daarmede op het hoofd, om de door nenkroon daarop te bevestigen. Niemand wil onderdoen, niemand wil achterblijven, om den profeet bij zijne troonsbestijging de verschuldigde hulde te brengen. Onder aanhoudend hoongelach herhalen allen de zelfde begroeting en dezelfde plichtsple- ging: „Wees gegroet, Koning der Joden." En wat doet de zachtzinnige Jezus, ge kroond met de kroon der verdrukking en verpletterd onder de vernederingen? O, Hij buigt Zich zoo diep onder de slagen der goddelijke gerechtigheid, Hij drinkt met zoo veel liefde uit den kelk der versmading. Geen bloeddruppel vloeit over Zijn ge zegend gelaat, geen slag of stoot ontvangt Hij op de smadelijke kroon, welke Hij niet met de volmaakste onderwerping aan Zijnen hemelschen Vader aanbiedt. Jezus boet voor den gruwel onzer hoovaardij, Hij wenscht zoo diep mogelijk vernederd, verguisd en vertreden te worden "teneinde eerherstel te geven aan de beleedigde Majesteit Gods. Mateloos is onze hoogmoed, daarom is ook Jezus' vernedering zonder paal en perk. Slaan wij eens ernstig een blik in eigen hart: Opgeblazen van hoogmoed want zóó is de godslasteraar; zóó is de onrechtvaar dige; zóó is de onkuischaard opgeblazen van hoogmoed vervolgen wij onzen weg, onzen naasten verachtend en onzen Schep per niet ontziende. Ons wóórd moet wét 2iin, tegenspraak dulden wij; niet. Wij vor deren allerwege gehoorzaamheid, maar zelf weigeren we haar aan onze overheid om de nietigste redenen. [Wij bewonderen ons verstand, onze kundigheden en ons talent, en kunnen niet dulden, dat wij door anderen niet bewonderd worden. Met een dwaas wel behagen openbaren wij onze zoogenaamde edele gedachten, begeerten en plannen; woorden en werken; doch bedekken, met de grootste omzichtigheid, al hetgeen ons, ook maar eenigtszins, tot oneer kan verstrek ken. Wij leven en gedragen ons, alsware wij geschapen, om onszelven te dienen en te verheerlijken, en alle schepselen aan onzen dienst te verbinden. Zóó is het gesteld met den afzonderlijken mensch. Hoe staat het nu met de mensch- heid in het algeméén, met de geheele maat schappij? De geest van hoovaardige weerspannig heid ondermijnt onze tijden; hij haalt de grondslagen van kerk en staat en huis gezin omver. Overal ongebondenheid, aller wege opstand en revolutie, onder de schoon klinkende leuzen van vrijheid en van ont voogding, vam zelfgenoegzaamheid en zelf bestemming. Waar is nog eerbied voor God en Zijne wetten, voor de Kerk en hare die naren? Waar is, bij de hoog geprezen de mocratie onzer dagen, de troon, die niet kraakt; waar de troon, die niet waggelt; waar de koning, die den schepter niet in zijne hand voelt beven? [Waar is de vader, waar is de moeder, die geen bittere klach ten uiten en geen tranen van zielsverdriet schreien over de weerspannigheid hunner kinderen. Uit de banen van het oproers- vaandel golft het wachtwoord van Satan: „Non serviam!" Ik wil niet onderdanig zijnl 0, verachtelijke spotmantel: o, onteerende doornenkroon; o. armzalige rietstaf ..Nu be grijp ik uw taal, daar op 'de schouders, op het hoofd en in de hand van onzen versmaden Koning! Nu begrijp ik uwe ge wichtige les, lieve Jezus! Gij