TWEEDE BLAO. KINDERCOURANT INGEZONDEN IN 'T PRIEEL. fe,d ,IU" vho°i!n-P. JAC8BSE. t op Zondag VRIJDAG 31 OCT. 1919. is de meest BLADVULLING. SPROKKELINGEN ONZE BRIEVENBUS GKAPitS. Wit WIL BUILEN? Het geSieiiiiziriiiio Beiietije, „Een treurige tijd, juiirouw 1" Met deze woorden begroette het oude man netje de julfrouw, die zooeven met hem de kerk had verlaten. iiij schudde droevig het hooid en keek naar 'de natte keisteenen, „ja, v/ei droevig,,' antwoordde zij. Ze kende hem, den ouden schoenmaker, die eregeld kwam tiooren ol er ook werk voor hem was en dan een praatje maaktevroeger over fyset weer en de laatste drie jaren over den oor log. _>iaar ze had met veel lust nog meer jammer klachten aan te hooren, zelve was ze met zware zorgen vervuld en zelis in de Iverk, in tegen woordigheid van Hem, die ons m oneindige lielde gadeslaat, hadden haar de bekomme ringen niet willen verlaten. „vtaar moet dat toch heen?" zuchtte het .mannetje weer. „ja, ik weet het ook met. Wacht, ik heb iets vergeten.'' Ze üep haastig terug. Maar net was eigenlijk maar halt waar, wat ze zeide. riaar doel was meer om van dat klagen de en jammerende gezelschap at te komen, dat haar anders zeker tot haar huis toe zou hebben begeleid. rrn toch kon ze wei zeggen, iets vergeten te nebben, want ze bedacht zich, dat ze nog iets bidden moest, wat ze gewend was en nu in het jpigstig pemzen om den treungen tijd nagelaten he knielde dus nog even in de achterste bank. Enkele minuten later ging ze nu ongestoord Haar huis. '"'Het was voor haar nog niet eens zoo erg als voor andere menschen, die huishoudens hadden. Zij met haar kleine pensioentje had het soms wel benauwd, nu alles zoo duur werd, maar er waren er zoo velen,die voor kinderen te zorgen J»dden, soms voor veel kinderen en hoe moest dat wel gaan Ze was nu eenmaal gevoelig van aard en leed de pijn en angst van anderen al tijd mede. Z.OO peinsde ze haastig loopend, toen ze plot seling bleet staan. Voor haar op den grond lag een kerkboekje. Zeker van dien vreemden mijn heer, dien ze in de kerk had opgemerkt en even vóór haar was weg gegaan. zm raapte het op, veegde het met haar zak doek ai en stak het in haar taschje. 'i oen ze thuis was gekomen en een kopje thee Had gezet, moest ze toch eens even gaan kijken, wat dat voor een boekje was misschien stond er een naam en adres in dan kon ze het terug bezorgen en wist meteen wie toch die vreemde -vas geweest. net bleek een heel gewoon kerkboek te we zen, juist als zij er een bezat. Ook stond er geen naam in en evenmin waren er bidprentjes die haar op weg hadden kunnen helpen, Juist wilde ze het boekje, waarin ze had heen en weer ge bladerd, weer sluiten, toen ze ineens iets achter in zag geschreven. Op de laatste bladzijde stond het. Eerst een datum .1 Augustus 1914. Dat was het begin van dien vreesekjken oor log, die haar zooveel vrees en zorg had berok kend. Maar de rest was helaas Latijn. Ze las de woorden langzaam, of ze er misschien iets uit wijs kon worden. Omnia volo, quae Tu vis, Domine. Et non solum accipio, sed etiam admiror et amplector. Tua voluntas enim paterna potestas, sa- pientia bom Pastoris, amor amici fidelis. Voluntas ergo Tua salus mea est. Mater mea, ora pro me, ut semper velim, quod Deus vult, quomodo