No. 50 Zaterdag 27 April 1918 12e Jaargang Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „ONS BLAD" ALKMAAR. Bur.: BREEDSTRAAT 12. Telefoon Na 433. DIT BLAD VERSCHIJNT DINSDAG, DONDERDAO EN ZATERDAG. R. K. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOLLAND Mirakelviering. Een edel Hart. Stad en land in crisistijd. l m» iii n iir ABONNEMENTSPRIJS:, Per kwartaal franco hots. f i tb Met getll. Zondagsblad bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers: van de courant van het Zondagsblad f u I 0.05 I 0.06 A0VERTENT1ÉN: Van .1—5 regels Elke regel meer. Reclames per regel Kleine adv.: 80 woorden bij vooruitbet. 10.021 I 0.12» 10 35 10.10 DE ADVERTENTIEPRIJS JS VER HOOGD MET 20 o/o OORLOOS- TOESLA©. Groot was de bedrijvigheid in Alkmaar, telken jare wanneer de „Meyendach" na derde; op dien dag immers trok de processie uit ter eere van het H. Bloed, In ieder huis was men druk bezig de vertrekken voor de gasten gereed te maken en alles te regelen voor de drukke dagen, van het feest. .Vaandals en banieren werden na gezien, de huizen versierd, de nobdige rege lingen getroffen om de feestdag waardig en met luister te .vieren. Reeds „eenige jaren na het wonder nog vóór 1433 had Zweder van Kuilen burg, de Bisschop van .Utrecht, toestem ming gegeven om te Alkmaar de processie te houden, zooals de Burgemeesters van Alkmaar getuigden in 1501; „,...om weike „gaven Gods onze eerwaardige Vader en „goede Bisschop Zweder gratie heeft ge- „daan en gegeven tot zaligheid van alle „geloovige menschen, dat wjj ter eere Gods „en tot waardigheid van het H. Bloed een „heerlijke ommegang met processie en „groote reverentie alle jaren doen en hour „den zuilen op den „Meyendach"." In 1545 verklaarden de Kerkmeesters van de»St. Laurens; „,,.,zoo houdt men ieder jaar op „Meyendach" een heerlijke proces sie en draagt men het rond, in welKe processie gaan vele menschendie het H. Bloed geloofd hebben en daardoor ver troost zijn en nog hoopen vertroost Ie worden." Tot aan 1572 trok de processie door de ^tad; alk; gilden namen er aan deel met hunne vaandels, eveneens de schutterijen,, de Franciscanen, de Cannelieten van Ou» dorp. liet koor zong de kerkelijke gezan gen, „speelluiden" begeleidden den zang door hun muziek. De geestelijkheid in de kostbaarste gewaden, volgden, zij droegen de reliek van het Bloed en gingen den Pastoor vooraf, die het Allerheiligste rond droeg onder den troonhemel. Dan kwamen de leden van den Gemeenteraad, de Hee- ren „van hen gerechte" en een groot aan tal geloovigen, welke biddend en ingetogen aan de processie deelnamen. Sinds 1572 heeft Alkmaar dien heer lijken ommegang op den len Met niet meer aanschouwd. .Verleden jaar zijn voor het eerst een aantal mannen op den morgen van den „Meyendach" door Alkmaar'» stra ten getrokken, doch dit jaar zal voor het eerst weer op den len Mei een plechtige processie worden gehouden in de Kerk van den Ji, Laurentius. Niet alleen uit Alkmaar, maar ook door velen uit hen omtrek zal de „Meyendach" worden gevierd, velen zullen deelnemen aan ■den Stillen Omgang, velen zullen op dien ldag een bedevaart doen naar de reliek van liet H, Bloed in de Sint Laurentius-kerk. •Daarom maken wij' het 'woord, dat de BB1I1LLEXQM, Omgewerkt naar het pransch. 32. Geef ze maar aan mij, dokter, zei het meisje, dat de operatie bijgewoond had, zonder een woord te spreken. 