wildet ons, door Uwe verguizing en versmading, de nederigheid doen hoogschatten, liefhebben en beoefenen. Daarom kniel ik eerbiedig voor mijnen Koning neder, en beschouw ik in stille ontroering, Uwe wonden, Uw purperen spotmantel, Uw doornenkroon en Uw rietstaf. Thans begrijp ik, Meester, Uwe groote les: „-Leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en ootmoe dig van harte." Neen! Neen! de jjdelheid en de pronk- zuoht; de eigenwaan, de eer- en heersch- zucht mogen niet langer in mijn hart ge vestigd blijven! Wat toch ben ik, of wat heb ik, dat ik niet van Uwe goedheid ont vangen heb? Waarom er mij dan nog over te verhoovaardigen, alsof ik het niet ontvangen had! Geef mij, lieve Jezus, de genade, om U, met liefde, in de vernede ring, gelatenheid en onderwerping te vol gen. Laat mij deelen in Uwen hoon en in Uwen smaatj, in Uwe bespotting en in Uwe verguizing, dan zal ik ook eenmaal deelen in Uwe verheffing en in Uwe ver heerlijking. Alkmaar, den 23en Maart 1918. M. P. A. OOMS, D.P. De vergadering der Voorzitters en Se cretarissen van Kieskringbesturen en van het Bestuur van den Algemeenen Bond, op 23 Februari en 16 Maart LI. te Utrecht gehouden, heeft de eer het navolgende te brengen ter kennis van de Katholieke kiezers van Nederland. Gevolg gevend aan den van verschil lende zijden geuiten, goed gemotiveerden wensch, om leiding te geven bij de a.s. verkiezingen, heeft zij zich gerechtigd en verplicht geacht, na kennisneming der op gemaakte groslijsten, rekening houdend met de verschillende stroomingen in den lande, te geven het volgend advies, waaromtrent zij zich vleit, dat het, als geheel beschouwd, alom bevrediging schenken zal. Zij stelt dan voor, de candidatenlijsten saam te stellen, alsmede ze te combinee ren in die kieskringen, die tot het indienen van ééne gelijkluidende lijst besloten, op de volgende wijze. 1. 's-HERTOGENBOSCH. 1. Mr. J. A. Loeff; 2. Jhr. Mr. A. F. O. van Sasse van IJsselt; 3. A. N. Fleskens; 4. J. J. Wintermans; 5. F. L. D. T4ivard; 6. Dr. L Deckers; 7. A. F. C. M. Raupp; 8.~M. van Hout; 9. M- Krijgsman; 10. J. J. Beliën. II. TILBURG. 1. A. H. A. Arts; 2. W. H. Boogaardt; 3. W. Juten; 4. Mr. Dr. A. v. Rijckevorsel; 5. Dr. G. M. Kusters; 6. J. van Rijzewijk; 7. Mr. A. C. B. Arts; 8. J. Verheyen; 9. Mr. J. A. Veraart; 10. J. Schoenmakers. III. Kieskringen NIJMEGEN-ARNHEM. 1. Mr. A. Baron van [Wijnbergen; 2. Mr. J. R. H. van Schaik; 3. G- Bulten; 4. P. J. J. Haazevoet; 5. S. Bruysten; 6. H. Th. Hoogveld; 7. [W. B. Kronen- burg. Kieskring UTRECHT. 1. Mr. J. B. L. C- G. Baron de Wijker- slooth de Weerdesteyn; 2. J. G. Suring; 3. P. H. J. Steenhoff. Deze lijsten worden als volgt gecombi neerd: 1. Mr. A. Baron van Wijnbergen; 2. Mr. J. R. H. van Schaik; 3. Mr. J. B, L. C. C. Baron de Wijkerslooth de [Weerde steyn; 4. G. Bulten; 5. P. J. J. Haazevoet; 6. J. G. Suring; 7. S. Bruysten; 8. H.Th. Hoogveld; 9. P. H. J. Steenhoff; 10. [W. B. Kronenburg, IV. Leiden: 1. Mr. Dr. D. A. P. N. Kooien; 2. Mr. W. J. M. Brantjes van [Rijn; 3. J. M. Balvers. Rotterdam: 1. H- Stulemeyer; 2. F. L. D. Nivard; 3. P. F. M. Thijssen. Den Haag: 1. Mr. M. 