quanduque vult. Sommige woorden herkende ze wel uit ge beden van de H. Mis en Lofzangen, maar het geheel was haar volmaakt duister. En ze zou het toch zoo graag weten, want ze was wel een beetje nieuwsgierig van aard. Maar hoe zou ze daar nu achter komen Buren ol kennissen had ze niet die Latijn verstonden, en aan de pastorie aanbellen, al leen om naar de beteekenis te vragen, dat durf de ze toch eigenlijk niet goed. Maar spoedig was het boek met die geheim zinnige woorden weer naar den achtergrond van haar gedachten verdrongen. Er waren weer al lerlei akeligheden. Het eene was weer duurder geworden, net andere niet te krijgen en overal moest ze klaagliederen aanhooren, die haar steeds droeviger stemden. Het ergste werd het, toen ze ook nog bezoek kreeg van een nicht, die nog mclancholieker van aard was dan zij zelve en die haar vreesehjke tooneelen ontwierp van wat er in de toekomst allemaal nog gebeuren kon. Ja, als dat alles waar werd... 't Werd ïjselijk om aan te denken, 't Werd avondze zat in halfduister, want ook licht moest worden gespaard, en met de schaduwen van den nacht viel ook steeds meer donkerte over haar gemoed. Daar werd gebeld. Haastig stond ze op en deed open. De kapelaan stond voor haar, vroolijk als had hij nooit van een oorlog gehoord. Met zijn opgewekte stem begroette hij haar. „Mag ik u even spreken. Heen, 't kan hier aan de deur wel. 't Laat natuurlijk over de ver- eeniging. Ik wou u vragen." Maar hij kon niet uitspreken, zij dacht plot seling aan het gevonden kerkboek, en de plot selinge gelegenheid om dit raadsel op te lossen was te mooi om haar voorbij te laten gaan. „Nou, eventjes dan." Nu werd het licht toch opgestoken en na af handeling der zaak het boek voor den dag ge haald. De Kapelaan had al een paar malen naar het droevig-bezorgde gelaat van de gastvrouw ge keken en was juist van plan, haar eens krachtig op te wekken, toen hij het gebedje onder den oogen kreeg. „Kijk, dat is nu juist wat u hebben moet." „Wat ik hebben moet Hoe bedoelt u dat J „Nu, neem eens een papiertje en schrijf Dan zal ik het vertalen, en je moet het e Dra'lntiï» dag bidden." OW1IÏUI5 „Is 't een gebed vroeg ze, terwijl ze p;gjjj_ en potlood zocht. „Schrijf nu maar gauwiR te Obdam, „Alles wat Gij wilt, Heer, wil ik ook. j „En niet alleen aanvaard ik het, bewonder en omhels dat alles. MDVbAibbK ly, „Uw wil immers is Vaderliefde, wi£> *en sterfhuize van den Goeden Herder, üefde vaj&IEI'TENEURU' trouwen vriend. gem. Wognum, Derhalve is wat gij wilt mijn gelul)en fbestrij- jcers der van het y voorstel verhoo- „Mijn broeder, bid voor mij, opdat i tijd moge willen, wat God, wil, zoo als H^fiU OëSlEjj wil en op Zijn tijd." rg r-j-j „Heb je het goed uitgeschreven. En j M g ik dat boekje een dagje hebben?" De Kapelaan wachtte niet op antwoord,1' Geidekoeien, het boek in zijn zak en.stond op. Graskalveren, Toen zij hem had uitgelaten, nam ze flatSf papiertje en geen half uur later kende ze het gebedje van buiten en was de rust in haar hart weergekeerd. Centr. Voor den inhoud dezer rubriek stelt do Redactie zich niet aansorakelijk. „St. Martinus": leugenaar. Open briel aan de redactie van het A. M. W., tevens Hoofdbestuur van de Neu trale O. O. vereeniging „Ons Belang." Naar aanleiding