't Is waar, zei Chauny, ik vergat u. lieve, en daar had ik ongelijk in. Kom wat dichter, ik zal n toonen hoe dat tweede pijpje dient uitgenomen, gereinigd en terug geplaatst. Ik ben zeker dat, indien er tij dens mijne afwezigheid iets verkeerds mocht gebeuren, gij het geheel alleen weer in •orde zoudt brengen. En inderdaad, het meisje kweet zich met uiterste toewijding, en behendigheid van ihare vrijwillig op zich genomen ïaak.En aia ettelijke dagen trad een groote beter schap in, die hoofdzakelijk aan de behen digheid van de kleine Souriquette te dan ken was. De jongen lachte zijne moeder en zijne zuster toe; hij was nog zeer.bleek en zijn gezichtje was als gesmolten; maar zijn groote oogen waren zeer kalm en straai- «den bijna van geluk. Maurice ademde weer kalm, diep, ge makkelijk Het genezen ging nui goed vooruit. Maar Henriette werd op hare beurt ziek. Laure werd bijna krankzinnig van angsl eH smart. Met zachtea engelenglimlach sprak de Burgemeesteren in 1501 schreverf, tot het onze: „Daar de tijd nu aanstaande is, dat wij den ommegang zullen houden, zoo is het, dat wij u, lieve vrienden, doen weten of er eenige devote menschen waren, die minne hadden Gods bloed .van Mira kelen te waardigen en reverentie te be wijzen dat zij komen op den „Meyendach" naar 'Alkmaar om den omgang eerlijk en met minne te doen en om te hooren Gods Woorden, dat Hij' daar doet en werkt." B, H. C. HOSMAN, Pr. IV. (Slot.) .Wanneer wij het zóóver gebracht hebben, dat wjj door het scheuren en het ontgin nen van - land voor de verbouwing van graan, erwten en boonen het productie vermogen van onzen eigen Nederlandschen grond dérmate verhoogden, dat wij in de komende tijden „te eten" zullen hebben, dan is het grootste bezwaar van honger snood bezworen, dan wachten ons nog de opofferingen, waarmede wij' ons zullen moe ten aanpassen aan de omstandigheden, wil len wij1 een zoo „normaal" mogelijk „cri sisleven" leiden Opofferingen, welke velerlei zijn! Men zie wederom naar Duitschland, men neme waar, hoe de menschen daar leven, wanneer men zich in wil denken in de toekomst, welke ook het Nederlandsche volk te wachten staat bij Jangeren duur van den oorlog. Want wanneer onze scheepvaart niei vrij behoorlijk hersteld wordt, wanneer Jn- dië onbereikbaar blijft voor Nederlandsche schepen dan is het duidelijk, dat Ne derland spoedig in oeconomisch-dezelfde oraJ standigheden zal verkeeren als Duitschland. Dan zullen ook wij ons van koffie en thee en cacao en rijst moeten ontwennen, dan zullen ook wij1 ons heil moeten zoeken in surrogaat Wij weten wel, in hoeverre wij in de leer der surrogaten door onze Oosterburen voortgeholpen kunnen worden, doch het is zeker, dat men het onder hen vooral in de groote steden met surrogaten reeds heel ver brengt. Wat zij kunnen, kunnen ook wij! Als wij maar den moed hebben, ons vroegere leven van gemak en van overvloed en van weelde te vergelen en dit tijdelijk te beschouwen ate het „voorheen" Als wjj maar den moed hebben, het oorlogs-, het crisisleven aan te vangen, als wij maar tot onsi zelf durven zeggen; „Thee of koffie is er piet? Welnu, dan zullen wij het zonder thee of koffie doen! Dan zullen wij ons op 'n andere wijze redden!" Als wij de noodzakelijkheid maar voor lief willen nemen en zonder al te lang £e mopperen pas aan de nieuwe nood zakelijkheid