R.-K. NIEUWS-' EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOLLaND
No. 3
Saterdag 4 Januari 1919
13e Jaargang-
VERSCHIJNT DAGELIJKS.
BureauxHOF S, ALKMAAR. - Telefoon: 433'
Aan alle abonné's wordt op aanvraag gratis een jolis verstrekt, welke lien verzekert teyen ongevallen tot een bedrag van f 590 f 400 -, f 200 f 103 - f60 f 35- en f 15
Bericht.
De vleeschdistributie.
!n en om Alkmaar
Alkmaar in de toekomst als liandels- en
industrie-stad.
Oloria in exseSsis Deo.
S>
ÏÏÏÏÏ.U*
Uit FVkmaar's verleden.
y-.—
ONS BLAD
'ABONNEMENTSPRIJS:
Per kwartaal per agent fl.65
met geïll. Zondagsblad f2.10
Franco per post f 1.85
Franco met geïll. Zondagsblad f2.30
Afzondert, nummers v. d. courant f0.05
>t y. B. Zondagsblad f0.05
REDACilE 633.
ADVERTENTIËN:
Van 1-5 regels fo.7S
Elke regel meer fo.15
Reclames per regel f.0.425
Rubriek vraag en aanbod p. pl. fo.40
Wegens den Feestdag van Drie
koningen zal dit blad a.s. Maandag
niet verschijnen.
f "F
't Is tot op heden nog steeds spaak ge-
ïoopen met de vleeschdistributie.
I En wél: doordat het publiek nog nimmer
Verstandig genoeg was om te begrijpen,
)Jat men om de vleeschdistributie goed
te doen functionneeren zich van ge
smokkel moest onthouden.
Nu het doel der distributie toch' niet
bereikt werd en de zaak per slot van re
kening het Rijk schatten gelds kostte, heeit
de minister het laatste redmiddel aange-
'grepen: de slachting van vee onder con
trole van den burgemeester (nu ja!) toe
gestaan en twee vleeschlooze dagen per
Week ingesteld.
In de hoop natuurlijk, dat dé prijzen in
den vrijen handel spoedig behoorlijk zou
den dalen en zooveel mogelijk burgers
op gezette tijden een stukje vleescli tegen
niet te hoogen prijs zouden kunnen be-,
jcomen.
Wij hebben van een en ander geen groo-
ta verwachting, vooral omdat het vieesch
over 't algemeen te duut zal moeten
zijn voor menschen met smallere beurzen,
terwijl deze b.v. de arbeiders
allereerst zoo nu en dan eens een stukje
vieesch noodig hebben, en tevens omdat
er weer al te verwoed geslacht zal wor
den.
Maar is het niet jammer, dat de Régce-
fing tegenover den vieesch-smokkelhandel
Zóó machteloos staat, dat zij haar toevlucht
«loet nemen tot opheffing van bepalingen,
welke beperking van afslachting beoog
den en tevens een ieder op z'n tijd een
behoorlijk stukje' vieesch bedoelden te ge
ven
Is "net publiek eigenlijk niet een groot
kind, dat z'n eigen belang niet, of althans
verkeerd begrijpt, nu het om 'n oogenblik-
kelijk winstje of om 'n oogenblikkelijk
kelijk winstje of om 'n oogenblikkelijk lek
ker beetje het smokkelen niet nalaten kan,
•fonder te bedenken, dat daardoor de samen
leving in haar geheel gedupeerd wordt!
Maar is het hiermede ook niet zóó; wie
niet schuldig is, werp® den eersten steen!?
VII.
Bij beantwoording van de vraag, of dc
vprichlmg van een veem voor Alkmaar in
de toekomst van belang zal zijn, hebben da
tVlkmaarsche handelaren en industrieéien
zich veel minder huiverachtig betoond, dan
toen zij gesteld werden voor dc weliswaar
veel-vergende en precaire vraag, of zij er
voor le vinden zouden zijn, bun zaak naai
den Hu ijs waar der polder to verplaatsen,
indien aldaar gunslig gelegen fabriekster
reinen worden aangeboden.
