TWEEDE BLAO.
KINDERCOURANT
INGEZONDEN
IN 'T PRIEEL.
fe,d ,IU" vho°i!n-P. JAC8BSE.
t op Zondag
VRIJDAG 31 OCT. 1919.
is de meest
BLADVULLING.
SPROKKELINGEN
ONZE BRIEVENBUS
GKAPitS.
Wit WIL BUILEN?
Het geSieiiiiziriiiio Beiietije,
„Een treurige tijd, juiirouw 1"
Met deze woorden begroette het oude man
netje de julfrouw, die zooeven met hem de kerk
had verlaten.
iiij schudde droevig het hooid en keek naar
'de natte keisteenen,
„ja, v/ei droevig,,' antwoordde zij.
Ze kende hem, den ouden schoenmaker, die
eregeld kwam tiooren ol er ook werk voor hem
was en dan een praatje maaktevroeger over
fyset weer en de laatste drie jaren over den oor
log.
_>iaar ze had met veel lust nog meer jammer
klachten aan te hooren, zelve was ze met zware
zorgen vervuld en zelis in de Iverk, in tegen
woordigheid van Hem, die ons m oneindige
lielde gadeslaat, hadden haar de bekomme
ringen niet willen verlaten.
„vtaar moet dat toch heen?" zuchtte het
.mannetje weer.
„ja, ik weet het ook met. Wacht, ik heb iets
vergeten.''
Ze üep haastig terug.
Maar net was eigenlijk maar halt waar, wat
ze zeide. riaar doel was meer om van dat klagen
de en jammerende gezelschap at te komen, dat
haar anders zeker tot haar huis toe zou hebben
begeleid.
rrn toch kon ze wei zeggen, iets vergeten
te nebben, want ze bedacht zich, dat ze nog iets
bidden moest, wat ze gewend was en nu in het
jpigstig pemzen om den treungen tijd nagelaten
he knielde dus nog even in de achterste bank.
Enkele minuten later ging ze nu ongestoord
Haar huis.
'"'Het was voor haar nog niet eens zoo erg als
voor andere menschen, die huishoudens hadden.
Zij met haar kleine pensioentje had het soms
wel benauwd, nu alles zoo duur werd, maar er
waren er zoo velen,die voor kinderen te zorgen
J»dden, soms voor veel kinderen en hoe moest
dat wel gaan Ze was nu eenmaal gevoelig van
aard en leed de pijn en angst van anderen al
tijd mede.
Z.OO peinsde ze haastig loopend, toen ze plot
seling bleet staan. Voor haar op den grond lag
een kerkboekje. Zeker van dien vreemden mijn
heer, dien ze in de kerk had opgemerkt en even
vóór haar was weg gegaan.
zm raapte het op, veegde het met haar zak
doek ai en stak het in haar taschje.
'i oen ze thuis was gekomen en een kopje thee
Had gezet, moest ze toch eens even gaan kijken,
wat dat voor een boekje was misschien stond
er een naam en adres in dan kon ze het terug
bezorgen en wist meteen wie toch die vreemde
-vas geweest.
net bleek een heel gewoon kerkboek te we
zen, juist als zij er een bezat. Ook stond er geen
naam in en evenmin waren er bidprentjes die
haar op weg hadden kunnen helpen, Juist wilde
ze het boekje, waarin ze had heen en weer ge
bladerd, weer sluiten, toen ze ineens iets achter
in zag geschreven.
Op de laatste bladzijde stond het. Eerst een
datum .1 Augustus 1914.
Dat was het begin van dien vreesekjken oor
log, die haar zooveel vrees en zorg had berok
kend.
Maar de rest was helaas Latijn. Ze las de
woorden langzaam, of ze er misschien iets uit
wijs kon worden.
Omnia volo, quae Tu vis, Domine.
Et non solum accipio, sed etiam admiror
et amplector.
Tua voluntas enim paterna potestas, sa-
pientia bom Pastoris, amor amici fidelis.
Voluntas ergo Tua salus mea est.
Mater mea, ora pro me, ut semper velim,
quod Deus vult, quomodo quanduque vult.
