TWEEDE BLAD.
IN T PRIEEL.
ZATERDAG 12 JULI 1919.
De H. Paulus.
De aardöevêng in Chili.
^iood brengt list.
WIE WIL RÜILEJN?
BLADVULLING.
BRIEVENBUS.
.Voor de 'opstanding1 van Petrus achtte onze
gcadertierende Zaligmaker, 'Jezus Christus,
Gód gezegend in eeuwigheid, één oogopslag
,van genadige ontferming voldoende; voorrij
bekeering echter van Paulus, ook Saulus
'genaamd, zal de goddelijke Geneesheer
krachtiger en geweldiger middelen aanwen
den.
Saulus, een Israëliet uit den. stam van
.(Benjamin (lupus rapax grijpende wolf)
te Tarsus geboren, had te Jeruzalem de be
roemde school van OamalieL gevolgd. Om
in zijn levensonderhoud te kunnen voorzien
en niemand tot last te zijn, had hij het
tentenmaken geleerd.
Behoorende rot de seote der dweepziekte
Parizeërs, had hij zich als levenstaak ge
steld de voorvaderlijke overleveringen hoog
in eere te houden, meer' dan al zijne ge-
loofsgenooten. Vandaar zijn ijver tegen de
christenen en zijne instemming met de stee-
niging van den heiligen Diaken Stephanas
Maai1 het gebed van den martelaar stee_g
ten hemel voor den vervolger. De grijpen
de wolf van den morgen zal in den avonidf
stond den buit verdoelen.
Niet tevreden de Christenen uit Jeruza
lem verbannen te hebben, ging Saulus, ker
ker en dool voor de leerlingen d|es Heeren
zoekend, naai1 den hoogepriester om last
brieven voor Synagogen te Damascus, ten
einde daar alle belijders van Jezus' Naam,
mannen en vrouwen, gevankelijk naar Je
ruzalem te voeren en aan den hoqgen Kaad
over te leveren.
Als hij nu, met die volmacht toegerust,
'de stad Damascus naderdie, omstraal
de hem plotseling een geweldig licht uit
den hemel, en ter aarde vallende, hoonde'
hij eene Stem: „SaulusI San' isl waarom ver
volgt gij Mij?" Eli hij sprak: „Heer! wie
zijt gij?" Deze antwoordde: „Ik ben Je
zus, Dien- gij vervolgt!".... Bevend en ont
roerd vroeg Saulus: „i-Ieer wat wilt gij dat
ik doen zal?" En de Heer zeide: „Sta op
en ga in de stad, en daar zal u gezegri
worden, wat. gij doen moet."
De mannen nu, die hem vergezelden" ston
den verbaasd, wijl zij wel*de stem hoorden,,
taaar niemand zagen.
Saulus stond dan van den gfbondj op, en
als hij zijne oogen opendeed, zag hij niets.
Zij namen hem nu bij de hand en LeidSen
'hem de stad binnen. Daar bracht hij drie
dagen door zonder te zien, en zoneter te
eten of te drinken.
Toen kwam liet bevel des Heeren tot Ana
nias: „Sta- op en ga in de straat de Rechte
genoemd, en vraag in het huis van Judas,
naar eenen tnan uit- Tarsus, met name Sau
lus, want zie, hij bidt en hij heeft eeneu
man, Ananias genaamd, tot zich zien linafn-
komen, om hem de handen op te leggni,
opdat hij weder ziende worde'-'.
Ananias waagde de tegenbedenlcing: „Heer
van velen heb ik .aangaande dien man ver
nomen, hoeveel kwaad hij tegen uwe heili
gen in Jeruzalem gedaau heeft; en hoe bij
hier is Uitgerust met volmacht van de O ver-
priesters, om allen gevangen te nemen, die
Owen Naam aanroepen". Docli de Heer zei-
de hem: „Ga. want deze is Mij uitverkoren
werktuig, om mijnen Naam te brengen voor
heidenen en kóiiingen en Israels kaartere,
en Ik zal hem toonen, hoeveel hij voor
mijnen Naam moet lijden."
