TWEEDE BLAD.
Vrijdag 28 Juni 1918.
Mo. 76.
Algena. Vergadering
van Aandeelhouders
N,V. „Ons Blad",
Da maand Juh,
OAS BLAO.
van de
R. K. Nieuwa- en Advertentieblad
voor Noord-Holland,
op MAANDAG i JULI 1918,
des avonds 8 uur,
ten huize van den heer PRODT.
Je behandelen:
1. Verkoop van het uiïgeefrecht aan de
N. V. Drukkerij „De Spaarneatad",
2. Ontbinding der N. V. „Oria Blad"t
Het Bestuur:
H P. M. KRAAKMAN.
H. KENTER.
U JE. QUAX.
N-B. Voor de beslissing op punt 2 is
noodig, dat minstens s/4 van het ge
plaatste aandeelenkapitaal vertegen
woordigd is.
TOEGEWIJD AAN HET ALLER
KOSTBAARST BLOED DES HEEREN,
Aan de Allerzaligste Maagd en Moeder
Gods Maria werd door den Engel Gabriël
gelast haar Goddelijk Kind den Naam Jezus
te geven: Gij zult Zijn Naam Jezus noemen.
Door eeji Engel werd aan den H. Jozef
bovendien de beteekenis van dien H. Naam
verklaard: Gij zult Zijn Naam Jezus noemen,
want Hij zal zijn volk van hunne zonden
verlossen. Dien naam van Verlosser nu
beeft Jezus zich gekocht door zijn bloed,
op den achtsten dag na Zijne geboorte.
Dien Naam van Verlosser heeft de Zalig
maker zich hoe langer hoe meer waardig
gemaakt door Zijn voorbeeld en door Zijne
leer: Hij, de Weg, de Waaarheid en het
Leven maar vooral door Zijn heilig
lijden GujiUis una stilla totuin maudum
quit ab omni scelere. Hij, van wie één
druppel bloed toereikend was, om de gan-
sche wereld van zonden te reinigen
Hij heeft zichzelven voor ons gegeven,
om ons vrij te koopen van alle ongerech
tigheid en Zich een welgevallig volk ie zui
veren. En onze goedertieren Verlosser stelde
Zich niet tevreden met een énkelen druppel
voor onis te vergieten ineen, al Zijn
heilig bloed tot den laatsten druppel toe
heeft Hij voor ons ten beste gegeven, om
ons zijn oneindige liefde en tegelijk de
onmetelijke boosheid der zonden te toornen.
Aan Hem danken wij, zegt de H. Paulus,
onze verlossing, de vergiffenis der zouden,
door zijn Bloed. Door het Bloed van zijn
kruis heeft Hij bevredigd al wat op aarde
en al wat in den hemel is: uitwisschende
het handschrift van het vonnis, dat tegen
ons was, door het weg te nemen en aan
het kruis te hechten.
OHet heilig Bloed van het Lam Gods,
waarmede niet de posten, der deuren, maar
de zielen Zijner vrijgekochte1» besproeid wor
den, redt ons van den eeuwigen dood en
beschermt ons tegen de slagen, va» Gods
vergramde rechtvaardigheid.
En voor het huis van David, voor de
Katholieke Kerk, blijft die bron" van, Jezus'
bloed onophoudelijk vloeien tot afwassching
der zonden in het bad der boetvaardig
heid. Ja, hoe besmeurd en hoe bezoedeld
eene ziel ook moge wezen, wanneer de
boetvaardige zondaar den weg der onge
rechtigheid verlaat, in oprechtheid en in
rouwmoed des harten zijne schuld belijdt
en waardig en geldig de absolutie des
priesters ontvangt, dam vloeit het zoenbloed
van Jezus over zijmie ziel en hij is van
alle vlekken gereinigd en van alle smetten
gezuiverd. Dat bloed van Jezus heeft hem
gewasschen witter dan sneeuw en blank
gelijk wol. En zulks niet een, enkele maal,
maar zeventig maal zevenmaal; en met de
heiligmakende genade keert ook de vriend
schap Gods met den vrede des harten
en de rust des gewetens weer in de ziel
terug, in het zoete bewustzijn, dat de He-
melsChe Vader zijn kind weer lief heeft ge
lijk te voren.
