KARPETTEN-WEEK. Vroom Dreesmann, No. 46 Donderdag- 18 April 1918 I2e Jaargang Uitgave van de Naamlooze V ennootschap „ONS BLAD" ALKMAAR- Bw BREEDSTRAAT 12. Telefoon No. 433. R. K. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOLLAND ABONNEMENTSPRIJS:^ Vergadering NeV. „Ons Blad", op MAANDAG 29 APRIL 1918, el Hart. Koehaar-, Tapis-Belge-, Shüta-, Bolivia- en Axminster-Karpetten, De winkeliereter riep baar terug, orr BLAD VERSCHIJNT DINSDAG, DONDERDAQ EN ZATERDAG. Per kwartaal franco huis. f l.lo Met geïll. Zondagsblad fl.65 bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers: van de courant i 0.05 van het Zondagsblad f 0.05 ADVERTENTIÊN Van 1—5 regels10.62» Elke regel meerj 0.12» Reclames per regelf 0.65 Kleine adv.: 80 woorden bij vooruitbet. 10.40 DE ADVERTENTIEPRIJS IS VER HOOGD MET 20 ,o/o OORLOGS TOESLAG. van de R. K. Nieuws- eu Advertentieblad voor Noord-Holland, des avonds half acht, ten huize van den Heer PROOT a.d. Langestraat te Alkmaar. Te behandelen: Balans, winst- en verliesrekening. Bestuursverkiezing wegens periodieke af treding van den Heer J. QUAX. Verkiezing van een Commissaris, wegens periodieke aftreding van den Heer H- SOECKER. Vaststelling advertentieprijs. Bespreking wijziging uitgave van „Ons Blad", ■plet Bestuur: H. P. M. KRAAKMAN. H. KENTER. J, E. QUAX. GrEKl In het verslag der .Tweede-Kaïn er-zitting van 16 April, vóórkomend in dit nummer van ons blad, kan men met betrekking tot het vreemdelingen-tal in Nederland cij fers lezen, die tot nadenken stemmen. Op het oogenblik bevinden zich in ons land ongeveer ,100.000 'Belgische vluchte lingen, waarvan er 14.800 in kampen zijn ondergebracht; verder: 3335 Engelsche en 1607 Duitsche krijgsgevangenen, 218 En- gelsche en ,137S Duitsche burgers, 679. Rus sische en Pool9che krijgsgevangenen, 1543 Russische en Poolsche burgers. Geïnterneerd zijn 30.523 Belgen, 1428 En- gelscheu en 162 Duitschers, terwijl niet minder dan 6640 gezinnen van Belgische geïnterneerden zich hier kwamen vestigen. Het aantal Duitsche, Fransche en Bel gische kinderen hier te lande beloopt eenige honderden. Als we nu even een optelling maken (geheel juist kan dte optelling niet wezen, omdat er ook sprake is van gezinnen), dan komen wij tot de ontdekking, dat er op 't oogenblik minstens 154.5Ü0 vreemde lingen onzen veel te geringen voedselvoor raad mede helpen opmaken. 154.500 vreemdelingen...., dat is bijna 7 maai de gansche bevolking van een stad als Alkmaar. 154.500 vreemdelingen in ons kleine landje, thans in groote voedsel- en yvo- ning-nood, welke nood grootendeels te wijten is aan de weinige welwillendheid (om 't zacht ÊsEU LLET.QN. Omgewerkt naar het Eransch. 29. 1 .VIII, MINOU EN SOURIQUETTE. Ge kunt denken hoe blijde Laure was, toen Roselin, terugkeerende uit Qascogne, haar zei„Ze zal bij ons kunnen "blijven." Welke zaligheid, wanneer Laure, onder dak in de vroolijke woning der rue Clig- nancout, hoopte dat nu niemand er nog aan denken zou haren schat te komen stelen! Ha! had het kleine kwartier der rue de la Fontaine-au-Roi haar mooi geschenen daags na haar huwelijk, het huidige kwam haar voor als een paleis, (oen zij er den eersten dag met Roselin noenmaalde. Mau- Cfice aan haar eene, "Henriette aan haar an dere zijde Henriette, 'die haar met den zoeten naam moeder toesprak, als weleer haar kleine doode, haar Rose, die haar zoo veel smarten had veroorzaakt, en die, juist daarom, zoo'n aanzienlijke plaats in haar hart ingenomen had. .Weldra was er alles in orde en leefden aj gerust, eervol, vlijtig en vreedzaam. Vol vertrouwen wachtten zij het ant woord op den brief welke Laure geschre ven had, en op het postkantoor der rue de Glery moest afgehaald wotden; zij .waren er echter,niet te veel om bekommerd, Laure en Roselin werkten den ganschen dag m de fabriek det heereq Lelaurraiu, uit te drukken) van de