BLAD.
Kunst en Kennis
OM DEN HAARD.
GRAPJES.
ZATERDAG 29 NOV. 1919
Uit Britsch-lndië.
He H. Asitonius.
Landouw en Visscbarij.
St. Nisolaasavond.
n Leuke surprise.
WIE WIL KUiLEiN?
Ramadurgam, AJur P. O.
Bellary District, 12 Sept.
Wij houden, zoo meen ik, allen een lieve
lingsheilige er op na. Na het H. Hart en de
1H. Maagd schijnt er geen zoo wereldbe
roemd te zijn als de H. Antonius. Gij her
innert u misschien niet meer, hoe dikwijls gij
den volkerenvriend hebt aangeroepen en uit
zijnen naam een offertje in het busje gewor
pen hebt, of een brood aan de armen hebt
•uitgedeeld. Immers gisteren was 't nog om
dat uw dasspeld of ju weel en oorbelletje ver
loren was en dezelve in uwe sloffen uit de
feast te voorschijn kwameen maand geleden
was het misschien dat u zoo verheugd
waart, dat baby zijn eersle tanden gekregen
had of omdat de koorts in den morgen wat
lager was dan den vorigen avond1; verleden
jaar was het omdat zoon of broer met groot
verlof van de militie thuis kwam. enz. enz.
Doch dat is alles nog maar kinderspel,
vergeleken met de gunsten of „wonderen"
welke de H- Antonius hier verricht heeft.
Mag ik u eenige staaltjes verhalen, ik zal
echter heel kort zijn
r. Iemand was een kinderwagen kwijt ge-
raa.-vt baby was er natuurlijk niet in
,voor meer dan een maand kon niemand die
Vinden. Een illimineus idee kwam over de
moeder en zij beloofde 50 gulden ais de H.
Antonius haar den wagen binnen acht da
gen terugbracht; het moet ogetwijfeld wel
een kostbare kinderwagen geweest zijn.
Toen men des morgens ontwaakte, ging
men met vol vertrouwen overal zoeken en
jawel hoor. daar staat hij in de verandah.
Eenige Protestanten, die geregeld kaarsen
komen offeren, vroegen mij of de H. Antonius
misschien al dien tijd om een sportkar ver
legen was geweest om het Goddelijk Kindje
zoet te houden-
II. De knecht van een smamy was ontsla
gen, omdat zijn vingers een beetje te lang
waren. De aime kerel kan zulks toch niet
helpen en dan hij zeide „leidt ons niet in de
bekoring" hield niet goed van Indië, waar
«lies open en bloot staat.
De Father was voor een langen tijd zonder
Vasten kok. De knecht werd doodelijk ziek.
(Een ieder beschouwde dat als een Godsge
richt behalve de knecht, want hij maakte de
gelofte aan den H. Antonius, dat als hij weer
eter weid. den goeden priester uit den nood
zou helpen en weer zijn dienst zou aanbie-
den.Doch zijn Indisch idee niet vergetend,
m.1. om met zijn dienst ook een geschenk aan
te bieden, beloofde hij tevens, dat al wat hij
voor twee maanden zou kunnen bemachtigen
hij in het St. Antoniusbusje zou werpen. Hij
werd aangenomen. Voor twee maanden was
«te Father meer dan voldaan met den goe
den opbrengst van het busje, doch nu klaagt
hij weer, dat zijne parochianen den' H. An
tonius en aldus de armen vergeten. Hij weet
natuurlijk niets af van de innerlijke gesprek
ken van zijn knecht met den H. Antonius.
III. Een vrouw was voor vredeswille maar
Katholiek geworden. Immers zij waren in
de Protestantsche kerk getrouwd en haar
echtgenoot kon zijn paasohplichten zelfs niet
meer vervullen hij was dan toch'zulk een
vurig katholiek? De eerste dochter uit
het huwelijk stierf en de oude protestantsche
geest kwam weer over de vrouw, zij verweet
baar echtgenoot, dat haar kind gestorven
was, omdat zij van geloof veranderd was.
