R.-K. NIEUWS-' EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NOORD-HOLLaND No. 3 Saterdag 4 Januari 1919 13e Jaargang- VERSCHIJNT DAGELIJKS. BureauxHOF S, ALKMAAR. - Telefoon: 433' Aan alle abonné's wordt op aanvraag gratis een jolis verstrekt, welke lien verzekert teyen ongevallen tot een bedrag van f 590 f 400 -, f 200 f 103 - f60 f 35- en f 15 Bericht. De vleeschdistributie. !n en om Alkmaar Alkmaar in de toekomst als liandels- en industrie-stad. Oloria in exseSsis Deo. S> ÏÏÏÏÏ.U* Uit FVkmaar's verleden. y-.— ONS BLAD 'ABONNEMENTSPRIJS: Per kwartaal per agent fl.65 met geïll. Zondagsblad f2.10 Franco per post f 1.85 Franco met geïll. Zondagsblad f2.30 Afzondert, nummers v. d. courant f0.05 >t y. B. Zondagsblad f0.05 REDACilE 633. ADVERTENTIËN: Van 1-5 regels fo.7S Elke regel meer fo.15 Reclames per regel f.0.425 Rubriek vraag en aanbod p. pl. fo.40 Wegens den Feestdag van Drie koningen zal dit blad a.s. Maandag niet verschijnen. f "F 't Is tot op heden nog steeds spaak ge- ïoopen met de vleeschdistributie. I En wél: doordat het publiek nog nimmer Verstandig genoeg was om te begrijpen, )Jat men om de vleeschdistributie goed te doen functionneeren zich van ge smokkel moest onthouden. Nu het doel der distributie toch' niet bereikt werd en de zaak per slot van re kening het Rijk schatten gelds kostte, heeit de minister het laatste redmiddel aange- 'grepen: de slachting van vee onder con trole van den burgemeester (nu ja!) toe gestaan en twee vleeschlooze dagen per Week ingesteld. In de hoop natuurlijk, dat dé prijzen in den vrijen handel spoedig behoorlijk zou den dalen en zooveel mogelijk burgers op gezette tijden een stukje vleescli tegen niet te hoogen prijs zouden kunnen be-, jcomen. Wij hebben van een en ander geen groo- ta verwachting, vooral omdat het vieesch over 't algemeen te duut zal moeten zijn voor menschen met smallere beurzen, terwijl deze b.v. de arbeiders allereerst zoo nu en dan eens een stukje vieesch noodig hebben, en tevens omdat er weer al te verwoed geslacht zal wor den. Maar is het niet jammer, dat de Régce- fing tegenover den vieesch-smokkelhandel Zóó machteloos staat, dat zij haar toevlucht «loet nemen tot opheffing van bepalingen, welke beperking van afslachting beoog den en tevens een ieder op z'n tijd een behoorlijk stukje' vieesch bedoelden te ge ven Is "net publiek eigenlijk niet een groot kind, dat z'n eigen belang niet, of althans verkeerd begrijpt, nu het om 'n oogenblik- kelijk winstje of om 'n oogenblikkelijk kelijk winstje of om 'n oogenblikkelijk lek ker beetje het smokkelen niet nalaten kan, •fonder te bedenken, dat daardoor de samen leving in haar geheel gedupeerd wordt! Maar is het hiermede ook niet zóó; wie niet schuldig is, werp® den eersten steen!? VII. Bij beantwoording van de vraag, of dc vprichlmg van een veem voor Alkmaar in de toekomst van belang zal zijn, hebben da tVlkmaarsche handelaren en industrieéien zich veel minder huiverachtig betoond, dan toen zij gesteld werden voor dc weliswaar veel-vergende en precaire vraag, of zij er voor le vinden zouden zijn, bun zaak naai den Hu ijs waar der polder to verplaatsen, indien aldaar gunslig gelegen fabriekster reinen worden aangeboden. Natuurlijk zijn er oolc eln opzichte van de véeni-kwestic vóór- en tegenstanders. FEUILLETON. 