Natuurlijk zijn er oolc eln opzichte van
de véeni-kwestic vóór- en tegenstanders.
FEUILLETON.
3.
Hoé benijdde h ij die menschen,. die wel
dra in de helderstralendc kerk bij de krib
be en den tabernakel zouden kunnen ver-
fC£i™, cn door bruisende orgelklankea^
liiefljijke zangstemmen en geurende wier
rook» wolken in blijde feeststemming- zou-
den'vlerkeercn, en yol dankbare liefde en
levendig geloof verirouwvot hunne gebeden
zouden opzenden tot liet Kiudeke van Beth
lehem, dat met eindetoozë goedheid ziijlnei
Mtm|p(jei3 naar hen uitgestrekt hield:..
En terwijl zij daar hun overvol ge-
moed zouden kunnen uitstorten, en met de
Engelen den tioon van God en met <te
de zalig» feestvreugde tier Engelen zou
denj de dan, zat hij ikoc m den pijnlijken
verkleumende», regen op dan bok van
ijijfcuig ojp zijn lickfczinnigpn meester te
wachten, -dien hij Htraks langs' den weei
penzaaim en. stil geworden wegen, half
dronken waarschijnlijk, huiswaarts zou moe_
ten njV-ojn.
Maar Lij dacht aan de ;wporden, zijner
vrouw, en onwillekeurig mompelde zijne
appen:
Ja 'ief Jezuekind, <3;iji weet, dat ook
K-.e,aa'rnü ma ziJh komen bezoeken en
0«©f Mk my de vrede des bstlmi 'l
i'wee zoutziedcr» liicr ter slede zijn de
meening toegedaan-, dat een veem of enlrc-
pot voor hunne bedrijven van geen
lang zijn.
Een zelfde vonnis wordt over een veem
la Alkmaar geveld door slcmmen uit do
ijzer- en mctaalgieterij, uit dc bontwerker®
uit den andhei -te huishoudelijke- en luxe
arbkeleu en uil- de papierfahricalie.
Een handelaar in huiden en wol ach!
ecu veem voor zijn bedrijf van geen belang
terwijl een collega-huidenhandelaar juist hei
tegenovergesteld beweert.
l)o Eijksvectcelt-eonsulcul bet zij bij
deze vermeld - geloof! niet, dat voor hei
bewaren en financieren van liuideu aan een
veem behoede- zal ontstaan.
Hiervoor toch is.uopdig het slachten van
een grcol aantal runderen, hetgeen hij in de
naaste toekomst in Alkmaar niet waarschijn
lijk acht.
Jscn dito verschil van mcening is op ie
merken InSs'clien drie handelaren bi kolo
niale waren en lusschcti twee snéu-cu- en
-tabaksfabrikanten. -•
De eerste handelaar iu koloniale waren
-- een grossierder - bericht, dal bij van
een veem- wellicht weinig gebruik zal maken
de tweede handelaar meent, dat oen véem
voor iedere handelsfirma, zoowel le Alk'
maar als in de naaste omgeving, eeii uit
komst zal zijn- (sic!), en de derde deell
(Wat hem persoonlijk betreft) mede dat -
bij beteren toestand dc voor hem beschik
bare ruimte wellicht le klein zal zijn, zoodat
"vinden" CClrCp')t'°Ps!:;S zcer wenseucii k zoo
De eerst.- sigarenfabrikant is weinig cn-
Ihous.ust, hij meent, dat cel: eiilrep'it ol
veem voor hem van belang- „ka n" zijn
wanneer bij zelf niet voldoende opslagruimte
cn docl de deur dicht mei de
edodeeling, dat een enifepót voor het
Dedryf met noodzakelijk is, zoolmte hel iu
v«~U °P rUWt' l:,b:,k ai?1 Verhoogd
