TWEEDE BLAD.
GRAPJES
ZATERDAG 29 MAART 1919,
Geertruida van Ooiten en de
Tegenwoordige Dienstmeisjes.
E <1. ss5'
fc-jriSSM^ SST £srs
Om den haard.
SPROKKELINGEN r I
WIE WIL RÜILE.N?
BRIEVENBUS
Het zal bij de lezers
wondering wekken als zij den titel van dit
oDstel lezen en aldus naast elkander ge-
truida van Oosten en den 5™agen geest
recht tegenover elkander, vormen een scherp
contrast, en juist daarom stellen we ze hier
tegenover elkaar om een kort vergelijk te
trekken tusschen het „simpele" leven van
genoemde Geertruida van Oosten en den
voortkankerenden tijdgeest, die, als een jva-
re sociale bacil, niet meer microscopisch
klein maar sterk in 't oog loopend, de kiem
der tegenwoordige besmetting js.
Als wi, Oeerii'Luda van Oosten nagaan in
liaa.' gewone ,.o.:n, in haar dagelijksch leven,
dan Kon tot de volgende conclusie:
zij was een eenvoudig, godsdienstig en te
vreden dienstmeisje; zij was eene minna
res van het ware lied; zij was eindelijk een
„vroolijke" heilige.
Geertruidda van Oosten 'was een eenvou
dig, godsdienstig en tevreden dienstmeisje.
Haar eenvoud had eenmaal tot wrozidsic.ï de
in en in-godsdienstige opvoeding, welke ha
re ouders, „dorpers" van Voorburg, ,dje
landneeringhe deden", haar hebben gege
ven; zij is „in alle simpelheijt opgebrocht".
Met' dien eenvoud, met dien godsdiens tigen
ondergrond en pjovoeding, haar d&golijkste
erfdeel, haar edelste bruidsschat, de sleutei
van haar later welzijn, zien we Geertruida
„met hare kleederen, tot eenen kleinen bun
del samengepakt" het sociale leven betre
den en de wijde wereld ingaan om te dienen.
J>it leven van Geertruida als dienstbare
trekt vooral onze aandacht. Laat ons enkele
regels overschrijven uif haar levensbeschrij
ving van pater Kronenburg.
Geertrui moest voor het gezin gaan wer
ken en dienen op zestienjarigen leeftijd. „Be
moedigd door 's vaders zegen, reisde zij naar
Delft. Na -eene wandeling van ongeveer iy>
jiur kwam zij ter stede, zwierf eenigen tijd
zonder te weten waarheen, door de straten
sn verstoutte zich toen een burgervrouw
aan te spreken die juist voor de o„>en deur
harer woning stond. „Bazinne", vroeg Geer
trui, „wilt gij mij inhuren? Met weinig lóón
zal ik tevreden zijn." En aanstonds werd zij
ingehuurd.
-Gij ziet er blozend en sterk uit: wilt gij
Werken, dan kunt ge hier verdienen," liadi
de vrouw haar gezegd.
En hoe heeft die nieuwe dienstbode ge
diend? „Geertrui trad bij de burgers* in
?dienst en had door haar vroolijk en goedig
karakter al spoedig geheel het gezin voor
zien ingenomen.
Ziedaar in weinig® woorden geschilderd de
sociale verhouding van Geertruida van Oos
ten als dienstbare. En hoe ie 't zedelijk peil,
de - sociale verhouding der tegenwoordige
dienstbaren en loontrekkenden in 't algemeen
en van de dienstmeisjes in het bizondert
Welke is -vooral de geest der laatsten, die toch
een machtigen stand vertegenwoordigen, zoo
wel in de middeleeuwen als in de 20e eeuw.
Gelukkig worden er nog talloos velen gevon
den, waarop de Roomsehe Middeleeuwen
trotsch konden zün!
Het meisje gaat de wereld in. Zij betreedt
niet meer de wereld der 14e eeuw, toen alles
nog Katholiek was. Zij kan zich zoo maar
niet presenteeren aan de eerste de beste bur
gervrouw met de vraag: wilt gij mij inhuren.