3. Hoé benijdde h ij die menschen,. die wel dra in de helderstralendc kerk bij de krib be en den tabernakel zouden kunnen ver- fC£i™, cn door bruisende orgelklankea^ liiefljijke zangstemmen en geurende wier rook» wolken in blijde feeststemming- zou- den'vlerkeercn, en yol dankbare liefde en levendig geloof verirouwvot hunne gebeden zouden opzenden tot liet Kiudeke van Beth lehem, dat met eindetoozë goedheid ziijlnei Mtm|p(jei3 naar hen uitgestrekt hield:.. En terwijl zij daar hun overvol ge- moed zouden kunnen uitstorten, en met de Engelen den tioon van God en met <te de zalig» feestvreugde tier Engelen zou denj de dan, zat hij ikoc m den pijnlijken verkleumende», regen op dan bok van ijijfcuig ojp zijn lickfczinnigpn meester te wachten, -dien hij Htraks langs' den weei penzaaim en. stil geworden wegen, half dronken waarschijnlijk, huiswaarts zou moe_ ten njV-ojn. Maar Lij dacht aan de ;wporden, zijner vrouw, en onwillekeurig mompelde zijne appen: Ja 'ief Jezuekind, <3;iji weet, dat ook K-.e,aa'rnü ma ziJh komen bezoeken en 0«©f Mk my de vrede des bstlmi 'l i'wee zoutziedcr» liicr ter slede zijn de meening toegedaan-, dat een veem of enlrc- pot voor hunne bedrijven van geen lang zijn. Een zelfde vonnis wordt over een veem la Alkmaar geveld door slcmmen uit do ijzer- en mctaalgieterij, uit dc bontwerker® uit den andhei -te huishoudelijke- en luxe arbkeleu en uil- de papierfahricalie. Een handelaar in huiden en wol ach! ecu veem voor zijn bedrijf van geen belang terwijl een collega-huidenhandelaar juist hei tegenovergesteld beweert. l)o Eijksvectcelt-eonsulcul bet zij bij deze vermeld - geloof! niet, dat voor hei bewaren en financieren van liuideu aan een veem behoede- zal ontstaan. Hiervoor toch is.uopdig het slachten van een grcol aantal runderen, hetgeen hij in de naaste toekomst in Alkmaar niet waarschijn lijk acht. Jscn dito verschil van mcening is op ie merken InSs'clien drie handelaren bi kolo niale waren en lusschcti twee snéu-cu- en -tabaksfabrikanten. -• De eerste handelaar iu koloniale waren -- een grossierder - bericht, dal bij van een veem- wellicht weinig gebruik zal maken de tweede handelaar meent, dat oen véem voor iedere handelsfirma, zoowel le Alk' maar als in de naaste omgeving, eeii uit komst zal zijn- (sic!), en de derde deell (Wat hem persoonlijk betreft) mede dat - bij beteren toestand dc voor hem beschik bare ruimte wellicht le klein zal zijn, zoodat "vinden" CClrCp')t'°Ps!:;S zcer wenseucii k zoo De eerst.- sigarenfabrikant is weinig cn- Ihous.ust, hij meent, dat cel: eiilrep'it ol veem voor hem van belang- „ka n" zijn wanneer bij zelf niet voldoende opslagruimte cn docl de deur dicht mei de edodeeling, dat een enifepót voor het Dedryf met noodzakelijk is, zoolmte hel iu v«~U °P rUWt' l:,b:,k ai?1 Verhoogd ^"^dc dito-fabrikant is van tegénövêr- ges telde meenuig, doch gelooft, dal een modern nigericlil entrëpól-zijn pials' zal m°r ï.'1- .v,nde? c'i> ilet terrein dér ouBe gaslabriek, d, i. niet ver van hel centrum der stad en .dicht. bij. 't station; - bij weet wel. dat <le commissie het laatst Be noemde terrein wil bestemmen vooi- ue klciti-mdmlrie, doch het een sluit - vol gens hcm| het andere niet uit- hel ter rein zou, er groot genoeg voor zijn en wan neer daar cca inrichting kwam voor alles namelijk opslag met koel- en vwemiimt" werkplaatsen, waarin gemakkelijk van cloc- trische drijfkracht gebruik gemaakt' kan wor den en bergplaatsen, dan zou daarvoor een pruehtgelegenhcid geschapen zijn, waarvan iedereen kon prof.teereu. Met zulk een ca-' "f" volgens hem - tenminste gevoegelijk kunnen beginnen Zijn fle plannen voor dc benutting van hel terrein oude gasfabriek eenmaal zóóver, dal men .voor do vraag lcoml: hoe moet im wor den gebouwd? - dan zal er natuurlijk op gerekend worden, dat cventueele verande ring van cutrèpót en werkplaatsen - ol onl «ekeeid niet tc veel mag kosten. Mocht de gemeente zop gelukkig zijn, groot-bedrii- veu tot zich te trekken, zoodat stapelplaats voor groote hoeveelheden noodig is, 'dan zou natuurlijk moeten worden ingericht oen entrepot, waar dc goederen direkt uit cn in debchecpsgelegcnlieid gelost en geladen ku|u- ncniAvordenzulk een inrichting mo e t Ik lioop U straks, als. ik thiiis ben toch "dg in mijn hart te kunnen gaan ontwmga. Vergeef mij, als ik 6Cn oogK" blik te kort geschoten ban in vertrouwen mu i i01? vfr8'öe,f ook mijn meestar, die (tenr aangedaan, maar die door zijn gedrag nog veel meer leed ver oorzaakt aan U. Ik offer U deze beproeving op. kleine Jezus, ook dat ik hier in den kauden regen moet wachten. Gij- zult im- mere m ee(n kouden, armoedigen stal uit re f V!?-0r 0118 Sebwön, o, lieve Jezus... ITotsehng schrok hij op. lallende stéuimcn verbroken de Ruzie-woorden klonken in de broei de vestibule van de sociëteit. Die buiten deur werd oipengerukt, en bij het naar buatanis chyineiida .licht der ©leöttisch® hoo» laimip-,. z:~ Janeein, hoe zijn meester, krijfi- wit en mete Chuim op zijn lippen, door ankele deftig gekloede hee-ifen ért een paar netiners voortgeduwd werd, ,an on danks ziijln. (tegenstribbelen en de verwen- öcningieia, die» Dij' uitte, in bóit ryitufe werd gwz&t, twee hunner mede üiaatisi namen, n .Afzetters aijn hek iValsohe spelers. Gqpateabaerd6 boorde hij' zijn hae«- ^^^Wrenxte .woorden zijner geaelien TOr^hteu voor t oogenbiik blijkbaar niote Janeen klapte met de sweep, «n weldra hadden ze de stad achter zich liggen en hoJdö het rij tuig over demi laindwegi huis- iiau het water liggen, wil ze kunnen con- curreeren, doch voor oprichting van een enlrepól hoofdzakelijk voor dc klein en middenbedrijven acht inzender hel terrein der oude gasfabriek bijzonder ge schikt. Een stoombootondcnicming aclil 0311 en trepot of veem alleen van belang als sta pelplaals van goederen voor derden. De overige inzenders spreken zich allen vóór de oprichting vah een veem uil, n.l een handelaar in granen en kunstmeststof fen, een grossierdcr in touwwerk e.11 klom pen, een borstelfabrikant, ecu stoffeerder en eeii bakker. Van bijzonder belang achten wij de ant woorden ten deze van ecu bankinstelling en van het Bestuur der Vcreeniging tot verbete ring vail deli Wolhandel in Noord-Holland. ■- l>c bankinstelling wijst er op, dat de hoo- go eischen, welke aan de Middenstands- uediethanken worden gesteld bij liet ver- leeneu van crediet mede bij liet daarbij to geven onderpand, medebrengen, dat moet worden omgezien nfar middelen, wel ke de middenstanders in staat stellen, daar aan te gemoet te komen. Do oprichting van een Veem te 'Alkmaar zou zeer zeker een groote tegemoetkoming zijn, daar de ceelen, afgegeven voor de bij de veemeii opgeslagen goederen, tot onderpand worden geaccepteerd, Do Vereeniging tot verbetering van den wolhandel acht een veem noodzakelijk: zij immers stelt zich ton doel de in Noord- Holiand geproduceerd wordende wol lang zamerhand langs coöperatieve wegen ge combineerd cn gesorteerd ter markt te brengen in het op te richten veem moeten do partijen (partijtjes.) zóówel per as als to water aangevoerd kunnen worden, waar zij, onder controle van een of meer bcée- digdc. ambtenaren, dienen tc worden ge sorteerd, .gebaald en bf ieeobnar opgesla gen. Na veiling of anderszins moet de voor raad, hetzij per groot-scheepswater, hetzij per spoor, vervoerd kuuiien worden. Tot nu toe werd door de Vcreeniging Ni W'jze van proef op primitieve ma nier van particuliere opslagruimte gebruik gemaakt; per motor