TWEEDE BLAD.
ZATERDAG 18 JANUARI 1919
Gered door een kewertje.
OM DEN HAARD.
GRAPJES
BLADVULLING.
terugvinding van
in
Kind Jezus
Provinciaal Nieuws.
Een legende uit het leven van mi
Kind Jezus.
SPROKKELINGEN
BRIEVENBUS.
Na' drie dagen van kommervol zoeken vonden
tfqêeph en Maria liet Goddelijk in dien tem-
Jpel terns:, zittend te midden der leeraars, hen
IhWrend en ken ondervragend: en allen» die
■Hem hoorden, waren verbaasd over die wijsheid
en do antwoorden van dezen twaalfjarigen
knaap. Zij nu stonden Verwonderd, toen zit
Hem zagen.
Ais zij dan den tempel verlaten hadden, en
wederome met Jezus alleen waren, stortte Maria
hare fijngevoelige ziel ruit. Zij heeft, gedurende
'deze drie' dagen, zooveel,» zoo noeimloos veel ge
leden, dat zij een© klacht van teedero moeder
liefde, over zijn achterblijven, zonder hunne:
voorkennis, niet weerhouden kan. en "tot Hem
zegt: Zoonl waarom» hebt Gij ons zóó gedaan?
Zie» Uw vader en ik zochten U met droefheid,
(niet wetendie waar Gij waart.
Zóó klaagt ook Vaak die godminnende ziel te
midden harer beproevingen: Heer, waar toeft
Gij took!? 't Is een© heilige vrijmoedigheid,
'waartoe do vertrouwelijke en innige omgang
'met God het recht geeft.
Hebben wij bovendien onzen Goiddeljjkcn
Meester zeiven niet hoeren klagen aan Ziin
Kruis: Mijn God! Mijn God! waarom hebt Gii
Mii verlaten?
't Bewondert hier, zegt de H. Augustinus, de
nederigheid der allerzaligst© Maagd en Moeder
[Gods Maria! Wie .toch wist heter dan zij' zelve,
dat Jezus uitiaaar alleen geboren was, en
'Joseph daaraan geen deel hoegenaamd had.
'Conceptus de spiritu sancto; natus ex Maria
[Virgin©Ontvangen van den H. Geestgeboren
hit do Maagd Maria.
Toch spreekt zii uit Josephs naam, zoowel als
uit haar eigen naam» ja, gewaagt zelfs van den
H. Joseph op de eerst© plaats: zii neemt de
laagste plaats in. O, bewonderenswaardige
Vrouwe! Hoe vertrouwelijk, hoe nederig, hoe
innig en teeder is alles wat gii zegt!
Uw vader en ik zochten U met droefheid.
Wel moeht Maria, met de godvreeZende Bufch
uitroepen: ,,Amaritudine valde replevit me
Omnipotens: Met groote bitterheid heeft, de
Almachtige mii vervuld." De moeder der reine
liefde, en Joseph, een rechtvaardig man, heb
ben hun Eind, hun God en hun Al verloren!
•Wie 2al de droefheid óver dat verlies a&ngeVen?
Die diepte is alleen te peilen door Jezus, die
alleen weet, hoe innig en hoe vurig zijne Moe
der en- riin Voedstervader Hem liefhebben.
Wii zochten U met droefheid.
Als zóó de rechtvaardigen, de heiligen spre
ken, die huiten hunne schuld Jezus verloren
hebben: wat moot de onrechtvaardige, de zon
daar, dan zeggen, die door ziin eigen schuld
Jezus en Bijna genade uit zijn hart verbannen
heeft
Uwe ongeireohtighea'enzoo getuigt de Pro
feet Isaias, uw hoogmoed, uwe hebzucht en uwe
grovei zinnelijkheid» hebben een scheidingsmuur
opgetrokken tusschen u en uwen God.
Ach, bid en smeek toch den Heer, _da.t gii
d9 grootte van dat verlies moogt beseffen.