Nu dacht de man dat het zijn beurt was om
den vredespalm uit te reiken en maakte der
halve een belofte aan den H. Antonius, dat
een tweede dochter naar hem zon genoemd
worden en dan door een dominee moest ge
doopt woren. Een tweede dochter kwam.de
dominee werd ontboden, de gehulde congre
gatie was gescandaliseerd, de vader weid op
de pastorie geroepen en ten laatste werd het
meisje door mij gedoopt. Het schijnt dat de
EI. Antonius dan ook nooit met mij tevreden
is en in alles zijn eigen zin moet hebben, zoo
zeide de goede??? katholieke vader mij.
IV. Men moet met zijn tijdgeest medeleven
zoo moet de H. Antonius gedacht hebben
en dat gepraat tegenwoordig over tafeldans
spiritisme of hoe die dingen ook heeten
spooide de H. Antonius ongetwijfeld aan
om ook eens een voorstelling te geven en ais
medium op te tredefl- Eenige platen waren
uit de sahool ontvreemd en de vrouw van den
schoolmeester ging zulks erg ter harte en
besloot om de schuldige uit te visschen. Zij
nam een kooltje vuur en een breinaald welke
zij stevig met een schaar vasthieM. Nu be
gon zii de litanie van den H. Antonius te
zeggen. H. Antonius heelt Jan het gedaan?
de breinaald blijft onbewegelijk. H. Anto
nius is Piet de schuldige? Weer geen ant
woord .Is Klaas de dief? geen antwoord, is
Antoon met de platen op den loop gegaan?
en jawel hoor daar valt op eens de breinaald
in het vuur. Dat was dus de schuldige.
Zijn huis werd onderzocht en ve'rborgen
tusschen de balken vindt men triomphante-
lijk de schoolplaten.
Hot is jammer dat K-ome de H. Anto
nius reeds heilig verklaard heeft, anders
zou beslist do ailvooaius diaboli hem cpor
zulke wonderen zijn lauweren gegeven
hebben, want er zijn slechts twee won
deren noodig en ik gaf u reeds vier.
DANKBETUIGING.
Een zware verplichting rust op mij om
u allen uit mijnen naam on mijner chris
tenen te bedanken.
In Indië is het woord „dank u" zelfs
in de dictionaires niet te vinden. Men
zegt dan ook gewoonlijk: „Ik zal urij-
zen,'" ik zal uw lof verkondigen en derge
lijke .uitdrukkingen.
Ja indien, u uwe gebeden aandachtig
overleest dan moet het u opgevallen zijn
dat de H. Kerk in hare oi'ficieele ge
beden hetzelfde doet. De „Te Diëum" welk©
altijd voor dankbetuiging gezongen wordt
begint met „Wij prijzen U" en dan een
weinig later,, Wij vragen U".
Gij .wilt natuurlijk niet, dat ik iden lof
trompet op u ga uitbazuin©, want dan
zou uw linkerhand te weten komen, wat
uw rechter gedaan heeft en u zou daar
door reeds uw loon ontvangen. Ik dank
u echter uit oprechten h,arte en roep u
het schoon© werkelijke gebed toe. „Ge-
waardig, o Heer, het eeuwige leven te
schenken aan ons allen die om Uwen
naam goed gedaan hebben.
Ik beloof u dat mijne Christenen da
gelijks voor u zullen blijven bidden en
dat ik u niet in mijne dagelijksche me
mento zal vergeten. Ik beloof u tevens
9 H- Missen speciaal voor u op te dra
gen. En dan vraag ik u, wLÜt ook u
mij pn mijne missie niet in uw© gebeden
vergeten, opdat de miliioenen heidenen
ook eenmaal met u God mogen prijzen
voor de onmetelijke gave van het H. Ge
loof.
Waarschijnlijk is het u niet onaange
naam te vernemen dat wij hier sinds 25
Sept. .eenige regenbuien hebben gehad.
Er is weer werk te vinden, want men
heeft in pLaats van het gewone graan,
katoen gezaaid opdat men over eenige
maanden zijn katoen voor graan kan om
wisselen, doch nu is men weer beang
stigd dat er te veel regen komt. O
ironie! i j i
l: J. SCHIPPER,
Cath. Priester.
De wonderen der draadlooze telegrafie.
De technische wetenschap gaat de laatste
jaren met reuzenschreden vooruit.
Niet he minst ook de draadlooze telegrafie
en telefonie.