Daarop ging Ananias heen, en ging het
huis biunen, en hem de handen opLeggei.de
zeide hij: „Broeder Saulus 1 de Hesr Je
zus. die u op den weg verschenen is, heeft
mij g-czonden, opdat gij zoudt zien, en ver
vuld worden met den H. Geest." Terstond'
vielen er als schubben van zijne oogen, en
Saulus werd weder ziende, en hij stondf pp,
en werd gedoopt, en hij predikte Jezus dien
gekruisten, den 'Zoon Gods.
Thans was Saulus wel Belijder, van Chris
tus, maai1 nog geen Apostel. Daarom begaf
hij zich naar Jeruzalem, oon Petrus te zien
en -zich met den Prins der Apostelen in
verbinding te stellen. *Wjant waai- Petrus,
de Paus. is, daar is ook de Kerk.
Paulus had het Evangelie niet van eeni-
gen mensch ontvangen, noch geleerd, maar
do,or. de Openbaring van Jezus Christus
zeiven.
Bewonderen en aanbidden wij die leidiug
der, Voorzienigheid in de bekeering van «hen
H. Paulus.
Eerst toeh had Christus eenvoudige en on
geletterde mannen, arme visschers en tolle
naars tot verkondigers Zijner leer uitv sr-
koren; opdat hun zwakheid getuigenis zou
afleggen, dat geen menscSeUjke macht oi
wijsheid de Kerk gesticht heeft, maar dat
louter en alleen de Geest Gods dit wonder
gewrocht heeft.
Thans geeft de Heer een nieuw bewijs
dat de stichting der Kerk Zijn werk is,
door uit de scharen Zijner \jjandeu den
wreed&ten en tegelijk meest begaafden Pau
lus uit te kiezen, om Zijnen Naam te bren
gen voor d e volkeren eu voor de heidenen,
en voor de koningen en lsraëlskiridersn.
Deze prediking van den nieuwen Apos
tel geschiedde met gestadigen arbeid en ten
koste van de hevigste vervolgingen en de
gruwzaamste folteringen. Voegt uuarbij oen
inwtndigen strijd om zijnen Meester immer
getrouw te I yjven. Do-ort hein klagen tn
Zuch ten: Opu^c de verhevenheid ter Open
baringen mij niét tot hoogmoed brengo, is
mij een prikkel des vleesciies gelaten, die
bondgenoot van Satan, welke mij kastijdt.
Daarom heb ik den Heer tot driemaal toe
gebeden, dat hij van mij" mocht weggaan.
Maar de Heer antwoorddemij„Mijne ge
nade is u genoeg, o, Paulus 1 En al cla-t
strijden en al dat lijden werd bekroond met
zijnen marteldood, z.jn onthoofding, te Rome
op den weg van Ostia, in het jaar 67 van
de Christelijke jaartelling.
Wel mocht de H. Paulus getuigen: „Wat
ik ben, hen ik door Gods genade, en Zijne
genade is in mij niet ijdel geweest; ik heb
meer gewerkt dan de overige apostelen."
't Was alsof hij door zijnen ijver wilde
goedmaken, dat hij vroeger de Kerk van
Christus vervolgd had. Geheel zijn leven
besteedde hij voor Christus, zoodat hij uit
roept: Ik leef niet meer, maar Christus leeft
in mij. Voor Christus telde hij lijden noch
strijden, zoodat hij getuigt: Ik vloei over
van blijdschap in alle verdrukking.