Er is controle noodig; er dienen informaties
genomen te worden; want het vertrek van 't
meisje uit haar eenvoudige dorpsomgeving
naar de stad beteekent voor haar 't binnen
treden in eene „vreemde", haar onbekende,
de ziel vaak vijandige omgeving van 't woe
lige stadsleven, waarin haar vaak op de
meest verfijnde wijze listen worden gelegd.
Het verleden heeft doen ervaren, dat me
nig onschuldig meisje van het platteland,
vaarwelzeggend aan den huiselijken haard,
in de draaikolken van den hartstocht als
met één slag in de diepte, van zedelijk en
zelfs lichamelijk bederf verdwenen zijn.
"Waar is de voorzichtigheid en' controle
der ouders? Weten zij dan niet meer, dat
vooral in onze dagen de hartstocht aast op
de onschuldigen van 't platteland?
Waarom dan niet hunne kinderen als zij
ze liefhebben, toevertrouwd aan de Vereeni-
ging tot bescherming van meisjes? Waarom
de priesters niet meer geraadpleegd? Waar-
Om i o dt uwe zorg op ouders, als het geldt
uw kinumeü naar verre scholen,- cursussen,
ateliers, winkels en diensten te zenden?
Gij-vertrouwt op den godsdienstigen grond
slag, welken gij in het liart dier vertrekken
de kinderen leg'det. Jawel, maai' welk oog za,l
in den vreemde op hen letten, als zij, ont
trokken aan het ouderlijk toezicht, en ver
wijderd uit hun Roomsehe omgeving, een
helaas al te grobte vrijheid nemen.
En het gevolg ervan is?....
Ouders, gaat uw kinderen eens bespie
den. Gij kunt ze misschien-in 't avonduur
langs de straten vinden; gij treft zo wellicht
aan in bioscopen en andere Sodoma's van
onzen tijd; gij zult misschien uw meisjes zien
gelijk vaak aanschouwd wordt mot
hangend haar, maar aan den arm en in ge
zelschap van een jongen van even jeugdigen
leeftijd, of van veel oudere, die den jeugdigen
leeftijd van uw kind niet eens ontzien; gij
zult misschien ontwaren, dat uw meisjes te
veel vrijen tijd krijgen, vooral des avonds
en dan..-.- Laten wij zwijgen. Later zullen do
ouders in het veranderd leven van hun meis
jes kunnen lezen welk kwaad er in de .wereld
het weligst tiert
Ouders, meer contact met uw kinderen
na hun vertrekt Meer contact met de fa
milie waar uw dochter dient. Zoo niet dan
zult gij het karakter van uw kind, dat geala
een blank stuk marmer slag voor slag, lijn
vooj ljjn bewerktet naar het goddelijk mo
del, terugzien, misvormd'en bewerkt onder
de hamerslagen van hartstocht en verleiding.
%ilangs nog werd er melding van gemaakt
dat in Den Haag een verderfelijke club van'
dienstboden bestaat, welker leden zich verhu
ren, nauwkeurig het inwendige van het huis
opnemen en handlangers zijn van een bende
dieven.
Als middel tegen deze ziekelijke uitwassen
moeten de dienstmeisjes in Eoomsobe Ver-
eenigingen gebracht worden. Wanneer zal
overal een vereeniging haar vereenigen, haar,
die zulk eene machtige groep in onze sociale
samenleving vertegenwoordigt?
Er waait een geest van ontevredenheid! On
tevredenheid, dat prachtige propagandamid
del van bet socia'Jsme, is ook niet vreemd
aan de klasse der menstboden. En hoe kan 't
ook anders, als wij het geloofsleven en het
zedelijkheidspeil zien dalen. „Met weinig loon
zal ik tevreden zijn," ziedaar een conditie,
welke Geertruida van Oosten stelde bij het
inhuren. Wie zegt haar dat na? Zeker, de le-
iwas luttel volos binnen der stad CDelft)niet
temin op heilighe dagen quamen aldaer van
Wie kanten, soo mans als vrouwen met groote
meniahte, niet om het woordt Gods te hooren
maar ca te dansen an de liohtveerdighefjdt te
hedrirraj."