En het schijnt geen harsenschim te zullen
blijven dat iemand, thuis met behu p van de
zoo geheimzinnige draadlooze verbinding op
zijn gemak zal kunnen afluisteren wat in een
vergadering oi' op een concert te genieten
vali.
noo vertelt de N. R. Crt. van een onderhoud
met den heer H. Veensira in den Haag, wiens
proeven met betrekking tot het opvangen van
draadlooze telefonie op een draadraam veel be
langstelling hebben getrokken, vooral in den
ruimen kring van liefhebbers, die zich in ons
land met de radio-telegrafie en wat daarmee
in verbinding staat, bezig houdt.
De heer V eenstra kon een aantal brieven
toonen van menschen, die op dezelfde manier
als hij het ook eens willen probeeren. Eén
belangstellende spiegelde zich zelfs voor, dat
hij, op een dorpje in Zeeland wonend, door
middel van de ontvangst zooals de heer Veen-
stra -een liefhebber deze voor liet eerst
voor telefonie in ons land in toepassing heeft
gebracht, (als wij ons niet vergissen), binnen
kort een aansluiting zou'kunnen tot stand
brengen met een concert-, en theaterzaal op
een 20 K. M. afstand van zijn woonplaats,
ja zelfsjmet het Concertgebouw te Amsterdam
om dan rustig in zijn kamer gezeten van an
ders door hem onbereikbare muziek- en too-
neeluitvoeringen te kunnen genietenEn
waarom zou het eigenlijk niet kunnen, waar
meer en meer blijkt, dat alles kan, ook wat
het meest onbereikbaar leek. De „Daily Mail"
heeft kort geleden een fantasietje gepubliceerd,
van een kantoorbediende, die ergens in Lon
den op straat in de binnenzak van zijn jas
een telefoonschelletje hoort gaan, zijn toestel
aan het oor brengt en daar zonder verbazing,
want dit verleert men bij zooiets gauw, de
stem herkent van zijn patroon, op dat oogen-
blik per vliegtuig onderweg van Londen naar
een van de groote steden van het vasteland
Op het oogenblik schijnt het nog niet meer
dan fantasie, want juist het oproepingssein
is bij de telefoni nog altijd een onopgelost
vraagstuk, hoewel men in Duitschland ge
meend heeft dat men er achtef was. Maar wij
mogen wel gelooven dat het daarmee ook
weer een kwestie van tijd, wie weet hqe korten
tijd, zal blijken te zijn.
Stel u voor, zeide ons de heer Veenstra, wat
een wonderlijke sensatie het is, wanneer men
op een gegeven oogenblik het telefoontoestel
aan het oor brengt en daar zijn naam hoort
noemen, duidelijk de stem herkent die hem
noemt. Niet met het gewone toestel, doch een
voor draadlooze telefonie, een toestel, dat
men ergens in huis kan plaatsen, in een kamer,
waarvan alle vensters en deuren gesloten zijn
en dat door geen draad of iets dergelijks
met de buitenwereld is verbonden. Dat men
zoo'n toestel mee kan nemen in een auto en
er een toertje door de Scheveningsche bosch-
jes mee kan maken, snel rijden zoo men wil,
onder hooge Doornen door, die immers een
beletsel heeten te zijn voor de radio-telegrafie,
en dat men dan toch ook weer contact kan
krijgen met een station ergens in de stad.
Men weet niet wat men gevoelt, vanwaar
men het contact heeft, vanwaar men uit de
lucht van verre de tonen van een gramofoon
toe zich hoort komen, de muziek herkent,
zelfs het krassen van de naald op de plaat
verneemt
EEN SCHELMENSTREEK.
Een dame, wier geldmiddelen tengevolge
van den oorlog achteruit waren gegaan, wilde
gebruik makend van de omstandigheid, dat
de waarde van onroerend goed sterk gestegen
is, het huis, dat zij bezat verkoopen om het
aldus vrijkomend kapitaal om te zetten in
een lijfrente. Zij zette haar huis te-koop. Er
m-ldde zich iemand aan, een gestudeerd man,
die een zekere maatschappelijke positie be
kleedt, die haar kwam voorstellen hem het
huis tegen een hoogen prijs te verhuren. De
eigenares weigerde, het was haar bedoeling
het huis te geide te maken, en zij gaf de re
denen op, waarom.