Ook in onze ziel straal het licht des he
mels door het PI. Geloof. Ook wij vernemen
de stem van Christus in ons hart: Waarom
vervolgt gij Mij door uwe ongodsdienstig
heid en heiligschennis door uw vloeken
en lasteren door uw verzet tegen ouders
en oversten door uw snoeplust, dronken-
scnap en overdaaa? .Waarom vervolgt gij
Mij door uw8 onzedigheid in kleed|lng, woor
den en werken dooi die hemeltergend^
kinderbeperking door uwe onrechtvaar
digheid en uw bedrog in djen handel
door uwe eerroof, liegen en lasteren? Slui
ten we tocli niet onze oogen voor dat licht,
noch onze ooren voor die stem, maar ant
woorden wjj met Sint Paulus berouwvol en
welgemeendHeer, wat wilt Gij, dat ik doen
zal? Het antwoord luidt: Zoek u Ananias,
opdat hij u de handen oplegge en u van
zonden zuivere. Als dan verder dp strijd
ter volharding zwaar valt, bid dan tot Go$
vol vertrouwen: Heer leidt ons niet in be
koring en de Heer zal ook u antwoorden
„Betrouw zoon schep moed dochter, Mijne
genade is u genoeg 1" Zóó volhardend zullen
wij o.p het sterfbed met Sint Paulus getui
gen: „Ik heb den goeden strijd gestreden,
ik heb mijn loopbaan volbracht, ik
heb het geloof behouden.
Daarom is mij de krpon der gerechtigheid
weggelegd, welke de rechtvaardige Hechter
mij, op den dag der vergelding zal opzetten.
M. P. A. OOMS, D.P,
Alkmaar, 12 Juli 1919.
Naar men zich herinneren zai heeft in het
einde van het vorige jaar in Chili een ernstige
aardbeving plaats gehad, waarover destijds al
een en ander is gemeld.
Thans werden wij evenwel door de familie
van den pater Fredegandus Klaverweyden O.
F. M., missionaris te Co-piapo in Chili waar
de catastrophe wel liet vreeselijkst was in
bet bezit gesteld van een particulieren brief van
dezen Akmaardet missionaris, waarin over het
onheü-geoeuren waaraan zijn bloeiende missie-
is blootgesteld geweest velschillende interessan
te meaedeeiingai worden gedaan.
Wij laten uit dien brief, die eerst na maan
den en maanden zijn bestemming bereikte, hier
die bijzonderheden,.volgen waardoor nten nu
oolc juist weer dezer dagen uit Italië een aard
beving weid gemeld zich een flauw, beeld
zal kunnen vormen van de vreesdijke onheilen
en angsten" welke door een aardbeving worden
teweeggebracht.
Hei centrum der beweging of het punt waai
de aardbeving- het hevigst was schrijft pa
ter Fredegandus was Cop-iapo.
Den 4 en December, kwart voor 8 's morgens,
toen men op het punt was de Iclolc te luiden
om de menschel tot de li. Mis uit te noodigen,
kwam er opeens een hevige schok. Zou het de
aaidbeving zijn, op dien dag voorspeld door
den groeien sierrekundige Cooke, gelijk eertijds
die van "Valparaiso voorspeld was en werkelijk
volgde? Wat er van zij de 8 of 10 per. souen,
die zich in de kerk bevonden en ik zelf spion
gen onmiddellijk op en liepen niet groote en
vlugge passen naar derf uitgang. Waarlijk het
was geen tamblór (lichte aardbeving') maar
het' was een terremoto (groote aaidbeving).
Een vrouw bfeef boven aan d-e trap van den uit
gang staan, met -de armen uitgestrekt. Ik riep
haar toe, zoo hard ik kóm: „Blijf daar niet
staan, kom naar hier," totdat zij gehaald door
een andere' Juffrouw naar een veiliger plaats
kwam. Aan .alle kanten zag men het volk naar
buiten vliegen, vpiscliillende half gekleed, om
dat zij uit hun slaap werden gewekt. Zij vielen
op hun knieën, de armen uitgestrekt naar God
om barmhartigheid' smeekend. liet was inder
daad indrukwekkend en niet om ie lachen. Men
weet.niet, wat er kan volgen! De aarde kan
openscheuren en allen verzwelgen.
Wat mij aangaat, ik stond maar naai' de
kerk te zien. De toren was gelijk een groote
kronkelende paling en de zij-muren bewogen
zich, gelijk dó golven van het water. Die he
vige bewegingen duurden bijna 5 minuten. Van-
verre zag men groote stofwolken omhoog stij
gen. Voorzeker waren het huizen, die invielen.