Sommige woorden herkende ze wel uit ge
beden van de H. Mis en Lofzangen, maar het
geheel was haar volmaakt duister.
En ze zou het toch zoo graag weten, want
ze was wel een beetje nieuwsgierig van aard.
Maar hoe zou ze daar nu achter komen
Buren ol kennissen had ze niet die Latijn
verstonden, en aan de pastorie aanbellen, al
leen om naar de beteekenis te vragen, dat durf
de ze toch eigenlijk niet goed.
Maar spoedig was het boek met die geheim
zinnige woorden weer naar den achtergrond van
haar gedachten verdrongen. Er waren weer al
lerlei akeligheden. Het eene was weer duurder
geworden, net andere niet te krijgen en overal
moest ze klaagliederen aanhooren, die haar
steeds droeviger stemden.
Het ergste werd het, toen ze ook nog bezoek
kreeg van een nicht, die nog mclancholieker van
aard was dan zij zelve en die haar vreesehjke
tooneelen ontwierp van wat er in de toekomst
allemaal nog gebeuren kon.
Ja, als dat alles waar werd...
't Werd ïjselijk om aan te denken,
't Werd avondze zat in halfduister, want
ook licht moest worden gespaard, en met de
schaduwen van den nacht viel ook steeds meer
donkerte over haar gemoed.
Daar werd gebeld.
Haastig stond ze op en deed open.
De kapelaan stond voor haar, vroolijk als
had hij nooit van een oorlog gehoord.
Met zijn opgewekte stem begroette hij haar.
„Mag ik u even spreken. Heen, 't kan hier aan
de deur wel. 't Laat natuurlijk over de ver-
eeniging. Ik wou u vragen."
Maar hij kon niet uitspreken, zij dacht plot
seling aan het gevonden kerkboek, en de plot
selinge gelegenheid om dit raadsel op te lossen
was te mooi om haar voorbij te laten gaan.
„Nou, eventjes dan."
Nu werd het licht toch opgestoken en na af
handeling der zaak het boek voor den dag ge
haald.
De Kapelaan had al een paar malen naar het
droevig-bezorgde gelaat van de gastvrouw ge
keken en was juist van plan, haar eens krachtig
op te wekken, toen hij het gebedje onder den
oogen kreeg.
„Kijk, dat is nu juist wat u hebben moet."
„Wat ik hebben moet Hoe bedoelt u dat
J „Nu, neem eens een papiertje en schrijf
Dan zal ik het vertalen, en je moet het e Dra'lntiï»
dag bidden." OW1IÏUI5
„Is 't een gebed vroeg ze, terwijl ze p;gjjj_
en potlood zocht.
„Schrijf nu maar gauwiR te Obdam,
„Alles wat Gij wilt, Heer, wil ik ook. j
„En niet alleen aanvaard ik het,
bewonder en omhels dat alles. MDVbAibbK ly,
„Uw wil immers is Vaderliefde, wi£> *en sterfhuize
van den Goeden Herder, üefde vaj&IEI'TENEURU'
trouwen vriend. gem. Wognum,
Derhalve is wat gij wilt mijn gelul)en
fbestrij-
jcers der
van het
y voorstel
verhoo-
„Mijn broeder, bid voor mij, opdat i
tijd moge willen, wat God, wil, zoo als H^fiU OëSlEjj
wil en op Zijn tijd." rg r-j-j
„Heb je het goed uitgeschreven. En j M g
ik dat boekje een dagje hebben?"
De Kapelaan wachtte niet op antwoord,1' Geidekoeien,
het boek in zijn zak en.stond op. Graskalveren,
Toen zij hem had uitgelaten, nam ze flatSf
papiertje en geen half uur later kende ze het
gebedje van buiten en was de rust in haar hart
weergekeerd. Centr.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt do
Redactie zich niet aansorakelijk.
„St. Martinus": leugenaar.
Open briel aan de redactie van het A.
M. W., tevens Hoofdbestuur van de Neu
trale O. O. vereeniging „Ons Belang."
Naar aanleiding van het artikel voorkomende
in het A. M. W. van 18 Sept. 1919 en getiteld
„St. Martinus leugenaar," komt het ons noodig
voor enkele opmerkingen te maken.