Want, weet wel, nu gii den weg der onschuld
verlaten hebt. staat u nog alleen de weg der
bootvaardigheid ter zaligheid"" open. Zonder
boetvaardigheid» zegt ah H. Augustinus, mogen
wii'deze wereld niet verlaten.
Zie, uw Engelbewaarder schreit om den droe-
vlgen, den beklagenswaardigeri toestand uwer
ziel, en gii schreit aden enkelen traan van rouw
of boete. Ubies Deus tuus: Waar is nu uw
God, uw Schepper, u.w Verlosser en uw Heilig
maker Sta op, om Hem te zoeken, en zoek Hem
volgens het voorbeeld van Maria en Joseph. Zij
zochten Hem oogenblikkeli.ik, zoodra zij het
verlies bespeurden.
Zij zochten Hem met ijvetr en met volhar
ding.
Zij zochten Hem met droefheid, om Hem
eindelijk*'in den tempel terug te vinden.
O, als gij in doodzonde gevallen zijl, wil
toeh uwe bekeering niet uitstellen. Als gij
door de wroeging van uw geweten de stem
des Heeren in uw binnenste verneemt, wil
dan toch uw hart niet verharden. Hoe durft
gij het bestaan u ter ruste te begeven als
vijand van God, om misschien te ontwaken
als schuldige voor het verschrikkelijk oor
deel dos Heeren? IJlt een dpodelijk ge
wonde niet terstond naar' den geneesheer?
Invocate Eum, dum prope est: Roep tot
den Heer, nu het nog tijd is. Wil uw ge
weten niet. in sla-ap sussen met de gedachte:
Morgen, morgen zal ik mij bekeeren! Mor
gen! is het parool dés Duivels en het wacht
woord der hel. De morgen komt voor u niet
meer, volgens deze verschrikkelijke bedrei
ging des Heeren: „Ik ga van u heen, en
gij zult mij zoeken, maar niet vinden, en
in uwe zonden zult gij sterven."
Na drie dagen van aanhoudend en inge
spannen zoeken vonden 'Maria en Joseph
eindelijk, hun veelgeliefd kind, in den tem
pel terug. -
- ÖoK wij: iïfi^t§n"dèii. Hëèr, 'on'zên' en
zij'ne genade tVü'gyih'den' in' d.entempel,
in de kerk', in. liet huis 'dcè Heeren; aan
den vöet van liet 'Altaar, waar liet bloedig
Zoenoffer van Calvarië dagelijks óp onbloe
dige wijze voor. onze zpndensehuld, "door "Je
zus aan Zijn Hemelschen Vader wordt her
nieuwd-. -Door berouw 'en boete moet gij
Jezus terugvinden in den stoel d.er boetvaar
digheid,. dosr cëiie oprechte en volledige
belijdenis met een vast voornemen .voor de
toekomst vooral dc naaste gelegenheid tot
zonde te vluchten. Dan zal de zoete vred.es
des liartèn getuigen: „Midden in uw tempel,
o Heer! zijn wij uwer barmhartigheid deel
achtig geworden." Meer nog! 'Daar zult.gij
den' Vorst des vred.es zeiven vinden in de
H. Communie, in het onuitsprekelijk geheim
Zijner liefde. Na ervaren to hebben, hoe'
bitter en wrang het was den Heer, uwen
God verloren te- hebben, zuLt gij ondervin
den, hoe goed en hoe zoet hét is 'den Heer
uwen God te bezitten en uitroepen„Ik
heb Hem gevonden, Dien raij'ne ziel liefheeft,
ik zal Hem nimmermeer verlaten.
M. P. A. OOMS, D. P.
'Alkmaar, 18 Januari 1919.
iBBgessEsdlssD stukken.
1 Aan
-> - -i] i* Redactie „Ons Blad* 1
Alkmaar. '.y.-.J.