van het artikel voorkomende in het A. M. W. van 18 Sept. 1919 en getiteld „St. Martinus leugenaar," komt het ons noodig voor enkele opmerkingen te maken. De redactie zegt allereerst „van bevriende zijde werd ons een opgave gezonden van het voorstel H. B. van Martinus en welke bedragen door de voorzitters daarvan werden geëischt," (dit had betrekking op de salarisvoorstellen per 1 Januari 1920). Wij vragen de Redactie van het A. M. W. „Waarom gebruikt u de door u van bevriende zijde ontvangen opgave om Martinus klakke loos en ongemotiveerd voor leugenaar te schel den Voor hen die zulks nog niet weten zij hier me- degedeèld dat H. B. leden van „Ons Belang" in casu dus ook de redactie A. M. W., officieel ontvangen het orgaan door St. Martinus uitge geven. Het is derhalve voor de redactie A. M. W. totaal overbodig dat zij gebruik maakt van ge gevens haar door „bevriende zijde" verstrekt, zij kan die officieel in ons orgaan vinden. Al onze voorstellen, benevens onze actie- worden gepubliceerd, er hangt dus volstrekt geen waas van geheimzinnigheid over. .Was de redactie A. M. W. daar soms bang voor, toen zij het beroemde lasterartikel schreef Wij kunnen haar gerust stellen, wij werken en strijden met open vijsier. Daarna zegt de redactie A. M. W.„Hierbij zij opgemerkt dat hét voorstel der voorzitters ten slotte aan de Regeering is voorgelegd". Neen, waarde redactie met het voorstel der aWcefniac Wed. 1h. L, BLANgen van Vraagt monsftoekomst verschii- erg.-maj. dat het redenen irgestela ekerheid eu w. "Premle E. en IV. Sasuus dus be de icuaoSs,spa i-vriende zijde" op ergerlijke leugenachtige wijze is in gelicht en dat zij als gevolg daar van klakkeloos St. Martinus verdacht maakt. Voorwaar fraaie middelen. Verbolgens zegt de redactie „opmerkelijk is, dat er bij de confessioneeie bonden (ook bij N. C. O. V. j altbans bij de hoofdbesturen, telkens een streven bestaat om de hoogste onder officieren het meest te bevourdeeieu. riier zien we ook weer dat de atd. voorzitters tegen den vtensch van het H. B. in de bedragen voor de sergeanten hebben verhoogd en die voorde Adj. O. verlaagd." Neen, waarde redactie, u staat hier met de waarneid weder op gespannen voet, op zeer ge spannen voet. Wanneer u de moeite wüt nemen ons orgaan van 15 Sept. j. 1. te vergelijken met het A. M. W. van 18 Sept. d.a.v. dat dus 3 dagen later verscheen, en dus voldoende gele- genneid had ons orgaan behoorlijk te lezen dan zult u moeten bekennen dat u er weer „naast was". Ten slotte beweert de redactie „doch dat St. Mart. aan de Adj. Ü.O. met 16 dienstjaren het zelfde safaris wenscht toe te leggen als O. B. voor 22 jaren." Alweer mis geachte redactie Mart. stelde voor den AdjO. 22 jaren te bezoldigen met 34,00 d.i. gelijk aan uw voorstel; zie de organen hier- voren genoemd. Geaciite redactie het moet u wel beginnen te duizelen na deze door ons gegeven uiteenzetting wij hopen dat u voor den vervolge eerst behoor lijke gegevens zult inwinnen alvorens onze eer en goeden naam aan te randen, wij zijn daar niet van gediend en zullen zulks telkenmale be hoorlijk en goed gedocumenteerd aan de kaak stellen. Aan het slot van uw artikel geeft gij ons raad Waarde Martinusleugenaars, leest nog eens de openingsrede van onzen