Ta midden van dat bederf heeft Geertui
■haar liohaem reijn bewaart." De voorzichtig
heid. welke met de jaren moet groeien,
deed haar vreezen. En terecht, want dat de we-
tteld eene bedriegster en vaak valsch is, leerde
1de maagd o.a. uit de schandelijke wijze, waarop
-li door haren beminde werd bedrogen en ver
laten. Waarom dit bedrog? Waa Geertrui ,.te
lijn," te heilig, was haar verkeering te rein?
{Later ontving de reine maagd in hetzelfde
lic-baam. hetwelk zij onbesmet in hare verkee-
ïing wilde bewaren, de heerlijke wonderteeke-
nen van Jezus Christus.
En in onzen tijd? Helaas ook menig dienst
bode ontwaart, vaak met geen geringe schande,
vaak te laat, dat de wereld een bedriegster is;
Ook nu is menigeen overdekt met wonden, ja.
maar met soms diep geslagen zielewonden; ook
nu ontwaren velen harer, dat de wereld,
haar geschonden heeit in z'el en lichaam, in
vleeseh en geest. De omgang heeft daartoe het
eerste zaad uitgestrooid: hetkreeg wasdom
Idoor gebrek aan controle, onvoorzichtigheid,
al te groote vrijheid, gebrek aan goeden raad en
ït-mis aan steun. Zie daar een anderen grondslag
voor do ontevredenheid. Slechts haken naar 't
vuur UÖ UU.»-ÜVitjueiiiieiu. oitjuuia uaKen "aai
vensstandaard van onze eeuw is hooger is 'tverbodene doet de tevredenheid, de edele gave
meer eischend, dan die uit Geertruida* da- W de reine weKsmelten onder de fe]]e
gen. Derhalve is 't haar recht een hooger
loon te vragen. Maar telkens is de eisch: méér
loonl Rijst dan telkens de levensstandaard
der dienstmeisjes? En het antwoord hierop
moet ontkennend luiden, maar wel stijgt tel
kens de ontevredenheid van velen, aangewak
kerd door verkeerde lectuur, vergaderingen
'en gesprekken.
Waarom is de dienstbare niet meer „als kind
Sn huis" als medelid van de familie? Aan wie
'de schuld? Aan de mevrouw, omdat zii hare
dienstbode als van zich en de kinderen ver
vreemd, heeft? Of aan de dienstbode, doordat
dj door te zwakke geloofsovertuiging alleen
yisohen van rechtvaardigheid en geen rechten
van liefde aanvaardt?
Ziedaar de sociale wanverhouding in de
iienstbodenwereld. Teveel vaak wordt er Relet
op de rechten, te weinig aandacht geschonken
aan de plichten. Zoo is als vanzelf een toe-
tand van weinig hartelijkheid, van gespannen
verhouding, van telkens huren en verhuren,
enz. ingetreden. Langdurige diensten gaan
'.eldzaamheden worden en zelfs zoo sporadisch,
lat men als curiositeit in de krant leest, wan
neer een of andere dienstbode eens 12Y2 jaar
bü een en dezelfde patrones iaterwijl de nieu
were ssort van „overhaaste" diensten de aan
leiding voor menigen grap op den scheurkalen
der is geworden.
i En het privaat leven van Geertruida van
Klosten
I Ook zij had het voorbeeld van velen harer
ttijdgenooten kunnen volgen, die op lichtzin
nigheid en hartstocht zonnen. Let eens op, hoe
B.osweijdus hare omgeving beschrijft; „Daar
Stralen van de zon van den hartstocht.
Er zijn gelukkig nog talloos velen, die blijde
en ongedeerd terugkeeren naar het ouderlijk
huis, met den eenvoud in kleeding en manie-
Ten. zooals de moeder die heeft geleerd, zonder
dat ook maar eenigszins een zekere minachting
voor d, ederige dorpswoning haar hart heeft
kunnen overrompelen. Er zijn er talloos velen,
die een waren godsdienstzin bezitten; die in
hare taak als dienstbode een bron van ziele-
vrede vindendie blijde haren plicht vervullen.