Bij deze overweging va,n Gods oneindige
barmhartigheid en liefde ons betoond in
het zoenbloed van Jezus, rijst van zelf
de vraag op zijne lippen: Quid retribaum
Domino Wat zal ik den Heer voor
zooveel weldaden wedergeven? Hoe zal ik
er aan de Goddelijke Majesteit een: bewijs
■van dankbaarheid voor schenken? Daar
toe heeft Gods grenzelooze liefde zelf ons
weder in staat gesteld. Dit toen sprak de
Heer bij den profeet Malachias: Van den
oj)gang der zee tot haren ondergang, zal
mijn Naam groot zijn onder de volkeren
en óp alle plaats zal geofferd worden en
zal mijnen Naam een zuivere offerande
worden opgedragen, want groot zal mijn
Naam zijn onder de volkeren, zegt de
"eer der heirscharen."
<»-me voor9Pelling hu is^ volgens de on
feilbare uitspraak van liet Concilie van
dei H 'Ve,VUlling g'egaan in- het Offer
t, ls> waar de verdiensten van 't
„«J.! 1 op ons worden toegepast, wan-
vonr US zidl °P onbloedige wijze
offert005 Mn ^en 'leme'schen Vader op-
Die goede Jezus is en blijft de welbe
minde Zoon, in Wien de Vader zijn wel
behagen heelt. Zoo dikwijls derhalve het
H. Misoffer wordt opgedragen en, wij daar
aan deelnemen, ziet de hemelsdie Vader
met welgevallen op zijnen Zoon, en
ook tegelijk op ons neder, die, door onze
deelname aan het Offer, de grootheid van
den naam van den Heer der heirscharen
helpen bevorderen onder de volkeren. E11
met des te grooter welgevallen
zal de Vader op zijne kinderen neerzien,
naarmate die kinderen meer gelijkvormig
worden aan zijn goddelijken Zoon.
Zie, Jezus, zachtmoedig en oontmoedig,
verdraagt alles wat er met de H. Hostie
en den H. Kelk geschiedt. Aan het kruis
verborg Hij zijne Godheid, hier ook zijne
menschheid onder de nederige gedaanten van
brood en wijn. Hier gelijk aan het kruu
roept zijn H, Bloed om genade en, ont
ferming. Wie nu kan bij dit H. Offer
nog toornen tegen zijnen broeder? Wie
durft zich bij dit H. Óffer verhoovaardigeii
of zinnen op rijkdommen en op schatten?
Met het grootste welgevallen
ziet de bemelsche Vader op ons, neder, als
wij aan dat H. Misoffer daadwerkelijk deel
nemen door eene waardige H, Communie,
waar wij op bet innigst vereenigd en als
vereenzelvigd worden met den Zoon van
zijn Goddelijk welbehagen. Immers wij1 heb
ben de plechtige verzekering van Jezus
zelf: „Wie mijn Vleesch, eet en mijn Bloed
drinkt, hij blijft in Mij eni l'k in hem.
Gelijk de Vader, die mij heeft gezonden,
leeft, en Ik leef door den Vader, zoo zal
hij, die Mij eet, leven door Mijt" Inder
daad 11a de H. Communie kunnen wij met
den H. Paulus getuigen: „Ik leef niet meer,
maar Christus leeft in mij." Voegt daarbij
'sHeeren overheerlijke belofte: „Wie mijn
Vieesch eet en mijn Bloed drinkt, hij heeft
het eeuwige leven, en Ik zal hem opwekken
ten jongsten dage."
Bidden wij derhalve vurig in deze Juli
maand, dat die bron van Jezus' zoenbloed
altijd voor ons blijve stro-omen in het bad
der boetvaardigheid, in die consecratie van
bet li. Misoffer en in de li. Communiê.