werd de wol naar Amsterdam vervoerd en aldaar tot verdere verzending opgeslagen, hetgeen dubbele, moeite en kosten met zich bracht. Daar Alkmaar als het centrum der Noord- Hollandsche .Wolproductie kan worden be schouwd en voor de hier bedoelde coöpe ratie zeer gunstig gelegen is, ziet de Ver- cem'ging .met verlangen de oprichting van een veem tegemoet. Volgens den heer W. B. Peteri moet de Laat zich eertijds omgebogen hebben vol gens de strekking van de latere Gedemp te Geest 1), bij de eerste omwalling im mers vóór 1522 werden Gedempte Geest en Laat als buitengracht gebezigd, al was men daardoor ook genoodzaakt de groote woonbuurten buiten te sluitenhad men f center tijde een nieuwe gracht moeten gra ven, dan had men ook wel deze woonbuur ten binnen de versterking kunnen opne men. In 1430 bestond ook' reeds de Nieuwe Sloot, die een waterverbinding door Alk maar vormdo vanaf de latere vastgracht waartst oe. Bio paarden kended den weg instinctma tig en Jansen kon zijn gedachten den vrijen loop laten. Z'n kort gebed vóór de soos ha.d liem in betere stemming gebracht, hij gevoepii da veeleer medelijden met, dan afkj^r; vóór zijn lieer. Vroeger was deze toch altijd zoo goed ge- sveest, vóór hij na don dood zjj'ner coders in lianden van verkeerde mak kers gevallen was, die, hein .voorat omi zijn geld ia anhaalden. Hij dacht terug aan vroegere jaren, toen nok da jonge graaf met zijne oudere en z'n jongere broer mee naar de dorpskerk kwam, en allen stichtte door zijn ^ji-vromq- houiding 'en ingetogen gebed. Ja, 't zjjn sterke beenen, die de weelde kuninen dragen, verzuchtte hij. Ach, 't was toch te hopeni, dat O. L. Heter hem genadig mocht zijjin, en h©m! bjj'tijds tof inkeer mocht laten komen. 1 Hij was er anders bang voor, wamt 'niet alleen dat de graai zijjib godsdi.onsfplick, tem verzuimde en zich aan allerlei uit spattingen oVergai, maar hij' ontzag zich den laatsten tijd ook niet den godsdienst tej bespotten en te bestrijden ai was het <da.ni mogelijk om z'n geweten in slaap te wiegen en dit wae toch eene zonde tegen den H. Geest, die lsiechts zelden vergeving verwerven. Ea nu in den heili- gen Kerstnacht ia zoo'n toestand thuis te koimeint Vtoeken "en veivvenscliingon wat- ren zijn- Kerstlied glsweest. O. ia, nu ami (iets westelijk van de uitmonding1 der Kor- tevaart), tot aan de Minnebroersloot, die oostelijk van de huidige Paardenmarkt de Vestgracht bereikte; de Korte en dc Lange Nieuwe Sloot werden alzoo ge noemd, omdat in nóg vroegere tijden (dus vóór dat de Nieuwe Sloot bestond) „het slootje ofte inwijkje, gaende bij de Vesten langs achter de huizen van de Koningsweg, oen oude sloot ofte invaert was, dewelke uitkwam tusschen het .Weeshuis ende het Munniken-erf, gaande voorts, aditer de Kerk om, na de oude Vesten" 2) Na deze bespreking van Alkmaar's bin- uen-wateren in den ouden tijd moeten wij nog leven terugkomen op de vaarten in Alk maar's omgeving. Van do Lange- en Kortevaart (welke laat ste ook Nieuwevaart genoemd werd) spra ken wij reeds, alsook van de vaart naai de Egmonder- en Berger meren. Laten wij al moeten wij daardoor ook nog even buiten de chronologische orde blijven thans nog even spreken van *lo „Koedijkervaart," de „Langedijkervaarf de „Jan Boyesvaart" en van het sluisje de „zes wielen". Het onderwerp immers leent zich niet al to best voor afzonderlijke vermeldingen op juisten datum van de voornaamste feiten. Vooraf wete men, dat de Aohtermeer bedijkt werd in 1533, de Zijpe in 1553, de Da a lm eer en de Vroonermeer in 1560, de Berger- en de Egmohder-meer in 1564-1565, de Zwijnmeer