Er zijn er talloos velen, die in hare patrones
•ook een waar moederhart aantreffen, een hart,
dat de gevaren van de dienstboden kent en
chuwt: een hart, dat met de dienstboden mee-
eeft, haar beschermt, leidt en een moederlijk
oog op het godsdienstig en zedelijk leven van
hare ondergeschikte houdt.
En er ziin er. en Goddank" ook talloos velen,
die een werkeliik-oprecht liefhebbenden vader
'en moeder hebben, welke de dochter, ook na
haar in dienst treden, eene bizondere zorg wij
den, haar waarschuwen tegen mogelijke geva
ren en wanverhoudingen; een vader en moeder
die niet alleen bidden voor hun dochter, maar
haar ook controleeren. nagaan en voeling hou
den met de nieuwe overheid van hun kind. Zoo
alleen kan de echte godsdienstzin, welke gewis
bii zeer velen bestaat, gekweekt, geleid en be
houden worden 1
Tenslotte een kort woord, waarin wij al de
strevingen van de dienstboden willen samen-
Vatten: Woest idealisten I Als sommigen van
idealen hooren spreken, dan vaart er eene ril
ling over al hare ledematen. Idealen beschou
wen ze als eene belemmering van godsdienstig
heid, als een beletsel van naaien,
breien enz. Men beschouwt
'dienstboden met idealen soms ah
toietswaardigen, die men maai
'gauw de huur moet opzeggen
*0 welk een verkeerde gedacht»
over het ideaal!
Sommigen hebben als een igat
ideaal: geen idealen te hebben.
Dergelijke flegmatieke personen
werken alle ideaal, ook het gods
dienstige tegen, terwijl zii al
twat er tegenover staat bevorde
'ren.
Neen, gij moet een ideaal
maar dan een ideaal hebben; dan
hal op u van toepassing zijn het
'woord van Dosfel; „De grootst!
•idealisten zijn tenslotte ook d'
Igrootste werksters."
Derhalve streeft, naar een
hooger ideaal, gelijk Geertruida
van Oosten,
Uw ideaal zijn dus niet in
Vrije uren hot vorkeer met niet-
deugende diensboden te zoeken
Uw ideaal zij niet in vrije
uren uw oogen moe fe staren
■naar soms zoo walgelijke bios
coopfilms, waardoor uw hart
'met venijn overladen, uw ze
nuwgestel geschokt, uw lichaam
'afgemat en uw geest eenvoudig
„op hol gebracht" wordt.
Uw ideaal zii "iet tot diep in
iden nacht boeken te verslinden.
'Dit mat af, Dit knakt onvermjj.
delii'k uw gezondheid, uw hu
meur.
Uw ideaal ligt niet in 't
hemen van kleederen boven uw;
stand, als wildot ge wedijveren
met en leven volgens den stand
Van uw patrones.
Uw ideaal is niet dat van cot.
'onzedelijke kleederdracht, waai
Itoe vaak gewaagde platen, re
tlames en prentbriefkaarten die-
taen." Denk aan den aaustooi
„voor het op dit punt zoo
hwakke mannelijke geslacht."
Eindelijk, uw ideaal is "iet
taokken. niet jammeren, niet
'ontevreden zijn, niet het telkens
Dagen naar hooger loon.
Neen, uw ideaal is: tevreden
heid met uw lot, met uw onder
geschiktheid, vrooliikheid. har
telijkheid en liefde jegens uwe
'oversten; reinheid in de geva
ren van hei stadsleven. Uw
ideaal is de" adel van
Uw stand hoog te houden, de
bloem van uw klasse
"niet te laten verwelken. Uw
ideaal is het ideaal van het een
voudige dienstmeisje van Delft
Geertruida van Oosten!
Limmen.
J. E. PIJNAKER,
Kapelaan.
Hè, hè, wat 'n koud weertje hè! En dat in
Maart! Ja, ja; Maart roert z'n staart.