Hooggeachte Heer Redacteur, '•'""i
Ter verduidelijking van het verslag der dezer
dagen gehouden vergadering van het Plaatse
lijk Comité voor K. S. A. alhier, waarin als
spreker optrad de heer A. B. Michielsen van
Halfweg, van welke rede een kort resumée werd
gegeven in Uw blad van hedenavond, dient wel
eenige wijziging te worden gebracht, en waarom
ik een kleine ruimte van U vraag. Bij voorbaat
mijne erkentelijkheid.
Gf Uw verslaggever of de berichtgever van
genoêhid bericht de rede van mijnheer Michiel
sen niet heeft begrepen, of wellicht onbekend
was met het doel (Ier vergadering, is mij onbe
kend, doch uit het verslag heeft men den indruk
gekregen, alsof de spreker uitsluitend een pro-
paganda-betoog heeft gehouden voor „Eigen
Erf'7; ja, zelfs alsof een vereeniging of een af-
deeling van deze genoemde organisatie alhier is
opgericht-
Noch het een, noch het ander is waar. „Eigen
Erf77 is een nationale financieele onderneming,
en kan dus niet uit neven- maar nog minder
uit onder-vereenigingen bestaan.
Mijnheer Michielsen heeft weliswaar van de
gelegenheid, welke hem vergund", was, gebruik'
gemaakt Van eenige propaganda voor „Eigen
Erf77 te maken, doch' de vergadering was daar
toe'niet bijeengeroepen. Wel echter om te komen
.tot een „Stichting voor uitvoering der Landar-
r bbiclerswet7"7. Dat was het'doel dér vergadering
en geen ander.
Waar Uw berichtgever zegt; „Spr. gaf na de
pauze nog enkele artikelen aan over de landar-
beiderswet en zette deze duidelijk uiteen en noo-
digde de'Vergadering uit om m te reekenen voor
een of meer aandeelen, hetwelk door eenige
leden werd gedaan,77 voelt een ieder, die slechts
eenigermate is ingewijd, in de materie dezer wet,
dat er van „een inreekenen voor een of meer
aandeelen77 niet in 7t minst sprake is, maar dat
deze wet alleen beoogt, personen of liever land
arbeiders een plaatsje woning met eenig
grond of los land in pacht te verstrekken.
Ook contribueerende leden heeft dergelijke
„Stichting77 niet, en Uw verslaggever slaat de
plank glad mis en schijnt van de geheele ten-
denz der wet niet het minste begrip of het flauw
ste besef te hebben; de duidelijke, heldere, leer
zame rede des heeren Michielsen, heeft niet
eenige leering mogen zijn voor den anders zoo
ijverigen persman, dien U een commentaar be
zorgde.
Opdat geen dwaalbegrippen inzake de Land-
arbeiaerswet zich gaan vestigen en omeven-
tueele abuizen en onaangenaamheden te voor
komen, heb ik gemeend bovenstaande te moeten
memoreer en.
Aanvaard, Heer Redacteur, nogmaals den
dank, van H. F. NULAND,
Bestuurslid van de „Stichting voor
uitvoering der Landarbeiderswet".
Schagen, 15 Jan. 1919.
GODSDIENSTIG VERVAL ONDER NIET-
KATHOLIEKEN OP TEXEL'.
"Onder de andersdenkenden op ons eiland
valt gedurende de laatste 25 jaren een
gro-ot verval in de godsdienstig-© gevoelens
waar te nemen. Vooral 't hoofddorp Den
Burg geeft daarmede een treurig voorbeeld.
Voor een 20-tal jaren werd het druk in
het dorp wanneer de grbote kerk uitkwam,
doch nu bespeurt men daarvan d.es 'Zondags
niet veel meer; 't kerkbezoek is 'dan ook
allertreurigst en het zijn bijna altijd de
zelfde personen, die de godsdienstoefenin
gen bijwonen. En toeh is het aantal Her-»
vormden öp dit dorp zeer groot. Ook bij
de Doopsgezinde Gem. is het kerkbezoek
gering. Gp cle overige dorpen van het eiland
is de toestand iets beter, dpch' aan he;t
[Oude schild, is het, mogelijk nog
erger. Éen doiiiiné kan men daai
niet krijgen en 't is meennales
gebeurd', dat één dominé van eea
ander dorp. er voor een bijna
ledige kerk moest ontreden'.