Ondertusschen kreeg die aarde haar vorige
kalmte terug en wij begaven ons naar de kerk.
De groote en scboone troon van Maria, d-ie de
plaats van het presbiterium innam, was geheel
ontdaan van 'kandelaars, 'bloemen en vazen. Al
les lag daorvoor op den grond ia stukken, in de
grootste wanorde. Alleen het beeld van O. L.
Vrouw bleef op haar troon, heel hoog, ondanks
het gemakkelijk om kon vallen. Onwillekeurig
zeiden wij tot elkander: Ood zij gedankt, dat de
aardbeving niet gekomen is gedurende de offi
cies van den avond, waarin zoov-eel volk tegen
woordig is.
Het altaar zou zeker in brand zijn gescho
ten en- het volk zou gek geworden zijp van angst
en schrik. Daai'bij de gasleiding afgebroken'en
de kerk ware in duisternis geweest. Het volk zou
naar de deuren gesneld zijn-, de een over den
ander gevallen zijn en misschien zou hetzelfde
geschied zijn, wat een 50 jaar geleden is ge
beurd in de kerk der Paters Jezuieten te San
tiago, hoofdstad van Chili. Daar ontstond brand
aan het altaar van Maria. De schrik maakte
zich meester van het volk. Allen wilden tegelij-k
de keik uit. De een viel over den andere en de
uitgang werd gesloten door de massa perso
nen die op elkaar gehoopt lagen, voortgestuwd
door de anderen. Bijna allen, meer dan 2000
van de deftigste personen van Santiago kwamen
in de vlammen om.
in het plafond van onze kerk waren op vele
plaatsen kleine scheurtjes. Het beeld van O. L.
Vrouw van Carmen had zich in zijn nis half
omgekeerd. Het St. Franciscusbeeld dat in een
nis bovenaan bet hoogaltaar staat, was een wei
nig acliterovergevallen, doch rustte tegen den
achtergrond. Geen enkel beeld is er gebroken.
In de sacristie was het groote kruis, dat op het
•tabernakel stond, voor den grond gevallen/doch
het was nog gansch heel en men zou zeggen, dat
het er gelegd was.
Nu gaan wij eens onderzoeken, welke schade
in liet klooster is aangericht. Aan H. Mis-zeggen
viel niet.te denken. Alles lag in wanorde aan
de altaien, met veel stof, die van boven geval
len v/as en: buiten hield het niet op met schud
den. Dien dag zijn er o-p de sisoiograai meer
dan 250 bevingen waargenomen.
De deuren waren bijna niet open te krijgen
door het geweld der aardbeving, die ze verwron
gen had.
In m'n cel had ik 'n bibliotheek met 5 oi 6 plan
ken, veel boeken, preeken enz. Bovenaan stond
een inlctResch, gom om te plakken en 2' doozen
met prentjes. Welnu heel de boel was voor den
grond gevallen. De inkt had zich overal ver
spreid, eveneens de gom was uitgestort. Vele
prentjs kregen 'hum stempel. Doch God zij ge
dankt, slechts 2 boeken waren zeer beschadigd
en van mijn preeken twee: één over iiet lijden
en één over het geduld. Zij waren waarlijk goed
uitgekozen. Er was ook een diikke scheur in den
muur.
In de bibliotheek van het klooster lag een
hee.le partij boeken voor den grond, -In den ref
ter waren schilderijen gevallen gelijk eveneens
een zijplank van het plafond. Alles op tafel lag
met een dikke laag stof bedekt.
De keuken en 4 cellen waren, zoadanig be
schadigd, dat het gevaarlijk was erin te gaan.
De muur der hof was op verschillende plaatsen
omgevallen of er zaten scheuren in.
Wij zijn er gelukkig afgekomen.
Doch gaan wij eens de stad binnen.
Welk een mine!
De -helit van de buizen was la»
gevallen, het reide deel onbe
woonbaar en het overige deel
ova; het algemeen zeer bescha
digd.