president over en gaat dan heen en bekeert u, wordt eerlijke mannen, en lid van O. B., opdat we samen één weg kun nen gaan." Wij begrijpen niet dat wij, door lid te worden van O. B. eerlijke mannen zouden worden, daarvan kunnen wij de consequentie niet snap pen. Laat het u voor eens en voor altijd gezegd zijn dat wij nooit of nimmer lid van O. B. zullen or, zal worden, doch dat wij gehoor luiks is zaam zullen zijn aan onze gees telijke overhelden ons principled orgamseeren. Niemand minde: dan Raus Leo Xill z. en r.g., geeft het zoo overduidelijk aan „iUannen vereemgt u, maar ver eemgt u onder net kruis." Dil geldt ook voor de onderofficie ren. Het kd zijn van O. B. keelt dus met de eerkjkheidmetste maken, dock is voor ons eene pnncipieele kwestie. Wij kebben üe moeite geoaar de opemngsrede van uwen presi dent nog eens over te lezen en liet trof ons weel dat nij daar zeide „Geaciite algevaarcuguei, en allen ciie kier aanwezig zijn, en vooral g,j, kauioueat en ckristekjke kameraden, zoomede aile leaen onzer organisatie, ik doe een beroep op o, mede U werken 0111 te veikoeuen uat Ka- tiiokekc en ckristekjke kamera den uit onze organisatie treden, ivn kt ruep u tevens op 0111 al len, die iiaar 0111 aiogieuenen, ais zou uaarin voor ucn geen goede plaais zijn, omdat nunne godsdienstige gevueiens onaim gevaai loupen ol gekwetst wor den, kebDen verlaten, 111 ue or ganisatie te doen terugkeeien iNogmaals geaente ïeuactie, wij keuben uw uigamsaue me' verlaten 0111 arogiedeSn, uücl aüeen en uitsluitend om genoot zaam te Zijn aaan onze geestelijke uverneid wat voor ons een eerste plicin ls. Resumeerende dit anes, trek ken wij daaruit de conclusie, dat uw tactiek er op is bertkeiid de goede K. ja. Onueroincieieu die om drogredenen nog lid zijn van uwe organisatie, vijandig te stemmen tegenover onze orga nisatie, net artikel „bint Marti nus leugenaar" is daar een van de vele Dewijzen voor. Het Mag. .bestuur van de R. K. O. O. Bond St. Martinus. J. J. M. v. 't WALDERVEEN Voorzitter. G. J. ZWART, ie Secretaris. Amersfoort, October 1919. Het is iets anuers, een christelijk leven te leiden, dan den naam van Christen te dragen. 'n benauwende uag. „Lieve hemel! Teun kijk daar 'ns 'n monster aankomen!" riep 't oude vrouwtje eensklaps ver schrikt uit. De groentenboer wist eerst niet wat of 't mensch mankeerde, maar spoedig zag-ie wat er aan de hand was. 't Vrouwtje was zoo vlug als 'r stramme beenen 't toelieten 'n kruidenierswin kel ingeioopen, de deur van den winkel hard ach ter 'r dicht smijtend. De winkelier die achter 'n «esenaar zat te schrijven, schrok op en keek in 't angstige gezicht van 't oude vrouwtje. „Mensch, .rrouw Janven, wat mankeer jij! is me dat laten ichrikken, zoo'n lawaai als je maakt,", zei ie tegen r en tegelijk stond-ie van z'n stoel op en kwam achter de toonbank staan. „Wat hebt je aan de land," vroeg hij. „Moet je maar 'ns kijken, Hermans," hijgde ,#rouw Jansen. „Kijkdaar.... o lieve deugd', daar hebt je 'm weer! en angstig keek ze naar buiten. „Wat is er dan toch?" vroeg Hermans eenigs- ains ongeduldig wordend. „Kijk dan zelf, man.... kijk'.... daar.... daar Is-ie weer!" Nu eerst bemerkte Hermans 't ook. „Ben je daar zoo bang van, van zoo'n lief diertje? vroeg-ie lachend en