We kunnen de kachel nog niet missen hoor en
daarom heb ik nog maar om een extra-eenheid
op de aanvullingsbrandstoffenkaart aange
vraagd. opdat wij onzen haard nog wat konden
stoken. Want anders zou ik met mijn heele
stelletje neefjes en nichtjes hier in de kou zitten.
En dat gaat niet, want dat houden we niet uit.
Het zou nü al slecht treffen, omdat we juist
vandaag nog al wat te vertellen hebben over
onzen teekenwedstrijd.
Zoo jelui weten, mogen jelui nu aanstaanden
Dinsdag oeginnen met je teekeningen voor den
wedstrijd toe te zenden. En ik reken er vast op,
dat ik heel wat teekeningen in ontvangst zal
hebben te nemen.
Maar nu moeten jelui eens even héél goed
opletten.
Al eerder heb ik gezegd, dat de teekeningen
geteekend moeten zijn op een vel papier, dat
minstens zoo groot is als een bladzijde uit een
schoolschrift en de teekening daarop moet min
stens zoo groot zijn als het vierkant van een
prietkaart.
®us daarmede op de éérste plaats moeten
jelui rekening houden.
Verder hep je mogen teekenen wat je maar
wilde en- mocht je dus ook een voorbeeld natee-
kenen.- Ook mogen de teekeningen gekleurd of
geschilderd zijn.
Maar met cai bon-papier of met andere door
uiukmtddelen mag natuurlijk niet geteekend ziis
Vervolgens moeten jelui de volgende voo -
schriften in acht nemen:
2n§* de teekeuing, dus niet aan den ach cr
iant of op een apart briefje, maar onder de
teekening zei moeten staan: je naam, je voor
namen voluit, je leeftijd en je volledig adres
(dus woonplaats, straat en huisnummerf.
Ook moet onder de teekening staan de hand-
icekening van vader of moeder, als bevestiging
hunnerzijds, dat de teekening heusch door jelui
zelf gemaakt is.
Dan moeten jelui er voor zorgen, dat je vol
doende postzegels op het pakje of op'de enve
loppe plakt en- dat de postzegels goed vast zit
ten, want anders zou ik strafport moeten betalen
en dat zullen jelui toch niet van mij vergen,
nietwaar? 6
Jelui kunnen er dan ook op rekenen, indien
llin S']in! met voldoende gelanceerd mocht
zou' Je ten26 uani post niet aanneem. Dan
verloren terz h S' dat- ie teckeninS dus
de moeite Z°U iammer zija van al
Denkt er dus om, dat je de teekening niet als
drukwerk mag verzenden.
Ziezoo, nu geloof ik dat jelui alles weten wat
je te vertellen had. at
....Ud bovenstaande is jelui natuurlijk ook duide-
njk, dat degenen, die zijn teekening al heeft ge
bonden er waren er al een stuk of acht!
kJÏÏ Zfu voor niets heeft gedaan; want dezul-
heapen met de voorschriften geen rekening
gehouden. Het is trouwens hun eigen schuld,
want ik heb dikwijls en duidelijk genoeg gezegd,
dat deze maand in Maart de teekeningen
nog niet gezonden mochten worden. Deze neefjes
en nichtjes hebben nu nog gelegenheid een
nieuwe, teekening te sturen.
Aanstaanden Dinsdag dus mogen jelui begin
nen met de zendingen- en ik hoop maar dat er
dan een heeleboel teekeningen komen; want
jelui weten zooveel te meer er meedoen, zoo
veel te meer prijzen stel ik beschikbaar.
Als er voldoende deelnemers zijn voorloo-
pig reken ik op 200 dan heb ik 22 mooie
prijzen beschikbaar, namelijk: 1 Vlechtdoos;
1 Merkdoös1 Bouwdoos; 9 prachtige leesboe
ken; 5 Si. Bavo-bouwplaten5 waudprenten.
Te zamen 22 reuze-mooie prijzen. Doen et-
echter maar 100 kinderen mee, dan verloot ik
maar 11 prijzen: voor ieder 10-tal kinderen één
prijs, met een premie voor het 100-tal.
Aan den wedstrijd kunnen alle neefjes en nicht
jes deelnemen.