Laten we niet moede worden te roepen:
Uw Bloed, lieve Jezus, kome tot zegening,
over ons en over onze kinderen. Uw Bloed
Vorst des vredes, kome over 'het zwaar
geteisterde Europa, om den oorlogsfakkel
uit te dooven. ,Uw Bloed, G-oddelijke Stichter,
kome over Uwe strijdende kerk op
aarde, die Gij hebt liefgehad, voor welke
Gij Uzelven hebt overgeleverd, om haar
te heiligen en te zuiveren in het Doopsel,
door het woord des levens. Door uw H.
Bloed blijve zij uwe gorievolle Kerk, zon
der smet of rimpel, heilig en onbevlekt.
Laat ons smeeken: Uw Bloed, lieve Jezus,
kome ook over uwe 1 ij d e n d e Kerk
in het Vagevuur, om de vlammen van
den afgrond te blusschein, opdat onze dier
bare afgestorvenen, uwe veelgeliefde brui
den, spoedig hun hemelsche Bruidegom te
gemoet snellen.
Vragen we vurig: Hemelsche geneesheer,
uw H. Bloed kome over onze zieken naar
het lichaam op hun krankbed, om den
gloed der koorts te temperen "Uw H.
Bloed kome over onze zieken naar de ziel.
om ze van alle ongerechtigheid te zuiveren
en ze te heiligen tot een uwen Hemelschen
Vader welgevallig volk.
Uw Bloed, lieve Jezus, kome tot zege
ning over ons en- over onze kinderen al
de dagen van ons leven, opdat wij eenmaal
komen bij de zaligen in uwe zegepra
lende Kerk in den hemel, om het
Lam Gods te omringen en in een eindeloos
danklied te juichen,: Redemisti nos, Deo
sanquine tuo: Gij hebt ons voor God vrij
gekocht in Uw Bloed.
Alkmaar, den 28en Juni 1918.
M. P. A. DOMS,
D.P.
EEN DAAD VAN PIËTEIT.
(DE St. WilLLIBRORDUSPUT TE HEILO).
Een oud liedeke van Heiloo begint aldus:
„Hoe lieflijk ligt het klein Heiloo
Door het donker woud bes-chut;
Een ketk, zeer oud, is da,ar gebouwd,
Daar achter ligt een put".
Het komt mij voor, dat er wel niemand
zal zijn die Heiloo kent, die het niet met
den onbekenden dichter eens zal zijin, dat
het door het donker woud beschutte Heilo
lieflijk plaatsje is en onder hen zal er dam
ook wel geen een zijn, die de oude St.
Wiiliibcordsput niet kent.
De ouderen van dagen herinneren het zich
nog in zijn voormaligen toestand, toen het
er zoo echt landelijk stond met de groote
wip er achter, waaraan, aan een langen stok
bevestigd, de aker hing om water te put
ten; er tegenover aan den weg gtond een
oude steenen doodkist, waarin men, het
water kon voeren om het vee te drenken;
afbeeldingen er van vindt men nog in het
stedelijk museum van Alkmaar.
Het was een echt schilderachtig onder
deel der schilderachtige omgeving van de
mooie, intieme oude dorpskerk.
Maar helaas, „niets is er op aairde be
stendig van duur". In 1877 was het metsel
werk van den ouden put in niet al te goeden
staat en de dorjnsijeugd, die geen eerbied
kent, ontzag zich, niet „het water met puin
en vuilnis te verontreinigen", tot veler er
gernis.
Dit gjf aanleiding, dat meerdere oudheid
kundigen en kunstliefhebbers' zich tot „de
hoogschatters pnzer vaderlandsche herinner
ingen in de provinciën N - en K.-Holland"
.wendden men een cicelaire, waaraan het
volgende is ontleend:
„Sinds onheugelijke tijden is 'jn Heiloo
de St. Willi brorduspuit bekend. .Volgens eene
overlevering, van welke de ernsljge pen der
geschiedvorschers het niet beneden zich ge
rekend heeft, aanteekening te houden (een
noot verwijst hier naar de „Geschiedenis
der Christelijke kerk in Nederland, in tafer
celen, onder redactie van B. ter Haar, W,:.