^"^dc dito-fabrikant is van tegénövêr-
ges telde meenuig, doch gelooft, dal een
modern nigericlil entrëpól-zijn pials' zal
m°r ï.'1- .v,nde? c'i> ilet terrein dér ouBe
gaslabriek, d, i. niet ver van hel centrum
der stad en .dicht. bij. 't station; - bij
weet wel. dat <le commissie het laatst Be
noemde terrein wil bestemmen vooi- ue
klciti-mdmlrie, doch het een sluit - vol
gens hcm| het andere niet uit- hel ter
rein zou, er groot genoeg voor zijn en wan
neer daar cca inrichting kwam voor alles
namelijk opslag met koel- en vwemiimt"
werkplaatsen, waarin gemakkelijk van cloc-
trische drijfkracht gebruik gemaakt' kan wor
den en bergplaatsen, dan zou daarvoor een
pruehtgelegenhcid geschapen zijn, waarvan
iedereen kon prof.teereu. Met zulk een ca-'
"f" volgens hem - tenminste
gevoegelijk kunnen beginnen Zijn fle
plannen voor dc benutting van hel terrein
oude gasfabriek eenmaal zóóver, dal
men .voor do vraag lcoml: hoe moet im wor
den gebouwd? - dan zal er natuurlijk op
gerekend worden, dat cventueele verande
ring van cutrèpót en werkplaatsen - ol onl
«ekeeid niet tc veel mag kosten. Mocht
de gemeente zop gelukkig zijn, groot-bedrii-
veu tot zich te trekken, zoodat stapelplaats
voor groote hoeveelheden noodig is, 'dan
zou natuurlijk moeten worden ingericht oen
entrepot, waar dc goederen direkt uit cn in
debchecpsgelegcnlieid gelost en geladen ku|u-
ncniAvordenzulk een inrichting mo e t
Ik lioop U straks, als. ik thiiis ben toch
"dg in mijn hart te kunnen gaan
ontwmga. Vergeef mij, als ik 6Cn oogK"
blik te kort geschoten ban in vertrouwen
mu i i01? vfr8'öe,f ook mijn meestar, die
(tenr aangedaan, maar die
door zijn gedrag nog veel meer leed ver
oorzaakt aan U. Ik offer U deze beproeving
op. kleine Jezus, ook dat ik hier in den
kauden regen moet wachten. Gij- zult im-
mere m ee(n kouden, armoedigen stal uit
re f V!?-0r 0118 Sebwön, o, lieve Jezus...
ITotsehng schrok hij op.
lallende stéuimcn verbroken de
Ruzie-woorden klonken in de broei
de vestibule van de sociëteit. Die buiten
deur werd oipengerukt, en bij het naar
buatanis chyineiida .licht der ©leöttisch® hoo»
laimip-,. z:~ Janeein, hoe zijn meester, krijfi-
wit en mete Chuim op zijn lippen, door
ankele deftig gekloede hee-ifen ért
een paar netiners voortgeduwd werd, ,an on
danks ziijln. (tegenstribbelen en de verwen-
öcningieia, die» Dij' uitte, in bóit ryitufe werd
gwz&t, twee hunner mede üiaatisi
namen,
n .Afzetters aijn hek iValsohe spelers.
Gqpateabaerd6 boorde hij' zijn hae«-
^^^Wrenxte .woorden zijner geaelien
TOr^hteu voor t oogenbiik blijkbaar niote
Janeen klapte met de sweep, «n weldra
hadden ze de stad achter zich liggen en
hoJdö het rij tuig over demi laindwegi huis-
iiau het water liggen, wil ze kunnen con-
curreeren, doch voor oprichting van
een enlrepól hoofdzakelijk voor dc klein
en middenbedrijven acht inzender hel
terrein der oude gasfabriek bijzonder ge
schikt.