De parochiekerk heeft veel ge
leden. Een vijf-tal schoone bed
den is gevallen en gebroken
Groote scheuren bevinden zich Ir?
de muren. Moest een dergelijk»
aardbeving" opnieuw zich voor
doen wie weet, wat er met die
mooie kerk zou gebeuren.
In liet hospitaal is de kape'
ingevallen. Zij was zoo schoon
hersteld een jaar of drie geleden
Ware het twee uur vroeger ge
weest, allen zouden verplette: d
zijn. Men moest liet Allerheilig
ste Sacrament van onder dé
puinhoope'n-weghalen. Het tar
bernakel was heel gebleven,
Gansch het hospitaal heeft ver
schrikkelijk geleden. Allo zieken
zijn gered en bleven voor langen
tijd den nacht buiten doorbren
gen.
in, de stad insgelijks, sliepen
bijna allen buiten-.
De gebouw-en van den Staat
hebben ook veel geleden. De
spoorlijn was voor een groot deel
weggeworpen.
De telegraaf was onderbroken,
dook den volgenden dag
's avonds was de communicatie
reeds gearrangeerd. Het tele
graafkantoor werd als bestormd.
Men had ons ook een telegram
gestuurd uit La' Serena om te
wetenof er iets in het kloi
was voorgevallen. Nog denzeii-
den avond gingen wij door de.
stad, om ie antwoorden. Aller
was d-oodsch, stil en treurig,
Door het halfdonker zag mén- de
ruïnen der huizen, waarin zoo
even nog lust en leven was. Van
tijd tot tijd kwam men een zes-lal
soldaten legen, d-ie van elders ge-
zonden waten om het stelen te
'beletten en dreigende muren om
ver te halen.
Slechts zeven hebben het mei
den dood moeten bekoop-en.
Het waren bijna alle kin-deren.
Doch vele andere personen zijn
gestorven aan de gevolgen dei
aardbeving, wijl zij ziekten hart
den opgedaan, vooral longont
steking.
God zij gedankt, dat de aard
beving niet des nachts heefi
plaats gehad, want het getal
dooden zou niet te overzien zijn
geweest. Want de aardbeving al
hier ging die van Valparaiso in
kraolit te boven.
ik heb het in een huis gezien,
waar twee groote dikke brokken
van een muur in twee bedden wa
ren gevallen en de personen zou
verpletterd hebben, waren zij niei
onmiddellijk opgestaan.
Het ging mij door de ziel, die
stukken in bed te zien, denkende
hoe die menschen aan een plotse-
lingen dood ontsnapt waren.
Danken wij O. L. Heer, die ons
voor ernstiger ongelukken heefi
bewaard.
De verzamelaar woonde alleen en deed da
delijk open. Het was een man van omstreeks
zestig jaar met grijzend haar, fletse blauwe
o-og-en, die van weinig intelligentie getuigden
en een ziekelijk bleeke gelaatskleur. Met één
blik had Ai-mand dit gezien.
Mijnheer ik wilde graag den beer Bri
doux eens s-preken, begon liij.
Die ben ik, mijnheer, kom binnen.
Hij sloot de deur en liet d-en bezoeker in
het salon, waar Hij hem een stoel wees.
Mijnheer, zei-de Armand men heeft mij
u beschreven als een zeer kundig handschrif
tenverzamelaar en nu kom ik u iets zeer
zeldzaams aanbieden: een eigenhandig ge
schreven brief van de keizerin Marie-Lo-uise.
Langzaam maakte hü onder bet spreken
zijn portefeuille open, nam er een brief uit
en ontvouwde dien met veel omziehtigheid.
Bridoux nam het epistel en las het snel door.
Heel kort, zeide hij. En weet ge zeker,
dat dit dè hand van keizerin Marie-Louise
is.
De keizerin schrijft aan Napoleon I na den
sl-ag bij Lntzen: Mijn beste korporaal nu
gij weet, dat 't heele leger hem den kleinen
korporaal noemde laat uw leger- nu eens
in den steek. Gij ziet den held, die over mil-
H-oenen levens te beschikken heeft en dan,
hoe dui/delij-k geeft de keizerin te kennen, dat
eij zich ia hare rijke kanten gewaden ver
veelt als zij schrijft: Ik gaap van verveling
te midden dei- prachtige kanten.