Moli en E, B. Swalue" Deel ,1 blz. $2) is
deze bron ontstaan in 't Heiloër duin, op
't gebed van den groote» geloofsverkondiger
Zeker is het, dat zij door vele menschen-
geslachten in eere js gehouden en als een
monument onzer vroegste kerkgeschiedenis
moet worden beschouwd.
Intusschen stemt haar uiterlijk heden ten
dage maar weinig' met de eerbiedwaardigheid
overeen,
De bemetseling van den put zelf is- aan
verwaarloozing ten prooi en, de dorpsjeugd
ontziet zich niet zelden het water met puin
en vuilnis te verontreinigen",
De commissie wijst er dan verder op,
dat de put een Hollandsoh monument is,
dat er niet veel bijdragen noodig zijn om
er een waardig monumentaal karakter aan
te geven en wendt zich daarom tot „de
hoogschatters der .Vaderlandsche herinnerin
gen in de provinciën N- en Z, Holland",
De onderteekenaren waren: j. J. L. ten
Kiafce, J. B. F. Roelvink, A. B. J. Sterk, J, A.
Alberdingh .Thijm, A. D. de Vries, Azn„
Th. Borret, P„ J. H. Cuijipers, J. P» Hase-
broek en W. J. Hofdijk.
Vlot ging het zeker niet met de bij
dragen der „hoogschatters", want eerst in
het jaar 1880 kon de put worden hersteld;
de wip (werd verwijderd, de puit afgedekt
en omgeven door een gotbiek hekwerk.
Men moge bet al of niet betreuren, dat
deze poging om dit „Hollandsch Monu
ment" te bewaren,, ten gevolge had dat
de wellicht eeuwen bestaande toestand gewij
zigd werd, de daad zelf was er een die van,
piëteit getuigde en als zoodanig aanspraak
mocht maken op waardeering.
Helaas, van die waardeering werd maar
zeer weinig blijk gegeven en men ko,n Jot
op beden, en met veel meer reaht dan in
1877, wanneer men over den St. Willi-
brorduspuit sprak, de woorden der vroegere
Commissie tot de zijne maken: „intusschen
stemt haar uiterlijk heden ten: dage maar
weinig met de eerbiedwaardigheid overeen".
Het hek om den put, toaal verfloos, was
voor een groot deel verroest; de letters
van het randschrift van het hek en de
ornamentatie er van waren grootendeels ver
gaan, men had paar het Heiloër Monu
ment zoo goed als piet omgezien, het eenige,
wat gedaan werd, was: dat men in 1911
den van FraesChen steen opgetrokken hals
van den put, die meer en meer vergaan
was, liet afbreken en vervangen door een
gegoten hals van beton! gelukkig^ dat de
vorm ten minste bewaard bleef.
Op pogingen door den Bond „Heem
schut" aangewend om verbetering te krij
gen, werd geen acbt geslagen en het droef
verval werd gaandeweg erger.
Een en ander gaf mij aanleiding om op
dezen desolaiten toestand te wijzen, door mij
te wenden tot den eenig overlevende van
de vroegere Commissie voor het behoud
van den St. Wjllibrodsput, Dr. J. P. Cuij-
pers, den Nestor onzer Nederlandsche kun
stenaren.
Het zal geen verwondering wekken, dat
deze wel verouedrde, maar piet „oud"
wordende kunstenaar, onmiddelijk bereid ge
vonden1 werd om op te komen voor de taak,
die hij in 1877 op zich had genomen
„te zorgen voor de beveiliging van den
St. Willibrorduspiut";.
Persoonlijk kwam hij zich overtuigen van
den toestand van den put en gaf *an hoe
deze het best te herstellen was en hoe verder
verbetering in het geheel was aan te bren-
brengen,
Het scheen ons eerst, dat de sympathie
om daartoe mede te werken niet groot was
en dat er opnieuw een beroep zou moeten
worden gedaan op de „hoogschatters der
onzer Vaderlandsche herinneringen".
Gelukkig is dit niet het geval gebleken.