De gegadigde wist haar per sa'do te over
tuigen, dat zij thans een bijzonder hooge huur
zou kunnen bedingen en toch in het bezit van
haar huis blijven en het huis werd voor x8oo
per jaar verhuurd. De eigenares ontruimde
haar woning, nam tijdelijk haar intrek bij
familieleden en de huurder ging met zijn con
tract naar de Huurcommissie, die den huur
prijs bepaalde op het voor dit type huis ge
bruikelijk bedrag van duizend gulden per jaai^
voor welk bedrag thans de t igenares geen on
derdak vinden kan.
Aldus, zegt de N. Crt., geschiedde in Dep
Haag in het jaar 1919.
KACHELONTHLOEÏTNG DOOR
SLAGKWIK.
Men schrijft aau de „Rott. Ct."
„Herhaaldelijk lezen wij den laatsten tijd
van in kachels ontploffende dynamictpatro-
nen. Het behoefde toch eigenlijk Wel niet
gezegd te worden, dat dit onjuist moet zij 11.
Als er dynamiet-patronen in de kolen kwamen
zou er nooit een lading kolen zelfs den waggop
binnenkomen Een zoodanige patroon ont
ploft reeds als men ze laat vallen (handgra
naten Zooals we weten het oudervvetschö
buskruit ontbrandt door vuur, dynamiet
(nitroglycerine is nog gevaarlijker) ontploft
door schok, en de moderne springmiddelen,
als cordiet, lydiet, meliniet, enz.-enz., worden
ontploft door explosie. Voor deze explosie
worden aangewend pijpjes, z. g. n. slagkwik,
dewelke passen in de blokjes cordiet enz.,
aangebrachte gaatjes, die door vuur worden
ont token, dan in het cordiet enz., tot ont
ploffing komen en dit dtmrdoor mede kar
exploseercn.
Deze pijpjes slagkwik nu kunnen het we1
zijn, die met de kolen te vuur komen cn eer
kachel of haard doen uiteénspringen.
Hoe ze in de kolen komen is een raadsel
want in de kolenmijnen werkt men niet mei
explosies.
Men moet hier zeker denken aan v/erk van
kwaadwilligen of van ontoerekenbareTieden.1"
De toestand in do Zuivel-iiidustrie.
In zijn buitengewone vergaaering op 2^
November te Leeuwarden gehouden, heeft
de Bond van Coöp. Zuivelfabrieken in bries
land een motie aangenomen, waarin de toe
stand in de zmvel-indus t rie onhoudbaar wordt
genoemd, daar millioenen kilogrammen kaas
en boter, welke nie. voor binnenlandsch ver
bruik benoodigd zijn,, ngevolge Regeerings-
maatregelen 111 voorraad worden gehouden,
terwijl niet de minste zekerneid bestaat,
wanneer en waarmede die producten zullen
worden betaald, zuodat de uitbetalingen van
melkgelden zuilen moeten worden gestaakt
Het beiemmeren van den uitvoer door on
gemotiveerd hooge uitvoerrechten heeft ten
gevolge aldus luidt verder de motie dat
het afzetgeb ed voor onze zuivelproducten
verloren gaat en het niet verstrekken van
voorschotten heeft tengevolge, dat de zui-
velarbeiders in financieele moeilijkheden ko
men met ontwrichting van het geheele land
bouwbedrijf, waaruit werkloosheid en ver
mindering van productie voortvloeit.
De vergadering acht het dringend noodza,
kelijk dat onverwij d de noodige maatregelen
worden getroffen waardoor de uitbetaling van
melkgelden verzekerd wordt en draagt het
bestuur op bij de Regeering krachtig aan te
dringen op medewerking inzake den uitvoei
en betaling der verplichte voorraden.
Die goeie Mee toch!
Piet was 'n pak van 'n hart kwijt.
Spoedig viel-ie in siaap en droomde do
heele nacht door va® Sinterklaas, die 'm
vriendelijk aankeek en van zwarte Piet,
die 'n heele zak met lekkers en speelgoed
bracht. Piet had goed gedroomd, want
toen-ie 's morgens naar de klompjes ging
kijken, waren die weg en lag 'n hoelo
heel mooi's voor Trees, Jan en hem zelf.