'J. C. M. Kolkman; Mr, J, Veraart, Dordrecht: 1. Mr. M. J. C. M. Kolk man; 2. C. J. Kuiper; 3. G. J. van Marre- wijk. Deze vier lijsten worden als volgt ge combineerd 1. Mr. M. J. C. M. Kolkman; 2. H. Stu lemeyer; 3. Mr. Dr. D. A. P. N. Kooien; 4. C. J. Kuiper; 5. Mr. W. Jk M. Brantjes van Rijn; 6. F. L. D. Nivard; 7. Mr. J. A. Veraart; 8. G. J. van Marrewijk; 9. M. Balvers; 10. P. F. M. .Thijssen. .V, AMSTERDAM. 1. J. B. van Dijk; 2. Dr. J. G. C. Vriens; 3. G. J. v. Lingen; 4. P. J. M. Verschure. VI, HAARLEM—HELDER. 1. Mr. j. B. Bomans; 2. Ch. L- van der Bilt; Mr. P. j. Reymër; 4. A. B. Mi- chielsen; 5. Mr. P. van Sonsbeeck; 6. J. G. Suring. VII. ZEELAND. 1. P. F- Fruytier; 2. J. W- .Vielings; 3. F. van Waesberghe; 4. Mr. J. Stieger. VIII. ÖVERIJSEL. 1. A. H. J. Engels; 2. Dr. H. C, L. E. Berger; 3. Mr. A. E. Baron van Voorst tot Voorst, FRIESLAND, GRONINGEN, DRENTHE. 1. A. C- A. van Vuuren; 2. [W. Frans- sen; 3. Mr. J. Hermans; 4. H- Brouwer. Deze lijsten worclen ais volgt gecombi neerd: 1. A. H- J. Engels; 2. A. C. A. van .Vuuren; 3. Dr. H. C. L. E. Berger; 4. W. Franssen; 5. Mr. A. E. Baron van Voorst tot Voorst; 6. Mr. J. Hermans; 7. H. Brouwer. IX. LIMBURG. 1. Mgr. dr. W. H. Nolens; 2. Jhr. Mr. Ch. J. M. Ruys de BeerenbroUck; 3. M. C. E. Bongaerts4. Mr. dr. H. y. Groenen- dael; 5. H. Hermans; 6- J- H. J. Beckers. Hieraan moge het volgende worden toe gevoegd: Bij 't samenstellen van bovengenoemde negen lijsten is de vergadering uitgegaan van de meening, dat overal zal worden vastgehouden aan het ^temmen op 110. "1 van de lijst, opdat de gestelde candidaten in de aangegeven volgorde worden gekozen. Waar toch het gansche land voortaan is één district, zullen de gezamenlijke candi daten als de candidaten van gansch het kiezerscorps gelden; de negen lijsten zullen derhalve als één geheel, in onderling ver band zijn te beschouwen, maar duidelijk alleen dan gevolgd worden, indien de ver schillende Kieskringen er op kunnen reke nen, dat overal de aangegeven volgorde wordt in acht genomen. Zij moge daarom, speciaal met het oog daarop, o.a. het volgende in overweging geven: 1. islechts die personen worden op de kandidatenlijsten gebracht, die verklaren,, waar mogelijk, in woord en geschrift, te zullen aanbevelen te stemmen op no. 1 van de lijst; 2. waar de stemming over candidaten ter vergadering geschiedt, worde, welke ook de bepalingen van het reglement mogen wezen, door 't 'Kieskring-bestuur als geldig erkend d; verklaring eener locale Kiesvereeniging,, die zulks wenscht, aat zij zien neert vcieenigd met het gegeven advies. In dat geval zal nauwkeurig moe ten worden opgegeven, hoeveel leden ter vergadering aanwezig waren, wijl immers zooveel stemmen worden geacht te zijn uitgebracht, Gelijk bij het nazien der lijsten blijkt, komt toch hier en daar eenzelfde naam op meer dan één lijst voor. Zulks js wen- sclielijk voorgekomen. Eenzelfde naam komt echter niet tweemaal voor op een plaats, waar kans staat gekozen te worden, als de volgorde gelijk wordt verondersteld in acht genomen wordt. Ten aanzien van den Kienkring Lim burg heeft zij zich bepaald tot de 6 per sonen, die reeds daar in bijzondere