Het vuur in den haard raakt op en dus gaan
wij nu maar gauw naar bed.
Wel te rusten!
,00M KOOS,
DE VIER JAARGETIJDEN.
Wanneer - de Lente wederkeert
Na 't barre wintertij
En heel d' natuur nieuw leven geeft
Dan juicht mijn hartje blij.
Wanneer de Zomer weer is daar
En alles is weer groen,
Dan lachen de lieve bloemetjes
In 't keurige plantsoen.
En als de Herfst dan is genaakt,
Dan vallen weer de bladen.
De wind verjaagt ze met geweld
Door tuin en over paden.
En is de winter weer in 't land
En vriest het dat 't kraakt,
Dan binden wij de schaatsen aan
En genieten van 't ijsvermaak.
Maar wat ook Lente, Zomer, Herfslt
Of Winter ons bereiden,
Wij blijven steeds en meer en meer
Ons in den Heer verblijden.
(lngez. door Anna Z., te Egmond-Binnen.)
MOOI EG MOND.
Egmond-Binnen, 't is klein, 0 jaJ y
Maar niet slecht gelegen 1
t strhnd der Noorder zee; te ™T'
Moeilijk zijn zijn wegen,
Zwaar van 't zand en toch wel mooL
't Is heerlijk er te spelen^
Waar wij in onz' zomertooi
Ons nooit zullen vervelen.
(Ingez. door Apolonia N., te Egmond-Binnen.)
r.. 'i
WIM DE WEKKER.
„Wim, wat moet je met den wekker? Jij; neemt
va?. ziJ'n Plaats. Ventje lief het wordt steeds
gekker, iü bedenkt nu steeds wat kwaads.'
„Kwaads," riep Willem, die beleedigd naar
de and're kam- liep, ,,'k wou ooms been gaan
wakker maken uV zei zelf toch, dat het sliep."
BESSENSAP.
Catootje houdt dolveel van rijst met bessensap.
Daar loopt haar broertje al spelend met z'n
neus tegen de deur en nu ziet Catootje voor
de eerste maal bloed. „Moe, moe," schreeuwt
het kleine ding, „kom eens gauw kijken, Jantje
verliest al zijn bessensap."
LETTERLIJK OPGEVOLGD.
Jantje, zei mama, geer je zusje nu eens
liet leeuwenaandeel van dien sinaasappel.
Ja, mama, zei Jantje. Maar later kwam
2,usje bij mama klagén, dat zij niets had ge
kregen.
Natuurlijk, zei Jantje, leeuwen eten geen
sinaasappelen.
JAN FLAP-Urr.
Goeden dag, JantjeBen je zoo ver
legen? Kom, geef me een kusjel
Ooh noen tante, liever nietl
Maar waarom niet, Jantje?.... Nu?
Papa heeft gezegd, dat u in den laatsten
tijd een giftige tong kleeft gekregen!
Om van ons ruil- en verzamelhoekie ge
bruik te maken, zendt men mij maar een brie!
je„. waarin duidelijk staat geschreven wat
men wensckt, mei vermelding van volledigen
naam en adres. Dan zet ik dat in de Kinder
krant en de verzamelaartjes weten dan waar
ze elkaar kunnen vinden.
De briefjes moeten in enveloppe gezonden
worden. AAN DE REDACTIE VAN DE
KINDERKRANT. HOF 6, AIRMA AR,
-Ik heb 8 OosVenriiksche. 10 Engelséhe, 3
Zw'itsersclie, 1 Italiaanseke. 2 Beiersohe. 5 Bel-,
gische, 2 Fransohe. 7 Duitscke. 1 Denemark-
sche, 3 Japansehe. 1 Amerikaansohe en 3
Zweedsche postzegels: alle verschillend. Deze
wil ik ruilen voor andere huitenlan-dsche post
zegels. Martien Pater. Tuinstr. No. 14. Alk
maar.
Ik heb 75 dubbele postzegels waarbii 10
van Amerika, 2 van Italië. 3 van China. 20 van
Duitsobland. 20 van Engeland, enz. enz-, die ik
ruilen wil voor andere. Nico Bosman, Drebbel-
straat No. 7 te Alkmaar.