En precies wat ieder 't meest verlangd
hadden: Alles van Sinterklaas!
(Slot.)
Ja, kitrapjes zetten! Grada, 't dienst
meisje kwam binnen met drie paar
klompjes.
De kinderen stopten 'r stroo in en
brood en wortels, alles voor 't paard van
den Heiligen Man, dat wel wat lusten zou
na al die dakritten.
En iedereen iegde er 'n verlangbriefje
tn, met z'n naam er op.
Toen zetten ze dien onder, de schoor
steen.
„Nu bidden en naar bed," zei Moe.
/Want morgen moet je vroeg op zijn!"
Dat wou Piet wel! En zoo mooi als-ie
maar kon, bad-ie met Trees en Jan z'n
avondgebed. En toen onder de wol!
Jan en Trees, die niets kwaads van
Sinterklaas gezegd hadden, gingen ge-
trust slapen.
Maar bij Piet wou de slaap nxaar niet
komen. Telkens, als-ie wat gestommel
/ïoorde, sohrok-ie en dook-ie diep weg on
der de veilige dekens. Doodstil, roerloos,
tot z'n hartje bekwam, en hij weer fluis
teren durfde door 'n kiertje: „Wim! Wlm-
^.jnie!Slaap je alt"
Maar Wim sliep.
Zoo vond Moe Til» toen ze nog even
\aar de kinderen kwam kijken.
„Wat is dèt, Piett Ben je nog wakken-»"
Ofroeg ze,
l'.ii toen vertelde Piet, wat-ie van Sinr
Verkiaas gezegd had, allee, zonder omwe
gen.
„Nu, jongenlief, ga maar gemist slapen
boor. "k Zal aan Sinterklaas wel zeggen»
fiat je 't zoo kwaad niet gemeend hebt»
>n dat je er spijt van hebt!" Moe dekte
nog 'ns lekker toe en gaf Tn een zoen»
u ging ze naer beneden.
,Ja, Jan dat moot jé do en.eeni g
leuk zal dat zijn".
„Natuurlijk Gerrit, die lol zullen we hebben,
'k zie ze thuis al staan kijken, als 'k daar uit die
kist kom kruipen..Jongen, jongen, wat zal
dat 'n verrassing zijn." En Jan de Wildt maak
te 'n dolle bokkesprong door 't kleine kamertje,
waar hij met zijn neef Gerrit Jansen na school
tijd het huiswerk had' zitten maken. Dit kamertje
was 'n geliefd verblijford voor de jongens
hier beraadslaagden ze hun plannetjes voor een
of andere „schoolmop" en ook' andere idee-
I tjes vertonnen ze daar.
't Ging tegen St. Nicolaas!
Je moet weten dat Jan de Wildt al 'n half jaar
bij z'n oom en tante, die in Amsterdam woonden,
verbleef. Z'n ouders hadden hem aan de goede
zorgen van hen toevertrouwd en Jan had het er
heerlijk naar z'n zin. Met neef Gerrit bezocht hij
de H. B. S., want om die reden hadden zijn
ouders 'm naar Amsterdamgestuurd, wijl er in
hun dorp, ongeveer iJ4 uur afstand van A., geen
H. B. S. te vinden was.
Jan wilde door studeeren, om tegen 't einde
van zijn leeftijd, 'n betrekking te kunnen krij.
gen op 'n groot handelskantoor.
Nu, 'n paar dagen voor St. Nicolaas, zaten de
jongens weer gezellig bij mekaar, 't "Huiswerk
was gereed en ze bleven uog wat kletsen over de
„lol" die ze op school hadden beleefd, over St
Nicolaas wat ze wel zouden krijgen totdat
Jan opeens van z'n stoel opsprong zei: „Zeg,
Gerrit, jö, 'k weet een leuke Sint Nicolaas-
surprise voor thuis te maken!"
„Wat dan wel?" vroeg Gerrit, erg uieuws-
„Stel je voor ik kruip in een kist met hout
wol gevuld. Die kist sluiten we dicht met een
stevig deksel natuurlijk zorgen we voor lucht-
gaatjes, anders zou ik stikken en dan gaat dat
stelletje ais surprise naar huis.