plagend vervolgde ie: wou 'k er zoo'n paar had." „Nou neem u 'm dan in huis, net als 'n groote hond," gaf vrouw Jansen scherp ten antwoord'. ,,Dat zal niet gaan, moedertje. Moet je soms nog 't een of ander hebben, anders wacht je maar tot 'dat beest hier de straat uit is." „Ja,.... geef me maar '11 pond suiker.... Foei loeiis me dat schrikken geweest. Ik ben heelemaal de klus kwijtzuchtte ze. „Kom, kom, je schrikt zoo gauw. Hier ben je in alle geval veilig," en Hermans maakte intus- schen de boodschap klaar. Vrouw Jansen bleef nog Wat wachten, benauwd naar buiten kijkend. Canie was in 'n dollen draf tegen de wagen van den groentenboer geloopen. De wagen met z'n in houd lag onderste boven tegen de keien, 'n wiel stond scheef en de aardappels rolden over de straat. ITeun zelf was alsof de dood hem nazat weg- geloopen. De stalknechts deden ijverig hun best Capie te grijpen, wat niet zoo gauw gelukte. Teun 'de groentenboer stond alles in de verte aan te zien. 'De tranen stonden 'm in de oogen en-ie gaf z'n ge- ,mocd lucht in 'n stortvloed van scheldwoorden ,»an 't adres van de stalknechts: „Houdt je mon sters bij je!.... Is dat 'n werk.... Smeerlappen aijn 't. Je moest ze de hersens inslaan!".... en dergelijke praatjes meer. De mannen hoorden 't Waarschijnlijk niet ze hadden 't te druk met Capie, die weer 'n nieuw plannetje in z'n olifan. jtenkop had. Aan 't eind van de straat stond 'n schilder op 'n hoogen ladder de kozijnen der boven- «anters van 'n groot heerenhuis te schilderen. De aa was een en al aandacht voor z'n werk en-ie fcndef .r"et m*nste erg te hebben in 't geen daar Wr„.m °P straat voorviel. Gelukkig tot z'n knechts die 'm uit de verte waarschuwden. Capie liep met 'n vaartje op den ladder af en zou de schilder te pletter hebben laten vallen,zoo deze 't gevaar niet aan had zien komen en niet gauw in 't raam, dat toevaligerwijze hoog opgeschoven stond, was binnengeklommen. Capie liep de ladder ten onderste boven en deze spleet in tweeën tegen d/e straatsteenen. De schilder stond met kloppend hart 't schouw spel dat daar beneden op straat afspeelde, van bo ven uit 'n kamer aan te zien. De man mocht O. L. Heer danken dat-ie er zoo goed was afgekomen, doordat-ie de tegenwoordigheid van geest had in 't open raam te klimmen. Anders baden ze 'in ge rust te pletter op straat kunnen vinden. (Wordt vervolgd) GEBED VAN EEN COMMUNICANTJE. Lieve Heertje, heusch, 't is waar 'k Ben vandaag juist zeven jaar, En nog lang niet braaf, zegt moe. Toch stuurt zij mij naar U toe. Mag ik komen Lieve Heer Morgen, cn nog dikwijls weer? Moeder zegt dan word ik goed Net zooals ik wezen moet. Kom maar tot Mij, lieve kind Je bent Mijn allerbesten vrind 'k Hou heel veel van kinderen zoet Die gehoorzaam zijn en goed. (Ingez. door Margaretha L. te Medeinblik). l0V[j >"-1. Gelukkig tot z'n «chrot-ie o» door 't geschreeuw der Vandaag is het dus de laatste dag; van daag moeten alle lijsten roet woordjes van onzen woordenwedstrijd in mijn bezit komen. Wie dus zijn (of haar) woordjes nog niet verzonden heeft en neg wenseht te probeeren mee te doen, moet nu dadelijk zijn brief maar weg brengen; als alles heel vlug gaat, misschien krijg ik hem dan nog op tijd en andersis de kans om een prijsje te win nen dezen