regeeringen der hier vertoevende vreemdelingen ten opzichte van Nederland! Men begrijpe ons goed: wij wijzen hier op niét, om die vreemdelingen te ken schetsen als parasieten of iets 'dergelijks, wij willen niet on-neutraal zijn en de lands lieden van de eene of de andere oorloge voerende mogendheid als onwelkome of ongewenschte gasten aanduiden; integendeel: wij zouden het zeer betreu ren, wanneer onze regeering, om wélke reden of uit wélke overweging ook, haar asyl-biedend, gastvrijelijk en liefdadig, hoog- voornaam werk moest opgeven, en daar door wellicht een groote catagorie van menschen, die allen evenzeer onze evennaasten zijn, nog ongelukkiger maken moest, dan zij reeds zijn. De kwestie is maar deze: wij staan ver stomd van de ontaarding, welke wij bij de hoofden der oorlogvoerende staten waar nemen en welke zich hièrin betoont, dat men 2ich zelf van iederen plicht van ge- woon-menschelijfke redelijkheid en van de altergobruikelijkste welwillendheid ontsla gen acht, dat men ons zelfs nog be nauwt in onze levens- en gebruiksmiddelen- voorziening, dat men door het bedingen van afzetterig-hooge prijzen ons voor net wei nige, dat we met heel veel moeite en onder heel lastige voorwaarden, krijgen kun nen, het vel over den neus haalt, terwijl men het in 't, buitenland niet meer. dan natuurlijk schijnt te vinden, dat wij een liefdadigheid in praktijk brengen, welke bijna gaat gelijken op verongelijking van het eigen volk. Een weinig meer welwillendheid, een weinig meer dankbaarheid zouden wij wil len eischen, nu onze levensmiddelennood zoo erg wordt: een weinig meer welwillendheid, een wei nig meer dankbaarheid, indien die schoone menschelijke eigenschappen niet reeds sinds jaren uit de samenleving der strijd-partijen -verdwenen scheen! Laten we'hopen, dat het Tweede-Kamer debat over deze kwestie, waarbij sommige sprekers duidelijk hun gevoelen uitten: dat „al te goed" „buurman's gek" is, de af gestompte gemoederen in het buitenland weer eenigszins vatbaar moge maken voor indrukken en gevoelens, die nopen tot ver- 1 vulling van eereplicht. L. S. In aansluiting op onze circulaire noodigen wij onze geachte cliëntèle uit, vooral nu van deze BUITENGEWOON GOED- KOQPE WEEK gebruik te maken. Speciaal wijzen wij U op ons ENORM SORTIMENT, zoowel in ALKMAAR. (Afd. Bedden, Tapijten). HOORN. BINNENLAND. NEDERLAND EN DE OORLOG. TARWEBROOD. De Min. v. Landb. heeft bepaald, dat met ingang van 16 April de maximum-prijs wordt vastgesteld voor: tarwewaterbrood (gebakken van Regeeringsbloem) op: f0.36 per K.G. of f0.14i/2 per 400 gram; tarwe waterbrood (gebakken van Regeeringsbloem) onder rabbinaal toezicht op: f0.37 per K.G. of f 0.15 per 400 gram. („St.-Ct") BRUINE BOONEN OP GESCHEURD GRASLAND. In verband met de steeds moeilijker wor dende voedselvoorziening heeft de Minister Henriette, hoe klein ze ook was, deed het huishouden; dan liet ze Maurice ont bijten, en als alles in orde was, gingen ze beiden hand in hand naar school, ieder een korfje aan den arm, het eten voor 's middags bevattende. Henriette begaf zich naar de school der Zustere, Maurice naar de gemeenteschool. Spoedig kende in 't kwartier iedereen de kinderen en zag ze gaarne. Ze waren beiden toch zoo aardig en mooi, Hij met zijn groote, zwarte, vroolijke. lachende oogen, zijn bruinmatte Proven- saalsche tint, altijd vinnig, schrander, zin gende; zij, reeds een ernstig moederken op zevenjarigen ouderdom, hem beminnende en ook benorrende als hij niet bijtijds zijn spel staakte of op straat bleef slenteren, in plaats mede naar huis te komen. En ge moest eens gezien hebben hoe zij zich, na schooltijd, spoedde om alles aan te halen voor het avondmaal, opdat Laure, als "ze thuis kwam, alles gereed vond. Henriette was een klein huisvrouwtje, zij loofde en bood, maakte luide aanmer kingen, dit te duur, iets anders niet voor- deelig