Een stoombootondcnicming aclil 0311 en
trepot of veem alleen van belang als sta
pelplaals van goederen voor derden.
De overige inzenders spreken zich allen
vóór de oprichting vah een veem uil, n.l
een handelaar in granen en kunstmeststof
fen, een grossierdcr in touwwerk e.11 klom
pen, een borstelfabrikant, ecu stoffeerder
en eeii bakker.
Van bijzonder belang achten wij de ant
woorden ten deze van ecu bankinstelling en
van het Bestuur der Vcreeniging tot verbete
ring vail deli Wolhandel in Noord-Holland.
■- l>c bankinstelling wijst er op, dat de hoo-
go eischen, welke aan de Middenstands-
uediethanken worden gesteld bij liet ver-
leeneu van crediet mede bij liet daarbij
to geven onderpand, medebrengen, dat
moet worden omgezien nfar middelen, wel
ke de middenstanders in staat stellen, daar
aan te gemoet te komen.
Do oprichting van een Veem te 'Alkmaar
zou zeer zeker een groote tegemoetkoming
zijn, daar de ceelen, afgegeven voor de
bij de veemeii opgeslagen goederen, tot
onderpand worden geaccepteerd,
Do Vereeniging tot verbetering van den
wolhandel acht een veem noodzakelijk: zij
immers stelt zich ton doel de in Noord-
Holiand geproduceerd wordende wol lang
zamerhand langs coöperatieve wegen ge
combineerd cn gesorteerd ter markt te
brengen in het op te richten veem moeten
do partijen (partijtjes.) zóówel per as als
to water aangevoerd kunnen worden, waar
zij, onder controle van een of meer bcée-
digdc. ambtenaren, dienen tc worden ge
sorteerd, .gebaald en bf ieeobnar opgesla
gen.
Na veiling of anderszins moet de voor
raad, hetzij per groot-scheepswater, hetzij
per spoor, vervoerd kuuiien worden.
Tot nu toe werd door de Vcreeniging
Ni W'jze van proef op primitieve ma
nier van particuliere opslagruimte gebruik
gemaakt; per motor werd de wol naar
Amsterdam vervoerd en aldaar tot verdere
verzending opgeslagen, hetgeen dubbele,
moeite en kosten met zich bracht.
Daar Alkmaar als het centrum der Noord-
Hollandsche .Wolproductie kan worden be
schouwd en voor de hier bedoelde coöpe
ratie zeer gunstig gelegen is, ziet de Ver-
cem'ging .met verlangen de oprichting van
een veem tegemoet.
Volgens den heer W. B. Peteri moet de
Laat zich eertijds omgebogen hebben vol
gens de strekking van de latere Gedemp
te Geest 1), bij de eerste omwalling im
mers vóór 1522 werden Gedempte Geest
en Laat als buitengracht gebezigd, al was
men daardoor ook genoodzaakt de groote
woonbuurten buiten te sluitenhad men
f center tijde een nieuwe gracht moeten gra
ven, dan had men ook wel deze woonbuur
ten binnen de versterking kunnen opne
men.
In 1430 bestond ook' reeds de Nieuwe
Sloot, die een waterverbinding door Alk
maar vormdo vanaf de latere vastgracht
waartst oe.
Bio paarden kended den weg instinctma
tig en Jansen kon zijn gedachten den
vrijen loop laten.
Z'n kort gebed vóór de soos ha.d liem
in betere stemming gebracht, hij gevoepii
da veeleer medelijden met, dan afkj^r;
vóór zijn lieer.
Vroeger was deze toch altijd zoo goed ge-
sveest, vóór hij na don dood zjj'ner
coders in lianden van verkeerde mak
kers gevallen was, die, hein .voorat omi
zijn geld ia anhaalden.
Hij dacht terug aan vroegere jaren, toen
nok da jonge graaf met zijne oudere en
z'n jongere broer mee naar de dorpskerk
kwam, en allen stichtte door zijn ^ji-vromq-
houiding 'en ingetogen gebed.