Het tegenwoordig gemeentebestuur van
Heiloo, dat de belangen van het mooie
Heiloo energiek behartigt, meende, dat wat
de zorgloosheid van een wel goedmeenend
maar minder krachtig Bestuiur had verwaar
loosd, niet hersteld moest worden door de
hulp van huiten, maar dat het een eereschuld
was voor de gemeente Heiloo;, om voor
haar rekening dit „Monument der Kerk
geschiedenis", dat meer bizonder Haar
monument is, in eere te herstellen.
Dit nu is geschied en ik meende dit
te mogen noemen een daad van piëteit,
welke het Heiloër Gemeestebestuur eert
en waarvoor het den dank vain alle belang
stellenden verdient.
Onder de zorgzame leiding van den heer
L. Bonman, bouwkundig opzichter van de
gemeente Heiloo, is het herstel geschied.
Het fraaie hek is geheel gerestaureerd en
het pleit voor de vakkunde van, onzen
stadgenoot, den heer P. van Maarleveld,
die het heeft gemaakt. He schilderwerk
van het hek is zeer goed uitgevoerd door
den Heiloër schilder, den heer Willeb-rink.
Zonder twijfel mag men van deze restau
ratie zeggen, dat de St. Willibro-rduspiut
nu in eere is hersteld.
Door het aanleggen van een breed kiezel
pad rondom den put, komt het hek beter
tot zijn recht dan voorheen, toen het in den
breeden grasberm van het kerkhof wat nie
tig deed.
Door een haagbeplamring om het pad,
is het geval intiemer geworden en heeft
het een veel mooier en monumentaler ka
rakter gekregen dan voorheen, wat nog
beter tot uiting zal komen, wanneer "de
haag wat forschcr is gegroeid.
Drie spijlen van het gothis-dhe hek zijn
gesierd door wapenschilden, die in de her
aldieke kleur drie wapenen vertoonen der
plaatsen waarmede de put in historisch ver
band staan.
Het eene wapen is het oude Stichtsche
wapen, zooals dit was tot in het jaar 1534,
een rood veld door een zilver kruis ge
dekt; het brengt in herinnering, dat St
Wiillibrordus de cerate Bisschop was van
het Aartsbisdom Utrecht; het tweede wapen
een zilveren kruis op rood veld is 't wapen
der plaats, waar de put is, dus het Heiloër-
wapen, terwijl het derde wapen het wapen
der landstreek is, waarin Heiloo is gelegen,
liet wapen van Holland, de roode Leeuw
met hemelsblauuwe tong en klauwen op
gouden schild. .1)
Ofschoon hetgeen bereikt is tot dankbaar
heid stemt; het is nog niet wat het moet
zijn.
Minder fraai is zeker de „Douglas-stal-
pomp" welke men te zijner tijd hij den put
heeft geplaatst om het verkrijgen van water
dat niet meer geput kon worden, te verge
makkelijken en die door de inmetseling,
van den gootsteen in de voeting nu één
geheel met den put uimaakt. Niemand zal
zeker beweren dat die pomp een monumen
taal karakter beeft of tot het monumentale
karakter van den put bijdraagt.
Door die pomp een paar meter verder
te plaatsen, tusschen de boomen aan den
weg, kan op bescheidener wijze haar die
nend karakter worden .uitgesproken. Behal
ve om deze aesthetische reden is er nog
een practiscbe bovendien. De dorpsjeugd,
evenals die van 1877, is niet eerbiedig en
bet water uit den put, dat zij nu jiietmeer
kan verontreinigen, heeft ook nu nog een
groote aantrekkelijkheid; is het niet om te
drinken, dan is het goed om elkander nat
te gooien, t
Het gevolg daarvan, ook van minder
zorgvuldig water halen, is dat de grond voor
den put altijd nat en vuil en modderig zal
zijn. Laat men met de verplaatsing van die
piomp dus niet te lang wachten. Ook on-
derzoeke men eens of er geen fout in het
'randschrift is binnengeslopen, die herstel
ling vraagt. 2)
De betonnen hals van den put vraagt
verwijdering en het maken van een nieuwe
hals in een goeden vorm van fraaien hand
vorm steen.