genoeg vindende. Al de winkelier sters van het kwartier hielden veel van dit kleine moedertje. En omdat zij altijd te zamen waren en Henriette in bijzijn van vreemden Maurice noemde zooals Roselin hem thuis noemde, Minou, gaven de buren haar ook een lie ven naam, die haar paste: Souriquette. Inderdaad, zij was altijd haastig, liep trip pelende over straat, droeg meestal een grijs wollen kleedje, had een fijn wezentje, lieve, blauwe, wakkere oogen, die zoo verstan dig mm bos te** M van Landbouw maatregelen getroffen om den verbouw van bruine boonen op ge scheurd grasland ,te vermeerderen. De premie voor den verbouw van bruine boonen op gescheurd grasland wordt verhoogd en gebracht op f 15 per 100 K.G. tot een maximum van f350 per H-A. DE RIJST. VAN DE „NIEUW- AMSTERDAM". De secretaris des- Centrale Commissie uit de arbeidersbeweging voor de levensmidde lenvoorziening heeft aan minister Posthuma een telegram gezonden waarin er ap wordt gewezen dat, volgens- de berichten, de „Nieuw-Amsterdam" ciraa 8 millioen K.O. rijst heeft aangebracht. Dat hij' zich ver oorlooft den minister, zoo deze berichten juist zijn, dringend te verzoeken deze rijst tegen den ouden maximum-prijs van 28 cents per K-O. ter beschikking te stellen uitsluitend van hen, wier financieele draag kracht niet toelaat op luidere wijze te voor zien in 'bet voedseltekort, ontstaan door verlenging der broodkaartperiode. GRAAN VOOR FRANSCHE KINDEKEN. Naar het departement van Buitenland- sche Zaken jnedede'elt, heeft de Fransche gezant namens zijn regeering aan den Minis ter van Buitenlandsche Zaken aangeboden in verband met het verblijf hier te lande van fransche kinderen broodkoren beschik baar te stellen ter vervanging van het door hen verbruikte. De minister heeft het aanbod met waar deering aanvaard. DISTRIBUT1EREGELING VOOR HUI DEN EN LEDER EN VOORSCHRIF TEN VOOR STANDAARDSCHOEN WERK, Als afzonderlijk hijvoegsel van de „Staats courant" van 16 April no. 88 zijn opgeno men beschikkingen van den Minister van Landbouw, 'Nijverheid en Handel, van 16 April 1918, betreffende Distributieregeling huiden en leder II, betreffende voorschrif ten voor standaardschoenwerk en betref fende maximum-prijzen voor standaard schoenwerk. OPVORDERING METSELST.EF.NEN. Naar de „Msb." verneemt, is aan alle steenfabrikanten in Nederland namens de regeering het verzoek gericht om 70 procent van de productie aan haar af te staan, tegen prijzen van f22.per mille voor de eerste soort mondsteen en voor de betere zindelijkste en 't vlugste der muisjes (sou ris). Maar zekeren dag' verscheen Souriquette alleen op straat. Minou vergezelde haar niet. Zij was nog haastiger als gewoonlijk, maar haar lieve oogjes zagen rood van 't weenen. Het kwam in niemands gedachte op dat de kleine een gril zou hebben, zooals alle kinderen van haren ouderdom. Is er thuis iemand ziek, Souriquette? vroeg een der winkeliersters op wier vfoer 'zij dagelijks kwam. Ja, antwoordde de kleine, met moeite de tranen bedwingende, die haar gezicht verduisterde, mijn arme Minou is niet weL Zoo! wat heeft hij? Hij heeft den heelen nacht van hoofd pijn geklaagd... Dezen morgen sliep hij, én vader en moeder zijn dan gerust naar hun werk gegaan; maar sedert ze weg zijn, is hij zeer ziek geworden. Hij heeft het zoo warm, dat hij soms met zijn eigen geen raad weet. Hoe laat komen vader en moeder thuis? Eerst dezen avond, om zeven uur. Uw broertje heeft de koorts. Ge moet direct een dokter waarschuwen, lieve. Ik weet niet waar er een woont. Hier, achter den hoek, in de rue Ra- mey, daar woont een goede, brave ge neesheer. Ik loop er direct heen. Zij meende pit te gaan, met haren korf aan den arm; den korf van het huishou den, die bijna zoo groot was als zijzelve. PI SodriftW.tt?!,6E »pr*k z| soorten de gewone verhooging van f 2. per duizend. Tevens heeft de regeering aan alle