Oósterend maakt' liiierop 'éen'
gunstige uitzondering en dat i>
zefcer aan liet gehalte .van de ba»
vollcing ook zeer goed merkbaar
Daar is in de laatste jaren lief
kerkbezoek sterk toegenomen b
d© Hervormden en vooral c
bii do Gereformeerden, 'de z.
afgescheiden.
Als eerste gevolg van der
godsdienstig© o n versehi.lligh o i
ka.n zeker worden geconstateer."
de groove achteruitgang V3£L he
aantal der geboorten. 7t Is hlr.
zoo sterk» dat aan Den Burg li.
aantal kinderen van de openbr.»
re school pl.m. 200 bedraagt c--
dat van de Katholiek© school
pl.m. 140. Op de openbare
sckool, die een M. U. D. O. is
zfin ongeveer 4050 kinderen,
di© do School bezoeken om ei
uitgebreider onderwijs te ont
vangen, dus zuiver 'gerekend
staat het aantal leerlingen der
Lagere scholen Mina gelijk. Het
aantal Katholieken van dit
dorp echter bedraagt, zoo onge
veer een vierde van. de bevol
king. Op een enkele uitzondie-
rinig na vindt men hier alleen
.onder' Orthodox-protestanten,
Gereformeerden en Katholieken
groote gezinnen.
Een en ander zal zeker op
dien duur moeten leiden tot oen.
rechtech© meerderheid op ons»
eiland. Uit de jongst© Kamer
verkiezing bleek, dat hier op da
gezamenlijke rechtsehe c.a.ndi-
daten, (als men daaronder ook
den christen-democraat den heer
A. R. Staalman rekent: da
stemmen op dien oandidaat. uit
gebracht» ziin veelal van reeht-
seihó kiezers,) op pl.m. 50, na
evenveel stem,men riin uitgéi-'
bracht als op de linksche öan-
didaten. 't Staat er hier voor 'die
r-echtselke partijen nag niét zog
slecht voor, V. r f
(Slot.)
De beklaagde bleef zijn onschuld volliouden.
Kaar niets mocht baten; hij werd schuldig
verklaard en ter dood veroordeeld. Iedereen
Verwonderde zich, dat zulk een misdaad door
dezen man kon zijn gepleegd, daar bij bij
allo inwoners van bet dorp bekend stond als
een uiterst vreedzaam en eerlijk menscb.
Daa'rpp besloten de aanzienlijkste dorpelingen
den volgenden morgen den graaf te gaan
smeèken, om den veroordeelde genade te wil
len schenken.
„De bewijzen zijn wel tegen onzen vriend."
zeiden zij, maar wellicht vinden wij later
'den wérkelijk en moordenaar."
Heftig kwam Dodo hiertegen op. igy
„Neen, beer,7' riep bij, „dat nooit!"
Toén sprak de graaf ernstig:
„De, moordenaar moet 6terven. Men make
alles'gereed om de straf te voltrekken."
Bodo kweet ziob met grooten ijver van deze
opdracht, terwijl de veroordeelde weenend af
scheid nam van zijne bedroefde bloedverwan
ten en vrienden.
„De goede God zal ons helpen," troostte bij
hen onder tranen, in bet bewustzijn van zijn
onsehuid.
„Maak haast, wat beduidt dat getalm"
schreeuwde Bodo hen toe. toen bij zag, dat zij
nog aarzelden zijn bevel op te volgen.
Smeekend bief de veroordeelde de samen
gevouwen handen op en verzocht vurig nog
eenmaal Je mc'gen bidden.
„Neen, dat kan niet", riep Bodo opgewonden'
De graaf, di© tot hiertoe de houding van
den opzichter stilzwijgend had gadegeslagen.,
gaf nu bevel den landmand zijn laatste bede
toe te staan. Het was den graaf namelijk op
gevallen met welk een in bet oog loopende
haast Bodo de toebereidselen tot dc terecht
stelling liet in orde maken.