Ik heb 25 Kwatta-soldaatjes, die ik gaar
ne zou willen ruilen voor Vaderlandsche Ge-
söbiiedenis-plaatjes le deel, de nummers. 1 3
5 18 17 20 21 28 29 33 34 44 46 51 54 57 58 61 63
77 84 85 87 93 en 95. 1 soldaatje voor 1
plaatje.
Hubertus Voskuyl, Gen.- Cronjéstraat 57,
Sohoten.
Wie wil 33 Honing's Maizena-plaatjes
ruilen tegen 22 plakzegels (of 3 plaatjes tegen
2 plakzegels)? Dorus Kaptein, Starting te
Akersloot.
Ik heb drie slultzegel-albnms. Dl de klein
ste zijn 56 zegels geplakt; in een- grootere
staan er 264 en in de grootste staan er 84.
Ik wil ze graag ruilen (3 sluitzegels voor 1
Kwatta-soldaatje), Johan Gielis, Slimpad,
Heiloo.
Ik heb 5 plaatjes van den Watersnood
1916. No. 1 13 47 54 en 69 en 1 plaatje met
de vlag van de Vereenigde Staten van Noord-
Amerika, die ik gaarne wil ruilen voor 8
verschillende vreemde postzegels A, J. Gra-
man, Kamplust, Halfweg.
Ik heb 110 IJscobeertjes, die ik wil
ruilen voor Kwattasoldaatjesik geef 5 beer
tjes voor een Kwattasoidaatje.
Neet Duineveld, Engelenbrug, Lisse.
Wie kan mij helpen aan de Nederlandi-
sche Jubileumzegels, 12ys et. 20, 25, 50 en
100 ct., de 21/3 G., de 6 en d;e 10 gulden,
en aan den Nederlandische Tuberculose ze
il van 6 ct. Wie me de heele partij stuurt
krijgt van mij terug de heele serie vader
landsche geschiedenis. B,j kleinere partijen
geef ik terug 6 plaatjes voor Honing's Maï
zena voor 1 postzegel. Ook heb ik nog een
400 andere plaatjes b.v. van verkade enz.
Deze wensch ik te ruilen voor postzegels
van Guraf,au en Suriname, 3 plaatjes voor
1 postzegel.
Willem van der Yen, Oostzijde 94, Zaan
dam. l,
Lena N. te Heemstede. Dank je voor je aar
dige briefje. Ja, hoor, je had gelijk;maar
je moet het niet verder vertellen, hoor. Nou,
wat koud, hè, vind je*?t ook? 'n Leukerd die
Huub. Ik vind bet wel echt, dat ik weer van
die gezellige tuin-praatjes van hem te wach
ten heb. Wat hebben we verleden jaar daar
over dikwijls pieizier gehad. Weet jij 't nog?
Hanmo N. te Heemstede. Ja, Hanneke-
niekt, ieder mensch of mensohje heeft wel
eens een meevallertje. En zoo was 't nu ver
leden week met jou ook. Neen, zoolang het
nog zoo grillig blijft zet ik den haard nog
niet op zolder; alleen maar. het is zoo'n
moeite om aan brandstoffen te komen. Ik
wou dat het weer maar gauw veranderde en
't wat zachter werd, dan geloof ik, dat met
enkele weken de geheeie bollenstreek weer in
bloei zal staan. De groeten terug hoor aan
allemaal.
Jan P. te A/kinaar. Zeg Jan, wil jij mij
eerst eens vertellen, hoe oud je ben, dan zal
ik je ruilbriefje plaatsen.
Jacob K. te St. Pancras. Eén der toege
zonden grapjes heb ik geplaatst. Maar Jaap,
zeg eens, heb jij heusoh die grapjes zelf ge
maakt? Dan is het wel toevallig, dat ik vroe
ger al eens precies zulke anecdoten heb ge
lezen, vindt je ook niet?