keer voorbij. Overigens heb ik over jelui geen klagen, want er zijn al heel wat brieven gekomen, 't is al een kolossaal stapeltje. Ik zal er heel veel werk aan hebben met dat alles uit te zoeken. Jammer evenwel is, dat ex nog wel 'n stuk of tien of vijftien geweest zijn, die vergeten hadden hun voornaam, adres of leeftijd te vermelden en ook waren ex die te oud en dus boven de 15 jaar reeds waren om nog mee te doen. In alle geval: ik weet alvast wat ik te doen heb en zal dus de eerste weken maar 'n kort praatje houden om zoodoende tijd te winnen voor het nazoeken van de woordjes en het toekennen der prijzen. O ja, denken jelui er om, dat met ingang fan morgen, Zaterdag, 1 November het post tarief is verhoogd? De zetter heeft verleden week do regels zóó door elkaar gegooid, dat jelui natuurlijk niet konden begrijpen wat er eigenlijk stond en daarom herhaal ik dat hier nog even. Met ingang van 1 November is het post- tarief verhoogd en dus moeten in het ver volg (te beginnen morgen, Zaterdag, 1 No vember) de brieven, briefkaarten en prent briefkaarten hooger gefrankeerd zijn, dan tot uu toe noodig was. In het vervolg moet op een brief een post zegel van 114 cent, op een briefkaart een postzegel van 5 cent en op een prentbrief kaart, als drukwerk waarop dus niets an ders mag worden geschreven u«n de namen, voornamen en het adres van hen, die de kaart afzenden moet dan een postzegel van 1 'A cent. Zullen jciui daaraan in het vervolg alle maal denken, want anders zou ik volop strafport moeten gaan betalen en..., dat gaat natuurlijk niet Wel te rusten. OOM KOOS. HAARLEM EN OMSTREKEN. Onder bloemen en boomen verscholen, Ligt de aloude Spaarnestad, Eu kronkelend gaat er het Spaarne, Met het koele, frissche nat. Veel mu&ea en mooie gebouwen. Versieren deze alom bekende stad. Waar bossohen zich verheffen En beuken, statig en glad. Daar staat, 'n ieder weet 't, 'n ouide olm De „holle boom" gobeeten. Van zeker wel vijf eeuwen oud. Bij „Kraantjelek" die wordt nooit vergeten. In 't voorjaar trekken de bloemenvelden Veel bezoekers naar zich heen. Om het natuurschoon te bewonderen In Bloemendaal en Overveen. In Haarlem's frissche wandelplaats, De speelplaats der blije jeugd, Waar herten, pauwen en eenden loopen Geniet men ware vreugd. Is niet de historie van Haarlem bekend? Kenau Hasselaer en Ripperda ze zijn be roemd. Bij Haarlem's beleg hebben ze bun dien sten bewezen Tot dank heeft men haar parken zoo ge noemd. In 't midden der stad verheft zich fier De oude, grijze kerk, hoog 250 voet, Den Katholieken door de Hervorming ontnomen Maar door een nieuwe Sint Bavo vetgoed, Nu hebt ge zeer veel belangrijks vernomen Van 't uiterlijk der stad, waar ik woon in 't land- Dat baar omringt, in 't gedichtje Gemaakt door Nico van Opzeeland. (Ingez. door Nico v. O. te Haarlem.) Nico v. O. te Haarlem. Ha, zoo, ik lva<d al eens gedachtzou m'n Haarlemsehe Niek het nou op de H. B. S. tegenwoordig zóó druk hebben, dat hij mij heelemaal vergeet. Maar neen hoor: daar zag ik tot mijn blijde verrassing nog weer eens een dikken brief van 'm. Ik bedank i« ook nog voor je ge dichtje; maar.... als je er weer eens een maakt en dat mag je gerust moet je er nog meer je best op doen. Dag Nico, zal je de groeten ook nog eens