Dat dit komen zal, durven wij met -ver
trouwen hopen. Het gemeentebestuur van
Heiloo is op den goeden weg en begrijpt,
hoe goed het is, zidh te laten leiden door
den „Bond Heemschut"; welnu „Heem
schut" zal steeds bereid zijn tot voor
lichting en duidelijk maken, dat kosten,
gemaakt voor den welstand van stad en
land, geen 'onnutte kosten zijn; mocht men
dit ook elders beter begrijpen!
Het was eene verblijding in deze dagen
waarin van zooveel leelijks moet worden
gesproken, van iet» moois te kunnen- ver
halen en op een goed voorbeeld te mogen
wijzen,
Laten nu Heiloërs en vreemdelingen het
goede werk eeren en medewerken om deze
aantrekkelijkheid van het fraaie dorp niet
door baldadigheid' te ontsieren en moge
het gemeentebestuur doorgaan met te zor
gen, dat het door het donker woud be
schutte Heiloo, toch zijn lieflijk karaker
behoude; het kan nog gebeuren, «1 is
er reeds veel bedorven, wanneer men met
„Heemschut" voor de Heemstede waakt.
O. TH. M. VAN DEN BOSCH.
Alkmaar, 21 Juni 1918.
1 Jhr. van Riemsdijk, Directeur van het
Rijksmuseum, zorge te dien opzichte voor
de noodige gegevens, waar voor ban dank
toekomt.
2) Er staat: St. Wjllibrordusput hersteld
in d'en jare „Dominl nostri Jesu Christi
MDCCCLXXX", dit zal ongetwijfeld ge
weest zijn:
„St. Willibrorduspiut hersteld m den
jare „Onzes Heeren(ni) Jesu Christi"
MDCCCLXXX." i
ALKMAAR.
NIEUWE AARDAPPELEN.
De Directeur van het Distributiebedrijf
van Alkmaar maakt bekend, dat gedurende
de week van 24 tot en met 30 Juni 1918
zal verkrijgbaar zijn op:
Bon No. 28: 2 K.O. nieuwe aardappelen,
GEVONDEN VOORWERPEN.
Een band van een sportkar, een ring met
sleuteltjes, een hond, een poppenwieg met
toebehoor en, vijf portemonnaie's met eenig
geld, een schol? (ballast), een rozenkrans,
twee mesjes', twee legitimatiekaarten, een
ketting met slot, "een horloge, een vulpen,
een lorgnet in étui, een hoed, een pet,
eenige zilverbons, een zijden kwastje en
eenige Rijkspostspaarbankzegels.
VERTROKKEN PERSONEN.
N. Seegers-Stoppelsteen, N.H., z.t Tuin
straat 55, Bakkum. A. Dekker, R.K.,
z., Varnebroek 22, Beverwijk. A. Krul.
R.K., db., Kennemersingel 2, Medemblik.
Wed. A. W. van KliuijVe, N.H., i.t
Fnidsen 80a, Den Haag. G'. Hes, R.K.,
db., WiOgnumschebuiurt 6, Oudorp. G.
H. Hofman, N-H., oommie» ter secretarie.
Zuiderhoutlaan 3, Deventer. H. de Bie,
N.H., timmermansknecht, Oudegracht 207.
Den Haag, C. Schenke, D.G., z., Mid
denstraat 22, Bergen. G. Zwart, D.R.,
db., Fnidsen 82, Egmond aan Zee.
J. E. Zonneveld, R.K., db., Verdronken-
oord 69, Amsterdam. J. Schrier, N.H.,
db., Ie Kanaalstraat 20, Bergen. K.
van Heiningen, Rem., huishoudster, Wil-
demanstraat 11, Schagen. H. Franse,
R.K., z., Huigbrouwerstraat 8, Ca&tricum.
A. P. G. Hofstee, R.K., winkelbed
Fnidsen 88. Nijmegen. A. J. van Dug-
teren, E.L., musiauis, Houttil 34, Bergen.