oan- nenfabrikanten in Nederland het verzoek gericht, om 70 procent van de productie 1918 aan haar af te staan tegen nader vast te stellen prijzen. Voor deze 70 procent zal dan volle toe wijzing van brandstof plaats hebben. In verband met de regeeringsplannen ter voorziening in den woningnood? DE VEE-VORDERING. Aan Voorzitters en Secretarissen v. d. atdeelingen v. d. Diocesanen Land- en ,Tuin- bouwbond, Hollandsche Maatschappij van Landbouw en Bond van Melkveehouders m Noord-Holland, is door de Pcov. Commissie van Advies inzake vee-vordering de vol gende circulaire verzonden: Het zal ,U bekend zijn, dat sinds eenigen tijd zoowel in Noord-Holland als elders vee wordt opgevorderd voor de distributie. De wijze, waarop dit tot op heden ge schiedde, was een voorloopige en gaat plaats maken voor een blijvende. Om nu de opvordering zoo gelijk moge lijk te verdeelen en zoo min mogelijk storend op het bedrijf te doen inwerken, heeft zich eene commissie gevormd uit verschillende landbouw-organisaties in 'Noord-Holland, ten einde als Provinciale commissie van ad vies te dienen voor het „Rundveekantoor" en is door deze als zoodanig erkend, om het vee, dat aan Noord-Holland wordt op gedragen om te leveren, te doen leveren door diegenen, die hiertoe het best in staat zijn. Om nu evenwel contact te hebben met de geheele Provincie, wil de Provinciale commissie oprichten, Gemeentelijke com- missiën van advies, in den geest zooals eertijds bij de hooivordering zoo uitstekend is geslaagd. Wij noodigen daartoe Uwe afdeeling uit, tenminste één afgevaardigde te zenden naar de Vergadering van afgevaardigden op Vrijdag 19 April, 'sv.m. 11 uur, in het café „Central" te Alkmaar, waar de gemeente lijke commissiën van advies zullen worden aangewezen in onderling overleg en* een uiteenzetting van den staat van zaken zal worden gegeven, welke mededeelingen zeer ernstig en omvangrijk zijn. INVENTARISATIE VAN DEN LANDBOUW. Het Bureau voor Mededeelingen inzake de Voedselvoorziening bericht: Madame Waarom gaat gij uw moeder niet waarschuwen? Het kind werd rood. Zij is heel ziek geweest, antwoordde zij. Moeder js nog zoo zenuwachtig, dat zij weder zou instorten, indien zij hoorde dat nu Maurice weer erg ziek isNeen, neen, ik zal broertje wel alleen verzorgen tot dezen avond. Misschien is hij dan beter. Gij. zijt waarlijk een braaf meisje, Souriquette, en ge redeneert gelijk een groote vrouw. Indien gij me noodig mocht hebben, kom mij dan roepen, lieve, ik zal boven komen bij u. Ik dank u, madame, ik zal het doen. Een half uur later stond de geneesheer bij Vallauris. Waar zijn uwe ouders, kleine? vroeg hij" Henriette al van op den drempel der kamer. Aan hun werk, mijnheer, jn de fa briek. Zoo! En wie is hier dan ziek? Mijn boertje. Aan wie moet ik dan mijn onderrich tingen mededeelen? Aan mij," mijnheer. De geneesheer, verbaasd over haar «caltne en ernstige manier van spreken, kon haar niet genoeg aanschouwen. 'f Is wel, zei hij ten slotte, waar ligt uw broertje? Zij bracht hem door de eetkamer, die zindelijk en in orde was; door de kamer van vader en moeder, blinkende van zui verheid; dan in een achterkamer, wel ver lucht en vol licht; zij ging de eerste Mn» i *i I J -i Ook dit jaar zal weder een inventa risatie plaats vinden van het bebouwde oppervlak en een berekening van de ver moedelijke oogstopbrengst van iederen land bouwer. In tegenstelling echter met het vorig jaar, toen de inventarisatie geschiedde tegen den tijd, dat de oogst rijpte, is thans reeds in Januari met de voorbereidende werk zaamheden een aanvang gemaakt, ten einde de inventarisatie zoo zorgvuldig mogelijk te doen geschieden en deze gereed Ie hebben, wanneer de drukke werkzaamheden, ver bonden aan de behandeling van den nieu wen oogst, aanvangen. Aan alle landbou wers wordt een biljet uitgereikt, waarop zij het aantal H.A., dat door