Ja, 't zjjn sterke beenen, die de weelde
kuninen dragen, verzuchtte hij. Ach, 't
was toch te hopeni, dat O. L. Heter hem
genadig mocht zijjin, en h©m! bjj'tijds tof
inkeer mocht laten komen. 1
Hij was er anders bang voor, wamt 'niet
alleen dat de graai zijjib godsdi.onsfplick,
tem verzuimde en zich aan allerlei uit
spattingen oVergai, maar hij' ontzag zich
den laatsten tijd ook niet den godsdienst
tej bespotten en te bestrijden ai was het
<da.ni mogelijk om z'n geweten in slaap
te wiegen en dit wae toch eene zonde
tegen den H. Geest, die lsiechts zelden
vergeving verwerven. Ea nu in den heili-
gen Kerstnacht ia zoo'n toestand thuis te
koimeint Vtoeken "en veivvenscliingon wat-
ren zijn- Kerstlied glsweest. O. ia, nu ami
(iets westelijk van de uitmonding1 der Kor-
tevaart), tot aan de Minnebroersloot, die
oostelijk van de huidige Paardenmarkt de
Vestgracht bereikte; de Korte en dc
Lange Nieuwe Sloot werden alzoo ge
noemd, omdat in nóg vroegere tijden (dus
vóór dat de Nieuwe Sloot bestond) „het
slootje ofte inwijkje, gaende bij de Vesten
langs achter de huizen van de Koningsweg,
oen oude sloot ofte invaert was, dewelke
uitkwam tusschen het .Weeshuis ende het
Munniken-erf, gaande voorts, aditer de
Kerk om, na de oude Vesten" 2)
Na deze bespreking van Alkmaar's bin-
uen-wateren in den ouden tijd moeten wij
nog leven terugkomen op de vaarten in Alk
maar's omgeving.
Van do Lange- en Kortevaart (welke laat
ste ook Nieuwevaart genoemd werd) spra
ken wij reeds, alsook van de vaart naai
de Egmonder- en Berger meren.
Laten wij al moeten wij daardoor
ook nog even buiten de chronologische
orde blijven thans nog even spreken van
*lo „Koedijkervaart," de „Langedijkervaarf
de „Jan Boyesvaart" en van het sluisje de
„zes wielen".
Het onderwerp immers leent zich niet al
to best voor afzonderlijke vermeldingen
op juisten datum van de voornaamste
feiten.
Vooraf wete men, dat de Aohtermeer
bedijkt werd in 1533, de Zijpe in 1553, de
Da a lm eer en de Vroonermeer in 1560, de
Berger- en de Egmohder-meer in 1564-1565,
de Zwijnmeer in 1567, de Boekelermeer in
1580, de Heerhügowaard in 1626 en de
Schermecr in 1632.
Tot op het tijdstip, waarvan wij spreken
(1523), hebben wij dus nog mét deze me
ren (meren in den werkelijken zin van het
woord) rekening te houden.
Wat hebben wij nu te verstaan onder de
„Nieuwe Vaart", waarvan Boomkamp ge
tuigt, dat zij in 1523 gegraven .werd
Natuurlijk niet de Korte Vaart (ook-wel
eens Nieuwe Vaart genoemd) welke uit
Noordelijke richting het water uit de Lau-
gevaart loosde in de Mient bij de hui
dige Kaarsenmakérsgracht.
Deze vaar! immers was een natuurlijk
gevormde waterweg en bestond reeds eeu
wen en eeuwen vóór 1523.
Boomkamp zelf helpt ons uit den droom,
waar hij zegt, dat de nieuwe vaart gege
ven werd, „strekkende van Jan Boyes af,
tot de slooten, die men'naer St. Paucras
vaert."