voor mij doen aan Joop en Leo en aan de overigen thuis? Piet R. te Oude Niedorp. Vindt je het nie.t jammer, dat je misschien maar zoo kort pleizier zal hebben van de nieuwe school? Want als de winter eenmaal om is is het gauw Mei ook. Wil ik je een goede raad ge ven, Piet? Nou, dan moet je ten eerste den tijd, welken je nog school gaat, maar heel nuttig besteden en dus goed je best doen en tweeden® maar dikwijls brieven schrijven, want daarvan kan je óók weer loeren. Als ik goed geteld heb, zijn jelui met 10 kinderen bij elkaar. Dag Piet. Willy W. te Alkmaar. Natuurlijk, bes te, brave Willy, krijg je een briefje terug. O, o, wat heb jij mooi en aardig kinderpost, wat 'n leuk plaatje. Nou als dat de eerste keer was, dat je een briefje schreef, dan moet ik zeggen, dat je 't kranig schreef. Als je op school ook zoo je best doet, zal de zuster wel tevreden over je zijn. Dag Willy. Lainbertus T. te Voorhout. Wel, beste Bertus, zoo'n Turk als jij ben kan bij mij in een goed blaadje komen. Jij lijkt 'n goed soort Turk, heelemaal niet nurks, integendeel vroolijk van natuur. Doe dus maar flink je best. Dag Bèr. Anna v. G. te Noordwiikcrhout. Beste Annie, bad je woordjes maar gestuurd, dan was je er zeker van geweest dat ze op tijd waren, want dat moet je nu nog maar af wachten. Stuur ze nu maar dadelijk weg, dan hoop ik, dat ze nog net op tijd aankomen. Marietje van G. te Haarlem. W liciteerd met je verjaardag op morg vomber. Wat ben jij een gelukskind: Zondag (Allerheiligen) jarig. Zei hebt vergeten je adres op te geven, en veel pleizier. Dieuwtje W. te Egmond a.d.Ho^ De Bossehe Koek". dat weet ik, je ben een vaste kla vind ik erg pleizierig. Overigens DPGERICHT 1796. geluk je maar dienen, vindt je zelf Toch wensch ik je goed succes. H fES EtyB it;C- r-a-n gnt r-- Josepha S. te Haarlem. Nou, 521i&S tot je verjaardag, want dan wordt yj ndere fabrikaten en kwaliteiten. Gerardus L. te Haarlem. Drfi ALKMAAR BIJ; goed plan van je, Gèr en ilk he Trientje V. te Assendelft. Dar je inlichtingen; het is zoo goed. I er in 't vervolg aan, om dat ondeaT singen en onder de briefjes al tij2 naam, met alles wat er bij bah- staan. Dag hoor! Ik wensch je v. HET ANTWOORD OP ZIJN PAS. Een heer verzocht aan een open tafel een naast hem zit- tenden gast, of deze zoo goed wiide zijn, om hem even het orood aan te reiken. Maar, mijnheer! antwoordde de ander, ziet u mij vooreen Kelner aan Neen, was het antwoord, ik zag u voor een beleefd mensen aan. C.EN MENSCHENKENNEK. Vrienden in den nood te .lebben is toch een schoon iets, nietwaar? i\u, dat kan ik juist niet vinden. Zoodra een mijner vrienden in nood is wil hij geld van mij leenen. Ik heb 59 Vader], Gesch, laatjes en 2UU vreemde post- egels, die ik wil ruilen voer, iv.watta-soldaatjes. Kngelbertus t. d. Helm. van Marumstraat '.6, Haarlem. Ik heb IJselplaatjes (da lummers 3 4 10 15 25 20 27 35 >7 46 48 63 92 10U 1U4 108 115 23 128 140) en plaatjes van Bosch en Heide (de nummeri 13 19 25 29 30 36 37 38 41 47 1 52 54 55 60 71 80 93 100 .18 119 120 129 134 141 142), lie ik wil ruilen voor plaatje^ 'an Langs de Zuiderzee (de 1 1? 10 1" OU 91 VAN LAMBERMONT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Ons Blad : katholiek nieuwsblad voor N-H | 1919 | | pagina 5