mate waren naar voren gebracht. Van het aan bevelen van plaatsvervangers js in over leg met het Kieskringbestuur afgezien. Zij acht zich verplicht, genoemd Kies kringbestuur in overweging te geven na te gaan, in hoeverre de omtrent Mr. Dr. H. van Groenendael den laatsten tijd ver spreide geruchten waarheid "bevatte,, en voor zooveel noodig, het resultaat van dat onderzoek te publiceeren, alvorens over diens definitieve candidaatstelling wordt be slist, Zij is verder van oordeel, dat het voor den goeden gang van zaken op politiek terrein zeer bevorderlijk zal zijn, indien de stemming over de candidaten zoo spoe dig mogelijk plaats heeft, in elk geval zoo tijdig, dat uiterlijk 1 Mei a.s. in eiken Kieskring de lijst definitief is vastgesteld. Het is ten slotte der vergadering hoogst aangenaam te kunnen meedeelen, dat zij tot bovenstaand advies omtrent de samen stelling en combinatie der lijsten en tot de daaraan toegevoegde mededeelingen en raadgevingen is gekomen in volkomen eenstemmigheid. Zij worden door haar gegeven na rijpe overweging en na ampele bespreking, van oordeel, dat op die wijze het belang der Katholieke Staats partij en het algemeen belang het best wordt gediend. Maar daarom meent zij dan ook met Vertrouwen te mogen vragen, dat haar advies zal worden opgevolgd; dat allen, die met haar overtuigd zijn van de zeer hooge belangen, welke bij deze verkiezin gen op het spel staan, en die invloed ver mogen uit te oefenen, zullen bevorderen, dat het worde nageleefd, en dat in de eerste plaats de groote, voorname, toon aangevende Kiesvereenigingen, blijk zullen geven zich geroepen te gevoelen in deze een goed voorbeeld te geven. Een goede gang van zaken, deze eerste keer, is van onberekenbaren invloed voor de toekomst. Namens de vergadering voornoemd: A1. .VAN [WIJNBERGEN, Voorz. E, REIJMER, Secretaris, ALKMAAR. SAMEN WERKEN. De Commissie voor het in exploitatie brengen van terreinen voor Handel en In dustrie te Alkmaar, ingesteld bij Raads besluit van 23 Augustus 1917, schrijft ons: Het moge niet ondienstig geacht wor den, dat de commissie van advies voor het in exploitatie brengen van terreinen voor handel en industrie, tijdens hare werkzaam heden de publiciteit dier bezigheid niet geheel verwaarloost. De publiciteit aan haar werk gegeven is gegrond op de gedachte „samen werken". Het spreekt vanzelf, dat de commissie leden niet in sta^t zijn een oordeel uit te spreken over steun en voorlichting, welke verschillende bedrijven behoeven, zonder zich in nauw contact te stellen met die bedrijven. De commissie heeft het eerste woord daartoe gesproken en zich gewend tot de burgerij en de burgerij heeft geantwoord, zoodat het. gewenschte pauwe contact ver kregen is. Wat nu speciaal de kleine industrie be treft, heeft deze hier ter stede blijken ge geven van een opgewekt leven, van een meegaan met nieuwere denkbeelden, van een steeds toenemende behoefte aan samen werking. Dit onderwerp „samenwerking in de kleinindustrie" heeft dam ook hoe langer hoe meer de belangstelling der commissie op gewekt. Zij heeft zich beijverd op de hoogte te komen van de grondslagen waajrop samenwerking een