Doordringend zag hij den opzichter in de
oogen en bemerkte dat deze de zijne voor heul
neersloeg. Een beklemd gevoel van argwaan
beving den graaf.
Op dit oogenblik zag men den veroordeelde,
vóór bet nederknielen. met de samengevou
wen handen iets zachtjes terzijde schuiven.
Het was een klein, mooi kevertje. Voorzich
tig liet hij het diertje in het gras vallen,
daara eerst knielde hij neder en bad.
De 'graaf bad dit alles met de grootste aan
dacht gevolgd. Hij zag nu ook hoe het dier
tje de vleugcis uitspreidde en zich op Bodo7s
hand nederzette. Deze greep het kevertje met
de rechterhand en doodde het, waardoor een
rood© bloedvlek op zijn hand achterbleef.
Met luider stem gelastte nu de graaf den
veroordeelde vrij te laten.
Onmogelijk kan hij de schuldige zijn, riep
hij uit. Hij mag niet strven!
B'j deze woorden verbleekte Bodo zeer, ter
wijl bij met bevende stem sprak:
- Maar, beer graaf, de bewijzen zijn er~toeM
Wien houdt, gij dan voor den moordenaar!
Wien ik voor den moordenaar hond,
sprak de graaf of strengen toon. U zelf!
Mij heer mij!
Ja, u, want op het oogenblik dat gij met
afschuw had moeten vervuld zijn voor al wat
moord is, zag ik boe gij met groote onvr-
ecbilligbeid het kevertje doodet,dat zich zon
der argwaan op uwe hand had nedergezet.
De arme veroordeelde echter toonde, met zijra
eigen dood voor oogen, oog medegevoel te
fcezitieu'\©ur bet kleine wezentje.
Dikwijls genoeg ben ik door mijn broeder
voor u gewaarschuwd, daar hij u niet ver
trouwde. Nooit heb ik aandacht geschenken
aan zijn waarschuwingen. Toen ik nu' echter
uwe onrust en haast bemerkte bii de voorbe
reidingen voor de terechtstelling, kwam mij
alles weer te binnenben werd het mij duide
lijk, dat gij door een onschuldige te doen te
rechtstellen, de verdenking van den moord
van uw zelf hebt willen afwenden en toen ik
om zag, boe ruw gü het arme diertje behan
delde, werd mij plotseling uw bcoze toeleg
duidelijk. Gij had redenen bevreesd te zijn
voor mijn broeder en daarom hebt gij liern 7t
leven ontnomen.
Beken dus nu schuld, gij zijt de moordenaar!
Overweldigd door dezen plotselingen om
keer viel Bodo voor den graaf op de knieën
en bekend© volmondig den moord op den
jongen gTaaf te bobben gepleegd.
Hij werd nu ter dood veroordeeld in plaats
van den landman, die zijn vrijheid herkreeg.
Ter wille van den goeden landman, die, ge
nade voor Bodo afsmeekte, schonk de graaf
d&ze het leven.
De landman kwam bij den graaf in dienst,
voor wien hij spoedig een der meestver-
tiouwde dienaren werd.
Sinds dien tijd heb ik hporen vertellen»
noemt men het kevertje Önze-Lieve-Heer-
beestje, omdat bet door God werd uitverko
ren om een onschuldige van den dood te
redden.
EINDE
De H. Moeder Maria was bezig het avond
maal te bereiden, de schemering viel reeds in en
St. Jozef zou beid ra van zijn vermoeiende werk
zaamheden naar huis komen. Het Kindje Jezus
speelde buiten met Zijne kameraadjes, ze waren
het stadje Nazareth uitgegaan, met het voorne
men tegen schemering naar huis te keeren. Nu
was St. Jozef al thuis gekomen en zooals hij
anders den kleinen Jezus meebracht, was het
Kind thans niet bij hem.