K. Bras, N.H., slagersknecht, Stuart-
straat 14, Barsingerhorn. Bi. van der
Sten-, N.H., gouv. el. tech. ambt.. Linden-
laan 102, Ned. Indië. J. M, Cunen,
R.K., winkelbed., Langestraat 13a, Os».
J. Frijn, geen, boekb.kn., Ie Kabelstraat
2, Amsterdam. A. Visser, N.H., letter
zetter, Turfmarkt la, Dordrecht. F. J.
Klumper, N.H., mach.-teekenaar. Oudegracht
151, Den Haag. E. J, Brantenaar, N.H.,
db., Ramen '6, Schagen. J. C. Denne-
man, R.K., z., Wognumsohebuurt 1, Hei
loo. J. Koopman, R.K., letterzetter, Drui-
venlaan 49, Den Haag. P. de Groot,
N.H., db., Wiestenveg 4. Bergen. C. C.
A. Rijnaarts, R.K., z., Mient 18, Bergen.
Mi M, Koper, R.K., db.j Prins Hen
drikstraat '18, Schagen. M. 'Asma, D.K.,
db., Langestraat 75, Urk. L. L. A.
Wiegant, R.K., winkelbed., Huig'brouwerstr.
8, den Bosch. J. S. van Boshuijsen iMaij,
N.H., db., Parkstraat 1, Amsterdam.
H. B. Mors, R.K., z, Groot Nieuwland 38,
Heiloo. J. F, Bar von Hemmersweil.
N.H., vol. journ. A. C., Oudegracht 168,
Den Haag. A. Vrinds-de Wit, N.H.,
z., Stuartstraat 14, den Helder. J. de
Vries, Ev., werkman, St. Annastraat 23,
Zuid-Scharwoude. J. T. Knip, N.H.,
slager, Koningsstraat 8, H.H.Waard. M.
L. Kollmeijer, R.K., z., 'Oudegracht 273,
Rijswijk. |C. M. L. van der Meiden,
N.H., z., Nieuwpoortslaan 199, Schoten.
P. M. van Leeuwen, N.H., db., Stations
straat 79, Uitgeest. A. K. Kuiper, N.H.j
z., St. Jacobstraat 6, Bergen. M. Tromp.
R.K., db., Oudegracht 97, Castricum.
D. !M. Moüs, R.K.. timmerman, Nieuwesloot
27, Gaasterland. D. Bakkum, R.K., db.,
Kenuemerstraatweg 11, Egmond aan Zee.
A. C. de Graaf, R.K., z., Laat 130, Bergen.
A. Nouwen, N.H., boekh..- Stationsweg
170, Broek op Langendijk. *J. D. Door
man, E.L., leeraar H.Sdh., Geesterweg 1,
Castricum. J. J. M. Kloppers, N.H.,
z., öudegracht 120, Limmen. -H. 'An
drea, D.K., betonwerker, Koningsweg 66,
Wprmerveer. "M. M. Zut, R.K., db.,
Breedstraat 53, H.H.Wiaard. T. Schipper,
N.H., db., Langestraat 70, Heemskerk,
C. W, Koster, N.H., z., Geesterweg 12,
Heemstede. L. D. H. M. Wanna, R.K.,
z., Ritsevoort 3, Utrecht. *M. A. en
J. P. Bouman, R.K., z., Verl. Landistraat
21. H.H.Waard. *H. H. Weijling, R.K,,
kruidenier, Voormeer 6a, Amsterdam.
Wi. J, (C. R. Rikkert, Rem., horlogemakefj
Tuinstraat 5, Nijmegen. C. Beemster-
boer, R.K., db., Fnidsen 95, Uitgeest.
M. van Meiurs, Rem., adj. biblioth, leeszaal,-
Koorstraat 35, Overschie. J. Gootjes,
N.H., slager, Laat 7, Oostwoud. At. Kui
per, N.H., z., Omval 49, Bergen. R. van
Leeuwen, N-H., wagenmaker, Kinheimstraat
24, Bodegraven. Wed. H. ter Horst,
R.K., z., Zegilis "73, Hengelo. E. van
der Ooid, N.H., z.„ Koningsweg 21, den
Bosch. D. Haarstna, N.H., basculemaker,
L. Oudorp. A. J. de Vries, N.H., Kraan-
buurt, Egmond aan Zee.