Het in 1523 gegraven vaartje moet dus
de Jan Boyesvaart wezen, die van
uit het zuideinde der Vrooner
meer, nabij de plaats, waar de bouw
vallen lagïn van het door 't Kaas- en
Broodvolk verwoeste kasteel Nieuwen-
burch, iu rechte Oostelijke rich
ting voerde naar de kade der (natuurlijk
nog onbadijkte) Heerhügowaard, waar
bij het huis van een zekeren Jan Boyes,
een overtoom was, van wien de vaart
volgens den heer Bruinvis haar naam ont
ving.
Als men nu weet, dat sinds aloude tij
den de vaart naar de Langendijksoh'e dor
pen leidde vanaf Alkmaar over een over
toom in de Zwijnmeer, vervolgens door
de Zwijnmeer en door een watertje tus
schen de Zwijnmeer en de Vroonermeer
(onder den Munnikénweg dóór, iets ooste
lijk van liet oude kasteel Middelburch,) en
verder door de Vroonermeer, dan begrijpt
hij die twee hoeren straks nog1 wel terug
naar do stad laoetan brengen, maar dan
gnig hij maar om half aclit tte Communie,
't Kram hem nu niet meer verschelen. Z'n
vrouw had gelijk, hij zou ten minste den
vrede in zijn hart bewaren en in zijn
gezin. Én hij gevoelde zich ondanks
alles tevreden én dankbaar gesteimd.
Het Knidje van Bethlehem had .vast hun
aller gebeden yerhoord.
Met opgewekt gamoedd kwant Jansan uit
dè Hoogmis.
Die regen had sinds enkele uren opga-
houden te vallen, docb. nu was het gedaan
ijzelen, en de wogen waren een groote' glij
baan geworden. .Voetje voor voetje bewogen
do kerkgangers zioh Langs - de straten. Een
bliijdie kcrsUsbeirnming teekend® zich af op
aller gelaat.
Alle leed Was vergeten, tenen. Jansen te
midden der zijpen aan tafel gezeten waa.
Geurig dampte de koffie in de grove
aarden kommen, en een-schotel beschuitjes
niet muisjes prijkte op het midden van den
disch, ®n deed de kinderen watertandieji,
Wei, man, was 't mooi in de kerk effi
heeft da kapelaan mooi gepreekt?,
Heerlijk, vrouw. Wat zijn die kindor-
stejmmetjes toch lief op '>t koor. Je aaudt
je soms in den hemel wanen. En 't altaar
was ook mooi versierd. En de kapelaan-
Non, en of, Hij heeft het wat netjes gezegd,
Eén ding kan me maar spijten.
Wel?
De graaf had eens in de kerk lruoeteti
MÊÊÊÊ
men, dat de Jan Boyesvaart voor de Alk?
.maarsche scheepsvaarders van belang was;
door de Jan Boyesvaart immers werd
de Langedijkervaart verrijkt met een zij-
wateivveg naar de dorpen, -die rondom den
Heerhügowaard lagen.
Om de beschrijving der vaarten rondom
Alkmaar in den ouden tijd te beëindigen,
moeten wij alsnog de Koedijkervaart ver
melden.
Hoe deze vaart ontstond, heeft ons al
weer de heer Bruinvis verklaard.
Uit het Zuiden van de zeegolf de Zijpe
drong een, zich allengs versmallend, zwin
vrij diep sinds zeer oude tijden, tot onge
veer Alkmaar landwaarts in. 't Was de
grenslijn tusschen Holland cn Westfries
land. Hét in' 't zwin strooniendc zeewater
was een ongemak voor het land, waardoor
het liep. Aan de oostzijde werd het be
perkt door de Geestinèrambachts- en Ree-'
kerdijken (deelen van den groot en Wcst-
frieschen omringdijk), aan de Westzijde op
cenigen afstand door de Berger- en Schoor-
Icr-djjken; een afdoeridü verbetering word
langzamerhand verkregen, toen het zwin
aan 't noordeinde door een dam" den
Reekerdam genaamd bij Krabbendam
werd afgesloten en de bodem der Reeker-
landen, die een lang gerekten driehoek
vormden, zich konden verzoeten.