Maar de keizerin bewoonde toch de Tui-
Jterieen.
Zeker, mynheer; en deze opmerking be-
vnjst dat gij een degelijk historicus zijt.
Maar tijdens Je herhaalde afwezigheid van
«N-apoleoii, die van het eene slagveLd naar
#net ander trok, leefde de keizerin in een-
(Jaamhei-d in het Louvre. Dat is töeh zeker
Brikloux Haalde de schouders op als wilde
fU zeggen;
Hoe kon ilk zoo iets vergeten, en vroeg-
Hoe komt gij hieraan!
1 Jt? rï0n kriel' van mijn vader en deze
Éndfa grootvader; een end-gediende van
'i.eoa en groot vereerder van den maeh-
ketoer. Als een erfstuk bewaarde hij dit
Ie, -lat ni.i eeng opraapte bij gelegenheid
dat Napoleon zijn zakdoek uit zijn zak haal
d-e en tegelijkertijd dit stukje papier liet val
len. Het is de nood, die mij dringt, mijnheer
anders zou ik 't zeker niet verkoopen, maar
ik heb lfil) fr-e. noodig en ik bom tot u, om
dat ik voor alles mijn vaderland liefketf en
ik dus liever heb dat zulk een gewichtig do
cument in Frankrijk blijft. Daareven bood
een Engelschman mij tienmaal wat ik u
vraag. Tot aan de deur toe heeft hij mij ver
volgd, zie eens den zak van mijn jas heeft
hij eenvoudig stuk getrokken.
Armand liet een scheur zien, die al enkele
weken oud was, doek op den heer Bridoux
scheen het helaas weinig indruk te maken.
Ik wil het wèl koopen, maar er eerst een
deskundige over spreken, zeide hij eindelijk.
Het spijt mij, maar ik kan onmogelijk
zoo lang wachten.
En hij dacht: als Jules nu niet komt, dan
valt de heel zaak in duigen. y
Op dat oogenblik ging de bel over.
De heer Bridoux haastte zich open te doen.
Het was Jules,, maar onherkenbaar, het
hoofd hield hij ver naar achteren, kaarsrecht
stond hij voor het oude heertje, zijn gelaat
versierd met twee groote bakkebaardjes en
een pruik op van dezelfde kleur Hij geleek
sprekend op een van die belachelijke Engel-
schen, zo-ods men ze op het tooneel ziet ver
schijnen.
Bridoux zette op bet gezicht van zijn bezoe
ker groote oogen op.
Ach, begon de Engelschman met de tra-
dltioneele tooneelstem. Ik wilde dien heer
speken, die hier is binnengegaan.
Armand vertoonde zidh in de dsur en riep
verbaasd:
Hoe nu, mijnheer-, vervolgt gij mij zelfs
hier?
Yes, zei de zoon van Albion met -onver
stoorbare kalmte, ik geef u flweéhion-derd
pond voor uw briefje.
Maar bet is geen manier van doen zoo
een fatsoenlijk man te vervolgen.
Ik geef vijfhonderd pond.
Mijnheer
Ik geef duizend pond.
Ik eisch dat ge heengaat.
Yes, -en met een buiging, als een stok,
die middendoor breekt, antwoordde, hij kalm:
Ik zai tf beneden in de vestibule wach
ten.
U ziet, "hoeveel prijs die Engelschman
op dit document stelt,'zeide Armand, zoodra
hij met Bridoux alleen was. Me dunkt, dat
dit wel een waarborg is voor de echtheid.
De verzamelaar haalde uit zijn bureau een
biljet van honderd francs eu gaf het Armand
waarop deze met veel plichtplegingen ver-
trok.
Dien avond soupeerden de beide vrienden,
zooals ze het in tijden niet gedaan hadden,
en toen ze de rekening vroegen, bedroeg die
slechts 12 franken en eenige "Centimes.