Hoofd van een gezin.
PLAATSELIJK NIEUWS.
URSEM.
De pas drie maanden, gehuwde Jb. Pk
sdhoot zich j.k Woensdag met een militair
geweer een kogel door het hart, waardoor
de dood spoedig volgde. Huiselijke on-
eenigheid schijnt niet vreemd te zijn pan
dit droevig dram*.
WERVERSHOOF,
Re Raad dezer gemeente besloota. goed
gunstig té beschikken op het verzoek van
den kantoorhouder van 'het telefoonkantoor
om zijn jaarwedde van f215 op f400 te
brengen plus f25 voor vuiur en lioht; b."
f100 subsidie te verleenen voor het vak
onderwijs alhier.
Het distributiebedrijf bracht een verlies
op van f6250.
Van Ged. Staten Was bericht ingekomen
van goedkeuring salarissen. Burgemeester
f1300, Secretarisaen f1200 en Ontvanger
f600.
Alhier zijn 7 Amsterdamsche kinde
ren gearriveerd om eenigen tijd van tie
buitenlucht te genieten en op te sterken.
EGMOND-BINNEN.
Kruisverb-ond. De laatste verga
dering was flink bezocht. Door onverwach
te verhindering vam den nieuwen Adviseur,
Kapelaan Hoorneman, kon de installatie niet
plaats hebben. Meegedeeld werd, dat onze
afd. op Hen ürankbestrijdersdag te Lisse
en op de Algem. Verg. te Alkmaar ver
tegenwoordigd was. Het bestuur had te
zamen met de M.V-, een verzoek aan 'den
gemeenteraad gericht om de kermissen Idit
jaar niet te doen doorgaan, daar er na
de inzending half Mei geen raadsver
gadering gehouden is, wias het prdes nog
niet behandeld.
Op het verzoek aan Pastoor Saalenu een
lezing voor de afd. te willen houden, was
geen antwoord ingekomen.
Wieder zullen eenige Sobriëtas-aanplakbil-
jetten besteld worden, om bij voorkomende
gelegenheden te dienen. In de volgende
vergadering zal gesproken worden over re-
clasaeerlng. j
SCHAGEN.
Raadsvergadering. De gemeente
raad heeft in iSJne vcgadering van Dins-
d*g het werk in de centrale keuken met
inga- g van 1 J alï tot nader te bepalen
tijd stop gezet Men meende, d*t de tijd
van de gestampte pot "oorloopig voorbij
erts Aan den ad ainis rateur en dsn kok zal
een wschtgeid we rdtn ui b-'aald Met in-
egrip va» kc-ukenhuur zG dit £0 gn'den
per wtek bedragen. De k-uken koutte de
xemetnte in den laatsten tijd ongev. f 100
per week.
'ANNA-PAU LOWNA,
De storm. De sorm heeft in de
laEdaouw-polders van Hollands Noorden
veel s hade veroorzaakt. Geheele akkers
rwten en boo >ea rijn zwart gewaaid, vele
^raangewarsen zijn tegen den g oid ge
slagen; het z ?.id verlies bij de kat wij is
z er belangrijk Ia d-n polder Het Koe-
»;ras weiden 3 w termolens geheel vernield,
H EERH U €0 W|A A3 D,
Harddraver ij. uitslag der jurlijk-
iche harddraverij8 deelnemers; de prijzen
ia contanten werden gewonaen door: le
prijs den hr. J, Appel, 2e prijs Arie de
Boer en 3e prijs J de Groot,
A^n het ringsteken met paard en kar
namen 29 paren deel De prijzen beston
den ia kunstvoorwerpen: le prijs mejuffr,
Ursem met den hr. L-efung, 2e pr. inej.
Blom met dm hr. P van Dam, 3e pr.
mej Schilder met den hr Rood,
Electrificatie. Door een groot aan
tal belanghebbenden werd in het lokaal
van den heer Bloothoofd alhier vergaderd
ter bespreking van de middelen om voor het