„De kleine is zeker stilletjes weggekropen,7'
zeide Maria tot St. Jozef. „Wacht, ik zal hem
even zoeken.77 Maar waar Maria zocht en keek,
Jezuke was'er niet en bleef weg. Waar mocht
het Kind nu toch zijn? Als Hem eens een onge
luk was overkomen! Angstig bezorgd gingen
Maria en Jozef naar de plaats waar Jezuke
meestal met Zijn vriendjes speelde, doch daar
was alles stil en rustig
Een paar keer riep Maria den naam van haar
geliefd Kind, maar er volgde geen antwoord.
Het bleef stilSt. Jozef, die in den omtrek
had gezocht, kwam onverrichter zake weerom.
Wat waren de ouders beangst en bedroefd!
Geen wonder! Ze gingen verder zoeen, ban
ger, altoos banger, totdat ze beiden als door
ingeving van den Hemel een nabijzijnden rots
wand van de kalkgrotten binnen gingen. En
wat zagen ze daar? O, wat een heerlijk tafereel,
wat een verrassing en verbazing voor de ouders,
maar tevens ook wat een diepe zucht slaakte
Maria. Daar lag het Goddelijk Kind, blijkbaar
vermoeid van het spel, op den killen grond,
zacht en rustig te slapen. De handjes waren uit
gestrekt in den vorm van een kruis. En o won
der! Uit beide handjes en voetjes bloeide een
schoone rpos een donker-purperen uit z'n
hart. Om het -ze hoofd, omkranst door krul
lende lokjes, lagen frissche lelieën verspreid. Zoo
lag Jezuke daar en droomde waarschijnlijk wel
van den schoonen Hemel, waar Zijn Vader woon
de en Hij speelde met de Engeltjes. Een He-
melsch zoete geur hing er in den grot De
ouders stonden sprakeloos toe te zien en durfden
het Kind haast niet wakker te maken. Eindelijk
trad Maria op den kleinen Jezus toe, bukte zich
en plukte heel voorzichtig de vijf rozen af. Daar
na wekte zij Hem en glimlachend ontwaakte het
Kind, blijde Zijn ouders hier te zien.
Toen keerde het heilig drietal zwijgend huis
waarts.
En weet gij nu wat die vijf rozen voorspelden?
Het was een voorspelling der toekomstige vijf
wonden van onzen Heer Jezus, als Hij eens zou
hangen aan liet kruis, bloedend uit ,de wonden
der doornagelde handen en voeten en doorsto
ken zijde.
Maria wist dat deze voorspelling waarheid
bevatte. Zij had de rozen afgeplukt en aan haar
hart verborgen, niet als een vrooiijice rozenrui-
ker, maar veeleer ais 'een hitter mirrestruikje.
En tot aan dpn smartvollen dood van haar
geliefd kind bleef de.-gedachte aan dat schrik
wekkende kruis haar voor den geest zweven.
Ingez. door H. M. S.
TE "lAAT.
Wij gingen tezamen, 't was nog in Mei,
Naar school to© in.heel lange rij.
Gru 'beurten liepen en huppelden wij,
Op weg naar de school, zoo blij.
Maar hoor! Is dat niet een orgel-meilodü!
Een orgel, dan behooren wij daarbij.
De orgelman speelt van holaije, holij,
En wij, kinderen, dansten er bij.
Dt orgelman speelde zijn solo's en koren,
En wij, met ons clubje, wij dansten
maar door.
Daar galmde hoog uit St. Bavo7s toren
Het negende, het schooluur, ons in 't oor.
Wij holden toen heen met beangst gezicht,
Maar ach, de deur van de school was al
dicht.
Wat stonden bedremmeld wij te kijken:
De straf zouden wij vast niet ontgaan.
Had de man zooveel moppen niet staan
strijken,
Wij zouden dan zoo bedroefd hier niet
staan.
De orgelman speelde voort: hofaije holij,
En wii, kinderen, wijhuilden er
■toen bij.