in 1567, de Boekelermeer in 1580, de Heerhügowaard in 1626 en de Schermecr in 1632. Tot op het tijdstip, waarvan wij spreken (1523), hebben wij dus nog mét deze me ren (meren in den werkelijken zin van het woord) rekening te houden. Wat hebben wij nu te verstaan onder de „Nieuwe Vaart", waarvan Boomkamp ge tuigt, dat zij in 1523 gegraven .werd Natuurlijk niet de Korte Vaart (ook-wel eens Nieuwe Vaart genoemd) welke uit Noordelijke richting het water uit de Lau- gevaart loosde in de Mient bij de hui dige Kaarsenmakérsgracht. Deze vaar! immers was een natuurlijk gevormde waterweg en bestond reeds eeu wen en eeuwen vóór 1523. Boomkamp zelf helpt ons uit den droom, waar hij zegt, dat de nieuwe vaart gege ven werd, „strekkende van Jan Boyes af, tot de slooten, die men'naer St. Paucras vaert." Het in 1523 gegraven vaartje moet dus de Jan Boyesvaart wezen, die van uit het zuideinde der Vrooner meer, nabij de plaats, waar de bouw vallen lagïn van het door 't Kaas- en Broodvolk verwoeste kasteel Nieuwen- burch, iu rechte Oostelijke rich ting voerde naar de kade der (natuurlijk nog onbadijkte) Heerhügowaard, waar bij het huis van een zekeren Jan Boyes, een overtoom was, van wien de vaart volgens den heer Bruinvis haar naam ont ving. Als men nu weet, dat sinds aloude tij den de vaart naar de Langendijksoh'e dor pen leidde vanaf Alkmaar over een over toom in de Zwijnmeer, vervolgens door de Zwijnmeer en door een watertje tus schen de Zwijnmeer en de Vroonermeer (onder den Munnikénweg dóór, iets ooste lijk van liet oude kasteel Middelburch,) en verder door de Vroonermeer, dan begrijpt hij die twee hoeren straks nog1 wel terug naar do stad laoetan brengen, maar dan gnig hij maar om half aclit tte Communie, 't Kram hem nu niet meer verschelen. Z'n vrouw had gelijk, hij zou ten minste den vrede in zijn hart bewaren en in zijn gezin. Én hij gevoelde zich ondanks alles tevreden én dankbaar gesteimd. Het Knidje van Bethlehem had .vast hun aller gebeden yerhoord. Met opgewekt gamoedd kwant Jansan uit dè Hoogmis. Die regen had sinds enkele uren opga- houden te vallen, docb. nu was het gedaan ijzelen, en de wogen waren een groote' glij baan geworden. .Voetje voor voetje bewogen do kerkgangers zioh Langs - de straten. Een bliijdie kcrsUsbeirnming teekend® zich af op aller gelaat. Alle leed Was vergeten, tenen. Jansen te midden der zijpen aan tafel gezeten waa. Geurig dampte de koffie in de grove aarden kommen, en een-schotel beschuitjes niet muisjes prijkte op het midden van den disch, ®n deed de kinderen watertandieji, Wei, man, was 't mooi in de kerk effi heeft da kapelaan mooi gepreekt?, Heerlijk, vrouw. Wat zijn die kindor- stejmmetjes toch lief op '>t koor. Je aaudt je soms in den hemel wanen. En 't altaar was ook mooi versierd. En de kapelaan- Non, en of, Hij heeft het wat netjes gezegd, Eén ding kan me maar spijten. Wel? De graaf had eens in de kerk lruoeteti MÊÊÊÊ men, dat de Jan Boyesvaart voor de Alk? .maarsche scheepsvaarders van belang was; door de Jan Boyesvaart immers werd de Langedijkervaart verrijkt met een zij- wateivveg naar de dorpen, -die rondom den Heerhügowaard lagen. Om de beschrijving der vaarten rondom Alkmaar in den ouden tijd te beëindigen, moeten wij alsnog de Koedijkervaart ver melden. Hoe deze vaart ontstond, heeft ons al weer de heer Bruinvis verklaard. Uit het Zuiden van de zeegolf de Zijpe drong een, zich allengs versmallend, zwin vrij diep sinds zeer oude tijden, tot onge veer Alkmaar landwaarts in. 