willen trachten te gewennen. Een bij uitstek Hollands oh crisisverschijn- fcleine zieke .tot haren broeder: Heb maar geen verdriet, Minou, ik ben te gelukkig om erg ziek te kunnen wezen. Want de goede God heeft mijn gebed verhoord, gij zijt genezen!.... Door u, Souriquette, die mijn ziekte hebt overwonnen, lief zusje, zei Maurice aj weenende. Laure was der wanhoop nabij. Zij be tichtte haar eigen, gedurig herhalende: Ach! ik, ikzelf had mij moeten bloot stellen aan het verschrikkelijk gevaftr der be smetting!Ach! waarom heeft mij de moed ontbroken?.... Waarom ben ik in onmacht gevallen, toen ik de dood boven het bed van Maurice meende te zien zwe ven?... Mijn lief dochtertje zou thans niet in stervensgevaar verkeeren! Maar God had medetijden inet het leed dier arme lieden. De ziekte van Henriette nam geenszins de gevaarlijke wending die men gevreesd had. De keelontsteking verergerde niet tot groep. Een krachtige geneeskundige behande ling, trouwens geholpen door 'de schran derheid en den wil der kleine zieke, slaagde er in dit gevaar af te weren. En er was nog geen maand verloopen, of Minou en Souriquette gingen weer hand in hand, het korfje met eten aan den arm, naar de school. Maar zie toch eens wat lieve kinde ren! zeiden de vrouwen uit de buurt; zou er op de wereld nog iets aandoenlijker bestaan? De liefde van Laure lot hare pleegdoch- Sel is doordat zoovele vreemdelingen hier vertoeven en doordat de bouwmate rialen al te schaarseh en al te duur zijn de woningnood. Daarin moet een nood-voorziening ge troffen worden en op meerdere plaatsen heeft men van particuliere zijde gepoogd in den ergsten nood te voorzien door het bouwen van houten woningen. Houten-woningen-bouw kan vlug geschie den: in enkele dagen tijds zet men óveral waar men wil een houten woning neer, welke praktischer, geriefelijker, gezonder en fraaier is ingericht dan bijna iedere andere werkmanswoning Men zou nu meenen, dat het initiatief van die enkele bouwondernemers algemeen zou worden foegejuioht en dat de ge meentebesturen en de woningbouwvereni gingen dit middel tot yoorziening in den woningnood met beide handen zouden aan grijpen. Zóó zou men meenen, met het oog op de abnormale tijdsomstandigheden, die een ietwat abnormalen woningbouw motiveeren en veroorloven, zóó zou men meenen. met het oog op de nooit zóó erg gekenden woningnood Maar wie zóó dacht, hield geen rekening- met de huidige mentaliteit van de groote massa, welke zich nog maar steeds niet in den crisistijd inleven kan, en waarvan velen, naar het bellij ut, nog liever onder den blöoten hemel geduldig naar 'n steen'en huisje blijven verlangen; dan dat zij hun intrek zouden nemen in een alleszins behoorlijke houten woning, omdat zoo'n houten woning nu eenmaal een nood-woning heet, omdat zooiets hun te Crisis-achtig schijnt, omdat zöoiets ge heel vreemd is aan hun ideeën uit vroegeren, normalen tijd, en otpdaf zij zich met den huidigen, abnormalen tijd niet durven ver trouwd maken. En intusschen blijft de woningnood-kwes tie, nog maar steeds onopgelost en zal de regeering te elfder ure de gemeentebestu ren wellicht nog moeten dwingen lot het treffen van n o o d-maatreg'elen. Zóó schroomt ons Nederlandsche volk voor de opofferingen (als deze in het hier boven gegeven voorbeeld zóó mogen hee- ten), welke de aanpassing aan crisistoe standen