De redactie zegt allereerst „van bevriende
zijde werd ons een opgave gezonden van het
voorstel H. B. van Martinus en welke bedragen
door de voorzitters daarvan werden geëischt,"
(dit had betrekking op de salarisvoorstellen
per 1 Januari 1920).
Wij vragen de Redactie van het A. M. W.
„Waarom gebruikt u de door u van bevriende
zijde ontvangen opgave om Martinus klakke
loos en ongemotiveerd voor leugenaar te schel
den
Voor hen die zulks nog niet weten zij hier me-
degedeèld dat H. B. leden van „Ons Belang"
in casu dus ook de redactie A. M. W., officieel
ontvangen het orgaan door St. Martinus uitge
geven.
Het is derhalve voor de redactie A. M. W.
totaal overbodig dat zij gebruik maakt van ge
gevens haar door „bevriende zijde" verstrekt,
zij kan die officieel in ons orgaan vinden.
Al onze voorstellen, benevens onze actie-
worden gepubliceerd, er hangt dus volstrekt
geen waas van geheimzinnigheid over.
.Was de redactie A. M. W. daar soms bang
voor, toen zij het beroemde lasterartikel schreef
Wij kunnen haar gerust stellen, wij werken en
strijden met open vijsier.
Daarna zegt de redactie A. M. W.„Hierbij
zij opgemerkt dat hét voorstel der voorzitters
ten slotte aan de Regeering is voorgelegd".
Neen, waarde redactie met het voorstel der
aWcefniac
Wed. 1h. L, BLANgen van
Vraagt monsftoekomst
verschii-
erg.-maj.
dat het
redenen
irgestela
ekerheid
eu w. "Premle
E. en IV.
Sasuus dus be
de icuaoSs,spa i-vriende
zijde" op ergerlijke leugenachtige wijze is in
gelicht en dat zij als gevolg daar van klakkeloos
St. Martinus verdacht maakt.
Voorwaar fraaie middelen.
Verbolgens zegt de redactie „opmerkelijk is,
dat er bij de confessioneeie bonden (ook bij
N. C. O. V. j altbans bij de hoofdbesturen,
telkens een streven bestaat om de hoogste onder
officieren het meest te bevourdeeieu. riier zien
we ook weer dat de atd. voorzitters tegen den
vtensch van het H. B. in de bedragen voor de
sergeanten hebben verhoogd en die voorde Adj.
O. verlaagd."
Neen, waarde redactie, u staat hier met de
waarneid weder op gespannen voet, op zeer ge
spannen voet. Wanneer u de moeite wüt nemen
ons orgaan van 15 Sept. j. 1. te vergelijken met
het A. M. W. van 18 Sept. d.a.v. dat dus 3
dagen later verscheen, en dus voldoende gele-
genneid had ons orgaan behoorlijk te lezen
dan zult u moeten bekennen dat u er weer „naast
was".
Ten slotte beweert de redactie „doch dat St.
Mart. aan de Adj. Ü.O. met 16 dienstjaren het
zelfde safaris wenscht toe te leggen als O. B.
voor 22 jaren."
Alweer mis geachte redactie Mart. stelde voor
den AdjO. 22 jaren te bezoldigen met 34,00
d.i. gelijk aan uw voorstel; zie de organen hier-
voren genoemd.
Geaciite redactie het moet u wel beginnen te
duizelen na deze door ons gegeven uiteenzetting
wij hopen dat u voor den vervolge eerst behoor
lijke gegevens zult inwinnen alvorens onze eer
en goeden naam aan te randen, wij zijn daar
niet van gediend en zullen zulks telkenmale be
hoorlijk en goed gedocumenteerd aan de kaak
stellen.
Aan het slot van uw artikel geeft gij ons raad
Waarde Martinusleugenaars, leest nog eens de
openingsrede van onzen president over en gaat
dan heen en bekeert u, wordt eerlijke mannen,
en lid van O. B., opdat we samen één weg kun
nen gaan."
Wij begrijpen niet dat wij, door lid te worden
van O. B. eerlijke mannen zouden worden,
daarvan kunnen wij de consequentie niet snap
pen.