We zijn morgenmiddag toch vrij en dankun.
nen we 't zaakje goed bestieren. Jij helpt natuur
lijk, en tegen 's avonds half vijf iaat je de kist
naar 't station rijden. Als alles mooi afloops, ben
ik 's avonds teg enhalf zeven in het dorp
en dan naar huis!"
Gerrit zat te lachen dat ie schudde om 't leuke
Ideetje van Jan en hij beloofde graag mee te hel
pen. 't Zaakje zou dan wel in orde körrien 1
Eerst moesten oom en tante ook ingelicht wor
den want andera zou Jan nooit de deur uit
kunnen komen. Tante Marie had er wel wat op
tegen ze was zoo beeorgd.
„Jongen," zei xe, „dat hod je niet uit."
Waarom niet, tante?" vroeg Jan. „Als er
ftHtar voldoende openingen de kist ziia- datr
zal 't best gaan. Zoo lang behoef ik er niet in te
blijven."
Oom Tiet moest hartelijk lachen en hij zei te
gen Jan: „Je bent altijd een grappenmaker ge
weest, en je zal er wel een blijven ook,"
't plannetje werd toch goed gevonden en daags
daarop zou 't wrden uitgevoerd.
Den anderen dag, 's middags.
De beide neefjes waren druk doende op hun
kamertje, dat werkelijk 't aanzien gekregen had
van 'n klein timmermanswerkplaatsje. Op den
giodn lag 'n berg houtwol waarmee de kist
moest wórden opgevuld en dat tevens dienst
moest doen als 'n zacht .bed voor onzen Jan. Ger
rit hamerde er dapper op los. De jongens hadden
'u oude pakkist te pakken kunnen krijgen bij 'n
winkelier in dc buurt maar ze zat niet zo ste
vig meer in elkaar en daarom was 't noodig da
er eens extra naar gekeken werd. 't Zou anders
kunnen gebeuren, dat, als Jan in de kist zat
er misschien onderweg uit zou komen te rol
len en dat mocht natuurlijk niet!
„Je staat te werken alsof 't voor je boterhatr
is," plaagde Jan en Ernst liet daarop volgen
„Ik zou niet graag willen, dat m'n neef op
straat kwam te rollen,''
„Verbeeld je zooiets 'ns, Gerrit."
,,'t Zou 'n mooie vertooning zijn was 't ant
woord. Gerrit had 't te druk om te praten. Jan
zat intusschen op 'n groot stuk paier letters te
teekenen. Daarop kwam te staan:
Aan de familie De Wildt,
Nieuwstraal 29
te B
Af eender:
Sint.NicIms, Spanje.
en wat lager, onder 't adres:
Voorzichtig behandelenBreekbaar,
Wordt vervolgt.
Om van ons ruil- en verzamel'boekje
gebruik te maken, zendt men mij maar
een briefje, waarin duidelijk gesebreven
staat, wat men wenscht» met vermelding
van volledigen naam en adres. Dan zet ik
dat in de Kinderkrant en de verzame-
1 aartjes weten dan waar ze elkaar kun
nen vinden.
De briefjes moeten in enveloppe gezon
den worden AAN DE REDACTIE VAN
DE KINDERKRANT, HOF 6, ALK
MAAR.
Ik bet) 12 achterzijden van Oouvet-
doosjes, 18 plaatjes van Golden thee en
eenige Verfcade's bonnen, die ik wil rui
len voor Kwatta-soldaatjes. Nadar over
een te komen. Cor Zuurbier, café „De
Landbouw" Ursem.
Ik heb 5 Vaderlandsche geschiedenis
plaatjes, le deel: de nummers 14 34 45
52 72 en 78, die ik wil ruilen voo^ 3 Kwat-
tasoldaatjee; ook heb ik 1 plaatje 2de se
rie en 1 plaatje 2de serie, die ik ook wii
ruilen voor 1 Kwatta-soldaatjei; 1 Verka-
de's en 1 Ter Wee's plaatje wil ik ruilen
Voor 2 Kwatta-soldaatjes; 25 Vaderland-
Tcke Gesehiedenisplaatjes 2de deel wil ik
uilen voor 12 Kwatta-soldaatjes en dan
jiog 15 Honig's Maizena-plaatj es wil ik
•uilen voor 7 Kwatta-soldaatjes. Bertbns
Anthonisse, Grebberstraat 8, Haarlem.