Een paar dag'eu later kwam de lang' ver
wachte brief en wei-Ti een bankbiljet van 100
franken in een wit papier gewikkeld, waar
op in duidelijke letters: „Met veel dank de
10(1 franken terug", aan den heer Bridoux te
rugbezorgd.
Deze heeft het raadsel echter nooit- kun
nen oplossen en 'het briefje van de winkel
juffrouw uit les Magasin-s du Lonvre afdee-
iing kanten, heeft voor hem nog altijd de
hooge waarde van een eigenhandig schrij
ven van keizerin Marie Louise. L. K.
Het loopt best:.bijna met iedere postbestel
ling krijg ik 'n partijtje briefkaarten en prent
briefkaarten van neefjes en nichtjes, die aan
de p-iatenverlo-ting- willen meedoen-
Zoo jelui weten mogen degenen, die nog
niet hebben medegedeeld of ze aan de verlo
ting willen deelnemen, dit nog tot aanstaan
den Dinsdag 15 Juli laten weten.
Ik herinner jelui er aan. dat er minstens
200 kinderen moeten willen meeloten om van
mü gedaan te.krijgen dat ik alle 40 prachtige
platen in één keer uitdeel. Als er b.v. maar
hoogstens 25 liefhebbers zijn, worden er maar
5 platen verloot; ziin er minstens 50 liefheb
bers, dan verloot ik er 15; ziin ei' minstens 100
deelnemers aan de verloting dan stel ik 25
platen beschikbaar; zijn er 150 liefhebbers dan
verloot ik 3-5 platenen ziin er minstens 200
neefjes en nichtjes, die aan de verlo-ting willen
deelnemen, dan gaat de heele partij er aan.
Wie mee willen loten en jelui mogen er
allemaal aan mee doen hebben dus Leder
voor zichzelf mij dit maar te schrijven en wel
per briefkaart (niet per brief, w-ant dit is veel
te omslachtig*).
Op die kaart, moet dan staan (met inkt
sokrev-enj
Eerstens boven aan de kaart:
PlatenverlotinK.
En daaronder: je naam, je voornamen voluit,
het juiste adres (met straatnaam en huisnum
mer) en de juiste leeftijd.
Anders behoeft er niets op te staan, dan al
leen wat ik jelui opgaf.
Dus wie nu maar zoo'n kaart stuurt die
natuurlijk goed gefra-nceerd moet ziin, zoodat ik
geen strafport zal hebben te betalen mag
dan vanzelf aan onze reuzenverloting deelne
men.
De neefjes en nichtjes in Alkmaar en om
geving mogen hun kaart wel ze]E in de brieven
bus komen do-en. doch aai mogen zo niet aan
het locêt afgevenu Beter zelfs ie, dat ze hun
kaart óók maar over de post sturen.
Op het adres mag niets anders staan dan:
AAN DE REDACTIE VAN DE
KINDERKRANT,
HOF 6, ALKMAAR.
Maar nog eens: de Uc£heb-bera(sters) moeten
zorgen, dat ik hun kaarten uiterlijk DinaÜag
15 Juli alle in miin bezit heb.
Ziezoo, nu weten jelui er weer al-es van.
Nu gauw naar huis en naar bed.
Wel te rusten 1
OOM. EO'OS.
Om van ons ruil- en verzamelhoekje ge
bruik te maken, zendt men mij maar een brief
je„ waarin duidelijk staat geschreven wat
men wenscht, met vermelding van volledigen
naam en adres. Dap zet ik dat in de Kinder-
krant en de verzamelaartjes weten dan waar
'ze elkaar kunnen vinden. -
De briefjes moeten in enveloppe gezonden
worden. AAN DE REDACTIE VAN DE
KINDERKRANT. HOF 6, ALKMAAR. -
Ik heb om te ruilen 671 Verkade's plaat
jes en wel van: De Zomer 20, Herfst 99, Win
ter 34, Naardermeer 109, Bosch en Heiide SR
Blonde Duinen 117, Bonte Wed 130, Langs de
Zuiderzee 96, De Vecht 43 en De IJss-el 92.