Laat het u voor eens en voor altijd gezegd
zijn dat wij nooit of nimmer lid van O. B. zullen
or, zal worden, doch dat wij gehoor
luiks is zaam zullen zijn aan onze gees
telijke overhelden ons principled
orgamseeren. Niemand minde:
dan Raus Leo Xill z. en r.g.,
geeft het zoo overduidelijk aan
„iUannen vereemgt u, maar ver
eemgt u onder net kruis." Dil
geldt ook voor de onderofficie
ren.
Het kd zijn van O. B. keelt dus
met de eerkjkheidmetste maken,
dock is voor ons eene pnncipieele
kwestie.
Wij kebben üe moeite geoaar
de opemngsrede van uwen presi
dent nog eens over te lezen en
liet trof ons weel dat nij daar
zeide „Geaciite algevaarcuguei,
en allen ciie kier aanwezig zijn,
en vooral g,j, kauioueat en
ckristekjke kameraden, zoomede
aile leaen onzer organisatie, ik
doe een beroep op o, mede U
werken 0111 te veikoeuen uat Ka-
tiiokekc en ckristekjke kamera
den uit onze organisatie treden,
ivn kt ruep u tevens op 0111 al
len, die iiaar 0111 aiogieuenen,
ais zou uaarin voor ucn geen
goede plaais zijn, omdat nunne
godsdienstige gevueiens onaim
gevaai loupen ol gekwetst wor
den, kebDen verlaten, 111 ue or
ganisatie te doen terugkeeien
iNogmaals geaente ïeuactie,
wij keuben uw uigamsaue me'
verlaten 0111 arogiedeSn, uücl
aüeen en uitsluitend om genoot
zaam te Zijn aaan onze geestelijke
uverneid wat voor ons een eerste
plicin ls.
Resumeerende dit anes, trek
ken wij daaruit de conclusie, dat
uw tactiek er op is bertkeiid de
goede K. ja. Onueroincieieu die
om drogredenen nog lid zijn van
uwe organisatie, vijandig te
stemmen tegenover onze orga
nisatie, net artikel „bint Marti
nus leugenaar" is daar een van
de vele Dewijzen voor.
Het Mag. .bestuur van de
R. K. O. O. Bond St.
Martinus.
J. J. M. v. 't WALDERVEEN
Voorzitter.
G. J. ZWART,
ie Secretaris.
Amersfoort, October 1919.
Het is iets anuers, een
christelijk leven te leiden, dan
den naam van Christen te
dragen.
'n benauwende uag.
„Lieve hemel! Teun kijk daar 'ns 'n monster
aankomen!" riep 't oude vrouwtje eensklaps ver
schrikt uit. De groentenboer wist eerst niet wat
of 't mensch mankeerde, maar spoedig zag-ie wat
er aan de hand was. 't Vrouwtje was zoo vlug als
'r stramme beenen 't toelieten 'n kruidenierswin
kel ingeioopen, de deur van den winkel hard ach
ter 'r dicht smijtend. De winkelier die achter 'n
«esenaar zat te schrijven, schrok op en keek in 't
angstige gezicht van 't oude vrouwtje. „Mensch,
.rrouw Janven, wat mankeer jij! is me dat laten
ichrikken, zoo'n lawaai als je maakt,", zei ie tegen
r en tegelijk stond-ie van z'n stoel op en kwam
achter de toonbank staan. „Wat hebt je aan de
land," vroeg hij.
„Moet je maar 'ns kijken, Hermans," hijgde
,#rouw Jansen. „Kijkdaar.... o lieve deugd',
daar hebt je 'm weer! en angstig keek ze naar
buiten.
„Wat is er dan toch?" vroeg Hermans eenigs-
ains ongeduldig wordend.
„Kijk dan zelf, man.... kijk'.... daar.... daar
Is-ie weer!"
Nu eerst bemerkte Hermans 't ook. „Ben je
daar zoo bang van, van zoo'n lief diertje? vroeg-ie
lachend en plagend vervolgde ie: wou 'k er zoo'n
paar had."