goed resultaat zou kun nen hebben. In 191S nog een pleidooi te houden over het nut van coöperatie is weloverbodig het geldt hier dus uitsluitend de prae- tische mogelijkheid te onderzoeken voor ver schillende bedrijven, om tot samenwerking te komen. Nu isi samen werken op twee wijzen te lezen: lo. door den klemtoon te leggen op werken en 2o. door den klemtoon te leg gen op samen. Dit is geen spitsvondigheid; het verschil in klemtoon duidt twee geheel afzonderlijke begrippen aan. - Samen wérken wil zeggen het werken van niets met elkander gemeen hebbende in één lokaliteit of gebouw. Hiervoor is de oplossing het bouwen van één groote werkplaats, die öf van binnen verdeeld is in cellen welke afzonder lijk verhuurd worden, centraal verwarmd, verlicht, geventileerd, etc. öf onverdeelde ruimte biedend aan personen, die elk voor zich zelf naast elkander werken. Buiten ons vaderland wordt deze oplos sing gevolgd en naar het schijnt levert dit samen wérken in de practijk geen moeie- lijkheden op. Of het aanbevelenswaardig is, dit voor beeld in ons vaderland na te volgen? Hierop kan met een beslist neen geant woord worden en hiermede vervalt dus het denkbeeld „concentratie van kleinbedrijven in één groot gebouw". Alle geraadpleegde autoriteiten waren een stemmig overtuigd, dat van de exploitatie van een dergelijk gebouw voor dit doel niets terecht zou komen. AnUt-jo vvwiilt Uc sak warmppr men onder samenwerken werkelijk coöpera tie verstaat, d.w.z. wanneer men personen de gelegenheid geeft samen te werken aan een gemeenschappelijk doel in een lokaliteit, die speciaal voor dit doel is ingericht. De voordeelen van dit stelsel boven het individueele stelsel liggen voor de hand. lo. de werkplaats kan geheel worden ingericht voor een bepaald bedrijf; 2o. de werkplaats en inventaris kaïn ver kocht of verhuurd worden aan een coöpe ratieve vereeniging in plaats van aan voor het grootste deel individueel geldelijk niet al te sterke krachten; 3o. de onderlinge verhouding in de werk plaats en het toezicht verbeteren door eigen controle. Ieder is verplicht zich zoo danig te gedragen en te werken, dat de meest mogelijke financieele resultaten ge meenschappelijk verkregen worden 4o. men heeft te doen mét concrete ge vallen, en kan dus vooraf een afgerond plan uitwerken, men weet hoe groot de be- noodigde ruimten moeten zijn en js zeker, dat deze ruimten niet onbenut, op een scha depost zullen uitkomen; 5o. brand- en ongevallengevaar (dus ver zekering) wordt voor elk bedrijf afzon derlijk bepaald, zoodat de niet gevaarlijke bedrijven niet behoeven te worden belast met de risico's der gevaarlijke bedrijven. De door de commissie geraadpleegde autoriteiten geven dan ook in overweging het paviljoen-systeem te volgen bij het bou wen, en te verhuren aan coöperatieve ver- eenigingen. Deze raadgevingen vinden reeds hier en daar in geïnteresseerde kringen in onze gemeente instemming. In de meeste bedrijven is het financieele bezwaar tegen coöperatie piet groot, het bedrijfskapitaal behoeft niet groot te zijn; de aandeelen kunnen klein zijn en de daarop te storten som slechts een onderdeel, daar enboven kan de