't Was de grenslijn tusschen Holland cn Westfries land. Hét in' 't zwin strooniendc zeewater was een ongemak voor het land, waardoor het liep. Aan de oostzijde werd het be perkt door de Geestinèrambachts- en Ree-' kerdijken (deelen van den groot en Wcst- frieschen omringdijk), aan de Westzijde op cenigen afstand door de Berger- en Schoor- Icr-djjken; een afdoeridü verbetering word langzamerhand verkregen, toen het zwin aan 't noordeinde door een dam" den Reekerdam genaamd bij Krabbendam werd afgesloten en de bodem der Reeker- landen, die een lang gerekten driehoek vormden, zich konden verzoeten. Het zwin zal dientengevolge ook wel wa- verondiept zijn, maar liet toch genoeg in stand om misschien nog tot Alkmaar verlengd een vaart te laten van d e Friese he poort aldaar over Huis waard naar Koedijk, de Koedijker vaart genaamd, welke later noordwest- waarts vervolgd tot Petten, de Pe11e mervaart werd (1531). Op de smalle strook lands, waar de Kor te- en Koedijkervaarten elkander naderden werden in de 16e eeuw, twee watermolens gebouwd, de z.g. Brantjes-Heijnismolens, welke tijdens het beleg van Alkmaar werden verbrand en verwoest. Van Alkmaar af werd de Korte (Nieu we) vaart een eind noordwaarts door het land gegraven, tot het bij Huiswaard het oudo bed van het zwin (dus de Koeciij- kc-rvaart) bereikte. Zoodoende loosde - - iuet meer alléén uit door de Korte Vaart, doen óók naar het noorden in de Koedijker vaart, waardoor do Kwakelsluis bij Alk maar feitelijk overbodig werd. Onder deze omstandigheden •- Langedijkervaart (vanaf de Alkmaar's nrd- oosthoek tot aan de Vroonermeer) voor de scheepvaart niet langer kon voldoen kwam omstreeks 1560 datgene tot stand, wat wij de Zes Wielen noemen. Om vanaf Alkmaar een goede waterbin ding te krijgen met de bloeiende dorp: i van den Langendijk, werd er een vaart ge graven vanaf de plek, waar de verlengde Korte Vaart in de Koedijkervaart uitmond- do, in ietwat naar 't noorden buigende richting naar de Vroonermeer. Hierbij had men 'noodig: een schutsluis in den Reekerdijk, ter plaatse ongeveer, waar 'de watermolens gestaan hadden ca een overtoom nabij die sluis. De. uitvoering van deze werken schijnt nogal lang geduurd te hebben, en moei lijkheden (vooral met het naburige, na ijverige Hoorn), bleven niet uit, zelfs dc Langedijkers terzetten zich (uit verkeerd begrepen eigen belang) tegen dezen vaart- aanleg. zijin. Hij had het over den vrede met God, met den naaste en met zich zeiven. Als we dien vrede niet deelachtig werden, wad het o ns eigon schuld. Het Kindje van Bethlehem was met op zet in die nederige gestalte tot ons gekomen, om niemand af te stooten, maar zside hij! teem dat mocht geen rede zij'n om mis bruik 1» maken van zijhe goedheid, want Hij, die als een arm kind in de kribbe lag, die onder broodsgedaante schuiL ging in het tabernakel, was toch ook de sterke God,de Heer der Heerscharen, die een maal strenge r ekenschap zou vragen aart alLen, welke dien .vrede liaddan versmaadt O, je had moeten hooien vrouw, hoe roe. rend, maar hoe ernstig tevens hij de zon. daara vermaande. Ik geloof zeker, als do graaf hem gehoord had, zou zijn beter ge» voel zijn ontwaakt; maar.... Diaar komt Piet aani, vader, riep dó twaalfjarige Tioniia. Wat zal er nu, weer aijtn? Ik hoop; maar, dat de graaf niet in z n hoofd zal gehaat 1 hebben, o<m weer te gaan rijden r ik zon ook geen raad weten, want de paar den staan niet scherp, en dan is 't leven»» gevaarlijk met die gladde wegen. Wel neen, Jan, dam* kan immers geen praat van aijn, bemoedigde a'n vrouw; h« zal te rotoBchjeBi te*» Öl® vragen bebbe»

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1919 | | pagina 1