„Nou neem u 'm dan in huis, net als 'n groote
hond," gaf vrouw Jansen scherp ten antwoord'.
,,Dat zal niet gaan, moedertje. Moet je soms nog
't een of ander hebben, anders wacht je maar tot
'dat beest hier de straat uit is."
„Ja,.... geef me maar '11 pond suiker.... Foei
loeiis me dat schrikken geweest. Ik ben
heelemaal de klus kwijtzuchtte ze.
„Kom, kom, je schrikt zoo gauw. Hier ben je
in alle geval veilig," en Hermans maakte intus-
schen de boodschap klaar. Vrouw Jansen bleef nog
Wat wachten, benauwd naar buiten kijkend.
Canie was in 'n dollen draf tegen de wagen van
den groentenboer geloopen. De wagen met z'n in
houd lag onderste boven tegen de keien, 'n wiel
stond scheef en de aardappels rolden over de straat.
ITeun zelf was alsof de dood hem nazat weg-
geloopen. De stalknechts deden ijverig hun best
Capie te grijpen, wat niet zoo gauw gelukte. Teun
'de groentenboer stond alles in de verte aan te zien.
'De tranen stonden 'm in de oogen en-ie gaf z'n ge-
,mocd lucht in 'n stortvloed van scheldwoorden
,»an 't adres van de stalknechts: „Houdt je mon
sters bij je!.... Is dat 'n werk.... Smeerlappen
aijn 't. Je moest ze de hersens inslaan!".... en
dergelijke praatjes meer. De mannen hoorden 't
Waarschijnlijk niet ze hadden 't te druk met
Capie, die weer 'n nieuw plannetje in z'n olifan.
jtenkop had. Aan 't eind van de straat stond 'n
schilder op 'n hoogen ladder de kozijnen der boven-
«anters van 'n groot heerenhuis te schilderen. De
aa was een en al aandacht voor z'n werk en-ie
fcndef .r"et m*nste erg te hebben in 't geen daar
Wr„.m °P straat voorviel. Gelukkig tot z'n
knechts die 'm uit de verte waarschuwden. Capie
liep met 'n vaartje op den ladder af en zou de
schilder te pletter hebben laten vallen,zoo deze 't
gevaar niet aan had zien komen en niet gauw in
't raam, dat toevaligerwijze hoog opgeschoven
stond, was binnengeklommen. Capie liep de ladder
ten onderste boven en deze spleet in tweeën tegen
d/e straatsteenen.
De schilder stond met kloppend hart 't schouw
spel dat daar beneden op straat afspeelde, van bo
ven uit 'n kamer aan te zien. De man mocht O. L.
Heer danken dat-ie er zoo goed was afgekomen,
doordat-ie de tegenwoordigheid van geest had in
't open raam te klimmen. Anders baden ze 'in ge
rust te pletter op straat kunnen vinden.
(Wordt vervolgd)
GEBED VAN EEN COMMUNICANTJE.
Lieve Heertje, heusch, 't is waar
'k Ben vandaag juist zeven jaar,
En nog lang niet braaf, zegt moe.
Toch stuurt zij mij naar U toe.
Mag ik komen Lieve Heer
Morgen, cn nog dikwijls weer?
Moeder zegt dan word ik goed
Net zooals ik wezen moet.
Kom maar tot Mij, lieve kind
Je bent Mijn allerbesten vrind
'k Hou heel veel van kinderen zoet
Die gehoorzaam zijn en goed.
(Ingez. door Margaretha L. te Medeinblik).
l0V[j >"-1. Gelukkig tot z'n
«chrot-ie o» door 't geschreeuw der
Vandaag is het dus de laatste dag; van
daag moeten alle lijsten roet woordjes van
onzen woordenwedstrijd in mijn bezit komen.
Wie dus zijn (of haar) woordjes nog niet
verzonden heeft en neg wenseht te probeeren
mee te doen, moet nu dadelijk zijn brief
maar weg brengen; als alles heel vlug gaat,
misschien krijg ik hem dan nog op tijd en
andersis de kans om een prijsje te win
nen dezen keer voorbij.