Het zwin zal dientengevolge ook wel wa-
verondiept zijn, maar liet toch genoeg in
stand om misschien nog tot Alkmaar
verlengd een vaart te laten van d e
Friese he poort aldaar over Huis
waard naar Koedijk, de Koedijker
vaart genaamd, welke later noordwest-
waarts vervolgd tot Petten, de Pe11e
mervaart werd (1531).
Op de smalle strook lands, waar de Kor
te- en Koedijkervaarten elkander naderden
werden in de 16e eeuw, twee watermolens
gebouwd, de z.g. Brantjes-Heijnismolens,
welke tijdens het beleg van Alkmaar
werden verbrand en verwoest.
Van Alkmaar af werd de Korte (Nieu
we) vaart een eind noordwaarts door het
land gegraven, tot het bij Huiswaard het
oudo bed van het zwin (dus de Koeciij-
kc-rvaart) bereikte.
Zoodoende loosde - - iuet
meer alléén uit door de Korte Vaart, doen
óók naar het noorden in de Koedijker
vaart, waardoor do Kwakelsluis bij Alk
maar feitelijk overbodig werd.
Onder deze omstandigheden •-
Langedijkervaart (vanaf de Alkmaar's nrd-
oosthoek tot aan de Vroonermeer) voor de
scheepvaart niet langer kon voldoen
kwam omstreeks 1560 datgene tot stand,
wat wij de Zes Wielen noemen.
Om vanaf Alkmaar een goede waterbin
ding te krijgen met de bloeiende dorp: i
van den Langendijk, werd er een vaart ge
graven vanaf de plek, waar de verlengde
Korte Vaart in de Koedijkervaart uitmond-
do, in ietwat naar 't noorden buigende
richting naar de Vroonermeer.
Hierbij had men 'noodig: een schutsluis
in den Reekerdijk, ter plaatse ongeveer,
waar 'de watermolens gestaan hadden ca
een overtoom nabij die sluis.
De. uitvoering van deze werken schijnt
nogal lang geduurd te hebben, en moei
lijkheden (vooral met het naburige, na
ijverige Hoorn), bleven niet uit, zelfs dc
Langedijkers terzetten zich (uit verkeerd
begrepen eigen belang) tegen dezen vaart-
aanleg.
zijin. Hij had het over den vrede met God,
met den naaste en met zich zeiven. Als
we dien vrede niet deelachtig werden, wad
het o ns eigon schuld.
Het Kindje van Bethlehem was met op
zet in die nederige gestalte tot ons gekomen,
om niemand af te stooten, maar zside hij!
teem dat mocht geen rede zij'n om mis
bruik 1» maken van zijhe goedheid, want
Hij, die als een arm kind in de kribbe
lag, die onder broodsgedaante schuiL ging
in het tabernakel, was toch ook de sterke
God,de Heer der Heerscharen, die een
maal strenge r ekenschap zou vragen aart
alLen, welke dien .vrede liaddan versmaadt
O, je had moeten hooien vrouw, hoe roe.
rend, maar hoe ernstig tevens hij de zon.
daara vermaande. Ik geloof zeker, als do
graaf hem gehoord had, zou zijn beter ge»
voel zijn ontwaakt; maar....
Diaar komt Piet aani, vader, riep dó
twaalfjarige Tioniia.
Wat zal er nu, weer aijtn? Ik hoop;
maar, dat de graaf niet in z n hoofd zal
gehaat 1 hebben, o<m weer te gaan rijden r
ik zon ook geen raad weten, want de paar
den staan niet scherp, en dan is 't leven»»
gevaarlijk met die gladde wegen.
Wel neen, Jan, dam* kan immers geen
praat van aijn, bemoedigde a'n vrouw; h«
zal te rotoBchjeBi te*» Öl® vragen bebbe»