Ingez. door Marietje M. te
Z. Schalkwijk.
Wel, wel, wat 'n blije gezichten hadden
jelui verleden week toen jélui verrast werden
door 2.00 spoedig al den uitslag van den
rijmpjes-wedstrijd te mogen vernemen.
Vooral de gelukkige neefjes en nichtjes, die
een prijs hadden gewonnen, waren natuurlijk
al bijzonder Wii.
En omidat jelui zoo tevreden blii waren be
loof ik jelui nu alvast, dat wii heel gauw weer
een nieuwen wedstrijd zullen gaan beginnen.
Wanneer precies, weet ik nog niet. want ik
moet eerst weer wat priizen koopen. Maar dit
is zeker: lang zal het niet meer duren.
O ja» dat moet ik jelui nog eens goea' zeggen;
er zijn telkens nog kinderen, die hun briefjes
of briefkaarten met oplossingen of brievenwis
seling aan een verkeerd adres zenden. Daarom
herhaal ik nog eens en voor de zooveelst©
maal dat mijn adres isAan de Redactie van
de Kinderkrant, Hof 6 te Alkmaar.
Dus niet anders dan zoo. Allemaal goed ont
houden. hoor!
En dan nu naar bed, dan kan j© morgen»
Zondag, d© Kinderkrant verder lezen»
Wel te rusten!
OOM BOOS.
IN DEN TUIN.
Tuinman, mag ik even kijken.
Wat er in uw tuiintje staaj?
Goed, je mag wel even kijken,
Als' je op de paadjes gaat.
Alles is zoo netjes.
Bloemen op de bedjes»
Bloemen op de kantjes,
Rood, Wit. Blauw, Bruin,
Heb ik nu geen mooien tuin?
(Ingez. door Adrians V. te Lis&e.)
-- EEN PLAAGSTOK.
35sn plaagstok is die klein© Gust.
Een plaagstok van belang;
Hii laat geen menseh of dier met rust
En is van niemand bang.
Eens stond liii, bij de pomip op waksht
Juist kwam ziin zusje Griet.
„Die blijft niet droog,"7 zei Gusje zacht:
„Of ik ben Gusje niet.77
Hij spoot toén 7t arme Grietje nat
Ra vond dat lang niet schoon.
Gust beeft er toen duchtig op gehad:
Maar.... 't was zijn verdiende loon.
(Ingez. door Pauw K. Jbz. te Akersloot.)
- 1
ZIJN TAND VERLOREN. -
Moeder: „Kees vva-f ben je toeh stout, ik
heb je verboden te vechten en nu ben je
weer zo-o bezig geweest, dat je daarbij zelfs
oen tand hebt verloronl
Kees: [Welnee moe, ik heb hem in mijn
zak.
(Ingéz. door Nico Z. te Ursem.)
PA, PAS OPJ
Louis (tot vader, die zoo juist thuis komt):
Vader, ik zou maar niet naar binnen gaan
als ik u was. Moeder heeft mij al geslagen;
ik vrees, als u nu naar binnen gaat, dal
u aan de beurt komt.
[WAAROM TOM ZOET WERKTE.
Mama. 't Is aardig wat een lust Tom
heeft in 't schrijven, hij zit den heelen mid
dag stil aan zijn werk.
Papa. Ik wil het best gelooven, ik heb
den jongen gezegd dat hij een lijst mö-est
opmaken van hetgeen hij 't liefst zou heb
ben op zijn verjaardag. li.,
MILITAIR ONDERRICHT. f 1 l
Sergeant. Een schildwacht mag onder geen
voorwendsel zijn post verlaten. Kanonnier
Lont, wat zou je doen als je bij 't kruit
magazijn op wacht stond en 't .vloog in de
lucht?
Kanonnier. Mee vliegen!
OP STRAAT,
Een goede manier om een oploopje te
maken is in een breede straat met veel
passage te loopen met een lange ladder op
den schouder en dan iedere twee minuten
dm te draaien, ten einde te zien of ge ook
uitgelachen wordt.