van hetzelve vergt! En tóch zal ons volk wanneer de buitengewone toestanden voortduren dien schroom moeten overwinnen, toch zullen wij ons met het nieuwe, het vreemde, dat de oorlogstoestand in onze samenleving brengt, vertrouwd moeten maken. Welnu, als het dan moet -»=, laten wij het dan doen met gelatenheid, in den geest yan versterving. God geve, dat het niet verder noodig zal zijn: misschien toch zal onze regeering door onderhandelingen met de regeeringen der oorlogvoerende landen weten te bereiken, dat een. zeker aantal schepen langs veiligen weg hun „vaart zullen kunnen hervatten om ter kende voortaan geen grenzen meer. Henriette was nu niet enkel meer het speehnaatje van 'de arme Rosou, zij was nu ook de redster van Maurice, haar eeni- gen zoon, haar eerstgeborenede geze gende heldin welke haar eigen lieve had blootgesteld om het zijne te behouden!... IX. - DE VADER. Op een winteravond had Roselin onge woon goeden eetlust en voordat het maal ten einde was, 'ontbrak er brood op tafel. Henriette stond dadelijk op en ging ander halen. Maar inplaats spoedig weer te keeren, zooals gewoonlijk, bleef zij tamelijk lang weg. Als haar maar niets overkomen is!.... herhaalde Laure in alle tonen. En zij keek voor de zooveelste maal door 't venster, trachtte de duisternis te doorboren, ofwel, gezeten op haren stoel, luisterde zij met gespannen aandacht naar het minste gerucht, dat de terugkomst van het meisje zou kunnen aankondigen. Ik bid u, Roselin, sprak ze eindelijk tot haren echtgenoot, ga eens zien wat er omgaat. Ik ben ongerust, want nooit blijft Henriette zoo lang weg. Neen, nooit laat zij zich ophouden, door wat ook. Vallauris ging doen wat zijn vroujw van hem verlangde, toen zij de deur van het huis hoorden openen en weer sluiten. Zijt gij het, Henriette? riep Laure, Ja, moeder, antwoordde 't Kind. En op hetzelfde oogenblik trad zij de kamer binnen, met het brood onder haren Neerland te voorzien van het noodigste. Wij mogen hierop hopen, wij mogen God hierom bidden, doch ernaar leven, alsof deze hoop wel verwezenlijkt zal worden, dat mogen wijl niet! Bereiden wij er ons liever op voor, de opofferingen, welke gevergd kunnen worden, ons met onderwerping en met christelijke gelatenheid te getroosten. Dat wij ons hierop vóórbereiden kan ons nimmer tot nadeel strekken, óók niet, als die voorbereiding hopelijkten- maal overbodig zal blijken. EERLIJKER DISTRIBUTIE! ».v.p. „Er komt een partij visch aan in °'t dorp om te worden gedistribueerd; een koe laat het leven bij het kalven, van gemeentewege wordt het vleesch gedistribueerd. Niet ech ter op een bon, terwijl toch elk een bon boekje heeft. Neen, de ambtenaar bij het levensmiddelenbedrijf zeg', dat ieder gezin twee pond kan krijgen. De kinderloozen, clie met z'n tweetjes, zijn, hebben een royaal maal; de arme tobber met acht of tien kinderen moet zijn kleinen met hongerige magen van tafel sturen. Mij dunkt, dat het een schandaal is, dat er zoo iets in een Roomscli dorp gebeurt," Zoo schrijft men ons uit een Roomsch dorp in onze buurt; zoo gebeurt het, naar wij weten, in meerdere Roomsche dorpen. Of hiér gemakzucht of 'n soort onchris telijkheid in het spel is, willen 'wij buiten beschouwing laten: het valt in ieder geval aanstonds op, dat ëen dergelijke distributie niet eerlijk is, wat wij tè erger achten, nu daardoor de