inventaris dan nog als onderpand gegeven worden voor een leening bij een Middenstands Crediet- of Hanze- bond. Dit zijn de raadgevingen, die de com missie van advies hierbij aan belangheb benden wenscht over te leggen. Om een goede interne regeling, een huis houdelijk reglement samen te stellen, dienen de bedrijven zich te richten tot rijksvak- leeraren, rijksnijverheidsconsulenten en an dere speciale deskundigen. De vraag nu, die de commissie van advies hierbij aan de burgerij wil stellen, is deze: „Wenscht ge, dat met uwe speciale vakbelangen rekening zal gehouden worden bij het ontwerpen van afzonderlijke werk plaatsen Zoo ja, meldt u dan thans aan, dan is misschien een goed geheel ,te verkrijgen. Het spreekt van zelf, dat verschillende bedrijven hun eigen eischen zullen hébben en die wil de commissie nu juist gaarne ieeren kennen. In het eene bedrijf zullen de arbeiders zelf een coöperatie kunne» vormen, 1» ten ander bedrijf zullen de werkgevers geza menlijk een lokaliteit willen huren. In 't eene geval zullen de werkgevers tegen sa men wèrking der arbeiders geen bezwaar hebben, eiders zuilen de werkgevers elk een atzonderlijk lokaal wenschen voor hunne arbeiders. Het komt der commissie nuttig voor speciaal de aandacht te vestigen op het tehuis werken. Op den duur wordt dit verboden, ten einde een eind te maken aan redeloos lange werkuren, te werk stellen van de jeugdige personen en aan onhygiënische toestanden. Maar wat dan? wanneer de wet het huiswerken verbiedt? Daarmede toch wordt een deel bonafide arbeid ook belet; men moet dus tijdig over leg plegen waar deze bonafide arbeid onder dak te brengen? Heeft men daarvoor geschikte arbeids- ruimten De commissie heeft zich deze vraag ge steld en gemeend die te moeten publiceeren. Gaarne zal zij overleg plegen met hen, die^meenen, dat dit overleg in hun voor deel zou kunnen zijn. Secretariaat van Advies: Fabrieksweg E 16. „HUISVERZORGING." Niettegenstaande de hooge drukkosten en papierprijzen meent het bestuur van „Huis verzorging" hare contribueerende leden toch een jaarverslag over 1917 te moeten aafi- bieden om hen op de hoogte te houden van hare werkzaamheden. Van de belangstel ling der contribueerende leden toch hangt af, of „Huisverzorging" hare taak: „om in de minder gegoede en arbeidersgezinnen hulp te verschaffen, waar de vrouw door ziekte tijdelijk verhinderd is haar werk te doen", zal kunnen vervullen. Er kwamen 70 aanvragen voor hulp in, waarvan er 56 zijn geholpen. In de 14 andere gevallen was hulp overbodig, doordat het gezin er ten slotte zelf in kon voorzien. In 't geheel werden aan hulp verleend: 366 heele werkdagen, 378 halve werkdagen, 214 heele waschdagen, 31 halve wasch- dagen, 7[2 toeslagen, en wel aan: 31 Roomsch-Kath. gezinnen en 25 Protestant- sche gezinnen. In het bestuur had dit jaar geen verande ring plaats. Op 1 Januari 1917 was volgens rooster Mej. v. Rijn aan de beurt van aftreden; zij was echter eenmaal als bestuurslid 'her kiesbaar en is als zoodanig herkozen. De samenwerking met de bezoeksters bleef even aangenaam als te voren. De financiën gaven geen reden tot klagen, wat voor een groot deel te