GEVAT» I i
Klant (woedend)': Kijk' eens, hoe die
broek gekrompen is. Dat had jij yan te
voren moeten weten.
Kleerenkoopman: B,en ik een aveer-
profeet?
Wie over de fouten van andereh zwijgt,
die kent zich zeiven.
Zoekt u de vreugde, groet haar bij}1,
Zij siert het aardsche leven;
Geef ruimte, doch vergeet niet dat
Haar vleugels zijn gegeven?
-De ziel wordt, evenals een vogel, blijer
naarmate zij stijgt. Liefde^ zullen de vleu
gels zijn, waarop zij zich verheft.
t
PauW K. te Akersloot» 1 Je
groot© broers en zus hadden
groot geliik. Natuurlijk mogen
z© wel zoo'n klein béetie helpen':
maar het eigenlijke werk moet
j© toch heusc-h altiid zelf doen,
Dag Pauw. je doet je beet maar,
hooTl ■.-ïï'r-4»
Agues K. te Noordwük. Beet©
kind, al vaak heb ik het gezegd:
jelui mogen wel versies, verhaal
tjes of girapjes opsturen: maar
alléén als je z© heuseh zalf hebt
gemaakt, je mag ze dus niat
overschrijven. Sjonge» jong©,
meisje, wat moet jii nu aanpak
ken, nu moe ziek is. Hoe is 't my
met haar? Wordt ze al beter? Ik
hoop van ja. Natuurlijk, zeker,
wil ik ook voor haar beterschap
bidden. O ja, nog wel gefeild»
teerd met je verjaardag. P
Martha v. 'd, B. te Hilversum^
Ja. ik begrijp, dat het voor jot|
een dubbele verrassing was.
Maar toeh behoefde je jezelf etc
niet zoozeer over te verwond©»'
ren. want zulk een goed© inzen
ding komt natuurliik voor die
loterij naar de eerste priizen in
aanmerking en geeft dus groote.
kans iets te winnen. Ik vond het
heel aardig van je, dat je moi zöo
alles van Kerstmis verteld hebt,1
Zoo zoo! had jü nog thee in té
schenken? Ik ben blii nog kof
fie te krijgen. Even wachten,
ik zal juist mijn kopje eens leeg
drinken.Ziezoo, nu gaa.n wii
vender: Kindlief wat duurt
dat lang, hè, met tante's ziekte.
Wii zullen jij. Leida en ik i
maar goed bidden, dat tante
gauw beter wordt: dan kan moe
ook weer thuis komen. Zeg
Marthie, wat schrijf je alaoo in
je dagboekschrijf mii eens een.
paar bladzijden over. Dos je 'tf
Dag Mappie, de groeten ook aan
pa en Leida.
Hannie N. te Heemstede. O,
beste klein© Hannie. wat kan jij
al leuk briefjes schrijven»
Heusch, het was wel .klein» maar
dan ook leuk fiin. Je moogt
het meer doen hoor. klein nest,'
Dag. de groeten ook aam pa,
moe, zusjes en broer.
Lena N. te Heemstede. Preeiès
geraden: nu d© rijmpjes-wed
strijd is afgeloopen beginnen wii
weer gauw aan ©en nieuwen;
Wedstrijd. Vindt je 7t niet leuk
dat ik er nog zoo7n Heem,-
steedsch trio heb bij gekregen?
Wat een echt lollig briefje
schreef, k]eine zus. Heeft zo dat
heusch heelemaal zelf g&daan?
Die To ook; ik snap m'k« van
dat kind.. Ik zal 't eens probee-
ren en haar een kort briefje
schrijvenmaak ze er dus maar
op attent. Dag Lenie,
Cato N. t?B Heemstede. Zeg
To, je bent nog altiid zoo7n oudé
bekende van mii. toe sehriif mij
eens waarom jé den laatsten tijd
niet meer mee doet? Toe, do©
maar weer mee, dat is wel zoo
aardig» Schrijf je mii dus gauw
terug.