Is 't nu eigenlijk nog wel noodig jelui
deze en volgende week uit te noodigen
om den haard te kooien zitten?
Ik geloof bet niet.
In dezen tijd zie ik jelui daar iedjexen
avond geschaard om je St, Nicolaas lied
jes .uit te galmen.
Ik zal h'efc er voor vandaag er maar
bij laten, want jelui hebben nu genoeg
aan .de St. Nicolaas verhalen. Is 't waar
of niet
Ik heb bet intusscbjon nog druk ge
noeg piet bet uitzoeken van de woord
jes. Jelui moeten niet uitbezemen, dat
ik ongeveer, 250 lijsten bob ontvangen,
waaronder, er zijn, die zelfs uit Utrecht»
Dordrecht, ja zelfs uit Bpekel (bij Ge-
mert) kwamen.
(Wel jte pusten! l f
OOM KOOS.
NIET ERG SNUGGER.
vBaas: „Dirk, loop eens even naar het
itation en kijk of mijn horloge gelijk is.
Met één sprong is Dirk bij de deur.
Baas: „Hier jongen» je vergeet bet hor-
oge."
Dirk; „Hoeft niet, baas; ik kan het wel
onthouden."
UIT DEN KINDERMOND.
Jantje: „Oom, wilt u niet met mij gaan
hoepelen?"
Oom: „Wel neen, jongen, daar ben itk.
veel te groot voor."
Jantje: „En pa zei vanmorgen Ik wou
dat oom maar gauw ophoepelde."
(Ingez. doop Bertha I. te Alkmaar').
HIJ ZOCHT DE STEKEN OP.
Grootmoeder (die zit te breien): „Jon
gen zeur toch niet zoo aan m'n hoofd» nu
laat ik weer dirie stelten vallen."
Grootmoeder .even later tot Jantje, die
op den grond kruipt: „Wat doe je daa*
toch Jan?" u
Jantje: „Ik zoek dé drie stelten, groot
moeder, die u heeft laten vallen, maar Ik
kan ze niet vinden."
(Ingez. door Bertha I. te Alkmaar)
MA KRIJGT....?
Ik héb mama in een paar dagen niet
gezien; is ze op reis?
Neen, mama moet thuis blijven; ze
krijgt .tanden
'N KLEINIGHEID.
Zij. Rest© Karei, als je morgan naar do
xtad gaat, zou je d,an een lapje blauwe
,ijde voor mij willen meebrengen?"
Hij. Met alle pleizier, maar boe groot
.noot dat lapje zijn?
Zij. Nu, ongeveer.... twintig el
HET BEWIJS.
Oom (tot zijn neef, den student). En
iioe houdt zich liet gouden horloge, dat
lk n verleden jaar heb geschonken?
Neef. O. uitstekend, oom, ik krijg er
-n den lommerd nog altijd evenveel op.
ALS HET MAAR WAAR IS.
Chef bij den ver-sierden ingang van 't
kantoor tot bediende
„Meier, dat heb je mooi afgeleverd. Het
is prachtig! Er is toch maar één Meier
op de wereld!"
MIERENEIEREN.
Dame: „Wat moet ik mijn goudvisscben
te eten geven?"
Handelaar: „Miercneieren
Dame: „Hard of zacht gekookt?"
ZE BEHOEFDE NIET MEE.
„Gaat deze tram naar den Dam?"
„Gaat deze tram naar d;en Dam?" vroeg
een oude juffrouw aan den conducteR
^Jawel gauw instappen. Ik heb al 2
minuten op, u staan, te wachten!"
„Nee jk moot niet mee'" was b©t ante -
woord, jUiaari ik wou bet maar vast wes<
ten voor eon nieht van me, die ftyeï?
drie .weken in die stad komt."
DE VADERLIJKE ZEGEN,
Levi junior telegrafeert van uit Affier&dj f
aanzijn vader te Rotterdam: Vraag toestem»
ming huwelijk, Vijl honderdduizend.
Levi senior seiht terug: Guldeng dl <i
lars?
Antwoord): Dollars..
Senior: Mijn vaderlijke
-■-Söesii