Hubertus N. te Heemstede. Ha, beste
Huub, zoo gaat ie weer uitstekend: jij krijgt
er weer pieizier in en dat doet mij genoegen.
Ja Huub, dat heb je goed begrepen. Dank je
hoor. Als ik nog brandstoffenbonnetjes over
had, kon je die best van mij krijgen. Maar,
beste jongen, 't is bier in Alkmaar veel kou
der dan in Heemstede en dus begrijp je wel
lat ik geen bonnetjes over heb.
Jan Fr. te Alkmaar. Zóó is 'tegoed. Maar
au moet je er in 't vervolg om denken altijd
je naam* en voornaam voluit onder je brieven
te schrijven, als ook het juiste adres en je
leeftijd; want je begrijpt wel, dat ik dat alle
maal niet zoo precies kan onthouden. Dus dat
is afgesproken, hè beste Jan-neef? Zal Marie
mij ook eens een briefje schrijven?
S/entje T. te Egmond-Binnen. Hoe aar
dig het versje over je broertje oo!k bedoeld
is, kaa ik bef toch niet plaatsen, omdat het
taalkundig ongeschikt is.
Martha v. d. B. te Hilversum.
'Dèt was 'u vreemd gezicht ver
leden week,- een Kinderkrant
tonder een briefje voor Mappil
v. d. B te H. Dat is niet vaal
gebeurd. Ik zat ook al te wach
ten op een brief, maar tever-
'geefsch en dót ierwi.il mijn copie
feen dag vroeger "aar de druk
kerij moest wegens den St.
C oseph-feestdag. Eindelijk, Don
derdagavond laat, kreeg ik je
brief; maar te laat om nqg te
beantwoorden. Dat was jammer,
!Lé? En wat was dat? Mappie
5iad warempel haast geen nieuws
te vertellen. Toch vond ik het
■wel aardig weer - al was 't dan
korte 'vertelling te krijgen
over zoo'n gezellige wandeling.
Ik zaj maar er op rekenen een
volgenden keer weer eon groo-
ten. brief t-e krijgen. Dag Map-
Ipie, de groeten ook weer terug
laan vader, moeder cn Leida.
Anna Z. te Egmond Binnen.
'Jij bent de. minste heusch niet
/met je versjes. En wordt je daar
bij nu heusch "iet geholpen?.
Nu ja, dat mag wel desnoods,
Tnaar ik vraag het alleen maar
Voor de aardigheid. Dat het niet
Voo gemakkelijk is. wist ik wel
'en ik vind het leuk. dat- je 't
Zelf ook ondervond.
Cornelis J. H. te Heemstede.
'Dat vind ik nog eens flink. Zóó
Zijn de regels, goed oom, dan zal
ik mij er aa" houden I Zeg Oor
nu ja. jou mooien dubbelen
naam vergeet ik natuurlijk niet
'licht, maar toch: dit is óók
Tegel: onder alle briefjes
inoefen telkens alle namen vol
uit staan en ook de leeftijd. Het
is alleen maar. omdat ik dat al
lemaal voor voor al miin neefjes
en nichtjes niet kan o"thouden.
'Jawel, het stond wel op de enve
loppe. maar niet onder je brief.
Dag Oor, de groeten ook terug
'aan broertje Gerard en Zusje
'Marietje.
Jacob A. te Pancras. In-
'dien het met je versjes gesteld,
is als met je „grapjes", dan zijn
het geen eigen gemaakte versjes,
Want de grapjes schij"en mij toe
too oud als de weg naar Rome-
en dus kunnen ze niet in de Kin
derkrant komen. Alléén zelfver
vaardigde versjes en grapjes
bunnen, daarvoor in aa"merklag
tomen.
Cornelis Z. te Ursem. Eer
prachtig stelletje mooie beesten
die koeien in de wei. Wei lenl
ïoo'n foto. En wat 'n mooi wei
Hand. Jelui hebben voorloopdg
'geen krimp met het Tleeeoh, dé
teerk Ik wel.
Nioo EL St. Pancraa. Ré
grapje van je heb ik geplaatst
Denk erom, Nio. je mag het M
pier maar één zjjde beschriiven.