danken is aan de subsidie van onze moedervereeniging ,,Het „Witte Kruis". Ondanks de drukkende tijdsomstandig heden gaat „Huisverzorging" dus met moed het nieuwe jaar tegemoet, hopende door haar arbeid in' de gezinnen, die het nu moeilijker hebben dan ooit, wat verlichting te brengen. INGEKOMEN PERSONEN. M. Schoenmaker, N.H., verpleegster, Pa ternosterstraat, Venhuizen. F. H. R. Delachaux, R.K., controleur der opiumregie, Cimiwv»Li~~l 4, O. TrvrJiJfl \/pryppj*^ R.K., db„ Kennemerstraatweg 123, JLim- men. A. Hakhoff, N.H., houtzager, van der Woudestraat 52, Hoorn. J. ten Oever, N.H., z., Baansingel 3, Meppel. C. Jonges-Alblas, N.H., z., Kennemerstraat weg 30, Amsterdam.'J. Rijnhart, N.H., z., Nieuwpoortslaan 49, Utrecht. C. Hofman, N.H., timmerman, St. Annastraat 23, Amsterdam. H- JFeijën, R.K., fabrp kant in slobkousen, Stationsstraat 2a, Hel der. D. [Wansink, N.H., schildersknecht, Stuartstraat 50, Nieuwe Niedorp. 'T. Schaak, N.H., landb.knecht, Meerweg 30, Bergen. M. Brouwer, G.K., db., Kool tuin 13, Urk. D. Kramer, G.K., db., Kooltuin 13, -Urk. P. de Jong, beton werker, Omval 64, Rotterdam. H. E. de Haan, Rem., verpleegster, Laat 116, Huizen. Wed. H- H- Revers, R.K., z„ Steijnstraat 29, Heiloo. E. Pheiffer- Hart, R.K., z„ Liefdelaan 13, Helder. A. Nieters, R.K., db., 2e Kabelstraat 2, Helder. T. Dijkmans, N.H., brood bakker, Fiiidsen 92, Loon op Zand. G. H. Rubingh, geen, db., Zeglis 45, Zaandam. M. van Runt, N.H., kin derjuf fr., Nassauplein 15, Weesp. G. M. Platenburg, R,K., kinderjuffr., Nieuwe- sloot 47, Gouda. E- van Dompselaar, D.G., z., Achterstraat 45, [Wieringerwaard. C. M. Schouten, R.K., ass. apothekeres, Verdronkenoord 121, Amsterdam. Wed. C. Kos, N.H./Rem., z., Snaarmanslaan ,108, Amsterdam. C. Schenke, D.G., z., Mid denstraat 22, Leeuwarden. W- van Ben- nekom, R.K., onderwijzeres, [Doelenstraat 13, H.H.Waard. J. J. E. Marjot, R.K., onderwijzeres, Huigbrouwerstraat 16, H.H.- Waard. E. A. C. Tersteege, R.K., elec- tricien, Verl. Landstraat 42, Amsterdam. T. G. de Munk, R.K., kleermaker, Hei ligland 38, Heiloo. VERTROKKEN PERSONEN. P. H. J. du Crocq, N.H., arbeider, Laat 120, Oudkarspel. Wed. H- P- Zeek, R.K., naaister, Nieuwlandersingel 1, Amster dam. J. E. Hackert-Tijke, N.H., z., St. Annastraat 23, Den Haag. A. Jonker, N.H., schilder, Snaarmanslaan 57, Anna Paulowna. H. M- Veer, R.K., winkel* juffr., Verdronkenoord 111, Bergen. A. C. Bakkum, R.K., z„ Oudegracht 150, Am sterdam. I. Voerman, N.H., winkeljuffr., Druivenlaan 46, Steenwijk. J. A. Qijzen, R.K., kok, Bergerweg 18, Rotterdam. M. C. Koesemans, N.H., winkeljuffrouw, Grensstraat 12, Amsterdam. H- J. Elfring, N.H., broodbakker, Koningsweg 36, Rijnsburg. F- J. Trel, R.K., buf- fetbed., Lombardsteeg 4, Leiden. C. Jonker, R.K., stalknecht, Zeglis 135, St. Maarten. J. van der Himst, R.K., koet sier, Omval 5, Castricum. M. M. Wie man, R.K., db., Kinheimstraat 35, Rhoon. A. Hoogland-Habiecht, R.K., z., Ra men 22, Castricum. J. Jonker, N.H., arbeider, Omval 54, Oudorp. H. J. P, Willemsen, N.H., meubelmaker, Lange* taan Den Haag, A. C. Breed, N-IL,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1918 | | pagina 5