Overigens heb ik over jelui geen klagen,
want er zijn al heel wat brieven gekomen,
't is al een kolossaal stapeltje. Ik zal er heel
veel werk aan hebben met dat alles uit te
zoeken.
Jammer evenwel is, dat ex nog wel 'n stuk
of tien of vijftien geweest zijn, die vergeten
hadden hun voornaam, adres of leeftijd te
vermelden en ook waren ex die te oud
en dus boven de 15 jaar reeds waren om
nog mee te doen.
In alle geval: ik weet alvast wat ik te doen
heb en zal dus de eerste weken maar 'n
kort praatje houden om zoodoende tijd te
winnen voor het nazoeken van de woordjes
en het toekennen der prijzen.
O ja, denken jelui er om, dat met ingang
fan morgen, Zaterdag, 1 November het post
tarief is verhoogd?
De zetter heeft verleden week do regels
zóó door elkaar gegooid, dat jelui natuurlijk
niet konden begrijpen wat er eigenlijk stond
en daarom herhaal ik dat hier nog even.
Met ingang van 1 November is het post-
tarief verhoogd en dus moeten in het ver
volg (te beginnen morgen, Zaterdag, 1 No
vember) de brieven, briefkaarten en prent
briefkaarten hooger gefrankeerd zijn, dan tot
uu toe noodig was.
In het vervolg moet op een brief een post
zegel van 114 cent, op een briefkaart een
postzegel van 5 cent en op een prentbrief
kaart, als drukwerk waarop dus niets an
ders mag worden geschreven u«n de namen,
voornamen en het adres van hen, die de
kaart afzenden moet dan een postzegel
van 1 'A cent.
Zullen jciui daaraan in het vervolg alle
maal denken, want anders zou ik volop
strafport moeten gaan betalen en..., dat
gaat natuurlijk niet
Wel te rusten.
OOM KOOS.
HAARLEM EN OMSTREKEN.
Onder bloemen en boomen verscholen,
Ligt de aloude Spaarnestad,
Eu kronkelend gaat er het Spaarne,
Met het koele, frissche nat.
Veel mu&ea en mooie gebouwen.
Versieren deze alom bekende stad.
Waar bossohen zich verheffen
En beuken, statig en glad.
Daar staat, 'n ieder weet 't, 'n ouide olm
De „holle boom" gobeeten.
Van zeker wel vijf eeuwen oud.
Bij „Kraantjelek" die wordt nooit vergeten.
In 't voorjaar trekken de bloemenvelden
Veel bezoekers naar zich heen.
Om het natuurschoon te bewonderen
In Bloemendaal en Overveen.
In Haarlem's frissche wandelplaats,
De speelplaats der blije jeugd,
Waar herten, pauwen en eenden loopen
Geniet men ware vreugd.
Is niet de historie van Haarlem bekend?
Kenau Hasselaer en Ripperda ze zijn be
roemd.
Bij Haarlem's beleg hebben ze bun dien
sten bewezen
Tot dank heeft men haar parken zoo ge
noemd.
In 't midden der stad verheft zich fier
De oude, grijze kerk, hoog 250 voet,
Den Katholieken door de Hervorming
ontnomen
Maar door een nieuwe Sint Bavo vetgoed,
Nu hebt ge zeer veel belangrijks vernomen
Van 't uiterlijk der stad, waar ik woon in
't land-
Dat baar omringt, in 't gedichtje
Gemaakt door Nico van Opzeeland.
(Ingez. door Nico v. O. te Haarlem.)
Nico v. O. te Haarlem. Ha, zoo, ik lva<d
al eens gedachtzou m'n Haarlemsehe Niek
het nou op de H. B. S. tegenwoordig zóó
druk hebben, dat hij mij heelemaal vergeet.
Maar neen hoor: daar zag ik tot mijn blijde
verrassing nog weer eens een dikken brief
van 'm. Ik bedank i« ook nog voor je ge
dichtje; maar.... als je er weer eens een
maakt en dat mag je gerust moet je
er nog meer je best op doen. Dag Nico, zal
je de groeten ook nog eens voor mij doen
aan Joop en Leo en aan de overigen thuis?