grootere gezinnen, die het in dezen tijd toch al zoo zwaar te ver antwoorden hebben, nog eens extra bij de kleine gezinnen worden achtergesteld. Mogen onze Roomsche en .Christelijke raadsleden in de kleinere gemeenten hun invloed doen gelden, dat in dit opzicht de distributie steeds zoo 'éérlijk en daardoor vanzelf ook zoo christelijk -- mogelijk zal worden uitgevoerd. BINNENLAND. NEDERLAND EN DE OORLOQ. DE 47ste BROODKAART. De directeur van het .Centraal Brood kantoor maakt bekend, dat de broodkaait van het 47ste tijdvak geldig is van 27 April tot en met 3 Mei. De bons der broodkaarten geven recht tot koop en verkoop van "de helft van het broodgewicht dat op de bons is aan gegeven. („St.-Ct.") BOUWEN .VAN WONINGEN. Naar aanleiding van de door den Minis ter van Binnenlandsche Zaken bij de Tweede Kamer ingediende wetsontwerpen tot aan bouw van woningen, waarbij! subsidieering op zeer ruime schaal wordt mogelijk ge maakt, houdt de Haagsche Huurdersbond in het begin der volgende week een bijeen komst, waar zal worden voorgesteld over te gaan tot de oprichting eener groote naam looze yennootschap met naar Amerikaan- schen trant ingesteld aandeelenkapitaal. De nieuwe vennootschap zal evenwel rekening houden met de voorgenomen subsidieerings- arm. Haar frisch, beminnelijk gelaat, anders zoo frisch en rozig, zag nu afgrijselijk bleek. [Wat is er? riep mad. Vallauris uit, die gewoon was In. de lieve wezentrekken van het kind te lezen als in een ooen boek. Is u iets overkomen? Neen, antwoordde het meisje, ik heb niets. Ha! ditmaal zegt ge mij de waarheid niet.... ik ben er zeker van! Henriette legde eenen vinger op hare lippen. Zwijg, zei ze stilletjes tot moeder Laure, ik zal u alles vertellen als wij al leen zijn. Is er dan foch jets? Ja, maar zwijg nu! Dien avond meende de jonge vrouw, dat Roselin niet meer naar bed zou gaan; wal Maurice betreft, die werd vroeg tusschen de lakens gelegd, onder voorwendsel dat het zeer koud was, en "hij er vermoeid uitzag. Die avondsfond, anders zoo genoeglijk, scheen, voor de eerste maal, Laure onver draaglijk; zij deed wat zij kon om hem in te korten. Eindelijk was zij alleen met liet meisje in het kamertje, waar Henriette weer sliep sinds Maurice genezen was. Wat is er gebeurd? waren de eerste woorden van mad. Vallauris: Is vader naar bed gegaan? vroeg Henriette. Ja, ja!.... En slaapt hij werkelijk? Jik geloof het wel, ontwerpen. Winstbejag in welken vorm ook zal dus zijn uitgesloten. Bedoeld wordt voor elke speciale groep in de samenleving wo- ningaanbouw te verkrijgen. Op een met Hemelvaartsdag te Utrecht te houden vergadering van den Nationalen Huurdersbopd zal. voorts getracht worden, aan deze nieuwe vennootschap een grootaeh nationaal karakter te geven door haar for matie van uit alle plaatsen jn Nederland steun te verleenen. GOEDE TIJDING. In de Haarlemmermeerpolder staan de gewassen prachtig te veld, alles belooft een rijken- oogst. Er is yeel tarwe uitge zaaid, veel meer naar verhouding dan an dere jaren. Aan broodkoren zal, Wat dezen polder betreft, heel wat meer geleverd wor den dap vorig jaar toep de stand slecht was en het winterkoren grootendeete na den winter uitgeploegd moest worden en over- gezaaid met zomergraan. VATEN. De Minister vanLandbouw noodigt fa brikanten en verbruikers van en handelaren in vaatwerk uit zich uiterlijk 1 