Verder heb ik 200 a 300 verschillende
vreemde postzegels om te ru-ilen.
De plaatjes en postzegels wil jk ruilen te
gen vreemde postzegels, één tegen één of
naaa- de waar-de der postzegels. Ook ruil ik
t-eg'en oude Nederl. postzegels, Ne-derl, post
zegels, tuberculosezegels, RuyterzeLs, post
zegels met opdruk Armenwet enz. Ook tegen
Nederl.-Indië, Curacao of postzegels van
Suriname. Maar ik vraag gave zegels. Jan
Piet, Wormier A 199.
Ik heb Maizenia-plaatjes van serie 4, de
nummers 4 7 17 18 19 20 31 35 40 65 en 66,
die ik wil ruilen voor Zuiderzee-plaatjes van
de nummers 1 2 4 7 8 11 12 13 14 15 en 17
(één voor één). Mina de Haan, Ged. Turfha
ven 76, Hoorn.
Ik heb plaatjes van Honings Maizena,
die Ik wil ruilen voor Kwatta-soldaatj es (1
plaatje voor 1 soldaatje). Ik heb de num
mers; 5 6 7 8 9 10 38 39 40 41 45 51 53 55
68 72 143 149 151 153 159 162 163 166 170 172
173 175 205. En ik heb er 8 van Blonde Dui
nen: hos. 23 106 en 144. Frans Kramer, Vijf
Heerenstr-aat No. 3, Res Novaplein, Heem
stede.
Op millioenen plaateen verblijft J-zus en
arbeidt er niet alleen door Zijne genade,
maar ook door Zijne wezenlijke, gc lmensche-
lijke Persoon in de Eucharistie.
Gerril v. V., te lieer Huge
waard. Dar is alweer drie weker
geleden, dat je schreef en toch
krijg je nu pas antwoord. Maar,
beste jongen, dat was je eigen
schuld. Je had den brief aan
een verkeerd adres gestuurd, na
melijk van het Zondagsblad en
daardoor kwam die vertraging.
Dat is 'n heele verandering, zoo
na,d-ie verhuizing. Gelukkig, dat
O. L. H. moe in ha-ar zorgen zoo
bij staat en dat de mensahen
giaag bij jelui koopen. Nou zeg
ik ook: zoo'n goede moeder met
twee van die beste jongens moe
ten door de wereld gehol-pen
wor. Wat zal je genoten heüben
op zoo'n Artis-tochtje: ik kan'i
mij voorstellen. Dag Gerrit, blijf
maar goedje best den. En bij ge
legenheid schrijf je mij wel weer
eens, hé. De groeten ook aan moe
en kleine broer.
Maria en Cornelia K. te Hel
der. Als ilk dus goed tel, zijn je
lui met tezamen 5 broertjes* en-
zusjes. Ik verlang al naar jelui
grooten brief om ie zien wat mijri
nieuwe Heldersohe niohtjes voor
nieuws te vertellen zuilen hebben,
Johanna J. te Zijdewind. Wat
zal dat fijn zijn al-s die nieuwt
school klaar is. Wanneer jelui er
heen gaan, vertel je mij nog we(
eens hoe de school er van binnea.
en buiten- uitziet, nietwaar?
Nico v. O. te Haarlem. Ja
beste Nic, het heeft mij erg ver-'
wonderd. dat ik in zoo langer!
tijd niets m-eer van je hoorde,,
terwijl je toch van vroeger n>
wel weet, diat ik altijd erg belan.
stellend naar je was. Maar jam
ais ik wist, dat je 't ook zoo
druk had met examen-studie kom
ik 't toch wel begrijpen, dat het;
schrijven er bij in moest schiet
ten. Intusschen- ben ik blij dat ilé
weer eens wat van je hoorde. Of
heb Dinsdagmorgen een Wees'.
Gegroetje voor je gebeden. Ver!
tel je mij nu gauw of je voor dd
H. B. S. ben geslaagd? Dag Nt£
de groeten ook aan joop
Theo,