hen met elk gewas is bebouwd, moeten invullen. Om hen bij de invulling dezer biljetten te helpen, mede ter controleering van de juist heid der verstrekte opgaven, zijn in elke provincie voor nagenoeg aiie gemeenten af zonderlijke commissies voor dit doel inge steld. Al deze biljetten worden ingeleverd bij den betrokken Regeeringscommissaris voor de Rijksgraanverzameling. Is op deze wijze de met eik gewas bebouwde oppervlakte vastgesteld, dan wordt door de bovenbedoelde commissie de vermoedelijke opbrengst van elk bedrijf geschat en aan de hand van proefdorschin- gen geverifieerd. Ook deze gegevens Worden verzameld door den Regcerings-Commissaris, die in zijne boeken of op kaarten het bedrijf van eiken landbouwer en zijn vermoedelijke oj>- brengst afzonderlijk heeft vermeld staan. VAN HET BINNENHOF. Vergadering van Dinsdag 16 April. Alweer een levensmiddelendebat! En wel naar aanleiding van een tweetal interpella ties. Eén van den heer Beumer (A.R.), betretfende de levensmiddelenvoorziening voor vreemdelingen en geïnterneerden en een van den heer Sannes (S.D.A.P.), aangaande de verlenging van den geldig heidsduur van de broodkaarten. In antwoord op de door deze heeren gestelde vragen deelde de tijdelijke Voor zitter van den Ministerraad mede, dat in ons land verblijven o. m. ongeveer 100.000 Belgische vluchtelingen, waarvan 14.800 m kampen verblijven, 3335 Engelsche militai ren, 218 Engelsche burgers, 1607 Duitsche militairen, 1378 Duitsche burgers, 679 ont vluchte krijgsgevangenen, 1543 Russen en Polen, 30.523 geïnterneerde Belgen, 14.128 geïnterneerde Engelschen en 162 Duitsche geïnterneerden, 6640 gezinnen van Belgische geïnterneerden en eenige honderden Duit sche, Belgische en Fransche kinderen. Voorts zeide Z.ExC., dat de geïnterneer den, de krijgsgevangenen en de vluchte lingen in de vluchtoorden dezelfde rantsoe nen krijgen als de Nederlandsche burgers, dat de Regeering bij de "Belgische Regee- ring niet wil vragen om teruggave van hef door de Belgische vluchtelingen gebruikte, omdat zulks strijdig zou zijn met de gast vrijheid, dat maatregelen tegen het binnen komen zouden strijden met het asylrecht en dat het vertrek van Belgen, Duitschers en Engelschen niet door de Regeering zal worden bevorderd. Minister Loudon voegde daaraan toe, dat de Duitsche en de Engelsche Regee ringen voor de komst der geïnterneerde krijgsgevangenen toezegden zoo noodig te zullen vergoeden wat die vreemdelingen zou den verbruiken. In verband daarmede heeft onze Regeering op1 25 Maart opgave ge daan van het benoodigde. Waarop Duitsch- Iand ons vervanging van het verbuikte heef t toegezegd, terwijl met Duitschland nog Gewoonlijk slaapt Maurice in de al koof der eetkamer, zeide zij, en ik hier; maar dezen morgen dacht ik dat hij, ziek zijnde, hier beter zou liggen. De dokter kon zijn oogen niet gelooven. Wat aardig, klein meisje! mompelde hij. Hij onderzocht Maurice, die gloeiend rood, mét doffen oogslag en geheel krach teloos te 'bed lag. Zeg vriendje, wat scheelt er aan?, vroeg hij. De zieke verroerde zich niet. Zijn adem ontsnapte half fluitende zijn keel. We zullen den pols eens voelen, zei Dr. Chauny, de hand van Maurice vat tende. Hij fronste zijn wenkbrauwen. Verduiveld! morde hij ongerust. ,Wat doet er zeer? vroeg hij. Mijn hoofd, kon de zieke knaap met inspanning uitbrengen. En uw keel? Eerst had jk er geen pijn aan; maar nu is 't bf ik stikken ga: 't is alsof ik iets ingenomen heb, dat blijft steken Dit zeggende, had Maurice een schorre hoestbui, hollen hoest, terwijl zijn keel pijn lijk reutelde. Geef mij een zilveren lepel en een kaars, vroeg de dokter aan Henriette. Deze ijlde de kamer uit. Een seconde later, zonder dat men iets had hooren bewegen of verzetten, stond zij daar met de gevraagde voorwerpen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1918 | | pagina 1