Piet R. te Oude Niedorp. Vindt je het
nie.t jammer, dat je misschien maar zoo kort
pleizier zal hebben van de nieuwe school?
Want als de winter eenmaal om is is het
gauw Mei ook. Wil ik je een goede raad ge
ven, Piet? Nou, dan moet je ten eerste den
tijd, welken je nog school gaat, maar heel
nuttig besteden en dus goed je best doen en
tweeden® maar dikwijls brieven schrijven,
want daarvan kan je óók weer loeren. Als ik
goed geteld heb, zijn jelui met 10 kinderen bij
elkaar. Dag Piet.
Willy W. te Alkmaar. Natuurlijk, bes
te, brave Willy, krijg je een briefje terug.
O, o, wat heb jij mooi en aardig kinderpost,
wat 'n leuk plaatje. Nou als dat de eerste
keer was, dat je een briefje schreef, dan moet
ik zeggen, dat je 't kranig schreef. Als je op
school ook zoo je best doet, zal de zuster wel
tevreden over je zijn. Dag Willy.
Lainbertus T. te Voorhout. Wel, beste
Bertus, zoo'n Turk als jij ben kan bij mij in
een goed blaadje komen. Jij lijkt 'n goed
soort Turk, heelemaal niet nurks, integendeel
vroolijk van natuur. Doe dus maar flink je
best. Dag Bèr.
Anna v. G. te Noordwiikcrhout. Beste
Annie, bad je woordjes maar gestuurd, dan
was je er zeker van geweest dat ze op tijd
waren, want dat moet je nu nog maar af
wachten. Stuur ze nu maar dadelijk weg, dan
hoop ik, dat ze nog net op tijd aankomen.
Marietje van G. te Haarlem. W
liciteerd met je verjaardag op morg
vomber. Wat ben jij een gelukskind:
Zondag (Allerheiligen) jarig. Zei
hebt vergeten je adres op te geven,
en veel pleizier.
Dieuwtje W. te Egmond a.d.Ho^ De Bossehe Koek".
dat weet ik, je ben een vaste kla
vind ik erg pleizierig. Overigens DPGERICHT 1796.
geluk je maar dienen, vindt je zelf
Toch wensch ik je goed succes. H fES EtyB it;C- r-a-n gnt r--
Josepha S. te Haarlem. Nou, 521i&S
tot je verjaardag, want dan wordt
yj ndere fabrikaten en kwaliteiten.
Gerardus L. te Haarlem. Drfi ALKMAAR BIJ;
goed plan van je, Gèr en ilk he
Trientje V. te Assendelft. Dar
je inlichtingen; het is zoo goed. I
er in 't vervolg aan, om dat ondeaT
singen en onder de briefjes al tij2
naam, met alles wat er bij bah-
staan. Dag hoor! Ik wensch je v.
HET ANTWOORD OP ZIJN
PAS.
Een heer verzocht aan een
open tafel een naast hem zit-
tenden gast, of deze zoo goed
wiide zijn, om hem even het
orood aan te reiken.
Maar, mijnheer! antwoordde
de ander, ziet u mij vooreen
Kelner aan
Neen, was het antwoord,
ik zag u voor een beleefd
mensen aan.
C.EN MENSCHENKENNEK.
Vrienden in den nood te
.lebben is toch een schoon
iets, nietwaar?
i\u, dat kan ik juist niet
vinden. Zoodra een mijner
vrienden in nood is wil hij
geld van mij leenen.
Ik heb 59 Vader], Gesch,
laatjes en 2UU vreemde post-
egels, die ik wil ruilen voer,
iv.watta-soldaatjes. Kngelbertus
t. d. Helm. van Marumstraat
'.6, Haarlem.
Ik heb IJselplaatjes (da
lummers 3 4 10 15 25 20 27 35
>7 46 48 63 92 10U 1U4 108 115
23 128 140) en plaatjes van
Bosch en Heide (de nummeri
13 19 25 29 30 36 37 38 41 47
1 52 54 55 60 71 80 93 100
.18 119 120 129 134 141 142),
lie ik wil ruilen voor plaatje^
'an Langs de Zuiderzee (de
1 1? 10 1" OU 91
VAN
LAMBERMONT.