jytó 1918 schriftelijk aan te melden bij het Bureau Nijverheid, Kneuterdijk 8, onder opgave van firmanaam, nauwkeurig adres en. aard van bedrijf. Deze aanmelding moet geschie den onder gesloten couvert, waarop links boven duidelijk te vermelden: „Vaatwerk". REGEER1NGSMEEL. De Minister van- Landbouw heeft tot de Burgemeesters de volgende circulaire ge richt: Naar aanleiding van het request van broodfabrikanten en bakkers in Nederland in opdracht van hunne vergadering van 29 Januari j.l., heb jJc de eer u 'te be richten, dat het mijn voornemen is, om in overleg met u tot een nieuwe prijsverlaging- van het Regeefingsmëel over te gaan. Onder mededeeling, dat deze prijsver laging ten hoogste f2 per 100 K.O. mag bedragen, verzoek ik u met "de bakkers uwer gemeente overleg te plegen betref fende de hoegrootheid der voor uwe ge meente noodig geadhte verlaging om een loonend bakkersbedrijf te verzekeren. Hef ligt in mijn bedoeling aan deze nieuwe meeiprijsverlaging terugwerkende kracht te verleenen tot 30 Maar' 1918. Voor extra kosten zal aan de bakkers ten hoogste f0.25 per 100 KG. in reke ning mogen worden gebracht. AARDAPPEL-VERVOER. De Min. v. Landbouw heeft de vol gende circulaire tot de Burgemeesters ge richt Ik heb de eer u mede te deelen, dat, naar mij i s gebleken, het frauduleus vervoer van aardappelen gedurende den kaatsten tijd een zeer grooten omvang heeft verkregen. Tevens schijnen verschdlende gemeentebe sturen de opvatting te huldigen, dat door hen de in hunne gemeenten opgeslagen aardappelen naar eigen góedvinden mogen worden gedistribueerd, terwijl daarbij in sommige gevallen geen rekening" wordt ge houden met het door mij' vastgestelde rantsoen. Ik betreur dit ten zeerste, aangezien door niet handhaving mijner desbetreffende bepa lingen de aardappelvoorziening voor het eind van het seizoen in groot gevaar wordt gebracht. Ik vestig er daarom nogmaals uitdruk kelijk uw aandacht op, dat alle in ons land aanwezige aardappelen ter beschikking moe ten worden gehouden van de regeering. In verband met het voorgaande heb ik de eer u machtiging te verleenen om alle par tijen aardappelen, welke worden vervoerd', Hij kan ons toch niet hooren? Ik geloof het niet. Maar waarom vraagt ge dat? Omdat gij alleen moeder, weten mag wa,t i:k u te zeggen heb. Dat is nu eens aardig: O! ja., Kom, spreek nu maar op. Gij zult het niet verder vertellen?,., Neen. Op uw eerewoord? Op mijn eerewoord. Dan ben ik gerust. Welnu, juist als ik buitenkwam om naar den bakker te gaan, zag ik eenen heer, een heel deftigen heer, op mij afkomen en mij volgen Ik geloof, dat hij op mij stond te wach ten. Toen hij onder de gaslantaarn door ging, heb ik hem goed bekeken. Zoo?Was het de eerste maal; dat ge dien heer gezien hebt? Ik denk het niet. Jk geloof hem dik- jwijls ontmoet te hebben in den Iaatsten tijd; ik zag hem bijna telkens dat ik met Maurice over de straat ging. Hoe ziet die hier gr uit? c Groot, gebogen, vriendelijk gezicht; zachte, brave oogen, maar bleek, o zoo bleek!.... en ziekelijk! Heeft hij u aangesproken? Ja, dezen avond. Niet de andere keeren. Zoo! en wat heeft hij u gezegd? [Wacht, ik ga het u vertellen. Hij heeft me dus gevolgd. Aardig, ik was niet bang voor hem, integendeel. Hoer integendeel?.... (Wordt .vervolgd.) j

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1918 | | pagina 1